Kennis bedrijfsadministratie.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 12-08-10 / 14:47 | Pag. 9
Hoofdstuk 1
Verwerken van financiële mutaties met betrekking tot duurzame productiemiddelen en leasing
1.1 Inleiding In het boek Elementaire kennis Bedrijfsadministratie heb je geleerd om boekingen te maken in de verschillende dagboeken. Dagboeken zijn het kasboek, bankboek, inkoopboek, verkoopboek en memoriaal. In dit hoofdstuk en ook in de twee volgende hoofdstukken behandelen we een aantal mutaties, die geheel of gedeeltelijk via het memoriaal lopen. In dit hoofdstuk komen aan de orde: – de afschrijving op duurzame productiemiddelen en de buitengebruikstelling daarvan; – het boeken van leasegoederen. Bij het journaliseren geven we elke grootboekrekening een code, die aansluit bij het gangbare rekeningenstelsel dat in ons land gebruikt wordt. Hieronder geven we nog eens de rubrieken aan en de soort rekeningen die daarin voorkomen: Rubriek 0 Vaste activa, eigen vermogen en lang vreemd vermogen Rubriek 1 Vlottende activa, met uitzondering van de voorraden, en kort vreemd vermogen Rubriek 2 Een aantal tussenrekeningen Rubriek 3 Voorraden grondstoffen Rubriek 4 Kostenrekeningen Rubriek 5 Rekeningen van indirecte kosten Rubriek 6 Rekeningen van fabricagekosten Rubriek 7 Voorraden producten Rubriek 8 Rekeningen van verkopen Rubriek 9 Een aantal rekeningen van winst en verlies Duurzame productiemiddelen en leasing 9
Kennis bedrijfsadministratie.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 12-08-10 / 14:47 | Pag. 10
In handelsondernemingen en dienstverlenende ondernemingen komen de rubrieken 3 en 6 niet voor en rubriek 5 zeer beperkt. In opgaven worden de grootboekrekeningen met hun codes altijd gegeven.
1.2 Afschrijving duurzame productiemiddelen Een duurzaam productiemiddel kan worden voorgesteld als een hoeveelheid prestaties, bijvoorbeeld draaiuren of kilometers. De omvang van het aantal prestaties bepaalt de capaciteit van het productiemiddel. Het aantal prestaties dat een duurzaam productiemiddel gedurende de gehele levensduur kan leveren, wordt de volgtijdige capaciteit genoemd. Het aantal mogelijke prestaties per (korte) tijdseenheid, bijvoorbeeld per uur, is de gelijktijdige capaciteit. Stel dat van een verpakkingsmachine is gegeven dat de verwachte levensduur 10 jaar is, dat er per jaar 2.000 uren mee kan worden gewerkt en dat de machine 50 producten per uur verpakt. De gelijktijdige capaciteit van de machine is 50 producten per uur en de volgtijdige capaciteit is: 10 × 2.000 × 50 = 1.000.000 verpakte producten. Met de aanschaf van een duurzaam productiemiddel wordt een hoeveelheid capaciteit verkregen, waarvan de kosten niet uitsluitend ten laste van de periode van aanschaf mogen komen. Door gebruik zal het productiemiddel slijten en zal de resterende capaciteit afnemen. De waardedaling van een productiemiddel als gevolg van slijtage en ouderdom wordt als kosten geboekt. Dit heet afschrijven. Een duurzaam productiemiddel dat niet in waarde daalt, zoals de grond waarop een onderneming is gebouwd, wordt niet afgeschreven. Bij de levensduur van een duurzaam productiemiddel wordt onderscheid gemaakt in de technische levensduur en de economische levensduur. De technische levensduur van een duurzaam productiemiddel is de periode dat het productiemiddel technisch in staat is prestaties te verrichten. Naarmate een productiemiddel ouder wordt, zullen over het algemeen de prestaties afnemen en de kosten ervan toenemen. Dan komt er een moment dat de kosten zo hoog worden dat doorgaan met het productiemiddel economisch niet meer verantwoord is. De kosten zijn hoger dan wat ermee verdiend wordt. Het productiemiddel zal dan worden vervangen. De economische levensduur van een duurzaam productiemiddel is de periode dat het productiemiddel prestaties levert die waarde hebben voor de onderneming. 10 Hoofdstuk 1
Kennis bedrijfsadministratie.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 12-08-10 / 14:47 | Pag. 11
Voor het berekenen van de afschrijving gaan we altijd uit van de (verwachte) economische levensduur. Afschrijven kan op verschillende manieren plaatsvinden. Enkele in de praktijk gebruikte afschrijvingssystemen zijn: – afschrijven met een vast percentage van de aanschafprijs; – afschrijven met een vast percentage van de boekwaarde; – afschrijven met een wisselend bedrag per periode. Afschrijven met een vast percentage van de aanschafprijs houdt in dat elke periode eenzelfde bedrag wordt afgeschreven. Dit bedrag wordt meestal uitgedrukt in een percentage van de aanschafprijs. Deze methode wordt ook genoemd afschrijven met gelijke bedragen per periode. De aanschafprijs van een duurzaam productiemiddel bestaat niet alleen uit de aankoopprijs van het duurzame productiemiddel zelf, maar bevat ook de eventuele bijkomende kosten zoals vervoerskosten, invoerrechten en installatiekosten. Het totale bedrag wordt geactiveerd (debet op de balans geboekt) en daarna over de economische levensduur verdeeld. De berekening van het afschrijvingsbedrag per periode is: (A – R)/n A = aanschafprijs; R = restwaarde; n = aantal perioden. Voorbeeld
Een onderneming heeft een machine gekocht voor € 500.000,-. De bijkomende kosten bedragen € 50.000,-. Elk jaar wordt 12% van de aanschafprijs afgeschreven. De economische levensduur is 8 jaar. 1. Bereken de jaarlijkse afschrijving op de machine. 2. Bereken de boekwaarde van de machine na vijf jaar. 3. Bereken de geschatte restwaarde aan het einde van de levensduur. Uitwerking
