Verzekeringsvoorwaarden Individueel Pensioen
z a
Verzekeringsvoorwaarden Individueel Pensioen
Artikel 1 I Inhoudsopgave
Artikel 2 I Verzekeringsvoorwaarden genoemd op de polis
Dit is de volledige set voorwaarden. Niet alle voorwaarden zijn van toepassing op de verzekering. Afhankelijk van hetgeen is verzekerd, zijn bepaalde voorwaarden van toepassing. De set voorwaarden bestaat uit: a de algemene voorwaarden Individueel Pensioen, blz. 3 tot en met blz. 7. Deze voorwaarden zijn van toepassing, tenzij in een ander hoofdstuk daarvan wordt afgeweken; b de voorwaarden voor de verzekering van pensioen, blz. 10 tot en met blz. 12. Deze voorwaarden zijn van toepassing als de verzekering is gesloten in verband met een pensioenregeling uit hoofde van een arbeidsovereenkomst. Op de polis staat dat van toepassing is de: - Pensioenwet of - Pensioen- en spaarfondsenwet. Indien u directeur-grootaandeelhouder bent in de zin van de Pensioenwet dan is genoemde wetgeving alleen van toepassing als daar op de polis naar wordt verwezen; c de voorwaarden voor de verzekering van vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid. Deze voorwaarden zijn alleen van toepassing als op de polis staat dat vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid is meeverzekerd. Er is onderscheid tussen de voorwaarden voor de: a verzekerde met een UWV-beschikking, blz. 16 tot en met blz. 19; b verzekerde zonder een UWV-beschikking, blz. 20 tot en met blz. 22; d de voorwaarden contante rentekorting en overrentedeling. Deze voorwaarden zijn van toepassing als er sprake is van winstdeling. Op de polis staat dan een van de volgende regelingen vermeld: - Regeling A, blz. 23 en 24; - Regeling B, blz. 25; - Regeling C, blz. 26; - Regeling D, blz. 27; e de voorwaarden voor de verzekering van dotaties bij arbeidsongeschiktheid, blz. 28. Deze voorwaarden zijn van toepassing als op de polis staat dat een dotatieverzekering is (mee)verzekerd; f de voorwaarden voor de verzekering van een ongevallenkapitaal (DUBO), blz 29 en 30. Deze voorwaarden zijn van toepassing als op de polis staat dat een ongevallenkapitaal is meeverzekerd.
1
Op de polis die de verzekeringnemer voor de afgifte van deze voorwaarden heeft ontvangen, kunnen de volgende voorwaarden voorkomen: a Algemene voorwaarden risicoverzekeringen: 861, 862, 863, 864, 865 en 866; b Algemene voorwaarden voor verzekeringen met een spaarelement: 86.20, 86.21, 86.22, 86.23, 86.24, 86.25, 86.26, 87.60, 93.60; c Prijs Prestatie Pensioen: B 860, C 860, B 8630, C 8630, B 9201, C9201, B 9202, C 9202; d Flexibel Directie Pensioen: 011, 011R, 011S; e Flexibel Stafpensioen 021; f Stafpensioen B 8631, C 8631, B 9201, C9201, B 9202, C 9202; g Dotatieverzekering 011D; h Voorwaarden van arbeidsongeschiktheidsverzekering Dotatieverzekering; i DUBO Ongevallenkapitaal; j Voorwaarden Ondernemers Beschermings Plan; k Voorwaarden Inkomsten Beschermings Plan.
2
De in lid 1 genoemde aanduidingen zijn per 1 januari 2009 vervangen door de set voorwaarden, opgenomen in artikel 1.
Achmea Pensioen– en Levensverzekeringen N.V. K.v.K. 08077009, geregistreerd bij de Autoriteit Financiële Markten
-2-
Algemene voorwaarden Individueel Pensioen
Artikel 2 | Grondslag
Deze voorwaarden zijn van toepassing, tenzij in een ander hoofdstuk daarvan wordt afgeweken.
1
De door de verzekeringnemer en de verzekerde aan de verzekeraar verstrekte inlichtingen en gedane verklaringen, waaronder begrepen het aanvraagformulier en de medische waarborgen, vormen de grondslag van de verzekering. Als de verstrekte informatie geheel of gedeeltelijk onjuist is of wanneer gegevens niet zijn gemeld aan de verzekeraar, heeft de verzekeraar, met inachtneming van de van toepassing zijnde wettelijke bepalingen, het recht de verzekering op te zeggen. De verzekeraar kan echter de verzekering in gewijzigde vorm laten voortbestaan, nadat hij deze heeft aangepast aan de juiste gegevens.
2
De verzekeraar verstrekt een polis aan de verzekeringnemer dan wel aan de verzekerde.
Artikel 1 | Begripsbepalingen In deze voorwaarden wordt verstaan onder: a begunstigde: degene, die recht heeft op de uitkering; b belening: het verstrekken van een geldlening door de verzekeraar, waarbij de verzekering als zekerheid dient; c fraude: bewust onjuiste of bewust onvolledige informatie verstrekken met de bedoeling een verzekeringsuitkering of verzekeringsdekking te verkrijgen of te behouden of onder gunstiger condities te verkrijgen of te behouden; d geregistreerde partner: degene met wie de verzekeringnemer dan wel de verzekerde een geregistreerd partnerschap, als bedoeld in het Burgerlijk Wetboek, is aangegaan; e koopsom eenmalige betaling voor de financiering van de verzekering; f polis: bewijs van verzekering; g premie: meerdere betalingen voor de financiering van de verzekering; h premievervaldag: de eerste dag, volgend op de periode waarover de premie voor het laatst verschuldigd was; i premievrijmaking: het administratief vastleggen van de situatie dat er geen premie meer wordt betaald; j risicopremie: de premie die is verschuldigd voor het verzekeren van overlijdensrisico en/of het verzekeren van vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid eventueel in combinatie met een dotatieverzekering; k verpanding: het aan derden in pand geven van de rechten uit de verzekering, tot zekerheid van de terugbetaling van een geldsom; l verzekeraar: Achmea Pensioen- en Levensverzekeringen N.V.; m verzekerde: degene op wiens leven de verzekering is gesloten; n verzekering: Individueel Pensioen; o verzekeringnemer: degene, die de verzekering heeft gesloten dan wel diens rechtsopvolger; p verzekeringsvoorwaarden: de algemene voorwaarden en de overige voorwaarden die onderdeel uitmaken van de verzekering.
Artikel 3 | Medische waarborgen 1
De verzekeraar kan medische waarborgen verlangen ter beoordeling van het risico. Deze medische waarborgen worden gevraagd in de vorm van een eigen verklaring inzake de gezondheidstoestand van de verzekerde dan wel in de vorm van een (aanvullend) geneeskundig onderzoek. Een geneeskundig onderzoek wordt ingesteld door een door de verzekeraar aangewezen geneeskundige, voor rekening van de verzekeraar.
2
Op grond van de verklaring van de verzekerde of de uitslag van het geneeskundig onderzoek kan de verzekeraar voor de aanvaarding van de verzekering nadere voorwaarden stellen of de verzekering niet accepteren.
Artikel 4 | Dekking 1
Als de verzekering een uitkering bij overlijden of vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid eventueel in combinatie met een dotatieverzekering omvat, geldt de dekking vanaf de ingangsdatum die met de verzekeraar is overeengekomen, over de gehele wereld.
2
De mogelijkheid tot dekking van een overlijdensrisico is beperkt tot een door de verzekeraar jaarlijks vast te stellen bedrag.
3
Alle bedragen op de polis zijn in euro’s, tenzij op de polis uitdrukkelijk een andere valuta is vermeld.
Artikel 5 | Wijzigingen en/of aanvullingen Wijzigingen van en/of aanvullingen op de verzekering zijn alleen mogelijk als de verzekeraar de wijziging en/of aanvulling heeft geaccepteerd en de acceptatie daarvan uit de polis blijkt.
Artikel 6 | Verzekeringsvoorwaarden en tarieven
De begrippen, als genoemd in dit artikel, zijn van overeenkomstige toepassing op de overige voorwaarden, tenzij uitdrukkelijk anders is bepaald.
-3-
1
De verzekeraar stelt de verzekeringsvoorwaarden en de tarieven, volgens welke de koopsom en de premie wordt berekend, vast.
2
De verzekeraar behoudt zich het recht voor om wijzigingen
b de voorwaarden voor de verzekering van pensioen niet van toepassing zijn en c de premievrije waarde € 5.000,- of meer bedraagt.
aan te brengen in de verzekeringsvoorwaarden en tarieven. De gewijzigde verzekeringsvoorwaarden en/of tarieven treden in werking vanaf een door de verzekeraar te bepalen datum. De verzekeringnemer wordt door de verzekeraar schriftelijk op de hoogte gesteld van de wijziging van de verzekeringsvoorwaarden en/of tarieven. 3
4
Indien de verzekeringsvoorwaarden en/of tarieven ten nadele van de verzekeringnemer of de begunstigde gewijzigd worden, is de verzekeringnemer gerechtigd de verzekering schriftelijk op te zeggen tegen de dag waarop de wijziging ingaat, en gedurende één maand nadat de wijziging de verzekeringnemer is meegedeeld. Elke wijziging van de verzekeringsvoorwaarden en/of tarieven is mede van toepassing op de ten tijde van het van kracht worden van die wijziging reeds lopende verzekeringen. Het deel van de verzekering waarvoor de koopsom en/of de premie reeds is betaald vóór de aanpassing van het tarief blijft ongewijzigd.
2
Als de premie niet op de premievervaldag is voldaan, zal de verzekeraar tot premievrijmaking overgaan, met inachtneming van de van toepassing zijnde wet- en regelgeving. De verzekeringnemer zal hiervan schriftelijk in kennis worden gesteld.
3
De premievrije waarde wordt vastgesteld volgens de actuariële methoden van de verzekeraar en de grondslagen waarop de verzekeraar de tarieven heeft gebaseerd.
Artikel 9 | Begunstiging 1
De verzekeringnemer heeft het recht de begunstigde aan te wijzen en de begunstiging te wijzigen. De verzekeringnemer dient deze aanwijzing/wijziging schriftelijk aan de verzekeraar mede te delen. De verzekeraar heeft het recht om de aanwijzing/wijziging af te wijzen indien deze de nakoming van de uitkeringsverplichtingen onredelijk bemoeilijken. Een dergelijke afwijzing dient plaats te vinden binnen 1 maand na ontvangst van de schriftelijke mededeling tot aanwijzing/ wijziging door de verzekeringnemer.
2
Wijziging van de begunstigde is niet mogelijk: a bij een opeisbaar geworden bedrag; b als de begunstiging is aanvaard.
3
Zodra een begunstigde zijn aanwijzing als begunstigde met schriftelijke toestemming van de verzekeringnemer aanvaardt, wordt hiervan aantekening gedaan op de polis.
4
De uitkering van het verzekerde bedrag wordt aan de begunstigden gedaan in de hierna aangegeven volgorde, tenzij op de polis anders is vermeld: 1 de verzekeringnemer; 2 de echtgenoot van de verzekeringnemer of de geregistreerde partner; 3 de partner met wie de verzekeringnemer ten tijde van het overlijden, duurzaam een gezamenlijke huishouding voert; 4 de op het tijdstip van opeisbaarheid van de uitkering in leven zijnde kinderen van de verzekeringnemer, ieder voor een gelijk deel. Onder kind wordt verstaan het eigen kind van de verzekeringnemer, zijnde het kind tot wie de verzekeringnemer als ouder in familierechtelijke betrekking stond, ten tijde van zijn overlijden. Voorts wordt onder kind verstaan het stiefkind dat door de verzekeringnemer ten tijde van zijn overlijden als een eigen kind werd onderhouden en opgevoed; 5 de erfgenamen van de verzekeringnemer die wettig tot de nalatenschap zijn geroepen, ieder in de verhouding tot zijn aandeel in de nalatenschap, ook als hij de nalatenschap tenslotte niet zou aanvaarden.
5
Indien de aanvankelijk aangewezen begunstigde op het tijdstip van opeisbaarheid van de uitkering is overleden of ontbreekt, zal de onmiddellijk opvolgende begunstigde hiervoor in
Artikel 7 | Premie- of koopsombetaling 1
Met de verzekeringnemer wordt een premie overeengekomen. De premie of koopsom is bij vooruitbetaling verschuldigd op de overeengekomen data.
2
De premie of koopsom dient op een door de verzekeraar opgegeven giro- of bankrekening te worden gestort onder vermelding van het kenmerk en/of polisnummer, opgegeven door de verzekeraar. Indien de premie of koopsom op een andere rekening en/of zonder vermelding van het door de verzekeraar opgegeven kenmerk en/of polisnummer wordt gestort, wordt geacht de premie of koopsom te zijn ontvangen per de datum dat het voor de verzekeraar duidelijk is dat de premie of koopsom is bedoeld voor de verzekering met het door de verzekeraar aan de verzekeringnemer opgegeven kenmerk en/of polisnummer.
3
Bij overlijden van de verzekerde is de premie verschuldigd tot de premievervaldag, die volgt op dat overlijden.
4
Automatische incasso kan worden overeengekomen door middel van een machtiging van de verzekeringnemer. De verzekeringnemer dient ervoor te zorgen dat de verschuldigde premie of koopsom uitsluitend van een Nederlandse bank- of girorekening kan worden afgeschreven. Indien de premie of koopsom niet van een Nederlandse bank- of girorekening kan worden afgeschreven, wordt geacht dat de verschuldigde premie of koopsom niet is voldaan.
Artikel 8 | Beëindiging premiebetaling 1
Het beëindigen van de premiebetaling door de verzekeringnemer heeft premievrijmaking tot gevolg, tenzij er alleen sprake is van een dekking van overlijdensrisico. De verzekering met alleen overlijdensrisico wordt premievrij voortgezet als: a een natuurlijk persoon verzekeringnemer is en -4-
aanmerking komen. 6
3
Indien door de tot uitkering gerechtigde een verplichting als bedoeld in de leden 1 of 2 niet is nagekomen, kan de verzekeraar de uitkering verminderen met de schade die hij daardoor lijdt.
4
De verzekeraar kan het vervallen van het recht op uitkering wegens niet-nakoming van een verplichting als bedoeld in de leden 1 en 2 slechts bedingen voor het geval hij daardoor in een redelijk belang is geschaad.
5
Het recht op uitkering vervalt indien de verzekeringnemer of de tot uitkering gerechtigde een verplichting als bedoeld in de leden 1 en 2 niet is nagekomen met het opzet de verzekeraar te misleiden, behoudens voor zover deze misleiding het verval van het recht op uitkering niet rechtvaardigt.
6
De verzekeraar zal elk door hem verschuldigd verzekerd bedrag uitkeren, indien en voor zover hij de rechtmatigheid van de vordering uit de daartoe door hem verlangde stukken heeft geconstateerd.
7
De uitkering geschiedt onder verrekening van nog verschuldigde premies en/of koopsommen, geleende bedragen, verschuldigde rente en eventuele kosten.
8
De verzekeraar vergoedt geen rente over door hem verschuldigde bedragen, waarvan de betaling is vertraagd als gevolg van het niet ontvangen van de benodigde stukken dan wel ten gevolge van overmacht.
Indien meer personen voor dezelfde uitkering als begunstigde zijn aangewezen, kunnen zij hun rechten slechts gezamenlijk handelend uitoefenen.
