19e jaargang september 2008
3
Verzekeringen en financiën
Financiële expertise vind je bij veel banken. Het AIOS-pakket niet. Als arts in opleiding tot medisch specialist verkeer je financieel gezien in een bijzondere positie. Het inkomen stijgt nauwelijks terwijl relatief hoge kosten worden gemaakt. CenE Bankiers beseft dat als geen ander. Daarom is er het AIOS-pakket: een breed pakket met bancaire diensten en verzekeringen, speciaal voor AIOS. Aantrekkelijke voordelen van het pakket zijn o.a. een kosteloze rekening-courant met ruime kredietmogelijkheden en gunstige op de toekomst afgestemde hypotheekvoorwaarden. Tijdens je periode als AIOS is deze hypotheek volledig aflossingsvrij, zodat je kosten zo laag mogelijk blijven. Wil je meer weten, bel dan Susanne Versteege, via telefoon (030) 659 90 35 of kijk op www.cenebankiers.nl.
CenE Bankiers is onderdeel van Van Lanschot Bankiers.
VOOR PROFESSIONALS IN DE MEDISCHE SECTOR
VOORWOORD
Colofon Redactie Erna Beers, hoofdredacteur Daniëlle Jansen, eindredacteur Saskia Bulk Nanda Glimmerveen Lisette Kunz Jocea Michels Robert Minnee Janine Nuver Ralph Hartman, adviseur Redactieadres Bureau LAD public relations Postbus 20058 3502 LB Utrecht T (030) 670 27 02 F (030) 670 27 00 E
[email protected] Dagelijks bestuur LVAG Ronne Mairuhu, voorzitter Bram Jacobs, vicevoorzitter Ingrid Desar, secretaris Floris Ferenschild, penningmeester Miraude Adriaensen, lid Babette van Hees, lid Renske Scheenstra, lid Ilja de Vreede, lid Secretariaat LVAG Postbus 20058 3502 LB Utrecht T (030) 670 27 01 F (030) 670 27 00 E
[email protected] I www.lvag.nl Uitgever LVAG, Utrecht Pre-press en drukwerk Drukkerij Het Centrum Utrecht BV
Een themanummer over financiën en verzekeringen. Taaie kost, een noodzakelijk kwaad, bergen papierwerk. Allerlei negatieve associaties roept het bij mij op. Het is niet bepaald mijn hobby om me ermee bezig te houden. En daarin sta ik vast niet alleen. De redactie heeft diverse adviseurs het hemd van het lijf gevraagd, zodat je in korte tijd heel veel informatie bij elkaar hebt. Je weet straks wat je moet en kan regelen als je in opleiding bent, maar ook als je bijna klaar bent. Verder bespreken we het onderwerp arbeidsongeschiktheid. Wanneer moet je nu iets regelen en waarom? De geïnterviewden zijn adviesbureaus, banken en verzekeraars die zich speciaal richten op aios en medisch specialisten. Allemaal hebben ze een advertentie in deze aios geplaatst, waar je hun contactgegevens kunt vinden. Voor alle duidelijkheid: de artikelen zijn door de redacteurs geschreven en door de hoofd- en eindredactie goedgekeurd. Dan weet je dat er wel degelijk door onafhankelijke personen naar een objectief beeld is gestreefd. Dat staat bij het bestuur en de redactie namelijk hoog in het vaandel! Het LVAG-bestuur heeft evenmin stilgezeten. Het verenigingsnieuws brengt je weer helemaal op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op opleidingsgebied. In het PWG-verslag vind je een belangrijk stuk over de Europese Arbeidstijdenregeling. Daarnaast lees je er meer over de ontwikkelingen rondom Europese examens en wat drie jaar voorzitterschap van Portugal heeft opgeleverd. Natuurlijk kun je ook nog even achterover hangen en genieten van een ontspannend stukje over Ernst Moro, in de vaste rubriek Geneesheer. Alle potentiële Meesters en Leerlingen waren op vakantie, dus deze rubriek hebben we deze keer helaas moeten laten vervallen. Veel plezier met deze leerzame AIOS! Erna Beers
Fotografie omslag Jeroen van den Boer Ontwerp Advertentie-exploitatie Toverspreuk Creatieve Communicatie Sabine Kaim Marieke Stegenga Hooghiemstraplein 121 3514 AZ Utrecht T (030) 271 43 30 F (030) 271 02 65 M 06 21 81 57 88 E
[email protected] I www.toverspreuk.com
Inhoud Vernieuwing opleidingsplannen Overgang van perifeer naar academisch en vice versa: de consequenties Wat moet je allemaal regelen als aios? Waar moet je op letten bij het regelen van een stage? Verzekeringen en financiën: aandachtspunten voor de startend specialist Arbeidsongeschiktheid overkomt alleen anderen ... of toch niet? PWG-vergadering in Bergen, Noorwegen Nieuwe voorzitter van De Jonge Orde: Wouter Bóza Geneesheer: Ernst Moro Column: Niets te klagen?
pag. 2 4 6 10 14 16 18 21 22 24
AIOS 3 - 19e jaargang september 2008
1
VERENIGINGSNIEUWS
Aan het vernieuwen van de opleidingsplannen is het afgelopen jaar hard gewerkt. Het accent zal de komende tijd komen te liggen op de implementatie ervan. Meer gestructureerde feedback en aandacht voor andere competenties dan alleen maar de medisch inhoudelijke competentie zijn onder andere terug te vinden in de nieuwe opleidingsplannen.
Vernieuwing opleidingsplannen De vernieuwingen zullen meer tijd vragen van opleiders en gepaard gaan met de nodige kosten. Deze aspecten kwamen uitgebreid aan bod tijdens de openbare jaarvergadering van de LVAG die op 18 juni 2008 in het UMC Utrecht werd gehouden. Tijdens deze algemene ledenvergadering lichtte het dagelijks bestuur het algemeen jaarverslag 2007 toe en werd het beleidsplan 2008-2009 gepresenteerd (zie hiervoor het overzicht op de volgende pagina). Daarnaast werd een uitgebreid overzicht gegeven van de meest actuele onderwerpen, waaronder de kwaliteitsindicatoren, het Opleidingsfonds, de LVAG-website en de onderzoeken naar de arbeidstijden en de werkdruk en de opleidingskosten. Kwaliteitsindicatoren en Opleidingsfonds Een CBOG-werkgroep houdt zich bezig met het ontwikkelen van kwaliteitsindicatoren voor de medisch specialistische vervolgopleidingen. De werkgroep had veel tijd nodig om met een goed kwaliteitssysteem te komen. Het ziet er naar uit dat de eerste set van kwaliteitsindicatoren binnenkort klaar zal zijn. Een onderdeel van dit systeem gaat over het opleidingsklimaat, zoals gemeten door de inmiddels veelbesproken Dutch - Residents’ Educational Climate Test (D-RECT).
2
AIOS 3 - 19e jaargang september 2008
In juni van dit jaar zijn alle aios aangeschreven met de vraag of zij mee wilden werken aan de validatie van de D-RECT-vragenlijst. De LVAG vindt dat dit een uitermate goede ontwikkeling is omdat aan aios, buiten de vijfjaarlijkse visitaties van de MSRC om hun mening wordt gevraagd. Al eerder hebben wij je bericht over de koppeling die gemaakt gaat worden tussen de kwaliteit van opleidingen en het toewijzen van opleidingsplaatsen. Goede opleidingsinrichtingen krijgen meer aios; slechte opleidingsinrichtingen zullen het met minder aios moeten doen. Deze koppeling leidde tot vragen onder opleiders, bestuurders en aios. Dat merkten we binnen de verschillende commissies, het aantal e-mails dat we ontvingen en tijdens de openbare jaarvergadering. Het CBOG heeft inmiddels besloten, het verzoek van het ministerie van VWS om 20 procent van de instroomplaatsen heelkunde (n=11) en interne geneeskunde (n=34) voor 2009 toe te wijzen op basis van kwaliteitscriteria, niet te kunnen honoreren. Deze geoormerkte plaatsen worden doorgeschoven naar de toewijzing voor 2010. Bram Jacobs heeft de ‘FAQ’ met betrekking tot het Opleidingsfonds op een rij gezet. De vragen en ant-
woorden kun je op onze website en verderop in deze uitgave lezen. Onderzoek arbeidstijden en kosten vervolgopleiding De Arbeidsinspectie heeft samen met de Inspectie Gezondheidszorg in dertig ziekenhuizen onderzoek gedaan naar de werktijden, werkdruk, psychosociale arbeidsbelasting et cetera onder aios. De analyse is afgerond en het wachten is op de onderzoeksresultaten. Wij gingen ervan uit dat er eind juli een rapport zou liggen, maar zowel de Arbeidsinspectie als de Inspectie voor de Gezondheidszorg gaven aan meer tijd nodig te hebben om een volwaardig rapport te kunnen schrijven. De LVAG wordt vóór de openbaarmaking ingelicht en zal haar standpunten vroegtijdig formuleren, zodat we de media op een heldere en duidelijke wijze te woord kunnen staan. In de vorige twee nummers kon je lezen dat organisatieadviesbureau Berenschot door het ministerie van VWS is gevraagd de kosten van de medisch specialistische vervolgopleidingen in kaart te brengen. De inmiddels afgeronde pilots laten zien dat de resultaten van een dergelijk onderzoek niet eenduidig zijn te interpreteren. Het is twijfelachtig of het onderzoek nu landelijk wordt uitgezet.