1. De jaarlijkse afschrijving bedraagt: 12% van (€ 500.000,- + € 50.000,-) = € 66.000,-.
Duurzame productiemiddelen en leasing 11
Kennis bedrijfsadministratie.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 12-08-10 / 14:47 | Pag. 12
2. De boekwaarde is de aanschafprijs verminderd met de in het verleden gedane afschrijvingen. Na vijf jaar bedraagt deze: € 550.000,- – 5 × € 66.000,- = € 220.000,-. 3. Er wordt in totaal afgeschreven: 8 × 12% van € 550.000,- = € 528.000,-. De geschatte restwaarde bedraagt dus € 22.000,-. Afschrijven met een vast percentage van de boekwaarde houdt in dat iedere periode een vast percentage wordt afgeschreven van de boekwaarde aan het begin van de periode. De boekwaarde is het verschil tussen de aanschafprijs en de gedane afschrijvingen. Aangezien de boekwaarde daalt, zullen ook de afschrijvingsbedragen dalen. Voorbeeld
De aanschafprijs van een vrachtauto bedraagt € 240.000,-. Elk jaar wordt 30% afgeschreven van de boekwaarde aan het begin van het jaar. Bereken de afschrijving in het 1e, 2e en 3e jaar. Uitwerking
Aanschafprijs Afschrijving 1e jaar: 30% van € 240.000,- =
€ 240.000,€ 72.000,-
Boekwaarde na 1 jaar Afschrijving 2e jaar: 30% van € 168.000,- =
€ 168.000,€ 50.400,-
Boekwaarde na 2 jaar Afschrijving 3e jaar: 30% van € 117.600,- =
€ 117.600,€ 35.280,-
Boekwaarde na 3 jaar
€
82.320,-
De jaarlijkse afschrijvingsbedragen nemen af. Naast afschrijvingskosten heeft een duurzaam productiemiddel nog andere kosten, zoals: interestkosten, kosten van bedienend personeel, elektriciteitskosten en onderhoudskosten. Het onderhoud is nodig om het productiemiddel in een goede staat te houden. Deze kosten zullen over het algemeen in de loop van de levensduur toenemen.
12 Hoofdstuk 1
Kennis bedrijfsadministratie.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 12-08-10 / 14:47 | Pag. 13
Afschrijven met een wisselend bedrag per periode is, dat afhankelijk van de overige kosten, het afschrijvingsbedrag wordt bepaald. Men probeert door het variëren van de afschrijvingsbedragen de totale kosten zoveel mogelijk gelijk te houden. De keuze van de afschrijvingsmethode is afhankelijk van onder meer de waardedaling van het duurzame productiemiddel en het verloop van de complementaire kosten. De complementaire kosten van een duurzaam productiemiddel zijn alle kosten die nodig zijn om prestaties te leveren, behalve de afschrijvingskosten en de interestkosten van het duurzame productiemiddel. Bij een bestelauto zijn de complementaire kosten bijvoorbeeld de loonkosten van de chauffeur, de onderhoudskosten en de brandstofkosten. Deze kosten zijn naast de afschrijvings- en interestkosten van de bestelauto nodig om de auto in gebruik te kunnen houden. Een onderneming probeert door middel van afschrijvingen het waardeverloop van een productiemiddel zo goed mogelijk te volgen. Dat kan betekenen dat een duurzaam productiemiddel dat gelijkmatig in waarde daalt, wordt afgeschreven met een vast percentage van de aanschafprijs. En een duurzaam productiemiddel dat in het begin sterker in waarde daalt, wordt afgeschreven met een vast percentage van de boekwaarde. Daarnaast hangt de berekening van de afschrijvingskosten en interestkosten af van de complementaire kosten. Stijgen bijvoorbeeld de complementaire kosten in de loop van de economische levensduur dan zal men de afschrijving en interest zodanig kunnen berekenen dat de totale kosten per jaar ongeveer gelijk zijn. De afschrijving wordt boekhoudkundig in het grootboek tot uitdrukking gebracht. Aan de ene kant is afschrijving een kostenpost en moet een kostenrekening, een rekening in rubriek 4, worden gedebiteerd. Dit betekent dus een vermindering van de winst. Aan de andere kant is afschrijving een waardedaling van een duurzaam productiemiddel en wordt een balansrekening gecrediteerd. Het boeken van de waardevermindering kan op twee manieren gebeuren. 1e manier De afschrijvingen worden gecrediteerd op de grootboekrekening van het betreffende duurzame productiemiddel. Als het om de afschrijving op een machine gaat, wordt de rekening Machines gecrediteerd. Het saldo van deze rekening geeft dan steeds de boekwaarde weer. Duurzame productiemiddelen en leasing 13
Kennis bedrijfsadministratie.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 12-08-10 / 14:47 | Pag. 14
