Nota: dit verhaal is niet een van mijn gebruikelijke "realistische" verhalen. Het is gewoon een fantasietje waarbij ik suffe dingen als "nazorg", "consensualiteit" of "grenzen" achterwege kan laten. Is het niets voor jou of gaat het je te ver...even goeie vrienden, maar hou dan op met lezen. Het is GEEN representatie van wat BDSM kan zijn.
Een De kelderdeur gaat open op het moment dat ik het bakje water neerzet. Ik kijk nauwelijks op. Als ik een slavin train heb ik geen tijd voor andere zaken.
‘Je avondeten,’ zeg ik achteloos tegen de naakte vrouw aan mijn voeten. Haar hele lichaam zit onder de blauwzwarte plekken en schrammen. Ik let op haar gezichtsuitdrukking. Ze verrekt geen spier. Dat is mooi. Bovendien begint haar uitgebluste onverschilligheid wat weg begint te trekken. Over een paar dagen is ze aan dit leven gewend. De ketting aan haar collar rinkelt over de grond als ze naar het bakje kruipt. Steunend op ellebogen en knieën bukt ze zich voorover en neemt enkele likjes uit het bakje, precies zoals ik haar geleerd heb. Dan trekt er een rilling over haar rug. ‘Ik heb er wat smaak bijgedaan,’ vertrouw ik haar toe terwijl ik over haar heen buig. ‘Is dat niet lief van me?’ Het is niet de eerste keer dat ik haar mijn urine laat drinken. Hoewel het deze keer verdund is, is ze nog niet in staat het van zich af te zetten. ‘Dank u, Meester,’ fluistert ze met hese stem. Ze klinkt alsof ze het meent, maar dat is niet waar. In de twee weken dat ik met haar bezig ben heb ik wel geleerd wanneer ze iets echt meent. Ik neem het haar niet kwalijk; oprechtheid kan je niet afdwingen. Ik laat mijn laars langs haar zij en haar gehavende rug glijden.. Haar spieren spannen onder de aanraking maar ze probeert het gewillig te aanvaarden. Ze neemt meer likjes uit het bakje. ‘Dat is prima,’ zeg ik sussend terwijl ik naast haar neer hurk. ‘Lekker likken. Braaf teefje.’ Ook daar heeft ze nog wat moeite mee. Ook dat probeert ze voor me verborgen te houden. Ik ga dwars op haar rug zitten. Mijn handen nemen haar hoofd beet en ik draai haar naar me toe. Zoals ik haar geleerd heb houdt ze haar blik laag en haar mond een beetje open. ‘Van wie ben je?’ vraag ik. ‘Van u, Meester,’ antwoordt ze meteen. Oprecht. ‘Je wil alles voor me doen?’ ‘Ja, Meester.’ Ik richt haar weer naar het waterbakje. ‘Ik wil dat je je ontspant,’ zeg ik tegen haar. ‘Niet tegenspartelen. En ik wil dat je uitademt. Begrijp je wat ik wil zeggen?’ Haar ademhaling versnelt. Ze begrijpt het. ‘Ik…ik ben bang, Meester,’ fluistert ze bevend. ‘Dat weet ik,’ antwoord ik zacht. ‘Ik voel het. Maar ik ben hier. Vertrouw je me?’ Een seconde voel ik nog angst. Dan laat ze het los. Het lijkt van haar af te glijden. ‘Ja, Meester.’ Het klinkt haast sereen. Ik duw haar hoofd voorover in het bakje. ‘Hallo, Vicky,’ zeg ik tegen de vrouw die het tafereel gadegeslagen heeft. Het is pas een kwartier later dat ik echt tijd heb voor mijn gaste. Gelukkig is Vicky niet te beroerd om even te helpen om de naar adem happende slavin in een kooi op te sluiten en aan de spijlen ervan vast te binden. Vicky is geïnteresseerd in het “seksmasker” dat ik
1
vervolgens bovenhaal. Terwijl ik het aanbreng leg ik haar de werking uit: het is gewoon een geknutselde combinatie van een gasmasker, een vibrator en een ballgag. De vieb aan het eind van de lange slurf zorgt voor wat entertainment, en doordat de ballgag ademen via de mond verhindert is de draagster eigenlijk verplicht de hele tijd haar eigen lucht te ruiken. ‘Puur een mindfuck,’ voeg ik eraan toe als we buiten gehoorsafstand van mijn gevangene zijn. ‘Die slurf is veel te lang om er wat dan ook door te ruiken, zeker als je bedenkt dat ze ook moet kunnen ademen. Doorgaans laat ik saliva wat van d’r eigen vocht in de neusholte smeren.’ ‘Slim,’ beaamt Vicky. ‘Maar ruiken ze dat verschil niet?’ Ik haal mijn schouders op en leid haar verder naar de wijnkelder. ‘Het werkt…de rest interesseert me niet. Maar vertel eens…wat voert jou naar mijn kelder van plezier?’ ‘Ik kom gewoon even kijken, Cerberus.’ Ze gaat aan de tafel zitten. Ik zoek op de rekken achter haar naar een goede fles wijn voor deze gelegenheid. ‘Alles gaat goed, ’ antwoord ik dan. ‘Ik schat het nog een dag of drie, vier, voordat ze haar vroegere leven totaal vergeten is. Dan nog een paar dagen om anderen even blind te vertrouwen als ze mij vertrouwt en ze is klaar voor verkoop. Oftewel: alles gaat volgens schema. Hoezo?’ ‘Ik vroeg het me gewoon af, dat is alles.’ ‘Nee,’ repliceer ik vlakaf. ‘Dat doe je niet.’ Ik krijg een geïrriteerde blik terug. Dan breekt er een grijns doorheen. ‘Verdomd, Cerberus. Jij bent ook altijd zo direct. Denk je echt dat ik hier alleen maar zou komen als er iets zou zijn?’ Ik zeg niets. Dit is een van die momenten waarop stilte beter is dan welk antwoord ook. ‘Oh, oké,’ moppert ze. ‘Ik had wel een…vraag. Een opdracht. Een nieuwe…slavin.’ Ik zwijg nog steeds. Er is iets niet in de haak. Onzekerheid is niets voor Vicky. Ik heb haar een man zonder verdoving zien castreren en een roedel uitgehongerde terriërs op een weggelopen slavin weten loslaten. Een gewone opdracht zou haar nooit zo nerveus maken. ‘…afgelopen is. Ik bedoel: zie je het zitten om meteen na deze vrouw een ander te trainen?’ Ik zwijg nog even. Ze hoeft niet te weten dat mijn gedachten afgedwaald waren. ‘Waar zit het probleem?’ vraag ik dan. ‘Is er niet.’ Ze gaat over op een zakelijke koudbloedigheid. ‘Mooi,’ antwoord ik. ‘Waarom ben je onzeker?’ ‘Ik ben niet onzeker.’ ‘Dat ben je wel. En dit is een verdediging. Je houdt iets achter. Wat?’ ‘Waarom zou er iets moeten zijn? Je werkt te hard, Cer. Je ziet dingen die er niet zijn.’ Alweer een verdediging. ‘Ik werk misschien te hard, Vicky, maar ik doe het in elk geval wel goed. Op dit moment hou je iets achter. Iets belangrijks. Dus: ik steek geen poot uit voordat ik weet wat het is.’ Haar lichaam verraadt niets. Niet eens haar lichaamstaal. Maar achter haar ogen wervelt een storm. Ik besluit het erop te wagen: ‘Wie?’ Het is een schot in de roos. Haar ogen schieten omlaag. Ik zie zelfs iets dat een zucht zou kunnen zijn. Ze haalt een enveloppe uit haar binnenzak. Haar handen beven als ze die overhandigt. ‘Ik…je hoeft niet meteen te antwoorden,’ prevelt ze. ‘In feite,’ voegt ze er snel aan toe als ik aanstalten maak de enveloppe open te maken, ‘in feite heb ik liever dat je later pas een antwoord geeft.’
2
Ik sla er geen acht op. Zonder een woord scheur ik het ding open en bekijk de foto die erin zit. Ik zie het als een deugd om niets van mezelf prijs te geven. Wat ik meemaak zijn mijn zaken. Lichaamstaal hou ik voor mezelf. Toch kost het moeite om stoïcijns te blijven. Ik weet niet zeker of het lukt. ‘Nee,’ antwoord ik zo neutraal als ik kan. Ik maak me op voor een lang partijtje zwijgen. Twee De vrouw hangt bewusteloos in de muffe, vochtige kelder. Haar handen zijn tot op haar bovenarmen samengesnoerd in een lederen sleeve boven haar hoofd, waardoor haar gezicht wat voorover geduwd wordt. Haar benen zijn door een spreader bar uit elkaar gedwongen en bungelen zachtjes over de koude vloer. Op de boeien en een grote knevel in haar mond na is ze volledig naakt. Er staat een schijnwerper op haar lichaam gericht die zo krachtig is dat het zowat haar lichaam brandt. Door die straal ontwaakt ze langzamerhand uit haar verdoving. Een kwartier gaat voorbij. De knevel in haar mond wordt vochtig waardoor speeksel op haar volle borsten begint te druppelen. Af en toe beweegt ze haar armen een beetje of zet ze enkele kleine pasjes om haar vermoeide spieren een beetje rust te gunnen. Al die tijd kijk ik toe vanuit het duister. Ze lijkt het heel gelaten te ondergaan. Ze panikeert niet en gaat ook niet overdreven aan haar boeien rukken. Hoogst uitzonderlijk. Zeker gezien ze een klein uur geleden nog thuis lag te slapen. “Nietsvermoedend” kan ik in dit geval niet zeggen, maar evengoed…ik had toch minstens wat gepruttel verwacht toen het haar begon te dagen. Ze lijkt me niet bang. Niet echt. Nog eens vijf minuten later begint het schouwspel me te vervelen. Zonder geluid te maken druk ik op de knop naast me. Meteen vuurt een brandweerslang vanuit het duister een sterke straal ijswater op haar af. Ik tel langzaam tot tien. Het zijn interessante seconden. De eerste reactie is een gesmoorde schreeuw van angst. Maar waar eerdere slachtoffers gelijk proberen de straal te ontwijken doet deze vrouw een moedige poging om te blijven staan. Pas na vier lange seconden wendt ze zich – zo goed als haar boeien toelaten – van de straal af. Na tien seconden schakel ik het kanon weer uit. Net lang genoeg voor haar om op adem te komen. En voor mij om de brandweerspuit uit de houder te nemen. Ze heeft snel door dat ik vooral op haar buik en haar edele delen mik. Toch beschermt ze zich minder dan haar tientallen voorgangsters. Af en toe lijkt ze zich zelfs expres kwetsbaar op te stellen. Het maakt me niet uit. En het duurt ook hooguit een paar seconden. Dan neemt haar instinct het over om te proberen zich af te wenden. Hoe tevergeefs het ook is. Vijf lange minuten later laat ik de slang opnieuw halt houden. Wat er ook van pit in die vrouw had gezeten is nu verdwenen. Ze hangt in de touwen, wanhopig proberend om niet om te vallen. Ze rilt als een bang muisje. ‘Je leven is voorbij,’ is het eerste dat ik tegen haar zeg. ‘Het maakt niet uit wie je was of wat je deed. Je bezittingen, herinneringen, je identiteit…dat laat je allemaal achter. Je bent nu van mij. Ik bepaal alles dat je doet. Ik bepaal je kleding. Ik bepaal wie je zal zijn en wat je zal denken. Alles dat je hebt geleerd zal ik ongedaan maken en opnieuw opbouwen. Als ik met je klaar ben zal je in een naamloos graf wegrotten.’ Ik laat het een paar seconden bezinken. Dan ga ik op dezelfde zakelijke toon,verder: ‘Bedenk dat weerstand dingen alleen erger zullen maken. Je kan niet ontsnappen. Je zal nooit vrij zijn. Ik zal je verschrikkelijke dingen aandoen. Pijnlijke, vernederende,
3
onrechtvaardige dingen. Hoe jij dat ervaart zal me worst wezen. De hel is wat je er zelf van maakt.’ Met die woorden laat ik haar alleen met de schijnwerper. De metalen deur sla ik achter me dicht.
Drie
Ik word gewekt door zachte handen die over mijn lijf glijden en een sexy hese stem die me verteld dat het half acht is. Ik draai me weg en mompel dat ik met rust gelaten wil worden. De handen blijven over me heen glijden. ‘ik moest U eraan herinneren dat er een training bezig is, Meester.’ Ach ja...die training. Lui draai ik me opnieuw om en open mijn ogen. saliva zit perfect in de houding naast me op bed: op haar knietjes, ogen neergeslagen. Ze draagt slechts doorzichtige lingerie en gouden armbanden en kettingen. Blijkbaar heeft ze vandaag een Oosterse bui. ‘Is het een bevel U te laten slapen?’ vraagt ze zacht. Aanlokkelijk, maar het kan niet. Tenslotte heb ik een training in het vooruitzicht. ‘ontbijt met eieren en spek,’ antwoord ik. ‘En leg het kappersgerei en de meetspullen klaar in de spiegelkamer.’ ‘Wat met de volgelinge, Meester?’ Ik maak een wegwerpend gebaar. Die andere trainee moet maar geduld leren oefenen. ‘Geef die maar een blikje kattevoer en een bakje water. Ik hou me later wel met haar bezig. O, en zorg dat ze niets merkt. Dus alleen dat mondstuk van die hood losmaken om haar geluidloos te voederen.’ ‘Zoals U wenst, Meester.’ Snel en gracieus als een gazelle vliegt saliva de kamer uit. Ik gaap nog eens en besluit nog vijf minuten te blijven liggen. Iets voor half negen open ik de kelderdeur. De vrouw hangt nog steeds op dezelfde plaats, in dezelfde houding als ik haar achtergelaten heb. Hoewel ze nog wakker is levert de metalen klap van de deur nauwelijks reactie op. Ze probeert niet eens over de felle lamp heen te turen. Op mijn gemak neem ik mijn notities erbij en noteer de tijd. Ze hangt hier nu iets meer dan zes uur. ‘Goed geslapen?’ vraag ik olijk. Ze schudt haar natte haren van nee. Ik grijns en schakel het licht uit. De korte tijd dat ze slechts groene en gele stippen voor de ogen ziet is genoeg voor me om haar van achteren te benaderen en tegen me aan te drukken. Ze schrikt maar ontspant zich snel. Ze lijkt haast comfortabel in mijn armen. ‘Vandaag begint je training, teef,’ fluister ik in haar oor terwijl ik haar borsten fijn knijp. Ze kreunt nauwelijks. Ook als ik mijn hand omlaag naar haar kruis laat glijden stribbelt ze niet tegen. Niet dat ze zoveel kan tegenhouden: die spreader bar verhindert dat ze haar benen sluit. Ze voelt nat aan vanbinnen. Interessant. ‘Wat is dit?’ vraag ik nonchalant als ik mijn hand voor ons beider neus houdt. Ze bokt een beetje. ‘Ga jij hier een beetje mijn kelder onderplassen? Heb jij nooit manieren geleerd, vuile hoer?’ Ze stribbelt nu harder tegen. Ik laat toe dat ze zich half naar me toedraait. Aan haar bewegingen voel ik dat ze eerder kwaad dan beschaamd is. Ongewoon, maar ik had het wel een beetje verwacht. ‘Nu…dat komt mooi uit,’ ga ik verder. ‘Je bent niet de enige die af en toe naar het toilet moet.’
4
Haar gezicht verandert snel. Verwarring vloeit over in ongeloof en vrijwel meteen in paniekerige angst. Ze probeert zich vrij te trekken maar mijn handen en de boeien hebben haar in een stevige greep. Het enige dat ze bereikt is dat ze uit evenwicht raakt waardoor haar armen plots haar volledige gewicht moeten dragen. Dat vind ik grappig. Vooral als ze probeert om haar voeten goed te zetten en ik met slechts één laars achter haar spreader bar gehaakt kan verhinderen dat ze beweegt. ‘Kijk me aan,’ zeg ik terwijl ik mijn broek open rits. Ze weigert. Als ik haar kin beet neem en haar hoofd omhoog dwing perst ze haar ogen stijf dicht. Daardoor kan ze mijn demonische grijns niet zien: ik heb haar precies waar ik hebben wil. Ik heb nu niet alleen een aanleiding haar te straffen, maar ook een stok achter de deur om haar andere dingen te laten doen. Bovendien zorgt het feit dat ze niet kijkt ervoor dat ze het des te harder zal voelen. Het verbaast me dan ook niets dat ze het op een door de knevel gesmoord gillen zet als ik over haar buik en onderlichaam urineer. Vier Als ik klaar ben spuit ik haar af met de brandweerslang. Vooral haar borsten en kruis geef ik de volle laag. Meteen daarna begin ik haar af te drogen. Niet ruw maar teder. Liefdevol, zelfs. Stockholm-syndroom is slechts een kwestie van timing. Door ruwheid met tederheid af te wisselen wordt het onvoorwaardelijke liefde. ‘Ik ga je losmaken,’ zeg ik effen. ‘Je hebt lang gehangen dus probeer niets onverwacht: je spieren kunnen het nog niet aan. Maar eerst even iets anders…buig je hoofd wat naar voren.’ Van de tafel haal ik een doorzichtige plastieken zak en een rol zwarte tape tevoorschijn. Ze laat alles gewillig gebeuren. Als ik de knevel uit haar mond haal ontspant ze nauwelijks haar kaken. Ik sla haar lange zwarte haren achterover, trek de zak over haar hoofd en begin de tape eroverheen te rollen. Eerst over haar ogen, daarna strak door haar mondhoeken. Ik hou van de hulpeloze O-vorm die haar mond daardoor krijgt. Ik ben er nog mee bezig als ze onrustig wordt. ‘Hou je kalm,’ spreek ik haar toe. Ze lijkt het niet te horen. Integendeel: ze gaat steeds harder bokken en wriemelen. Haar adem bestaat uit korte fluittoontjes. Wanhopig probeert ze met haar schouders (nog steeds in de sleeve boven haar hoofd) de tape om haar mond los te maken. Wat uiteraard niet lukt. Ik laat haar gewoon spartelen. Ik ken de uitslag al. Lang duurt het niet. Het lichaam voor me schokt al snel minder hevig. Ze wankelt en valt dan terug op haar opgebonden armen. Ik stap meteen naar haar toe en maak ter hoogte van haar neus een scheur in de zak. Meteen begint ze daar gierend door adem te halen. ‘Ik beval je om je kalm te houden,’ snauw ik. ‘Als je dat eerder had gedaan had je eerder lucht gehad. Begrijp je me?’ De vrouw wankelt nog steeds. In niets merk ik zelfs maar dat ze me gehoord heeft. Ik tel rustig tot vijf. Dan haal ik uit en mep ik haar voluit op haar plastieken gezicht. De klap komt door de verrassing des te hard aan; ze wordt hard teruggeworpen op haar armen. Ik grijp haar bij de keel. ‘Stomme hoer. Als ik zeg dat je je kalm moet houden dan DOE JE DAT! Jij hebt niet te kiezen wat je doet of laat. Jij doet wat ik zeg dat je doet. Dat, en niets meer. Ik kan je hier de hele dag als boksbal gebruiken, weet je dat? Weet je dat? Antwoord!’ De vrouw beeft over haar hele lichaam. Toch slaagt ze erin een bevend knikje ter antwoord te geven.
