Wilhelmina Ziekenhuis Assen
Vertrouwd en dichtbij
Informatie voor patiënten
Verwijderen van de baarmoeder
zz
1
Bij bepaalde gynaecologische klachten kan het nodig zijn om de baarmoeder te verwijderen. Dit is het geval als u veel last hebt van menstruatieklachten, myomen (vleesbomen), endometriose (baarmoederslijmvlies buiten de baarmoeder), pijn in de onderbuik, of als er sprake is van een verzakking, afwijkende cellen in de baarmoeder of baarmoederkanker. De operatie kan op een aantal manieren worden uitgevoerd. In deze brochure krijgt u informatie over de verschillende operatiemethoden, complicaties die zich kunnen voordoen en de leefregels die van belang zijn na de operatie.
Bij goedaardige aandoeningen hoeft de baarmoeder niet meteen verwijderd te worden. Uw gynaecoloog zal de mogelijkheden van eventuele alternatieve behandelingen met u bespreken. Neemt u de tijd om de voor- en nadelen goed te overwegen.
2
Operatiemethoden voor een baarmoederverwijdering Verschillende methoden Een baarmoeder kan op verschillende manieren worden verwijderd: via een vaginale operatie via een kijkoperatie van de buik (een laparoscopie) via een open buikoperatie Bij een vaginale operatie of een kijkoperatie is er altijd een kleine kans dat tijdens de ingreep alsnog moet worden overgegaan op een open buikoperatie. Vaginale operatie Een operatie via de vagina is mogelijk als de baarmoeder niet te groot is en al enigszins is uitgezakt in de vagina. Bij een vaginale operatie wordt ook altijd de baarmoederhals verwijderd. Bij een verzakking van de blaas of endeldarm kan een vaginale baarmoederoperatie worden gecombineerd met een operatie aan de voor- of achterwand van de vagina. Het voordeel van een vaginale operatie is dat u alleen een (onzichtbaar) litteken bovenin de vagina krijgt en dus geen buiklitteken. Ook herstelt u meestal weer snel. Kijkoperatie van de buik Soms is de baarmoeder te groot of te weinig verzakt om deze vaginaal te kunnen verwijderen. Dan kan worden gekozen voor een kijkoperatie (laparoscopie). Hierbij maakt de gynaecoloog twee tot vier sneetjes in de buikwand (fig. 1). Langs een sneetje net onder de navel wordt een kijkbuis (laparoscoop) in de buik gebracht, langs de andere sneetjes instrumenten waarmee de baarmoeder wordt losgemaakt. Via de vagina of de kijkbuis wordt de baarmoeder ten slotte verwijderd.
3
Open buikoperatie Als er geen andere mogelijkheid is, wordt de baarmoeder verwijderd met een open buikoperatie via een snee in de buikwand. Meestal wordt een horizontale snee gemaakt van 10 tot 15 centimeter vlak boven het schaambeen, een zgn. bikinisnee (fig. 2a). Bij een grote baarmoeder of bij baarmoederkanker is soms meer ruimte nodig om te opereren. In dat geval wordt een verticale snee gemaakt van de navel tot het schaambeen (fig. 2b).
Fig. 1
Fig. 2 a + b
Drie sneetjes bij een kijkoperatie
a.Buikoperatie via een horizontale snee b.Buikoperatie via een verticale snee
Welke operatiemethode het meest geschikt is, hangt af van de grootte van de baarmoeder, de mate waarin de baarmoeder is verzakt en de reden van de baarmoederoperatie. Als het mogelijk is, wordt gekozen voor een operatie via de vagina of een kijkoperatie. Komt u niet in aanmerking voor deze operaties, dan vindt er een open operatie plaats via een (horizontale of verticale) snee in de buik. Bij de keuze van de meest geschikte operatiemethode speelt ook een rol of de baarmoederhals en/of de eierstokken verwijderd moeten worden.
4
Wel of niet verwijderen van de baarmoederhals Voor- en nadelen Bij een baarmoederoperatie wordt de baarmoederhals meestal ook verwijderd. Alleen bij een open buikoperatie is het mogelijk om de baarmoederhals te behouden (fig. 3). Er zitten kleine voor- en nadelen aan het wel of niet verwijderen van de baarmoederhals: Als de baarmoederhals wordt verwijderd, heeft dit als voordeel dat u geen baarmoederhalskanker meer kunt krijgen en dus geen uitstrijkjes meer hoeft te laten maken. Een ander voordeel is dat er geen bloedverlies meer optreedt op momenten dat u zou menstrueren.(Als de baarmoederhals blijft zitten, is er ongeveer tien procent kans dat u door achtergebleven baarmoederslijmvlies in de baarmoederhals nog wat bloed verliest.) Het verwijderen van de baarmoederhals heeft als nadeel dat er een kleine kans is op beschadiging van de urineleider die vlak naast de baarmoederhals loopt.
