Afdeling Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie
Informatie over de werkzaamheden van de MKA-chirurg
1
Patiëntenfolder Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie Afdeling Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie van het VUmc/ACTA
U bevindt zich op de polikliniek Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie (MKA). De MKA-chirurg is werkzaam op het raakvlak van de tandheelkunde en geneeskunde. U bent verwezen door uw tandarts, huisarts of andere medische specialist. In deze folder vindt u informatie over de werkzaamheden van de MKA-chirurg.
Algemeen Meer dan 90 % van alle kaakchirurgische ingrepen vindt plaats op de polikliniek onder plaatselijke verdoving. De overige ingrepen vinden in narcose plaats, vaak tijdens een dagbehandeling. Dit betekent dat u ’s ochtends komt en aan het einde van de middag weer naar huis gaat. U wordt behandeld door een MKA-chirurg of MKA-chirurg-in-opleiding. Een enkele maal vindt de behandeling plaats door een in opleiding zijnde arts of tandarts, onder begeleiding van een MKA-chirurg (in opleiding). Aangezien in veel gevallen een optimale mondhygiëne van groot belang is voor het welslagen van de behandeling, zijn er ook mondhygiënisten op de afdeling MKA werkzaam.
3
Aangezichtschirurgie Ook het aangezicht valt binnen het werkgebied van de MKA-chirurg. Behandeling bestaat onder andere uit het verwijderen van ontsierende moedervlekjes of bultjes in het aangezicht. Deze kunnen vaak eenvoudig onder lokale verdoving worden verwijderd. Alle verwijderde huidafwijkingen worden routinematig voor weefselonderzoek opgestuurd, zodat zekerheid wordt verkregen over de aard van deze huidafwijkingen. Andere behandelingen zijn littekencorrecties, ooglidcorrecties en een wenkbrauwlift.
Implantologie Indien een of meer tanden en kiezen verloren zijn gegaan, kan vervanging ervan door middel van een of meer implantaten een goede oplossing zijn. Een implantaat is een “kunstwortel”, veelal gemaakt van titanium. Deze kan in de meeste gevallen onder plaatselijke verdoving in het kaakbot worden geplaatst. Soms is het nodig om voorafgaande aan het plaatsen van implantaten het tandvlees en/of het kaakbot te corrigeren. Een enkele maal wordt een stukje bot uit de onderkaak of bekkenkam gebruikt om de kaak op te hogen.
4
Indien dit nodig is, wordt u hier uitgebreid door de arts over geïnformeerd. Belangrijk is, dat er door de tandarts-verwijzer eerst een tandheelkundig behandelplan wordt opgesteld.
Kaakcorrecties (kaakosteotomieën) Een afwijkende stand van de onder- en /of bovenkaak kan door middel van een operatie worden gecorrigeerd. Het doel is om de functie van het gebit, de kauwspieren, de luchtwegen en de gelaatsuitdrukking te verbeteren. Tijdens de operatie wordt een snede in het kaakbot (osteotomie) gemaakt zodat de kaak of een deel daarvan kan worden verschoven. Om een goed resultaat te krijgen is het vaak nodig dat de tanden en kiezen eerst op een rij worden gezet met behulp van een beugel. Deze beugel wordt door de orthodontist aangebracht. Na de operatie moet de beugel meestal nog enige tijd worden gedragen, totdat het gewenste resultaat is bereikt. Deze orthodontischchirurgische behandeling duurt veelal anderhalf tot twee jaar.
5
Kaak- en schedelbreuken Behandeling van kaak- en schedelbreuken vindt in eerste instantie plaats op de Spoedeisende Hulp. Afhankelijk van de aard van het letsel, wordt een afwachtend beleid met poliklinische controle afgesproken, of vindt opname plaats in het VUmc voor behandeling in narcose. Behandeling van een kaak- of schedelbreuk vindt veelal plaats met behulp van titanium plaatjes en schroefjes, waarmee de breukdelen aan elkaar worden vastgemaakt.
Kaakgewrichtsklachten Kaakgewrichtsklachten kunnen worden veroorzaakt door het kaakgewricht zelf (knappend kaakgewricht, “uit de kom schieten”, “kaak op slot”), door de kauwspieren rondom het kaakgewricht, of door een combinatie van deze twee. De klachten ontstaan vaak door gewoontes zoals tandenknarsen en klemmen. De behandeling bestaat meestal uit oefeningen, het dragen van een door de tandarts vervaardigd plastic plaatje (“opbeetplaat”) en/of eventueel fysiotherapie. Slechts bij uitzondering is chirurgische behandeling nodig.