5
‘Ik zei je je kalm te houden omdat ik je neus moest vrijmaken. Jij, daarentegen, koos ervoor om als een kip zonder kop te gaan spartelen. Dat was stom. Je kon jezelf wel doden. Wil je dat?’ Een aarzelend hoofdschudden is mijn antwoord. ‘Dat is niet duidelijk genoeg. WIL JE DAT?’ Opnieuw hoofdgeschud. Duidelijker, dit keer. Het wordt door een murmelend ‘hmee’ gevolgd. ‘Mooi,' zeg ik op een veel rustiger toon. 'Ik vertrouw erop dat je in de toekomst zal proberen te doen wat ik zeg.’ Terwijl ik dat zeg loop ik terug naar het tafeltje en haal op wat ik daar had klaargelegd. Terwijl ik haar het lederen om haar nek gesp spreek ik haar toe. ‘Dit is een collar. Je weet wat het is en waar het voor staat. Je bent nu een initiate.Deze collar is je eerste stap om een slavin te worden. Het is een ruw, waardeloos en slap ding…net als jij. Het breekt of scheurt gemakkelijk, kan niet tegen water en wordt snel vuil. Wederom: net als jij. Dit is je enige bezit. Het enige op deze wereld dat van jou is. Doe er zuinig mee. Het kan best zijn dat het het laatste is dat je ooit zal dragen.’ Op dit punt trek ik even de ketting die aan de collar hangt omhoog, om duidelijk te maken dat het ding sterk genoeg is om haar te wurgen. ‘Maar doe je best, en wie weet slaag je erin om een betere en mooiere collar te verdienen. Begrijp je wat ik daarmee bedoel?’ De vrouw – de initiate – knikt doorheen haar plastieken masker. Ik maak haar los uit de sleeve en de spreader bar. Het kost tien minuten voor ze fatsoenlijk kan staan en nog een kwartier voordat haar armen enigszins normaal aanvoelen. Al die tijd houdt ze zich rustig. Uiteraard gilt ze wel eens als ik hardhandig in haar tintelende arm knijp of uittest hoeveel haar tepels kunnen hebben, maar het valt prima mee. Ze doet zelfs geen enkele poging haar masker aan te raken. Bovendien reageert ze goed. Als ik haar collar aan een leiband klik en haar voor me uit laat lopen luistert ze aandachtig naar mijn aanwijzingen en volgt ze deze ook zo goed mogelijk op. De paar keer dat ik haar expres tegen een muur laat lopen neemt ze ook zonder mopperen op (al maak ik wel de aantekening dat ze haar vuisten even balde toen ik haar erom uitlachte). Ze houdt zelfs gewillig haar handen achter haar rug. Al snel komen we op deze wijze aan in de ‘spiegelkamer’. Deze kamer heet zo omdat drie van de vier muren en het plafond grotendeels uit spiegels bestaan. Voor het overige hangt er een gotische luchter aan de dwarsbalken in het plafond, is er een groot kingsize bed met fluwelen dekens en staat er een grote open zetel van mooie krullen en fluweel (mijn troon). De vloeren van lichtgekleurd hout. Ik hou wel van de sfeer in deze kamer. Het heeft iets koninklijks. Uiteraard ziet mijn initiate daar niets van. Ik laat haar in het midden van de kamer stilstaan en maak de leiband vast aan een ketting dat van het plafond omlaag hangt. Tot mijn tevredenheid heeft saliva alles wat ik gevraagd heb reeds naast mijn troon klaar gelegd. Ik ga zitten en bekijk mijn nieuwste speeltje voor het eerst echt uitgebreid. Ze is ongeveer tweeëndertig en lang voor een vrouw…ik schat haar op een meter tachtig. Haar benen zijn mooi maar haar kont is net iets dikker dan ik zou willen (ik maak notitie dat saliva eens moet kijken naar goede lichaamsoefeningen). Overgewicht lijkt ze niet te hebben, maar haar borsten beginnen eerste sporen van doorhangen te vertonen. Gelukkig maken haar nek en gezicht dat in orde: ik kan de fijne gelaatstrekken en volle lippen zeer waarderen. Al bij al is ze een erg mooie vrouw. Zelfs naar maatstaven van de fotomodellen die ik soms in handen krijg. Terwijl ik om haar heen loop maak ik nota van haar maten en lichaamskenmerken. Die tattoo van een ongebalanceerde weegschaal op haar rechterschouder kende ik al maar lijkt groter dan ik me herinnerde. Dat ze een staafje in haar rechterborst en een ringetje
6
door haar clit heeft verbaast me niet zoveel – vrouwen dragen dat soort rotzooi vaker dan je zou verwachten. Merkwaardig genoeg is haar schaamstreek reeds geschoren. Daar leek ze me het type niet voor. Ze biedt geen verweer als ik haar begin op te meten. Al snel ga ik wat routinevragen stellen. Intieme dingen als hoeveel mannen ze gehad heeft, of ze van anale seks houdt en of ze vaak winderig is. De antwoorden interesseren me eigenlijk niet. Doorheen die plakband in haar mond versta ik haar toch nauwelijks. Het gaat me erom haar schaamtegevoel te polsen. Dat is vrij laag. In haar geval verwachtte ik dat ook. Eenmaal ik haar opgemeten heb neem ik het touw van haar collar bij de hand en neem ik wat afstand. ‘Gehoorzaamheidstraining, sletje,’ grijns ik. ‘Gewoon doen wat je gezegd wordt. Maar wel meteen.’ Ik begin met simpele dingen. Een paar keer bukken, wat stapjes zetten, springen…dat soort dingen. Ze heeft er geen aanmoediging voor nodig. Ze is wel wat houterig, maar gezien die blinddoek en die slapeloze nacht is dat normaal. Maar ik geloof er geen donder van dat ze zo gemakkelijk te temmen zou zijn. ‘Stilstaan en rug recht,’ beveel ik op zeker moment. Totnogtoe heb ik het haar gemakkelijk gemaakt. Tijd om er wat verandering in te brengen. De klap van de zweep – een bullwhip – raakt haar net onder haar linkerborst en laat een lange rode striem achter. Haar reactie is er ook naar: ze deinst achteruit maar wordt meteen door de ketting aan haar collar tegengehouden. Ik heb het andere uiteinde vast. ‘Stil blijven staan, slet’ grauw ik als ze uitgejammerd is. Langs haar kant blijft ze aan de ketting trekken, haar voeten stevig op de grond. Als ze de ketting met haar handen gaat omklemmen laat ik de zweep op haar arm neerkomen. De seconde vertwijfeling is voldoende: met een harde ruk trek ik haar in mijn richting uit haar evenwicht. Terwijl ze haar balans terugzoekt zet ik een paar stappen achteruit en haal twee keer snel na elkaar uit. De eerste keer in de lucht om de zweep te laten knallen. De tweede keer mik ik op haar benen. Het effect is prachtig: de initiate probeerde zich na de eerste klappen al volop met haar handen te te beschermen, maar nu ook haar benen in gevaar zijn is ze van slag. Zeker na het horen van die knal. Ze is bang. Op het randje van paniek, zelfs. Mijn opdracht is vergeten. Haar eergevoel is vergeten. Het enige dat telt is verdere klappen vermijden. Ik moet er om lachen. Ik vind het grappig te zien hoe ze zich in een foetushouding oprolt en probeert zo ver mogelijk van me vandaan te kruipen. Grinnikend laat ik de ketting wat vieren, puur om haar te zien ploeteren. ‘Wat…denk je dat je weg kan komen?’ vraag ik op poeslief toontje. ‘ONMOGELIJK!’ Tegelijk geef ik zo’n harde ruk aan de ketting dat ze uit haar beschermend balletje getrokken wordt en languit op de vloer belandt. Voor ze overeind kan komen druk ik mijn laars op haar rug. ‘Blijven liggen. Tot nu toe ben ik aardig voor je geweest. Ik heb je een rustige nacht laten beleven, heb best wat aandacht aan je besteed en heb ik je zelfs enige vrijheid toegestaan. Dat eindigt hier. Voel je dit?’ Dat laatste zet ik kracht bij door mijn zweep over haar rug te laten gaan. Hoewel het minder pijnlijk is dan de eerdere klappen – doordat ik nu veel dichterbij sta ben kan ik slechts de helft van de whip gebruiken – laat het toch een mooie striem over haar rug na. Ze reageert met heerlijke, nutteloze tegenstand. Tegenstand die pas ophoudt als ik driekwart van mijn gewicht op haar schouderblad zet. ‘Wat zei ik van blijven liggen?’ breng ik in herinnering. Ze houdt op met spartelen. Voorlopig toch: ‘Tel tot honderd, teef…en hoop maar dat ik dan geen zin meer heb in een tweede reeks.’
7
Vijf Ik rust met ontbloot bovenlijf uit op mijn troon. saliva is een paar keer langsgekomen met frisdrank en handdoekjes, maar dat verhindert niet dat ik zweet als een paard. Mijn werk is leuk maar soms erg vermoeiend. Vooral de eerste trainingsdag. Daarna wordt het fysiek minder erg (al wordt het mentaal net zwaarder). Je hoeft er dan ook niet zo’n smeerboel van te maken. Aan mijn voeten is de initiate gereduceerd tot een bloederig hoopje tranen. Ik geniet van haar zachte gesnik. Zowat elk deel van haar lichaam is geslagen, bekrast of gesneden. Alleen haar gezicht is gespaard; ze draagt nog steeds dat masker van tape en doorschijnend plastiek. Ik kijk even op mijn papieren. Het duurde zes minuten voordat haar geest overstag ging en ze alles gelaten onderging. Tien minuten daarna – toen ik voor het eerst met de cowboysporen over haar schaamstreek ging – probeerde ze de tape los te pulken. Het kostte me geen moeite haar op andere gedachten te brengen. Ik bereid me mentaal voor op de volgende stap. Op de een of andere manier is dit stuk altijd erger dan het pijnspel. Ook voor de vrouwen. Op de een of andere manier is het veel definitiever dan wat voor wonde ook. ‘Voluit op je buik.’ Ik zeg het terloops. Bijna alsof ik het niet tegen haar heb. Ze gehoorzaamd echter ogenblikkelijk. Mooi… Zodra ze ligt ga ik op haar rug zitten. Daarbij leun ik zorgvuldig voorover, waardoor mijn knieën haar armen op de grond pinnen. ‘Ik ga dat mooie masker van jou losmaken. Jij blijft rustig en maakt geen plotse bewegingen. Je houdt je kop dicht en je ogen gesloten. Je houdt je kop dicht en je ogen gesloten. Heb je dat goed begrepen?’ Om mijn woorden kracht bij te zetten druk ik koud metaal achterin haar nek, vlak onder haar collar. Ik voel de rilling over haar rug lopen. ‘wa, meeftef.’ Haar stem is een schor gekwaak. Daardoor, en door die tape in haar mond, kan ik haar stemming niet goed peilen. Maar sarcasme is het niet. Zou ze zich echt overgegeven hebben? Het metaal in haar nek is een schaar. Daarmee begin ik het masker open te knippen. Maar dat niet alleen. Dat ik ook haar zwarte haren aan het afknippen ben merkt ze vooral als ik blijf knippen nadat het masker is stukgeknipt. De verwarring maakt al snel plaats voor angst. Haar ademhaling wordt zwaarder. Ze huilt niet meer. Spanning hoopt zich op in haar lichaam. ‘Cerberus…hou op.’ Het is een goede poging tot duidelijke articulatie. Ik sla er geen acht op. Ik blijf knippen. Opnieuw praat ze. ‘Het is leuk geweest, Cerberus. Je hebt het prima gedaan. Je hebt je niet laten weerhouden. Je…je…hou VERDOMME OP!!!’ Ik reageer onmiddellijk met een vuiststoot tegen haar wang. Doordat ze het niet verwacht slaat haar hoofd tegen de grond. ‘ik zei kop dicht,’ grom ik haar toe. ‘Je gaat te ver! Dit is niet…’ Haar stem verstijft: ik druk de schaar met de scherpe kant tegen haar keel. ‘Nog één woord, stomme teef. Nog één woord en ik snij je strot eraf.’ In gedachten tel ik de seconden. Een…twee…drie… Bij vierenhalf is het afgelopen. Ze ontspant zich weer. Voor de zekerheid hou ik de schaar nog tien tellen op haar nek. Dan ga ik verder met knippen. De lokken komen snel los. Daar zit ik echter niet mee in. Wel met wat er door haar hoofd gaat. Haar ontspanning is niet van overgave of vermoeidheid maar van radeloosheid. Ze weet het. Ze weet hoe het
8
van hieruit gaat verlopen. Geen geintjes of kinky spelletjes. Geen speciale behandeling. Niet “even testen waar de grenzen liggen”. De volledige behandeling. De volledige training. Aan haar bevende lichaamstaal merk ik dat ze het daar moeilijk mee heeft. Ik hoop dat ze niet krankzinnig wordt. Dat zou slecht zijn voor mijn reputatie. ‘Ziezo’, mompel ik joviaal als ik met het scheermesje klaar ben. ‘Helemaal klaar en glad. Ben je niet blij dat het achter de rug is?’ Ik krijg geen antwoord. Alleen een bokkig geluid dat aangeeft dat ze me veracht. Ik moet hardop lachen: zo reageren ze allemaal. Nog nagrinnikend reik ik naar de ketting aan haar collar. Die loopt naar het plafond, en van daar via een dwarsbalk weer omlaag. Ik heb het andere uiteinde vast. ‘Ziezo. Genoeg gelegen. Tijd om jezelf te bewonderen, schoonheid.’ De ruk van de ketting trekt haar half overeind. Ik geloof nooit dat ze mijn opdracht van niet te kijken ernstig genomen heeft, maar blijkbaar is het niet tot haar doorgedrongen waar we zijn: temidden van drie grote spiegels die het tafereel in drievoud weerspiegelen. Het is geen prettig zicht. En dat beseft ze. Het heeft me altijd verbaasd hoe snel de schoonheid van een vrouw ongedaan kan worden. Een stevig pak ransel en een scheerbeurt volstaan al. Eens was ze mooi. Daar is nu weinig meer van te merken. Ze is een schriel figuurtje. Een angstig muisje, bang voor haar eigen spiegelbeeld. Ze staat krom met laaghangende schouders, ingevallen wangen en droeve ogen met dikke wallen. ‘Niet bepaald wat je hoopte te zien, hé?’ spot ik. Ze kijkt me verward aan. Zonder haar eerdere uitbarsting zou ze nu zeker iets gezegd hebben. Dat moment is echter voorbij. Ze weet dat ik haar zwaar zal straffen of zelfs doden als ze ook maar iets verkeerds zegt. De ketting die van haar collar via een dwarsbalk in het plafond naar mijn hand gaat kan zonder moeite een dodelijke strop worden. ‘Waar hoopte je juist op?’ vraag ik haar. ‘Dat ik van jou een sexy stoeipoes zou maken? Dat ik jou lekker ruig zou nemen?’ Al pratende kom ik dichterbij en haal ik de ketting rinkelend aan. Ze wordt op de tippen van haar tenen gedwongen. Ik dwing haar pols achter haar rug als ze de alsmaar strakker staande ketting om haar nek wil grijpen. ‘Wat wil je?’ sis ik in haar gezicht. ‘Wat wil je echt?’ De ketting staat nu zo strak dat ze ervan moet kokhalzen. Toch slaagt ze er desondanks in om haar antwoord te krassen: ‘V…vergeving.’ Ik grijns. ‘Dat dacht ik al.’ En ik laat de ketting los. Zes Ik zit op de troon mijn middageten op te eten: een kommetje kippensoep met vers brood, gevolgd door een heerlijke lamsragout. saliva kan prima koken. Bovendien sluit het mooi aan bij mijn spel. De initiate aan mijn voeten moet zich met een bakje hondenvoer tevreden stellen. De geur van mijn eten maakt haar kwelling veel erger. En een halve dag is nog niet het punt waarop het je niet meer kan schelen wat je eet. Dat merk ik ook nu: na een eerste aarzelende hap beperkt ze zich tot wat naar haar “eten” staren. Vanavond zal dat ongetwijfeld anders zijn. ‘Niet lekker?’ grijns ik haar toe. Ze kijkt wat onbewogen terug. ‘Wat? Ga je nu zeggen dat je dit niet eens had verwacht?’ Alweer geen antwoord. Alleen een zielige blik die wat onzekerheid uitstraalt. Ik slaak een zucht en wenk haar naderbij te komen. De ketting aan haar collar rinkelt over de grond. Even wil ik haar daarvoor berispen, maar bedenk me dan dat ze nog helemaal ongetraind
9
is. Met tegenzin reik ik voorover en neem ik de ketting in handen. Met een kort handgebaar gebiedt ik haar zich op de vloer neer te leggen. Ik buig een beetje voorover en zet mijn voet op de zijkant van haar hoofd. Ik duw net genoeg om duidelijk te maken dat ik mijn volle gewicht op haar oor zou kunnen zetten. Daar lijkt ze echter niet bang voor. ‘Gisternacht was je leven voorbij,’ zeg ik op vaderlijke toon. ‘Dat heb ik je gezegd en dat is de waarheid. Wat je denkt te herinneren, wie je denkt dat je was…dat is allemaal voorbij. En daarmee ook je angsten, verdriet en wat daar allemaal bij kwam kijken. Begrijp je me?’ Ik vraag me af waarom ik haar dit allemaal zeg. Ze kent deze hele procedure. Beter dan mij, zelfs. Toch weet ik uit ervaring hoe effectief het is. ‘Ik…begrijp het, meester,’ antwoordt ze fluisterend. Volgens mij is ze oprecht. ‘Geloof je me?’ Aarzeling. Ze gaat niet antwoorden. Ik besluit om maar van de procedure af te stappen. ‘Nee,’ antwoord ik in haar plaats. ‘Jij denkt nog steeds dat je Vicky Panakinadis bent, slavenhandelaarster in dienst van de Orde. Je denkt dat je een kast van een villa hebt, een paar miljoen op een Zwitserse bankrekening en een butler-slash-seksspeeltje genaamd James. Je denkt dat je spijt hebt van bepaalde daden en denkt op deze manier verlossing te verdienen. Je begint langzaam tot het besef te komen dat je geen controle hebt op wat er gebeurt, maar denkt nog altijd dat je enige invloed kan uitoefenen. Waar of niet?’ Stilte. Instemmende stilte. ‘Ik denk niet dat ik invloed op u kan uitoefenen, meester,’ fluistert ze dan. Ik rol met mijn ogen. Ze omzeilt de vraag. Typisch... ‘Wat is het nummer van je pinkaart?’ ‘acht acht zeven twee’. Ik schop haar hard tegen de schouder. ‘Stomme doos. Je HEBT helemaal geen pinkaart! Het enige dat jij hebt is een collar om je nek. Het enige!’ Ze begint opnieuw te snikken. In gedachten sla ik haar antwoord op. Als dat haar echte nummer is, is het een groot teken van overgave. saliva moet dat later maar gaan checken. Ik besluit haar even wat te troosten door mijn hand over haar zij heen te laten gaan. Ik zeg niets. Soms is dat effectiever dan troostende woorden. Na enige tijd kalmeert ze. Ze draait zich naar me toe en krult zich half in foetushouding om mijn benen. Die tekenen van genegenheid zijn vroeger dan normaal. Langs de andere kant is het wel te begrijpen. ‘Ik ben bang,’ fluistert ze. ‘Controle opgeven is moeilijk,’ antwoord ik sussend. ‘Veel moeilijker dan het lijkt. Ik weet echter zeker dat je het kan.’ ‘Dat nummer,’ ga ik verder. ‘Vicky’s pinkaart…dat is haar echte nummer, nietwaar?’ De initiate knikt zachtjes. ‘Ik verdien het niet meer.’ Ik knik zachtjes. Dit is niet het moment om haar nog verder te indoctrineren. Als dat nummer echt is – en daar durf ik intussen zowat mijn reputatie op inzetten – dan staat ze meer dan een dag voor op het gemiddelde. Het betekent ook dat haar meer dwars zit dan ze wil toegeven. ‘Je hebt het niet meer en zal het ook nooit meer krijgen,’ mijmer ik zachtjes. ‘Het enige dat je hebt is een collar. Hou je daaraan vast.’ ‘Hou me vast.’ Ze zegt het fluisterend. Dringend. Ik beweeg niet. ‘Alsjeblieft….meester?’
