VG protocol VG protocol Chronische Nierschade
A.E. de Wind Antwerpen 26 April 2013
• Deel A: Onderzoek • Deel B: Beoordeling • Deel C: Toelichting 1. Inleiding 2. De aandoening 3. Ontstaan, risicofactoren en beloop 4. Diagnose en behandeling 5. Werkhervatting 6. De verzekeringsgeneeskundige beoordeling
Chronische nierschade
Nierschade
Classificatie
• Persisterende (micro)albuminurie • Klaring (eGFR) <60 ml/min/1,73m² • Urinesedimentafwijkingen wijzend op een intrinsieke nieraandoening Als één of meer van deze verschijnselen langer dan 3 maanden bestaan: Chronische nierschade
Chronische nierschade Prevalentie
Bij een geschat aantal van 12 miljoen volwassenen: In Nederland ca. 635.000 personen met chronische nierschade stadium 3
Chronische nierschade risico factoren
• Diabetes mellitus: 20 – 30% van de patiënten met diabetes in Nederland ontwikkelt diabetische nefropathie • Hypertensie: langdurig onbehandelde hypertensie leidt tot irreversibele nierschade • Cardiovasculaire aandoeningen • Roken • Overige factoren
1
Chronische nierschade oorzaken (Nederland)
Arbeidsgerelateerde risicofactoren • Blootstelling aan: - Zware metalen (Pb, Cd, Cr, tin, kwik, las- en smeeddampen en fosforverbindingen) - Silicabevattende stoffen (zand, cement, stenen, kolen en graankorrelstof) - Organische oplosmiddelen - Koolwaterstofverbindingen (eindstadium chronische nierschade kan voorkomen worden door blootstelling te stoppen)
Risico-beroepen:
Chronische nierschade Symptomen
• Metaalwerkers (werkers in de metaalgieterij, loodsmelters, lassers)
• Werkers in de plasticindustrie (gebruik van loodbevattende stabilisatoren en kleurstoffen) • Werkers in de bouw (metselaars, zandstralers, isoleerders, werkers in de keramiekindustrie en granitowerkers)
• Werkers in sectoren waar koolwaterstoffen en organische oplosmiddelen worden gebruikt (stoffeerders (lijmen), schilders,
• • • • •
Water- en zouthuishouding verstoord Verminderde uitscheiding afvalstoffen Verminderde aanmaak erythropoietine Verstoorde hormonale bloeddrukregulatie Verstoorde calcium/fosfaathuishouding
ongediertebestrijding (rattengif))
Symptomen (I) • -
Algemeen: Vermoeidheid en lethargie Hoofdpijn Concentratie- en geheugenstoornissen Slaapstoornissen (in- en doorslaapproblemen)
Symptomen (II) • • • • • • • • • •
Cardiovasculaire symptomen Metabole stoornissen Gestoorde calcium-fosfaat huishouding Hematologische stoornissen Neurologische stoornissen (perifeer en centraal) Gastro-enterologische stoornissen Huidklachten Bewegingsapparaat Seksuele disfunctie Infecties en immunologische complicaties
2
Symptomen (III) • Psychische problematiek: - piekeren - nervositeit - somberheid - verdrietig zijn - gespannenheid - in- en doorslaapproblemen - sneller geïrriteerd zijn - stemmingswisselingen
Behandeling • Behandelplan: voorlichting en zelfmanagement: - cardiovasculair risicomanagement - leefstijladviezen - psycho-educatie
Comorbiditeit • Cardiovasculaire stoornissen • Hypertensie - algemeen en risicofactor • Diabetes mellitus (hyperglycemie) • Psychische problemen - gedrag aanpassen - psychologische aanpassingen / omgaan met stressoren die de ziekte met zich mee brengt
- 20-25% ervaart depressieve klachten
Nierfunctievervangende therapie • Dialyse (HD of PD): slechts 10 à 15% van de excretoire nierfunctie vervangen
• Niertransplantatie:
- leidt niet altijd tot volledige vervanging van de • Controles • Dieetmaatregelen • Medicatie
Werkhervatting • Van patiënten die starten met dialyse: 35% betaald werk • Jaar na start dialyse: afname met 6 à 8% • Niertransplantatiepatiënten: - 52% werkzaam (controlegroep: 59%) - vaker parttime: 36% vs 24% controlegroep - slechts 27% inkomen zonder (aanvullende) arbeidsongeschiktheidsuitkering - na transplantatie: toename en afname van arbeidsparticipatie
nierfunctie - levenslange immunosuppressiva
De gezondheid van mensen met chronische nierschade gaat doorgaans achteruit
Factoren die werkhervatting beïnvloeden • Geen specifieke klinische parameters • Negatief: - meervoudige comorbiditeit - slecht fysiek functioneren - fysiek inspannend beroep - duur van de chronische nierschade • Positief: - relatief weinig fysieke klachten - persoonlijke wil en motivatie - steun, zowel in privésfeer als werkomgeving
3
Arbeidsparticipatie (I) • Predialysefase: stoppen met werken vanwege: - fysieke klachten - externe factoren - persoonlijke factoren (bv. heroriëntatie op de toekomst)
Arbeidsparticipatie (III) • (Post)transplantatiefase: • Belangrijkste voorspeller voor werk: of iemand werk heeft vóór transplantatie. • Nierfunctie: geen voorspellende waarde • DM: negatieve samenhang met arbeidsparticipatie Na transplantatie neemt arbeidsparticipatie toe: - door afname volledig arbeidsongeschikten - aantal gedeeltelijk arbeidsongeschikten blijft ± gelijk - individuele verschillen zijn groot
