VERVOLGOPLEIDING MONDZIEKTEN, KAAK- en AANGEZICHTSCHIRURGIE
MKA-chirurg-oncoloog
Definitieve versie, november 2014
1.
INLEIDING
De Nederlandse Vereniging voor Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie (NVMKA) heeft in 2013 in samenwerking met de Nederlandse Vereniging voor Keel-, Neus- en Oorheelkunde en Heelkunde van het Hoofd-Halsgebied een gezamenlijk curriculum voor de Oncologische Hoofd-Halschirurgie (OHHC) opgesteld. De opleiding vindt plaats in een erkend Hoofd-Halsoncologisch Centrum (HHOC). De opleiding en de te stellen eisen aan de opleider, de opleidingsinrichting en de MKA-chirurg In Vervolgopleiding Oncologie (MKA-CIVO), staan beschreven in de nota “Opleiding Oncologische HoofdHalschirurgie; een curriculum voor de MKA-chirurg en KNO-arts”. Het is een op competenties gebaseerde opleiding, bestaande uit verplichte en keuze modules.
2.
ALGEMENE EISEN TE STELLEN AAN EEN VERVOLGOPLEIDING MKA-CHIRURGONCOLOOG
1.
De erkenning van een specialist als opleider voor de oncologische hoofd-halschirurgie (OHHC) en van een inrichting als opleidingsinrichting voor een vervolgopleiding voor de MKA-CIVO berust bij het bestuur van de NVMKA. De administratieve begeleiding van de MKA-chirurg in de vervolgopleiding oncologie, de MKA-CIVO, berust bij het bestuur. Eén en ander met inachtneming van wat in de artikelen van de algemene en bijzondere eisen aan de opleiding in de vervolgopleiding oncologisch hoofd-halschirurg is bepaald.
2.
De opleidingseisen dienen door de Algemene Ledenvergadering van de NVMKA te zijn goedgekeurd.
3.
Het bestuur stelt de opleiders OHHC, het aantal opleidingsinrichtingen en het aantal opleidingsplaatsen vast in overleg met en na advies van het Consilium Chirurgicum Oris en de erkende opleiders in de reguliere opleidingen MKA-chirurgie.
4.
Het bestuur dient zich bij het nemen van besluiten betreffende de vervolgopleiding oncologische hoofd-halschirurgie te laten adviseren door het Consilium Chirurgicum Oris (CCO). Twee vertegenwoordigers die erkend zijn als oncologisch hoofd-halschirurg, zijn betrokken bij de besluitvorming. Dit kunnen leden van het CCO zijn of leden van de vereniging die ad hoc worden geconsulteerd.
2.1
Erkenning van de opleiding
1.
Erkenning van de opleider OHHC en de opleidingsinrichting voor de vervolgopleiding voor OHHC wordt door het bestuur gegeven wanneer zowel de opleider OCCH als de opleidingsinrichting OHHC aan de gestelde eisen voldoen.
2.
Voor erkenning van een inrichting als opleidingsinrichting voor OHHC is vereist dat de inrichting een door het bestuur erkende opleider voor OHHC heeft.
3.
Het vaststellen van het aantal toe te laten MKA-CIVO’s tot de opleiding geschiedt door het bestuur in overleg met het CCO. Hierbij wordt rekening gehouden met de verwachte landelijke behoefte MKA-chirurg-oncologen in de erkende hoofd-halsoncologische centra en preferred centra.
4.
De erkenning van de opleiding OHHC wordt, na een positieve visitatie, telkens voor een tijdvak van vijf jaar verleend. De erkenning geldt uiterlijk tot de datum waarop de opleider OHHC zijn werkzaamheden beëindigt, zonder opvolging door een erkende opleider OHHC. Verlenging van de erkenning dient ten minste zes maanden voor de afloop van de geldende termijn bij het bestuur te worden aangevraagd.
5.
Het bestuur kan tussentijds de erkenning intrekken wanneer zij, op grond van een door de visitatiecommissie uitgebracht rapport en advies, van oordeel is dat de opleider OHHC, de MKAen/of de OHHC-opleidingsinrichting niet meer voldoen aan de gestelde eisen.