Voorbeeld
Op 2 januari 2010 is een machine gekocht voor € 80.000,-. Op deze machine wordt jaarlijks 15% van de aanschafprijs afgeschreven. Andere machines zijn niet aanwezig. 1. Bereken de maandelijkse afschrijving. 2. Journaliseer de maandelijkse afschrijving. 3. Stel de rekening Machines op over januari 2010 en heropen deze rekening per 1 februari 2010. 4. Stel de rekening Afschrijvingskosten machines op over januari 2010. Uitwerking
1. De maandelijkse afschrijving bedraagt: 1/12 × 15% van € 80.000,- = € 1.000,-. 2. De journaalpost uit het memoriaal luidt:
432 Afschrijvingskosten machines
€
1.000,-
Aan 002 Machines
€
1.000,-
3. De rekening 002 Machines over de maand januari 2010 ziet er als volgt uit: Debet
002 Machines
Datum
Omschrijving
2-1
Aankoop
1-2
Bedrag Datum
Credit Omschrijving
Bedrag
€ 80.000,- 31-1
Afschrijving
€ 1.000,-
31-1
Naar balans
€ 79.000,-
Totaal
€ 80.000,-
Totaal
€ 80.000,-
Balans
€ 79.000,-
De boekwaarde op 1 februari bedraagt dus € 79.000,-. 4. De rekening 432 Afschrijvingskosten machines over de maand januari 2010 ziet er als volgt uit:
14 Hoofdstuk 1
Kennis bedrijfsadministratie.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 12-08-10 / 14:47 | Pag. 15
Debet
432 Afschrijvingskosten machines
Datum
Omschrijving
31-1
Afschrijving
Totaal
Bedrag Datum € 1.000,- 31-1
€ 1.000,-
Credit
Omschrijving
Bedrag
Naar winst-enverliesrekening
€ 1.000,-
Totaal
€ 1.000,-
2e manier De afschrijvingen worden gecrediteerd op een aparte afschrijvingsrekening van het duurzame productiemiddel in rubriek 0. Als het om een machine gaat, wordt de rekening Afschrijving machines gecrediteerd. Op de rekening Machines blijft de aanschafprijs staan. Het saldo van de rekeningen Machines en Afschrijving machines geeft de boekwaarde weer. We laten dat zien aan de hand van een voorbeeld dat gelijk is aan het vorige voorbeeld. Voorbeeld
Op 2 januari 2010 is een machine gekocht voor € 80.000,-. Op deze machine wordt jaarlijks 15% van de aanschafprijs afgeschreven. 1. Bereken de maandelijkse afschrijving. 2. Journaliseer de maandelijkse afschrijving. 3. Stel de rekeningen Machines en Afschrijving machines op over januari 2010 en heropen deze rekeningen per 1 februari 2010. 4. Stel de rekening Afschrijvingskosten machines op over januari 2010. Uitwerking
1. De maandelijkse afschrijving bedraagt: 1/12 × 15% van € 80.000,- = € 1.000,-. 2. De creditering van de afschrijving vindt nu niet plaats op de rekening 002 Machines, maar op de rekening 012 Afschrijving machines. De journaalpost uit het memoriaal luidt:
432 Afschrijvingskosten machines
€
1.000,-
Aan 012 Afschrijving machines
€
1.000,-
De rekeningen Afschrijvingskosten machines en Afschrijving machines mogen niet met elkaar worden verward. De eerste rekening is een kostenrekening en het daarop geboekte bedrag vermindert de winst. De tweede rekening is een Duurzame productiemiddelen en leasing 15
Kennis bedrijfsadministratie.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 12-08-10 / 14:47 | Pag. 16
correctierekening op de rekening Machines; het bedrag vermindert de bezitting machines. 3. De rekening 002 Machines over de maand januari 2010 ziet er als volgt uit: Debet
002 Machines
Datum
Omschrijving
2-1
Aankoop
€ 80.000,- 31-1
Naar balans
€ 80.000,-
Totaal
€ 80.000,-
Totaal
€ 80.000,-
Balans
€ 80.000,-
1-2
Bedrag Datum
Credit Omschrijving
Bedrag
De rekening 012 Afschrijving machines over de maand januari 2010 ziet er als volgt uit: Debet
012 Afschrijving machines Bedrag Datum
Datum
Omschrijving
31-1
Naar balans
€ 1.000,- 31-1
Afschrijving
€ 1.000,-
Totaal
€ 1.000,-
Totaal
€ 1.000,-
Balans
€ 1.000,-
1-2
Omschrijving
Credit Bedrag
De rekening 012 Afschrijving machines is een correctie op de rekening 002 Machines en geeft aan welk bedrag in totaal op de machine is afgeschreven. Uit het verschil tussen de rekeningen Machines en Afschrijving machines blijkt de boekwaarde. Deze bedraagt: € 80.000,- – € 1.000,- = € 79.000,-. 4. De rekening 432 Afschrijvingskosten machines over de maand januari 2010 ziet er als volgt uit: Debet
432 Afschrijvingskosten machines
Datum
Omschrijving
31-1
Afschrijving
Totaal
16 Hoofdstuk 1
Bedrag Datum € 1.000,- 31-1
€ 1.000,-
Omschrijving
Credit Bedrag
Naar winst-enverliesrekening
€ 1.000,-
Totaal
€ 1.000,-