Artikel 10 | Uitoefening van de rechten van de verzekeringnemer 1
2
Indien meer personen voor dezelfde verzekering als verzekeringnemer optreden, kunnen zij hun rechten slechts gezamenlijk handelend uitoefenen. Indien er sprake is van echtscheiding, scheiding van tafel en bed of ontbinding van een geregistreerd partnerschap anders dan door omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, dient de verzekeringnemer de verzekeraar op de hoogte te stellen van de afspraken die in het kader van de boedelscheiding ten aanzien van het verzekeringnemerschap zijn gemaakt. Indien en zolang de verzekeraar niet van de feitelijke situatie op de hoogte is gesteld, terwijl de verzekeraar wèl op de hoogte is van de (echt)scheiding of de ontbinding van het geregistreerd partnerschap, kunnen partijen hun rechten uitsluitend gezamenlijk handelend uitoefenen. Het laatst gestelde is niet van toepassing voor verzekeringen waarop de voorwaarden voor de verzekering van pensioen van toepassing zijn. De verzekeringnemer stelt de verzekeraar op de hoogte door middel van een kopie van een gedagtekend exemplaar van het echtscheidingsconvenant of een door partijen ondertekende onderhandse akte.
Artikel 13 | Klachten en geschillen 3
De verzekeringnemer is bevoegd de rechten en verplichtingen die uit de verzekering voortvloeien aan een derde over te dragen.
Klachten en geschillen welke mochten ontstaan naar aanleiding van overeenkomsten waarop de verzekeringsvoorwaarden van toepassing zijn, kunnen worden voorgelegd aan de directie van de verzekeraar, Antwoordnummer 1331, 7300 VB Apeldoorn. Wanneer het oordeel van de directie voor de klager niet bevredigend is, kan deze zich, binnen een termijn van 3 maanden nadat de verzekeraar zijn standpunt terzake aan de klager kenbaar heeft gemaakt, wenden tot de Stichting Klachteninstituut Financiële Dienstverlening, Postbus 93257, 2509 AG Den Haag, www.kifid.nl. De klager die niet in aanmerking komt voor bemiddeling door Stichting Klachteninstituut Financiële Dienstverlening, die er geen gebruik van wil maken, of die vindt dat de behandeling of de uitkomst hiervan niet bevredigend voor hem is kan het geschil voorleggen aan de bevoegde rechter, mits er geen sprake is van een uitspraak in de vorm van een voor de klager bindend advies.
Artikel 11 | Premievrijmaking maken en afkoop 1
Premievrijmaking kan, indien de verzekering verpand is, uitsluitend met toestemming van de pandhouder.
2
Afkoop van de verzekering, waaronder mede wordt verstaan afkoop gevolgd door waardeoverdracht naar een andere verzekeraar, is niet mogelijk.
Artikel 12 | Uitkering 1
2
Zodra de einddatum van de verzekering is bereikt én in geval van overlijden van de verzekerde, is de verzekerde respectievelijk de tot de uitkering bij overlijden van de verzekerde gerechtigde, verplicht, indien hij daarvan op de hoogte is of behoort te zijn, dit zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is, aan de verzekeraar te melden.
Artikel 14 | Registratie persoonsgegevens Bij de aanvraag van een verzekering of financiële dienst vraagt de verzekeraar om persoonsgegevens. Deze gegevens gebruikt de verzekeraar binnen de Achmea Groep voor het accepteren van de aanvraag, het uitvoeren van een verzekeringsovereenkomst of financiële dienst, relatiebeheer en ten behoeve van fraudepreventie. Ook kan de verzekeraar deze gegevens gebruiken om de betrokkenen te informeren over relevante producten en diensten. Als er geen prijs wordt gesteld op informatie over producten of
De verzekeringnemer en de tot uitkering gerechtigde zijn verplicht binnen redelijke termijn de verzekeraar alle inlichtingen en bescheiden te verschaffen welke voor deze van belang zijn om zijn uitkeringsplicht te beoordelen. -5-
in geen geval meer bedragen dan de verzekerde waarde. De eerste volzin is niet van toepassing indien de verzekerde overlijdt ten gevolge van zelfmoord of als gevolg van een poging daartoe op het moment dat meer dan 2 jaren zijn verlopen na aanvang van de verzekering. Indien sprake is van overlijden door opzet of grove schuld van de begunstigde, geschiedt de uitkering van de in de eerste volzin genoemde waarde aan de opvolgende begunstigde.
diensten, kan dit schriftelijk worden gemeld bij de verzekeraar.
Artikel 15 | Verhoogd risico 1
2
3
4
5
De verzekerde, op wiens leven een verzekering is gesloten en die zich aan meer dan gewoon levensgevaar zal blootstellen, is verplicht daarvan kennis te geven aan de verzekeraar. De verzekeraar beslist of het daaruit voortvloeiende hogere risico verzekerd kan worden en tevens of in verband daarmede voor de verzekering een hogere premie is verschuldigd. Onder ‘meer dan gewoon levensgevaar’ wordt verstaan: a het zich bevinden in vreemde krijgsdienst; b deelname van de verzekerde aan oorlogshandelingen waarop artikel 17 niet van toepassing is; c het door de verzekerde met een luchtvaartuig aan het luchtverkeer deelnemen in de functie van invlieger of proefvlieger voor een met de luchtvaart verband houdende onderneming.
Artikel 16 | Terrorismerisico
Indien het overlijden van de verzekerde is veroorzaakt door een geval van meer dan gewoon levensgevaar, terwijl van het meer dan gewoon levensgevaar niet tijdig kennis is gegeven aan de verzekeraar en ter zake van het hogere risico geen voorziening is getroffen, komt ter uitkering slechts beschikbaar de waarde van alle op het leven van betrokken verzekerde gesloten verzekeringen, berekend op de dag voorafgaande aan de dag van het overlijden. Deze waarde zal in geen geval meer bedragen dan de verzekerde waarde.
1
Als een recht op uitkering ontstaat als gevolg van een gebeurtenis die direct of indirect verband houdt met het terrorismerisico, is de uitkeringsplicht van de verzekeraar beperkt zoals omschreven in het bij deze voorwaarden gevoegde Clausuleblad terrorismedekking.
2
Het Clausuleblad terrorismedekking maakt integraal onderdeel uit van deze voorwaarden.
Artikel 17 | Oorlogsrisico en andere buitengewone omstandigheden Indien als gevolg van oorlog, oorlogsgevaar of andere buitengewone omstandigheden één of meer relevante artikelen van de Noodwet Financieel Verkeer in werking zijn getreden, zal ten aanzien van alle dan lopende verzekeringen worden gehandeld overeenkomstig het op grond van die wet door de Minister van Financiën bepaalde.
Indien de verzekerde overlijdt als gevolg van atoomkernreacties en/of radioactiviteit, tenzij toegepast voor medische behandeling van de verzekerde, komt ter uitkering slechts beschikbaar de waarde van alle op het leven van betrokken verzekerde gesloten verzekeringen, berekend op de dag voorafgaande aan de dag van het overlijden. Deze waarde zal in geen geval meer bedragen dan de verzekerde waarde.
Artikel 18 | Fraude Ingeval van fraude heeft de verzekeraar het recht om, zonder dat enige aanmaning of ingebrekestelling vereist is: - de verzekering, door middel van een aangetekende brief te verminderen of te beëindigen; - eventueel al uitgekeerde bedragen en onderzoekskosten terug te vorderen; - de fraude te registreren in het tussen verzekeraars gangbare signaleringssysteem; - aangifte te doen bij de politie.
Indien de verzekerde overlijdt als gevolg van een gewapend conflict, burgeroorlog, opstand, binnenlandse onlusten, oproer of muiterij, komt ter uitkering slechts beschikbaar de waarde van alle op het leven van betrokken verzekerde gesloten verzekeringen, berekend op de dag voorafgaande aan de dag van het overlijden. Deze waarde zal in geen geval meer bedragen dan de verzekerde waarde. Onder voorgenoemde gebeurtenissen worden tevens begrepen de gebeurtenissen terrorisme, sabotage en vordering, indien en voor zover aantoonbaar daarmee samenhangend. Deze vormen van molest, alsmede de definities daarvan vormen een onderdeel van de tekst, die door het Verbond van Verzekeraars in Nederland d.d. 2 november 1981 ter griffie van de Arrondissementsrechtbank te ’s-Gravenhage is gedeponeerd onder nummer 136/1981.
Artikel 19 | Opzeggingsrecht
Indien de verzekerde overlijdt ten gevolge van zelfmoord of als gevolg van een poging daartoe, dan wel door opzet of grove schuld van de begunstigde, komt ter uitkering slechts beschikbaar de waarde van alle op het leven van betrokken verzekerde gesloten verzekeringen, berekend op de dag voorafgaande aan de dag van het overlijden. Deze waarde zal
1
De verzekeringnemer heeft het recht om binnen 30 kalenderdagen na ontvangst van de polis de verzekering kosteloos te annuleren. De reeds afgegeven polis dient dan te worden teruggezonden.
2
Na annulering van de verzekering zal de betaalde koopsom en/ of premie worden teruggestort, onder aftrek van de risicopremie wegens het door de verzekeraar gelopen risico.
Artikel 20 | Beperking rechten van de verzekeringnemer 1
-6-
Indien aanvaarding van de begunstiging conform artikel 9, lid 3 heeft plaatsgevonden, kan de verzekeringnemer zijn rechten slechts uitoefenen met schriftelijke toestemming van die begunstigde.
2
Het in lid 1 gestelde is niet van toepassing als de rechtspositie van degene die de begunstiging heeft aanvaard niet wijzigt of niet wordt beperkt door de uitoefening van de rechten door de verzekeringnemer.
Artikel 21 | Toepasselijk recht Op de verzekering is Nederlands recht van toepassing.
Artikel 22 | Toepasselijke rente Voor vorderingen op de verzekeraar sluit de verzekeraar de wettelijke rente op grond van artikel 6:119a van het Burgerlijk Wetboek, met een beroep op artikel 6:119a, lid 6 van het Burgerlijk Wetboek uit. De verzekeraar past voor de door haar te betalen rente de wettelijke rente op grond van artikel 6:119 van het Burgerlijk Wetboek toe.
Artikel 23 | Belening De verzekering kan niet worden beleend.
Artikel 24 | Voorwaarden op internet 1
De verzekeringsvoorwaarden zijn voor belanghebbenden beschikbaar op de internetsite van Centraal Beheer Achmea.
2
Naast de verzekeringsvoorwaarden zijn op de internetsite beschikbaar: - de Pensioenwet; - de Regelen verzekeringsovereenkomsten Pensioen- en spaarfondsenwet.
3
Op verzoek van belanghebbenden stuurt de verzekeraar kosteloos een papieren versie van de voorwaarden naar belanghebbenden.
Artikel 25 | Onvoorziene gevallen In alle gevallen waarin de voorwaarden niet voorzien, beslist de verzekeraar na overleg met de verzekeringnemer.
Artikel 26 | Inwerkingtreding Deze voorwaarden zijn in werking getreden op 1 januari 2009 en vervangen de voorwaarden zoals genoemd op bladzijde 2, artikel 2, lid 1, die per een eerdere datum zijn afgegeven.
-7-
Clausuleblad terrorismedekking bij de Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden N.V. (NHT) Artikel 1 | Begripsomschrijvingen
b) Overeenkomsten van levensverzekering voor zover gesloten met een verzekeringnemer met gewone verblijfplaats in Nederland, of, indien verzekeringnemer een rechtspersoon is, met de in Nederland gevestigde vestiging van de rechtspersoon waarop de verzekering betrekking heeft. c) Overeenkomsten van natura-uitvaartverzekering voor zover gesloten met een verzekeringnemer met een gewone verblijfplaats in Nederland, of, indien verzekeringnemer een rechtspersoon is, met de in Nederland gevestigde vestiging van de rechtspersoon waarop de verzekering betrekking heeft.
In dit clausuleblad en de daarop berustende bepalingen wordt voor zover niet anders blijkt - verstaan onder: 1.1 Terrorisme: Gewelddadige handelingen en/of gedragingen - begaan buiten het kader van een van de zes in artikel 3:38 van de Wet op het financieel toezicht genoemde vormen van molest - in de vorm van een aanslag of een reeks van in tijd en oogmerk met elkaar samenhangende aanslagen als gevolg waarvan letsel en/of aantasting van de gezondheid, al dan niet de dood tengevolge hebbend, en/of schade aan zaken ontstaat dan wel anderszins economische belangen worden aangetast, waarbij aannemelijk is dat deze aanslag of reeks - al dan niet in enig organisatorisch verband - is beraamd en/of uitgevoerd met het oogmerk om bepaalde politieke en/of religieuze en/of ideologische doelen te verwezenlijken.
1.6 In Nederland toegelaten verzekeraars: Levens-, natura- uitvaart- en schadeverzekeraars die op grond van de Wet op het financieel toezicht bevoegd zijn om in Nederland het verzekeringsbedrijf uit te oefenen.
1.2 Kwaadwillige besmetting: Het - buiten het kader van een van de zes in artikel 3:38 van de Wet op het financieel toezicht genoemde vormen van molest (doen) verspreiden van ziektekiemen en/of stoffen die als gevolg van hun (in)directe fysische, biologische, radioactieve of chemische inwerking letsel en/of aantasting van de gezondheid, al dan niet de dood tengevolge hebbend, bij mensen of dieren kunnen veroorzaken en/of schade aan zaken kunnen toebrengen dan wel anderszins economische belangen kunnen aantasten, waarbij aannemelijk is dat het (doen) verspreiden - al dan niet in enig organisatorisch verband - is beraamd en/of uitgevoerd met het oogmerk om bepaalde politieke en/of religieuze en/of ideologische doelen te verwezenlijken.
Artikel 2 | Begrenzing van de dekking voor het terrorismerisico 2.1 Indien en voor zover, met inachtneming van de in artikel 1.1, 1.2 en 1.3 gegeven omschrijvingen, en binnen de grenzen van de geldende polisvoorwaarden, dekking bestaat voor gevolgen van een gebeurtenis die (direct of indirect) verband houdt met: - terrorisme, kwaadwillige besmetting of preventieve maatregelen, - handelingen of gedragingen ter voorbereiding van terrorisme, kwaadwillige besmetting of preventieve maatregelen, hierna gezamenlijk aan te duiden als ‘het terrorismerisico’, geldt dat de uitkeringsplicht van de verzekeraar terzake van iedere bij haar ingediende aanspraak op schadevergoeding en/ of uitkering, is beperkt tot het bedrag van de uitkering die de verzekeraar terzake van die aanspraak ontvangt onder de herverzekering voor het terrorismerisico bij de NHT, in het geval van een verzekering met vermogensopbouw vermeerderd met het bedrag van de uit hoofde van de betrokken verzekering reeds gerealiseerde vermogensopbouw. Bij levensverzekeringen wordt het bedrag van de gerealiseerde vermogensopbouw gesteld op de krachtens de Wet op het financieel toezicht aan te houden premiereserve ten aanzien van de betrokken verzekering.
1.3 Preventieve maatregelen: Van overheidswege en/of door verzekerden en/of derden getroffen maatregelen om het onmiddellijk dreigend gevaar van terrorisme en/of kwaadwillige besmetting af te wenden of - indien dit gevaar zich heeft verwezenlijkt - de gevolgen daarvan te beperken. 1.4 Nederlandse Herverzekeringmaatschappij voor Terrorismeschaden N.V. (NHT): Een door het Verbond van Verzekeraars opgerichte herverzekeringsmaatschappij, waarbij uitkeringsverplichtingen uit hoofde van verzekeringsovereenkomsten, die voor in Nederland toegelaten verzekeraars direct of indirect kunnen voortvloeien uit de verwezenlijking van de in artikel 1.1, 1.2 en 1.3 omschreven risico’s, in herverzekering kunnen worden ondergebracht.
2.2 De NHT biedt herverzekeringsdekking voor de hiervoor genoemde aanspraken tot maximaal 1 miljard euro per kalenderjaar. Vorengenoemd bedrag kan van jaar tot jaar worden aangepast en geldt voor alle bij de NHT aangesloten verzekeraars tezamen. Van een eventuele aanpassing zal mededeling worden gedaan in drie landelijk verschijnende dagbladen.