6.
Indien het bestuur, gezien het visitatierapport en het advies, van het CCO en gehoord de opleider MKA-chirurgie en een vertegenwoordiger van de inrichting, besluit de erkenning niet Definitieve versie, november 2014 2
opnieuw te verlenen of deze tussentijds in te trekken, deelt zij deze beslissing schriftelijk mede aan het bestuur, c.q. curatorium, de directie van de inrichting, de opleider OHHC, het hoofd van de betrokken kliniek c.q. opleider MKA-chirurgie en het CCO. De erkenning vervalt dan zowel voor de opleidingsinrichting OHHC als voor de opleider OHCC een half jaar na dagtekening van de schriftelijke mededeling. Het is de inrichting niet toegestaan in deze periode nieuwe fellows OHHC toe te laten. Het bestuur deelt aan de fellows OHHC, die in de inrichting in opleiding zijn, mede dat de erkenning niet is verlengd, c.q. is ingetrokken. 7.
Voor het geval de erkenning niet is verlengd of is ingetrokken, zal het bestuur voor zover nodig, in overleg met de betreffende MKA-CIVO(‘s), nader bepalen op welke wijze zij hun opleiding kunnen voortzetten. Het bestuur kan hierbij van de voor de opleiding gestelde bepalingen afwijken.
8.
Indien een erkende opleider in de OHHC gedurende een aaneengesloten periode van drie maanden door ziekte of anderszins zijn werkzaamheden als opleider OHHC niet heeft kunnen verrichten, moet hij dit schriftelijk aan het bestuur meedelen. Het bestuur dient, na advies te hebben ingewonnen, te bepalen of en op welke wijze voortzetting van de opleiding van de MKACIVO(‘s) zal plaatsvinden en doet van haar beslissing binnen een maand mededeling aan de opleider OHHC en aan de betrokken fellows OHHC.
2.2
Beoordeling van de opleiding
1.
De beoordeling van de vervolgopleiding OHHC vindt plaats door een commissie ad hoc namens het bestuur. Het bestuur verzoekt het CCO een commissie ad hoc samen te stellen om een visitatie uit te voeren. De commissie ad hoc bestaat uit ten minste twee oncologisch hoofdhalschirurgen.
2.
De opleider OHHC, de opleider MKA-chirurgie en de opleidingsinrichting dienen bereid te zijn zich te laten visiteren en volledige medewerking hieraan te verlenen.
3.
Het bestuur stelt aan de hand van het advies van de commissie ad hoc de definitieve beoordeling vast en bericht dit aan de opleider OHHC, de opleider MKA-chirurgie, het bestuur van de opleidingsinrichting en het CCO.
2.3
De opleiding De opleiding staat beschreven in de nota “Opleiding Oncologische Hoofd-Halschirurgie”. Voor de MKA-CIVO zijn de modules lip, mondholte, orofarynx, grote speekselklieren, hals, implantologie en bijzondere tandheelkunde verplicht. Daarnaast kunnen in overleg met het HHOC waar de MKA-CIVO gaat werken en met de opleider keuzemodules in het persoonlijk opleidingsplan worden opgenomen.
Definitieve versie, november 2014 3
2.4
De MKA-chirurg in vervolgopleiding oncologie
1.
Voor toelating van de MKA-CIVO tot de vervolgopleiding OHHC dient registratie in het register voor het specialisme MKA-chirurgie te hebben plaatsgevonden. De MKA-CIVO is lid van de NVMKA.
2.
De MKA-CIVO wordt voor de vervolgopleiding OHHC geselecteerd en toegelaten door de opleider OHHC nadat ook het hoofd van de afdeling MKA-chirurgie en de staf hiermee akkoord zijn gegaan. Een landelijke afstemming is wenselijk en de mankrachtbehoefte wordt bijgehouden door het bestuur van de NVMKA.
3.