Kennis bedrijfsadministratie.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 12-08-10 / 14:47 | Pag. 17
Deze is gelijk aan die in het vorige voorbeeld. Het voordeel van een afzonderlijke afschrijvingsrekening in rubriek 0 van het grootboek is dat de aanschafprijs van de duurzame productiemiddelen zichtbaar blijft. Dit is gemakkelijk als afgeschreven wordt met een vast percentage van de aanschafprijs. Want de aanschafprijs kun je zo aflezen uit het grootboek. In de balans van een gepubliceerde jaarrekening is het gebruikelijk om alleen de boekwaarde van de duurzame activa te vermelden. Voor wat betreft het voorgaande voorbeeld staat op de balans dan alleen aan de debetkant bij Machines een bedrag van € 79.000,-. In de toelichting op de balans worden dan de aanschafprijs en de cumulatieve afschrijving vermeld. Bij verkoop van een duurzaam productiemiddel moet de boekwaarde worden afgeboekt. Als de boekwaarde op twee rekeningen staat, moeten de bedragen van beide rekeningen verdwijnen. Een eventueel voordelig of nadelig resultaat bij verkoop van vaste activa wordt geboekt op de rekening Incidentele verliezen en winsten. Voorbeeld
Een onderneming heeft onder andere de volgende grootboekrekeningen in gebruik: 005 Installaties 130 Debiteuren 181 Te betalen omzetbelasting 980 Incidentele verliezen en winsten Er is een oude installatie verkocht voor € 14.280,-, inclusief € 2.280,- omzetbelasting. Hiervoor is een factuur verzonden. De oorspronkelijke aanschafprijs van de installatie is € 350.000,- en er is tot het moment van verkoop € 320.000,- op afgeschreven. 1. Journaliseer de factuur. Stel dat de onderneming naast de rekening 005 Installaties een aparte rekening 015 Afschrijving installaties in gebruik had. 2. Welke bedragen zouden op de rekeningen 005 Installaties en 015 Afschrijving installaties met betrekking tot de verkochte installatie hebben gestaan vlak voor het moment van verkoop? Duurzame productiemiddelen en leasing 17
Kennis bedrijfsadministratie.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 12-08-10 / 14:47 | Pag. 18
3. Welke journaalpost zou dan van de verkoop zijn gemaakt? Uitwerking
1. De installatie had nog een boekwaarde van € 30.000,-. Dit bedrag staat op de rekening 005 Installaties en moet daarvan worden afgeboekt. Het ontvangen bedrag voor de installatie bedraagt na aftrek van omzetbelasting € 12.000,-, zodat er een nadelig resultaat is van € 18.000,-. De journaalpost uit het verkoopboek luidt:
130 Debiteuren
€ 14.280,-
980 Incidentele verliezen en winsten
€ 18.000,-
Aan 181 Te betalen omzetbelasting
€
Aan 005 Installaties
€ 30.000,-
2.280,-
2. 005 Installaties € 350.000,- debet; 015 Afschrijving installaties € 320.000,- credit. 3. De boekwaarde van € 30.000,- staat nu op twee rekeningen, namelijk 005 Installaties en 015 Afschrijving installaties. Beide bedragen moeten bij verkoop worden afgeboekt. De journaalpost uit het verkoopboek wordt dan:
130 Debiteuren
€ 14.280,-
015 Afschrijving installaties
€ 320.000,-
980 Incidentele verliezen en winsten
€ 18.000,-
Aan 181 Te betalen omzetbelasting
€
Aan 005 Installaties
€ 350.000,-
2.280,-
Oefenopgave 1A
De inventaris van een onderneming heeft een aanschafprijs van € 176.000,-. De verwachte restwaarde is € 20.000,-. De economische levensduur is 10 jaar en de technische levensduur is 15 jaar. Er wordt afgeschreven met een vast percentage van de aanschafprijs. 1. Bereken de maandelijkse afschrijvingskosten. 2. Journaliseer de maandelijkse afschrijving als deze tot uitdrukking wordt gebracht op de rekening 004 Inventaris. 3. Journaliseer de maandelijkse afschrijving als deze afschrijving tot uitdrukking wordt gebracht op de rekening 014 Afschrijving inventaris.
18 Hoofdstuk 1
Kennis bedrijfsadministratie.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 12-08-10 / 14:47 | Pag. 19
4. Welke bedragen staan aan het einde van het zesde jaar op de rekeningen Inventaris en Afschrijving inventaris als in rubriek 0 een aparte afschrijvingsrekening voor inventaris is opgenomen? Oefenopgave 1B
Van een onderneming is gegeven dat aan het einde van elk kwartaal een balans en een winst-en-verliesrekening worden opgesteld. In het grootboek van de onderneming komen per 1 januari 2010 onder meer de volgende rekeningen voor met hun respectievelijke saldi: Rek. nr.