10
Ik voel teleurstelling. Ze zou beter moeten weten dan dit soort manipulaties te proberen. ‘Wat heb je ervoor over?’ vraag ik onbewogen. ‘Alles,’ antwoordt ze. Ik doe niet eens moeite voor een smalend antwoord. In plaats daarvan gesp ik mijn broek open. ‘Afzuigen en doorslikken, slet. En zorg dat je er plezier in hebt.’ Het afgrijnzen is duidelijk in haar ogen te lezen. Ze wil dit niet. Absoluut niet. Niet zonder strijd. Niet zonder dwang. Ze weet best dat als ze gehoorzaamt, haar trots en eigenwaarde eronder zullen lijden. Tegelijk heeft ze veel te haastig toegezegd om te krijgen wat ze wil. En daar kan ze nu niet meer van onderuit. Het pleit voor haar dat ze niet terugkrabbelt. Veruit de meeste vrouwen konden walging niet onderdrukken zodra ze de erectie in hun mond voelden. Zij niet. Ze gaat zelfs zodanig op in haar taak dat het zou kunnen dat het plezier dat ze erin heeft niet gespeeld is. Zeven De eerste minuten na het klaarkomen zijn het moeilijkst. Ik word er altijd wat vermoeid en gevoelig van. Ik verman me. Ik weet hoe macht werkt. En wat meer is: zij weet dat ook. Ik mag haar niet het idee geven dat ze met seks gunsten kan afdwingen. Dat is een gedachte die er erg moeilijk uit gaat. Maar dat maakt het niet gemakkelijk om daar ook naar te handelen. Aan mijn voeten haalt mijn initiate alles uit de kast opdat ik haar toch zou knuffelen. Vloeken, verwensingen, bokken, schelden…ik laat het over me heen komen. Dit soort situaties proberen tegen te gaan maakt het alleen maar erger. Ik merk zelfs niet op dat zij dit meer dan de anderen had moeten zien aankomen. Ik moet luidop lachen als ze me fysiek probeert aan te vallen. Daar is ze te zwak voor. Alleen als ze naar mijn ogen of ballen grijpt weer ik haar af. Voor het overige laat ik haar gewoon op me in “beuken”. Na enige tijd houdt ze vanzelf op en valt ze weer terug in het hoopje ellende dat ze is. Mijn beurt… Ze schrikt als ik haar strak aankijk, maar haar reactie is te laat. Het volgende moment ligt ze kreunend op de grond naar adem te happen. Een goeie maagstoot werkt altijd om aandacht te trekken. Ik sta vlak naast haar en toren over haar heen. ‘Laat dit een les voor je zijn. Een belofte aan een slavin is niets waard. Niets. Komt nog eens bij dat jij nog geen slavin bent. En met dit soort gedrag zal je dat ook nooit worden. Wat zegt dat over jou?’ Ze kijkt reeds verslagen. ‘Dat ik niets te zeggen heb?’ antwoordt ze. Ik glimlach. ‘Heel juist. Ik ben de baas in deze relatie. Ik bepaal wat jij wel en niet verdient. Jouw rol is om dat te slikken. Ook letterlijk. ’ Ze kan er niet om lachen. Haar ogen staan nog steeds kwaad, maar lijken meer in zichzelf gericht. Ze haat zichzelf dat ze dit niet zag aankomen. Ik haal wat touw uit een la. Met een knie op haar nek bind ik haar polsen achter haar rug bij elkaar. Ik test haar lenigheid even, maar het zal nog een tijd duren voordat ik haar ellebogen achter haar rug kan samenbinden. Dan verwissel ik de ketting los van haar collar en bind deze aan het uiteinde van het touw. ‘Je kan maar beter rechtstaan,’ mompel ik zacht terwijl ik de ketting begin in te halen. Overeind komen gaat gepaard met heel wat gekrabbel. Al liggend is het nu eenmaal niet zo gemakkelijk om zonder handen overeind te komen. Ik blijf echter de ketting inhalen. Ik hou van het geluid van het rinkelen als de ketens over de dwarsbalk glijden, maar nog
11
veel meer van de leuke positie waarin het haar dwingt. Al snel moet ze helemaal naar voren buigen om haar schouders niet te forceren. Pas als ze van ergernis of pijn een gesmoord gegrom laat horen veranker ik de ketting in die positie. Ik kom voor haar staan. Dat ze met haar hoofd laag staat, zelfs zo dat ze recht naar mijn kruis kijkt, is geen toeval. ‘Zie je hoe simpel het is om je te bedwingen? Al dat ik nodig had was een eindje touw en een ketting. En nu sta je alweer in een houding waarin je eigenlijk vraagt om een blowjob.’ Ze probeert onbewogen te staan. Alsof ze het niet gehoord heeft. ‘Of is dit een uitnodiging om je kont een goeie caning te geven?’ ga ik verder terwijl ik om haar heen loop en haar achterste een paar tikjes geef. Ze weifelt een beetje maar zegt nog steeds niets. Haar ogen staan nog altijd grimmig. ‘Waar denk je aan?’ Ik vraag het zacht, maar ze schrikt er toch van. Ze antwoordt niet. Dus neem ik haar schouder beet en duw haar zachtjes rechtop. Doordat haar polsen zo hoog hangen gaat het al snel verschrikkelijk pijn doen. ‘Je dacht iets gemeens. Wat?’ Ze blijft zwijgen. Ik duw haar opnieuw een stukje verder rechtop. Ze bijt nog wat harder op haar tanden. ‘I…ik wilde opmerken dat…dat wat ik ook zou zeggen een uitoefening is van invloed, meester.’ Het komt er jammerend uit. Prachtig. ‘En zijn we dan sarcastisch?’ Een korte blik mijn richting. Ze weet goed genoeg dat ik haar voeten weg zou schoppen bij het verkeerde antwoord. ‘J…ja, meester.’ ‘Braaf, zo!’. Ik streel haar armen. ‘Nu…je hebt enkele gemene dingen gezegd toen bleek dat je niet kreeg wat je wilde.’ Een rilling. Ze beseft dat ze hier niet onderuit komt. ‘Dat…spijt me, meester’. Ik grinnik. Ze kijkt me niet aan. En dat is mooi. Daardoor merkt ze te laat dat ik het eind van de ketting weer in handen heb genomen. ‘Nee,’ antwoord ik neutraal. ‘Dat spijt je niet. Nog niet.’ En ik geef een ferme ruk aan de ketting. Acht Het is ongeveer een kwartier later als ik ophoud. Die initiate heeft net tien keer uit volle borst uitgeschreeuwd dat het haar speet. Logisch ook. Haar schouders hangen zowat uit de kom. Inmiddels bungelen er veertig knijpers en klemmetje op haar lichaam. Het zorgt dat ze zo weinig mogelijk probeert te bewegen. Zelf heb ik haar echter meer dan genoeg reden om te bewegen gegeven. Haar kont zal de komende dagen nog roder zijn dan de rest van lichaam. Ze huilt opnieuw. Ondanks de fysieke pijn denk ik dat het alsnog mentaal het hardst aangekomen is. Dat ik haar de meest obscene dingen heb laten uitschreeuwen heeft ze allesbehalve gemakkelijk kunnen verteren. Gek, eigenlijk. Ondanks dat een sadistische maniak hen er genadeloos van langs geeft met een cane zijn vrouwen toch geneigd een gedwongen uitroep als “ik ben uw gewillige spermabank” als iets persoonlijks te zien. En hoe meer weerstand ze aanvankelijk bieden, hoe moeilijker ze het ermee hebben. ‘Ga met je schouders overeind staan,’ zeg ik haar. Ze wil haar hoofd schudden, maar doet het niet. Ze weet dat dat soort bewegingen extra pijn van de klemmen op haar lichaam zal veroorzaken. Maar ze gehoorzaamt. Langzaam weliswaar, maar toch. ‘Wil je nog altijd een knuffel?’
12
Ze schrikt nog maar nauwelijks. Ze heeft dat soort…vermoeidheid over zich. Vermoeidheid is niet het juiste woord, maar ik weet niet hoe ik het anders moet omschrijven. Het is verslagenheid, maar toch ook niet. Op fysiek vlak is dat eenvoudig te herkennen – het is het moment waarop niet meer tegengestribbeld wordt. Ik heb nu het idee dat ik er mentaal in de buurt aan het komen ben. Ze weet dat ik haar altijd te slim af zal zijn en alles wat ze zegt en doet tegen haar zal gebruiken. ‘Kom hier.’ Het is geen vraag maar ook geen echt bevel. Het is eerder een vaststelling van iets dat kan. Het is de illusie dat ze een keuze heeft. Ze komt naderbij en laat zich gewillig omhelzen. Ik voel haar lichaam opstijven door de tientallen klemmen die strak op haar lichaam komen te staan. Bij dat besef ga ik alleen maar heftiger knuffelen. Ze kreunt van de pijn. Ik krijg er opnieuw een erectie van. Klemmen doen doorgaans het meeste pijn als je ze er weer af haalt. Dat is me een goede reden om dat zo lang mogelijk te rekken. ‘Wat? Wil je dan niet dat ik die klem eraf haal?’ vraag ik quasi-verwonderd terwijl ik op een van de zovele wasknijpers tik. ‘Wil je er dan de rest van de avond mee blijven rondlopen?’ Ze pruilt. Het is ook een onmogelijke keuze. ‘Nee, meester.’ ‘En waarom wil je dan dat ik dit leuke dingetje van je oksel haal?’ ‘Omdat ik hou van de pijn die het veroorzaakt, meester,’ dreunt ze haar antwoord op. ‘Omdat ik uw pijnslet ben.’ ‘Je klinkt als een papegaai.’ Ze ergert zich enorm. Nog even en ze gaat stampvoeten. ‘Dat…spijt me, meester.’ ‘Goed zo,’ antwoord ik. Hoewel ook dat antwoord nogal geforceerd overkwam. Ik trek de knijper langzaam, zorgvuldig los. Net zoals bij de acht eerdere knijpers maak ik daarbij een draaiende beweging om wat extra pijn te veroorzaken. Meer dan een half uur later – het is inmiddels kwart voor vijf – blijven er nog drie klemmen achter op haar lichaam. Niet toevallig de klemmen die in haar tepels en vagina grijpen. Het is ook niet toevallig dat het grote metalen klemmen zijn. ‘Zitten die dingen nog goed vast?’ vraag ik terloops terwijl ik er een paar tikjes tegen geef. Ze knikt ten antwoord. ‘Je kan ze niet van je afschudden?’ Ze schudt het hoofd. ‘Probeer eens.’ Ze doet iets dat op een klein dansje lijkt. Ik zucht en neem haar collar beet bij het einde van de ketting. ‘Sluit je ogen,’ zeg ik neutraal. Ze gehoorzaamt meteen. Zonder waarschuwing geef ik haar een harde klap op de wang. Mijn greep op de collar verhindert dat ze omvalt. Haar ogen schieten open en ze kijkt me een seconde kwaad aan voordat ze haar blik omlaag richt. Ze mompelt zelfs iets van een verontschuldiging dat ze me aangekeken heeft. ‘Dat was geen goede poging. Probeer opnieuw.’ Ik slaag erin op precies dezelfde stemtoon te blijven. Het kost haar een paar diepe ademhalen voordat ze de moed gevonden heeft, maar dan gaat ze voluit met haar lichaam schudden. In die beweging raakt ze me per ongeluk met de klem op haar linkerborst. De tranen schieten haar in de ogen. De klem houdt echter stand. ‘Mooi,’ antwoord ik lachend. ‘Dat is tenminste enthousiasme.’
13
Ze probeert stoïcijns te blijven, maar ik zie wel dat over haar kale kopje kroelen haar emotioneel erg goed doet. Dan ga ik naar de kast aan de zijkant en haal er een toestel uit. Haar ogen worden wijder als ze het ziet. En met een goede reden: elektro op zich is al geen lichtzinnig marteltuig. In combinatie met het ijzerwerk op haar edele delen is het een nachtmerrie. ‘Afgelopen met spelletjes spelen, slet,’ grijns ik terwijl ik drie krokodillenbekjes van het toestel op de drie laatste klemmen op haar lichaam aansluit. ‘Je gaat me nu vertellen waarom Vicky met deze opdracht aankwam. De waarheid, de hele waarheid en niets dan de fucking waarheid.’ Negen Ik zit op mijn troon in één van mijn meest geliefkoosde kamer. De muren zijn marmer en spiegels. Er zijn fluwelen gordijnen en luchters met krullen. Er heerst een aangenaam warme temperatuur. Voor me staat een naakte vrouw. Het is haar eerste trainingsdag als slavin. Ze is kaalgeschoren, gemarteld, gefolterd en vernederd. Haar lichaam zit onder de striemen en beurse plekken. Ze heeft meermaals gehuild. Haar ogen staan dof. Ze draagt een bruinlederen collar om haar nek waar een ketting aan hangt die bijna strak naar een dwarsbalk in het plafond gaat. Haar handen zijn op haar rug gebonden. Er hangt een ijzeren klem op elk van haar borsten en één op haar schaamlippen. Van daaruit vertrekken draadjes die samenkomen in een elektronicatoestel met vele knopjes naast mijn troon. In een recent verleden heette de vrouw Vicky Panakinadis. Naar alle waarschijnlijkheid denkt ze dat ze dat nog steeds is. Ze is muisstil geweest sinds ik haar heb verteld dat ik alles wilde weten. Maar haar geest draait op volle toeren. Ik wacht geduldig. ‘P…permissie om vrijuit te spreken, meester?’ Ik wuif met mijn hand. ‘Permissie geweigerd. Je bent een slavin in opleiding, en je gedraagt je ook zo.’ ‘Het zou mijn verhaal hee-EELL AUW…!’ ‘Het is niet jouw verhaal. Het is Vicky’s verhaal. Begrijp je me?’ Ze staart naar haar rechterborst. Ongetwijfeld weet ze best dat dit nog een klein schokje was. ‘Ik…begrijp het, meester,’ antwoordt ze gedwee. ‘Mooi. Vier dagen geleden kwam Vicky bij me langs met een ongewone opdracht. Ze wilde zelf tot slavin gemaakt worden. Waarom?’ Stilte. Dan, zachtjes: ‘Ik…ze kon het leven niet meer aan.’ ‘Wat zeg je?’ Op dit punt kijkt ze op en kijkt ze me recht aan. Als ze spreekt is ze vinnig en kwaad: ‘”Ze” kon dit leven niet meer aan, Cerberus. Al dat martelen en lijden. Waarom doen we dat? Wat geeft ons het recht dat te doen? Wat we doen is verkeerd. Erger dan de dood, zelfs. We…we maken mensen tot…tot dingen!’ Ik wacht rustig tot ze uitgeraasd is. Dan stuur ik een elektrische schok naar haar kut. ‘Mooie uiteenzetting,’ zeg ik nuchter. ‘Maar je spreekt me met ‘Meester’ aan. Nu en altijd. Begrijp je?’ ‘Dit is ernstig!’ Opnieuw een schok; dit keer naar haar tepels. ‘Ik ben ook ernstig,’ zeg ik. ‘Dodelijk ernstig. Ik kan je probleem oplossen. Maar dan moet je me vertrouwen. Onvoorwaardelijk vertrouwen. Doe je dat?’ Het blijft een paar seconden stil. Dan schudt ze haar hoofd.
14
Ik haal mijn vinger van de knop. Ze is tenminste eerlijk. ‘Wil je dat?’ ‘Ja, meester.’ ‘Waarom?’ ‘…weet ik niet.’ Opnieuw een schok. ‘Auw, hou op! Het is de waarheid!’ Ik zucht en geef, kort na elkaar, twee extra schokken. ‘Ik ben geen kleuterjuffrouw, stomme doos. Verwacht niet dat ik je elke keer ga corrigeren.’ ‘Maar…maar…’ dan schiet het haar te binnen. ‘Sorry: ik bedoelde: ik weet het niet, meester.’ ‘Wat weet je niet?’ Ze kijkt me plots met open mond aan. Het begint haar moeilijk te worden zich te concentreren. ‘Ik…weet niet…waarom…ik me aan u wil overgeven, meester.’ Ik geef opnieuw een schok. ‘Bijna juist, liefje,’ corrigeer ik fijntjes. ‘Ik had het over onvoorwaardelijke overgave.’ ‘Sorry meester.’ ‘Je zit met een probleem,’ ga ik verder. ‘Een probleem uit een vorig leven. Een probleem dat niet meer van tel is. Het is niet meer jouw probleem. Herhaal.’ ‘Het is niet meer mijn probleem.’ ‘Mooi. En nu alsof je het meent. Uit volle borst. En doe die schouders wat omhoog!’ Ik kan niet zeggen dat ze niet gehoorzaamd. Maar haar aarzeling en tegenzin maken haar overtuigingen wel duidelijk. ‘Je gelooft er niets van, hé?’ merk ik schamper op. Haar houding krimpt meteen weer terug tot een zielig hoopje voordat ze antwoordt. ‘Ik…wou dat ik het kon geloven, meester.’ ‘Ja…ongetwijfeld. Maar geef het tijd. Ik breek je heus wel.’ Ik zie aan haar ogen dat ze het niet gelooft. Dat werkt op mijn lachspieren: dit gebeurt iedere keer opnieuw. Wie ik ook in handen heb, aanvankelijk denken ze allemaal dat ze niet gebroken kunnen worden. Het is iedere keer onterecht. ‘Je vertelt niet alles,’ voeg ik er terloops aan toe. ‘De Vicky die ik kende was een meedogenloze furie die allesbehalve in dit soort ethische nonsens geloofde. Ja, we maken mensen tot dingen. En dan? Waarom is dat “verkeerd”? Waarom zouden we daar geen recht toe hebben? Verdorie…Vicky geloofde net in ongelijkheid. Dat mensen niet gelijkwaardig zijn. Schapen en wolven, weet je nog? Jij was een wolf. En niet in een ver, grijs verleden, maar enkele maanden terug. Herinner je je die brandmerking nog? Hoe je het logo van die sultan op die slavin d’r kont brandde? Je genoot daarvan!’ Ik ben al pratende steeds dichterbij gekomen. De woorden hebben duidelijk effect: ze is verschrikkelijk bang. Erger nog dan toen ik haar met de zweep afranselde. Vaag dringt het tot me door dat ik haar heb aangesproken zoals ze vroeger was. Doorgaans is dat een ernstige fout. In dit geval geloof ik echter dat het de juiste aanpak is om diep bij haar binnen te dringen. ‘Wat is er veranderd?’ vraag ik op zachtere toon. ‘Je normen zijn in korte tijd erg veranderd. De Vicky die eergisteren bij me aanklopte is niet die van vroeger.’ Ondanks dat ze haar hoofd afwendt zie ik dat de tranen over haar wangen stromen. Wat het ook was dat haar heeft verandert…ze maakt het nu opnieuw mee in gedachten. Ik neem haar collar beet en sla mijn andere arm beschermend om haar heen. ‘Wat is er gebeurd?’ vraag ik zacht. Ze zegt niets. Schudt slechts haar hoofd.