1.5 Verzekeringsovereenkomsten: a) Overeenkomsten van schadeverzekering voor zover zij overeenkomstig het bepaalde in artikel 1:1 onder “staat waar het risico is gelegen” van de Wet op het financieel toezicht betrekking hebben op in Nederland gelegen risico’s.
2.3 In afwijking van het in de voorgaande leden van dit artikel bepaalde, geldt voor verzekeringen die betrekking hebben op: - schade aan onroerende zaken en/of de inhoud daarvan; - gevolgschade van schade aan onroerende zaken en/of de inhoud daarvan, dat per verzekeringnemer per verzekerde locatie per jaar -8-
twee jaar nadat de NHT van een bepaalde gebeurtenis of omstandigheid heeft vastgesteld dat deze als een verwezenlijking van het terrorismerisico in de zin van dit Clausuleblad wordt beschouwd.
maximaal 75 miljoen euro onder deze overeenkomst zal worden uitgekeerd, voor alle deelnemende verzekeraars zoals bedoeld in artikel 1 tezamen, ongeacht het aantal afgegeven polissen. Voor de toepassing van dit artikellid wordt onder verzekerde locatie verstaan: alle op het risicoadres aanwezige door verzekeringnemer verzekerde objecten, alsmede alle buiten het risicoadres gelegen door verzekeringnemer verzekerde objecten waarvan het gebruik en/of de bestemming in relatie staat tot de bedrijfsactiviteiten op het risicoadres. Als zodanig zullen in ieder geval worden aangemerkt alle door verzekeringnemer verzekerde objecten die op minder dan 50 meter afstand van elkaar gelegen zijn en waarvan er tenminste een op het risicoadres is gelegen. Voor de toepassing van dit artikellid geldt voor rechtspersonen en vennootschappen die zijn verbonden in een groep, zoals bedoeld in artikel 2:24b van het Burgerlijk Wetboek, dat alle groepsmaatschappijen tezamen worden aangemerkt als een verzekeringnemer, ongeacht door welke tot de groep behorende groepsmaatschappij(en) de polis(sen) is (zijn) afgesloten.
Dit Clausuleblad is gedeponeerd op 10 januari 2007 bij de Rechtbank Amsterdam onder nummer 3/2007 en op 10 januari 2007 onder nummer 27178761 bij de Kamer van Koophandel Amsterdam.
Artikel 3 | Uitkeringsprotocol NHT 3.1 Op de herverzekering van de verzekeraar bij de NHT is van toepassing het Protocol afwikkeling claims (hierna te noemen het Protocol). Op grond van de in dit Protocol vastgestelde bepalingen is de NHT onder meer gerechtigd de uitkering van de schadevergoeding of het verzekerde bedrag uit te stellen tot het moment waarop zij kan bepalen of en in hoeverre zij over voldoende financiële middelen beschikt om alle vorderingen waarvoor zij als herverzekeraar dekking biedt, voor het geheel te voldoen. Voor zover de NHT niet over voldoende financiële middelen blijkt te beschikken, is zij gerechtigd overeenkomstig bedoelde bepalingen een gedeeltelijke uitkering aan de verzekeraar te doen. 3.2 De NHT is, met in achtneming van het gestelde in bepaling 7 van het Protocol afwikkeling claims, bevoegd om te beslissen of een gebeurtenis in verband waarmee aanspraak op uitkering wordt gedaan, als een gevolg van de verwezenlijking van het terrorismerisico moet worden aangemerkt. Een daartoe strekkend en overeenkomstig voornoemde bepaling genomen besluit van de NHT, is bindend jegens verzekeraar, verzekeringnemer, verzekerden en tot uitkering gerechtigden. 3.3 Eerst nadat de NHT aan de verzekeraar heeft medegedeeld welk bedrag, al dan niet bij wijze van voorschot, terzake van een vordering tot uitkering aan haar zal worden uitgekeerd, kan de verzekerde of de tot uitkering gerechtigde op de in artikel 3.1 bedoelde uitkering terzake tegenover de verzekeraar aanspraak maken. 3.4 De herverzekeringsdekking bij de NHT is ingevolge bepaling 17 van het Protocol slechts van kracht voor aanspraken op schadevergoeding en/of uitkering die worden gemeld binnen -9-
Voorwaarden voor de verzekering van pensioen
Artikel 1 | Algemeen
Artikel 3 | Premie- of koopsombetaling
1
1
De premie- of koopsom voor de verzekering wordt via de werkgever aan de verzekeraar betaald.
2
In geval van premievrijmaking van de verzekering, vindt premierestitutie plaats over de periode vanaf de eerste dag volgend op de datum die de werkgever als zodanig aangeeft, tot de eerstvolgende premievervaldag.
3
Als de premie niet op de premievervaldag is voldaan, zal de verzekeraar tot premievrijmaking overgaan, met inachtneming van de van toepassing zijnde wet- en regelgeving. De verzekeringnemer en de verzekerde zullen hiervan schriftelijk in kennis worden gesteld.
Deze voorwaarden zijn van toepassing als op de polis staat: - Pensioenwet of - Pensioen- en spaarfondsenwet. Daarnaast zijn deze voorwaarden van toepassing als het aanspraken betreft, ingevolge een pensioenregeling als bedoeld in de Wet op de loonbelasting 1964 en de Pensioenwet danwel de Pensioen- en spaarfondsenwet staat niet op de polis aangetekend.
2
Daar waar deze voorwaarden afwijken van de algemene voorwaarden, gelden deze voorwaarden.
3
Deze voorwaarden zijn van toepassing in verband met door de werkgever aan de verzekerde toegekende dekking van pensioenen op basis van een pensioenreglement of een pensioenbrief.
Artikel 4 | Medische waarborgen en beperking (dekking) partner- en wezenpensioen 1
Indien de verzekerde geen directeur-grootaandeelhouder in de zin van de Pensioenwet is dan kan de verzekeraar alleen medische waarborgen vragen indien de verzekeringnemer de verzekering wenst aan te passen.
2
De verzekeraar kan bij aanvang van de pensioenregeling het salaris voor de vaststelling van (de kapitalen ter dekking van) het partner- en wezenpensioen bij het overlijden van de verzekerde vóór de pensioendatum beperken.
3
Lid 1 en 2 zijn van toepassing met inachtneming van de Voorwaarden risicoacceptatie en medische waarborgen, welke aan deze voorwaarden zijn toegevoegd.
Artikel 2 | Begripsbepalingen In deze voorwaarden wordt verstaan onder: a jaarsalaris: het tussen de werkgever en verzekerde overeengekomen jaarsalaris, dat voor de verzekering in aanmerking wordt genomen; b pensioengerechtigde kinderen: - de kinderen in de zin van het pensioenreglement of de pensioenbrief; Indien er geen pensioenreglement of een pensioenbrief van toepassing is: - de kinderen tot wie de ouder in familierechtelijke betrekking staat, of diens stiefkind dat als een eigen kind wordt onderhouden en opgevoed; c pensioengerechtigde partner: - de partner in de zin van het pensioenreglement; Indien er geen pensioenreglement of een pensioenbrief van toepassing is: - de echtgenoot van de verzekerde; - de geregistreerde partner van de verzekerde; - degene met wie de verzekerde duurzaam een gezamenlijke huishouding voert en met wie geen bloed- of aanverwantschap in de eerste graad bestaat en die voldoet aan eventueel aanvullende voorwaarden, gesteld door de werkgever; d pensioenreglement of pensioenbrief: de door de verzekeraar opgestelde individuele pensioenregeling; e verzekeringnemer: de werkgever, indien artikel 9 van toepassing is en de pensioenregeling tot stand is gekomen op of na 1 januari 2007 dan wel er sprake is van een pensioenverzekering op 31 december 2006 waarvan de werkgever verzekeringnemer is. Indien het in de vorige volzin gestelde niet van toepassing is, is de verzekerde verzekeringnemer. f werkgever: de natuurlijke of rechtspersoon met wie de verzekerde bij aanvang van de verzekering een arbeidsovereenkomst heeft.
Artikel 5 | Begunstiging 1
Als begunstigden zijn limitatief aangewezen: a voor de uitkering bij in leven zijn: de verzekerde; b voor de uitkering na overlijden: degene, die op het tijdstip van overlijden van de verzekerde diens pensioengerechtigde partner is, respectievelijk de pensioengerechtigde kinderen. Deze laatsten voor dat gedeelte van de uitkering dat bij verzekering daarvan is vastgesteld voor de aankoop van wezenpensioen. Voornoemde begunstiging kan niet worden gewijzigd.
2
Indien en voor zover op de pensioendatum een beschikbaar kapitaal voor pensioenaankoop niet geheel of gedeeltelijk kan worden aangewend voor de aankoop van pensioen als bedoeld in het pensioenreglement of de pensioenbrief, wordt het meerdere uitgekeerd aan de verzekerde met inachtneming van artikel 11.
3
Indien en voor zover een beschikbaar kapitaal voor pensioenaankoop vóór de pensioendatum niet geheel of gedeeltelijk kan worden aangewend voor de aankoop van partner- en/of wezenpensioen als bedoeld in het pensioenreglement of de pensioenbrief, is de werkgever als begunstigde aangewezen. Na beëindiging van de arbeidsovereenkomst met de werkgever treden de erfgenamen van de verzekerde in plaats van de werkgever.
-10-
4
b
Ten aanzien van de begunstiging gelden de volgende aanvullende bepalingen: a na overlijden van de pensioengerechtigde partner, tijdens het dienstverband met de werkgever, dient de dekking van overlijdensrisico te vervallen; b na echtscheiding, beëindiging partnerregistratie anders dan door omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk of beëindiging duurzaam gezamenlijke huishouding tijdens het dienstverband met de werkgever, dient (de dekking van) het partnerpensioen te worden aangepast conform de daarvoor geldende regels. Indien de in dit lid genoemde gebeurtenissen, ingevolge artikel 8, niet aan de verzekeraar gemeld worden, is de werkgever als begunstigde aangewezen.
Artikel 8 | Meldingsvereiste 1
Alle wijzigingen in de verstrekte inlichtingen en gedane verklaringen die van belang zijn voor de grondslag van de verzekering, dienen door de verzekeringnemer aan de verzekeraar te worden gemeld. Van wijziging in de verstrekte inlichtingen en gedane verklaringen is in ieder geval sprake in geval van: a huwelijk en scheiding, ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed; b aangaan en beëindiging van een geregistreerd partnerschap; c aanvang en beëindiging van een duurzaam gezamenlijke huishouding, gevoerd met een persoon met wie geen bloed- of aanverwantschap in de eerste graad bestaat; d overlijden van de pensioengerechtigde partner, tijdens de dienstbetrekking; e uitdiensttreding van de verzekerde. Indien artikel 9 van toepassing is en de arbeidsovereenkomst is beëindigd, treedt de verzekerde in de plaats van de verzekeringnemer.
2
De verzekeraar dient binnen één maand na het plaatsvinden van de wijziging bericht hiervan te ontvangen.
Artikel 6 | Verboden handelingen met de polis 1
De aanspraken uit hoofde van een pensioenregeling kunnen niet door de verzekeringnemer noch door enige begunstigde of anderszins gerechtigde zodanig worden gewijzigd dat niet meer wordt voldaan aan hetgeen bepaald is over een pensioenregeling in Hoofdstuk IIB van de Wet op de loonbelasting 1964.
2
Bovendien kunnen aanspraken uit hoofde van een pensioenregeling niet worden afgekocht, vervreemd of prijsgegeven, formeel of feitelijk voorwerp van zekerheid worden dan wel formeel of feitelijk tot voorwerp van zekerheid worden gemaakt, anders dan ten behoeve van uitstel van betaling op grond van artikel 25, vijfde lid, van de Invorderingswet 1990.
Artikel 9 | De Pensioenwet De Pensioenwet is van toepassing indien op de polis de volgende passage is aangetekend: ‘Deze opgave geldt als bewijs van verzekering ter uitvoering van een pensioenovereenkomst als bedoeld in de Pensioenwet’.
3
Onder afkoop wordt mede verstaan, expiratie gevolgd door waardeoverdracht naar een pensioenuitvoerder niet zijnde een pensioenverzekeraar of een pensioenfonds.
4
In afwijking van het bepaalde in lid 2 is wel mogelijk: a afkoop van een gering pensioen, in de zin van de Pensioenwet dan wel in de zin van de Pensioen- en spaarfondsenwet; b waardeoverdracht als gevolg van wettelijke plicht tot waardeoverdracht van de overdrachtswaarde van aanspraken uit hoofde van een pensioenregeling; c overdracht van pensioenkapitaal op de pensioendatum ten behoeve van aankoop van een periodieke pensioenuitkering zoals de Pensioenwet voorschrijft.
5
individuele waardeoverdracht, als bedoeld in artikel 71 en 76 van de Pensioenwet dan wel artikel 16a van de Regelen verzekeringsovereenkomsten Pensioen- en spaarfondsenwet.
Artikel 10 | De Regelen verzekeringsovereenkomsten Pensioen- en spaarfondsenwet De Regelen verzekeringsovereenkomsten Pensioen- en spaarfondsenwet (de Regelen) zijn van toepassing indien op de polis de volgende passage is aangetekend: ‘Verzekeringsovereenkomst als bedoeld in artikel 2, vierde lid, onder C van de Pensioen- en spaarfondsenwet’.
Artikel 11| Wettelijke inhoudingen De verzekering houdt verband met de uitvoering van een pensioenregeling in de zin van Hoofdstuk IIB van de Wet op de loonbelasting 1964. Wanneer op grond van de verzekering enig bedrag wordt uitgekeerd aan een ander dan de werkgever, zal de verzekeraar dat bedrag verminderen met hetgeen ingevolge wettelijke voorschriften moet worden ingehouden.
Indien de leden 1, 2 en 3 bedoelde handelingen toch plaatsvinden, zijn deze tegenover de verzekeraar nietig en van onwaarde.
Artikel 7 | Instemming van de pensioengerechtigde partner Schriftelijke instemming van de pensioengerechtigde partner is vereist voor: a verlaging van het niveau van de aan de pensioengerechtigde partner toekomende uitkering na overlijden van de verzekerde;
Artikel 12 | Uitkering Artikel 12, lid 5, van de algemene voorwaarden, is niet van toepassing op de verzekering van pensioen.
-11-
Artikel 13 | Reservering uitkering 1
Indien de begunstigden niet binnen een in de offerte van de verzekeraar aangegeven termijn reageren dan wel niet overgaan tot waardeoverdracht naar een andere verzekeraar of pensioenfonds, stelt de verzekeraar de periodieke uitkering van pensioen vast, op basis van het pensioenreglement of de pensioenbrief, het beschikbare kapitaal, de rentestand en de tarieven die dan van toepassing zijn voor de aankoop van een direct ingaand levenslang pensioen op het leven van de pensioengerechtigden ingevolge het pensioenreglement of de pensioenbrief. Indien een pensioenreglement of pensioenbrief ontbreekt dan wordt een levenslang pensioen op het leven van de verzekerde en/of zijn pensioengerechtigde partner aangekocht, met inachtneming van hetgeen bepaald is over een pensioenregeling in Hoofdstuk IIB van de Wet op de loonbelasting 1964.
2
Indien en zolang begunstigden door de verzekeraar niet te traceren zijn, is het bepaalde in lid 1 van overeenkomstige toepassing.
3
De ingevolge lid 1 vastgestelde periodieke pensioenuitkering wordt gereserveerd. Zodra de verzekeraar tot uitkering kan overgaan, wordt het gereserveerde bedrag geheel uitgekeerd aan de begunstigde(n) met toepassing van artikel 11.