Naam van de rekening
Debet
Credit
001
Gebouwen
€ 700.000,-
003
Auto’s
€ 180.000,-
011
Afschrijving gebouwen
€ 340.000,-
013
Afschrijving auto’s
€ 65.600,-
431
Afschrijvingskosten gebouwen
433
Afschrijvingskosten auto’s
Op de gebouwen wordt jaarlijks 2% van de aanschafprijs afgeschreven. Op de auto’s wordt jaarlijks 25% van de boekwaarde aan het begin van het jaar afgeschreven. 1. Waarom staan er geen saldi vermeld bij de rekeningen Afschrijvingskosten gebouwen en Afschrijvingskosten auto’s? 2. Bereken de afschrijving gebouwen en de afschrijving auto’s over het eerste kwartaal van 2010. 3. Stel de genoemde grootboekrekeningen op over het eerste kwartaal van 2010 en heropen ze indien nodig per 1 april 2010. Oefenopgave 1C
Een onderneming heeft onder meer de volgende grootboekrekeningen in gebruik: 003 Auto’s 004 Inventaris 013 Afschrijving auto’s 100 Kas
Duurzame productiemiddelen en leasing 19
Kennis bedrijfsadministratie.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 12-08-10 / 14:47 | Pag. 20
180 Te verrekenen omzetbelasting 181 Te betalen omzetbelasting 980 Incidentele verliezen en winsten In september zijn contant verkocht een auto voor € 3.808,- en een computer voor € 833,-. Beide bedragen zijn inclusief 19% omzetbelasting. De auto is aangeschaft voor € 25.000,- en had op het moment van verkoop nog een boekwaarde van € 2.500,-. De computer is gekocht voor € 4.000,- en was op het moment van verkoop geheel afgeschreven. 1. Journaliseer de verkoop van de auto. 2. Journaliseer de verkoop van de computer. Vragen
1. Wat is het verschil tussen volgtijdige capaciteit en gelijktijdige capaciteit? 2. Waarom kan de technische levensduur van een duurzaam productiemiddel nooit langer zijn dan de economische levensduur? 3. Waarom worden ook de bijkomende kosten bij de aankoop van een duurzaam productiemiddel geactiveerd? 4. Leg uit waarom de complementaire kosten in de loop van de gebruiksduur van een machine zullen toenemen.
1.3 Leasing Tegenwoordig komt het veel voor dat ondernemingen duurzame productiemiddelen niet kopen maar leasen. Leasing in een soort huur, waarbij we twee vormen onderscheiden: finance lease en operational lease. Finance lease houdt in dat de huurder (lessee) een duurzaam productiemiddel huurt voor de tijd die gelijk staat aan de verwachte economische levensduur van het duurzaam productiemiddel. Aan het einde van de looptijd van het contract heeft de lessee het recht het geleasete productiemiddel voor een laag bedrag (bijvoorbeeld € 1,-) te kopen. Finance lease is te vergelijken met het kopen van een duurzaam productiemiddel met gelijktijdige financiering door middel van een lening. Operational lease is leasing waarbij het contract, na meestal een korte minimale contracttermijn, kan worden opgezegd door de lessee. Dit is te vergelijken met huur.
20 Hoofdstuk 1
Kennis bedrijfsadministratie.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 12-08-10 / 14:47 | Pag. 21
Het grote verschil tussen beide leasevormen is dat de lessee bij finance lease niet tussentijds kan opzeggen en bij operational lease wel. Daarom wordt finance lease beschouwd als economische eigendom, de lessee is economisch eigenaar van het duurzaam productiemiddel. Bij operational lease is dat niet het geval, daar blijft de verhuurder (lessor) economisch eigenaar. In beide gevallen is en blijft de lessor de juridische (wettelijke) eigenaar. In het geval van finance lease moet de lessee het geleasete object opnemen op zijn balans onder de activa en de verplichtingen onder Leaseverplichtingen, een vorm van lang vreemd vermogen. Voorbeeld
Vofana bv sluit een finance-leasecontract voor een telefooninstallatie voor de duur van vijf jaar. De contante aankoopprijs van de installatie bedraagt € 30.000,- exclusief 19% omzetbelasting. In geval van leasing moet maandelijks een leasetermijn van € 625,- worden betaald. Deze bestaat uit: € 500,- aflossing lening, € 75,- interestkosten en € 50,overige kosten. De eerste leasetermijn wordt verhoogd met de totale omzetbelasting van € 5.700,-. Aan het einde van de looptijd gaat de (juridische) eigendom automatisch over op de lessee. Vofana schrijft de installatie af met gelijke bedragen per periode. Journaliseer voor Vofana: 1. de levering van de telefooninstallatie; 2. het vervallen van de eerste leasetermijn; 3. de betaling per bank van de eerste leasetermijn; 4. het vervallen van de tweede leasetermijn; 5. de maandelijkse afschrijving op de telefooninstallatie. Uitwerking
1. Vofana ontvangt een telefooninstallatie met een waarde van € 30.000,-. Dit wordt gedebiteerd op een activarekening, in dit geval Lease-installaties. De aankoopprijs is ook het bedrag dat Vofana leent van de leverancier en dat wordt gecrediteerd als verplichting. De omzetbelasting moet Vofana aan de leverancier betalen, is dus ook een verplichting, en krijgt ze weer terug van de Belastingdienst.