15
‘Vertel het me,’ ga ik op dezelfde toon verder. ‘Je hoeft niet in detail te gaan. Vertel gewoon wat er gebeurd is.’ Opnieuw schudt ze haar hoofd. Ze huilt nog harder. Ik neem haar bij de kin en druk deze omhoog zodat ze me aankijkt. ‘Je weet dat ik het uit je kan trekken. Ik kan je martelen tot je de meest gruwelijke details prijs geeft. Dat wil je niet. Je wil nu vertellen wat je dwars zit. Kort, in een paar zinnetjes. Dan is alles afgelopen.’ Ze kijkt me aan doorheen een mist van tranen. Dan buigt ze zich iets naar me toe en fluistert ze in mijn oor: ‘James is dood. Ik…heb hem vermoord.’ Ik knik en hou haar even vast. Ik fluister haar zachtjes toe dat het voorbij is. Dat zij het niet gedaan heeft, maar iemand uit een vorig leven. Iemand die nu zelf dood is. Zelf is ze nog zo onschuldig als maar zijn kan. Ik hou haar vast, maar niet zozeer uit bezorgdheid als wel omdat ik mijn opties moet wegen. Het is niet het eerste duistere geheim dat me in volle vertrouwen is medegedeeld. Ik heb het altijd kunnen oplossen. Maar evengoed was het altijd een lang, pijnlijk proces geweest. Ik vraag me af of het dit keer juist sneller of veel trager zal verlopen. Tien Het is avond. Ik lig languit op de massagetafel. Enya zingt een Keltisch slaapliedje tegen een achtergrond van warme wierook. saliva’s zorgzame handen glijden vaardig over mijn rug en armen. Ze draagt nog steeds dat doorzichtige ondergoed en sluier dat haar dat Oosterse tintje meegeeft. Ze is goed in masseren; ik hoef nauwelijks aanwijzingen te geven. Met een lui oog kijk ik naar het grote televisiescherm in de hoek van de kamer. Het toont een staande latex pop, omwikkeld met tientallen koorden. De pop beweegt nauwelijks. ‘Dus ze staat daar nu twee uur?’ vraag ik lui. ‘Ja Meester.’ Ik druk op een knopje van de afstandsbediening. De pop wordt dubbel zo groot waardoor ik het knoopwerk beter kan bekijken. De koorden staan strak op het latex maar zijn zo te zien nergens geplooid. Ook de knopen zien er goed verzorgd uit. ‘Prima werk,’ mompel ik bewonderend. ‘Vond je het leuk om te doen?’ De handen op mijn lichaam aarzelen slechts een fractie van een seconde. ‘Het was gewoon een opdracht, Meester. Mijn plezier bestaat erin Uw wil uit te voeren.’ Een mooi antwoord. Bij haar kan ik er tenminste van op aan dat het geen slijmen is. Dan richt ik me weer op de bondage. Jammer dat ik het niet zelf kon doen… ‘Ik ga haar eerder de deur uitdoen,’ denk ik hardop. ‘Denk je dat dat een goed idee zou zijn?’ ‘Ik ben het met U eens, Meester. Eerlijk gezegd vermoedde ik al dat U tot deze conclusie zou komen.’ ‘Goed denkwerk, sletje. Neem straks contact op met Mugabi. Zeg hem dat ik een aanbieding voor hem heb: een tweede klasse slavin. Kent de klappen van de zweep maar moet nog een beetje bijgeschaafd worden waar het respect betreft. Heb je dat?’ ‘Ik neem contact op met Mugabi zodra U me niet meer nodig heeft, Meester.’ ‘Mooi.’ Opnieuw druk ik op de afstandsbediening. Het beeld toont nu mijn nieuwe initiate. Ze ligt nog steeds waar ik haar achtergelaten heb: plat op de grond in haar kooi, polsen en enkels spreadeagle-gewijs aan de hoekpunten geboeid. Haar gezicht is een rubbermasker
16
waaraan een reeks draden bevestigd zijn. Een paar andere draden lopen naar haar borst en haar vagina. Ik zoom meteen in en tover wat cijfers op het scherm. Die bevestigen wat ik reeds zie: ze slaapt rustig. De gevitaminiseerde lucht zorgt ervoor dat ze niet ondervoed raakt door gebrek aan voedsel, ze ademt prima op het ritme van het ademhalingstoestel, en ook haar hartslag volgt min of meer dat zelfde tempo. Mooi…morgen moet ik natuurlijk de cijfers vergelijken met die van eerdere vrouwen, maar ik vermoed dat ze ook hier voor ligt op schema. Misschien dat ik haar morgenavond niet eens hoef te verdoven voor ik haar dat masker opzet. Verder toont mijn data dat ze onrustiger wordt in de REM-slaap. Dat verbaast me niets. James was voor Vicky wat saliva is voor mij. Meer dan alleen maar een gebruiksartikel of zelfs huisdier, maar een soort…steun en toeverlaat. En van wat ik herinner was zijn trouw en toewijding minstens even groot. Ik heb er geen idee van waarom Vicky hem vermoord heeft. Dat komt allemaal later wel. ‘Herken je haar?’ vraag ik hardop. ‘Ze heeft dezelfde tatoeage als Meesteres Vicky, Meester,’ antwoordt saliva diplomatiek. Ze heeft er dus ook over nagedacht. ‘Verbaast het je?’ ‘…Ja, Meester.’ ‘Mij ook,’ antwoord ik mijmerend. ‘Waarom denk jij dat ze dat deed?’ Ze houdt op met masseren. ‘Dat…zou ik niet willen zeggen, Meester.’ Ik zucht. ‘Wees niet zo’n suffe doos en geef gewoon antwoord.’ ‘V…vraagt U deze slavin naar haar mening, Meester?’ Ik draai me met een sluwe grijns naar haar toe. Ik weet best dat dit uitdagen is. Het maakt me niet uit. Ik wenk haar naderbij. saliva herkent de glans in mijn ogen wel, maar het verhindert haar niet te gehoorzamen. En nauwelijks weerstand te bieden als ik haar pols grijp. Het is een kwartier later. saliva’s mooie, Oosterse haremkleding ligt in stukken gescheurd over de vloer. Verdere merktekens heeft ze nauwelijks. Ik ransel haar zo vaak af dat ze gewoon niet meer kleurt. Ik vraag me soms af of haar gillen nog echt van pijn is of omdat ze weet dat het me opwindt. ‘Opstaan en opnieuw masseren, slet,’ is het eerste dat ik zeg nadat ik ben klaargekomen. Ik trek haar vrijwel meteen aan haar haren omhoog. Ik hijg een beetje. Mijn spieren zinderen nog na. En niet alleen mijn spieren. Haar blik is een mengeling van bewondering en schaamte. Daar hou ik van. Enerzijds streelt het mijn ego. Anderzijds is het een aangename gedachte te weten dat ze haar billen moet samenknijpen om te verhinderen dat mijn sperma uit haar kont gaat lopen. Toch zoekt ze geen excuses. Ze zet ze zich meteen weer aan haar taak. In gedachten keer ik terug naar het antwoord dat ik met geweld uit saliva geperst heb. Dat is geen simpele kwestie. Ik bedoel maar…ik weet ook wel dat slaven en slavinnen zich niet hoeven te bekommeren over dingen als keuzes, stress, de ratrace of traumatiserende situaties is een mogelijk voordeel. Maar dat Vicky jaloers zou kunnen zijn op de positie van saliva is een nieuwe gedachte. Eentje waar ik eigenlijk nog niet over nagedacht heb. Elf Ik slaap slecht. Gedachten rollen over elkaar heen. Herinneringen haken zich tot nachtmerries aan elkaar. De dubbele whisky helpt maar een beetje. Als om tien uur de wekker gaat voel ik me vermoeider dan toen ik ging slapen. Ik troost me met het feit dat het vandaag in elk geval fysiek minder zwaar gaat zijn. Ik sta op, kleed me aan en doe
17
wat ochtendoefeningen om mijn lichaam wakker te krijgen. Dan ga ik in de keuken ontbijt halen. Dat stal ik uit op de ontbijttafel. Of liever: dat stal ik uit bovenop saliva, die de nacht op haar buik op die tafel heeft doorgebracht. Ze schrikt wakker als ik hete koffie op haar wervelkolom neerzet, maar beheerst zich snel genoeg om te zorgen dat ze het niet omstoot. Gelukkig weet ze beter dan me te storen voordat ik mijn koffie op heb en mijn krant heb doorbladerd. Ergens halverwege het ontbijt zet ik de televisie aan om te kijken hoe mijn initiate het stelt. Die slaapt nog, in net dezelfde X-vormige houding als gisteren. De seismograaf in haar masker toont aan dat ze wat heeft liggen woelen; absoluut normaal in haar positie. Een druk op de afstandsbediening later krijg ik er de ingeblikte stem van saliva bij: “…niet beter dan een leven vol verantwoordelijkheden. Als slavin weet je waar je aan toe bent. Er is voldoening te halen uit het volgen van orders. Er is rust in het volgen van een Meester. Een Meester die je stuurt en begeleidt. Het is goed je over te geven. Weerstand bieden maakt het onnodig moeilijk. Het leven van slavin voelt goed en aangenaam. Je hoeft niet te denken over kleding of aanzien. Je kan je genoegen halen uit een bestaan als slavin. Je…“ Enzovoort. Alles bij elkaar is het een riedeltje van veertig minuten dat de hele nacht door herhaald wordt. Doordat het masker de draagster tevens kunstmatig buiten bewustzijn houdt beseft die dat niet eens. Alleen...ik vraag me af of ik Vicky ooit over dit snufje verteld heb. Ik denk van niet. Als fantasietje is het erg leuk, maar het geeft niet zoveel effect als in films. Als ik klaar ben met eten en saliva heb losgemaakt – die moet vandaag die andere slet vermaken – ga ik mijn initiate bekijken. Ik weet nooit wat het juist is dat me opwindt. Het is niet “puur” het zicht van een mooie, naakte vrouw in een kooi. Het is niet alleen het feit dat ze geboeid en gemaskerd in een uitnodigende houding gedwongen is. Niet eens haar volslagen hulpeloosheid. Nee…wat het ook is, het heeft met die berusting te maken. Die rustige overgave aan een machine die haar dwingt te ademen op een tempo dat het hare niet is. Er zijn momenten dat ik dat als mijn doel zie: om slavinnen zodanig te kneden dat ze overdag diezelfde ontspannende houding hebben als in hun slaap. Ik maak haar masker los, bevrijd haar uit haar boeien en haal haar uit de kooi. Ze wordt er niet wakker van. Gelukkig heb ik daar een emmer ijskoud water voor meegenomen. Ze schrikt meteen gillend wakker als het ijswater over haar heen plenst. Ze houdt er duidelijk niet van om op die manier wakker gemaakt te worden. Geeft niet: ik vind het best leuk. Vooral om te zien hoe ze verdwaasd het water uit haar ogen wrijft en de situatie probeert in te schatten. ‘Goeiemorgen, slettebak. Lekker geslapen?’ Ze is nog bezig zich te oriënteren; mogelijk beseft ze niet eens dat ze geslapen heeft. Stomverbaasd vraagt ze zich af wat er aan de hand is. Op dat moment mep ik haar zo hard in het gezicht dat ze terugvalt uit de zittende houding waarin ze zich had opgekrabbeld. ‘Ik vroeg je iets,’ merk ik scherp op. ‘Als ik iets vraag verwacht ik antwoord. Begrepen?’ Het sorteert precies het goede effect: verwarring. Ze probeert de situatie te bevatten maar beseft al goed hoe de machtsverdeling is. ‘Ik…heb het begrepen, Meester,’ zegt ze tenslotte. Dan zwijgt ze. Met enig schuldbesef. Ik blijf zwijgen en kijk haar doordringend aan. Ik voel haar kleiner worden onder mijn blik. ‘Het…spijt me zeer, Meester. Maar ik heb uw eerdere vraag niet goed gehoord. W…wil u het alstublieft herhalen?’ Ik geniet van haar schuldige, zelfverwijtende toon. Met enig leedvermaak herhaal ik de vraag. ‘J…ja, Meester.’
18
‘En zeg je dat nu om me naar de mond te praten of heb je echt goed geslapen?’ Ze kleurt een beetje. Dan bekent ze: ‘Ik…ben u naar de mond aan het praten. Eerlijk gezegd heb ik er geen idee van wat er gebeurd is. Heb ik de hele...?’ ‘Mooi,’ onderbreek ik haar half peinzend antwoord. ‘Heb je honger?’ Een kwartier later zit ze rillend op haar knietjes voor me. Ik heb haar net naar het toilet laten gaan en gewassen met een koude waterstraal en een ruwe borstel. Nu kijkt ze hoopvol naar de handdoek die ik in handen heb. Ik veins aarzeling. Dat is belangrijk: niets geven zonder nadruk. Dat geeft de indruk dat een geschenk waardevoller is dan anders. En ook al kent Vicky dat truukje, ze is evengoed dankbaar voor de handdoek. Haar ontbijt is een grote kom havervlokken met melk. Na dat hondenvoer van gisteravond klaagt ze niet. Ook niet dat ze op haar blote knietjes moet wachten terwijl ik haar voeder. Af en toe zit er een capsule of pilletje tussen het eten. Ook die slikt ze zonder aarzelen binnen. En dat terwijl ze weet wat het is. Vicky heeft het eens omschreven als “Troep die vrouwen op geile anorexiapatiënten doet lijken”. Een prima omschrijving. Dat neemt niet weg dat we het beiden gebruikten. Schoonheid is nu eenmaal een investering die veel meerwaarde oplevert. ‘Lekker?’ informeer ik op gegeven moment. ‘Ja, Meester,’ beaamt ze. Met toevoeging dat het beter is dan wat ze gisteren kreeg. Puur toevallig komt die toevoeging me goed uit: door naar haar kale kop te kijken had ik namelijk een ideetje gekregen. Met een geniepige opmerking (‘O, dus gisteren was het niet lekker?’) laat ik haar even alleen. Als ik terugkom heb ik een pincet in de hand. Als ik terug op mijn stoel ga zitten en de kom havervlokken op mijn schoot zet hou ik het haar voor. Na een korte opmerking om rustig te blijven zitten reik ik naar haar…en trek ik haar een neushaartje uit. Neusharen trekken is op een pijnlijke manier heel irritant. Het verbaast me niets dat ze boos gaat kijken. De enige respons die ik geef is heel demonstratief het haartje in de havervlokken laten vallen. Ze ademt even heel zwaar als ik haar de lepel – het haartje is er ergens in gezonken – toestop. Dan verzachten haar trekken en slikt ze de lepel door. Helaas voor haar ben ik van plan nog minstens tien extra haartjes te trekken… Twaalf Uiteindelijk is de kom leeg en uitgelikt. Haar maag rommelt, maar ze weet gelukkig beter dan een Oliver Twist-imitatie te geven. Ik begin haar lichaam te inspecteren. Door de afranselingen van gisteren zit ze nog steeds onder de striemen. Voornamelijk donkerrood-paarsig, met hier en daar wat zwart. Niet toevallig is ze daar het gevoeligst voor mijn aanrakingen. ‘Meekomen,’ zeg ik dan. 'Op handen en knieën.' Dan keer ik haar de rug toe en begin ik de kamer uit te lopen. Hoewel ik niet omkijk ben ik absoluut alert op geluiden. Als ik zelfs maareen aanval vermoed ben ik meteen klaar om haar op te vangen. Minder dan één op de tien vrouwen waagt zich aan een aanval bij de eerste gelegenheid. Ik had gedacht – en zelfs gehoopt – dat zij erbij zou zijn. Ze is het niet. Het enige dat ik hoor is gestommel en geschuifel dat erop wijst dat ze achter me aan begint te kruipen. Ik loop voor haar uit de gang in, een hoek om en een trap op. Allemaal in rustig tempo, zodat ze de tijd heeft om bij te benen. Dan draai ik me om, ga de trap weer af, de hoek weer om en de gang opnieuw door. Uiteindelijk ga ik de kamer binnen naast die waar we net vandaan kwamen. Slechts een gesmoord kreetje verraadt wat ze van mijn omweg over een ruwe keldervloer en trap vindt. Jammer voor haar: dit is nog maar het begin. Deze kamer is de “pijnkamer”. Het is opgezet als een middeleeuwse kerker met roestige
19
kettingen aan het plafond en kruisen en boeien aan de muur. Verder bevat het ook het grootste gedeelte van mijn slagwerk. Ik kies er zorgvuldig een aantal uit die ik met beleid over een splinterige stoel drappeer. Een houten cane…een suède flogger…een lederen plak…een kat-met-negen-staarten…een karwats… ‘…en jij mag er ook twee kiezen,’ merk ik tegen mijn initiate op. Die knikt gewoon. Ze is een van de weinigen die niet totaal van haar stuk gebracht wordt bij het voorstel. Ze is ook de enige die zich van commentaar onthoudt, en op rustig tempo een single tail en een metalen staaf uitkiest. Erg pijnlijke speeltjes...ik weet niet wat ik van die keuze moet denken. Ze weet natuurlijk best dat ik daar niet op volle kracht kan uithalen zonder haar te beschadigen. Is dat waarom ze een paar van de pijnlijkste instrumenten uitkiest? Ik weet het niet. Dat is een zorg voor later. De tweede dag gebruik ik slagwerk altijd anders. De eerste dag is het ruw, hard en sterk. Het toont mijn kracht, uithoudingsvermogen en genadeloosheid. Vandaag is het rustiger, maar ook gemener. Meer onverwacht en onregelmatig. Veel minder een zelfde tempo. Veel vaker afwisselend tussen hard en zacht, zowel qua materiaal als qua slagkracht. En ook: vandaag doe ik het zonder bondage. Ik zeg gewoon waar en hoe ze moet staan. Een paar waarschuwingen en een paar tikken op dezelfde kracht als gisteren dwingen goede gehoorzaamheid af. Ook bij iemand die de klappen van de zweep door en door kent. Voor mij is dit gewoon lekker ontspannend bezig zijn. Een beetje pijn toebrengen, een beetje pesten, een beetje lollige opmerkingen maken…en bovenal genieten van de vorderingen. Het verschil tussen de eerste dag en de tweede is altijd het grootst. Vrouwen janken minder, gaan minder bokken en luisteren over het algemeen sneller. Bovendien worden de verschillen minder groot. Zelfs deze initiate reageert nu een stuk minder eigenwijs als gisteren. Uiteraard blijf ik op mijn hoede. Er is een groot verschil tussen gehoorzaamheid en onderdanigheid. Aan haar houding te beoordelen schat ik dat ze slechts het eerste is. Dat ze zich eerder verzoend heeft met de beslissing haar leven op te geven dan dat ze me als haar Meester aanvaardt. Ik geef haar opdrachtjes. Vraag haar een sexy pose aan te nemen, op en neer te springen of de zwepen te identificeren. Haar stemtoon verraadt dat ze het irritant vindt. Ik geef meer opdrachtjes, maar begin meer op haar stemtoon te letten. Ik weet dat er een moment van uitbarsting zit aan te komen. Een moment waarop ze terugvalt in het idee Vicky te zijn. Dat moment komt er na de vijfde slag waarin ze op één been moet meetellen terwijl ik haar kont ervan langs geef. Ze zet die voet weer op de grond. Ik ben gelijk alert: ze doet het niet om haar evenwicht te hervinden. ‘Op één been,’ zeg ik rustig. Ze reageert niet. Ze staat er gewoon. Ogenschijnlijk onbeweeglijk. Haar schouders hangen echter niet. Haar adem is zwaar. Af en toe trekt er een rilling over haar rug. Ik wacht af. Ik ken dit. Vroeg of laat komt dit moment er altijd. Het “Bulldogmoment”, zoals ik het wel eens noem. Ongeacht hoe lief en aardig die honden opgevoed zijn, als je ze lang genoeg pest worden ze vals en zullen ze hun pester – die op dat moment maar beter een met bont gevoerd pak draagt – aanvallen. Dit is net zo’n moment. En ook al heb ik het tientallen keren meegemaakt en overleefd…mijn nekharen blijven ervan overeind komen. Dit is gevaarlijk. ‘Hou…op.’ Haar stem klinkt op een verkeerde manier kalm. Als het oog van een orkaan. Ik beweeg niet. Jammer dat ze met haar rug naar me toe staat. ‘Van wie ben je?’ Even stilte. De stille figuur voor me lijkt wat heen en weer te wiegen.
20
‘Nee,’ antwoordt ze dan. Ik kan niet opmaken of het spijt of woede is dat erin doorklinkt. Misschien beide. Ik laat de stilte even hangen. Het zindert in de lucht. ‘Draai je om,’ zeg ik dan. Zo neutraal mogelijk. Snel verdring ik de gedachte aan de eerste keer dat ik een slavin trainde. Toen was ik te commanderend geweest. De initiate had me aangevallen en bijna mijn ogen uitgekrabd. Vicky was daar toen bij. Zij heeft die vrouw nadien zelf afgemaakt. De vrouw voor me blijft zwijgen. Ze draait zich niet om. ‘Ik vroeg je iets,’ zeg ik dan. De neutrale woordkeus is geen toeval. Een diepe ademhaling. Dan, weer op die vreemde toon: ‘Nee.’ Ik laat de stilte opnieuw even aanslepen. Dat is een truuk die ik van Vicky's vader geleerd heb: “bulldogmomenten” zijn beperkt in tijd. Hoe langer je de aanval kan uitstellen, hoe waarschijnlijker het wordt dat die niet komt. ‘Ik was nog niet klaar met mijn spel.’ Als ik dat op een verkeerde toon had gezegd – te aanvallend, zeurderig, bevelend, wat dan ook – dan had ze me aangevallen. Ik zeg het gebiedend. Toch is de flits extra spanning in haar schouderbladen me een duidelijker antwoord dan het derde “nee”, dat erop volgt. Ik begin door de ruimte te lopen. Mijn voetstappen weerkaatsen door de ruimte. Mijn aandacht wijkt geen moment van haar af. Gelukkig heb ik ook in deze ruimte wat ik nodig heb. ‘Ik heb hier iets voor je,’ zeg ik rustig. Met die woorden gooi ik metalen handboeien aan haar voeten. Ik zie dat ze ernaar kijkt. ‘Ze zien er misschien wat roestig uit maar ze zijn verdomd stevig.’ Wederom stilte. In gedachten tel ik tot vijf om niet te gretig over te komen. ‘Doe ze om je polsen.’ Dit keer is de stilte extra van belang. Doet ze het of doet ze het niet? Ze bukt. En klikt de boeien om haar polsen. Ik kan een sterke glimlach niet onderdrukken. Gewonnen. Van hieruit wordt het gemakkelijker. ‘Voor je. Zie je dat kruis? Die boei aan de rechterkant? Ook die is enorm stevig. En ook daarvan heb ik de sleutel buiten jouw bereik. Ga daarnaar toe. En klik die aan de ogen van je handboeien.' Dit keer gehoorzaamt ze vrij snel. Ik vraag me alleen af… Ik ga achter haar staan, alert op haar houding (ik wil geen trap in mijn kruis). Nu haar polsen rond ooghoogte aan de muur geklonken zijn lijkt ze ertegen te leunen. Ze verbergt haar gezicht in haar handen. ‘Ik ga je pijn doen. Ben je er klaar voor?’ Even denk ik dat ik geen antwoord ga krijgen. Ze ademt nog steeds zwaar, en ik weet zeker dat ze nu niet durft omkijken. Dan antwoordt ze door haar handen heen. Bevestigend. Ik haal meteen uit…en geef met mijn hand een simpel tikje op haar kont. Toch heeft het meer effect dan alle voorgaande zweepslagen samen. Ze breekt. Alle spanning, haat en woede die in haar zat komt eruit als een gruwelijke huilbui. Ik hou haar van achteren vast. Ze siddert ervan maar doet geen pogingen los te komen. Ik laat haar rustig brabbelen over hoe hard het haar spijt wat ze allemaal dacht en de gemene dingen die ze me wilde aandoen. Hoe ze niet wilde wat ze allemaal wilde. Het verbaast me niets. Integendeel: het zou me verbaasd hebben moest dat niet op zeker moment gebeuren. 'Ik ben een meedogenloze sadist,' spreek ik haar zacht toe. 'Het is niet meer dan normaal dat je je daar vroeg of laat tegen gaat verzetten.'
21
Ze schudt haar hoofd en begint te brabbelen dat dit anders is. Ik leg rustig een hand op haar mond. Het maakt niet uit dat ik erop bedacht was. Of dat ik haar nek zou breken als ze me daadwerkelijk had aangevallen. Het is een instinct. Dat schakel je niet uit door te beredeneren dat het tegen je overlevingskansen ingaat. Dertien De initiate in mijn handen is een brok ellende. Ik hoef geen moeite te doen om haar te laten praten. Als ik opmerk dat ze een stuk dichter bij haar collar gekomen is repliceert ze bits dat dat haar helemaal niet interesseert. 'Wat dan wel?' Ze kan haar antwoord nog net inslikken. Ik bijt op mijn tanden. Het kost me moeite om haar tepels niet fijn te knijpen om dat antwoord er alsnog uit te persen. Maar dit is niet het juiste moment. Op dit moment heeft ze nood aan een Meester die haar vasthoudt, haar beschermd en er gewoon voor haar is. Informatie inwinnen kan later altijd nog. Voorlopig moet ik het doen met een bevestiging van mijn vermoeden dat ze geen slavin wil worden – althans: nu nog niet. Ik vraag me alleen af…ze bekende gisteren al dat ze vergeving zocht. Waarom heeft ze het er dan nu moeilijk mee? Ik houd haar vast tot het huilen afgelopen is. Dan vraag ik rustig of het al wat beter gaat en of ze meer aankan. Dat beaamt ze. En ze spreekt me met ‘u’ aan. Mogelijk zelfs met hoofdletter. Ik maak haar los van de muur maar laat de handboeien om. Dan neem ik een rijzweepje uit het rek en laat het demonstratief op de grond vallen. ‘Oprapen...met je tanden.’ Het lijkt me beter om wat gemakkelijke opdrachtjes te geven. Dingen die binnen haar grenzen liggen, om haar aan dit leven te laten wennen. Ik laat haar een paar keer apporteren. Dan gaan we opnieuw de gang door, de hoek om en de trap op. Ze hobbelt rustig achter me aan als een braaf teefje. Er lijkt zelfs iets van een lachje op haar mond te spelen. Al is dat moeilijk te zien door dat zweepje tussen haar tanden. In een van de kamers tref ik saliva en mijn volgelinge. Die bungelt naakt op een blinddoek na aan haar polsen aan het plafond. Er leiden een paar draden uit haar kut die naar een elektrobox leiden. saliva zit aan tafel. Voor haar aan tafel ligt, naast de box, een checklist met vragen. Ze is erg geconcentreerd op het bungelende lichaam voor haar. ‘Stel dat je op een feest geclaimed wordt door een ex-Meester, maar je...oh, Wacht even. Een goede morgen, Meester. Wat fijn U hier te zien.’ Ik gebaar haar verder te gaan en weer te gaan zitten. Dat doe ik zelf ook. Mijn initiate laat ik plat aan mijn voeten liggen zodat ik haar als voetbankje kan gebruiken. ‘Stel dat je op een feest geclaimed wordt door een ex-Meester,’ herhaalt saliva. ‘maar je weet niet of je nieuwe Meester ermee akkoord is dat je hem dient. Wat doe je?’ De aarzeling duurt nauwelijks een seconde: ‘Ik…ben vriendelijk en beleefd – zeg hem dat ik graag zou willen en dat het een eer zou zijn, maar wijs hem erop dat het iets is dat hij met mijn nieuwe Meester moet bespreken.’ saliva kijkt goedkeurend, maar ook wat vragend, naar mij. Ik knik. ‘Goed zo,’ complimenteer ik de bungelende slavin. ‘En wat als je voorgaande Meester aandringt?’ ‘Ik…wijs hem er opnieuw op dat dit niet iets is waar ik iets over te zeggen heb, Meester.’ ‘Wat als hij zegt dat je meester dat niet hoeft te weten?’ ‘Ik heb geen geheimen voor mijn Meester, Meester’, dreunt ze het stukje uit haar cursus op.