VERENIGINGSNIEUWS
Beleidspunten LVAG 2008-2009 • Adequaat afronden van de enquête Bevlogenheid onder aios (inhoudelijk, publicitair en financieel) • Opzetten en uitvoeren van een nieuwe enquête Jonge Klaren • Onderzoek naar haalbaarheid en eventueel opzet van een enquête Anios - eerstejaars aios • Blijvende activiteit rondom de Arbeidstijdenwet en bewaken Europese ontwikkelingen • Voortzetten van de inbreng van de LVAG op Europees niveau via de PWG • Uitdragen visie op actuele ontwikkelingen: kostprijsonderzoek opleidingen (onderzoek Berenschot), kwaliteitsindicatoren, common trunk, het CBOG, het Opleidingsfonds, SEH-geneeskunde en nieuwe beroepen in de gezondheidszorg • Uitdragen visie op en kritische houding ten aanzien van de modernisering van de medische vervolgopleidingen via (werkgroep) CCMS en BBOV • Blijvend informeren van aios over de modernisering van de opleidingen, mede door een blijvende bijdrage, ook financieel, aan inhoud en organisatie van het terugkerende symposium Teach the aios • Uitbreiden van de informatievoorziening aan aios over de mogelijkheden om problemen in het kader van arbeidsomstandigheden en opleiding aanhangig te maken • Inzetten op het recht van aios om de medisch specialistische vervolgopleidingen parttime te kunnen volgen • Vertegenwoordiging juniorverenigingen en aios in CCMS, MSRC, LAD, BBOV, projectgroep Kwaliteitsindicatoren, Capaciteitsorgaan en Orde van Medisch Specialisten en bij het ministerie van VWS • Onderhouden en optimaliseren contacten met de LAD, de Jonge Orde en de Orde van Medisch Specialisten • Aangaan van nieuwe contacten met de KNMG en het CBOG • Verzending tijdschrift AIOS aan de leden van alle juniorverenigingen • Bijdrage aan inhoud, organisatie en pr, van de twee ‘Aios-dagen’ per jaar samen met de Orde en de Jonge Orde • Continueren rondgang juniorverenigingen en aios-verenigingen academische centra om ze over verschillende zaken te informeren • Modernisering en vervolgens blijvend onderhoud van website en verhogen pr t.b.v. LVAG en AIOS • Continueren beleidsweekend dagelijks bestuur
Europese werktijden Op Europees niveau wordt gewerkt aan een aantal aanpassingen van de European Working Time Directive (Europese werktijdenregeling). Deze wijzigingen betreffen onder andere het onderscheid tussen actieve en inactieve ‘on-call time’. Daarnaast wil men de zogeheten opt-out introduceren. Zorgelijke ontwikkelingen waar de KNMG, LAD en LVAG gezamenlijk schriftelijk bezwaar tegen hebben gemaakt. De brief staat op onze website en een uitgebreid verslag van de PWGvergadering waarin dit onderwerp is besproken kunt u verderop in deze editie van AIOS terugvinden.
officiële instanties en de media. Nadat vorig jaar dit tijdschrift een gedaantewisseling onderging, was het nu de beurt aan de website. Zoals gebruikelijk staan op de vernieuwde site (achtergrond)informatie over vergaderschema’s, digitale exemplaren van ons verenigingsblad, verslagen over Europese ontwikkelingen en informatie over de arbeidstijden. Met de nieuwe site wil het bestuur ontwikkelingen op het gebied van het Opleidingsfonds, regelgeving, parttime werken en zwangerschap toegankelijker en meer up-to-date voor je maken. De nieuwe website gaat in oktober online.
Website Onze website blijkt steeds meer een belangrijke bron voor informatie; niet alleen voor aios, maar ook voor
Bestuurswisseling De openbare jaarvergadering betekende zowel het einde van het voorzitterschap van Bram Jacobs
als de webactiviteiten van Ben Swinkels. Bram Jacobs heeft de voorzittershamer overgedragen aan ondergetekende, maar blijft (gelukkig) als vicevoorzitter voor de LVAG actief. Ben Swinkels heeft recent zijn opleiding tot cardioloog in Nieuwegein afgerond en moest daarom zijn functie als webmaster neerleggen. Hij heeft zich jarenlang ingespannen om de website van de juiste informatie te voorzien. Onze bescheiden collega heeft dit met een enorme stille gedrevenheid gedaan. Mede door zijn inbreng is de website uitgegroeid tot een veelbezochte bron van informatie. Wij wensen Ben veel succes met zijn werk als medisch specialist. Ronne Mairuhu, voorzitter
AIOS 3 - 19e jaargang september 2008
3
THEMA
Overgang van perifeer naar acad de consequenties Opgeleid worden tot medisch specialist in één opleidingsinstituut: voor de meeste opleidingen is dit een zeldzaamheid. De opleiding valt uiteen in delen die in een aantal opleidingsinstituten gevolgd worden. Dit zijn doorgaans universitair medische centra (academische ziekenhuizen) en perifere (algemene) ziekenhuizen. Wat betekent het concreet als je tijdens je opleiding ‘verhuist’ van een perifere naar een academische kliniek of andersom? Een kort overzicht.
In de perifere opleidingsinstellingen is afgesproken dat de arbeidsduur voor artsen in opleiding tot medisch specialist (aios) gemiddeld 38 uur per week is. In het kader van de opleiding mag de werkweek gemiddeld maximaal 48 uur per week bedragen. In de umc’s bedraagt de volledige arbeidsduur voor aios gemiddeld maximaal 46 uur per week. Een minimaal verschil met dien verstande dat onze ervaring leert dat het aantal avond- en nachtdiensten in de perifere ziekenhuizen beduidend hoger ligt dan in de umc’s.
Tabel 1. Salaris aios Cao UMC* Schaal 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Salaris 2937 3047 3154 3272 3380 3485 3594 3714 3832 3944 4054
Cao Ziekenhuizen° Schaal Salaris 0 2929 1 3052 2 3168 3 3300 4 3426 5 3556 6 3680 7 3792
* Cao UMC 2008-2011. Bedragen gelden vanaf 1 maart 2008. Verdient een aios in een algemeen ° Cao Ziekenhuizen 2008-2009 ziekenhuis meer dan in een umc? Ervaring als arts-onderzoeker en werkzaamheden uitge“Door het ‘verhuizen’ kun je het recht verliezen op parttimewerk en voerd als anios of basisarts tellen zowel in de perifere als ouderschapsverlof.” in de academische ziekenhuizen volledig mee in de inschaling. Dit betekent echter dat aios in de periferie ORT). In de academische ziekenhuizen werden de onresneller tegen hun plafond aanlopen (zie tabel 1). Dat gelmatige diensten namelijk tot 1 januari 2008 niet heeft weer te maken met het aantal periodieken binnen vergoed. Met de nieuwe cao is dit rechtgetrokken. Bij de Cao Ziekenhuizen. Met het ‘verhuizen’ naar een ander de berekening van de vergoedingen voor onregelmatige opleidingsinstituut zal je moeten onderhandelen over je diensten wordt uitgegaan van het uurloon. De perceninschaling. Neem daarbij je ervaringsjaren als onderzoetages ORT vind je terug in tabel 2 (zie hiervoor de volker, anios maar ook als aios mee. Hier heb je recht op! gende pagina). Tot voor kort waren er financiële verschillen die in het nadeel werkten van aios werkzaam in umc’s (soms subHeb je altijd recht op ouderschapsverlof? stantieel). Dit had veelal te maken met de toelage voor Nee! Je hebt recht op (onbetaald) ouderschapsverlof onregelmatige diensten (onregelmatigheidstoeslag: indien je minimaal één jaar in dienst bent bij je huidige
4
AIOS 3 - 19e jaargang september 2008
THEMA
emisch en vice versa: Tabel 2. Toelage onregelmatige diensten Cao UMC*
Cao Ziekenhuizenº
Maandag t/m vrijdag tussen 00.00 uur en 07.00 uur en na 20.00 uur, alsmede voor de uren op zaterdag tussen 00.00 uur en 08.00 uur en na 12.00 uur
47%
Maandag t/m vrijdag tussen 06.00 uur en 07.00 uur en tussen 20.00 uur en 22.00 uur
22%
Zon- en feestdagen
72%
Zaterdag tussen 06.00 uur en 08.00 uur en tussen 12.00 uur en 22.00 uur
38%
Maandag t/m vrijdag tussen 00.00 uur en 06.00 uur en tussen 22.00 en 24.00 uur Zaterdag tussen 00.00 uur en 06.00 uur en tussen 22.00 en 24.00 uur
47%
Zon- en feestdagen tussen 00.00 uur en 24.00 uur en op 24 en 31 december tussen 18.00 uur en 24.00 uur
60%
52%
* Cao UMC 2008-2011. Bedragen gelden vanaf 1 maart 2008. ° Cao Ziekenhuizen 2008-2009 werkgever (Wet arbeid en zorg). Bij verandering van werkgever verlies je automatisch dit recht. Ouderschapsverlof kun je voor ieder kind tot acht jaar eenmalig aanvragen. Het totaal aantal uren ouderschapsverlof bedraagt dertien keer de arbeidsduur per week. In de Cao UMC is er een ouderschapsverlof mogelijk waarbij je het minimumloon betaald krijgt tijdens het verlof. Deze optie is niet voorhanden in de algemene ziekenhuizen. Hoe zit het met parttimewerk? Je hebt recht op parttimewerk volgens de Wet aanpassing arbeidsduur wanneer je minimaal één jaar in dienst bent van een werkgever. Wissel je van werkgever, dan verlies je het recht op deeltijdwerk voor minimaal één jaar. Iets dus om tijdig te bespreken! Daarnaast staat in het Kaderbesluit CCMS dat er vanuit opleidingsperspectief geen reden is voor de werkgever/opleider om aan een verzoek tot deeltijdwerk niet tegemoet te komen. Verzekering Wanneer aios gedurende hun opleiding bij een academisch ziekenhuis uit dienst gaan en bij een algemeen ziekenhuis in dienst treden dan kunnen zij de UMC Zorgverzekering voor zichzelf en familieleden voortzetten als ware zij in dienst gebleven bij het umc. Zij behouden dus gedurende hun opleiding de collectiviteitskorting. Navraag bij zorgverzekeraar IZZ leert dat het vice versa niet het geval is.
Pensioenen De pensioenen van werknemers van de academische ziekenhuizen worden beheerd door pensioenfonds ABP; in de algemene ziekenhuizen door Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW; voorheen: PGGM). Wisselen van werkgever betekent in principe dus ook veranderen van pensioenfonds. Dit kan eventueel leiden tot pensioenbreuk. Het is raadzaam om tijdig met je eigen pensioenfonds of financieel adviseur contact op te nemen om te bezien of en hoe dit is op te vangen.
“Aios werkzaam in umc’s hebben financieel gezien geen slechtere positie.” Conclusie Het mag duidelijk zijn dat het overstappen van opleidingsinstelling de nodige consequenties kan hebben. Wees je hiervan bewust! Indien je voor kortere tijd naar een andere instelling gaat (minder dan zes maanden) dan is een detacheringsovereenkomst een goede optie. Ook met de introductie van het Opleidingsfonds is dit nog altijd mogelijk. De voorheen achtergestelde financiële positie van aios werkzaam in umc’s lijkt met de huidige cao-afspraken weggewerkt te zijn. Ronne Mairuhu, voorzitter Bram Jacobs, vicevoorzitter
AIOS 3 - 19e jaargang september 2008
5
THEMA
Wat moet je allemaal regelen als Eindelijk, je bent in opleiding! Maar welke financiële zaken moet je dan eigenlijk allemaal regelen? Vier experts scheppen helderheid. Aan het woord komen P. Fruytier, regiospecialist voor medici van de ABN Amro Bank, F. Luijben, VVAA assurantieadviseur voor medici, S. Versteege, healthcare banker bij CenE Bankiers en D. de Vries, van Kuijkhoven Adviesgroep.