Artikel 14 | Inwerkingtreding Deze voorwaarden zijn in werking getreden op 1 januari 2009 en vervangen de voorwaarden zoals genoemd op bladzijde 2, artikel 2, lid 1, die per een eerdere datum zijn afgegeven.
-12-
Voorwaarden risicoacceptatie en medische waarborgen
Artikel 1 | Begripsbepalingen a
b c
d
e
f
medische waarborgen verlangd.
arbeidsongeschikt: de situatie, waarin de werknemer recht heeft op loondoorbetaling wegens ziekte ingevolge de Wulbz of op een uitkering ingevolge de Ziektewet, de WIA of de WAO; Anw: Algemene Nabestaandenwet; dga: directeur-grootaandeelhouder in de zin van de Pensioenwet, zijnde: a een persoonlijk houder van aandelen welke ten minste een tiende deel van het geplaatste kapitaal van de vennootschap van de werkgever vertegenwoordigen; b een indirect persoonlijk houder van aandelen welke ten minste een tiende deel van het geplaatste kapitaal van de vennootschap van de werkgever vertegenwoordigen; of c een houder van certificaten van aandelen, uitgegeven door tussenkomst van een administratiekantoor waarvan hij voor ten minste een tiende deel in het bestuur vertegenwoordigd is, welke ten minste een tiende deel van het geplaatste kapitaal van de vennootschap vertegenwoordigen; werknemer: de persoon die volgens de WIA of de WAO krachtens arbeidsovereenkomst tot een werkgever in dienstbetrekking staat of stond, en die verzekerd is op grond van de WIA of de WAO, met uitzondering van de dga; WIA loongrens: het maximum jaarloon volgens de Wet Financiering Sociale Verzekeringen; Wulbz: Wet uitbreiding loondoorbetaling bij ziekte.
3
Artikel 4 | Beperking risicodekking beoogd partner- en wezenpensioen voor een werknemer 1
Indien het jaarsalaris van een werknemer, dat ten grondslag ligt aan de risicodekking van een ingevolge een pensioenreglement of pensioenbrief beoogd partner- en wezenpensioen bij overlijden van de verzekerde vóór de pensioendatum, meer bedraagt dan € 93.500,-, wordt het jaarsalaris bij aanvang van de dekking van genoemde pensioenen gemaximeerd op € 93.500,- (2009), ongeacht de duur van de diensttijd en de hoogte van het bijbehorende risicokapitaal.
2
Dekking van een overlijdensrisico in verband met een Anwhiaat is niet mogelijk, indien het jaarsalaris bij aanvang van de verzekering van pensioen meer dan € 93.500 (2009) bedraagt.
Artikel 5 | Jaarlijkse aanpassing pensioenverzekering van de werknemer 1
Indien de werkgever de verzekeraar jaarlijks, vóór 1 april van het betreffende verzekeringsjaar, het jaarsalaris van de werknemer, door middel van het door de verzekeraar te verstrekken formulier opgeeft, kan de verzekering van pensioen éénmaal per jaar worden aangepast aan een salarisverhoging. Voor zover echter de verhoging betrekking heeft op de vaststelling van het ingevolge een pensioenreglement of pensioenbrief beoogde partner- en/of wezenpensioen, is deze beperkt door toepassing van artikel 4, lid 1.
2
Indien het voor de vaststelling van het ingevolge een pensioenreglement of pensioenbrief beoogde partner- en/of wezenpensioen in aanmerking te nemen jaarsalaris meer bedraagt dan het in artikel 4, lid 1, genoemde bedrag, kunnen die pensioenen jaarlijks worden verhoogd voor zover de som van de totale salarisverhogingen van de betreffende verzekerde niet meer bedraagt dan € 13.613,-, met inachtneming van hetgeen hierover nader is bepaald in het pensioenreglement of de pensioenbrief. Deze jaarlijkse verhogingen worden voortgezet tot het niveau van het laatstelijk bij de verzekeraar bekende jaarsalaris, dat als grondslag dient voor de verzekering van pensioen.
3
Het recht van aanpassing komt te vervallen: a indien in enig jaar geen gebruik gemaakt wordt van de jaarlijkse aanpassing en de verzekeraar hiervan niet op de hoogte is gesteld. Een mededeling dat er geen salarisverhoging heeft plaatsgevonden wordt beschouwd als een aanpassing. b vanaf de datum dat de verzekering van pensioen, om welke reden dan ook, geheel of gedeeltelijk premievrij is gemaakt
Artikel 2 | Algemeen 1
Deze voorwaarden maken deel uit van de Uitvoeringsovereenkomst behorende bij het Individueel Pensioen.
2
Lid 1 is van toepassing als sprake is van de Pensioenwet.
3
Voor een verzekerde met een parttime dienstverband worden de bedragen die zijn opgenomen in artikel 4, 5 en 7 naar evenredigheid toegepast.
Medische waarborgen worden gevraagd in de vorm van een gezondheidsverklaring, gedaan door de dga en/of een medisch onderzoek, uit te voeren door een door de verzekeraar aan te wijzen arts.
RISICOACCEPTATIE
Artikel 3 | Aanvang van de verzekering van pensioen 1
werknemer Voor de verzekering van pensioen voor een werknemer worden er bij aanvang van geen medische waarborgen gevraagd.
2
dga Voor de verzekering van pensioen worden voor de beoordeling van overlijdensrisico en/of risico van vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid van de verzekerde -13-
onderzoek door een door de verzekeraar aan te wijzen arts.
of is geworden; c op de eerste dag van ziekte, als bedoeld in de voorwaarden voor de verzekering van vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid. Indien vrijstelling van premiebetaling niet is verzekerd, geldt hetgeen hiervoor onder dit onderdeel is gesteld, met dien verstande, dat voor de beoordeling van de eerste dag van ziekte, genoemde voorwaarden gelden als zou de verzekerde recht op vrijstelling van premiebetaling kunnen verkrijgen als vrijstelling van premiebetaling verzekerd zou zijn.
Artikel 8 | Algemene beperking beoogd partner- en wezenpensioen De verzekeraar heeft de dekking van het overlijdensrisico beperkt. Indien en zodra het te verzekeren risicokapitaal meer bedraagt dan de som van € 2.500.000,- én het op basis van de betaalde koopsom en/of premies opgebouwde kapitaal, wordt de hoogte van het beoogde partner- en/of wezenpensioen dat aan de dekking ten grondslag ligt zodanig verlaagd dat het te verzekeren risicokapitaal gelijk is aan bedoelde som.
Artikel 6 | Medische waarborgen bij wijziging pensioenverzekering van de werknemer Indien een bestaande risicodekking, in verband met de verzekering van pensioen voor een werknemer wordt uitgebreid of verhoogd, worden medische waarborgen gevraagd voor: a het verzekeren van vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid van de verzekerde; b het verzekeren van een kapitaal bij overlijden ter dekking van een partner- en/of wezenpensioen, indien de aanvraag tot verzekering hiervan door de verzekeraar is ontvangen na het verstrijken van een termijn van 2 maanden: - na de datum van het huwelijk, na de datum van de partnerregistratie of na het voldoen aan de eisen voor niet geregistreerde partner; - na de geboorte van een kind. c het verhogen van een kapitaal bij overlijden ter dekking van een partner- en/of wezenpensioen en/of de verzekering van vrijstelling van premiebetaling en de financiering van de verzekering van pensioen vindt plaats door middel van een bij aanvang van de verzekering van pensioen overeengekomen vaste premie. d de voorgaande onderdelen zijn eveneens van toepassing als er sprake is van een verzekerd partner- en/of wezenpensioen.
Artikel 9 | Samenloop 1
Bij samenloop met andere bij de verzekeraar ondergebrachte verzekeringen van pensioen, gelden de in artikel 4, in artikel 5, lid 2 en in artikel 7, lid 2, genoemde bedragen voor het totaal van die pensioenverzekeringen.
2
Het in artikel 8, genoemde kapitaal van € 2.500.000,-, geldt voor alle verzekeringen van pensioen, lijfrente en andere levensverzekeringen gezamenlijk, die een verzekeringnemer heeft bij de verzekeraar.
Artikel 10 | Indexering 1
De genoemde bedragen gelden per 1 januari 2009.
2
De genoemde bedragen met vermelding van het jaartal 2009, worden jaarlijks per 1 januari aangepast op basis van de wijziging van het loonindexcijfer. De aanpassing is gelijk aan de wijziging van het indexcijfer dat laatstelijk voor de maand oktober is vastgesteld ten opzichte van de maand oktober van het voorafgaande jaar.
3
Het loonindexcijfer is het eerst gepubliceerde indexcijfer van de CAO-lonen per maand van alle werknemerscategorieën in het particuliere bedrijf, inclusief bijzondere beloningen zoals berekend door het Centraal Bureau voor de Statistiek (C.B.S.) op de meest recente tijdsbasis. Voor de toepassing van de indexatie wordt per 1 januari voor het betreffende kalenderjaar uitgegaan van het indexcijfer zoals dit door het C.B.S. voor de maand oktober daaraan voorafgaand is gepubliceerd. Indien dit indexcijfer niet meer door het C.B.S. wordt berekend en/of gepubliceerd, zal van een hiermee zoveel mogelijk corresponderend indexcijfer worden uitgegaan.
4
De genoemde bedragen zonder vermelding van het jaartal 2009 kunnen door de verzekeraar op enig moment worden verhoogd.
Artikel 7 | Jaarlijkse aanpassing pensioenverzekering van de dga 1
Het bepaalde in lid 1, eerste volzin en lid 3 van artikel 5 zijn van overeenkomstige toepassing op de pensioenverzekering van de dga met dien verstande dat, indien er niet wordt voldaan aan de in lid 1 van artikel 5 gestelde voorwaarden, er altijd medische waarborgen worden gevraagd.
2
Verzekerd kapitaal ter dekking van pensioenen kan jaarlijks zonder medische waarborgen worden verhoogd voor zover de som van de totale salarisverhogingen van de betreffende verzekerde niet meer bedraagt dan € 13.613,-, met inachtneming van hetgeen hierover nader is bepaald in het pensioenreglement of de pensioenbrief. Voorwaarde hierbij is dat de verzekeringnemer de verzekeraar jaarlijks, vóór 1 april van het betreffende verzekeringsjaar, het jaarsalaris van de dga, door middel van het door de verzekeraar te verstrekken formulier opgeeft. Indien niet aan de voorwaarde wordt voldaan dan worden voor de beoordeling van het overlijdensrisico en/of het risico van vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid van de verzekerde medische waarborgen verlangd in de vorm van een medisch
Artikel 11 | Uitsluiting 1
-14-
werknemer. De leden 1 tot en met 4 zijn van toepassing. Geen recht op uitkering van een kapitaal bij overlijden ter dekking van een partner- en/of wezenpensioen bestaat, indien de verzekerde overlijdt binnen 6 maanden na aanvang van betreffende verzekering(en) en het overlijden het gevolg is van
een medische oorzaak die al bij aanvang van de verzekering(en) bij de verzekerde bekend was of redelijkerwijs bekend kon zijn. 2
Geen recht op vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid bestaat, indien de eerste dag van arbeidsongeschiktheid is gelegen binnen een termijn van 6 maanden na de ingangsdatum van de betreffende verzekering(en) en de arbeidsongeschiktheid het gevolg is van een medische oorzaak die al bij aanvang van de verzekering(en) bij de verzekerde bekend was of redelijkerwijs bekend kon zijn.
3
Direct voorafgaande aansluitende perioden die een verzekerde onder dezelfde werkgever bij een ander pensioenuitvoerder verzekerd is geweest voor een overeenkomstige overlijdensdekking en/of een dekking voor vrijstelling van premiebetaling, worden op de in de leden 1 en 2 genoemde termijn in mindering gebracht.
4
De verzekerde is, bij een verzoek om vrijstelling van premiebetaling verplicht om de verzekeraar in de gelegenheid te stellen om die informatie in te winnen, die nodig is ter beoordeling van de situatie bij aanvang van de verzekering(en).
5
dga Er bestaat geen recht op vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid van de verzekerde, indien de arbeidsongeschiktheid of de toeneming daarvan, geheel of ten dele, direct of indirect het gevolg is van een oorzaak die al bij aanvang van de verzekering bij de verzekerde bekend was of redelijkerwijs bekend kon zijn, tenzij de verzekerde de verzekeraar hiervan op de hoogte heeft gesteld en deze uitdrukkelijk heeft verklaard dat risico te aanvaarden.
verzekering meer bedraagt dan tweemaal de WIA-loongrens. 3
dga Voor de beoordeling van het overlijdensrisico en/of risico van vrijstelling van premiebetaling worden, tenzij artikel 7 van toepassing is, medische waarborgen gevraagd in de vorm van een gezondheidsverklaring, gedaan door de dga en/of een medisch onderzoek, uit te voeren door een door de verzekeraar aan te wijzen arts.
Artikel 14 | Procedure medische waarborgen Op grond van de afgegeven gezondheidsverklaring en/of de uitslag van het medisch onderzoek beslist de verzekeraar na overleg met haar medisch adviseur of de beoogde (wijziging van de) verzekering al dan niet kan worden aanvaard en zo ja, tegen de normale premie en voorwaarden of slechts tegen een verhoogde premie en/of bijzondere voorwaarden. De verzekeraar beslist -zonodig- tevens daarbij of de (wijziging van de) verzekering eventueel op een later tijdstip tijdens de dienstbetrekking van de werknemer of de dga kan worden aanvaard. Als de verzekeraar de (wijziging van de) verzekering niet of slechts tegen een verhoogde premie aanvaardt, kan zij een termijn vaststellen na verloop waarvan op verzoek van de werknemer of de dga een nieuw medisch onderzoek kan plaatsvinden. Als de verzekeraar geen termijn voor een nieuw medisch onderzoek heeft gesteld, kan een nieuw medisch onderzoek van de werknemer of de dga voor diens kosten plaatsvinden mits ten minste 1 jaar verstreken is na het vorig medisch onderzoek. Als de uitslag van het nieuwe medisch onderzoek daartoe aanleiding geeft, kan de (wijziging van de) verzekering door de verzekeraar alsnog worden aanvaard of kunnen de verhoging van de normale premie en/of bijzondere voorwaarden geheel of gedeeltelijk vervallen.
Artikel 15 | Kosten van het medisch onderzoek MEDISCHE WAARBORGEN
Artikel 12 | Algemeen Als er door de verzekeraar medische waarborgen kunnen worden gevraagd, zijn de artikelen 13 tot en met 15 van toepassing.
Artikel 13 | Gezondheidsverklaring/Medisch onderzoek 1
werknemer Voor de beoordeling van het overlijdensrisico en/of risico van vrijstelling van premiebetaling is een gezondheidsverklaring, gedaan door de werknemer en/of een medisch onderzoek, uit te voeren door een door de verzekeraar aan te wijzen arts, noodzakelijk.
De kosten van een medisch onderzoek met betrekking tot een (wijziging van een) verzekering welke uiterlijk binnen drie maanden na de datum van het medisch onderzoek tot stand komt, komen voor rekening van de verzekeraar. In de overige gevallen worden de kosten van het medisch onderzoek aan de werknemer of de dga in rekening gebracht volgens een door de verzekeraar vastgesteld tarief, tenzij geen (wijziging van de) verzekering tot stand is gekomen omdat deze door de verzekeraar niet is aanvaard. Het bedrag van de in rekening gebrachte kosten worden evenwel aan de werknemer of de dga gerestitueerd, zodra de beoogde (wijziging van de) verzekering alsnog op een later tijdstip wordt doorgevoerd.
Artikel 16 | Inwerkingtreding Deze voorwaarden zijn in werking getreden op 1 januari 2009.