Interventies Voorkómen van definitieve uitval is de beste garantie om werk te behouden • In vroeg stadium consequenties van nierschade in kaart brengen • Stimulerende houding t.a.v. werk • Vergroten van zelfvertrouwen en zelfmanagement bij werkgerelateerde problemen • Aandacht voor combinatie van (behandeling van) nierschade en (betaald) werk • Ondersteuning bij werkhervatting (b.v. jobcoaching)
Arbeidsparticipatie (II) • Dialysefase: • Vormen van thuisdialyse mogelijk voordeel voor maatschappelijke participatie • Fysiek en psychosociaal functioneren • Hogere opleiding • Ondersteuning vanuit de werkomgeving • Werkgeoriënteerdheid van behandelaars
Arbeidsparticipatie (IV) • Posttransplantatiefase: mogelijk blijvende beperkingen na succesvolle transplantatie: - door ontstane orgaanschade voorafgaande aan de transplantatie - resterende verminderde nierfunctie - levenslang gebruik immunosuppressiva 3 maanden na transplantatie: 52% nog niet hervat 31% gedeeltelijk hervat 17% volledig hervat (zelfde aantal uren als vóór transplantatie)
VG-beoordeling • Functionele mogelijkheden vaststellen op basis van een multifactoriële probleemanalyse: - aandoening - behandeling - comorbiditeit - copingvaardigheden cliënt (manier waarop cliënt met de situatie omgaat) - arbeidsanamnese
4
Verzekeringsarts • Baseert zich op: - re-integratieverslag (arbeidsanamnese en belemmerende factoren in werk)
- anamnese - lichamelijk onderzoek - recente (<6 mnd) informatie van de behandelende sector: - diagnose(s) - nierfunctie (eGFR)
Functionele mogelijkheden • Dynamische aandoening • Geen objectieve criteria waarmee belastbaarheid nauwkeurig kan worden vastgesteld • Nierschade markers (bv creatinine in serum en eiwit in urine) slechts indicatie ~ stadium 1-2: weinig beperkingen ~ stadium 3-5: (zeer) ernstige beperkingen
- behandeling
Werkvermogen • • • •
Grote individuele verschillen Neemt al af in de predialysefase Afname zet door in dialysefase Na transplantatie weer (gedeeltelijk) herstel (doorgaans wel lager dan in beste periode van het leven)
Cave: relevante symptomen worden soms niet gemeld
Persoonlijk functioneren (I) • • • • •
vasthouden van de aandacht verdelen van de aandacht herinneren doelmatig handelen specifieke voorwaarden voor het persoonlijk functioneren in arbeid
Directe / Indirecte (comorbiditeits) beperkingen • Cognitieve beperkingen (geheugen, concentratie, uitvoerend functioneren, tempo van informatieverwerking en planning)
• Visusbeperkingen (t.g.v. oogschade en visusstoornissen) • Zware en/of langdurige dynamische en statische belasting (verlaagde spierkracht) • Overige specifieke beperkingen
Persoonlijk functioneren (II) • Specifieke voorwaarden in arbeid: - werk zonder veelvuldige deadlines of productiepieken - werk waarin geen hoog handelingstempo is vereist - persoonlijk risico / veiligheidsfuncties: * functies waarbij eigen of andermans veiligheid moet worden bewaakt
* getransplanteerden: buiktrauma voorkomen
5
Sociaal functioneren • Visusbeperking (t.g.v. langdurig immunosuppressivagebruik; DM)
• Vervoer (keuring / specialistisch rapport) • Overige beperkingen in het sociaal functioneren: - verminderde reuk - vieze smaak (cliënten met uremie)
Dynamische handelingen • fijne motoriek en/of grijpfunctie (neuropathieën) • tillen, dragen, duwen, trekken, zware lasten hanteren, frequent ver reiken en buigen, (trap)lopen en klimmen (matige conditie) - HD: Cimino-shunt: hand- en vingergebruik - PD: voorkomen van verhoogde abdominale druk - Getransplanteerden: buiktrauma voorkomen
Fysieke omgevingseisen • hitte en temperatuurschommelingen • beperkte trillingsbelasting • overige beperkingen: * verhoogde vatbaarheid voor infecties * andere beperkingen: - getransplanteerden: beperkte blootstelling aan UV-straling • specifieke voorwaarden voor aanpassing aan de fysieke arbeidsomgeving: CAPD: schone, afgezonderde ruimte
Statische houdingen • Beperkingen t.g.v. een matige conditie • Beperkingen t.g.v. donornier: - effect op zithouding - afwisseling van houding - beperkingen andere specifieke lichaamshoudingen
Werktijden • Energetische beperking (multidimentionele vermoeidheid en slaapverstorende factoren) • Dialyse (+ dialysekater / recuperatietijd (±12u.))
• Overige behandelingen en controles • Beperkingen: - uren per dag - uren per week - overige beperkingen t.a.v. werktijden
VG protocol Chronische Nierschade: www.nvvg.nl → tab bibliotheek → Klik hier als u op zoek bent naar PROTOCOLLEN → Borderlinepersoonlijkheidsstoornis-Chronische Nierschade
6
Dank voor uw aandacht!
7