Waartegen moet ik me in het algemeen verzekeren? VVAA: “Er zijn diverse verzekeringen. Een inboedelverzekering, voor de zaken die zich in de woning bevinden. Een opstalverzekering, nodig bij een eigen woning, dekt schade aan de woning zelf. Bij een autoverzekering heb je de verplichte WA (wettelijke aansprakelijkheid), beperkt casco (dekt tegen diefstal en ruitbreuk) of volledig casco. Wanneer je regelmatig naar het buitenland gaat, is een doorlopende reisverzekering zinvol. Bij VVAA vallen zakelijke reizen, zoals congressen, ook onder de particuliere reisverzekering.” Kuijkhoven: “Je kunt je voor bijna alles verzekeren: van je dierbare huisdier tot je eigen huis, een verzekerd kapitaal op het leven van jezelf of je partner bij overlijden, voor ziektekosten, voor gebeurtenissen tijdens je vakantiereis.” CenE Bankiers: “Sinds circa 2,5 jaar hebben we een AIOS-pakket, speciaal afgestemd op de specifieke omstandigheden van de doelgroep. In dit pakket is een scala aan algemene verzekeringen opgenomen op het gebied van ongevallen, motorrijtuigen, wonen, personen, reizen en recreatie. Alle verzekeringen worden ondergebracht bij Van Lanschot Chabot, onze partner in verzekeringen.” ABN Amro: “Medische klanten hebben bij ABN AMRO een preferred banker, als contactpersoon voor alle financiële zaken, zowel zakelijk als privé. Hij of zij beschikt over adequate kennis van de medische sector. Daarnaast zijn er regiospecialisten voor medici, die opgeleid zijn voor complexe financieel-medische vraagstukken.”
Waartegen moet ik me verder verzekeren als medicus? De rechtsbijstand-, aansprakelijkheids- en de arbeidsongeschiktheidsverzekering worden door alle adviseurs
6
AIOS 3 - 19e jaargang september 2008
genoemd. Deze verzekeringen zijn in een aantal gevallen specifiek afgestemd op de medicus. Zo moet je als arts eerste hulp verlenen als iemand op straat onwel wordt. Als die persoon jou aanklaagt omdat er iets is misgegaan, dan heb je namelijk niks aan een gewone aansprakelijkheidsverzekering. ABN Amro: “Voor het adviseren van aios gaan we uit van de behoefte van de klant. We inventariseren welke risico’s de klant loopt en welke risico’s verzekerd moeten worden. De rechtsbijstand- en de aansprakelijkheidsverzekering zijn de meest gangbare verzekeringen. Daarnaast is de arbeidsongeschiktheidsverzekering een belangrijke verzekering. Je kunt je tijdens de opleiding al voor een basisbedrag verzekeren. Zodra je klaar bent met de opleiding wordt het te verzekeren bedrag afgestemd op je persoonlijke situatie. Voor snijdende specialismen zijn er mogelijkheden om je handen extra te verzekeren.” CenE Bankiers: “We hebben ook rekening gehouden met de speciale wensen van de medicus. Zoals de aansprakelijkheidsverzekering, die is aangevuld met de zorgplichtdekking, voor de hulpverlening op straat. In het pakket zit ook een rechtsbijstandverzekering met BIGdekking. En er is een speciale arbeidsongeschiktheidverzekering voor aios ontwikkeld die los van kredietfaciliteiten staat. Onze arbeidsongeschiktheidsverzekering keert een bedrag uit bovenop de uitkering die vanuit de WIA (Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen) wordt verstrekt.” VVAA: “Een aansprakelijkheid particulier met EHBOdekking is noodzakelijk voor hulpverlening bij een ongeval. Verricht je namelijk buiten je werk nog andere werkzaamheden voor eigen risico, zoals keuringen, dan dien je ook beroepsaansprakelijkheid mee te verzekeren. De rechtsbijstandverzekering kun je uitbreiden met dekking voor het regionaal tuchtcollege. Een ongeval-
THEMA
aios?
lenverzekering kun je afsluiten als je sterk afhankelijk bent van een aantal ledematen bij de uitoefening van je beroep, zoals bij snijdende specialisten. Een arbeidsongeschiktheidsverzekering als aanvulling op de WIA is noodzakelijk. De dekking die we adviseren is beroepsdekking, dit betekent dat op het moment dat je geen aios meer kan zijn, vanwege je gezondheid, er al een uitkering gaat plaatsvinden. Dit in tegenstelling tot de WIA, waar de algemene verdiencapaciteit van de persoon vastgesteld gaat worden.” Kuijkhoven: “Enkele verzekeringen zijn van belang. Een arbeidsongeschiktheidsverzekering is onontbeerlijk. Tijdens je opleiding geeft het invaliditeitspensioen van ABP en PGGM in combinatie met de WULBZ (Wet Uitbreiding Loondoorbetalingsverplichting bij Ziekte) normaliter voldoende dekking. Rechtsbijstand is een noodzakelijke verzekering. Als je als gevolg van medisch handelen, zowel binnen als buiten het opleidingsbestek aansprakelijk gesteld wordt, is de beroepsaansprakelijkheid een noodzakelijke verzekering.”
Wat zijn de beste spaarmogelijkheden? CenE Bankiers: ”Er zijn diverse mogelijkheden, zoals spaarrekeningen, spaardeposito’s of beleggingsproducten. Speciaal voor medici (in opleiding) is er Online
Sparen Medici. Met deze flexibele spaarrekening beschik je over een extra aantrekkelijk rentetarief. Maar kredietverlening is voor aios ook heel interessant. Het inkomen van een aios blijft namelijk achter op de inkomsten van een academicus van dezelfde leeftijd. Om in dit verschil tegemoet te komen, kun je bij ons een rekening openen met een krediet tot maximaal negentigduizend euro. Het krediet wordt individueel bepaald en bestaat uit een eventueel bestaand krediet dat we overnemen, plus voor ieder opleidingsjaar tienduizend euro.” ABN Amro: ”In het algemeen zijn aios nog niet toe aan geld overhouden. Mocht hiervoor wel ruimte zijn, dan kun je dat opzijzetten op een spaarrekening of gaan beleggen. Het is wel belangrijk om naar de nabije toekomst te kijken en welk risico je wilt en kunt lopen. Leg je nog niet teveel vast, aangezien er na de opleiding ook op financieel gebied veel gaat veranderen.” VVAA: “Dit is zeer persoonsgebonden. Hierbij is een aantal aspecten van belang, zoals de termijn waarover je het geld kan missen; wel of niet willen beleggen; de bestemming voor het geld. Wil de klant zekerheid, kies dan voor internetsparen of deposito’s.” Kuijkhoven: “Het wordt momenteel steeds aantrekkelijker om geld op een spaarrekening te zetten. Percentages kunnen oplopen tot 5,6 procent, als je geld voor langer dan een half jaar kunt vastzetten. Het is verstandig om niet meer in te zetten dan het bedrag dat door de Nederlandse Bank wordt gegarandeerd (ca. 38.000 euro). In gevallen waar geen garantie wordt gegeven voor de inleg is de potentiële opbrengst hoger, maar het risico navenant. In dat geval moet je kunnen incasseren als het tijdelijk tegenzit.”
Waar kan ik mijn hypotheek afsluiten? Je kunt een hypotheek natuurlijk bij heel veel instellingen afsluiten. Kuijkhoven: “In alle gevallen zal een advies worden uitgebracht met een zo scherp mogelijke rente en zo weinig mogelijk aflossing. Dikwijls worden scherpe rentes aangeboden met boetebepalingen bij verkoop. Meestal ben je dan achteraf duurder uit. Kies daarom altijd voor een vorm met integrale boetevrije aflossing bij verkoop. Een belangrijk onderwerp is de verdienste van de bemiddelaar op een hypotheek. Het meeste heb je aan adviseurs, die een langdurige relatie met je willen opbouwen en er ook voor jou zijn. Dit zijn de gespecialiseerde banken en adviesbureaus.”
AIOS 3 - 19e jaargang september 2008
7
THEMA
VVAA: “Laat je vooral goed voorlichten en je niet verleiden tot hoge hypotheken. VVAA kan je adviseren en voor je bemiddelen over hypotheken. We geven veel service bij de aankoop van een woonhuis.” ABN Amro: “Tijdens de opleidingsperiode wordt vaak een huis gekocht. Ook hier spelen de persoonlijke situatie en behoeften een rol. We kijken naar het inkomen op langere termijn; dit geeft wat meer ruimte dan wat op basis van het huidige inkomen mogelijk is. Onze ervaring is dat er behoefte is aan een lage maandlast. Dat kan bijvoorbeeld door minder af te lossen, daarmee ben je flexibeler. Maar je kunt natuurlijk ook vanaf het begin aflossen.” CenE Bankiers: “Een hypotheek moet goed bij jouw situatie passen, waarbij maximaal woongenot niet mag uitmonden in te hoge maandlasten. Het AIOS-pakket omvat een gunstige hypotheek, is volledig aflossingsvrij en is zonder afsluitprovisie. Dit is uniek in de markt. Na verloop van tijd, bijvoorbeeld na afronding van de opleiding of als gevolg van een belangrijke carrièrestap, wordt de hypotheekconstructie herzien.”
je werkgever aanbiedt, maar je kunt ook zelf een regeling afsluiten.” ABN Amro: “De overheid heeft de levensloopregeling fiscaal aantrekkelijk gemaakt. Op het moment dat je het bedrag wilt opnemen, moet er wel een werkgever/ werknemer-verhouding zijn. Mocht een aios later in een maatschap gaan werken en zelfstandig ondernemer worden, is dit niet aan te raden. Als je in loondienst blijft werken is het een goede regeling.” CenE Bankiers: “Er zitten aan deze regeling toch wel beperkingen. Het opbouwen van vrije tijd in de levensloop geeft namelijk geen garanties dat je deze tijd ook van je werkgever mag opnemen. Daarnaast is er later in een maatschap geen vervolg meer op deze regeling. Wij raden daarom ook eerder de spaarloonregeling aan.” VVAA: “Wij adviseren aios meestal om nog niet aan de levensloopregeling mee te doen, zolang ze niet weten of ze na hun opleiding in loondienst of als zelfstandige gaan werken. Daarnaast blijf je als je in loondienst werkt afhankelijk van de goedkeuring van de werkgever of je je gespaarde tijd kan opnemen.”
Wat doe ik met de levensloopregeling?