22
Ik druk op een knop. Ze gilt meteen als de schok door haar heen gaat. ‘Helemaal goed,’ antwoord ik gladjes. ‘…op de toon na. Mannen, en zeker Meesters, hebben recht op oprechtheid. Dat antwoord geef je omdat je het wil. Niet omdat het in een cursus staat. Heb jij geheimen voor mij?’ ‘Nee, Meester. Het spijt me, Meester.’ Ik heb mijn vinger al aan de knop…maar ik druk niet. Haar antwoord was perfect qua toon. ‘Mooi,’ antwoord ik. ‘…want ik ga snel een ex-Meester van jou worden. saliva…heb je Mugabi nog te pakken kunnen krijgen?’ ‘Ja, Meester,’ antwoordt deze. ‘Hij komt deze middag. Ik heb ook de vrijheid genomen reeds enkele foto’s van de koopwaar door te sturen.’ ‘Brave meid,’ antwoord ik zonder omkijken. Deze hele tijd is mijn aandacht bij mijn volgelinge. Die is nog niet over de schok van het nieuws heen, maar al bij al neemt ze het relatief goed op. ‘M…Meester?’ Ik loop naar haar toe en haal de blinddoek van haar ogen. ‘Wat is er, sletje van me?’ ‘Ik…voldoe ik niet aan Uw eisen, Meester?’ Haar stem is doorspekt met emoties. ‘Je voldoet absoluut aan mijn vereisten,' antwoord ik lijdzaam. 'Denk je dat ik je zou verkopen als je dat niet zou doen?’ Ze ademt zwaar. ‘Maar…ik wil helemaal niet verkocht worden, Meester. Ik wil bij U blijven. U dienen. U genot geven.’ Ik sus haar zachtjes. ‘Dat weet ik. Maar ik ben slechts een trainer. Een handelaar. Diegenen die jou zullen kopen…dat zijn diegenen die je op waarde kunnen schatten. Ik weet het best…je kent die kopers niet. Nog niet. Maar je vertrouwt mij?’ Ik krijg een knik ten antwoord. ‘En saliva? Het is je ongetwijfeld opgevallen dat ze de afgelopen dagen mijn handen was. Vertrouw je haar?’ Opnieuw een knik. Ietwat aarzelend, dit keer. ‘Mooi. Welnu: jouw kopers zal je ook leren vertrouwen. Ook zij zullen jouw overgave waard zijn.’ Ik raak even haar goudkleurige collar aan. ‘Dit is er ook nog. Je collar is van jou. Die heb je eerlijk verdiend en is heel waardevol. Ook voor de kopers. Misschien zelfs vooral voor hen: een “Cerberus”-slavin is erg in trek.’ Ik krijg een bescheiden glimlachje terug. ‘En misschien verheugt het je ook wel om opnieuw een naam te hebben. Dat duidt er tenminste op dat je iets voor iemand betekent. Ze kijkt bedenkelijk bij de implicatie. Jammer...vooral dat ik haar training vroeger dan normaal moet beëindigen. Ik geef een teken aan saliva. Die drukt meteen de knop in. ‘Je weet beter dan mijn oordeel in twijfel te schatten,’ mopper ik nadat ik na tien seconden de elektriciteit laat stopzetten. ‘Jij bent van mij. Dus is het mijn voorrecht met je te doen wat ik wil. Ik wil je verkopen, dus doe ik dat. En jij hebt dat te aanvaarden. Begrepen?’ ‘Ja, Meester.’ Ik glimlach. Al zeg ik het zelf: ik ben goed ik mijn werk. Ik heb vaak genoeg slaven en slavinnen meegemaakt die na een afstraffing hooguit monkelend hun Meester of Meesteres gelijk gaven. Als ik iemand train komt er tenminste echte overtuiging uit.
23
Veertien Ik laat saliva met de volgelinge alleen. De checklist moet nog afgewerkt worden. Ik weet echter zeker dat het geen zware problemen gaat geven. Er moet weliswaar hier en daar nog wat op gedrag geschaafd worden, maar in feite is ze al een echte slavin. Het zou me ten zeerste verbazen dat het rijzweepje dat ik achterlaat gaat gebruikt worden. Met de initiate achter me aan dribbelend komen we uiteindelijk in de vergaderruimte terecht. Al is dat eerder een benaming dan wat anders. Alleen de beamer wijst erop dat hier zaken gedaan worden…in mijn branche ontvang ik gasten liever in comfortabele zetels vol kussens en Oosterse tapijten dan in een suf wit kantoor. Bovendien heb ik mijn eigen pleziertje in deze kamer. Of liever: aan deze kamer. Ik wenk de initiate naar een van de muren van de kamer. Pas als ik op een knopje duw en een wand verschuift beseft ze dat er een ingebouwde kast in de muur zit. Geen wonder: doordat de groeven klein zijn en de kleur precies dezelfde als de omringende muur valt het absoluut niet op. De kast is een halve meter breed, een meter hoog, een veertigtal centimeter diep en bevat allerlei BDSM-spullen aan de wanden. Op de bodem van de kast ligt een ijzeren platform; als ik op een andere knop druk schuift een hydraulische arm het platform zoemend uit de kast en omlaag tot tegen de grond . ‘Ik ben wat exhibitionistisch aangelegd,’ grijns ik tegen mijn initiate. ‘Meer bepaald: ik hou ervan dat slavinnen te zien krijgen hoe hun voorgangster verkocht wordt. Deze kamer is namelijk waar ik mijn waren verkoop.’ Het maakt niet veel indruk. Dat had ik ook niet verwacht: Vicky heeft me nog geholpen dit gadget in elkaar te knutselen. Ze weet dus ook wat er gaat komen. ‘Ben je al eens vastgebonden?’ vraag ik haar. Ondertussen haal ik van achter in de kast een paar lange koorden en enkel- en polsboeien tevoorschijn. Ze aarzelt met haar antwoord. ‘U bedoelt…buiten dit?’ vraagt ze, haar handboeien ophoudend. ‘Ik bedoel echt vastgebonden. Zodanig dat je echt geen vin meer kan verroeren?’ Het touw wordt gevolgd door een stevige rol inpakfolie en een rol ductape. ‘N…niet dat ik kan herinneren.’ ‘Wel’, antwoord ik glimlachend. ‘Er is een eerste keer voor alles.’ Touwen knopen is vooral een technische aangelegenheid. Met de juiste touwen en knopen kan je zowat alles aan alles vastmaken. De kunst is om het zodanig te doen dat het een zo goed mogelijk effect van stevigheid geeft zonder dat lichaamsdelen afgekneld raken. Dat wil wel eens helemaal anders zijn per persoon, dus knoop ik dit keer zorgvuldiger dan normaal. Kort gezegd bind ik haar knieën vast aan haar kont en haar ellebogen gekruist achter haar rug. De pols- en enkelboeien zijn er grotendeels voor de sier. Er gaan wel koorden doorheen, maar ik wil haar vooral laten wennen aan het gevoel van boeien. Want wat ik bij de meeste vrouwen merk geldt ook voor haar: ze wordt “rustiger” naarmate haar bewegingsvrijheid beperkter wordt. Tegen dat ik haar borstkas heb ingesnoerd is haar ademhaling gehalveerd. ‘Eigenaardig gevoel, nietwaar?’ merk ik tussen twee wikkelingen in. Ze beaamt het zacht. ‘Dat is het gevoel van bezit te zijn,’ zeg ik haar. ‘Het gevoel van mij te zijn. Begrijp je dat?’ Ze mompelt wel iets ter bevestiging, maar dat geloof ik niet. Hooguit zou ze willen dat ze het kon geloven.
24
Na de koorden komt de bondagefolie. Ik wikkel haar in als een mummie, gewoon over de andere touwen heen. Dat heeft een dubbel doel. Enerzijds houdt het haar warm en geborgen. Anderzijds…op de een of andere manier voelt dit meer als één aan. Meer als een natuurlijk iets. Ik kan er niet goed de vinger op leggen. Hooguit dat het gemakkelijker is om haar als een ding te beschouwen als ze zo ingepakt is. Dan schuifel ik haar wat achteruit tot ze op het metalen platform zit. Een druk op de knop zorgt ervoor dat het platform omhoog komt en mijn ingepakte initiate in de inham van de kast verdwijnt. Ze past er precies in. Ik haal meer speeltjes uit de compartimenten. Het eerste is een witte penisgag met allerlei gaatjes in. ‘Kijk eens aan,’ plaag ik haar terwijl ik het in haar mond laat glijden. ‘Een prima manier om jouw kaken te trainen.' Als haar adem fluitend doorheen de gaatjes in de gag begint te komen voeg ik daar nog aan toe dat je dat met een echte penis natuurlijk niet hoeft te proberen. Tegelijk ben ik alweer bezig haar het volgende item aan te doen: een latex hood die bijna volledig uit riempjes en ogen bestaat. Die hood is het belangrijkst voor dit werkje: ze moet immers in staat zijn naar buiten te kijken. De elastiekjes die ik vanaf de boven- en zijkant van de kast aan de ogen van het masker verbind zijn dan ook precies afgemeten. Nadat haar hoofd vast staat is de rest eigenlijk kinderspel. Een paar andere elastieken omwikkelen haar schouders en dijen als veiligheidsgordels. Gelijkaardige riemen zorgen ervoor dat ze haar knieën niet meer kan sluiten. Na haar even wat over en weer geduwd te hebben knik ik tevreden: ze zit stevig vast. Dan wikkel ik de walkman-oortjes uit het compartiment in de muur, plug die in haar oren en neem wat afstand. 'Hoor je me zo duidelijk?' vraag ik haar vanaf de zetels. Ik krijg een bevestigend ge-'mmmphf' terug. 'Zeer goed,' antwoord ik, weer dichterbij komend. Ik plak nog wat bondagetape op de plaatsen waar de gordelds zich kruisen, maar dat is eigenlijk overbodig. Net zoals de tape die ik over haar oren plak zodat de oortjes niet uit kunnen vallen. 'Ziezo...over niet al te lange tijd zit jij lekker op de eerste rij toe te kijken hoe die andere teef verkocht wordt. Je moet weten: ik heb haar zevenenveertig dagen in bezit gehad. Zevenenveertig dagen waarin ik haar bijna non-stop getraind en geconditioneerd heb. En toch betekent ze niets voor mij. Ze is een investering. Alles wat ik met haar uithaal heeft als doel haar voor meer geld te kunnen verkopen. Onthoud dat. Over een paar maanden sta jij op haar plaats. Als je het overleeft, natuurlijk.' Als mijn monoloog al effect heeft is het onbewust. De initiate kijkt me niet aan maar staart wat wezenloos door me heen. Die hele bondage is erg intens voor haar. 'Heb je claustrofobie?' Geen antwoord. Maar niet uit koppigheid. Subspace. Alles gaat langs haar heen. Jammer, maar ik moet echt antwoord hebben... Ik plaats mijn handpalm op haar mond en knijp met wijs- en middelvinger haar neusgaten samen. Het ontlokt haar wat angstig kirrende geluidjes. 'Ik vroeg je wat, stomme trut. Je gaat hier nu een paar uur doorbrengen in deze kast. Een paar UUR! Dus moet ik weten of je bang bent voor kleine ruimtes.' Ergens dringt het tot haar door. Ze begint doorheen de gag te mompelen, aan haar riemen te rukken en wat op en neer te hupsen. Ze heeft geen claustrofobie: daarvoor spartelt ze te weinig. Alleen het vooruitzicht een paar uur in deze houding te moeten zitten steekt haar tegen. Waarschijnlijk voelt ze nu al krampen. 'Zit stil,' gebied ik haar. Ze gehoorzaamt. Alleen haar ogen blijven angstig staan. Ik rommel wat onder haar. Haar ogen worden groter als ze de vibrator in de gaten krijgt.
25
'Wat dacht je...dat ik je saaie uren zou laten doorbrengen? Nee hoor...geniet jij hier maar lekker van.' Met die woorden grijp ik ruw in haar kruis en scheur hardhandig een gat in de folie. Ze kan niet verhinderen dat ik de vibrator bij haar binnen schuif en eveneens met tape op de juiste plaats aan haar lichaam plak. Dan haal ik iets uit mijn zak. 'Zie je dit? Dit is de afstandsbediening van deze kamer. Hiermee bedien ik het licht, de beamer...en dat leuke toestel in jouw geile doos.' Met dat ik dat zeg komt de vibrator tot leven. Ik buig me naar haar toe. 'Ik controleer jouw seksuele opwinding, teef. Je wordt geil als ik dat wil, wordt opgewonden als ik dat wil en je hebt orgasmes als ik dat wil. Begrijp je me?' Ik krijg een gekreun als antwoord. Ik neem haar bij de kin en strijk over haar mondgag, waar al een sliertje speeksel uit de gaatjes druipt. 'Let op dat je niet te enthousiast wordt. Kwijl niet teveel. Je zou niet de eerste zijn die in deze ruimte in haar eigen kwijl gestikt is. Geen leuke dood...maar langs de andere kant: er zijn minder aangename manieren om te sterven.' Haar ogen zijn groot geworden van angst. Ik blijf haar kin vasthouden tot ze kalmeert. Dan voeg ik eraan toe dat ik er zeker van ben dat zij niet zo dom is dat te laten gebeuren. En dat het kastje zelf verluchting heeft...het is enkel de gag waardoor ze zou kunnen stikken. 'Voor de komende paar uur wil ik jou in een staat van opwinding hebben,' ga ik verder. Ik draai de vibrator een standje hoger. 'Ik wil dat je goed beseft dat je mijn bezit bent. Ik wil dat je daarop geilt. Voel je vereerd dat ik je dit genot toesta. Geniet ervan. En schreeuw gerust alles bij elkaar: dit plekje is volledig geluidsdicht. Als ik deze kast straks open doe wil ik kunnen ruiken hoe geil je bent. Begrijp je me?' Haar ogen staan nu al glazig. Ze heeft me begrepen. Mooi...en je hebt toestemming om klaar te komen. Om meermaals klaar te komen.' Met die woorden gooi ik de deur van de kast dicht. Als ik door het sterk gecamoufleerde raampje kijk kan ik nog net de contouren van haar hoofd in de duisternis onderscheiden. Ik weet echter dat zij de kamer prima kan zien. En alles horen wat hier gezegd wordt. Ik gaap nadrukkelijk. 'Zo...dat is in orde. Ik ben er best moe van geworden. Ik ga nog een uurtje maffen tot Mugabi komt. Tot die tijd amuseer je je wel, nietwaar?' zeg ik tegen de schijnbaar lege kamer. Dan loop ik de kamer uit en doe het licht uit achter me. De vibrator laat ik op een gemiddeld tempo draaien. Vijftien Slaven verkopen is niet gemakkelijk. Hoeveel vraag je? Welke verkoopsargumenten gebruik je? Hoe prijs je je waren aan? Het zijn allemaal onderdelen die moeilijk te beheersen zijn. Ervaring geldt maar heel beperkt. Vergelijkingsmateriaal is er bijna niet. Veel hangt af van reputatie van zowel koper als verkoper. Prijzen fluctueren sterk, en dat hangt van veel factoren af. Een goede voorbereiding kan gemakkelijk honderdduizend euro's verschil maken. Of dollars. Of wat voor betalingswijze er ook gebruikt wordt. Mugabi is een van mijn minder vertrouwelijke handelspartners. Hij komt uit Kongo, maar weet niet dat ik dat weet. Hij weet evenmin dat ik van zijn lage afkomst of militaire verleden weet. Hij is echter een erg bedreven “street player”. Vandaag zou onze vierde overeenkomst zijn. Ik weet uit goede bron dat hij erg tevreden is over zijn eerdere aankopen. Zijn belangrijkste motivering is macht. Hij ontleent zijn status aan het aantal slavinnen dat hij heeft. Daarom is het veilig hem in situaties als deze te raadplegen: ik kan er altijd op rekenen dat hij wil kopen. Ook al is haar training nog niet afgelopen.
26
Het is half een als een kort signaal aangeeft dat er een auto mijn terrein nadert. Ik glimlach: het is Mugabi. En hij is alleen. Vorige keer had hij drie lijfwachten bij zich, waardoor hij zich veel stoerder ging gedragen dan goed voor hem was. Best mogelijk dat hij intussen beseft dat mijn toegeeflijkheid slechts schijn was. Het eindigde er alleen mee dat ik in plaats van vier keer zoveel “slechts” het dubbele van de prijs kreeg van wat ik eigenlijk beoogde. 'My friend!' begroet hij me uitbundig als hij uit zijn landrover springt. Zijn witte tanden blikkeren in de zon. Ik geef hem een stevige handdruk en bedank hem om zo snel tijd vrij te maken. Dan vraag ik naar zijn vrouw en kinderen. Mugabi is een van de weinige handelaars die zijn beroep doodleuk met een gezinsleven combineert. Ik schat dat het een half uur later is als ons koetjes-en-kalfjes gesprek in de richting van het zakelijke begint op te schuiven. We zitten in de vergaderzaal door saliva geserveerde koffie te drinken. Af en toe zoek ik wat excuses om het licht wat feller of zachter te zetten, waardoor ik wat met de nabije vibrator kan spelen. Mugabi merkt niets. Hij is lekker ontspannen en – ook voor zijn doen – in een goede bui. Hij heeft de neiging me altijd 'man' te noemen (door zijn accent klinkt het bijna als 'mon'). 'Altijd maar werken, man', merkt hij op gegeven moment op. 'Dit reisje is ook om gewoon wat uit te rusten van die herrie thuis. Man...je moest het eens weten.' Door zijn accent klinkt een 'w' bijna als een 'oe'. 'Teveel werken? Dan doe je het toch niet goed,' zeg ik met een blik op saliva. Die zit de hele tijd braaf op haar knietjes te wachten tot een van ons iets nodig heeft. 'Of zijn die werkkrachten die ik je eerder cadeau gaf reeds versleten?' Mugabi heeft een erg luide lach. 'Die cadeaus waren duur, man.' Ik haal mijn schouders op. 'Duur is relatief, kerel. Je betaalt voor wat ze je kunnen bieden. En wat ze bieden is onbetaalbaar.' Dat laatste benadruk ik met een knipoog. 'Man...blanke teven zijn maar goed voor één ding...' '...en dat ene ding doen ze ook erg goed,' vul ik aan. 'Tenminste...ik neem aan dat je niet alleen maar hierheen gekomen bent om over je clan te praten?' 'Ik heb nu meer mensen in dienst,' denkt hij hardop. 'Het is gemakkelijk hen met geweld onder de duim te houden. Maar het zijn die teven van jou die de boel bij elkaar houden.' 'Ze geven je macht en aanzien.' Hij knikt. 'Heel juist, man. Ik heb echte mannen nodig. En echte mannen houden wel van de...aandacht die mijn teefjes kunnen bieden. Alleen jammer dat ze zo bezitterig zijn.' Ik knik. Ik ken het verschijnsel. Ik leef ervan. 'En dus koop je alle vrouwen op die je kan krijgen?', merk ik glimlachend op. Hij kijkt wat geïrriteerd. 'Niet alle vrouwen zijn teven. Al denken mijn mannen er soms anders over.' 'Ik weet wat je bedoelt,' antwoord ik naar waarheid. Ik kan het niet helpen aan Vicky te denken. 'Wat ik bij jou koop, dat zijn echte sletten, man. Waar is ze trouwens? Ik wil haar zien.' Ik knip met mijn vingers. Saliva staat meteen op en gaat de kamer uit. Een paar minuten later komt ze terug met de volgelinge aan de leiband achter haar aan. Buiten haar collar draagt ze slechts make-up. Mugabi staat meteen op en begint haar lichaam te inspecteren. Het valt me op dat hij erg enthousiast is. Mogelijk zelfs geil. Dat is een belangrijk pluspunt voor mij. 'Haar haren zijn te kort, man.' Dat had ik wel verwacht: het is Mugabi's gewoonte nadelen te vinden om de prijs te beïnvloeden. Meer ervaren handelaars zouden daarmee wachten tot er een basisbedrag genoemd is. 'Ik scheer al mijn slavinnen om hen van hun vorige persoonlijkheid te scheiden,' merk ik op. 'Als ik dat niet zou doen zou je klagen dat ze minder toegeeflijk zijn.'
