patiënteninformatie
verwijderen van de oksellymfeklier U wordt opgenomen voor een oksellymfeklierverwijdering. Dit heet ook wel okselklierdissectie. Hoe verloopt deze operatie? Wat kunt u verwachten na de operatie? En hoe kunt u zelf uw herstel bevorderen? Dat en meer leest u in deze folder. Als uit de schildwachtklierprocedure is gebleken dat er tumorcellen in de klier zitten, vindt een oksellymfeklierverwijdering plaats. Het kan ook zijn dat bij uw diagnose al duidelijk is dat uw okselklieren tumorcellen bevatten. Als uw oksellymfeklieren zijn verwijderd kan de arts na pathologisch onderzoek vaststellen hoeveel klieren er kwaadaardige cellen bevatten. Dit bepaalt uw verdere behandeling. Deze ingreep kan in combinatie zijn met een operatie aan uw borst of in een aparte operatie. Hieronder leest u meer informatie over de operatie.
Voorbereiding Dag voor operatie • u belt tussen 15.00 en 16.00 uur naar verpleegafdeling C5 over het tijdstip dat u wordt verwacht, (020) 599 25 04 • vanaf 24.00 uur mag u niets meer eten. Van 2 tot 0 uur voor de operatie mag u ook niet meer drinken of roken. Operatiedag • nuchter melden op verpleegafdeling C5 • operatie op OK (operatiekamer) • daarna naar recovery (uitslaapkamer) • terug naar verpleegafdeling, weer eten en drinken Operatie De chirurg verwijdert alle oksellymfeklieren en laat een drain achter. Na de operatie Na de operatie heeft u een wond onder uw oksel. Deze is onder de huid gehecht of gehecht met een hechtnietje. Pijn • U heeft waarschijnlijk weinig pijn omdat u pijnstillers krijgt. • Als u pijn heeft krijgt u een extra pijnstiller. • De verpleegkundige vraagt u naar uw pijnscore via de pijnmeter. Het cijfer 0 betekent geen pijn en 10 betekent ondraaglijke pijn. Afhankelijk van de score kan de verpleegkundige u extra pijnstillers geven.
2
Drain • Onder de operatiewond heeft de chirurg een drain (dun plastic slangetje) achtergelaten. Hierdoor kan overtollig wondvocht en lymfevocht weglopen. Zo kan de wond beter dichtgroeien. • De drain is soms vastgemaakt met een hechting. De verpleegkundige zet de drain extra vast met een pleister. Zo kan de drain er niet per ongeluk uitgaan. • De verpleegkundige verwijdert ongeveer 24 uur na de operatie de drain. De drain verwijderen is in de meeste gevallen niet pijnlijk. Fysiotherapie Door de operatie is het mogelijk dat u uw arm en schouder minder goed kunt bewegen. Armoefeningen kunnen het herstel bevorderen. Tijdens uw opname bespreekt een fysiotherapeut met u oefeningen. Uitleg van de oefeningen staat ook in de folder ‘Borstkanker’ van KWF
Kankerbestrijding. Ook thuis is het belangrijk om de armoefeningen regelmatig te herhalen. In overleg met de mammacareverpleegkundige kunt u beslissen of het verstandig is om naar een fysiotherapeut te gaan bij u in de buurt. Kies hierbij voor een fysiotherapeut met een aantekening voor lymfologie. De mammacareverpleegkundige kan u hier meer informatie over geven en u een verwijzing meegeven. Uitslag • De chirurg stuurt weggenomen het oksellymfeklierweefsel op naar de patholoog. • De patholoog onderzoekt onder de microscoop de oksellymfeklieren. • Ongeveer één week na de operatie komt u voor controle bij de chirurg. Hier krijgt u van de chirurg de uitslag van de okselklieroperatie. • Naar aanleiding van de uitslag kan de arts een aanvullende behandeling adviseren, zoals radiotherapie en/of chemotherapie, hormonale therapie, immunotherapie. Dit bespreekt hij met u. Naar huis • Als de drain is verwijderd mag u naar huis. De verpleegkundige bekijkt samen met u en de arts of u naar huis kunt.