6
Lip-, kaak- en verhemeltespleten Kinderen met een aangeboren lip-, kaak- of verhemeltespleet (schisis) worden in een speciaal team van (medisch) specialisten, het schisisteam, behandeld. De MKA-chirurg is met name betrokken bij het sluiten van de spleet in de kaak en het verhemelte. Tijdens deze behandeling wordt de kaakspleet opgevuld met stukjes bot uit de onderkaak of bekkenkam (heupbot).
Mondziekten Het gaat hier voornamelijk om afwijkingen van het mondslijmvlies. Afhankelijk van het soort afwijking wordt er soms een stukje weefsel uitgenomen om onder de microscoop te bekijken. Op deze manier kan een betere diagnose worden verkregen. Indien sprake is van (verdenking op) een kwaadaardige tumor in of rond de mondholte, vindt verwijzing plaats naar een multidisciplinair spreekuur “oncologie”, waarin ook de afdelingen KNO, Plastische Chirurgie, Algemene Oncologie en de Bestralingsafdeling vertegenwoordigd zijn.
7
Reconstructieve kaakchirurgie, Craniofaciale chirurgie en Maxillofaciale prothetiek Reconstructieve kaakchirurgie betreft het chirurgisch herstellen van defecten in en rond het gelaat, die na ernstige ongevallen of na verwijdering van kwaadaardige processen zijn ontstaan. Bij craniofaciale chirurgie gaat het vooral om het chirurgisch corrigeren van aangeboren en verworven schedel- en aangezichtsafwijkingen. Het gaat vaak om uitgebreide behandelingen, die meestal in samenwerking met andere specialisten, zoals de neurochirurg, KNO-arts en plastisch chirurg worden uitgevoerd. In sommige gevallen wordt een beroep gedaan op een tandarts-specialist in de maxillofaciale prothetiek, voor vervanging van verloren gegane kaakof gebitsdelen. Er wordt samengewerkt met de Stichting Bijzondere Tandheelkunde bij ACTA.
Speekselklieraandoeningen In de speekselklieren kunnen zich diverse afwijkingen voordoen, zoals steenvorming of ontsteking. Dit kan zich uiten in pijn of zwelling. Behandeling bestaat vaak uit massage van de speekselklier. Soms wordt onder plaatselijke verdoving een speekselsteentje verwijderd.
8
Een enkele maal wordt gebruikt gemaakt van een speciale röntgenfoto, een sialogram, om de afvoergangetjes van de speekselklier in beeld te brengen.
Verstandskiezen en andere gebitsafwijkingen Verwijdering van verstandskiezen of wortelresten, of een wortelpuntbehandeling (apexresectie) maken deel uit van de alledaagse praktijk van de MKA-chirurg. Het merendeel van deze behandelingen kan onder plaatselijke verdoving worden uitgevoerd. Moeilijk doorbrekende tanden en kiezen kunnen door een orthodontist in hun doorbraak worden begeleid. Soms is het nodig om een niet doorbrekende tand of kies een handje te helpen. Veelal wordt dan aan de MKA-chirurg gevraagd de betreffende tand op te zoeken en eventueel te voorzien van een kettinkje, dat daarna door de orthodontist aan de beugel wordt bevestigd. Indien sprake is van afwezigheid van bepaalde tanden, kan de mogelijkheid van een autotransplantatie worden overwogen. Dit betekent dat een nog niet volgroeide tand wordt verplaatst naar de plaats van de ontbrekende tand.
9
Wijnvlekken in en rond de mond Een arterio-veneuze malformatie (AVM) is een kluwen van vaatjes, hetgeen kan zorgen voor een ontsierende of vervelende, vaak rood-blauw verkleurde zwelling (“wijnvlek”) in en rond de mond of het aangezicht. Afhankelijk van de aard van deze vaatjes (slagader, ader of lymfevaatjes) kan de aandoening worden behandeld met een lokale injectie of met behulp van chirurgie. Vaak wordt eerst een MRI-scan gemaakt. De eventuele behandeling wordt uitgevoerd in samenwerking met een interventie-radioloog. Niet elke malformatie is goed te behandelen, en soms is het nodig om een behandeling meerdere keren uit te voeren voordat het gewenste resultaat wordt bereikt.
10
VU medisch centrum polikliniek Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie De Boelelaan 1117 Postbus 7057 1007 MB Amsterdam www.VUmc.nl
[email protected]