27
'De vorigen hadden langer haar.' 'Een paar centimeter langer, misschien. Maar je hebt gelijk: haar haar is korter dan dat van de anderen. Ik garandeer je echter dat dat zal bijgroeien.' Mugabi mompelt iets. 'Ik bied zeven honderd,' zegt hij. Inwendig glimlach ik. Zevenhonderdduizend euro. blijkbaar heeft hij nog steeds geen idee dat ik de vorige slavin veel duurder had verkocht dan ik eigenlijk verwachtte. 'Zeven honderd?', zeg ik neutraal. 'Sorry, maar zo kunnen we geen zaken doen. Ik heb je vorige keer al korting gegeven om je geen gezicht te laten verliezen tegenover je mannen. Maar het werk dat ik doe, de toewijding die ik erin steek en de risico's die ik neem...daarvoor is minder dan een miljoen eigenlijk een belediging.' 'Het is pure winst voor je, man,' antwoordt Mugabi gladjes. 'Bovendien...' gaat hij verder terwijl hij de slavin in haar borst knijpt,'...je gaat me toch niet vertellen dat je het vervelend vindt?' 'Altijd maar oewerken, man,' geef ik terug, Mugabi's zangerige accent lenend. Nu hij niet in bijzijn is van een legertje gorillas kan hij er best mee lachen. 'Ik waardeer het werk dat je erin steekt, man. Maar waar moet ik dat geld vandaan halen? Ik heb een gezin te onderhouden. En mijn vrouw...ze is er niet echt enthousiast over.' 'Hmm...ik gok dat zij liever heeft dat je je tot diamanten beperkt. Dat is toch de reden dat je extra mannen aanneemt, nietwaar?' De flits van twijfel is onmiskenbaar: hij had ongetwijfeld liever gehad dat ik dat niet wist. 'Misschien,' antwoordt hij ontwijkend. 'Ik vraag toch ook niet waar jouw “spullen” vandaan komen.' Ik moet alweer aan Vicky denken. Snel verdring ik het beeld. Dit gaat om veel geld. 'Je mag ook in die leuke steentjes betalen,' bied ik aan. 'Zeven vijftig,' geeft Mugabi bot terug. Blijkbaar beseft hij ook dat bij een financiële crisis diamanten een beter betalingsmiddel zijn dan geld. 'En dat is mijn laatste bod.' Bij een ander zou ik de opmerking serieus genomen hebben. Maar Mugabi's toon zegt iets anders. Nu hij de koopwaar in handen heeft wordt het hem moeilijk om nee te zeggen. 'Dat is jammer,' geef ik terug. 'Negen honderd zou ik nog wel overwogen hebben...maar voor zeven vijftig? Nee. Sorry, kerel. No hard feelings, maar voor die prijs zoek ik wel een andere kandidaat.' Ik loop naar hem toe en neem de slavin bij de hand. Die heeft het duidelijk erg moeilijk bij de bedragen. Dat gebeurt ook altijd: het besef verkocht te worden. Hoewel ze bijna allemaal hebben toegekeken hoe hun voorgangster verkocht werd gaan ze er alsnog vanuit dat het bij hen anders zou zijn. Het is niet zo. De veiling bevestigt wat ik hen meermaals ingepeperd heb: dat ze me slechts zoveel waard zijn als ik voor hen kan krijgen. Mugabi heeft het er duidelijk moeilijk mee. Best mogelijk dat hij haar al aan iemand belooft heeft. Of dat hij inderdaad geil is. 'Valt er geen regeling te treffen?' monkelt hij. 'Man...we zijn vrienden, ja? Je zou toch niet willen dat onze vriendschap stuk gaat omwille van een teef?' Ik doe alsof ik nadenk. In zekere zin doe ik dat ook: ik herken de toon in zijn stem als oprecht. En Mugabi mag dan niet de slimste handelaar van de Orde zijn, hij weet donders goed dat ik geen anoniem telefoontje naar de verkeerde mensen wil. 'Er valt wel iets te regelen, ja. Misschien...' Ik reik even in mijn broekzak. Op de tast schakel ik de vibrator op de hoogste stand en de oortelefoontjes uit. Dan vis ik een papiertje uit mijn zak.
28
'Ik zoek iets,' zeg ik op samenzweerderige toon. 'Iets waarvan ik weet dat jij het kan leveren. En snel.' Ik overhandig hem het papiertje. Hij leest het vluchtig door. En doet een voor mijn getraind oog mislukte poging om er onbewogen bij te blijven. 'Dat is alles?' is zijn commentaar. 'Ja,' antwoord ik kortaf. Hij knikt al lezend. 'Damn, man. Ik wist wel je gestoord was, maar...damn.' Ik laat hem maar in de waan. 'Dank je. Vanavond?' Hij kijkt verstoord op. 'Man! Dacht je dat ik dat op voorraad had?' Ik bekijk hem eens. 'Eerlijk gezegd? Ja...eigenlijk wel.' Zijn gezichtsuitdrukking verraadt dat ik beet heb. '...voor achthonderd,' voeg ik eraan toe. Mugabi begint tegenwerpingen te maken, maar ik onderbreek hem meteen. 'Dat is mijn laatste bod, Mugabi. Deze deal vanavond – je mag je koopwaar dan meteen meenemen – of negenhonderd zonder die extra gunst. Te nemen of te laten.' Het blijft even stil. Het is geen spannende stilte. Ik lees het antwoord al van zijn gezicht: hij wil akkoord gaan zonder gezichtsverlies. 'Akkoord...als die bitch van jou me eerst eens goed verwent.' Ik glimlach openlijk en steek mijn hand uit. 'Deal. saliva...heb je het gehoord? Zolang Mugabi op het terrein is, doe je alles wat hij vraagt. En met de glimlach.' Zestien In de vroege namiddag zwaai ik Mugabi uit. Ergens ben ik blij dat ik van hem af ben. Zijn enthousiasme maakt hem aangenaam gezelschap, maar hij is te onvoorzichtig met andermans spullen. Gelukkig heeft saliva niets blijvends opgelopen. 'So this blind man walks into a fish market, right?' grinnik ik luidop terwijl ik de wandkast openmaak. 'And he takes a good, deep breath and says: “Hmm...Good morning, ladies!”.' Mijn initiate reageert nauwelijks op het grapje. Haar oogjes staan lodderig. Ik ken die blik: pure gelukzaligheid. Niet abnormaal, gezien ze net iets minder dan drie uur aan een stuk gesimuleerd geweest is. Ongetwijfeld heeft ze eerst geprobeerd weerstand te bieden, probeerde ze stoïcijns te blijven onder die indringende vibrator. Dat eerste orgasme zal waarschijnlijk als verraad van haar eigen lichaam gevoeld hebben. Ze heeft er zichzelf ongetwijfeld voor vervloekt. Ik schat dat die zelfhaat tot pakweg het zesde of zevende orgasme geduurd zal hebben. Van dan af was ze verloren. Een menselijke geest is niet gebouwd om zoveel seksueel genot te doorstaan. Haar roes is eigenlijk een soort mentale verdediging. Het maakt haar loom en gemakkelijk hanteerbaar. Terwijl ik haar boeien losmaak en haar uit de folie bevrijd is ze als was in mijn handen. De vibrator laat ik zo lang mogelijk zitten. Hij zoemt nog steeds, al staat hij sinds een kwartier op de laagste stand. Waarschijnlijk heeft ze het niet eens gemerkt. Ik leg haar bezwete lichaam op de grond en neem de vibrator zelf beet. 'En? Was het lekker?' vraag ik retorisch. Haar glanzende ogen geven meer dan voldoende antwoord. Ik haal het ding uit haar kut en kijk er belangstellend naar. Het zwarte leer glimt van haar sappen. 'Blijkbaar wel,' geef ik mezelf antwoord. Ik laat er afkeuring in doorschemeren. Met een vieze blik veeg ik de vibrator af over haar buik. Tegelijk breng ik mijn wijs- en middelvinger bij haar naar binnen. Mijn geoefende vingers vinden meteen het stukje metaal van haar clitpiercing. Ze is nog erg gevoelig. Mooi... 'Vind je dit lekker?' Ik krijg een geile kreun als antwoord. Ze kronkelt ook heerlijk. Ze is het punt al lang voorbij dat ze rationeel over dingen kan denken. Haar instincten en emoties hebben het
29
van haar overgenomen. Al dat ze wil is geneukt worden. Hard en ruw, aan haar bewegingen te voelen. Dat plezier gun ik haar niet. Integendeel: naarmate haar bewegingen wilder worden ga ik zachter bewegen. Het levert me wat gefrustreerd gehijg op maar daar trek ik me niets van aan. Als haar handen naar haar kruis beginnen gaan haal ik het instrument waarmee ik haar folie heb weggeknipt weer uit mijn broekzak. Het is een kniptang. Ze huivert als het koude metaal haar blote huid raakt. Er verschijnt zelfs wat kippenvel. 'Speel met jezelf,' zeg ik rustig. Ze gehoorzaamt aarzelend. Haar ogen wijken niet af van de scharen waarmee ik cirkeltjes over haar buik teken. Tegelijkertijd blijf ik met mijn linkerhand haar doos zachtjes strelen. Pas als ze met volle overgave haar clit aan het strelen is neem ik opnieuw het woord: 'Ik heb een voorstel voor jou. Een keuze zelfs. Is dat niet lief? De eerste keuze is die waarbij je niet klaarkomt,' – op dit punt houdt ze haar handen plots doodstil. – 'Je houdt op met masturberen en laat me begaan als ik dit leuke dingetje gebruik...om die idiote piercings bij je weg te knippen.' Korte tikken op haar doos en het staafje op haar rechterborst duiden aan wat ik precies bedoel. Ik wacht even en laat haar verdergaan met strelen. 'De andere keuze is dat je dat wel mag. Meer zelfs: dan mag je de rest van de middag hier liggen rotzooien. Het enige dat ik daarvoor van je vraag...' op dit punt reik ik voorover en plaats de scharen van de kniptang aan weerszijden van haar linkertepel. '...is dit kleine stukje van jouw lichaam.' Ik voel haar kut samentrekken van angst. Dat geeft niet: ik stoot gewoon wat harder met mijn vingers. Het heeft echter geen zin haar te proberen over te halen dat ze met zichzelf gaat spelen. 'Denk erover na,' fluister ik samenzweerderig. 'Is je borst dan zo belangrijk? Het doet niet meer pijn dan toen je die tepelpiercing liet zetten. Het is zo voorbij.' Ze kijkt me niet meer aan. Haar blik is nu op het oneindige gericht. Ik voel dat ze nog steeds ontzettend geil is, maar dat haar ratio het aan het winnen is. 'Wie weet doe ik het niet eens,' doe ik er nog een schepje bovenop. 'Wie weet is het maar een mindfuck. Misschien durf ik je niet eens blijvend te beschadigen? Maar tegen die tijd heb jij wel lekker met jezelf gespeeld. Toch?' Terwijl ik praat is ze langzaam beginnen mompelen. Pas als ik haar beveel harder te praten hoor ik wat ze zegt: “nee”. Ze herhaalt dat woord telkens opnieuw, als een mantra. Alsof ze zichzelf moet herwinnen. Ik glimlach. Niet zozeer om het antwoord zelf. Maar omdat het een mentale strijd was die ze niet zo gemakkelijk kon winnen als ze zou willen. 'Wacht maar...' grijns ik haar toe. 'Er komt een dag dat dat je je eigen pink er nog voor zou afbijten.' Ze rilt. En met goede reden. Ik heb eens met Vicky en een paar andere handelaars een weddenschap afgesloten. Een weddenschap die ervoor gezorgd heeft dat saliva nog maar vier vingers aan haar linkerhand heeft. Zeventien Verder wordt er niet tegengestribbeld. Een kniptang is niet het beste instrument om piercings mee te verwijderen maar het heeft evengoed zijn charme. Mijn initiate beseft goed genoeg dat met de kracht die ik op haar piercings zet, de kleinste uitglijder van mijn kant minstens een litteken in haar huid zal nalaten. Het verwijderen van haar ijzerwinkel duurt ongeveer een kwartier. Dan klik ik de leiband aan haar collar en maak ik aanstalten te vertrekken. Ik hoef haar er gelukkig niet aan te
30
herinneren op handen en knieën mee te komen. Terwijl we door de gangen lopen vraag ik of ze honger heeft. ‘Ja, meester,’ klinkt het van de grond. ‘Mooi…als we met het volgende klaar zijn krijg je eten.’ Terwijl ik dat zeg leid ik haar binnen in de “operatiekamer”. Die naam is erg toepasselijk: hij staat vol met spullen die niet zouden misstaan in een ziekenhuis: een gynaecologenbank, een tandartsstoel, een verstelbaar bed met allerlei handvatten, spots aan lange, verstelbare balken die van het plafond omlaag hangen, metalen rolwagentjes met allerlei medische marteltuigen en een kast met meer medische boeken dan ik ooit ga lezen. De kamer heeft zelfs een eigen luchtzuiveringssysteem zodat het hier altijd klinisch neutraal ruikt. Ik laat mijn initiate op haar buik op het bed plaatsnemen. Zonder een woord te zeggen loop ik er omheen en gesp ik de bruinlederen riemen – oorspronkelijk bedoeld voor psychiatrische patiënten – aan haar polsen, buik en enkels vast. Ook wikkel ik haar leiband om een lus aan het hoofdeind. Ze ondergaat alles rustig. ‘Volgens mij weet je al wat er gaat gebeuren,’ merk ik op terwijl ik een spot op haar rechterschouder richt. Eerst zegt ze niets. Haar antwoord komt pas als ik haar tatoeage begin schoon te wrijven met ontsmettingsmiddel: ‘L…laat het geen litteken na?’ Ze klinkt benepen. Niet zozeer bang als wel ongemakkelijk. ‘Nee hoor,’ antwoord ik rustig. Ik spreid mijn linkerwijs- en middelvinger in een mislukt Spock-gebaar en houd haar de zijkant van die middelvinger voor. Er is niets op te zien. ‘Na afloop ziet de huid gewoon een beetje wit. Na een dag of twee, drie zie je er niets meer van.’ Ze ontspant. Gelukkig. Onwillekeurig glimp ik naar de linkerzijkant van die middelvinger. Ook na negen maanden is de plek waar die tatoeage zat nog zichtbaar. Misschien geneest die wel nooit. Een apparaat om tatoeages te verwijderen lijkt ironisch genoeg erg veel op het ding dat ze plaatst. Het heeft dezelfde vorm van een oversized pen en er is eveneens die slang waarlangs grote hoeveelheden elektriciteit aangevoerd wordt. Het enige echte verschil is dat de naald en inkthouder vervangen zijn door een wit buisje met regelaar, zodat de laserstraal juist gefocust kan worden. Ik strijk met mijn hand over haar rug. Ze is erg nerveus. Ik spreek haar kalmerend toe. ‘Dit gaat heel erg pijn doen. Maar het is van groot belang dat je stil blijft liggen. Anders durf ik niet garanderen dat het geen littekens nalaat.’ ‘D…doe maar,’ antwoordt ze benepen. Mijn gezicht vertrekt. Mijn vermoedens worden bevestigd zodra dat ik de laser op haar loslaat: ze denkt dat we gelijkwaardig zijn. ‘Auw, dat is mijn bil, stommeling!’ Ik zeg niets. Ik tel in gedachten rustig tot vijf. Dan bestraal ik haar andere bil. Mijn initiate begint opnieuw te schelden, maar slikt halverwege de tirade haar woorden in. ‘…dit is omdat ik u niet correct heb aangesproken, nietwaar?’ verbetert ze zichzelf. Aan haar toon te horen beseft ze donders goed dat ze er gloeiend bij is. Als antwoord schakel ik de laser weer aan en trek ik een streep van haar onderrug tot haar kont. Ze gilt meteen dat het haar spijt. Ik houd stil. ‘Dus het spijt je?’ ‘Ja, Meester.’
31
‘Dat je me stommeling noemde?’ ‘Ja, Meester.’ ‘En dat je dacht gelijkwaardig te zijn?’ ‘Ja, meester.’ Hoorde ik daar nu een fractie van een seconde aarzeling? ‘Hoe weet ik dat het je spijt?’ Hier weifelt ze. ‘Het…spijt me gewoon, Meester.’ Ze weet duidelijk niet hoe ze het zou moeten bewijzen. Ik duw het buisje van de laser zachtjes haar kontgaatje in. Ze is meteen zo gespannen als een kat. ‘Ah…daarmee besef je wel wie de baas is?’ grijns ik. Ik geniet van de seconden waarin ze niet antwoordt. Haar gedachten razen door haar hoofd, koortsachtig op zoek naar het antwoord dat me tevreden zou stellen. Ik voel een zeker soort respect: alle andere vrouwen zouden doods- en doodsbang zijn. Zij niet. Zelfs op dit moment kan ze paniek onderdrukken. Ze weet goed genoeg dat ik bij het verkeerde antwoord niet zal aarzelen haar kont te verschroeien. ‘Ik…besef…heel goed…dat U de baas bent, Meester.’ Ze kiest haar woorden erg zorgvuldig. ‘En je gaat het niet vergeten?’ ‘N…nee, Meester.’ ‘Ik geloof je niet,’ zeg ik naar waarheid. ‘Maar volgens mij ga je dit niet vergeten.’ Op datzelfde moment schakel ik de laser aan. “Haar hysterische aanval duurt bijna drie minuten” zal ik later in mijn verslag noteren. Alsook dat ze “desondanks haar lippen zo stijf op elkaar houdt dat haar tanden er zowat van breken.” Na die aanval is ze weer handelbaar. Natuurlijk huilt ze. En natuurlijk heeft ze extra behoefte aan steun en aanvaarding. Ik geef haar die…maar geef haar duidelijk te verstaan dat ze mijn gezag niet in vraag mag stellen. Ook niet in gedachten. ‘Je bent hier in mijn huis, in mijn handen en je draagt mijn collar,' berisp ik haar. 'Daarvoor eis ik respect. En of jij het nu leuk vindt of niet: ik zal het krijgen ook.’ Ik krijg niets dan instemming en bedankjes. Zelfs als ik er uiteindelijk toe kom die scheve weegschaal op haar rug te verwijderen herhaalt ze “dank u” als mantra. Misschien dat ze alsnog een goede slavin wordt… Achttien Ergens tijdens het laseren is saliva binnengekomen. De brave meid houdt zich rustig op de achtergrond tot ik tijd voor haar heb. Daaraan alleen al weet ik dat alles klaar staat voor het volgende gedeelte. Ik maak mijn initiate los van het bed en neem haar wederom aan de leiband mee. saliva loopt naast me. Ze draagt vandaag een bordeaux korset dat haar wespentaille benadrukt en een zwarte rok die weliswaar niet erg kort is maar waarbij een lange split af en toe glimpen van haar fraaie benen laat zien. ‘Heb je het eten klaargezet, lieverd?’ vraag ik terloops. ‘Is voor gezorgd, schat,’ geeft ze terug. Ik gluur vanuit mijn ooghoek naar de achter ons aan hobbelende initiate. Die heeft niets gemerkt. Misschien zit ze nog teveel met dat tatoeage-incident in haar hoofd om op te vangen wat er zonet gezegd is. ‘Mooi,’ antwoord ik. ‘Ga jij maar vast. Wij komen dadelijk.’ Vrijwel meteen trek ik mijn initiate mee naar de zitkamer. Daar ligt, op een laag tafeltje en omringd door zeteltjes, een hoopje latex kleding. Ik voel haar opkrullen zodra ze de
32
dingen in het oog krijgt. Het kost me veel moeite haar aan haar leiband tot bij het tafeltje te krijgen. ‘Ik zei je toch…zodra we met het volgende klaar zijn gaan we eten,’ zeg ik met een sadistische grijns. Ze blijft slechts met grote ogen naar het tafeltje staren. Dat is een totaal andere reactie dan die van alle andere vrouwen die ik met dit zwart latex geconfronteerd heb. Dat heeft ongetwijfeld te maken met de lichte zwavelgeur die de kleding afgeeft: zij weet wat het betekent. Ik geef haar de boots aan. Het zijn stilettohakken met een hals die de benen tot ver boven de knieën bedekken. Elke tien centimeter zijn er riempjes die strak getrokken kunnen worden. ‘Aantrekken,’ zeg ik terloops. ‘Ze zijn precies op jouw maat afgemeten.’ Ze neemt de dingen beduusd aan maar maakt geen aanstalten om er iets mee te doen. Ik zeg niets. De les met de laserpen ligt nog te vers in haar geheugen. Dit is geen uitdagen. Ze is echt bang. Na lang aarzelen maakt ze de veters los en houdt ze haar rechtervoet bij het boveneind van de bijpassende laars. Dan ruikt ze aan het schoeisel en houdt ze weer in. ‘Alsjeblieft,’ fluistert ze schor. ‘Zeg me alsjeblieft dat dit een mindfuck is.’ ‘Dit is geen mindfuck,’ geef ik terug. Ik blijf haar effen aankijken. ‘M…mastroïdezuur?’ Ik knik. Ze heeft de geur herkend. En ze weet waarvoor handelaars het gebruiken. ‘Ik…ik durf niet, Meester,’ jammert ze. Ik glimlach. Ik schat dat geen enkele van haar voorgangsters die dingen had durven aantrekken als ze wisten wat het was. ‘Ik weet dat het moeilijk is,’ zeg ik zalvend. ‘Net daarom vraag ik het van je. Wat zou je overgave waard zijn als ik enkel gemakkelijke dingen met je zou doen?’ ‘Dit…dit is permanent.' ‘De verwijdering van Vicky’s tatoeage ook. Waar ben je bang voor?’ Ze zegt niets. Hoeft ook niet: ik weet het zo ook al. Dit tast haar zelfbeeld aan. Die piercings zijn vervangbaar. Zelfs die tatoeage kan opnieuw gezet worden. Dit niet. Als ze doet wat ik haar zeg zal ze er de rest van haar leven aan herinnerd worden. En dat betekent dat ook dat beeld van zichzelf als Vicky nog in haar geest rondwaart. Ik neem haar leiband wat steviger vast. ‘Totnogtoe doe je het prima,' zeg ik. 'En volgens mij weet je ook de beloning die je krijgt als je die kleren aandoet.’ Haar ogen richten zich even op mij voordat ze weer naar de laarzen staart. ‘Volgelinge?’ ‘Eten,’ berisp ik haar. Maar met een zekere glimlach. Ik ben inderdaad van plan haar volgende collar te geven als ze deze opdracht tot een goed einde brengt. Maar ik hoef haar daarom nog geen gelijk te geven. Haar ademhaling wordt zwaarder. Ze houdt haar ogen gesloten. Ze probeert zichzelf te overtuigen. Ik vraag me af met welke gedachte. In elk geval een effectieve. Bijna in één beweging laat ze haar rechterbeen in de laars glijden. Allemaal met slechts één dof kreetje dat waarschijnlijk meer van verrassing dan van pijn is. Ik weet uit ervaring dat het een zacht tintelend gevoel geeft. Alsof het lichaamsdeel gaat slapen. Ongetwijfeld ervaart zij het als veel erger dan het is omdat ze weet dat dit niet “gewoon” jeukpoeder is. Ik reik voorover en gesp de bandjes aan. Intussen werkt zij de andere laars aan haar benen. Haar hele lichaam trilt alsof ze het koud heeft. Haar gezicht is citroenzuur. Toch is ze over het kantelmoment heen. De lange handschoenen (die tot aan haar oksels reiken) trekt ze vrijwel in één ruk aan. op het tafeltje liggen nog een hood en een slipje. Dat slipje is een zeldzaamheid, en dat beseft ze. Ze twijfelt er iets over te zeggen, maar doet dat uiteindelijk niet. Gelukkig. Ook dat trekt ze zonder verdere poespas aan.