De tot de vervolgopleiding OHHC toegelaten MKA-chirurg verbindt zich voor de opleidingsduur aan de opleiding. Slechts zwaarwegende omstandigheden die dit onmogelijk maken, kunnen hierop een uitzondering vormen. De beoordeling hiervan ligt bij het bestuur.
4.
De MKA-CIVO moet ten minste drie maanden voordat de opleiding een aanvang neemt, door de opleider OHHC bij het bestuur worden aangemeld. Daarbij wordt het bestuur op de hoogte gesteld over: a. akkoordverklaring door het hoofd van de afdeling c.q. opleider in de MKA-chirurgie; b. de erkende opleider OHHC die zich bereid heeft verklaard de fellow OHHC op te leiden; c. in welke erkende opleidingsinrichting(en) OHHC de opleiding zal plaatsvinden; d. het persoonlijk opleidingsplan; e. het curriculum vitae van de fellow OHHC; f. de financiering van de opleidingsplaats.
5.
Het bestuur bepaalt aan de hand van de verstrekte gegevens en na advies ingewonnen te hebben bij het CCO, of zij akkoord gaat met de onder punt 4 gestelde voorwaarden. Na akkoord bevinden, deelt het bestuur de datum waarop de opleiding een aanvangt neemt mede aan de MKA-CIVO, de opleider MKA-chirurgie, de opleider OHHC, de opleidingsinrichting en het CCO.
6.
De MKA-CIVO is verplicht elke wijziging in het persoonlijk opleidingsplan direct schriftelijk aan het bestuur mede te delen.
7.
Indien de MKA-CIVO gedurende een aaneengesloten periode van drie maanden door ziekte of andere omstandigheden de opleiding niet heeft kunnen volgen, moet hij dit aan het bestuur mededelen. Het bestuur is bevoegd te bepalen of en op welke wijze compensatie plaats dient te vinden.
8.
Gedurende de opleiding moet de MKA-CIVO de door de opleider OHHC in het kader van de opleiding gegeven aanwijzingen opvolgen. Voor zijn totale functioneren legt de MKA-CIVO verantwoording af aan, en volgt hij/zij de aanwijzingen op van het hoofd van de afdeling.
9.
Het eerste halfjaar van de opleiding is een proefperiode die met een evaluatie wordt afgesloten. Aspecten die bij het bepalen van de geschiktheid expliciet aan de orde dienen te komen zijn: omgang met patiënten, theoretische en praktische kennis, geschiktheid om in teamverband te werken en manuele vaardigheden. Ingeval de opleider OHHC op basis van deze evaluatie te kennen geeft aan het bestuur de MKA-CIVO niet geschikt en/of in staat te achten de opleiding voort te zetten, wordt de opleiding beëindigd met opgave van redenen. De MKA-CIVO kan in beroep gaan bij het bestuur. Het bestuur kan zich laten adviseren door de commissie ad hoc zoals genoemd in 2.2:1 en 2.2:2. Definitieve versie, november 2014 4
2.5
De opleider oncologische hoofd-halschirurgie
1.
De opleider OHHC dient lid te zijn van de NVMKA en is erkend MKA-chirurg-oncoloog.
2.
De opleider OHHC draagt de volle verantwoordelijkheid voor de opleiding. Hij is bij voorkeur mede verantwoordelijk voor de opleiding in de MKA-chirurgie. Dit impliceert dat hij de medeverantwoordelijkheid draagt voor de opleiding van AIOS-en in het bijzonder zijn deelgebied betreffende. Voor de organisatorische aspecten is hij ondergeschikt aan het hoofd van de afdeling c.q. de erkende opleider MKA-chirurgie.
3.
De opleider OHHC evalueert de MKA-CIVO na zes maanden op zijn geschiktheid voor de opleiding (zie 2.4:9).
4.
De opleider OHHC is verplicht jaarlijks, volgens een daartoe vastgesteld formulier, aan het bestuur gegevens te verstrekken met betrekking tot de vorderingen van fellow OHHC. Deze gegevens worden door het bestuur vertrouwelijk behandeld.
5.