Robert Minnee Erna Beers
Kuijkhoven: “Er zijn situaties waarin je even wil stoppen met werken. Bijvoorbeeld om voor je kind te zorgen, om een studie op te pakken of om een grote reis te maken. Je kunt dan deelnemen aan een levensloopregeling die
Voor meer informatie zie de advertenties elders in het blad. Illustratie: Jeroen van den Boer Ontwerp
Problemen op of vragen over je werk en/of opleiding? De LVAG vertegenwoordigt aios en anios in verschillende gremia. Hierdoor zijn wij in staat problemen waar je op je werk en/of tijdens je opleiding tegenaan loopt, bij de juiste personen aan te kaarten. Heb je vragen over of problemen op één of meerdere van onderstaande gebieden? • • • • •
Werktijden en regelgeving (bijvoorbeeld: parttime werken en zwangerschapsverlof) Opleidingsfonds en toewijzing van opleidingsplaatsen Problemen tijdens de opleiding en/of met de opleider Regelgeving van medisch specialistische vervolgopleidingen De vernieuwde opleidingsplannen en kwaliteitsindicatoren van opleidingen
Neem dan contact op met een van de leden van het dagelijks bestuur of ons secretariaat: per telefoon (030) 670 27 05 of per e-mail
[email protected].
8
AIOS 3 - 19e jaargang september 2008
Een gezonde financiële toekomst
Als medicus komt u op verschillende momenten in uw carrière in aanraking met de financieel-juridische kanten van uw beroep. Raadgevers Medische Beroepen geeft al ruim 35 jaar persoonlijk advies op maat aan beoefenaars van (para)medische beroepen. Wij begeleiden u bij uw financiële planning, verzekeringen, financieringen, hypotheken en pensioenen.
Dorpsstraat 118 3732 HL De Bilt
Ook zorgeloos uw beroep uitoefenen?
Telefoon 030 220 41 14
Neem voor meer informatie contact op met adviseurs W. van der Meer, J. van den Biggelaar, R. Meijer, N. ter Kuile of C.M.J.M. Hoek of kijk op
Telefax 030 220 27 95 E-mail
[email protected] www.raadgevers.nl
www.raadgevers.nl lid NVA-sectie medische beroepen Erkend Hypotheekadviseur
B u r o M e r k s i n ‘ s - H e r t o g e n b o s c h i s e e n a d v i e s b u r o v o o r praktijkbemiddeling, financieel advies en planning, hypotheken e n v e r z e k e r i n g e n v o o r v r i j e b e r o e p e n , zelfstandigen en directeuren (dga). Buro Merks is gespecialiseerd in medici.
-
Contracten Financieringen Aov Beroepsverzekeringen Pensioen Persoonlijke coaching
Buro Merks, al 35 jaar betrouwbaar in zakelijk advies en begeleiding van medici.
www.buromerks.nl 073 69 25 777
VERENIGINGSNIEUWS
Het bestuur van de LVAG krijgt veel vragen en meldingen over problemen die aios ondervinden bij hun pogingen om een deel van de opleiding te volgen buiten de eigen kliniek of opleidingsregio om. Hieruit blijkt vaak dat aios, maar zeker ook opleiders, niet (altijd) van de regelgeving en de (on)mogelijkheden op de hoogte zijn. We hebben de meestgestelde vragen (FAQ: frequently asked questions) verzameld en op onze website gezet. Hier een korte bloemlezing van de meestgestelde vragen en mogelijke oplossingen.
Waar moet je op letten bij het regelen van een stage? Het grootste probleem waar aios tegenaan lopen, is dat de opleider niet akkoord gaat met zijn/haar stagevoorstel. Veelgehoorde argumenten bij zo’n afwijzing hebben overigens vaak meer betrekking op financiering en bedrijfsvoering dan op de daadwerkelijke inhoud, maar daarover later meer. Hoe kun je jouw opleider overtuigen? Een goed doordacht en doortimmerd voorstel is een goed begin, want zonder goedkeuring van je opleider zal het je helaas niet lukken. Goede voorbereiding Allereerst is een goede voorbereiding van belang: waarom kies je juist voor díe stage en díe kliniek? Dat kan zijn vanwege de bijzondere expertise, de hoge kwaliteit etc. Verder is het essentieel dat wanneer je, laten we voor het gemak zeggen, een niet-reguliere stage wilt volgen - weer eens wat anders dan die eenheidsworst die je voorgeschoteld krijgt - het opleidingsplan van jouw specialisme erop na te slaan. Welke ruimte biedt dit plan om een keuzestage te volgen? Is er ruimte voor een (vrij) keuzeonderdeel en biedt je eigen kliniek geen mogelijkheden om de stage
10
AIOS 3 - 19e jaargang september 2008
van jouw voorkeur te volgen, dan heb je sterke argumenten om je heil tijdelijk elders te zoeken. Je zult begrijpen dat het lastiger wordt een (niet-)regulier stageonderdeel, dat jouw eigen kliniek wel aanbiedt, in een andere opleidingskliniek te gaan volgen. Een andere belangrijke vraag is of er precedenten zijn, en dan vooral met een goede afloop voor alle partijen. Beperk je hierbij niet tot je eigen afdeling of kliniek, maar kijk ook eens naar het landelijke aanbod: wat zijn de mogelijkheden in andere opleidingsklinieken? De juniorvereniging van jouw specialisme kan je hierbij helpen. Vergoeding Opleidingsfonds: wanneer wel/ niet? Dan is er nog de regelgeving en de daaraan gekoppelde financiering. De regelgeving met betrekking tot de opleiding tot specialist - dus ook met betrekking tot stages - staat in het Kaderbesluit CCMS. Dit is terug te vinden op de website van de KNMG (www.knmg.nl onder Opleiding & Registratie). Een stage kan in principe alleen worden gevolgd aan een MSRCerkende instelling. Daarnaast wordt
een stage in het kader van de medische specialistische opleiding alleen door het Opleidingsfonds vergoed, indien de instelling door de MSRC is erkend en wordt gevisiteerd. Iets dus om na te gaan als je een instelling hebt uitgekozen. Stages in het buitenland komen hierdoor eigenlijk nooit in aanmerking voor financiering vanuit het Opleidingsfonds. Geef verder wijzigingen in je opleidingsschema tijdig door aan het MSRC (tenminste twee maanden voordat je de stage gaat volgen). Dit is vanuit de MSRC een verplichting, maar ook van belang voor de financiering vanuit het Opleidingsfonds. Bedrijfsvoering gewaarborgd Veel keuzestages worden door opleiders afgewezen met als argument dat er geen geld is om de aios tijdelijk te vervangen. Hiermee zou de dagelijkse gang van zaken - lees de bedrijfsvoering- in het gedrang kunnen komen. Voor de LVAG is dit een oneigenlijk argument. Aios zijn productieneutraal, zo wordt landelijk onder andere door de Orde gepropageerd; dit is ook terug te vinden in diverse
VERENIGINGSNIEUWS
officiële documenten. Productieneutraal houdt in dat de productie die een aios levert - door bijvoorbeeld patiënten op een polikliniek te zien - het verlies aan productie van superviserende medisch specialisten compenseert. Met andere woorden: als een aios tijdelijk naar een andere opleidingsinstelling vertrekt voor een stage, kan de productie die de aios leverde door de leden van het opleidingsteam worden opgevangen. De aios hoeft immers niet meer te worden opgeleid. Daarmee is de continuïteit van de bedrijfsvoering gewaarborgd. Kortdurende stage via detacheringsovereenkomst Tot slot nog een belangrijke tip. Overweeg in geval van een kortdurende stage buiten je opleidingskliniek een detacheringsovereenkomst. Dit kan bij stages met een duur van minder dan zes maanden. Hierdoor blijf je officieel nog in dienst van je eigen kliniek en dit voorkomt een hoop geregel en je behoudt je opgebouwde rechten voor bijvoorbeeld deeltijdwerk en zwangerschapsverlof. Fellowships: een ander chapiter Geheel buiten de bovengenoemde problematiek staan de fellowships. Deze vinden pas plaats na de medisch specialistische vervolgopleiding en hierop is andere regelgeving van toepassing. Ook de financiering loopt (nog) niet via het Opleidingsfonds, maar via de ziekenhuisbudgetten. Een heel ander chapiter dus.
Aios-dag Zaterdag 15 november, Domus Medica te Utrecht Twee keer per jaar organiseren de LVAG, De Jonge Orde en de Orde de Aios-dag. Tijdens deze dag worden aios voorbereid op hun toekomst als medisch specialist. Een schat aan informatie vind je op de informatiemarkt en tijdens de plenaire bijeenkomst. Daarnaast zijn er workshops waarin medisch specialisten en deskundigen van de Orde een inleiding geven op het werken als medisch specialist in vrij beroep en in dienstverband en als universitair medisch specialist. Voor meer informatie zie www.orde.nl.
Bij VVAA valt altijd iets te beleven
Sluit een arbeidsongeschiktheidsverzekering en ontvang een gratis belevenis* t.w.v. € 35,Bel voor een advies of offerte (030) 247 40 55.
Heb je nog (meer) vragen na het lezen van dit artikel, schroom dan niet om contact met ons op te nemen via het secretariaat:
[email protected]. * Zie www.pluimen.nl.
Bram Jacobs, vicevoorzitter
Actie geldig tot 15 oktober 2008.
AIOS 3 - 19e jaargang september 2008
11
EEN GEZONDE PRAKTIJK START U MET HET MEDISCH PRAKTIJK PLAN EEN FINANCIEEL PLAN VOOR ZOWEL ZAKELIJK ALS PRIVÉ Een eigen praktijk. U hebt er jaren naartoe gewerkt. Maar als medisch specialist bent u niet automatisch ook gespecialiseerd in de financiële zaken die daarbij komen kijken. De juiste keuze kan al snel veel geld opleveren. En daarom heeft ABN AMRO, al dertig jaar de bank voor medici, het Medisch Praktijk Plan ontwikkeld. Samen met een preferred banker voor medici en een regiospecialist
voor medici stelt u een persoonlijk plan op waarmee u verzekerd bent van een gezonde start van uw eigen praktijk. Bovendien is het Medisch Praktijk Plan in een latere fase ook geschikt voor bijvoorbeeld de groei van uw praktijk of de financiering van een pand. Kijk voor meer informatie of het maken van een afspraak op www.abnamro.nl/medischepraktijk
MAAK NU EEN AFSPRAAK: WWW.ABNAMRO.NL/MEDISCHEPRAKTIJK
Mijn pensioen? Dát laat ik over aan een specialist! Ik wil graag een goed inzicht in mijn financiële situatie. Dat geldt ook voor mijn pensioen. • Uit welke bronnen mag ik later pensioen verwachten? • Welke gevolgen heeft deeltijd werken voor mijn pensioen? • Hoeveel pensioen ontvang ik vanaf 65 jaar? • Wat krijgen mijn nabestaanden als ik overlijd? • Wat moet ik zelf nog regelen? Op al deze vragen kan SPMS antwoord geven. SPMS is het pensioenfonds van, voor en door medisch specialisten. Dankzij SPMS zijn medisch specialisten al ruim 30 jaar verzekerd van een goed pensioen. Wilt u meer inzicht in uw huidige en toekomstige financiële situatie? Vraag dan nu kosteloos een pensioenscan bij ons aan. Voor meer informatie en het maken van een afspraak kunt u contact opnemen met onze financieel planners. Zij zijn telefonisch te bereiken op (030) 693 76 80. Mailen kan ook naar
[email protected]. Of kijk op onze website www.spms.nl.