Duurzame productiemiddelen en leasing 21
Kennis bedrijfsadministratie.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 12-08-10 / 14:47 | Pag. 22
De journaalpost luidt:
050 Lease-installaties
€ 30.000,-
Aan 090 Leaseverplichtingen
180 Te verrekenen omzetbelasting
€
5.700,-
Aan 090 Leaseverplichtingen
2.
€ 30.000,-
090 Leaseverplichtingen
€
6.200,-
490 Financieringskosten lease-installaties
€
125,-
Aan 190 Vervallen leasetermijnen
€
5.700,-
€
6.325,-
De eerste termijn bestaat uit: € 5.700,- (omzetbelasting) + € 500,- (aflossing lening) + € 125,- (bijkomende kosten) = € 6.325,-. De bijkomende kosten worden beschouwd als financieringskosten en worden samen op de rekening Financieringskosten lease-installaties geboekt. 3.
190 Vervallen leasetermijnen
€
6.325,-
Aan 110 Bank
4.
090 Leaseverplichtingen
€
500,-
490 Financieringskosten lease-installaties
€
125,-
Aan 190 Vervallen leasetermijnen
5.
456 Afschrijvingskosten lease-installaties
€
€
6.325,-
€
625,-
€
500,-
500,-
Aan 050 Lease-installaties
De afschrijving per maand bedraagt: € 30.000,-/(12 × 5) = € 500,-. Je ziet dat de posten Lease-installaties en Leaseverplichtingen steeds met hetzelfde bedrag dalen. Bij operational lease boekt de lessee alleen de huurtermijnen. Voorbeeld
Een onderneming leaset een bestelauto op basis van operational lease. Inbegrepen zijn de kosten van belastingen, verzekeringen en onderhoud. Maandelijks factureert de lessor een leasetermijn van € 1.666,- inclusief 19% omzetbelasting.
22 Hoofdstuk 1
Kennis bedrijfsadministratie.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 12-08-10 / 14:47 | Pag. 23
1. Journaliseer de maandelijkse leasetermijn. 2. Journaliseer de betaling per bank van de maandelijkse factuur in verband met het leasen van de bestelauto. Uitwerking
1.
465 Huurkosten geleasete bestelwagen
€
1.400,-
180 Te verrekenen omzetbelasting
€
266,-
Aan 140 Crediteuren
2.
140 Crediteuren
€
€
1.666,-
€
1.666,-
1.666,-
Aan 110 Bank
Van operational lease komt verder niets op de balans te staan. Oefenopgave 1D
Graziona bv sluit een finance-leasecontract voor tien heftrucks voor de duur van zes jaar. De contante aankoopprijs van een heftruck bedraagt € 27.000,- per stuk exclusief 19% omzetbelasting. In geval van leasing moet maandelijks een leasetermijn van € 4.470,- worden betaald. Deze bestaat uit: € 3.750,- aflossing lening, € 550,- interestkosten en € 170,- overige kosten. De eerste leasetermijn wordt verhoogd met de totale omzetbelasting van € 51.300,-. Aan het einde van de looptijd gaat de (juridische) eigendom van de heftrucks automatisch over op de lessee. Graziona schrijft de heftrucks in zes jaar af met gelijke bedragen per periode. In het grootboek komen onder andere de volgende rekeningen voor: 040 Heftrucks in leasing 110 Bank 140 Crediteuren 145 Leaseverplichtingen 150 Vervallen leasetermijnen 180 Te verrekenen omzetbelasting 181 Te betalen omzetbelasting 460 Afschrijvingskosten heftrucks in leasing 461 Financieringskosten heftrucks in leasing
Duurzame productiemiddelen en leasing 23
Kennis bedrijfsadministratie.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 12-08-10 / 14:47 | Pag. 24
1. Journaliseer de levering van de heftrucks en de verplichting die daaruit voortvloeit. 2. Journaliseer het vervallen van de eerste leasetermijn. 3. Journaliseer het vervallen van de tweede leasetermijn. 4. Journaliseer de factuur voor de tweede leasetermijn. 5. Journaliseer de maandelijkse afschrijving op de heftrucks. Oefenopgave 1E
Bold bv leaset een computerserver op basis van operational lease. Maandelijks factureert de lessor een leasetermijn van € 238,- inclusief 19% omzetbelasting. 1. Journaliseer de maandelijkse leasetermijn. 2. Journaliseer de betaling per bank van de maandelijkse factuur in verband met het leasen van de computerserver. Vragen
5. Wat is leasing? 6. Waarom moet finance lease van een machine wel op de balans van de lessee komen en operational lease ervan niet?
1.4 Samenvatting Een duurzaam productiemiddel kan worden voorgesteld als een hoeveelheid prestaties. De volgtijdige capaciteit van een duurzaam productiemiddel is het aantal prestaties dat het productiemiddel gedurende de gehele levensduur kan verrichten. De gelijktijdige capaciteit is het aantal prestaties van een duurzaam productiemiddel in een bepaalde (korte) tijdseenheid. Bij duurzame productiemiddelen wordt onderscheid gemaakt in de technische levensduur en de economische levensduur. De technische levensduur is de periode dat het duurzame productiemiddel technisch in staat is om prestaties te verrichten. De economische levensduur is de periode dat het duurzame productiemiddel prestaties levert die waarde hebben voor de onderneming.