2
Een medisch onderzoek is nodig als de werknemer op het tijdstip van het willen aangaan van de (wijziging van de) verzekering geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt is. Voorts kan een medisch onderzoek worden verlangd naar aanleiding van de ingevulde gezondheidsverklaring. Een medisch onderzoek is altijd nodig als het salaris van de werknemer op het tijdstip van het willen aangaan van de (wijziging van de) -15-
Voorwaarden voor de verzekering van vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid voor de verzekerde met een UWV-beschikking Artikel 1 | Algemeen
Artikel 3 | Inhoud van de verzekering
1
Deze voorwaarden zijn van toepassing indien: - op de polis staat dat vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid is meeverzekerd; - de verzekerde, met inachtneming van artikel 11 en 12, de verzekeraar een beschikking van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) kan overleggen.
De verzekering voorziet in gehele of gedeeltelijke vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid van de verzekerde, indien de verzekerde arbeidsongeschikt is geworden op grond van de WIA of de WAO, zoals vastgesteld door het UWV.
2
Daar waar deze voorwaarden afwijken van de algemene voorwaarden en de voorwaarden voor de verzekering van pensioen, gelden deze voorwaarden.
Artikel 4 | Aanvang en einde van de verzekering 1
De verzekering vangt aan op de datum waarop de verzekerde voor de verzekering is aangemeld en door de verzekeraar is geaccepteerd en eindigt op de dag waarop: a de overeengekomen einddatum van de verzekering is bereikt doch uiterlijk bij het bereiken van de leeftijd van 65 jaar door de verzekerde; b de verzekerde is overleden; c de arbeidsgeschikte verzekerde geen dienstbetrekking meer heeft bij de werkgever; d de verzekering door de verzekeraar of verzekeringnemer (tussentijds) rechtsgeldig beëindigd is.
2
In geval van een andere verzekering dan de verzekering van pensioen, is het vermelde in lid 1 onder c niet van toepassing
Artikel 2 | Begripsbepalingen In deze voorwaarden wordt verstaan onder: a arbeidsongeschiktheid: arbeidsongeschiktheid in de zin van de WIA of de WAO, zoals deze wordt vastgesteld door het UWV; b Arbodienst: een volledig gecertificeerde en door de verzekeraar geaccepteerde Arbodienst, zoals bedoeld in de arbeidsomstandighedenwet, dan wel een gecertificeerde bedrijfsarts; c Arbowet: arbeidsomstandighedenwet; d eerste dag van ziekte: de eerste dag waarop de verzekerde wegens ziekte niet heeft gewerkt of het werken tijdens de werktijd heeft gestaakt. Hierbij geldt dat indien periodes van ziekte elkaar met een onderbreking van minder dan 4 weken opvolgen, deze als één periode worden beschouwd; e UWV: Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen, als bedoeld in de Wet Structuur Uitvoering Werk en Inkomen; f verzekerde: de werknemer, die door de verzekeraar voor de verzekering is geaccepteerd; g verzekering: de verzekering van vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid, als omschreven in artikel 3; h WAO: Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering; i WAO-uitkering: de loondervings- en/of vervolguitkering ingevolge de WAO; j WIA: Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen; k WIA-uitkering: de loondervings-, loonaanvullings- en/of vervolguitkering ingevolge de WIA; l werkgever: een rechtspersoon of natuurlijke persoon met wie de verzekerde tijdens de duur van de verzekering een arbeidsovereenkomst heeft; m werknemer: de persoon die volgens de WIA of de WAO krachtens arbeidsovereenkomst tot een werkgever in dienstbetrekking staat of stond, en die verzekerd is op grond van de WIA of de WAO.
Artikel 5 | Aanspraken na het einde van de verzekering 1
Indien de verzekering eindigt, op grond van artikel 4, lid 1, onder c en d, blijft een reeds verleende vrijstelling van premiebetaling gehandhaafd en wel voor zover en zolang die arbeidsongeschiktheid daarna uit dezelfde oorzaak onafgebroken blijft voortduren.
2
Bij beëindiging van de verzekering blijft het recht op vrijstelling van premiebetaling bestaan voor een verzekerde die op de dag voorafgaande aan de beëindiging van de verzekering recht heeft op loondoorbetaling wegens ziekte of een uitkering ontvangt krachtens de Ziektewet en in aansluiting daarop recht kan doen gelden op een WIA- of een WAO-uitkering, mits dit bij het einde van de verzekering bij de verzekeraar is gemeld.
3
Degene die op grond van het vorige lid bepaalde, aanspraak op vrijstelling van premiebetaling maakt, wordt met betrekking tot die aanspraak voor de toepassing van deze voorwaarden als verzekerde beschouwd.
4
Na beëindiging van de verzekering bestaat geen recht meer op verhoging van de vrijstelling van premiebetaling als gevolg van een toename van de mate van arbeidsongeschiktheid van de verzekerde.
5
Indien er na beëindiging van de verzekering sprake is van een toename van de mate van arbeidsongeschiktheid van de verzekerde, nadat na beëindiging van de verzekering eerst een verlaging heeft plaatsgevonden en deze toename niet veroorzaakt wordt door een andere oorzaak dan de oorzaak waarvoor de verzekerde op het moment van beëindiging van de verzekering arbeidsongeschikt was, vindt, in tegenstelling tot het bepaalde in lid 4, een verhoging van de vrijstelling van premiebetaling plaats. Het percentage vrijstelling van premiebetaling kan nooit hoger worden dan het percentage dat
-16-
van kracht is voor vervaardiging, gebruik, opslag en het zich ontdoen van radio-actieve stoffen. Voor zover krachtens enige wet of enig verdrag een derde voor de geleden schade aansprakelijk is, vindt het gestelde omtrent uitsluiting in de vorige volzin geen toepassing. Onder ‘kerninstallatie’ wordt verstaan een kerninstallatie in de zin van de Wet Aansprakelijkheid Kernongevallen (Staatsblad 1979-225) alsmede een kerninstallatie aan boord van een schip.
gold op het moment van beëindiging van de verzekering. Het in dit lid vermelde geldt alleen indien de toename van de mate van arbeidsongeschiktheid binnen 5 jaar na de beëindiging van de verzekering plaatsvindt.
Artikel 6 | Ingang en einde vrijstelling van premiebetaling De vrijstelling van premiebetaling gaat in op de eerste dag van de maand volgend op/samenvallend met de dag waarop de verzekerde recht krijgt op een WIA- of een WAO-uitkering en eindigt op: a de eerste dag van de maand volgend op/samenvallend met de dag waarop de arbeidsongeschiktheid ophoudt te bestaan; b de dag waarop de einddatum van de verzekering, als bedoeld in artikel 1, onderdeel n van de algemene voorwaarden Individueel Pensioen, is bereikt; c de dag waarop de verzekerde overlijdt.
5
Ter beoordeling van de situatie als bedoeld in lid 1, is de verzekerde verplicht de verzekeraar in de gelegenheid te stellen om die informatie in te winnen, die nodig is ter beoordeling van de situatie bij aanvang van de verzekering.
6
Indien een WIA- of een WAO-uitkering (nog) niet tot uitkering komt ten gevolge van een sanctie of een vrijwillig uitstel, vindt dienovereenkomstig en voor dezelfde periode geen vrijstelling van premiebetaling plaats op grond van deze verzekering.
Artikel 7 | Geen recht op vrijstelling van premiebetaling 1
Geen recht op vrijstelling van premiebetaling bestaat voor de verzekerde van wie de eerste dag van ziekte is gelegen binnen een termijn van 6 maanden na de ingangsdatum van de verzekering, als de verzekerde arbeidsongeschikt is geworden ten gevolge van een medische oorzaak die bij aanvang verzekering bij de verzekerde bekend was of redelijkerwijs bekend kon zijn.
2
Direct voorafgaande aansluitende perioden die een verzekerde onder dezelfde werkgever bij een ander pensioenuitvoerder verzekerd is geweest voor een overeenkomstige dekking voor vrijstelling van premiebetaling, wordt op de in de lid 1 genoemde termijn in mindering gebracht.
3
Geen recht op vrijstelling van premiebetaling bestaat indien de ziekte van een verzekerde is ontstaan vóór aanvang van de verzekering en als gevolg daarvan de verzekerde recht kan doen gelden op een WIA- of een WAO-uitkering.
4
Artikel 8 | Vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid Voor de vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid, wordt een verzekerde arbeidsongeschikt geacht in dezelfde mate als waarop de uitkering ingevolge de WIA of de WAO is gebaseerd. Indien het feitelijke uitkeringspercentage van de WAO lager is dan het percentage dat behoort bij de mate van arbeidsongeschiktheid van de verzekerde, wordt de mate van arbeidsongeschiktheid toegekend die hoort bij het feitelijke uitkeringspercentage.
Artikel 9 | Vaststelling van de vrijstelling van premiebetaling
Geen recht op vrijstelling van premiebetaling wegens arbeidsongeschiktheid bestaat ingeval de arbeidsongeschiktheid is ontstaan uit of verergerd door: a opzet of bewuste roekeloosheid van de verzekerde, de verzekeringnemer, of andere belanghebbende; b hetzij direct, hetzij indirect gewapend conflict, burgeroorlog, opstand, binnenlandse onlusten, oproer of muiterij. Deze vormen van molest, alsmede de definities daarvan vormen een onderdeel van de tekst, die door het Verbond van Verzekeraars in Nederland d.d. 2 november 1981 ter griffie van de Arrondissementsrechtbank te ’s- Gravenhage is gedeponeerd onder nummer 136/1981; c dan wel verband houdend met atoomkernreacties en de daarbij ontstane splitsingsproducten, onverschillig hoe de reacties zijn ontstaan. Deze uitsluiting geldt niet met betrekking tot schade van radio-actieve nucliden, die zich overeenkomstig hun bestemming buiten een kerninstallatie bevinden en gebruikt worden of bestemd zijn om gebruikt te worden voor industriële, commerciële, landbouwkundige of (niet-militaire) beveiligingsdoeleinden, mits er een door enige overheid afgegeven vergunning (voor zover vereist)
1
De vrijstelling van premiebetaling heeft betrekking op de krachtens de polis overeengekomen premie, zoals die gold op de eerste dag van ziekte.
2
Het deel van de krachtens de polis overeengekomen premie waarvoor vrijstelling van premiebetaling wordt verleend, is afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid van de verzekerde.
3
Indien een verzekerde in aanmerking komt voor een WIA- of een WAO-uitkering, wordt vrijstelling van premiebetaling verleend, indien en zolang de mate van arbeidsongeschiktheid tenminste 45% bedraagt. bedraagt het percentage vrijstelling van premiebetaling:
45% tot 65% 65% of meer
50 100
4
bij een mate van arbeidsongeschiktheid van:
-17-
Indien op 1 januari 2009 volledige vrijstelling van premiebetaling is verleend op basis van verzekeringsvoorwaarden die uitsluitend vrijstelling van premiebetaling verlenen indien en zolang de mate van arbeidsongeschiktheid
werkgever bij aangesloten is, te machtigen; d geen feiten of omstandigheden, die voor de vaststelling van de vrijstelling van premiebetaling van belang zijn, te verzwijgen, dan wel feiten of omstandigheden onjuist of onvolledig weer te geven; e de verzekeraar onmiddellijk op de hoogte te stellen van het gehele of gedeeltelijke herstel, dan wel van de gehele of gedeeltelijke hervatting van de werkzaamheden van de arbeidsongeschikte verzekerde; f de verzekeraar onmiddellijk te informeren over wijzigingen in de uitkeringsverplichting krachtens de WIA of de WAO, onder overlegging van de daarop betrekking hebbende uitkeringsbescheiden van de WIA of de WAO.
tenminste 65% bedraagt, zal bij een verlaging van de mate van arbeidsongeschiktheid op of na 1 januari 2009 vrijstelling van premiebetaling worden verleend op basis van lid 3. Daarna blijft lid 3 van toepassing. 5
De verzekerde die op het tijdstip waarop de verzekering tot stand komt recht kan doen gelden op een WIA- of een WAO-uitkering, heeft uitsluitend recht op vrijstelling van premiebetaling voor de toename van de op dat tijdstip bestaande mate van arbeidsongeschiktheid.
Artikel 10 | Wijziging mate van arbeidsongeschiktheid 1
Indien de mate van arbeidsongeschiktheid wijzigt, wordt met ingang van de eerste dag van de maand volgend op/ samenvallend met de dag waarop deze wijziging plaatsvindt, de vrijstelling van premiebetaling aangepast aan de gewijzigde mate van arbeidsongeschiktheid.
2
Een toename van de mate van arbeidsongeschiktheid leidt uitsluitend tot een aanpassing van de vrijstelling van premiebetaling indien en voor zover de verzekering niet is beëindigd, behoudens het bepaalde in artikel 5, lid 5.
3
Indien gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid reeds heeft geleid tot vrijstelling van premiebetaling, komt een premie voor een dekking die bij aanvang van die gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid nog niet verzekerd was, niet voor vrijstelling van premiebetaling in aanmerking.
4
Bij verlaging van de mate van arbeidsongeschiktheid wordt de vrijstelling van premiebetaling gebaseerd op de premie waarvan de verleende vrijstelling laatstelijk was afgeleid.
Artikel 11 | Melding van ziekte en arbeidsongeschiktheid, indien en zolang het dienstverband met de werkgever bestaat
Artikel 12 | Melding van arbeidsongeschiktheid, indien er geen sprake (meer) is van een dienstverband met de werkgever 1
Indien er geen sprake (meer) is van een dienstverband met de werkgever gelden, met betrekking tot de melding van arbeidsongeschiktheid onderstaande leden én artikel 13. De artikelen 14 en 15 zijn niet van toepassing.
2
De verzekerde is verplicht zijn arbeidsongeschiktheid op het meldingsformulier te melden bij de verzekeraar, binnen 30 dagen na de datum van ingang van de toekenningsbeslissing van het UWV. De melding van de arbeidsongeschiktheid vindt plaats door middel van het door de verzekeraar, op verzoek van de verzekerde, te verstrekken meldingsformulier.
3
De verzekerde stelt de verzekeraar onmiddellijk in kennis van elke wijziging in de uitkering, zoals deze door het UWV wordt vastgesteld.
Artikel 13 | Overschrijding termijn melding ziekte en arbeidsongeschiktheid Indien de in artikel 11 en 12 genoemde termijnen met meer dan 1 maand worden overschreden, wordt de aanvangsdatum van een eventuele vrijstelling van premiebetaling op grond van deze verzekering met de termijn van deze te late melding uitgesteld.
1
Indien en zolang het dienstverband met de werkgever bestaat, gelden, met betrekking tot de melding van arbeidsongeschiktheid lid 2 én de artikelen 13 tot en met 15.
2
De werkgever en/of de verzekerde zijn verplicht: a 46 weken na de eerste dag van ziekte van een verzekerde, de verzekeraar hiervan in kennis te stellen, indien de verzekerde op dat moment nog ziek is; b 104 weken na de eerste dag ziekte van een verzekerde, de verzekeraar hiervan in kennis te stellen, indien de verzekerde op dat moment nog ziek is en in aansluiting daarop arbeidsongeschikt wordt verklaard in de zin van de WIA of de WAO; c alle door de verzekeraar nodig geoordeelde gegevens, waaronder de uitkeringsbescheiden van de WIA of de WAO binnen 4 weken na ontvangst door verzekerde van deze bescheiden van het UWV aan de verzekeraar te verstrekken of te doen verstrekken. Desgevraagd dient de verzekerde daartoe het UWV, de daarbij behorende adviserende en administrerende instanties, alsmede de Arbodienst waar de
Artikel 14 | Verplichtingen inzake Arbodienstverlening 1
De werkgever is gehouden de controle en begeleiding van het ziekteverzuim van diens werknemers op te dragen aan een volledig gecertificeerde en door verzekeraar geaccepteerde Arbodienst.