Glimmen Rijksstraatweg 81 Glimmen T. 050 - 312 05 00
[email protected] www.kemafinancieeladviseurs.nl Capelle a/d IJssel Kanaalweg 3-7 Capelle a/d IJssel T. 050 - 312 05 00
[email protected] www.kemafinancieeladviseurs.nl
Kema Financieel adviseurs bv is een landelijk werkend financieel adviesbureau specifiek voor de medische beroepsgroep. Kenmerkend voor onze dienstverlening is het persoonlijke contact, kennis van zaken en op maat gesneden adviezen. Kema Financieel adviseurs
THEMA
Verzekeringen en financiën: aand specialist Stefan is sinds kort internist en werkt fulltime in loondienst van een umc. Hij heeft een partner zonder betaalde baan en drie kinderen. Hij heeft financieel en qua verzekeringen het een en ander geregeld. Buro Merks, Kema Financieel adviseurs, Sibbing en Wateler en Stichting Pensioenfonds Medisch Specialisten (SPMS) geven commentaar en advies.
Arbeidsongeschiktheid en overlijdensrisico Stefan is als specialist in loondienst via de werkgever collectief verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid via de Wet Inkomen en Arbeid (WIA). SPMS: “Deze verzekering heeft geen ruime dekking en keert niet snel uit; het gehanteerde arbeidsongeschiktheidscriterium is dat van de zogenaamde gangbare arbeid, waarbij opleiding en ervaring niet of nauwelijks een rol spelen. Het kan dus zinvol zijn een aanvullende arbeidsongeschiktheidsverzekering af te sluiten.” Kema: “Belangrijk is te kijken naar een verzekering die uitkeert op basis van beroepsarbeidsongeschiktheid, dus wanneer je als specialist je vak niet meer kunt uitoefenen.” Buro Merks: “Door de tariefsopbouw zijn er relatief lage premies bij jonge leeftijd.” Red.: Startende artsen zijn vaak relatief jong; het risico op arbeidsproblemen en overlijden is bij hen kleiner dan bij oudere werknemers en daarom betalen ze minder premie. Of het verstandig is om een overlijdensrisicoverzekering of levensverzekering (die uitkeert bij het in leven zijn op de einddatum of bij eerder overlijden) af te sluiten,
14
AIOS 3 - 19e jaargang september 2008
Stefans situatie Stefan: “Omdat ik enig kostwinner ben, heb ik een arbeidsongeschiktheidsverzekering en een levensverzekering afgesloten. Mocht ik gehandicapt raken of komen te overlijden, dan is er voor mijn partner en kinderen geld om het leven voort te zetten zoals dat nu gaat. Sinds ik als basisarts aan het werk ging, heb ik via de LAD een aanvullende beroepsaansprakelijkheidsverzekering afgesloten; dit is voor particuliere aansprakelijkheid en voor strafrechtelijke, tuchtrechtelijke en arbeidsrechtelijke bijstand. Als je academisch werkt, bouw je je pensioen automatisch via ABP op. Ik heb geen extra zaken geregeld om vervroegd met pensioen te kunnen gaan. Er verandert politiek nog ontzettend veel. Ik denk ook niet dat ik veel vroeger met pensioen zou willen. Als je academisch gaat werken zijn veel zaken goed geregeld door je werkgever. Voor mijn arbeidscontract heb ik niet onderhandeld over de arbeidsvoorwaarden, maar wel over de reiskosten. Ik heb geregeld dat ik na drie maanden al een periodiek omhoogga en dat scheelt aanmerkelijk. Over het arbeidscontract heb ik met oudere collega’s gesproken. Voor de arbeids- en overlijdensrisicoverzekering heb ik een niet-medisch financieel adviseur geraadpleegd. Ik heb wel dingen anders gedaan dan hij adviseerde; ik wilde bijvoorbeeld niet het beleggingsproduct dat hij voorstelde. Over welke zaken ik fiscaal af kan trekken als internist in loondienst weet ik waarschijnlijk onvoldoende.”
achtspunten voor de startend is erg afhankelijk van de persoonlijke situatie. Redenen om zo’n verzekering af te sluiten zijn bijvoorbeeld het hebben van kinderen en een eigen huis of het ontbreken van een inkomen bij de partner, zoals bij Stefan. Sibbing en Wateler: “Bij overlijden zal, indien de partner is aangemeld bij het pensioenfonds, een nabestaanden- of partnerpensioen worden uitgekeerd. De hoogte van de uitkering is afhankelijk van het reeds opgebouwde pensioen en het aantal jaren dat nog te gaan is tot 65 jaar. Daarnaast bestaat er soms recht op een uitkering volgens de Algemene nabestaandenwet (Anw), waarbij de hoogte van de uitkering ook afhangt van een eventueel inkomen van de nabestaande.” Hiernaast kan het dus nuttig zijn een overlijdensrisicoof levensverzekering af te sluiten. Aansprakelijkheid en rechtsbijstand Stefan, specialist in loondienst, is via het ziekenhuis verzekerd voor beroepsaansprakelijkheid. Hij is dus verzekerd tegen financiële gevolgen (tot een maximumbedrag), maar kan nog wel tuchtrechtelijk vervolgd worden. Daarom wordt geadviseerd een rechtsbijstandverzekering af te sluiten. Kema: “Het is bovendien belangrijk om een zogenaamde secundaire beroepsaansprakelijkheidsverzekering af te sluiten voor het geval de specialist privé aansprakelijk wordt gesteld.” SPMS: “Een medisch specialist die in de vrije vestiging gaat werken, dient zelf een beroepsaansprakelijkheidsverzekering af te sluiten.” Buro Merks: “In maatschappen dient de specialist zijn rechtsbijstandverzekering zo aan te passen, dat hij ook verzekerd is tegen geschillen met de maten.”
Een vrijgevestigde specialist kan echter diverse kosten als ondernemingskosten aftrekken, zoals personeelskosten, abonnementen/lidmaatschappen, congreskosten, auto, rente over voor de praktijk opgenomen leningen, huisvestingskosten, automatiseringskosten, et cetera. Sibbing en Wateler: “Voor persoonlijke aftrekposten (bijvoorbeeld hypotheekrente en premie voor aanvullend pensioen) is er geen verschil tussen de vrijgevestigde specialist en de specialist in loondienst.” Maatschapsovereenkomst Er zijn mogelijkheden om te onderhandelen binnen de maatschapsovereenkomst. SPMS: “In veel gevallen geldt dat er ‘goodwill’ voldaan dient te worden. De normen voor een ‘goodwillberekening’ zijn opgesteld door de Orde van Medisch Specialisten, maar door verschil in aanbod van en vraag naar jouw specialisme kan de hoogte van de te betalen ‘goodwill’ hiervan afwijken.” Overigens kan schaarste in het aanbod in je specialisme (of in je regio) ook bij werken in loondienst leiden tot wat meer onderhandelingsruimte. Mogelijk van belang voor de vrouwelijke collega’s van Stefan is de regeling voor zwangerschaps- en bevallingsverlof. In loondienst geldt een totaalverlof van zestien weken, waarin het inkomen volledig wordt doorbetaald. Sibbing en Wateler: “Vrouwelijke vrijgevestigde specialisten hebben doorgaans via hun arbeidsongeschiktheidsverzekering recht op een zwangerschapsuitkering gedurende zestien weken, mits zij twee jaar vóór de bevallingsdatum verzekerd zijn geweest.” Daarnaast kan een vrouwelijke specialist proberen in de maatschapsovereenkomst afspraken over financiën en waarneming in geval van zwangerschap vast te leggen; dit is niet standaard en kan op weerstand stuiten. Waarom een financieel adviesbureau? Als belangrijk voordeel van een financieel adviseur noemen de bureaus eensgezind hun kennis van de markt voor medisch specialisten en bijbehorende financiën en producten. Daarnaast krijgt de cliënt advies over het gehele terrein van financiën en verzekeringen. Janine Nuver
Fiscale aspecten Voor Stefan zijn weinig beroepskosten fiscaal aftrekbaar, omdat hij in loondienst is. Buro Merks: “Uitzondering is de premie voor uitbreiding van de arbeidsongeschiktheidsverzekering met beroepsdekking.”
Voor meer informatie zie de advertenties elders in het blad. Illustraties: Jeroen van den Boer Ontwerp
AIOS 3 - 19e jaargang september 2008
15
THEMA
Arbeidsongeschiktheid overkomt Natuurlijk sta je er als aios aan het begin van je carrière liever niet bij stil dat je tijdens de opleiding arbeidsongeschikt kunt raken. Feit is wel dat het iedereen kan overkomen. De hoogste tijd om hierover informatie in te winnen bij deskundigen. Aan Piet Terpstra, adviseur bij MedFinD en Ybella Dijkstra, productmanager arbeidsongeschiktheidsverzekeringen & zorgverzekeringen bij VVAA, vroeg ik hoe je arbeidsongeschiktheid kunt voorkomen; hoe je er het beste tegen kunt verzekeren en wat de kosten daarvan zijn.
Hoe zorg ik ervoor dat ik niet arbeidsongeschikt raak? ‘Voorkomen is beter dan genezen’, luidt een bekend gezegde, maar hoe zorg ik als aios ervoor dat ik niet arbeidsongeschikt raak? VVAA: “Arbeidsongeschiktheid is niet helemaal te voorkomen, maar de kans hierop kun je wel verkleinen. Naast een uitstekende arbeidsongeschiktheidsverzekering krijg je bij VVAA persoonlijke begeleiding bij eventuele klachten of onenigheid met de verzekeraar én
praktische en persoonlijke hulp in geval van blijvende arbeidsongeschiktheid. Bij arbeidsongeschikheid sta je er dus niet alleen voor.” MedFinD: “Arbeidsongeschiktheid voorkom je door gezond te eten, genoeg te bewegen en een gezonde werkbelasting. Als het toch ‘uit de klauwen dreigt te lopen’, kun je, als je via de AIOSpolis bij ons bent verzekerd, gebruikmaken van de services van Health Protection. Healt Protection biedt verschillende voorzieningen om arbeidsongeschiktheid te voorkomen. Dat gaat van coaching tot zeer praktische hulp.” VVAA en MedFinD noemen psychische problemen, bijvoorbeeld burn-out, en klachten aan het houdings- en bewegingsapparaat als meest voorkomende oorzaken van arbeidsongeschiktheid.