33
Zodra ze het aan heeft neem ik haar kruis stevig beet. ‘En…hoe voelt het?’ grijns ik in haar gezicht. Het staaltje machogedrag heeft het juiste effect. Ik voel een siddering door haar lichaam gaan en haar wangen kleuren. ‘Het…kriebelt, Meester,’ fluistert ze ten antwoord. ‘Ik weet er alles van.’ Zonder mijn greep te verzachten strijk ik met mijn duim over haar met latex bedekte schaamlippen. Haar ademhaling verloopt hortend…bijna hijgend. Ik moet toegeven dat het me opwindt. ‘Gaat het?’ vraag ik haar. Haar gezicht geeft antwoord. Die seksuele overkill van daarstraks heeft haar gevoelig achtergelaten. En die kriebelende sensatie van mastroïdezuur wordt wel vaker erotisch ervaren. Ik hoef nauwelijks moeite te doen; een licht pulserende beweging op haar doos volstaat. Ze sluit al snel haar ogen om er des te meer van te kunnen genieten. ‘Je bent van mij,’ fluister ik haar toe. ‘Je bent wie en wat ik wil, draagt wat ik wil en reageert zoals ik dat wil. Begrepen?’ Haar ‘ja’ is een geile kreun. ‘Ik hou niet van ongeschoren benen,’ ga ik verder. ‘Zelfs niet van kleine haartjes op je armen. En ook mijn kutjes heb ik het liefst kaal en glad. Daarom draag je die outfit. Niet zozeer omdat het sexy is maar om ervoor te zorgen dat jij altijd aan mijn voorkeur zal voldoen. Altijd.’ Aan haar opgewonden ademhaling te horen is dat ook precies wat ze wil. Negentien saliva en ik eten samen heerlijke stoofkarbonade met frietjes. Mijn initiate zit aan mijn voeten een kommetje koude pasta naar binnen te werken. Mijn rechtervoet rust op haar kruis. Ze houdt zich rustig. Af en toe hou ik een drinkbus met water onder tafel waar ze dan gulzig van gaat drinken. Alles is rustig. Ik denk aan mijn initiate. Die blijkt helemaal niet gewend te zijn aan hoge hakken. Ik vraag me af hoe ik dat het best kan benutten. Ook doet het me aan Vicky denken. Die droeg soms best uitdagende kledij, maar ik kan me niet herinneren haar ooit op stiletto's gezien te hebben. Na het eten laat ik haar naar het toilet gaan en maak ik haar voorzichtig schoon met een nat washandje. Tegelijk kijk ik na of er niet teveel plooien in haar kledij zitten. Normaal gezien is dat geen probleem – het zuur is erop gemaakt alleen haarzakjes te vernietigen, en zelfs dat alleen na langdurige blootstelling. Pas over een dikke twaalf uur – het is nu drie uur ’s middags – is het zuur zo ingevreten dat ze zich nooit meer hoeft te scheren. Zij blijft er allemaal erg rustig bij. Pas als ik de hood van het tafeltje ophaal wordt ze weer wat nerveuzer. Ook die ruikt naar mastroïde. Ze wijkt terug als ik aanstalten maak die haar op te zetten. Ik maak er geen opmerking over: ik zie zo al dat ze zichzelf haar angst ervoor kwalijk neemt. ‘Mag ik…mag ik u vragen of die hood…helemaal ingesmeerd is, Meester?’ vraagt ze aan mijn tenen. ‘Dat mag je,’ geef ik terug. Ik hou van dit soort indirecte vragen: het laat toe om slavinnen-in-spe hun positie goed in te peperen. ‘Ik bedoel...Is…is die hood helemaal…met mastroïdezuur ingesmeerd, meester?’ ‘Voor jou een vraag, voor mij een weet,’ antwoord ik neutraal. Inwendig gaan er een paar alarmbelletjes af. Haar stemtoon zit niet helemaal zuiver. Als ik opnieuw aanstalten maak om haar het ding over haar hoofd te trekken duikt ze weer weg. ‘Je wil echt niet, hé?’ merk ik op. Ze kleurt er rood van.
34
‘Het spijt me, meester,’ antwoordt ze jammerend. Het idee om de rest van haar leven met een kale kop rond te lopen jaagt haar duidelijk de stuipen op het lijf. Ik leg de hood even aan de kant. ‘Ik zal het je wat gemakkelijker maken. Doe je handen achter je rug.’ Het kost me een paar minuten om ergens handboeien op te duikelen maar als ik terugkom staat ze me braaf op te wachten met haar handen achter zich. Ze laat gewillig toe dat ik haar boei. Dat is een van de vreemde truïsmen van slavernij: op gegeven moment zijn ze zo ver dat ze je onvoorwaardelijk vertrouwen, ook al weten ze dat je hen iets gaat aandoen dat ze absoluut niet willen. Ik klik de leiband los van haar collar en maak ze aan de handboeien vast. Dan wikkel ik er een lus mee om haar nek en trek ik de ketting wat aan. Daardoor worden haar handen in een moeilijke houding nabij haar schouders gedwongen. ‘Ziezo,’ mompel ik tevreden terwijl ik de leiband aan haar handboeien vastknoop. ‘Een lekker oncomfortabele houding voor jou. Niet te strak?’ Een fractie van een seconde kijkt ze me giftig aan. Geen wonder: doordat de riem om haar nek gedraaid is moet ze haar polsen pijnlijk hoog op haar rug houden om goed te kunnen ademen. Als ze haar handen zou ontspannen zou ze zichzelf wurgen. Ik wenk haar me te volgen. De hood neem ik mee. Korte tijd later staan we in mijn slaapkamer. Ik hou van comfort. Er staat een kingsize hemelbed in het midden van de kamer, een royaal vloertapijt op de vloer en middeleeuws uitziende schilderijen over slavernij aan de muur. In één hoek heb ik een stukje kerker laten metselen. Daar zijn de muren niet in het scharlakenrood, maar in ruwe arduinstenen. Ook het vloertapijt houdt daar op en is door grauwe tegels en spinrag vervangen. Ik dwing mijn initiate in die hoek op de knieën en haal een riem uit de kast. Daarmee bind ik haar linkervoet tegen haar achterste. Ze piept een beetje van de pijn – de vloer is niet bepaald zachte ondergrond – maar veel tegenstand biedt ze niet. Met dat soort armbondage zou ze er alleen zichzelf maar mee martelen. ‘Ik ga je een aantal vragen stellen,’ zeg ik terwijl ik op mijn bed ga zitten. ‘Als je de goede antwoorden geeft mag je vannacht naast me in dit bed slapen. Misschien neuk ik je zelfs. Maar bij de verkeerde antwoorden, tegenwerking of wat dan ook…zie je die ijzeren ring boven je hoofd?’ – daarbij wijs ik op de roestige ring die op ongeveer een meter hoogte in de muur geslagen is. ‘Welnu…dan maak ik je daaraan vast en mag jij de hele nacht in die houding doorbrengen. Goed begrepen?’ ‘Ja Meester.’ ‘Goed…de eerste vraag: geloof je werkelijk dat ik het aandurf om je een nacht op die stenen vloer te laten doorbrengen? Denk goed na voordat je antwoord geeft. Het antwoord (ja ,Meester) is me geen verrassing. Ze kent me immers. Het gaat me erom haar te laten beseffen dat ze een keuze heeft. Ik hou haar de hood voor. ‘Deze hood ga ik je aandoen. Hoe je het draait of keert, hoe hard je ook tegenspartelt. Je zal hem dragen, en wel net zo lang als de rest van je outfit. Ik ga dat nu, dadelijk doen. Ik vraag je nu: ga je weerstand bieden?’ Het blijft een paar seconden stil. Dan geeft ze het goede antwoord (nee, Meester). Ze blijft er zelfs trouw aan: hoewel ze haar adem inhoudt terwijl ik het latex masker over haar hoofd trek en de touwtjes zodanig strak trek dat de contouren van haar gezicht doorheen de zwarte stof tevoorschijn komen, biedt ze geen weerstand. Ik houd een paar minuten pauze. Dat heeft ze nodig. Eerst lijkt het erop dat ze in een hartverscheurend huilen gaat uitbarsten. Dan begint het haar te dagen dat het
35
hoofdhuid-gedeelte van het ding niet behandeld is. Het is me enkel te doen om de donshaartjes bij haar kin en wangen. De dreiging dat het haar de rest van haar leven kaal zou maken was gewoon een leuke bijkomstigheid. Nu blijkt dat het een mindfuck was valt er een zware last van haar schouders. Ze lacht zelfs een beetje. ‘Volgende vraag: toen ik Vicky ontvoerde was haar doos al geschoren. Dat is niets voor haar. Waarom deed ze dat?’ Haar latexen glimlach verdwijnt even snel als dat hij verscheen. Ze vindt het niet prettig om aan Vicky herinnerd te worden. Toch krijg ik vrij snel antwoord: ‘Ze…had dat gedaan om…omdat…ze dacht dat u…wel wilde controleren of ik het meende.’ Het komt er zo hakkelend uit dat ik het nauwelijks kan volgen. ‘Vicky had zich dus speciaal geschoren naar aanleiding van dat “voorstel” dat ze me maakte?’ ‘Ja, meester.’ Ik ben onder de indruk. Ik geloofde toen geen seconde dat ze haar aanbod meende. ‘Is dat ook de reden dat je zo snel haar geheim nummer van haar bankkaart opgaf?’ ‘Ja, meester.’ Ik denk koortsachtig na. Dit haakt allemaal terug naar dat vergeving en die moord op James. Is het wijs om daarnaar te vragen? 'Hoe lang heeft Vicky met dit idee rondgelopen voordat ze bij me kwam?' Ik krijg geen antwoord. Door de hood kan ze niets zien, maar ik gok dat ze nu ook zonder die blinddoek haar ogen dicht zou houden van het nadenken. 'Ik...weet het niet, meester,' bekent ze tenslotte. 'Het...het heeft een hele tijd gespeeld. Soms wat meer, dan weer wat...' 'Ik vroeg hoe LANG al, stomme doos!' snauw ik. 'Meer dan een jaar!' Mijn mond valt letterlijk open van verbazing. Het is maar goed dat ze me niet kan zien. Meer dan een jaar? Maar...maar...? Bijna onwillekeurig sta ik op van mijn bed en ga ik wat ijsberen. Ik moet mijn kalmte terugwinnen. In haar hoekje heeft mijn initiate het ook zwaar. Ze wilde dit duidelijk niet vertellen. 'Het speelde dus al lang voordat James...euh...een ongeluk had?' merk ik op. Ik voel me raar. Ergens tussen verwarring, verbazing en woede in. Waarom heeft ze dat nooit eerder gezegd? Mijn initiate knikt en zegt verder niets. Ze laat haar kopje hangen. Ik hurk naast haar neer en neem haar bij de kin. 'Wat is er met James gebeurd,' sis ik in haar gezicht. Ik ben kwader dan ik dacht. Misschien zelfs woedend. Hoe waagt die teef het...? Ze schudt haar hoofd. Ik geef haar een mep en herhaal de vraag. En mep nog eens. Zo hard dat ze tegen de muur valt. Ik grijp haar bij haar strot en snauw dat het haar laatste kans is te zeggen wat er gebeurd is. 'En zonder iets achter te houden, jij achterbakse STOEPHOER!' Ze weigert iets te zeggen. Ze is bang. Die teef is bang. Grommend sta ik op en haal een balgag met drie gespen uit de kast. Terwijl ik bezig ben dat ding om haar gezicht heen te wurmen beseft ze wat ik aan het doen ben. Ze probeert het met smeken. Ze murmelt iets over dat ze alles zal vertellen, maar dat wordt gesmoord doordat ik de gag in haar mond vastsnoer. 'Te laat,' grom ik bits. 'Probeer het morgen nog maar eens.' Ik trek de gespen om haar kaken en voorhoofd stevig genoeg aan dat ze niets kan loswerken. Eenmaal dat in orde is neem ik een extra koord uit de kast en bind ik de ijzeren ring, haar hoofd, de bovengesp van haar balgag en haar collar op een zodanige manier aan elkaar dat ze haar hoofd niet meer kan laten hangen.
36
Ik voel me veel beter als ik daarmee klaar ben. 'Ziezo,' merk ik op. 'Jij kiest ervoor niet te antwoorden? Mij goed...dan spendeer je de komende vijftien uur maar in deze houding. En zorg dat ik je niet hoor als ik wil slapen. Als je denkt dat je het nu erg hebt...bedenk je dan maar eens hoe leuk het wordt als je klemmen van een halve kilo aan je tepels hebt hangen.' Twintig Sport is één van mijn uitlaatkleppen. Na een half uurtje een boksbal met afbeelding van saliva erop in elkaar gekickbokst te hebben voel ik me weer helemaal voldaan. Mijn gedachten zijn weer helder. Dus het is niet louter schuldgevoel dat Vicky hierheen gedreven heeft? No big deal. Het neemt niet weg dat dat stukje verleden haar nog steeds parten speelt en verwerkt moet worden voordat ze haar nieuwe identiteit echt kan omhelzen. Hoe ik het ook bekijk, aan mijn plan hoeft niets verandert te worden. Mooi... saliva zit nederig op haar knietjes te wachten tot ik klaar ben en me gedoucht heb. Voor haar op de grond ligt een blad papier dat ze zorgvuldig doorneemt. Er staat een dialoogje op. Een dialoog die we dadelijk samen gaan opvoeren. 'Het plan gaat gewoon door,' zeg ik als ik klaar ben met douchen. Mijn enige kledingstuk is de handdoek om mijn schouders. Ondanks het neutrale 'ja Meester' weet ik best dat ze een hekel aan het plan heeft. Dat is een van de reden waarom ik van haar hou: ze is zo in haar element als slavin dat alleen al het idee van daarvan af te stappen haar met afschuw vult. Ik zie het als mijn taak om haar ook regelmatig wat afschuwelijke dingen aan te doen...al was het maar om te benadrukken wie de baas is. 'Leg je handen vlak op de grond,' zeg ik rustig. Ze gehoorzaamt gewillig. Haar gezicht vertrekt even als ik er met mijn blote voeten bovenop ga staan, maar ze beheerst zich. Ik hoef haar niet te zeggen wat ik wil. Het is niet de eerste keer dat ik in deze positie gepijpt wil worden. Drie uur en een avondeten later kom ik fluitend de slaapkamer in en rommel ik wat op mijn nachtkastje. 'Liefje...waar ben je?' klinkt het van buiten. 'Hie-ier,' roep ik vrolijk terug. 'Ik moet even controleren of die andere slet nog op haar plaats zit.' 'Altijd maar werken, altijd maar werken,' verzucht saliva terwijl ze de kamer binnenkomt. 'Soms denk ik wel dat je meer van je werk dan van mij houdt.' 'Hoe kom je op het idee? Je weet toch hoeveel ik van je houd?' 'Dat weet ik ook, liefje. Maar soms heeft een vrouw het gewoon nodig om het te horen.' 'Nou...goed dan. Ik hou van jou. Nu tevreden?' 'Dat kan beter,' antwoordt saliva op verleidelijke toon terwijl ze me sensueel omhelst. 'Waarom...toon je niet even hoe graag je me ziet?' Al deze tijd houd ik mijn initiate scherp in de gaten. Aan haar lichaamstaal is duidelijk te zien dat ze dit stukje toneel voor zoete koek slikt. Ze gelooft echt dat saliva en ik gelijkwaardig zijn. En het zint haar absoluut niet. saliva is erg goed het verleidingsspel. Die vele uren als opbelhoer is niet alleen op financieel vlak de moeite waard geweest. Het kost me geen moeite om geilheid voor te wenden. Al snel heb ik haar spread-eagled op het bed vastgebonden en penetreer ik haar tot ze met opzettelijk luide genotskreetjes vier of vijf orgasmes bereikt. Waarschijnlijk zijn de meeste gefaket, maar dat maakt me niet uit. Ik hou mijn initiate in het oog. Het is duidelijk dat saliva's genot haar harder aankomt dan zweepslagen. Dat vermoedde ik al. Helaas. Dit maakt de zaken nog ingewikkelder dan ze al waren...
