09-52 Kinderopvangtoeslag 2009 Opvangvorm Kinderdagverblijf Betreft kinderopvang-gelden belastingdienst Inleiding De klacht Ouders/verzorgers klagen er over dat organisatie niet bereid is mee te werken om de kinderopvangtoeslag voor 2009 op de door hen gewenste wijze te regelen. De Belastingdienst heeft de kinderopvangtoeslag over de eerste maanden van 2009 aan organisatie uitgekeerd op naam van de vader, terwijl het de bedoeling was dat de moeder (ex-partner van de vader) als aanvrager zou worden aangemerkt. Om de toeslag met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2009 op naam van de moeder uit te kunnen keren wil de Belastingdienst het op naam van de vader uitgekeerde bedrag, € 5206,00, eerst terug ontvangen. Hiervoor vragen ouders/verzorgers van organisatie om dit bedrag aan hen over te maken zodat zij het kunnen terugstorten naar de Belastingdienst. Uittreksel Samenvatting Ouders/verzorgers hebben voor de opvang van hun kinderen, een overeenkomst met organisatie; de opvang is gestart op 24 september 2008. Ouders/verzorgers ontvangen kinderopvangtoeslag voor de kosten van de kinderopvang; de vader stond geregistreerd als aanvrager van de toeslag. De kinderopvangtoeslag wordt door de Belastingdienst rechtstreeks overgemaakt op rekening van organisatie. In verband met een wijziging in de gezinssituatie wilden ouders/verzorgers de kinderopvangtoeslag met terugwerkende kracht tot 1 januari 2009 uitgekeerd krijgen op naam van de moeder. Hiertoe hebben ouders/verzorgers een verzoek ingediend bij de Belastingdienst op 24 januari 2009. In april 2009 bleek dat de Belastingdienst de in 2009 reeds op naam van de vader aan organisatie uitgekeerde kinderopvangtoeslag eerst terug wilde ontvangen voordat zij de toeslag op naam van de moeder zal uitkeren. De Belastingdienst heeft de vader hiervoor aangeschreven.
Ouders/verzorgers hebben in hun brief, d.d. 20 april 2009, aan organisatie gevraagd de tot dan over 2009 uitgekeerde kinderopvangtoeslag aan de vader over te maken zodat deze het bedrag zou kunnen terugstorten op rekening van de Belastingdienst. Organisatie zou dan vervolgens de toeslag via de Belastingdienst, maar nu op naam van de moeder, terug ontvangen. Organisatie heeft in haar brief van 25 april 2009 aan ouders/verzorgers laten weten dat zij, vanwege hun betalingsachterstand, de over 2009 reeds ontvangen kinderopvangtoeslag niet zal terugstorten. Organisatie stelde in de brief verder dat zij de kinderopvangovereenkomst zal ontbinden met in achtneming van twee maanden opzegtermijn indien een (in de periode vanaf september 2008 ontstane) betalingsachterstand niet voor 1 mei 2009 zou worden ingelopen. Ouder/verzorger heeft hierover op 28 april 2009 de onder 1 geformuleerde klacht bij de Klachtencommissie ingediend. Procedure In verband met de dreigende ontbinding van het contract waardoor de continuïteit van de opvang van de kinderen in het geding was heeft de Klachtencommissie, met instemming van beide partijen, de klacht behandeld in een versnelde procedure. Dit houdt in dat de organisatie om verweer op de klacht is gevraagd, maar dat partijen hebben moeten afzien van de mogelijkheid van repliek en dupliek. De Klachtencommissie heeft de klacht behandeld in haar zitting van 28 mei 2009, waarvoor partijen zijn uitgenodigd om hun standpunt nader toe te lichten Ten aanzien van de klacht Standpunt ouders/verzorgers Ouders/verzorgers stellen zich op het standpunt dat organisatie ten onrechte te veel kinderopvangtoeslag ontvangt als zij zowel op naam van de vader als op naam van de moeder over dezelfde periode, de eerste maanden van 2009, deze toeslag ontvangt. Ouders/verzorgers hebben de toeslag nooit zelf in handen gehad en zijn afhankelijk van de bereidheid van organisatie om mee te werken. Alleen dan kunnen zij aan de eis van de Belastingdienst voldoen dat eerst het reeds op naam van de vader uitgekeerde bedrag terug wordt gestort; pas daarna zal de dienst tot uitkering van de toeslag op naam van de moeder overgaan. Ouders/verzorgers erkennen dat er met betrekking tot de aanvraag meerdere keren iets is misgegaan en dat dit vervelend is voor organisatie. Verder stellen ouders/verzorgers dat de betalingsachterstand die is ontstaan mede het gevolg is van de verwerkingstijd van minimaal 8 weken voordat wijzigingen door de Belastingdienst zijn doorgevoerd. Ouders/verzorgers zijn echter van mening dat organisatie uiteindelijk de volledige vordering betaald zal krijgen en willen de kinderopvangovereenkomst graag in stand houden.