Fig. 3 Baarmoederoperatie met behoud van de baarmoederhals
Voor het vrijen en plassen maakt het geen verschil of de baarmoederhals wel of niet verwijderd wordt.
5
Wel of niet verwijderen van de eierstokken Nog niet in de overgang Als u nog niet in de overgang bent, blijven de eierstokken bij een baarmoederoperatie in principe zitten. Door de eierstokken weg te halen, zou u na de operatie namelijk meteen in de overgang komen. Na de overgang Ook na de overgang wordt meestal geadviseerd om de eierstokken te laten zitten. De eierstokken maken dan nog steeds kleine hoeveelheden testosteron aan, waardoor u meer zin kunt hebben in vrijen. Een overweging om de eierstokken weg te halen, is dat u dan geen eierstokkanker meer kunt krijgen. Dit telt met name als eierstokkanker of borstkanker meer dan gemiddeld in uw familie voorkomt (fig. 4). Afwijkingen aan de eierstokken Soms blijkt tijdens de operatie dat er afwijkingen zijn aan één of beide eierstokken. Bij één afwijkende eierstok neemt de gynaecoloog alleen deze eierstok weg. Bij afwijkingen aan beide eierstokken zal de gynaecoloog zoveel mogelijk van ten minste één eierstok behouden, als u nog niet in de overgang bent. Fig. 4 Baarmoederoperatie met verwijdering van de eierstok(ken)
6
De eerste tijd na de operatie Complicaties Bij elke operatie, dus ook bij een baarmoederverwijdering, kunnen complicaties optreden. Zo kunt u tijdens de operatie zoveel bloed verliezen dat een bloedtransfusie nodig is. Ook kan er trombose optreden, een ontsteking van de operatiewond, een nabloeding of een beschadiging van de darmen of urinewegen. Deze complicaties komen in de praktijk echter weinig voor. Afscheiding Meestal hebt u de eerste tijd na de operatie wat bloederige afscheiding. Dit kan na enkele dagen al over zijn, maar u kunt er ook een paar weken last van houden. Nabloeding Na de operatie kan in de top van de vagina een nabloeding ontstaan. Meestal lost het lichaam dit zelf op, maar het herstel kan daardoor wat langer duren. Soms is het nodig om het bloedstolsel dat zich vormt in de top van de vagina, operatief te verwijderen. Problemen bij het plassen Na de operatie kunt u moeite hebben met het ophouden van uw urine. Dit gaat bijna altijd vanzelf over. Moeheid De eerste tijd na de operatie kunt sneller moe zijn dan anders. Het beste kunt u toegeven aan de moeheid en extra rust nemen.
7
Blijvende gevolgen van de operatie Geen menstruatie meer Als de baarmoeder is verwijderd, menstrueert u niet meer en kunt u niet meer zwanger worden. Alleen als de baarmoederhals behouden blijft, is het mogelijk dat u elke maand nog een klein beetje bloed verliest. Operatielitteken Bij een bikinisnede kan de huid rond het operatielitteken een tijd lang ongevoelig of juist overgevoelig zijn. Overgangsklachten Ook als u uw eierstokken houdt, kunt u als gevolg van de operatie overgangsklachten krijgen, zoals opvliegers. Dit komt doordat de bloedvoorziening naar de eierstokken door de operatie verandert. Na verloop van tijd kunnen deze klachten weer verdwijnen. Veranderde seksuele beleving Als u geen baarmoeder meer hebt, kan dit invloed hebben op uw seksuele beleving. In positieve zin, omdat u minder pijn zult hebben bij het vrijen. Maar ook in negatieve zin: u kunt minder zin hebben om te vrijen, de vagina kan minder gevoelig zijn en u kunt veranderingen merken bij het orgasme (klaarkomen), bijvoorbeeld omdat de baarmoeder niet meer samentrekt. Emotionele aspecten Sommige vrouwen voelen zich na een baarmoederoperatie 'minder vrouw', omdat ze geen kinderen meer kunnen krijgen en niet meer menstrueren. Als u deze gevoelens kent, is het belangrijk om ze serieus te nemen.