2
De met de Arbodienst te sluiten overeenkomst dient te voldoen aan de eisen gesteld in de toepasselijke verzekeringsvoorwaarden. De werkgever dient desgevraagd een kopie van de door hem gesloten overeenkomst aan de verzekeraar beschikbaar te stellen.
3
De inhoud van het dienstenpakket, verwoord in de overeenkomst met de Arbodienst, kan voor de verzekeraar reden zijn de verzekering te beëindigen.
-18-
4
5
Op verzoek van de verzekeraar geeft de werkgever inzage in de op grond van de Arbowet opgestelde risico-inventarisatie en evaluatie met bijbehorende plannen van aanpak. Indien de werkgever overgaat naar een andere Arbodienst of de inhoud van het dienstverleningspakket wordt gewijzigd, dient de werkgever dit aan de verzekeraar te melden.
Artikel 17 | Pro-rata premie Over het tijdvak, tussen het einde van (een gedeelte van) een vrijstelling van premiebetaling en de eerstvolgende datum waarop de premie is verschuldigd, is een pro-rata premie verschuldigd.
Artikel 18 | Inwerkingtreding
6
De werkgever dient op verzoek van de verzekeraar schriftelijk een machtiging af te geven indien de verzekeraar gegevens over het bedrijf nodig heeft, die geadministreerd zijn bij het UWV, Arbodienst of de bedrijfsarts.
7
De werkgever dient de door de Arbodienst of de bedrijfsarts gegeven voorschriften en adviezen met betrekking tot preventie van ziektegevallen na te komen en dient de wet- en regelgeving op dit gebied op te volgen.
Deze voorwaarden zijn in werking getreden op 1 januari 2009 en vervangen de voorwaarden, voor medeverzekering van vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid van de verzekerde, die per een eerdere datum zijn afgegeven.
Artikel 15 | Zorgbemiddeling en bevordering reïntegratie 1
De werkgever is verplicht in geval van ziekte en arbeidsongeschiktheid: a al het mogelijke te doen om het herstel en/of reïntegratie van de verzekerde te bevorderen en alles na te laten wat het herstel en/of deze reïntegratie kan belemmeren of verhinderen; b al het mogelijke te doen de arbeidsongeschikte verzekerde passende arbeid, zoals bedoeld in art.7: 658a BW in het eigen bedrijf of bij een andere werkgever aan te bieden en te bevorderen dat de verzekerde deze passende arbeid accepteert; c tot opvolging van de door de Arbodienst of de door verzekeraar aangewezen bedrijfsarts afgegeven adviezen ten behoeve van preventie en reïntegratie. Mocht de werkgever en/of werknemer de adviezen niet opvolgen dan moet de werkgever dit per ommegaande aan de verzekeraar melden; d zich in verbinding te stellen met de verzekeraar ten einde te beoordelen of de mogelijkheden van herstel c.q. reïntegratie kunnen worden benut.
2
De verzekeraar kan een voorstel doen om herstel en/of reïntegratie te bevorderen.
3
Indien niet uit hoofde van een andere regeling aanspraak bestaat op vergoeding van kosten van geneeskundige behandeling en voorziening ter voorkoming en ter vermindering van arbeidsongeschiktheid door revalidatie en/of herscholing dan kan de verzekeraar een door hem vast te stellen bijdrage in deze kosten leveren, binnen door de verzekeraar te stellen condities.
Artikel 16 | Vervallen van de dekking De dekking voor de verzekering vervalt, zodra de verzekering, om welke reden dan ook eindigt, een en ander met inachtneming van de wettelijke regelgeving.
-19-
Voorwaarden voor de verzekering van vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid voor de verzekerde zonder UWV-beschikking Artikel 1 | Algemeen
Artikel 4 | Aanvang en einde van de verzekering
1
Deze voorwaarden zijn van toepassing indien: - op de polis staat dat vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid is meeverzekerd; - de verzekerde, geen verzekerde is in de zin van de werknemersverzekeringen en derhalve de verzekeraar, geen beschikking van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) kan overleggen.
1
2
Daar waar deze voorwaarden afwijken van de algemene voorwaarden en de voorwaarden voor de verzekering van pensioen, gelden deze voorwaarden.
De verzekering vangt aan op de datum waarop de verzekerde voor de verzekering is aangemeld en door de verzekeraar is geaccepteerd en eindigt op de dag waarop: a de overeengekomen einddatum van de verzekering is bereikt doch uiterlijk bij het bereiken van de leeftijd van 65 jaar door de verzekerde; b de verzekerde is overleden; c de arbeidsgeschikte verzekerde geen dienstbetrekking meer heeft bij de werkgever; d de verzekering door de verzekeraar of verzekeringnemer (tussentijds) rechtsgeldig beëindigd is.
2
In geval van een andere verzekering dan de verzekering van pensioen, is het vermelde in lid 1 onder c niet van toepassing.
Artikel 2 | Begripsbepalingen In deze voorwaarden wordt verstaan onder: a arbeidsongeschiktheid: arbeidsongeschiktheid vast te stellen door de verzekeraar, aan de hand van de verstrekte informatie, ontvangen van medische en andere deskundigen; b arbeidsongeschiktheid op basis van gangbare arbeid: arbeidsongeschikt, geheel of gedeeltelijk, is de verzekerde die als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebreken, zwangerschap of bevalling geheel of gedeeltelijk niet in staat is om met arbeid te verdienen, hetgeen gezonde personen, met soortgelijke opleiding en ervaring, met arbeid gewoonlijk verdienen. Bij gangbare arbeid gaat het om algemeen geaccepteerde arbeid in loondienst waartoe de verzekerde, gezien zijn beperkingen nog in staat is; c eerste dag van ziekte: de eerste dag waarop ziekte door een arts is vastgesteld; d verzekerde: degene die door de verzekeraar voor de verzekering is geaccepteerd; e verzekering: de verzekering van vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid, als omschreven in artikel 3; f WAO: Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering; g WAO-uitkering: de loondervings- en/of vervolguitkering ingevolge de WAO; h WAZ: Wet arbeidsongeschiktheidsverzekeringen zelfstandigen; i WIA: Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen; j WIA-uitkering: de loondervings-, loonaanvullings- en/of vervolguitkering ingevolge de WIA.
Artikel 5 | Aanspraken na het einde van de verzekering 1
Indien de verzekering eindigt, op grond van artikel 4, lid 1, onder c en d, blijft een reeds verleende vrijstelling van premiebetaling gehandhaafd en wel voor zover en zolang die arbeidsongeschiktheid daarna uit dezelfde oorzaak onafgebroken blijft voortduren.
2
Bij beëindiging van de verzekering blijft het recht op vrijstelling van premiebetaling bestaan voor de verzekerde, die voorafgaande aan de beëindiging van de verzekering zijn ziekte, ingevolge artikel 11, lid 1, onder a, bij de verzekeraar heeft gemeld en tevens aan de overige voorwaarden voldoet.
3
Degene die op grond van het vorige lid bepaalde, aanspraak op vrijstelling van premiebetaling heeft, wordt met betrekking tot die aanspraak voor de toepassing van deze voorwaarden als verzekerde beschouwd.
4
Na beëindiging van de verzekering bestaat geen recht meer op verhoging van de vrijstelling van premiebetaling als gevolg van een toename van de mate van arbeidsongeschiktheid van de verzekerde.
5
Indien er na beëindiging van de verzekering sprake is van een toename van de mate van arbeidsongeschiktheid van de verzekerde, nadat na beëindiging van de verzekering eerst een verlaging heeft plaatsgevonden en deze toename niet veroorzaakt wordt door een andere oorzaak dan de oorzaak waarvoor de verzekerde op het moment van beëindiging van de verzekering arbeidsongeschikt was, vindt, in tegenstelling tot het bepaalde in lid 4, een verhoging van de vrijstelling van premiebetaling plaats. Het percentage vrijstelling van premiebetaling kan nooit hoger worden dan het percentage dat gold op het moment van beëindiging van de verzekering. Het in dit lid vermelde geldt alleen indien de toename van de mate van arbeidsongeschiktheid binnen 5 jaar na de beëindiging van de verzekering plaatsvindt.
Artikel 3 | Inhoud van de verzekering De verzekering voorziet in gehele of gedeeltelijke vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid van de verzekerde, indien de verzekerde door de verzekeraar arbeidsongeschikt is verklaard, op basis van de beoordeling door de verzekeraar.
Artikel 6 | Ingang en einde vrijstelling van premiebetaling 1 -20-
Vrijstelling van premiebetaling gaat in op de eerste dag van de maand volgend op/samenvallend met de dag waarop een
periode van 12 maanden, te rekenen vanaf de eerste dag van ziekte, is verstreken en de verzekerde door de verzekeraar arbeidsongeschikt is verklaard. Periodes van ziekte die elkaar met een onderbreking van minder dan 4 weken opvolgen, worden als één periode beschouwd. De arbeidsongeschiktheid blijkt uit een door de verzekeraar gedane schriftelijke mededeling. 2
Vrijstelling van premiebetaling eindigt op: a de eerste dag van de maand volgend op/samenvallend met de dag waarop de arbeidsongeschiktheid ophoudt te bestaan; b de dag waarop de einddatum van de verzekering als bedoeld in artikel 1, onderdeel n van de algemene voorwaarden Individueel Pensioen, is bereikt. c de dag waarop de verzekerde overlijdt.
Artikel 7 | Geen recht op vrijstelling van premiebetaling 1
2
3
Geen recht op vrijstelling van premiebetaling bestaat indien de arbeidsongeschiktheid of de toeneming daarvan, geheel of ten dele, direct of indirect het gevolg is van een oorzaak die al bij aanvang van de verzekering bij de verzekerde bekend was of redelijkerwijs bekend kon zijn, tenzij de verzekerde de verzekeraar hiervan op de hoogte heeft gesteld en deze uitdrukkelijk heeft verklaard dat risico te aanvaarden. Geen recht op vrijstelling van premiebetaling bestaat indien de ziekte van een verzekerde is ontstaan vóór aanvang van de verzekering en als gevolg daarvan de verzekerde recht kan doen gelden op een WIA- WAO of een WAZ- uitkering.
van een schip.
Artikel 8 | Vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid 1
De mate van arbeidsongeschiktheid wordt door de verzekeraar vastgesteld aan de hand van de verstrekte informatie, ontvangen van medische en andere deskundigen.
2
De mate van arbeidsongeschiktheid wordt beoordeeld op basis van gangbare arbeid.
3
Zolang de vrijstelling van premiebetaling voortduurt, wordt de mate van arbeidsongeschiktheid door de verzekeraar herbeoordeeld.
4
De verzekerde wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk geïnformeerd over de vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid en de wijziging daarvan.
5
Als de verzekerde het niet eens is met de vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid door de verzekeraar, moet hij dat schriftelijk melden, binnen 30 dagen na dagtekening van de schriftelijke mededeling van de verzekeraar.
Artikel 9 | Vaststelling van de vrijstelling van premiebetaling
Geen recht op vrijstelling van premiebetaling wegens arbeidsongeschiktheid bestaat ingeval de arbeidsongeschiktheid is ontstaan uit of verergerd door: a opzet of bewuste roekeloosheid van de verzekerde, de verzekeringnemer, of andere belanghebbende; b hetzij direct, hetzij indirect gewapend conflict, burgeroorlog, opstand, binnenlandse onlusten, oproer of muiterij. Deze vormen van molest, alsmede de definities daarvan vormen een onderdeel van de tekst, die door het Verbond van Verzekeraars in Nederland d.d. 2 november 1981 ter griffie van de Arrondissementsrechtbank te ’s-Gravenhage is gedeponeerd onder nummer 136/1981; c dan wel verband houdend met atoomkernreacties en de daarbij ontstane splitsingsproducten, onverschillig hoe de reacties zijn ontstaan. Deze uitsluiting geldt niet met betrekking tot schade van radio-actieve nucliden, die zich overeenkomstig hun bestemming buiten een kerninstallatie bevinden en gebruikt worden of bestemd zijn om gebruikt te worden voor industriële, commerciële, landbouwkundige of (niet-militaire) beveiligingsdoeleinden, mits er een door enige overheid afgegeven vergunning (voor zover vereist) van kracht is voor vervaardiging, gebruik, opslag en het zich ontdoen van radio-actieve stoffen. Voor zover krachtens enige wet of enig verdrag een derde voor de geleden schade aansprakelijk is, vindt het gestelde omtrent uitsluiting in de vorige volzin geen toepassing. Onder ‘kerninstallatie’ wordt verstaan een kerninstallatie inde zin van de Wet Aansprakelijkheid Kernongevallen (Staatsblad 1979-225) alsmede een kerninstallatie aan boord
1
De vrijstelling van premiebetaling heeft betrekking op de krachtens de polis overeengekomen premie, zoals die gold op de eerste dag van ziekte.
2
Het deel van de krachtens de polis overeengekomen premie waarvoor vrijstelling van premiebetaling wordt verleend, is afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid van de verzekerde.
3
Vrijstelling van premiebetaling wordt verleend, indien en zolang de mate van arbeidsongeschiktheid tenminste 45% bedraagt. bij een mate van arbeidsongeschiktheid van:
bedraagt het percentage vrijstelling van premiebetaling:
45% tot 65% 65% of meer
50 100
4
Indien op 1 januari 2009 volledige vrijstelling van premiebetaling is verleend op basis van verzekeringsvoorwaarden die uitsluitend vrijstelling van premiebetaling verlenen indien en zolang de mate van arbeidsongeschiktheid tenminste 65% bedraagt, zal bij een verlaging van de mate van arbeidsongeschiktheid op of na 1 januari 2009 vrijstelling van premiebetaling worden verleend op basis van lid 3. Daarna blijft lid 3 van toepassing.
5
De verzekerde die op het tijdstip waarop de verzekering tot stand komt recht kan doen gelden op een WIA- een WAO- of een WAZ- uitkering, heeft uitsluitend recht op vrijstelling van premiebetaling voor de toename van de op dat tijdstip bestaande mate van arbeidsongeschiktheid.
-21-
Artikel 10 | Wijziging mate van arbeidsongeschiktheid 1
Indien de mate van arbeidsongeschiktheid wijzigt, wordt met ingang van de eerste dag van de maand volgend op/ samenvallend met de dag waarop deze wijziging plaatsvindt, de vrijstelling van premiebetaling aangepast aan de gewijzigde mate van arbeidsongeschiktheid.
2
Een toename van de mate van arbeidsongeschiktheid leidt uitsluitend tot een aanpassing van de vrijstelling van premiebetaling indien en voor zover de verzekering niet is beëindigd, behoudens het bepaalde in artikel 5, lid 5.
3
Indien gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid reeds heeft geleid tot vrijstelling van premiebetaling, komt een premie voor een dekking, die bij aanvang van die gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid nog niet verzekerd was, niet voor vrijstelling van premiebetaling in aanmerking.
4
Bij verlaging van de mate van arbeidsongeschiktheid wordt de vrijstelling van premiebetaling gebaseerd op de premie waarvan de verleende vrijstelling laatstelijk was afgeleid.