Waarom is het belangrijk je tegen arbeidsongeschiktheid te verzekeren? VVAA: “Als aios ben je bij arbeidsongeschiktheid verzekerd van een uitkering volgens de sociale wetgeving. Het verschil met je huidige inkomen en deze uitkering kan groot zijn. Soms wordt dit verschil door de werkgever opgevangen, maar vaak is het nodig om hiervoor zelf een verzekering af te sluiten. Een beroepsopleidingsverzekering verzekert het verschil tussen 100 procent van je loon en 70 procent van het gemaximeerde loon.” MedFinD: “Het is onwaarschijnlijk dat je dat gat kunt dichten met je spaargeld of dat familie de klap voor je kan of wil opvangen.” Zowel VVAA als MedFinD geven aan dat in principe iedereen een dergelijke verzekering kan afsluiten. VVAA voegt hieraan toe dat acceptatie voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering afhankelijk is van een medische keuring.
16
AIOS 3 - 19e jaargang september 2008
THEMA
alleen anderen ... of toch niet? MedFinD: “Bovendien geldt als voorwaarde dat er sprake moet zijn van een verzekerbaar belang (in dit geval het geldelijk inkomensbelang dat ten gevolge van arbeidsongeschiktheid kan worden aangetast).” Mocht je arbeidsongeschikt raken door privéactiviteiten, zoals sportbeoefening en heb je een arbeidsongeschiktheidsverzekering, dan keert de verzekeraar ook uit. Bij MedFinD wordt wel rekening gehouden met het type sport. Als het erg gevaarlijk is (verhoogde kans op arbeidsongeschiktheid), dan kan het zijn dat ze dit specifieke risico zullen uitsluiten.
ervaring. Voor jonge mensen is de premie laag, doordat deze fiscaal aftrekbaar is en door de hoge retourprevisie (dit laatste is het systeem waarbij MedFinD als intermediair een groot gedeelte van zijn beloning teruggeeft aan de premiebetaler).” VVAA houdt ook een slag om de arm: “De kosten worden met name bepaald door het te verzekeren bedrag in combinatie met de leeftijd. De kosten bedragen voor aios enkele honderden euro’s per jaar.” Nanda Glimmerveen Voor meer informatie zie de advertenties elders in dit blad. Illustraties: Jeroen van den Boer Ontwerp
Wat kost een arbeidsongeschiktheidsverzekering? Beide partijen geven aan dat je het beste aan het begin van je opleiding een arbeidsongeschiktheidsverzekering kunt afsluiten. Uiteraard wilde ik weten wat het kostenplaatje hiervan is. Helaas kan MedFinD geen getallen noemen. “Wij verzorgen een offerte op maat. Daarbij weegt een groot aantal factoren mee, zoals inkomen, leeftijd, beroep, eigen risico, eindleeftijd (de leeftijd waarop de verzekering eindigt), soort uitkering, soort verzekerde arbeidsongeschiktheid. Er zijn drie soorten arbeidsongeschiktheid waartegen je je kunt verzekeren. Ten eerste heb je beroepsarbeidsongeschiktheid. Hierbij gaat het om de vraag in hoeverre verzekerde zijn verzekerde beroep niet meer kan uitoefenen. Ten tweede heb je passende arbeid. Hierbij wordt beoordeeld in hoeverre verzekerde ongeschikt is voor arbeid passend bij zijn opleiding en vroegere werkzaamheden. Als laatste wordt het begrip gangbare arbeid gehanteerd: er wordt beoordeeld in hoeverre verzekerde ongeschikt is voor algemeen geaccepteerde arbeid, niet gerelateerd aan zijn arbeid of
BOUW IK ALS WAARNEMER OOK PENSIOEN OP?! Meer weten? Bel 0318 509910 en vraag naar Geert Richter of Rob Nuberg of kijk op www.kuijkhoven.nl.
Adviseurs voor het medische beroep: financiering, verzekeringen, pensioen, financiële planning, fiscaal advies. T. 0318 509910 E.
[email protected] I. www.kuijkhoven.nl
AIOS 3 - 19e jaargang september 2008
17
VERENIGINGSNIEUWS
De voorjaarsvergadering van de Permanent Working Group of European Junior Doctors, afgekort PWG, werd in mei 2008 gehouden in Bergen, Noorwegen. De aanwezigen werden welkom geheten door de burgemeester van Bergen, de president van de Norwegian Medical Association en de president van de Norwegian Junior Doctors Association. Opmerkelijk was dat alle drie de functies door een vrouw werden bekleed.
PWG-vergadering in Bergen, Noorwegen Europese Arbeidstijdenrichtlijn De Europese Arbeidstijdenrichtlijn (93/104/EC) is sinds 1993 van toepassing op werknemers van EUlidstaten. Het primaire doel van deze EU-richtlijn is de bescherming van de veiligheid en gezondheid van werknemers. Ook beoogt de wet het werknemers gemakkelijker te maken arbeid te combineren met zorgtaken en/of andere verantwoordelijkheden buiten hun baan. Aios en een aantal andere beroepsgroepen werden in 1993 uitgesloten van deze richtlijn. Per 1 augustus 2003 is de werkingssfeer van richtlijn 93/104/EC uitgebreid met richtlijn 2000/34/EC. Hierdoor vallen, sinds 1 augustus 2004, aios in de EU-lidstaten alsnog onder de Europese Arbeidstijdenrichtlijn. Sinds 2003 is men al bezig met de herziening van de European Working Time Directive (EWTD). Tijdens
18
AIOS 3 - 19e jaargang september 2008
de vergadering van de European Council (i.e. bijeenkomst van de verantwoordelijke ministers/staatssecretarissen van de EU-lidstaten en de betrokken eurocommissaris) op 9 juni 2008 bereikten de ministers van Werkgelegenheid consensus over de herziening van de EWTD. De grootste struikelblokken hierbij waren: •
•
Het wel of niet verbieden van de opt-out clausule. De optout clausule biedt werknemers op vrijwillige basis de mogelijkheid om niet onder de bescherming van de maximale gemiddelde werkweek van 48 uur te vallen. De vraag of alle uren tijdens aanwezigheid op de werkvloer in de toekomst ook onder de werktijd moet worden begrepen.
Het standpunt van het Europese Hof van Justitie over de definitie van arbeidstijd is duidelijk. Het SiMAP-arrest van het Europese Hof van Justitie (3 oktober 2000) stelt dat aanwezigheid op de werkvloer tijdens diensten als werktijd moet worden aangemerkt. Het Jaegerarrest (3 september 2003) stelt o.a. dat alle tijd die in aanwezigheidsdienst op de werkvloer wordt doorgebracht als werktijd moet worden aangemerkt, of men nu rust of arbeid verricht. Het gaf daarmee verdere invulling aan de definitie arbeidstijd. Het Pfeiffer-arrest (5 oktober 2004) bestendigde het SiMAP- en Jaeger-arrest. De nu door de European Council bereikte overeenstemming doet afbreuk aan de beoogde bescherming van werknemers. De belangrijkste aanpassingen zijn:
VERENIGINGSNIEUWS
•
•
•
•
Onderscheid maken tussen actieve en inactieve uren tijdens een dienst. Gewerkte uren tijdens diensten worden beschouwd als werktijd. Inactieve uren tijdens diensten worden alleen beschouwd als werktijd als dit op nationaal niveau via wetgeving, danwel via afspraken tussen sociale partners (cao’s) is geregeld. Maximale gemiddelde werktijd per week blijft 48 uur, tenzij de werknemer instemt met een opt-out-clausule. In dat geval is de maximale werktijd 60 uur als de inactieve uren niet worden meegerekend en 65 uur als de inactieve uren wel worden meegerekend. Referentieperiode waarover de gemiddelde maximale werkweek wordt berekend, wordt verruimd van drie naar twaalf maanden. De mogelijkheid invoeren om via nationale wetgeving en/of cao’s te bepalen wat een redelijke termijn is om dienstcompensatie (rusttijd) op te nemen na een gedraaide dienst. Dit in plaats van de huidige verplichting om een dienst binnen 72 uur na het einde van een dienst te compenseren.
Binnen de gezondheidszorg kleven aanzienlijke risico’s aan het loslaten van de bescherming van werktijden. Dit geldt zowel voor betrokken artsen als voor patiënten. De noodzakelijke lobby op Europees niveau gaat door via de Europese en nationale artsenorganisaties. Mede namens de LVAG is voorafgaand aan de vergadering van de European Council op 9 juni 2008 een brief aan minister Klink van VWS en minister Donner van SZW verstuurd. Hierin hebben we nogmaals de bezwaren van verruiming van de EWTD verwoord. Na het
bereiken van de overeenstemming is door de KNMG, LAD en LVAG een brief aan alle Nederlandse europarlementariërs gestuurd. In deze brief hebben we nog eens onze gemeenschappelijke argumenten tegen verruiming van de EWTD op een rij gezet. Nu is het de beurt aan het Europees parlement om al dan niet in te stemmen met de bereikte consensus, danwel amendementen voor te dragen. Inmiddels weten we van Zweden, Duitsland, Oostenrijk en Ierland dat óók zij hun europarlementariërs op het hart hebben gedrukt om niet in te stemmen met de voorgestelde verruiming van de EWTD. Medical Manpower in Europa Eind jaren tachtig besloot de PWG informatie te verzamelen over de demografische gegevens van artsen in Europa. Begin jaren negentig is de eerste medical manpower study verricht. De gegevens werden verkregen via de nationale delegaties die lid zijn van de PWG. Vijf jaar later is de studie herhaald. Deze studies geven belangrijke demografische gegevens over de medische professie in Europa en worden beschouwd als mijlpalen. Sinds 1996 is hiernaar en naar de consequenties hiervan voor de medical manpower planning op Europese schaal geen onderzoek meer verricht. PWG heeft stappen ondernomen om in samenwerking met de CPME opnieuw een medical manpower study te verrichten. Opleiding De UEMS (European Union of Medical Specialists), de Europese koepelorganisatie van landelijke medischspecialistenverenigingen, is onderverdeeld in medisch specialistische secties en European Boards. In iedere UEMS-sectie en European Board is statutair plaats voor een stemgerechtigd lid dat de belangen
van de junior doctors (i.c. aios) behartigt. Dit lid wordt afgevaardigd door de PWG.
Interesse? Kijk dan op http://www.juniordoctors.eu/pwg/ site/index.php?lnk=about.uems en mail naar
[email protected].