24 Hoofdstuk 1
Kennis bedrijfsadministratie.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 12-08-10 / 14:47 | Pag. 25
Afschrijven is het boekhoudkundig tot uitdrukking brengen van de waardedaling van een duurzaam productiemiddel. Voor het bepalen van het periodieke afschrijvingsbedrag bestaan verschillende methoden: – Afschrijven met een vast percentage van de aanschafprijs: de afschrijvingsbedragen zijn elke periode gelijk. – Afschrijven met een vast percentage van de boekwaarde: de afschrijving is iedere periode een vast percentage van de boekwaarde aan het begin van de periode; de periodieke afschrijvingsbedragen nemen af. – Afschrijven met een wisselend bedrag per periode: men laat het afschrijvingsbedrag afhangen van het verloop van de andere kosten van het duurzame productiemiddel. De keuze van de afschrijvingsmethode is afhankelijk van onder meer de waardedaling van het duurzame productiemiddel en het verloop van de complementaire kosten. De complementaire kosten van een duurzaam productiemiddel zijn alle kosten die nodig zijn om prestaties te leveren, behalve de afschrijvingskosten en de interestkosten van het duurzame productiemiddel. Leasing is een soort huur, waarbij we twee vormen onderscheiden: finance lease en operational lease. Finance lease houdt in dat de huurder (lessee) een duurzaam productiemiddel huurt voor de tijd die gelijk is aan de verwachte economische levensduur van het duurzaam productiemiddel. Aan het einde van de looptijd van het contract heeft de lessee het recht het geleasete productiemiddel voor een laag bedrag (bijvoorbeeld € 1,-) te kopen van de verhuurder (lessor). Ook kan de (juridische) eigendom automatisch overgaan, dus zonder bijbetaling. Operational lease is leasing waarbij het contract, na meestal een korte minimale contracttermijn, kan worden opgezegd door de lessee. Dit is te vergelijken met huur.
1.5 Meerkeuzevragen
1. Welke van de volgende stellingen is/zijn juist? Stelling 1: Als afgeschreven wordt met een vast percentage van de aanschafprijs dalen de periodieke afschrijvingsbedragen. Stelling 2: Een voorbeeld van complementaire kosten van een machine zijn de afschrijvingskosten.
Duurzame productiemiddelen en leasing 25
Kennis bedrijfsadministratie.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 12-08-10 / 14:47 | Pag. 26
A B C D
Beide stellingen zijn juist. Beide stellingen zijn onjuist. Stelling 1 is juist en stelling 2 is onjuist. Stelling 2 is juist en stelling 1 is onjuist.
2. In geval van operational lease van een bestelauto is A de duur van het contract gelijk aan de economische levensduur van de bestelauto. B de duur van het contract gelijk aan de technische levensduur van de bestelauto. C de lessee de economisch eigenaar van de bestelauto. D de lessor de economisch eigenaar van de bestelauto.
3. Welke van de volgende beweringen is juist? A De saldi van de grootboekrekeningen 015 Afschrijving machines en 435 Afschrijvingskosten machines gaan aan het einde van de periode naar de balans. B De saldi van de grootboekrekeningen 015 Afschrijving machines en 435 Afschrijvingskosten machines gaan aan het einde van de periode naar de winst-en-verliesrekening. C Het saldo van de grootboekrekening 015 Afschrijving machines gaat aan het einde van de periode naar de balans en het saldo van 435 Afschrijvingskosten machines gaat naar de winst-en-verliesrekening. D Het saldo van de grootboekrekening 015 Afschrijving machines gaat aan het einde van de periode naar de winst-en-verliesrekening en het saldo van 435 Afschrijvingskosten machines gaat naar de balans.
1.6 Antwoorden vragen en meerkeuzevragen
1. Volgtijdige capaciteit is het totale aantal prestaties van een duurzaam productiemiddel gedurende de economische levensduur. Gelijktijdige capaciteit is het aantal prestaties van een duurzaam productiemiddel per (korte) tijdseenheid. 2. Na het verstrijken van de technische levensduur worden geen prestaties meer geleverd. Per definitie kunnen de prestaties dan ook geen waarde meer hebben. 3. De bijkomende kosten verhogen de aankoopprijs van een duurzaam productiemiddel en moeten dus evenals de aankoopprijs over de hele (economische) levensduur worden verdeeld. 26 Hoofdstuk 1
Kennis bedrijfsadministratie.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 12-08-10 / 14:47 | Pag. 27
4. De complementaire kosten zullen toenemen, omdat bij langer gebruik een duurzaam productiemiddel minder efficiënt gaat werken en meer onderhoud nodig zal hebben. 5. Leasing is een vorm van huur van duurzame productiemiddelen. 6. Finance lease moet op de balans van de lessee worden opgenomen, omdat de lessee de economisch eigenaar van de machine is. Bij operational lease is dat niet het geval. Meerkeuzevragen
1. B 2. D 3. C
1.7 Uitwerkingen oefenopgaven Oefenopgave 1A
1. De afschrijving per jaar bedraagt: (€ 176.000,- – € 20.000,-)/10 = € 15.600,-. Per maand is dat: 1/12 × € 15.600,- = € 1.300,-.