Artikel 12 | Verplichtingen van de verzekerde bij ziekte en arbeidsongeschiktheid De verzekerde is verplicht: a zich direct onder behandeling van een arts te stellen en alles te doen om zijn genezing te bevorderen; b zich, voor zover dit redelijkerwijs van hem kan worden verwacht, te laten onderzoeken door, dan wel inlichtingen te verstrekken aan, de door de verzekeraar aangewezen arts(en), arbeidsdeskundige(n) en andere specialisten; c de aanwijzingen van de medische deskundige of arbeidsdeskundige op te volgen; d de verzekeraar onmiddellijk op de hoogte te stellen van de gehele of gedeeltelijke hervatting van zijn werkzaamheden danwel van het gehele of gedeeltelijke herstel; e de verzekeraar onmiddellijk te informeren over (wijzigingen in) eventuele uitkeringsverplichtingen krachtens de WIA, WAO of de WAZ, onder overlegging van de daarop betrekking hebbende uitkeringsbescheiden.
Artikel 13 | Zorgbemiddeling en reïntegratiedienstverlening 1
De werkgever en de verzekeraar kunnen met elkaar in overleg treden, teneinde te beoordelen of gebruik kan worden gemaakt van de voorzieningen en regelingen welke de verzekeraar heeft getroffen of gaat treffen in het kader van de bevordering van het herstel en de reïntegratie van de arbeidsongeschikte (gewezen) verzekerde. De verzekeraar kan dienaangaande een voorstel doen waarin de reïntegratie mogelijkheden zijn opgenomen.
2
Indien niet uit hoofde van een andere regeling aanspraak bestaat op vergoeding van kosten van geneeskundige behandeling en voorziening ter voorkoming en ter vermindering van arbeidsongeschiktheid door revalidatie en/of herscholing, kan de verzekeraar een door hem vast te stellen bijdrage in deze kosten leveren, binnen door de verzekeraar te stellen condities.
Artikel 11 | Melding van ziekte 1
2
De verzekerde is verplicht: a ziekte door middel van het meldingsformulier te melden bij de verzekeraar, binnen 30 dagen na de eerste dag van ziekte. De melding van de ziekte vindt plaats door middel van een door de verzekeraar, op verzoek van de verzekerde, te verstrekken formulier; b aan de door de verzekeraar aan te wijzen arts(en) alle inlichtingen te verstrekken over de ziekte en/of het ongeval en over het verloop van de behandeling; c de behandelend arts(en) te machtigen om aan de deskundige(n) van de verzekeraar alle inlichtingen te verstrekken over de ziekte en/of het ongeval en/of de gevolgen daarvan; d de verzekeraar alle inlichtingen te verstrekken en in alle stukken inzage toe te staan, die de verzekeraar van belang acht voor de beoordeling van het recht op en de omvang van de vrijstelling van premiebetaling. Wanneer de verzekerde bij het ontstaan van zijn arbeidsongeschiktheid in het buitenland is, is hij voorts verplicht. a op verzoek van de verzekeraar rapporten en/of verklaringen van de bevoegd arts(en) te overleggen om de arbeidsongeschiktheid en de mate daarvan aan te tonen. De kosten hiervan komen voor rekening van de verzekerde; b zich op verzoek van de verzekeraar in Nederland te laten onderzoeken.
Artikel 14 | Vervallen van de dekking De dekking voor de verzekering vervalt, zodra de verzekering, om welke reden dan ook eindigt, een en ander met inachtneming van de wettelijke regelgeving.
Artikel 15 | Pro-rata premie Over het tijdvak, tussen het einde van (een gedeelte van) een vrijstelling van premiebetaling en de eerstvolgende datum waarop de premie is verschuldigd, is een pro-rata premie verschuldigd.
Artikel 16 | Inwerkingtreding 3
Indien de in lid 1 genoemde termijn met meer dan 1 maand worden overschreden, wordt de aanvangsdatum van een eventuele vrijstelling van premiebetaling op grond van deze verzekering met de termijn van deze te late melding uitgesteld.
Deze voorwaarden zijn in werking getreden op 1 januari 2009 en vervangen de voorwaarden voor medeverzekering van vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid van de verzekerde, die per een eerdere datum zijn afgegeven.
-22-
Voorwaarden contante rentekorting en overrentedeling Regeling A Artikel 1 | Algemeen
dat geldt in de maand die aan de premievervaldatum voorafgaat. Deze korting kan naar keuze van de verzekeringnemer worden aangewend ter verhoging van het verzekerde bedrag dan wel ter verlaging van de premie.
Deze voorwaarden zijn van toepassing indien op de polis staat Regeling A.
Artikel 2 | Maandrendement
2
1
Maatstaf voor de contante rentekorting en de overrentedeling is het u-rendement.
2
Het u-rendement wordt maandelijks vastgesteld op basis van het effectieve rendement van alle guldens- en euroobligatieleningen die uitgegeven zijn door de Staat der Nederlanden en voldoen aan elk van de volgende eisen: a de lening is toegelaten tot de definitieve notering van de Officiële Prijscourant van Euronext Amsterdam; b de lening is niet vervroegd aflosbaar; c de gemiddelde resterende looptijd van de lening ligt tussen de 2 en 15 jaar; d de omvang van de (restant hoofdsom van de) lening bedraagt tot 1 januari 2001 minimaal fl. 500 miljoen; e de omvang van de (restant hoofdsom van de) lening bedraagt vanaf 1 januari 2001 minimaal 225 miljoen euro. De toetsing van de leningen aan de omvangseis, zoals omschreven onder d respectievelijk e, vindt ultimo elk jaar plaats.
3
4
Het u-rendement is het gemiddelde van zes deel-urendementen. Een deel-u-rendement wordt twee maal per maand vastgesteld en wel per de 15e en ultimo van de maand. Ter bepaling van een deel-u-rendement wordt uitgegaan van de op de genoemde data laatst bekende effectieve rendementen van elke lening, zoals gepubliceerd in de Officiële Prijscourant. Een deel-u-rendement is gelijk aan de som van: a 10% van het rekenkundig gemiddelde van de medianen van de effectieve rendementen van alle leningen met een gemiddelde resterende looptijd van 2-3 jaar, 3-4 jaar en 4-5 jaar, b 65% van het rekenkundig gemiddelde van de medianen van de effectieve rendementen van alle leningen met een gemiddelde resterende looptijd van 5-6 jaar, 6-7 jaar, 7-8 jaar, 8-9 jaar en 9-10 jaar, c 25% van de mediaan van de effectieve rendementen van alle leningen met een gemiddelde resterende looptijd van 10-15 jaar.
De contante rentekorting wordt berekend over het in de verschuldigde premie en/of koopsom begrepen door de verzekeraar vastgestelde spaargedeelte overeenkomstig de door de verzekeraar gebruikte methode. De te verlenen contante rentekorting, uitgedrukt in een percentage van het spaargedeelte, is aangegeven in de volgende tabel.
Bij een maandrendement van:
bedraagt de te verlenen contante rentekorting over het spaargedeelte:
4% of minder
0%
5%
4%
6%
11%
7%
17%
8%
22%
10%
30%
11%
34%
12%
37%
13%
40%
14%
43%
15%
45%
Indien een maandrendement ligt tussen twee van de hierboven genoemde rendementspercentages wordt voor de bepaling van het percentage contante rentekorting lineair geïnterpoleerd tussen de bijbehorende percentages contante rentekorting. 3
Zodra het deel-u-rendement per de 15e van een maand bepaald is, wordt ook het maandrendement vastgesteld als het gemiddelde van de 6 laatst bekende deel-u-rendementen. Dit maandrendement geldt voor de volgende kalendermaand.
Voor elke verzekeringsvorm wordt het spaargedeelte vastgesteld op een vast percentage van de tariefpremie, respectievelijk tariefkoopsom met dien verstande dat dit percentage voor premies en koopsommen verschillend kan zijn. De toekenning van de volle contante rentekorting volgens de tabel geldt slechts voor betalingen op verzekeringen waarbij het spaargedeelte voor ten minste 10 jaar ten volle kan worden belegd. Over betalingen waarbij aan deze voorwaarden niet wordt voldaan wordt een gereduceerde contante rentekorting verleend. In geval van premierestitutie wordt een rentekorting toegepast, die ten hoogste gelijk is aan de contante rentekorting op premies.
Artikel 3 I Contante rentekorting
Artikel 4 I Overrentedeling
1
1
Aan het einde van ieder jaar stelt de verzekeraar voor verzekeringen waarop deze voorwaarden van toepassing zijn de hoogte vast van de toe te kennen overrente. De verzekering moet daartoe minstens 5 jaar van kracht zijn geweest.
2
Basis voor de overrente is de op de rekenrente vastgestelde
Op de verschuldigde premies en koopsommen wordt een contante rentekorting verleend die telkens op de premievervaldatum wordt vastgesteld volgens de hierna omschreven regels. De contante rentekorting op de premievervaldatum wordt gebaseerd op het veelvoud van 0,25 procentpunt naar beneden afgeronde maandrendement
-23-
voorziening verzekeringsverplichtingen, met uitzondering van de voorziening die betrekking heeft op het meeverzekerde risico van vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid van de verzekerde, van de per 31 december van het jaar aanwezige verzekeringen met een spaarelement verminderd met het deel van de voorziening verzekeringsverplichtingen dat is gevormd door herziening van grondslagen voor de berekening van de voorziening verzekeringsverplichtingen, zolang althans een – vooraf door de verzekeraar vastgestelde - periode gedurende welke dit deel van de voorziening verzekeringsverplichtingen niet overrentedragend is, nog niet is verstreken en tevens verminderd met dat gedeelte van de premies en koopsommen waarover al contante rentekorting is verleend, voor zover de periode waarmee bij het vaststellen van die korting rekening is gehouden, nog niet is verstreken. 3
Over de basis voor de overrente in het vorige lid wordt door de verzekeraar overrente verleend. Het percentage te verlenen overrente wordt door de verzekeraar vastgesteld als het gemiddelde van de maandrendementen van de afgelopen 10 jaar. Het aldus door de verzekeraar vastgestelde percentage wordt verminderd met het percentage van de gehanteerde rekenrente en tevens verminderd met een aftrek van 0,5 procentpunt.
4
De aldus aan het eind van het lopende jaar vastgestelde overrente wordt in het daaropvolgende jaar in de vorm van een verhoging van het verzekerde bedrag beschikbaar gesteld.
Artikel 5| Inwerkingtreding Deze voorwaarden zijn in werking getreden op 1 januari 2009 en vervangen de aanvullende voorwaarden inzake rente- en overrentedeling, die per een eerdere datum zijn afgegeven.
-24-
Voorwaarden contante rentekorting en overrentedeling Regeling B Artikel 1 | Algemeen
december van het jaar aanwezige verzekeringen met een spaarelement verminderd met het deel van de voorziening verzekeringsverplichtingen dat is gevormd door herziening van grondslagen voor de berekening van de voorziening verzekeringsverplichtingen, zolang althans een – vooraf door de verzekeraar vastgestelde - periode gedurende welke dit deel van de voorziening verzekeringsverplichtingen niet overrentedragend is, nog niet is verstreken en tevens verminderd met dat gedeelte van de koopsommen waarover al contante rentekorting is verleend, voor zover de periode waarmee bij het vaststellen van die korting rekening is gehouden, nog niet is verstreken.
Deze voorwaarden zijn van toepassing indien op de polis staat Regeling B.
Artikel 2 | Maandrendement 1
Maatstaf voor de contante rentekorting en de overrentedeling is het u-rendement.
2
Het u-rendement wordt maandelijks vastgesteld op basis van het effectieve rendement van alle guldens- en euroobligatieleningen die uitgegeven zijn door de Staat der Nederlanden en voldoen aan elk van de volgende eisen: a de lening is toegelaten tot de definitieve notering van de Officiële Prijscourant van Euronext Amsterdam; b de lening is niet vervroegd aflosbaar; c de gemiddelde resterende looptijd van de lening ligt tussen de 2 en 15 jaar; d de omvang van de (restant hoofdsom van de) lening bedraagt tot 1 januari 2001 minimaal fl. 500 miljoen; e de omvang van de (restant hoofdsom van de) lening bedraagt vanaf 1 januari 2001 minimaal 225 miljoen euro. De toetsing van de leningen aan de omvangseis, zoals omschreven onder d respectievelijk e, vindt ultimo elk jaar plaats.
3
4
Het u-rendement is het gemiddelde van zes deel-urendementen. Een deel-u-rendement wordt twee maal per maand vastgesteld en wel per de 15e en ultimo van de maand. Ter bepaling van een deel-u-rendement wordt uitgegaan van de op de genoemde data laatst bekende effectieve rendementen van elke lening, zoals gepubliceerd in de Officiële Prijscourant. Een deel-u-rendement is gelijk aan de som van: a 10% van het rekenkundig gemiddelde van de medianen van de effectieve rendementen van alle leningen met een gemiddelde resterende looptijd van 2-3 jaar, 3-4 jaar en 4-5 jaar, b 65% van het rekenkundig gemiddelde van de medianen van de effectieve rendementen van alle leningen met een gemiddelde resterende looptijd van 5-6 jaar, 6-7 jaar, 7-8 jaar, 8-9 jaar en 9-10 jaar, c 25% van de mediaan van de effectieve rendementen van alle leningen met een gemiddelde resterende looptijd van 10-15 jaar.
3
Over de basis voor de overrente in het vorige lid wordt door de verzekeraar overrente verleend. Het percentage te verlenen overrente wordt door de verzekeraar vastgesteld als het gemiddelde van de maandrendementen van de afgelopen 10 jaar. Het aldus door de verzekeraar vastgestelde percentage wordt verminderd met het percentage van de gehanteerde rekenrente en tevens verminderd met een aftrek van 0,5 procentpunt.
4
De aldus aan het eind van het lopende jaar vastgestelde overrente wordt in het daaropvolgende jaar in de vorm van een verhoging van het verzekerde bedrag beschikbaar gesteld.
Artikel 4| Inwerkingtreding Deze voorwaarden zijn in werking getreden op 1 januari 2009 en vervangen de aanvullende voorwaarden inzake rente- en overrentedeling voor verzekeringen tegen koopsom, die per een eerdere datum zijn afgegeven.
Zodra het deel-u-rendement per de 15e van een maand bepaald is, wordt ook het maandrendement vastgesteld als het gemiddelde van de 6 laatst bekende deel-u-rendementen. Dit maandrendement geldt voor de volgende kalendermaand.
Artikel 3 | Overrentedeling 1
Aan het einde van ieder jaar stelt de verzekeraar voor verzekeringen waarop deze voorwaarden van toepassing zijn de hoogte vast van de toe te kennen overrente. De verzekering moet daartoe minstens 10 jaar van kracht zijn geweest.
2
Basis voor de overrente is de op de rekenrente vastgestelde voorziening verzekeringsverplichtingen van de per 31 -25-
Voorwaarden contante rentekorting en overrentedeling Regeling C Artikel 1 | Algemeen
december van het jaar aanwezige verzekeringen met een spaarelement verminderd met het deel van de voorziening verzekeringsverplichtingen dat is gevormd door herziening van grondslagen voor de berekening van de voorziening verzekeringsverplichtingen, zolang althans een – vooraf door de verzekeraar vastgestelde - periode gedurende welke dit deel van de voorziening verzekeringsverplichtingen niet overrentedragend is, nog niet is verstreken en tevens verminderd met dat gedeelte van de koopsommen waarover al contante rentekorting is verleend, voor zover de periode waarmee bij het vaststellen van die korting rekening is gehouden, nog niet is verstreken.
Deze voorwaarden zijn van toepassing indien op de polis staat Regeling C.
Artikel 2 | Maandrendement 1
Maatstaf voor de contante rentekorting en de overrentedeling is het u-rendement.