Europese examens In 2007 is de Council for European Specialist Medical Examinations (CESME) opgericht als een adviesorgaan van de UEMS en haar secties. Onderwerpen die gaan over toetsing tijdens de medischspecialistenopleiding en Europese examens worden hierin besproken. Sinds 2008 kunnen de vergaderingen worden bijgewoond door twee PWG-afgevaardigden. Veel UEMS–secties hebben een European Board Examination om de competentie van medisch specialisten te evalueren. De examens zijn een bron van inkomsten voor de sectie. Het examen heeft geen formele status. De PWG is van mening dat de nadruk tijdens de opleiding van een medisch specialist moet liggen op training en het verwerven van noodzakelijke kennis en vaardigheden. De voortgang van de junior doctor moet gedurende de opleiding regelmatig worden geëvalueerd. De PWG gelooft niet dat het mogelijk is om met een examen aan het eind van de totale opleiding alle noodzakelijk geachte kennis en vaardigheden te toetsen. Bovendien dreigt het gevaar dat verzekeraars de Europese examens verplicht zouden kunnen stellen voor (her)registratie voordat ze uitbetalen. In enkele Europese landen, waaronder Tsjechië, is deze trend al duidelijk aanwezig.
AIOS 3 - 19e jaargang september 2008
19
VERENIGINGSNIEUWS
Terugblik drie jaar PWGvoorzitterschap Portugal De zichtbaarheid van de PWG is vergroot. Het aantal landen dat lid is, nam de afgelopen drie jaar toe met 20 procent . Een nieuwe website met een nieuwe domeinnaam werd gelanceerd: www.juniordoctors.eu. Er zijn nu permanente e-mailadressen voor alle functies binnen de PWG beschikbaar, zodat de bereikbaarheid is gegarandeerd, ondanks de hoge turnover van personen. Alle PWG-documenten zijn gedigitaliseerd, zodat de toegankelijkheid van de documenten is vergroot en de archiefkosten zijn verlaagd. Sinds 2006 worden er PWGnieuwsbrieven gemaakt om de bekendheid en zichtbaarheid te vergroten bij zowel de junior doctors in Europa als bij de andere Europese artsenorganisaties. De samenwerking met de andere Europese artsenorganisaties, met name die met CPME, UEMS en de European Medical Student Association (EMSA) is verstevigd. Samen met de EMSA en de CPME heeft de PWG, die hierin een hoofdrol speelde, een resolutie geschreven getiteld CPME/EMSA/PWG joint contribution to the consultation on “Modernising labour law to meet the challenges of the 21st century”.
De PWG heeft op dit moment 26 leden, niet alleen EU-landen, maar ook landen uit de grotere Europese Economische Ruimte (EEA). 25 landen waren dit keer vertegenwoordigd: Oostenrijk, België (tijdens deze vergadering toegetreden tot de PWG), Bulgarije (vertegenwoordigd door Portugal), Kroatië, Tsjechië, Denemarken, Estland, Finland, Frankrijk (vertegenwoordigd door Duitsland), Duitsland, Ierland, Hongarije (vertegenwoordigd door Oostenrijk), Italië, Macedonië, Malta, Nederland, Noorwegen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Spanje, Zweden, Zwitserland en Groot-Brittannië. Vertegenwoordigers van de Standing Committee of European Doctors (CPME), de European Union of Medical Specialists (UEMS), de European Federation of Salaried Doctors (FEMS), de European Union of General Practitioners (UEMO) en de WONCA Europe working group for young and future General Practitioners waren ook aanwezig.
Belangrijke standpunten zijn de volledige afschaffing van de optout en dat alle tijd doorgebracht op de werkvloer als arbeidstijd dient te worden beschouwd conform meerdere uitspraken van het Europese Hof van Justitie. Het aantal PWG-afgevaardigden naar de UEMS-secties en European Boards is fors gestegen. Er zijn echter nog steeds vacatures. Tijdens de viering van het 50-jarig bestaan (april 2008) van de UEMS is een memorandum door de PWG en de UEMS ondertekend. Hierin is de onderlinge samenwerking nog eens bekrachtigd. Samen met de EMSA werkt de PWG aan een uitwisselingsprogramma
voor studenten in het buitenland, het Euromed mobility project. De bedoeling is dat artsen in opleiding, zowel medisch studenten als aios, meer mogelijkheden krijgen om (delen) van de opleiding in het buitenland te volgen. Het moet een roadmap worden waar zij via een database alle noodzakelijke informatie kunnen verkrijgen. Het verzamelen van de data hiervoor is inmiddels begonnen. Miraude Adriaensen
Abonnementen AIOS is het tijdschrift van de Landelijke Vereniging voor Medisch Specialisten in opleiding (LVAG). Het wordt vier keer per jaar uitgegeven en is gratis voor alle aios in Nederland. Als u AIOS niet ontvangt , neem dan contact op per email
[email protected]. Abonnementen: Nederland € 18,15 incl. btw. Overig buitenland € 25. Losse nummers € 5,67 incl. btw, excl. verzendkosten. Abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan. De eerste abonnementsperiode loopt tot het eind van het kalenderjaar. Daarna wordt het abonnement telkens stilzwijgend met een jaar verlengd. Opzeggingen dienen ten minste twee maanden voor de aanvang van een nieuwe abonnementsperiode te worden gericht aan het redactie-adres. Oplage: 5.000 ISSN: 0928-611X. © 2007 LVAG. Alle rechten voorbehouden. Artikelen geven de mening weer van auteurs en niet noodzakelijkerwijs van LVAG c.q. AIOS. Niets uit dit tijdschrift mag openbaar worden gemaakt door middel van druk, microfilm of welke wijze dan ook, zonder toestemming van de uitgever.
20
AIOS 3 - 19e jaargang september 2008
Nieuwe voorzitter van De Jonge Orde: Wouter Bóza Op 1 juli 2008 heeft toenmalig voorzitter van De Jonge Orde Jacky Beck, aios urologie in het HagaZiekenhuis, de voorzittershamer doorgegeven aan Wouter Bóza, aios anesthesiologie in het UMC Utrecht.
en de financiële verantwoording. Na het inleveren van de toegangspas van de Domus Medica realiseerde ik me dat ik ook maar een gewone aios ben, net als die andere 5.500.”
Bóza: “Die ORT in de umc’s is geweldig, maar nu moeten we controleren of de invoering overal goed verloopt.”
Beck (links op de foto) kijkt terug op een geslaagde bestuursperiode. “De ludieke schoenzetactie en het binnenhalen van de onregelmatigheidstoeslag (ORT) voor a(n)ios in de umc’s, waren zeer succesvol. Ik heb veel plezier beleefd aan de gedachte ‘Als we de ORT niet van de umc’s krijgen, dan vragen we het toch aan sinterklaas!’. Nooit eerder waren er zoveel Nederlandse aios gemobiliseerd.”
Beck: “Na het inleveren mijn toegangspas realiseerde ik me dat ik ook maar een gewone aios ben, net als die andere 5.500.” De voorzittersovergang omschrijft Bóza als soepel. “Het afgelopen halfjaar ben ik als vicevoorzitter goed ingewerkt in de belangrijkste aandachtsgebieden voor aios. Verder heeft Jack toenadering tot de Orde van Medisch Specialisten bewerkstelligd en huisvesten we ons nu net als de Orde - in de Domus Medica, zodat het bureau van de Orde ons vaker en beter kan faciliteren. Daar zijn wij zeer gelukkig mee.” Beck bekent moeite te hebben met het nemen van afstand. “Als je zo dicht bij het vuur zit, werkt dat verslavend. Op een gegeven moment besteedde ik veel meer tijd aan De Jonge Orde dan aan mijn eigen opleiding.” “Tijdens de laatste ALV ben ik benoemd tot voorzitter van de raad van advies van De Jonge Orde,” vervolgt hij. “Ik blijf betrokken bij het beleid voor de lange termijn
Bóza hoopt net als Beck veel voor aios te kunnen betekenen. “Die ORT in de umc’s is geweldig, maar nu moeten we controleren of de invoering overal goed verloopt. Aios kunnen het Aios Meldpunt! – ook gerealiseerd door Beck in 2007 – benaderen bij problemen in de uitvoering.” “Verder zijn we nu erkend als partij voor de Cao Ziekenhuizen. Dit betekent dat we onze strijd voor betere waardering van aios voortzetten aan de onderhandelingstafel. De Jonge Orde streeft naar uitbreiding van de aios-schaal met drie periodieken; vergoeding van onregelmatige diensten op basis van het eigen uurloon; verbetering in vergoedingen- en compensatieregelingen voor bereikbaarheids- en aanwezigheidsdiensten; duidelijkere definitie van opleidingsmomenten; uitbreiding van relevante werkervaring als arts en het afschaffen van de aanloopschaal voor anios.” Naast de financiële kant van het aios-bestaan werkt De Jonge Orde ook aan de kwaliteit van de opleiding. “Zo doen wij mee aan de werkgroep van het CBOG voor de ontwikkeling van kwaliteitsindicatoren.” Kijk voor het Aios Meldpunt! en andere aios-zaken op www.dejongeorde.nl.
Wouter Bóza, voorzitter De Jonge Orde
AIOS 3 - 19e jaargang september 2008
21
GENEESHEER
Ernst Moro De kinderarts Ernst Moro is niet alleen bekend van de aandoenlijke Moro reflex. Hij was een belangrijke pionier in een nieuw specialisme en een enthousiast voorvechter van internationale samenwerking. Zijn glansrijke carrière werd echter abrupt onderbroken door het antisemitische nazi-regime.
Op 8 december 1874 werd Ernst Moro geboren in Ljubljana in het Oostenrijks-Hongaarse koninkrijk. In het katholieke gezin was hij de jongste van acht kinderen. Moro’s vader, een kleine ondernemer, stierf in 1878. Nadat ook zijn moeder was overleden, werd Moro opgevoed door familie. In 1904 trouwde hij met Grete Hönigsvald. Zij was geboren in een Joods gezin dat was bekeerd tot het katholicisme. Grete en Ernst Moro kregen twee kinderen: Peter en Erna.
“De percutane tuberculosetest is tot de zestiger jaren van de 20e eeuw overal ter wereld gebruikt.” Ontdekkingen In 1900 maakte Moro’s tweede artikel hem algemeen bekend. Hij was namelijk de eerste die de Bacillus acidophilus beschreef. De bacterie droeg lange tijd Moro’s naam, tot in 1924 de naam werd gecompleteerd tot Lactobacillus acidophilus. Internationale bekendheid verwierf Moro in 1908 door zijn percutane tuberculosetest. In deze test wordt de bekende huidreactie opgewekt door het inwrijven van de huid met een zalf van tuberculine en lanoline. Moro’s test maakte de diagnose van tuberculose bij kinderen een stuk gemakkelijker. De test is tot de zestiger jaren van de 20e eeuw overal ter wereld gebruikt. Moro introduceerde daarnaast een aantal nieuwe termen. Zoals het trimenon, de eerste drie maanden na de geboorte. Moro beschouwde deze als een separate periode met speciale kenmerken wat betreft groei, voeding en reflexen. Het beroemdste kenmerk was de Umklammerungsreflex, ofwel de Moro reflex.