• Voor dat u het ziekenhuis verlaat, heeft u een ontslaggesprek met de verpleegkundige waarin adviezen voor thuis krijgt. • Ook krijgt u een afspraakkaartje met de datum en tijd voor het polikliniekbezoek bij de chirurg en bij de mammacareverpleegkundige. Belangrijke punten na een okselklierdissectie U heeft na een okselklierdissectie last van: Gevoelstoornis Door de operatie moet de chirurg de gevoelszenuw die door de okselklieren loopt, doorsnijden of beschadigen. Hierdoor heeft u een gevoelloze plek onder uw oksel en aan de achterkant van uw bovenarm. Het gevoel kan na een tijdje terugkomen maar kan ook helemaal wegblijven. Uiteindelijk went u aan dit gevoel. Het beperkt u niet in uw bewegingen. Soms geeft het wel een pijnlijk gevoel. Seroomvorming • Als de lymfeklieren uit uw oksel zijn verwijderd moet het lymfevocht via andere lymfebanen worden afgevoerd. Het lymfevocht komt nu terecht in de holte onder uw oksel. Het lichaam moet andere lymfebanen zoeken om het vocht af 3
te voeren. Dit gaat altijd vanzelf maar duurt meestal een paar weken. • Om het wondvocht na de operatie af te voeren, brengt de chirurg een drain in uw okselholte aan. • Als de drain verwijderd is, kan het vocht zich ophopen onder de oksel. Dit heet seroomvorming. Als u er pijn van heeft of wanneer u uw arm minder kunt bewegen, kunnen we dit vocht weghalen door een punctie. De mammacareverpleegkundige haalt dan met een naald en een drainpot het vocht weg. Dit is pijnloos door de gevoelsstoornis die is ontstaan. U krijgt maximaal één keer per week een punctie zolang dat nodig is. • Als de seroomvorming is verdwenen komt het niet meer terug. U kunt last krijgen van: Lymfoedeem Het ontbreken van lymfeklieren in de oksel kan leiden tot een ophoping van lymfevocht in de arm. Dit heet lymfoedeem. Dit komt niet bij alle patiënten voor. De eerste klacht van lymfoedeem is een opgezwollen arm. Soms krijgt u daar ook pijn en een strak, gespannen of moe gevoel. Als de ophoping van lymfevocht toeneemt, nemen de klachten vaak ook toe. Voor meer uitgebreider informatie verwijzen wij u naar de folder ‘Lymfoedeem bij kanker’ van KWF Kankerbestrijding. 4
U kunt het volgende doen om lymfoedeem te voorkomen: • Luister naar uw lichaam. Bouw na de operatie uw werkzaamheden voorzichtig weer op. Als u aan het einde van de dag merkt dat uw arm zwaar of vermoeid is, heeft u voor dat moment uw grens bereikt. Wacht dan een paar dagen voordat u uw werkzaamheden verder uitbreidt. • Voorkom wondjes. Wees voorzichtig met alles waaraan u zich kunt verwonden. Laat bij voorkeur geen bloed of infuus prikken aan uw behandelde arm. Als er een wondje is ontstaan, ontsmet dit dan met een desinfecterend middel. • Draag geen knellende kleding of sieraden om de doorstroom van het lymfevocht niet te hinderen. • Blijf in beweging maar voorkom overbelasting. Vooral in de eerste periode na de operatie moet uw arm zich nog aanpassen aan de nieuwe situatie. Het is dus belangrijk om de belasting rustig op te bouwen. Dit geldt zowel voor uw dagelijkse bezigheden als voor sporten. Beweging zorgt ervoor dat het lymfevocht kan worden afgevoerd. • Voorkom extreme warmte en kou. • U kunt uw huid op dezelfde manier verzorgen als u gewend bent. Als u lymfoedeemklachten heeft is het belangrijk om u te laten behandelen door een fysiotherapeut
met een aantekening voor lymfologie. Hoe sneller u start met een behandeling, hoe groter de kans dat het lymfoedeem ook weer weggaat. De mammacareverpleegkundige kan voor u de dichtstbijzijnde fysiotherapeut zoeken en u een verwijzing geven. Adviezen voor thuis na de operatie • Soms ontstaat er een bloeduitstorting die de huid rondom het litteken rood of blauw kleurt. Deze bloeduitstorting kan langzamerhand naar beneden zakken. Dit kan geen kwaad en verdwijnt geleidelijk weer. • Als een drain uit de wond is verwijderd, kan vocht zich alsnog ophopen onder de huid. Het lichaam kan dit zelf opruimen. Als u er te veel last van heeft, dan kan de mammacareverpleegkundige dit weghalen door een punctie tijdens uw eerst volgende polikliniekbezoek. Vragen of complicaties na de operatie Neem contact op met de mammacareverpleegkundige bij vragen of zorgen en in ieder geval: • bij een nabloeding. Een nabloeding is te herkennen aan een gezwollen borst, vaak samen met pijn en een strak staande huid. • bij een wondontsteking. Een
wondontsteking is te herkennen aan roodheid, zwelling, warmte of pus. Ook kunt u koorts hebben. • als de wond open gaat staan. Het kan voorkomen dat de wondranden uit elkaar gaan staan, dit heet wijken. Als de mammacareverpleegkundige niet aanwezig is, kunt u het beste contact opnemen met de verpleegafdeling waar u gelegen heeft. Pleister De doorzichtige pleister op de wond kunt u laten zitten. De chirurg verwijdert de pleister tijdens het eerste controlebezoek. De pleister mag nat worden, het is namelijk waterafstotend. Als de pleister loslaat is dat niet erg. Pijn • U voelt waarschijnlijk weinig pijn. Dit komt doordat u pijnstillers heeft gekregen. • Na de operatie kunt u in ieder geval per dag zes tabletten paracetamol 500 mg tegen de pijn innemen. • Bij ontslag bespreekt de verpleegkundige met u of u thuis naast de paracetamol extra pijnstillers nodig heeft. Hiervoor schrijft de arts dan een recept. Dit recept faxt de verpleegkundige naar uw apotheek en ligt vanaf 16.30 uur klaar bij uw apotheek. 5
Bewegen • Het is belangrijk om snel na de operatie weer te bewegen. Wees wel voorzichtig met bewegingen die pijnlijk zijn. De pijn die u voelt bepaalt wat u wel en niet kunt doen. • Houd er rekening mee dat u na de narcose nog enige tijd last kunt hebben van moeheid en duizeligheid.
6
7
onze lieve vrouwe gasthuis postbus 95500 1090 hm amsterdam ' (020) 599 91 11 www.olvg.nl algemene voorwaarden, kijk op www.olvg.nl/algemene_voorwaarden klacht of opmerking, ga naar www.olvg.nl/klacht
Redactie en uitgave Marketing en Communicatie juni 2014/chirurgie/301-1008/2013235