2
Het u-rendement wordt maandelijks vastgesteld op basis van het effectieve rendement van alle guldens- en euroobligatieleningen die uitgegeven zijn door de Staat der Nederlanden en voldoen aan elk van de volgende eisen: a de lening is toegelaten tot de definitieve notering van de Officiële Prijscourant van Euronext Amsterdam; b de lening is niet vervroegd aflosbaar; c de gemiddelde resterende looptijd van de lening ligt tussen de 2 en 15 jaar; d de omvang van de (restant hoofdsom van de) lening bedraagt tot 1 januari 2001 minimaal fl. 500 miljoen; e de omvang van de (restant hoofdsom van de) lening bedraagt vanaf 1 januari 2001 minimaal 225 miljoen euro. De toetsing van de leningen aan de omvangseis, zoals omschreven onder d respectievelijk e, vindt ultimo elk jaar plaats.
3
4
Het u-rendement is het gemiddelde van zes deel-urendementen. Een deel-u-rendement wordt twee maal per maand vastgesteld en wel per de 15e en ultimo van de maand. Ter bepaling van een deel-u-rendement wordt uitgegaan van de op de genoemde data laatst bekende effectieve rendementen van elke lening, zoals gepubliceerd in de Officiële Prijscourant. Een deel-u-rendement is gelijk aan de som van: a 10% van het rekenkundig gemiddelde van de medianen van de effectieve rendementen van alle leningen met een gemiddelde resterende looptijd van 2-3 jaar, 3-4 jaar en 4-5 jaar, b 65% van het rekenkundig gemiddelde van de medianen van de effectieve rendementen van alle leningen met een gemiddelde resterende looptijd van 5-6 jaar, 6-7 jaar, 7-8 jaar, 8-9 jaar en 9-10 jaar, c 25% van de mediaan van de effectieve rendementen van alle leningen met een gemiddelde resterende looptijd van 10-15 jaar.
3
Over de basis voor de overrente in het vorige lid wordt door de verzekeraar overrente verleend. Het percentage te verlenen overrente wordt door de verzekeraar vastgesteld als het gemiddelde van de maandrendementen van de afgelopen 10 jaar. Het aldus door de verzekeraar vastgestelde percentage wordt verminderd met het percentage van de gehanteerde rekenrente en tevens verminderd met een aftrek van 0,5 procentpunt.
4
De aldus aan het eind van het lopende jaar vastgestelde overrente wordt in het daaropvolgende jaar in de vorm van een verhoging van het verzekerde bedrag beschikbaar gesteld.
Artikel 4 | Inwerkingtreding Deze voorwaarden zijn in werking getreden op 1 januari 2009 en vervangen de aanvullende voorwaarden inzake rente- en overrentedeling voor verzekeringen tegen koopsom, die per een eerdere datum zijn afgegeven.
Zodra het deel-u-rendement per de 15e van een maand bepaald is, wordt ook het maandrendement vastgesteld als het gemiddelde van de 6 laatst bekende deel-u-rendementen. Dit maandrendement geldt voor de volgende kalendermaand.
Artikel 3 | Overrentedeling 1
Aan het einde van ieder jaar stelt de verzekeraar voor verzekeringen waarop deze voorwaarden van toepassing zijn de hoogte vast van de toe te kennen overrente. De verzekering moet daartoe minstens 15 jaar van kracht zijn geweest.
2
Basis voor de overrente is de op de rekenrente vastgestelde voorziening verzekeringsverplichtingen van de per 31 -26-
Voorwaarden contante rentekorting en overrentedeling Regeling D Artikel 1 | Algemeen
december van het jaar aanwezige verzekeringen met een spaarelement verminderd met het deel van de voorziening verzekeringsverplichtingen dat is gevormd door herziening van grondslagen voor de berekening van de voorziening verzekeringsverplichtingen, zolang althans een – vooraf door de verzekeraar vastgestelde - periode gedurende welke dit deel van de voorziening verzekeringsverplichtingen niet overrentedragend is, nog niet is verstreken en tevens verminderd met dat gedeelte van de koopsommen waarover al contante rentekorting is verleend, voor zover de periode waarmee bij het vaststellen van die korting rekening is gehouden, nog niet is verstreken.
Deze voorwaarden zijn van toepassing indien op de polis staat Regeling D.
Artikel 2 | Maandrendement 1
Maatstaf voor de contante rentekorting en de overrentedeling is het u-rendement.
2
Het u-rendement wordt maandelijks vastgesteld op basis van het effectieve rendement van alle guldens- en euroobligatieleningen die uitgegeven zijn door de Staat der Nederlanden en voldoen aan elk van de volgende eisen: a de lening is toegelaten tot de definitieve notering van de Officiële Prijscourant van Euronext Amsterdam; b de lening is niet vervroegd aflosbaar; c de gemiddelde resterende looptijd van de lening ligt tussen de 2 en 15 jaar; d de omvang van de (restant hoofdsom van de) lening bedraagt tot 1 januari 2001 minimaal fl. 500 miljoen; e de omvang van de (restant hoofdsom van de) lening bedraagt vanaf 1 januari 2001 minimaal 225 miljoen euro. De toetsing van de leningen aan de omvangseis, zoals omschreven onder d respectievelijk e, vindt ultimo elk jaar plaats.
3
4
Het u-rendement is het gemiddelde van zes deel-urendementen. Een deel-u-rendement wordt twee maal per maand vastgesteld en wel per de 15e en ultimo van de maand. Ter bepaling van een deel-u-rendement wordt uitgegaan van de op de genoemde data laatst bekende effectieve rendementen van elke lening, zoals gepubliceerd in de Officiële Prijscourant. Een deel-u-rendement is gelijk aan de som van: a 10% van het rekenkundig gemiddelde van de medianen van de effectieve rendementen van alle leningen met een gemiddelde resterende looptijd van 2-3 jaar, 3-4 jaar en 4-5 jaar, b 65% van het rekenkundig gemiddelde van de medianen van de effectieve rendementen van alle leningen met een gemiddelde resterende looptijd van 5-6 jaar, 6-7 jaar, 7-8 jaar, 8-9 jaar en 9-10 jaar, c 25% van de mediaan van de effectieve rendementen van alle leningen met een gemiddelde resterende looptijd van 10-15 jaar.
3
Over de basis voor de overrente in het vorige lid wordt door de verzekeraar overrente verleend. Het percentage te verlenen overrente wordt door de verzekeraar vastgesteld als het gemiddelde van de maandrendementen van de afgelopen 10 jaar. Het aldus door de verzekeraar vastgestelde percentage wordt verminderd met het percentage van de gehanteerde rekenrente en tevens verminderd met een aftrek van 0,5 procentpunt.
4
De aldus aan het eind van het lopende jaar vastgestelde overrente wordt in het daaropvolgende jaar in de vorm van een verhoging van het verzekerde bedrag beschikbaar gesteld.
Artikel 4 | Inwerkingtreding Deze voorwaarden zijn in werking getreden op 1 januari 2009 en vervangen de aanvullende voorwaarden inzake rente- en overrentedeling voor verzekeringen tegen koopsom, die per een eerdere datum zijn afgegeven.
Zodra het deel-u-rendement per de 15e van een maand bepaald is, wordt ook het maandrendement vastgesteld als het gemiddelde van de 6 laatst bekende deel-u-rendementen. Dit maandrendement geldt voor de volgende kalendermaand.
Artikel 3 | Overrentedeling 1
Aan het einde van ieder jaar stelt de verzekeraar voor verzekeringen waarop deze voorwaarden van toepassing zijn de hoogte vast van de toe te kennen overrente. De verzekering moet daartoe minstens 20 jaar van kracht zijn geweest.
2
Basis voor de overrente is de op de rekenrente vastgestelde voorziening verzekeringsverplichtingen van de per 31 -27-
Voorwaarden voor de verzekering van dotaties bij arbeidsongeschiktheid
Artikel 1 I Algemeen
Artikel 5 | Inwerkingtreding
1
Deze voorwaarden zijn van toepassing als op de polis staat Dotatieverzekering.
2
De voorwaarden voor de verzekering van vrijstelling van premiebetaling, blz. 20 tot en met blz. 22, zijn van overeenkomstige toepassing voorzover daarvan niet in deze voorwaarden wordt afgeweken.
Deze voorwaarden zijn in werking getreden op 1 januari 2009 en vervangen de voorwaarden en aanhangsels die per een eerdere datum zijn afgegeven, zijnde: - 011D Dotatieverzekering - Voorwaarden van arbeidsongeschiktheidsverzekering Dotatieverzekering - Polisaanhangsel Prijs Prestatie Pensioen (Dotatieverzekering), nummer 84.
3
Daar waar in de voorwaarden voor de verzekering van vrijstelling van premiebetaling wordt gesproken van vrijstelling van premiebetaling, dient voor de toepassing van deze voorwaarden ’periodieke uitkeringen’ te worden gelezen.
Artikel 2 I Inhoud van de verzekering 1
De verzekering maakt onderdeel uit van een combinatie van pensioenverzekeringen bij de verzekeraar.
2
De verzekering voorziet in de dekking van een periodieke uitkering ter financiering van pensioenaanspraken, vanaf aanvang arbeidsongeschiktheid van de verzekerde.
3
Met arbeidsongeschiktheid wordt bedoeld, arbeidsongeschiktheid vast te stellen door de verzekeraar, aan de hand van de verstrekte informatie, ontvangen van medische en andere deskundigen.
4
Het te verzekeren bedrag bedraagt maximaal €150.000,(niet geïndexeerd).
Artikel 3 I Periodieke uitkeringen 1
De periodieke uitkeringen vinden plaats, indien én zodra én zolang vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid wordt verleend.
2
De verzekeringnemer is begunstigde voor de periodieke uitkeringen met dien verstande dat de beschikbare periodieke uitkeringen direct en rechtstreeks door de verzekeraar dienen te worden aangewend voor de financiering van pensioenopbouw, bij de verzekeraar.
3
De periodieke uitkeringen vinden plaats indien en zolang de mate van arbeidsongeschiktheid tenminste 45% bedraagt. bij een mate van arbeidsongeschiktheid van:
bedraagt de periodieke uitkering:
45% tot 65% 65% of meer
50% 100% van het verzekerd bedrag
Artikel 4 I Premiebetaling Indien en zolang er sprake is van (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid van de verzekerde, is de premie (gedeeltelijk) voor de verzekering van de periodieke uitkeringen niet verschuldigd. -28-
Voorwaarden voor de verzekering van een ongevallenkapitaal (DUBO)
Artikel 1 I Algemeen
Artikel 5 I Uitsluitingen
1
Deze voorwaarden zijn van toepassing als op de polis staat ongevallenkapitaal.
2
Daar waar deze voorwaarden afwijken van de algemene voorwaarden, gelden deze voorwaarden.
3
De verzekering van een ongevallenkapitaal kan niet zelfstandig bestaan.
Geen uitkering vindt plaats indien het ongeval een gevolg is van: a een ziekelijke toestand, waarin de verzekerde verkeerde, of van een geestelijke of lichamelijke afwijking die bij hem op het ogenblik van het ongeval reeds bestond; b opzet of grove schuld van de verzekerde respectievelijk begunstigde; c het verblijf in militaire dienst, voor zover het ongeval hem is overkomen in en door de dienst; d oorlogshandelingen; e atoomkernreacties en/of radio-activiteit, tenzij toegepast voor medische behandeling; en bovendien, tenzij het risico daarvan op verzoek van de verzekeringnemer of verzekerde uitdrukkelijk is meeverzekerd, als het ongeval het gevolg is van: f het verblijf in een luchtvaartuig, tenzij als passagier van een luchtvaartuig, ingericht voor passagiersvervoer en bestuurd door een voldoende gebrevetteerde piloot, indien dit luchtvaartuig ten tijde van het ongeval gebruikt werd door: 1 een tot de exploitatie van een luchtvaartuigbedrijf toegelaten particuliere onderneming of staatsinstelling; 2 een onderneming ten behoeve van haar eigen bedrijf binnen Europa en Noord-Amerika; g de uitoefening van boks-, duik-, worstel-, ijshockey-, rugby-, bergbobslee- en skisport (behalve als bij de uitoefening van die sport geen wedstrijdelement aanwezig is) alsmede bij de beoefening van sport waarvoor betaling wordt ontvangen, voorbereiding van en deelneming aan snelheidswedstrijden of recordritten met motorrijtuigen, skelters, te paard, per rijwiel of per motorboot; h het verrichten van diensten, al dan niet in korpsverband, ten behoeve van brandweer, bescherming bevolking, reddingwezen of politie.
Artikel 2 I Begripsbepalingen a
b
c d
einddatum: de einddatum van de verzekering, als bedoeld in artikel 1, onder n van de algemene voorwaarden Individueel Pensioen; hoofdverzekering: de verzekering, als bedoeld in artikel 1, onder n van de algemene voorwaarden Individueel Pensioen; ongevallenkapitaal: het kapitaal dat in de polis als zodanig is aangegeven; verzekerde: degene, als bedoeld in artikel 1, onder m, van de algemene voorwaarden Individueel Pensioen.
Artikel 3 I Begrip ‘ongeval’ Onder ongeval wordt verstaan een van buiten inwerkende gebeurtenis, waardoor een zodanig geneeskundig vast te stellen letsel ontstaat, dat dit de dood tengevolge heeft. Met ongeval wordt gelijkgesteld: a ook bij afwezigheid van lichamelijk letsel: verbanding, bevriezing, verdrinking, verstikking, zonnesteek, lichamelijke uitputting, verhongering en verdorsting tengevolge van onvrijwillige afzondering van de buitenwereld; b acute vergiftiging door het onvrijwillig binnenkrijgen van gassen, dampen, vloeistoffen, vaste stoffen en vreemde voorwerpen, doch niet voedselvergiftiging en vergiftiging door het binnenkrijgen van ziektekiemen (tenzij ten gevolge van een onvrijwillige val in het water of andere vloeistof) of allergenen, geneesmiddelen (tenzij bij medische behandeling terzake van een ongeval), alcohol, narcotica, of nicotine; c wondinfectie of bloedvergiftiging, ontstaan in verband met een ongeval in de zin van de polis; d de gevolgen van fouten bij een medische behandeling, welke rechtstreeks in verband staat met een ongeval.
Artikel 6 I Termijn van kennisgeving van een ongeval 1
Indien de verzekerde tengevolge van een ongeval overlijdt, dient de verzekeraar daarvan zo spoedig mogelijk door de begunstigde in kennis te worden gesteld.
2
Bij de kennisgeving dienen tevens de bijzonderheden schriftelijk te worden medegedeeld, w.o. aard, plaats, tijd en oorzaak van het ongeval en de omstandigheden waaronder het plaats had, en dienen de namen van de bij het ongeval aanwezige getuigen te worden opgegeven.
3
De verzekeraar heeft het recht de uitkering te weigeren indien aan het bepaalde in dit artikel niet is voldaan, indien daardoor de oorzaak van het overlijden niet meer is te achterhalen.
Artikel 4 I Einde verzekering De verzekering eindigt als: a de hoofdverzekering eindigt, doch uiterlijk op de eerste dag van de maand volgend op de dag waarop de verzekerde de 65-jarige leeftijd bereikt; b de premiebetaling van de hoofdverzekering eindigt, anders dan wegens arbeidsongeschiktheid van de verzekerde of voldoening van de contante waarde van toekomstige premies van de hoofdverzekering.
Artikel 7 I Onderzoek naar de oorzaak van het overlijden De verzekeraar moet in de gelegenheid worden gesteld een onderzoek naar de doodsoorzaak in te stellen en alles te verrichten wat hij daartoe dienstig acht, in het bijzonder om van de daarbij betrokken instanties de benodigde vergunningen te verkrijgen.
-29-
Artikel 8 | Inwerkingtreding Deze voorwaarden zijn in werking getreden op 1 januari 2009 en vervangen de voorwaarden DUBO Ongevallenkapitaal die per een eerdere datum zijn afgegeven.
-30-
-31-
www.centraalbeheer.nl
Prins Willem-Alexanderlaan 651 Postbus 700 7300 HC Apeldoorn
26019 09.04