Standpunt organisatie Organisatie stelt zich op het standpunt dat de kosten voor de kinderopvang die zij heeft verleend niet zijn voldaan zoals overeengekomen in de kinderopvangovereenkomst. Voor de opvang die zij in 2008 heeft geleverd had organisatie op 1 januari 2009 noch kinderopvangtoeslag, noch ouderbijdrage ontvangen. Ouders/verzorgers hebben zich niet aan de betalingsregeling gehouden die organisatie met de vader heeft getroffen op 20 januari 2009. Ouders/verzorgers hebben de aanvraag kinderopvangtoeslag onjuist ingevuld waardoor de kinderopvangtoeslag die in 2009 werd overgemaakt bij lange na niet voldoende was. Organisatie is verder van mening dat zij reeds veel coulance heeft betracht. Bij aanvang van de overeenkomst is organisatie akkoord gegaan met een eerste betaling, twee maanden nadat de opvang was gestart. Verder heeft organisatie veel tijd geïnvesteerd om ouders/verzorgers te helpen bij de afwikkeling van de problemen die zij hadden met een ander kindercentrum en bij de aanvraag van de kinderopvangtoeslag. Organisatie is verder van mening dat zij, als beginnende onderneming, niet in staat is het door ouders/verzorgers gevraagde bedrag te onttrekken aan haar bedrijf. Bevindingen en oordeel van de klachtencommissie De Klachtencommissie heeft onderzoek gedaan naar de wijze waarop partijen hun verplichtingen die voortvloeien uit de kinderopvangovereenkomst zijn nagekomen tot op het moment dat ouders/verzorgers het verzoek in hun brief van 20 april 2009 aan organisatie hebben gericht. Verder heeft de commissie zich een oordeel gevormd over de reactie van organisatie op de vraag van ouders/verzorgers om de kinderopvangtoeslag die is uitgekeerd op naam van de vader terug te storten. Op de kinderopvangovereenkomsten die partijen in september 2008 aangingen zijn de leveringsvoorwaarden van organisatie van toepassing. Artikel 1, lid 3 van de leveringsvoorwaarden bepaalt dat de kosten kinderopvang vooraf dienen te worden betaald. Artikel 1, lid 7 zegt dat kinderopvangtoeslag op het rekeningnummer van organisatie dient te worden overgemaakt. Verder zegt dit artikel dat organisatie niet verantwoordelijk is voor de opgave en het invullen van de kinderopvangtoeslag. De Klachtencommissie is van oordeel dat ouders/verzorgers en organisatie verplichtingen naar elkaar zijn aangegaan. Organisatie heeft zich verplicht de afgesproken diensten te leveren onder de afgesproken voorwaarden; ouders/verzorgers hebben zich verplicht zorg te dragen dat de kosten kinderopvang tijdig worden voldaan. De Belastingdienst is, naar het oordeel van de commissie, in de relatie tussen de contractpartijen geen partij, ook al maakt zij de kinderopvangvergoeding uit naam van ouders/verzorgers rechtstreeks over naar organisatie. De verantwoordelijkheid voor de betaling van de volledige kosten kinderopvang berust bij ouders/verzorgers. De Klachtencommissie zal in
onderstaande de ouderbijdrage en de belastingtoeslag wel onderscheiden maar in haar evaluatie van de door partijen overgelegde financiële argumentatie steeds uitgaan van de som van deze componenten. Hoewel ouders/verzorgers en organisatie verschillende financiële opstellingen aan de Klachtencommissie hebben overgelegd waaruit zij verschillende conclusies trekken, heeft de commissie kunnen vaststellen dat beide partijen uitgaan van dezelfde cijfers. Op basis van deze cijfers, waarover tussen partijen geen verschil van mening bestaat, heeft de