“Het beroemdste kenmerk van het trimenon was de Umklammerungsreflex, ofwel de Moro reflex.”
Kindergeneeskunde in de kinderschoenen Aan het einde van de 19e eeuw ontstond in Duitstalig Europa de kindergeneeskunde als zelfstandig specialisme vanuit de interne geneeskunde. Theodor Escherich bekleedde vanaf 1884 de eerste leerstoel kindergeneeskunde in Graz, Oostenrijk. Hij werd gezien als een van de meest gerespecteerde kinderartsen in Europa. Als assistent van deze arts publiceerde Moro in 1898 zijn eerste artikel. Hij vergeleek de effecten van moedermelk met gekookte en ongekookte koemelk en stelde vast dat goede zuigelingenvoeding niet alleen uit koemelk moest bestaan, maar ook bloem, boter en suiker diende te bevatten.
22
AIOS 3 - 19e jaargang september 2008
Hij beschreef het als volgt: “Als een jonge zuigeling op de onderzoekstafel wordt gelegd en men met de handen op beide zijden van het kussen tikt, volgt er een snelle symmetrische toenemende abductie van beide extremiteiten op, die direct daarna elkaar naderen in
een adductie.” De Moro reflex is karakteristiek voor de eerste drie maanden van het leven. Afwezigheid van de reflex in deze periode wijst op diffuse schade aan het centraal zenuwstelsel; asymmetrie komt voor bij alle vormen van verlamming en het voortbestaan van de reflex na het eerste trimester suggereert corticale dysfunctie.
der enig officieel afscheid, ondanks dat hij 25 jaar lang hoofd van het instituut was geweest.
Internationale betekenis Moro groeide uit tot een van de grote Europese pioniers op het gebied van onderzoek in de kindergeneeskunde. Hij stimuleerde de internationale samenwerking in dit jonge specialisme door in zijn ziekenhuis een centrum te vestigen voor internationale ontmoetingen en discussies. Honderden kinderartsen uit alle windrichtingen bezochten hem.
“Moro groeide uit tot een van de grote Europese pioniers op het gebied van onderzoek in de kindergeneeskunde.” Schaduwen van nazi-Duitsland Deze internationale samenwerking kwam abrupt tot een einde in de jaren dertig van de 20e eeuw. In april 1933 werd een wet aangenomen die het Joden onmogelijk maakte om een door de staat betaalde baan te behouden. De wet gold ook zij die getrouwd waren met een Jood. Bijna de helft van de kinderartsen in Duitsland in deze periode was van Joodse afkomst. Vele studenten van Moro waren Joods of waren met Joden getrouwd en verloren zo hun kans op een plek in de maatschappij. Het verlies aan kennis en kunde in de kindergeneeskunde was enorm. Hoewel Moro niet zelf een ‘slachtoffer’ was in vergelijking met degenen die hun huis, carrière en zelfs hun leven verloren, zag de toegewijde arts dat zijn studenten geen kansen meer kregen en dat de internationale geestdrift in zijn ziekenhuis verloren ging. Hoewel Grete Moro van jongs af aan als christen was opgevoed, werd ze door het nazi-regime beschouwd als Joodse. Ze stond tweemaal op de deportatielijst, maar connecties binnen de universiteit, waar SS-ers de officiële functies hadden overgenomen, konden voorkomen dat ze daadwerkelijk werd afgevoerd. Dit alles greep Moro sterk aan. De humoristische, joviale en energieke man werd depressief. In juni 1933 en in november 1935 nam Moro langdurig vakantie. Zijn tweede ‘vakantie’ leidde niet tot het herstel waarop hij had gehoopt. In september 1936 vroeg Moro daarom vervroegd pensioen aan. Hij verliet zijn ziekenhuis zon-
Eerherstel Na de Tweede Wereldoorlog vroeg het Amerikaanse militaire bewind in Duitsland Moro terug te keren in een functie aan de universiteit of in de nieuwe regering. Moro bedankte hiervoor, omdat hij inmiddels zeventig jaar was. Hij bleef echter tot 1948 aan het werk in zijn eigen privékliniek aan huis. Daarna kreeg Moro het financieel dermate moeilijk dat hij zijn huis moest verkopen. Zijn laatste jaren sleet hij als huurder van drie kamers in zijn eigen huis. Op 17 april 1951 overleed hij na verschillende CVA’s. In 2004, honderd jaar na zijn geboorte, werd in Heidelberg een gedenkplaquette onthuld in de Mozartstrasse 10, het huis waar Moro woonde en zijn privépraktijk hield. Erna Beers Bronnen: 1. Weirich A, Hoffmann GF. Ernst Moro (1874-1951)-a great pediatric career started at the rise of universitybased pediatric research but was curtailed in the shadows of Nazi laws. Eur J Pediatr. 2005 Oct;164(10): 599-606. Epub 2005 Jun 2. 2. www.whonamedit.com
AIOS 3 - 19e jaargang september 2008
23
COLUMN
Niets te klagen? Jocea Michels is bezig met haar opleiding tot reumatoloog. In deze column houdt ze ons op de hoogte van het wel en wee tijdens haar werk als aios.
Ik heb geen inspiratie. Vreemd, want ik zie altijd wel iets wat de moeite waard is om mijn gedachten over te laten gaan en/of me eens lekker druk over te maken. Maar op dit moment, serieus, beleef ik blijkbaar niks interessants. En dat geeft dan natuurlijk weer stof tot nadenken. Ik zit immers nog steeds op de poli interne, nu wel academisch in plaats van perifeer, heb toch dagelijks kleinere of grotere frustraties over de gang van zaken hier of over patiënten. Waarom ben ik dan inspiratieloos? Ten eerste zou ik in herhaling vallen als ik opnieuw van leer trek over deze ongemakken. Ten tweede maak ik me er toch minder druk over. Laat ik de boel een beetje de boel. En dat realiseer ik me eigenlijk pas goed, nu ik een onderwerp zoek voor mijn column. En dat stemt me wel droevig, omdat ik graag overal een mening over heb; een wereldverbeteraar in het klein ben, die zich graag met ‘de organisatie’ bemoeit. Hoe komt dat? Een voor de hand liggend argument: ik ben moeder geworden. Tsja, ook ik ontkom niet aan de wereldschokkende gebeurtenis van het moederschap. En aan het feit dat je daardoor als persoon verandert. Heel cliché, maar je prioriteiten veranderen. Ik heb me altijd voorgenomen niet zo’n moeder-muts te worden, die alleen maar over haar kinderen praat en heel inflexibel en oncollegiaal wordt. Volgens mij is dat tot nu toe aardig gelukt; hoewel ik ook een aantal keer per week om half zes de deur uit ren om mijn zoon op te halen. Zorgt het moederschap er nu echt voor dat ik minder geïnteresseerd ben in de zaken om mij heen? Ik vrees van wel, al was het alleen al vanwege tijd- en slaapgebrek. Je hebt er ineens een grote, tijdverslindende en verslavende taak bij gekregen en er zitten nu eenmaal maar 24 uur in één dag. Maar er is nog een ander argument. Ik ben een groepsmens. Ik functioneer het beste als ik het gevoel heb
24
AIOS 3 - 19e jaargang september 2008
ergens bij te horen. Dat we samen proberen een doel te bereiken. En dat mis ik hier, in ‘de Academie’. Dat ligt niet aan de mensen, die zijn aardig, leuk en gemotiveerd genoeg, maar het is een té grote groep, die té verspreid zit. Ikzelf bijvoorbeeld zit op de poli, in de dungeons van het ziekenhuis, heb nooit lunchpauze, ga nooit naar de overdracht. Behalve mijn twee directe collega’s zie ik bijna niemand. En zonder groepsgevoel is er ook minder reden om de dingen te veranderen. Dingen veranderen kun je nooit alleen, zeker niet in een academisch ziekenhuis. Dan ben je in je eentje schreeuwende in de woestijn. Ik ben ook minder geneigd om me druk te maken over dingen, als er weinig mensen zijn om mee te sparren en het vuur aan te wakkeren. Dat er blijkbaar niks te zeuren is, betekent natuurlijk ook gewoon dat het wel goed gaat met mij. We zullen zien, over een paar maanden als ik aan mijn aandachtsgebied reumatologie begin, of er dan genoeg te beleven is voor een column. Jocea Michels
Cursus ‘De financiële jungle voor de startende medisch specialist’
Uw bestaan als assistent zit er bijna op. Gaat u daarna als jonge klare werken in het vrije beroep? Kiest u voor een baan in loondienst in een algemeen of academisch ziekenhuis? De keuze is aan u. Om u bij deze belangrijke keuze te helpen, verzorgt Sibbing & Wateler c.s. op 1 november 2008 in Burgers’ Zoo te Arnhem de cursus ‘De financiële jungle voor de startende medisch specialist’. Hierin komen onder meer de volgende financiële en juridische aspecten aan de orde: s Werken als medisch specialist (loondienst, vrije praktijk, waarnemen en maatschapsovereenkomst) s Praktijkovername en praktijkfinancieringen (goodwillberekening, soorten leningen en hypotheken) s Fiscaliteiten (belastingaangifte en jaarrekening) s Persoonlijke financiële planning (begrotingen) en assurantiën
Eerstvolgende cursusdatum: 1 november 2008
Kom met uw gezin naar Burgers’ Zoo! Uw gezin is deze dag van harte welkom voor een bezoek aan Burgers Zoo. Na de cursus volgt om 13.00 uur een gezamenlijke jungle picknick, waarna u tot sluitingstijd (19.00 uur) kunt genieten van de flora en fauna van Burgers’ Zoo. Schrijf u nu in! Een inschrijfformulier kunt u vinden op www.sibbing.nl. Hier treft u ook meer informatie aan over de cursus. Na inschrijving ontvangt u het programma, het uitgebreide cursusmateriaal en een routebeschrijving.
&
S IBBING W ATELER C.S . ‘n hele zorg minder® Storkstraat 33 s 3905 KX Veenendaal Postbus 915 s 3900 AX Veenendaal Telefoon: (0318) 544 044 s Fax: (0318) 543 843 E-mail:
[email protected] s Internet: www.sibbing.nl