2.
434 Afschrijvingskosten inventaris
€
1.300,-
Aan 004 Inventaris
3.
434 Afschrijvingskosten inventaris
€
€
1.300,-
€
1.300,-
1.300,-
Aan 014 Afschrijving inventaris
4. Op de rekening 004 Inventaris staat debet € 176.000,-. Op de rekening 014 Afschrijving inventaris staat credit: 6 × € 15.600,- = € 93.600,-. Oefenopgave 1B
1. Aan het einde van het 4e kwartaal 2009 zijn de afschrijvingskosten naar de winst-en-verliesrekening geboekt, zodat er op 1 januari 2010 niets meer op deze rekeningen staat.
Duurzame productiemiddelen en leasing 27
Kennis bedrijfsadministratie.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 12-08-10 / 14:47 | Pag. 28
2. De afschrijving op gebouwen over het 1e kwartaal van 2010 bedraagt: ¼ × 2% van € 700.000,- = € 3.500,-. De afschrijving op auto’s over het 1e kwartaal van 2010 bedraagt: ¼ × 25% van € 114.400,- (€ 180.000,- – € 65.600,-) = € 7.150,-.
3. Debet
001 Gebouwen
Datum
Omschrijving
1-1
Balans
€ 700.000,- 31-3
Naar balans
€ 700.000,-
Totaal
€ 700.000,-
Totaal
€ 700.000,-
Balans
€ 700.000,-
1-4
Debet
Bedrag Datum
Credit Omschrijving
003 Auto’s
Credit
Datum
Omschrijving
1-1
Balans
€ 180.000,- 31-3
Naar balans
€ 180.000,-
Totaal
€ 180.000,-
Totaal
€ 180.000,-
Balans
€ 180.000,-
1-4
Debet
Bedrag Datum
Bedrag
Omschrijving
011 Afschrijving gebouwen
Datum
Omschrijving
31-3
Naar balans
Bedrag Datum € 343.500,- 1-1 31-3
Totaal
€ 343.500,1-4
Debet
Omschrijving
Omschrijving
31-3
Naar balans
Bedrag Datum € 72.750,- 1-1 31-3
Totaal
€ 72.750,1-4
28 Hoofdstuk 1
Credit Bedrag
Balans
€ 340.000,-
Afschrijving
€ 3.500,-
Totaal
€ 343.500,-
Balans
€ 343.500,-
013 Afschrijving auto’s
Datum
Bedrag
Credit Omschrijving
Bedrag
Balans
€ 65.600,-
Afschrijving
€ 7.150,-
Totaal
€ 72.750,-
Balans
€ 72.750,-
Kennis bedrijfsadministratie.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 12-08-10 / 14:47 | Pag. 29
Debet
431 Afschrijvingskosten gebouwen
Datum
Omschrijving
31-3
Afschrijving
Totaal
Debet
Bedrag Datum € 3.500,- 31-3
€ 3.500,-
Credit
Omschrijving
Bedrag
Naar winst-enverliesrekening
€ 3.500,-
Totaal
€ 3.500,-
432 Afschrijvingskosten auto’s
Datum
Omschrijving
31-3
Afschrijving
Totaal
Bedrag Datum € 7.150,- 31-3
€ 7.150,-
Credit
Omschrijving
Bedrag
Naar winst-enverliesrekening
€ 7.150,-
Totaal
€ 7.150,-
Oefenopgave 1C
1.
100 Kas
€
3.808,-
013 Afschrijving auto’s
€ 22.500,-
Aan 003 Auto’s
€ 25.000,-
Aan 181 Te betalen omzetbelasting
€
608,-
Aan 980 Incidentele verliezen en winsten
€
700,-
2.
100 Kas
€
833,-
Aan 181 Te betalen omzetbelasting
€
133,-
Aan 980 Incidentele verliezen en winsten
€
700,-
Oefenopgave 1D
1.
040 Heftrucks in leasing
€ 270.000,-
180 Te verrekenen omzetbelasting
€ 51.300,-
Aan 145 Leaseverplichtingen
2.
145 Leaseverplichtingen
€ 55.050,-
461 Financieringskosten heftrucks in leasing
€
720,-
Aan 150 Vervallen leasetermijnen
3.
€ 321.300,-
145 Leaseverplichtingen
€
3.750,-
461 Financieringskosten heftrucks in leasing
€
720,-
Aan 150 Vervallen leasetermijnen
€ 55.770,-
€
4.470,-
Duurzame productiemiddelen en leasing 29
Kennis bedrijfsadministratie.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 12-08-10 / 14:47 | Pag. 30
4.
150 Vervallen leasetermijnen
€
4.470,-
Aan 140 Crediteuren
5.
460 Afschrijvingskosten heftrucks in leasing
€
€
4.470,-
€
3.750,-
€
238,-
€
238,-
3.750,-
Aan 040 Heftrucks in leasing
Oefenopgave 1E
1.
470 Huurkosten geleasete computerserver
€
200,-
180 Te verrekenen omzetbelasting
€
38,-
Aan 140 Crediteuren
2.
140 Crediteuren
€
238,-
Aan 110 Bank
30 Hoofdstuk 1