Klachtencommissie het volgende overzicht opgesteld. Bij het aangaan van de overeenkomst zijn partijen overeengekomen dat ouders/verzorgers, in afwijking van de leveringsvoorwaarden, de facturen voor de opvang over de maanden september, oktober en november 2008 uiterlijk op 19 november 2008 zouden voldoen. Dit is door organisatie gesteld in haar verweer en door ouders/verzorgers ter zitting niet weersproken. De Klachtencommissie heeft kunnen vaststellen dat ouders/verzorgers op 1 januari 2009 een aanzienlijke betalingsachterstand hadden opgelopen. Voor de opvang die door organisatie in 2008 is geleverd was op dat moment nog geen ouderbijdrage betaald en had organisatie geen belastingtoeslag op haar rekening ontvangen. In januari 2009 is namens ouders/verzorgers een bedrag op de rekening van organisatie gestort. Hiermee was de betalingsachterstand over het jaar 2008 weggewerkt. Ouders/verzorgers hebben organisatie in hun brief, d.d. 25 april 2009, gevraagd de kinderopvangtoeslag die tot dan toe voor de opvang in 2009 was betaald op rekening van de vader over te maken. Op het moment dat ouders/verzorgers dit verzoek deden hadden zij, conform de leveringsvoorwaarden, de facturen over de maanden januari tot en met mei 2009 betaald moeten hebben. Het betreft een totaalbedrag van € 12.127,40. Ouders/verzorgers hadden tot 25 april 2009 voor de opvang over de genoemde maanden € 5.246,37 betaald. De achterstand bedroeg op het moment dat ouders/verzorgers het verzoek aan organisatie deden € 6.881,03 (€ 12.127,40 minus 5.246,37). Ter zitting is gebleken dat organisatie de opvang in december 2008 tijdelijk heeft opgeschort in verband met de op dat moment opgelopen betalingsachterstand van ouders/verzorgers. De Klachtencommissie stelt vast dat ouders/verzorgers tegen deze opschorting geen bezwaar hebben aangetekend. De Klachtencommissie komt tot de conclusie dat ouders/verzorgers de verplichtingen die voortvloeien uit de kinderopvangovereenkomsten ten aanzien van de betaling niet zijn nagekomen. Ouders/verzorgers hebben weliswaar in januari 2009 zorg gedragen voor de volledige betaling van de kosten kinderopvang over 2008, zij hebben zich daarmee echter niet gehouden aan de bepaling uit de overeenkomst dat de kosten voorafgaande aan de maand waarin de kinderopvang
plaats vindt moeten worden voldaan. Eind april 2009 was er opnieuw een betalingsachterstand ontstaan. De Klachtencommissie heeft er kennis van genomen dat ouders/verzorgers het volgende naar voren hebben gebracht om aannemelijk te maken dat zij zich niet aan de betreffende bepalingen in de overeenkomst hebben kunnen houden: - de Belastingdienst heeft een verwerkingstijd van minimaal twee maanden; - ouders/verzorgers hebben de aanvraag voor de kinderopvangtoeslag 2009 niet correct ingevuld waardoor niet voor alle geleverde opvanguren toeslag is toegekend; - de voormalig werkgever van de vader ging failliet waardoor ouders/verzorgers inkomen hebben misgelopen; - door de wijziging in de gezinssituatie was het noodzakelijk om de belastingtoeslag via de moeder te laten lopen; hierdoor moest opnieuw een wijziging worden verwerkt door de Belastingdienst. De Klachtencommissie heeft er begrip voor dat de samenloop van omstandigheden het voor ouders/verzorgers problematisch heeft gemaakt aan hun verplichtingen te voldoen. De commissie heeft er tevens met instemming kennis van genomen dat ouders/verzorgers steeds met organisatie hebben overlegd over