Aan het einde van de opleiding meldt de opleider schriftelijk aan de Registratiecommissie MKAchirurg-oncoloog dat de fellow OHHC heeft voldaan aan de opleidingseisen en wenst te worden erkend.
6.
Indien een opleider OHHC zijn verplichtingen jegens het bestuur niet nakomt, kan het bestuur besluiten de erkenning in te trekken.
2.6
De opleidingsinrichting
1.
De opleidingsinrichting OHHC bevindt zich in een door de Nederlandse Werkgroep Hoofd- HalsTumoren (NWHHT) erkend multidisciplinair centrum voor hoofd-halsoncologie.
2.
De opleidingsinrichting MKA-chirurgie moet de opleider OHHC de gelegenheid geven diens verplichtingen voortvloeiende uit hetgeen is bepaald in de algemene eisen en de specifieke eisen in verband met de opleiding van de MKA-CIVO na te komen.
3.
De opleidingsinrichting MKA-chirurgie moet de fellow OHHC in staat stellen de gegeven voorschriften door de opleider OHHC in het kader van de opleiding op te volgen.
4.
Hetgeen onder 2.6:3 is bepaald, geschiedt met inachtneming van de door de inrichting gestelde regels, die niet in tegenspraak mogen zijn met de eisen te stellen aan de opleiding, de opleider van de fellow OHHC en de opleidingsinrichting.
2.7
Registratie MKA-chirurg-oncoloog
1.
De fellow OHHC stuurt een overzicht van aantallen verrichtingen OSATS, KPF, CAT etc. naar de Registratiecommissie MKA-chirurg-oncoloog. Voorts moet hij alle inlichtingen betreffende de opleiding verschaffen die de Registratiecommissie MKA-chirurg-oncoloog ter beoordeling van de aanvraag nodig acht.
Definitieve versie, november 2014 5
2.
Indien er verschil blijkt te zijn tussen de gegevens die de MKA-CIVO verschaft en de informatie die de Registratiecommissie MKA-chirurg-oncoloog tijdens de opleiding heeft geregistreerd, zal dit verschil moeten worden opgehelderd voordat over de aanvraag tot registratie in behandeling wordt genomen.
3.
Tegen het einde van de opleiding deelt de opleider van de MKA-CIVO aan de Registratiecommissie MKA-chirurg-oncoloog mede of naar zijn oordeel de MKA-CIVO al dan niet in aanmerking komt voor registratie.
4.
Ingeval de opleider van de fellow OHHC te kennen geeft dat de MKA-CIVO (nog) niet geschikt is en/of in aanmerking komt voor registratie, zal het bestuur binnen twee maanden beslissen of de fellow de opleiding moet voortzetten en voor welke periode. In afwachting van het besluit van het bestuur wordt de opleiding gecontinueerd.
5.
Verzoeken tot registratie en herregistratie worden door een registratiecommissie beoordeeld. De Registratiecommissie MKA-chirurg-oncoloog brengt verslag uit aan het bestuur.
6.
De schriftelijke bevestiging van de registratie "MKA-chirurg-oncoloog", wordt door het bestuur van de NVMKA bekrachtigd en bevestigd door uitreiking van een certificaat aan de betreffende MKA-chirurg.
7.
De registratie geldt voor een periode van vijf jaar.
8.
De criteria voor herregistratie zijn: de MKA-chirurg-oncoloog is voor minimaal 16 uur per week werkzaam in een door de NWHHT erkend multidisciplinair centrum voor hoofd-halsoncologie; de werkzaamheden bestaan zowel uit patiëntenbehandeling als uit deelname aan multidisciplinair overleg; de MKA-chirurg-oncoloog is in de vijf jaren voorafgaande aan zijn herregistratieaanvraag ten minste drie jaar werkzaam geweest in een door de NWHHT erkend multidisciplinair centrum voor hoofd-halsoncologie.
2.8
Vertrouwelijkheid Alle in voorgaande artikelen genoemde beoordelingen zijn vertrouwelijk en staan uitsluitend ter beschikking van het bestuur en haar adviseurs, behoudens het bepaalde in 2.7:3.
Definitieve versie, november 2014 6
3.