8
Leefregels Voor een voorspoedig herstel is het van belang dat u een aantal leefregels in acht neemt:
Uw lichaam geeft aan wat u wel en niet kunt en het is belangrijk dat u daarnaar luistert. De eerste weken na de operatie mag u niet zwaar tillen of andere zware inspanningen verrichten. Lichte werkzaamheden kunt u wel gewoon doen. Ook rustig sporten, bijvoorbeeld fietsen, is geen probleem. Stop als u moe wordt! U kunt ervan uitgaan dat u zo’n week of zes nodig hebt om weer te herstellen. Als u zich zes weken na de operatie nog niet fit voelt, overleg dan met uw gynaecoloog, huisarts of bedrijfsarts. Soms is het verstandig nog wat langer rustig aan te doen en bijvoorbeeld alleen een deel van de dag te werken. U kunt gewoon douchen. In bad gaan of zwemmen is niet altijd mogelijk. Overleg dit met uw gynaecoloog. Om het litteken in de top van de vagina goed te laten genezen, kunt u de eerste zes weken na de operatie beter geen gemeenschap hebben. Ook kunt u beter geen tampons gebruiken. Er is niets op tegen om seksueel opgewonden te raken of te masturberen. Neemt u contact op met de polikliniek Gynaecologie, als u helderrood bloed verliest, buikpijn hebt of koorts. De polikliniek Gynaecologie is op werkdagen bereikbaar tussen 8.30 en 16.30 uur op telefoonnummer (0592) 32 52 70.
9
Veelgestelde vragen Moet ik na de operatie nog uitstrijkjes laten maken? Als de baarmoederhals verwijderd is, hoeft u geen uitstrijkjes meer te laten maken. Als de baarmoederhals is blijven zitten, is het verstandig een uitstrijkje te laten maken als u (eenmaal per vijf jaar) een oproep krijgt voor het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker. Waar blijven de eicellen na een eisprong? Net als voor de operatie komen de eicellen na de eisprong in de buikholte terecht, waar ze vanzelf oplossen. Waar blijft het zaad als ik gemeenschap heb gehad? Het zaad komt via de schede weer naar buiten, net als voor de operatie. Wordt de vagina korter? De vagina houdt in principe dezelfde lengte als voor de operatie. Hoe zit de vagina vast na de operatie? De vagina hangt niet los na de operatie. De zijkanten zitten vast aan de bekkenwand. Soms maakt de gynaecoloog de ophangbanden van de baarmoeder aan de top van de vagina vast. Kan de operatiewond openspringen als ik te snel weer veel ga doen? De operatiewond wordt gesloten met stevige hechtingen die langzaam oplossen. Tegen de tijd dat de hechtingen zijn opgelost, is de wond dichtgegroeid. Ook is het niet zo dat de wond door onverwachte bewegingen of zware inspanning ineens kan openbarsten. Wel kan door vroegtijdige overbelasting een littekenbreuk ontstaan. Dit komt echter maar zeer zelden voor. Wat gebeurt er met de lege ruimte in mijn buik? De ruimte die ontstaat door het verwijderen van de baarmoeder, wordt vanzelf opgevuld door de darmen. U houdt dus geen holte in uw buik.
Hebt u een opmerking of een klacht? De medewerkers en specialisten van het Wilhelmina Ziekenhuis Assen doen hun best u de juiste (medische) zorg te geven. Mocht er toch iets gebeuren waarover u niet tevreden bent, dan verzoeken wij u om dat door te geven. U kunt dat het beste doen aan degene die direct verantwoordelijk is. Als u dat moeilijk vindt of een gesprek heeft niet het gewenste resultaat, dan kunt u zich wenden tot de ombudsfunctionaris van het ziekenhuis. Deze is bereikbaar via:
e-mailadres:
[email protected] telefoonnummer: (0592) 32 56 24/32 55 55 (maandag t/m donderdag) postadres: WZA t.a.v. ombudsfunctionaris, postbus 30.001, 9400 RA Assen Meer informatie over de klachtenprocedure vindt u op www.wza.nl.
Europaweg-Zuid 1 Postbus 30.001 9400 RA Assen Telefoon (0592) 32 55 55 www.wza.nl
© 2016 WZA
gynae07 - mei 2016
Wilhelmina Ziekenhuis Assen