de situatie. De commissie is echter van oordeel dat dit alles ouders/verzorgers niet ontslaat van de verplichtingen die zij jegens organisatie zijn aangegaan. De Klachtencommissie heeft er tevens kennis van genomen dat organisatie ouders/verzorgers tegemoet is gekomen door: - bij aanvang van de kinderopvang uitgestelde betaling tot 19 november 2008 te aanvaarden; - middels overleg en bemiddeling bij te dragen aan een oplossing van het probleem dat ouders/verzorgers hadden met het vorige kindercentrum over de opzegtermijn waaraan zij werden gehouden; - met ouders/verzorgers eind januari 2009 een betalingsregeling aan te gaan voor de achterstallige ouderbijdrage; - ouders/verzorgers in januari 2009 te helpen bij het correct aanvragen van kinderopvangtoeslag voor het werkelijke aantal opvanguren dat wordt afgenomen. De Klachtencommissie is van oordeel dat organisatie met deze acties blijk heeft gegeven dat zij daadwerkelijk bereid is geweest om ouders/verzorgers te helpen
om oplossingen te vinden voor de situatie en een uitermate coulante opstelling naar ouders heeft gehad. De Klachtencommissie heeft zich de vraag gesteld of in de onderhavige situatie naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid van organisatie verwacht mag worden dat zij het door ouders/verzorgers gevraagde bedrag overmaakt naar de vader. Voor de beantwoording van deze vraag heeft de commissie het volgende overwogen: - ten tijde van het verzoek van ouders/verzorgers was er een betalingsachterstand van € 6.881,03; ouders/verzorgers vragen van organisatie dat zij nagenoeg het volledige bedrag (€ 5.206) dat zij hebben aanbetaald voor de genoten kinderopvang vanaf januari 2009 terugstort; hierdoor ontstaat de situatie dat organisatie ouders/verzorgers tijdelijk een bedrag van in totaal ruim € 12.000 (de betalingsachterstand van € 6.881 plus de reeds betaalde som van € 5.206) zou voorschieten; - organisatie exploiteert een relatief kleinschalige startende onderneming in de kinderopvangbranche; organisatie heeft in haar verweer en ter zitting voor de klachtencommissie aannemelijk gemaakt dat zij om bedrijfseconomische redenen niet in staat is om het door ouders/verzorgers gevraagde bedrag aan haar onderneming te onttrekken. De klachtencommissie komt tot de conclusie dat, mede in aanmerking genomen de in de vorige alinea’s weergegeven feiten en omstandigheden, op basis van de hierboven genoemde overwegingen in redelijkheid niet van organisatie geëist mag worden dat zij op de claim van ouders/verzorgers ingaat. Uitspraak De klachtencommissie acht de onder 1 genoemde klacht ongegrond op basis van de hierboven onder 4 geformuleerde bevindingen en oordelen. Overweging ten overvloede De klachtencommissie heeft er kennis van genomen dat de Belastingdienst namens ouders/verzorgers op 20 mei 2009 de kinderopvangtoeslag over de periode januari tot en met juni 2009 op naam van de moeder aan organisatie heeft overgemaakt. Organisatie heeft per omgaande het daardoor ontstane tegoed aan ouders/verzorgers aan de vader doen toekomen, waarmee aan de eis van ouders/verzorgers tot terugbetaling van de “te veel” ontvangen kinderopvangtoeslag is voldaan. Ter zitting is gebleken dat organisatie heeft besloten om de overeenkomsten met ouders/verzorgers per 1 juli 2009 te ontbinden. De commissie heeft aan partijen laten weten dat zij niet kan treden in de hierdoor ontstane situatie. Het is aan partijen om, indien zij dat wensen, met