BIJZONDERE EISEN TE STELLEN AAN DE VERVOLGOPLEIDING ONCOLOGISCHE HOOFDHALSCHIRURGIE
3.1
De opleiding Zie nota “Opleiding Oncologische Hoofd-Halschirurgie”.
3.2
De opleider oncologische hoofd-halschirurgie Bijzondere eisen te stellen aan de opleider OHHC voor de vervolgopleiding van de MKA-CIVO.
3.2.1 De opleider van de vervolgopleiding OHHC dient aan de volgende eisen te voldoen: a. hij is MKA-chirurg-oncoloog en werkzaam in een erkende multidisciplinaire hoofdhalsoncologische werkgroep, en heeft een nagenoeg volledige dagtaak in de hoofdhalsoncologie; b. de kennis en de vaardigheden van de opleider moeten daadwerkelijk de inhoud dekken van de OHHC, die binnen de opleidingsinrichting worden verzorgd; c. de opleider OHHC dient bij voorkeur gepromoveerd te zijn en zo mogelijk regelmatig te publiceren over het vakgebied. 3.2.2 De opleider van de vervolgopleiding oncologische hoofd-halschirurgie dient: a. zie algemene eisen, 2.5:1 t/m 2.5:4; b. belangstelling te hebben en bekwaam te zijn tot het verrichten van opleidingsactiviteiten en voldoende tijd te besteden aan de opleidingstaken en erop toezien dat het persoonlijk opleidingsplan wordt uitgevoerd; c. bereid te zijn bij de inrichting van de opleiding en het verrichten van opleidingsactiviteiten overleg te voeren met de opleider MKA-chirurgie.
3.3
De opleidingsinrichting
3.3.1 Bijzondere eisen te stellen aan de opleidingsinrichting voor de vervolgopleiding oncologisch hoofd-halschirurgie: a. er is een door de NWHHT erkende werkgroep hoofd-halsoncologie; b. er bestaat intensieve samenwerking met de afdelingen radiodiagnostiek, nucleaire geneeskunde, pathologie, radiotherapie, chirurgische oncologie, keel-, neus- en oorheelkunde, plastische chirurgie en maxillofaciale prothetiek, medische oncologie en ondersteunende (paramedische) disciplines; c. er is een oncologische polikliniek waar tevens de follow-up wordt verricht; d. een opleidingsinrichting dient te beschikken over voldoende (intensive care) opnamemogelijkheid en operatiecapaciteit voor oncologische patiënten; e. de afdeling of het instituut heeft een consultatieve functie vanuit het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL); f. de afdeling of het instituut neemt deel aan of is betrokken bij de organisatie van wetenschappelijk onderzoek. 3.3.2 Nadere voorschriften Namens de opleidingsinrichting dient de opleider OHHC aan het bestuur een programma te presenteren dat omvat: Definitieve versie, november 2014 7
a.
b. c.
3.4
Theoretisch onderwijs 1. de bibliotheek bevat de gangbare literatuur betreffende de hoofd-halsoncologie; 2. ruimte in het programma voor het bezoeken van onderwijs en wetenschappelijke bijeenkomsten betreffende de hoofd-halsoncologie; 3. stimulering tot regelmatige deelname aan wetenschappelijke vergaderingen over hoofd-halsoncologische onderwerpen. Praktisch onderwijs Het kunnen uitvoeren van het persoonlijk opleidingsplan. Stimulering en begeleiding van wetenschappelijk onderzoek.
Opleidingsschema Het persoonlijk opleidingsplan fungeert als opleidingsschema.
4.
VERRICHTINGEN Verrichtingen worden bijgehouden in het portfolio.
5.
WETENSCHAP De MKA-chirurg-oncoloog zal ervaring moeten opdoen in het hoofd-halsoncologisch wetenschappelijk onderzoek. Dit moet in de vorm van ten minste één artikel en een voordracht tot uiting komen.
6.
DOCUMENTATIE OPLEIDING De fellow OHHC houdt een portfolio bij en archiveert de OK-verslagen.
Definitieve versie, november 2014 8