37
Eenentwintig Ook deze nacht slaap ik slecht. Ik slaag er niet in om een goede houding te vinden of mijn geest tot rust te brengen. Ik probeer mogelijkheden en keuzes tegen elkaar af te wegen maar mijn gedachten glippen weg zodra ik me erop probeer te verdiepen. Er zijn nog dingen die ik te weten moet komen. Er zijn nog grenzen te verkennen en stukjes Vicky die ik moet vernietigen. Maar zelfs als dat allemaal achter de rug zou zijn blijf ik met de vraag zitten: wat wil ik? Het is een moeilijk dilemma. In het schemerduister van de kamer kan ik nog net het silhouet van een gehurkte figuur waarnemen. Af en toe verschuift ze een beetje of uit ze een gesmoorde kreun. Na een half uur woelen kan ik tenminste één conclusie maken: haar benoeming tot volgelinge. Alles bij elkaar lijkt een verderzetting van de training nog het beste. Althans voorlopig. Wat ik op lange termijn ga doen weet ik nog niet, maar op korte termijn is er in elk geval geen twijfel. Misschien volgt de rest vanzelf wel... 's Morgens ben ik een wrak. Het liefst zou ik een snipperdag nemen. Het kan niet. Ik dwing mezelf op te staan, wat rekoefeningen te doen en onder de douche te kruipen. Ik voel me een beetje beter als ik daarmee klaar ben. Zeker nadat saliva me sterk gesuikerde koffie gebracht heeft. In kamerjas gekleed en met de koffie in de hand wend ik me tot de latexfiguur in de hoek van de kamer. Door die hood lijkt ze op een pop die achteloos in een hoek gesmeten is. Een vastgebonden hoopje mens dat ondanks een ongemakkelijke houding toch in slaap gevallen is. Ze schiet meteen wakker als ik wat hete koffie over haar bovenbeen giet. 'Opstaan, slet,' mopper ik als ze begint te ontwaken. 'Hebben we lekker geslapen?' Gekronkel en gekreun als antwoord. Jammer. Ik geef haar wat meer koffie. Ze gilt van pijn. 'Ik heb je gezegd dat ik antwoord op vragen verwacht' geef ik scherp terug. Ze knikt en wauwelt iets door haar gag dat waarschijnlijk 'ja, Meester' moet voorstellen. Ik mompel iets goedkeurends en begin haar boeien los te maken. Permanente ontharing is een lastig werkje. Het zuur doodt de haarcellen maar trekt deze niet uit het lichaam. Die dode haren fatsoenlijk weghalen is een precisiewerkje. Het komt erop aan haar latex omhulsel zorgvuldig van haar huid te pellen. Het plakt weliswaar niet zo hard als ducttape en is ook minder pijnlijk, maar je moet het wel in de juiste richting weghalen. Zoals eigenlijk alle vrouwen zijn haar lichaamsharen zo dun en licht dat ze vrijwel onzichtbaar zijn. Na een tiental minuten krijg ik hoofdpijn van de sterke zwaveldampen. Ik dring het naar de achtergrond. Mijn taak is te belangrijk voor dit soort afleidingen. Haar slipje bewaar ik tot het laatste. Hier heb ik ook het minst ervaring mee. Niet veel klanten willen dat gedeelte permanent onthaard hebben. Sommigen vinden het zelfs geil om het zelf te scheren. In totaal duurt het ongeveer twintig minuten voor ik haar op deze manier heb uitgekleed. Op haar collar na, uiteraard. Ik trek haar aan haar tepel mee naar de douche. Ze is ernstig verzwakt door de martelingen en de onthouding van slaap en eten. Ik zou haar zo in twee kunnen breken. Ik bespuit haar grondig met ijskoud water. Dan schrob ik haar ruw schoon; eerst met een schuurborstel met lange stok, dan met een ijzersponsje voor het detailwerk. Haar tanden klapperen van de kou als ik over haar huid schuur. Als ik haar na afloop tegen me aan druk verwelkomt ze mijn lichaam. Ongetwijfeld voor de warmte. Toch weet ik dat ook dit
38
het Stockholm-syndroom in de hand werkt. Alsof het opofferen van een droge kamerjas een rechtvaardiging is voor wat ze doorstaat. Even later ligt ze met gespreide armen en benen op de natte vloer en ben ik met een pincet bezig de laatste haren te verwijderen. Al snel zijn haar wenkbrauwen en wimpers de enige haren die ze nog heeft (of je moest dat beetje schuurpapier op haar hoofd 'haar' noemen). Ik spreek haar toe terwijl ik haar stramme spieren masseer. Ik zeg haar dat het een mooie dag is. Dat haar lichaam mooi is. Dat het helemaal naar mijn wens is. Dat ze van mij is. En ook dat ze haar volgende collar verdiend heeft. Dat laatste trekt haar aandacht. 'Je hebt hem sneller verdiend dan je voorgangers,' merk ik op. 'Maar denk maar niet dat je een voorkeursbehandeling krijgt. Integendeel: je nieuwe collar is meer waard, en dus heb je ook meer te verliezen. Begrijp je dat?' 'Ja, Meester.' Ik leg mijn hand op haar schouder en druk met mijn duim in het zachte puntje. 'Je krijgt deze collar omdat jouw lichaam mij nu toebehoort. Ik wil echter niet alleen je lichaam, maar ook je geest. Ik wil jou compleet onderworpen zien. Ik wil dat je doet wat ik vraag, ongeacht wat ik vraag. Begrepen?' Onder dit betoog ben ik steeds harder gaan drukken. Daardoor is haar bevestiging zowat een kreun van pijn. 'Mooi,' antwoord ik. Ik laat haar schouder los. Ik meen het ook: voor zover ik kan nagaan meent ze helemaal wat ze zegt. Ik ben benieuwd hoe lang het gaat duren voordat ze er ook naar kan handelen. Tweeëntwintig Het overhandigen van een collar is een ritueel op zich. Ik laat haar knielen, maak de voorgaande collar los en toon haar de volgende. Het is een zilverkleurige ketting met een stevige metalen O aan de voorkant. Het is belangrijk dat deze er mooier uitziet dan de vorige. Vandaar dat ik haar ook met collar en al gewassen heb: het leer van haar huidige collar is door het water helemaal verlept. Ik spreek haar toe waar collars voor staan en wat voor aanzien het geeft, zowel naar mij als naar anderen toe. Het is moeilijk om er mijn aandacht bij te houden. Ik heb dit zo vaak gedaan dat het routine is. Dat laten blijken zou echter half de symboliek om zeep helpen. Een slavin-in-spe wordt gevormd naar het beeld dat ze van haar Meester heeft. De kwaliteit van mijn slavinnen hebben dan ook alles te maken met het enthousiasme en de passie die ik in de training leg. Na de overhandiging van haar collar neem ik haar mee voor ontbijt. Ik eet aan de keukentafel. Mijn volgelinge en saliva zitten naast elkaar op de grond. Ik bind hun handen achter de rug, hun collars met een ketting aan elkaar en verbied hen te praten. Hoewel het ook voor saliva vrij nieuw is om zo te eten, lukt het hen vrij goed om elkaar met gebaren aanwijzingen te geven wie wanneer mag eten. Na het eten neem ik hen aan hun collars mee naar de gymzaal. Voor de training van vandaag zijn turnmatten wel handig. Het rijzweepje dat ik van de muur pluk eveneens. 'Vandaag gaan we op houding werken, sletje,' zeg ik tegen mijn volgelinge terwijl ik hun beider polsen losmaak. 'Het gedrag van een slavin weerspiegelt het karakter van haar Meester. Ze is dus meer dan zomaar een ding dat toevallig eigendom is van iemand: ze representeert hem ook. Als een Meester fier, scherp en viriel is zal dit ook afstralen op
39
Zijn slavin. Wat we doen is vergelijkbaar met beeldhouwers. Alleen kappen wij geen steen weg maar slechte karaktereigenschappen. Kijk naar saliva...haar houding: recht. Haar ogen: aandachtig. Haar lichaam: uitnodigend. Ik noemde ze net al...welke eigenschappen van haar Meester representeert ze hier?' Mijn volgelinge schrikt op. Nog voor ze één woord gezegd heeft weet ik al dat het haar ontgaan is. Met moeite kan ze “viriel” nog bedenken. Ik voel een steek in mijn hart: de sterke vrouw die Vicky was is helemaal verdwenen. 'Raak je tenen aan,' mopper ik. 'Met je kont naar me toe.' Ze gehoorzaamt meteen. Dat heeft ze dus wel geleerd. De klap op haar kont is zo luid dat het door de ruimte galmt. Ik wacht expres een paar seconden voordat ik haar op haar fouten wijs. Ze is onnadenkend! Ze heeft geen discipline! Ze heeft geen kracht! Maar die zal ze krijgen! Ik zal haar her...op...voe...den! Ze hoeft alleen haar...best...te...doen! '...en niets minder dan dat,' besluit ik na de laatste klap. Haar kont is bezaaid met bleke strepen. Ze heeft tranen op mijn turnmatten gemorst. De training duurt nog twee uur. Twee uur waarbij ik haar houding controleer, etiquette uitleg of houdingen laat demonstreren door saliva. Ik test op onverwachte momenten haar geheugen, alertheid en reflexen. Het valt me op dat naarmate de sessie langer duurt ze minder fouten maakt. Dat is vrijwel de tegenovergestelde tendens van haar voorgangsters, maar ook niet helemaal onverwacht. Na die twee uur geef ik saliva de leiding en ga ik op een stoel schijnbaar ongeïnteresseerd de krant zitten lezen. Het is een zodanig klassieke mindfuck dat ik niet verwacht dat het effect heeft. Daar is het me ook niet om te doen. Ik ben op zoek naar iets. 'Verdorie!' roep ik plots luidop uit. Het is maar gedeeltelijk gespeeld. Ik lees nog even verder, en leg dan met bedrukt gezicht de krant weg. 'Hou maar op, saliva,' mopper ik tegen mijn lesgeefster. 'Ga maar wat anders doen. Het huishouden of zo.' saliva glipt meteen de kamer uit en ik blijf met een onzeker kijkende volgelinge achter. Intussen heb ik mijn gsm bovengehaald en ik dwaal even nietszeggend door wat menuutjes. Dan kijk ik op. 'Jij. Op je knieën en pijpen. Je houdt niet op voordat ik het zeg en je houdt voor niets op behalve als ik dat zeg. Begrepen?' Nog voordat ik volledig uitgesproken ben zit ze al geknield voor mijn stoel en frunnikt ze aan mijn broeksriem. Ze kan mijn plotse omslag in stemming niet plaatsen maar is blij er niet over te hoeven inzitten. Prima. Al snel heeft ze mijn penis zodanig goed verzorgd dat ik een goede erectie heb. Dan neem ik mijn gsm erbij. 'Hallo? Is dit huize Panakinadis? Dit is Cerberos...geef Hades eens door.' Drieëntwintig Hades is Vicky's vader. Hij is ook de leider van De Orde – voor zover er al een leider is. Daarbuiten is hij ook een van de weinige mensen op deze wereld waarvoor ik een diepgaand respect heb. Het valt me niet mee hem op dit moment op te bellen, maar dit is een confrontatie die vroeg of laat toch gaat gebeuren. Dan lijkt het me beter als het op mijn initiatief is. Zonder iets van emotie te laten blijken leg ik de gsm op tafel neer. Het valt me op dat mijn volgelinge plots erg gespannen is. 'Hallo?'
40
Het is Hades. Zijn stem is neutraal. Dat is hij altijd. 'Dit is Cerberos, mijnheer. Ik las net de krant, en...' 'Kom ter zake,' onderbreekt de telefoon me midden in mijn zin. 'Waarvoor bel je?' 'Hebt u de krant vandaag al gelezen?' 'Nee.' Het blijft stil. Dat is ook waar, denk ik bij mezelf. Hades geeft niets prijs. Een blinde muur is nog spraakzamer. 'Ik... las dat Vicky's huis afgebrand is?' Mijn volgelinge verslikt zich net niet in mijn pik. Ze blijft echter verder werken. 'Ja.' '...en dat er een verbrand lichaam is gevonden?' 'Dat is me verteld. Kom je je condoleances maken?' Er gaat een ijskoude rilling over mijn rug. 'Is...Wil u zeggen dat...?' 'Daar wordt van uitgegaan.' Zijn onpeilbaarheid begint me zenuwachtig te maken. '...maar u gelooft niet dat het Vicky is?' 'Styx is dood, jongen.' De nadruk op Vicky's echte naam ontgaat me niet. 'Hoe bedoelt u dat?' De lijn blijft even stil. Hades is onmogelijk in te schatten. Ik weet niet eens of ik een gevoelige snaar geraakt heb. 'Styx heeft al enige tijd haar naam afgezworen. En je weet hoe belangrijk een naam is.' Ik aarzel. 'Ik heb haar alleen onder haar schuilnaam gekend, mijnheer. Meer heb ik er niet achter gezocht...' 'Ze wilde een ander leven,' antwoordt Hades kort. 'Een waarin ze haar kwaliteiten niet nodig had.' Ik denk na. Vicky was ook onder haar schuilnaam een ongelooflijk strenge Meesteres. De ideale dochter voor iemand als Hades. Is dat wat hij bedoelt met “kwaliteiten”? 'Een...normaal leven?' 'Ja.' Ik werp een snelle blik op mijn volgelinge. Die heeft het moeilijk, maar sabbelt niettemin verder. Een normaal leven...is dat wat ze haar vader wijsgemaakt heeft? Ik keer snel terug naar het onderwerp. 'Maar...kon ze dat niet gewoon? Ze...met respect, maar ze was bepaald geen moederskindje.' Het is een van de eerste keren dat ik Hades hoor lachen. Ik krijg er rillingen van. 'Ik weet niet waarom ze het gedaan heeft, jongen. Maar dat verkoolde lichaam is net zo min van haar als van de paus.' Ik laat even een pauze om na te denken. 'Misschien omdat ze bang was dat u haar zou opsporen?' 'Misschien.' Ik weersta de neiging om er verder op in te gaan. Ik heb nu al meer informatie gekregen dan wat ik zou mogen verwachten. 'Ik...vermoed dat ik u dan maar – officieel – mijn condoleances moet aanbieden?' Opnieuw een lachje door de telefoon. 'Dat mag. Dat mijn dochter – de duivel hale haar – een beter leven mag hebben dan ze nu heeft.' Ik glimp opnieuw naar mijn volgelinge. Ze is niet goed bezig. Al kan ik haar dat niet kwalijk nemen: ik heb andere dingen aan mijn hoofd. 'Doet ze het goed?' klinkt het plots door de telefoon. Ik schrik op. 'Het is onbeleefd om te sexen terwijl je telefoneert, jongen.' Het klinkt spottend. Vanuit zijn mond is het genoeg om mijn bloed te doen bevriezen. 'U hebt me zelf gezegd dat een training voor een Meester evengoed een 24/7 is,' kaats ik terug.
41
Er klinkt wederom een lach doorheen de gsm. 'Je hebt lef, Cerberos. Maar je hebt gelijk. Ik zie je straks.' Mijn mond valt open. 'Excuseer?' 'Je vorige training ging goed. Ik kom straks kijken wat je gevangen hebt.' Ik zwijg even, alsof ik het overweeg. Dat is echter voor de vorm. Met Hades discussieer je niet. Meestal heb je niet eens de kans om het tijdverlies te laten zijn. 'Wanneer kan ik u...?' Dan zwijg ik: hij heeft midden in mijn zin ingehaakt. Een beetje ongelovig berg ik mijn gsm op. Hier had ik niet op gerekend. Dat Vicky niet goed met haar vader overweg kon was geen geheim. Dat hij niet in een ongeluk geloofde had ik correct ingeschat – net daarom zou het een verdachtmaking vermijden. Maar nu alweer overgaan op de orde van de dag? Nu al komen kijken naar mijn volgende aanwinst? 'Wat zit jij vreemd te kijken?' snauw ik hardop tegen mijn volgelinge. 'Is dit hoe je je Meester verwent?' Het kost me meer dan een paar meppen in haar gezicht voordat ze weer enigszins fatsoenlijk pijpt. Tegen die tijd begint zich een strategie in mijn gedachten te vormen... Vierentwintig Dertig minuten na het telefoongesprek sta ik met saliva en mijn volgelinge in de tuin. Hun naakte lichamen bibberen in de koele novemberzon. Ik kijk rustig toe hoe ze erbij staan. saliva zoals altijd met rechte rug, zedig neergeslagen ogen en een afwachtende houding. Mijn volgelinge geeft een redelijke imitatie weg (of 'uitmuntend', vergeleken met haar voorgangsters). Ik toon hen drie metalen knikkers met een doorsnede van een vijftal centimeter. Ben wa balletjes. Ze zien er precies hetzelfde uit. 'Kies er een,' zeg ik terwijl ik hen de dingen voorhoud. Mijn volgelinge neemt er zonder aarzeling een uit mijn handpalm. Saliva aarzelt. Ze is bang. En niet alleen omdat ik haar op voorhand geïnstrueert heb dat niet teveel te verbergen. Ze weet wat dit is. En wat de risico's zijn. Toch neemt ook zij een van de overgebleven zilveren balletjes uit mijn handpalm. Haar huivering ontgaat mijn volgelinge niet. 'Haal het vlees,' zeg ik tegen saliva. Met een knik haast deze zich naar binnen en komt met een bloederige homp paardenbiefstuk terug. Ze legt het voor me op de grond. Ik haal mijn knipmes uit mijn zak en begin en begin er een gleuf in te snijden. 'Dames...Neem jullie balletje in de mond en zuig er maar wat op. En waag het niet om ze door te slikken.' Ik hoef niet eens op te kijken om te weten dat ze beiden gehoorzamen. Inmiddels is de doorsnede in het vlees groot genoeg. Ik prop er het laatst overgebleven balletje in. 'Mooi,' zeg ik terwijl ik overeind kom. 'Neem nu wat afstand van elkaar en dat vlees. Dit gaat rotzooi geven.' Het levert een onwillekeurig piepje op van saliva. Toch raakt ze haar titanium collar aan (wat ze altijd doet als ik iets ergs moeilijk van haar eis) en gehoorzaamt ze. Het schouwspel werkt prima om mijn volgelinge angst aan te jagen. Als ik ook nog eens op een paar knoppen van mijn digitaal horloge druk begint het een en ander tot haar door te dringen. Haar ogen puilen uit en haar ademhaling versnelt. Ik kijk haar strak aan. En ik grijns. Ze weet dat ze die bal niet mag uitspuwen. Toch staat ze op het punt het te doen. Ook al is ze doodsbang voor wat ik haar dan zou aandoen. Dan is het moment voorbij. Haar angst neemt af. Ze is terug die brave slavin-in-spe die braaf doet wat haar Meester wil. Ze houdt het balletje braaf als een grote kauwgombal in
42
haar mond. Ik voel iets van trots vanbinnen. Dan druk ik op nog een knop van mijn horloge. De klap waarmee het stuk vlees explodeert is niet te beschrijven. Het is bijna zoals een ouderwetse horrorfilm: op de plaats van dat vlees ligt nu een zwarte krater waar, in tegenstelling tot die films, geen sliertje rook uit kringelt. Onze oren galmen na. Overal in het rond liggen spetters vlees en bloed. saliva ziet bleek en staat te trillen op haar benen, maar kan de bal nog binnen houden. Ze herstelt zich vrijwel meteen als ik haar een goedkeurende knik geef. Mijn volgelinge is niet zo koelbloedig: die heeft de bal meteen uitgespuwd en is achteruit gedeinsd. Ze huilt. Van angst, wanhoop of de schok. Waarschijnlijk alle drie. Ze valt op haar knieën, en even lijkt het erop dat ze gaat flauwvallen. Gelukkig hervat ze zich. Ik kom voor haar staan. 'Speciale omstandigheden vereisen speciale acties, teef,' grijns ik. Ze brabbelt iets verwards terug. Ze kan niet geloven wat ik net heb gedaan. 'Je spreekt me met “U” aan,' grom ik ontstemd. Voordat ze kan reageren til ik mijn voet op en geef ik haar met de onderkant van mijn voet een zet tegen haar schouder. Ondanks haar geknielde houding valt ze om. 'Straks komt Vicky's vader hierheen,' zeg ik dreigend, boven haar uit torenend. 'Dat betekent dat jij me in een heel lastig parket kan brengen.' 'Ik zweer U, Meester...ik zal niets zeggen.' 'Het woord van een slavin is waardeloos. Maar ik weet iets beter dan je woord.' Ik schop haar benen uit elkaar en plant mijn voetzool op haar kruis. 'saliva', roep ik over mijn schouder. 'Breng me die andere twee balletjes. En de naald en draad die ik heb klaargelegd.' Vijfentwintig Er is een soort moedeloosheid over mijn volgelinge neergedaald. Terwijl ik haar kut dichtnaai kermt en kreunt ze nog wel, maar het registreert niet meer zo goed. Hoewel ik best ruw met haar omspring doet ze vrijwel geen moeite om tegen te stribbelen. Ook al plof ik de naald met ruwe steken in haar tedere vlees en trekik de draad ruwer aan dan nodig. Als ik daarmee klaar ben sleur ik haar tegen de muur. 'Je bent van mij,' prent ik haar in. 'Helemaal. Één druk op een knopje en je bent er geweest...dus denk maar niet dat je geintjes kan uithalen.' Ze ziet er niet uit alsof ze wat dan ook gaat doen. Prima. Door dat telefoontje moest ik mijn plannen uitstellen. Maar uitstel is nog geen afstel. Ik sommeer haar mee te komen. saliva houdt ondertussen het landgoed in de gaten. Hades laat je maar beter niet wachten. Ik trek mijn volgelinge achter me aan de kelder in. Dezelfde vochtige kelder waar ze haar eerste nacht heeft doorgebracht. In het midden van de kamer, op de tafel, ligt nu een hoopje metaal. Ondanks de passieve staat waarin ze verkeert merk ik dat het haar wat zegt. 'Je weet wat dit is,' merk ik op. Ze knikt. Ik geef haar een klap tegen haar achterhoofd. 'Antwoord. En niets achterhouden! Wat is dit?' Ik trek haar verder de kamer in. 'Het is...een vleeshakenset,' mompelt ze zacht en toonloos. '...oorspronkelijk bedoeld om vee aan te vervoeren. Met wat aanpassingen...kan het ook gebruikt worden als...martelinstrument.'
43
'En wat kan je zeggen over deze vleeshakenset?' Ze zegt lange tijd niets. En dat zegt me meer dan woorden. 'Ze...ze is gebruikt?' Ik knik zachtjes. Helemaal juist. Al kan zij dat onmogelijk zien: ik heb het ding afgelopen nacht grondig gereinigd en gesteriliseerd. 'Op wie?' Opnieuw geen antwoord. Ik maak me op voor een lang partijtje zwijgen. Pas na drieënveertig seconden komt het antwoord. Haar stem is gebroken...doorstikt met tranen. 'James.' 'Wat heeft Vicky met James gedaan, volgelinge?' 'U bent naar mijn huis gegaan. U hebt de set gevonden. Dan weet u ook...' 'Wat heeft Vicky met James gedaan, teef?' Geen antwoord. Slechts een triest hoofdschudden. Ik grom binnensmonds. Ik had gehoopt dit te kunnen vermijden. 'Op je buik.' Mijn volgelinge kijkt me aan. Ik grijp haar meteen bij de nek en schop haar benen onder haar vandaan. Ik hou niet van aarzelingen. 'Vicky was een sadistisch kreng,' bries ik terwijl ik de vleeshakenset van de tafel neem. De kettingen rinkelen tegen elkaar. 'Ze genoot ervan om te laten zien wat ze ging doen. Neem nu dit uiteinde...'Hier hou ik haar een van de acht haken van de ketting voor... 'Hield ze dit net voor James's gezicht, hem toefluisterend waar het scherpe gedeelte van deze haak in zijn lichaam zou dringen?' Terwijl ik dit zeg pluk ik met mijn andere hand demonstratief aan haar rechterschouderblad. Mijn volgelinge knikt. Ik laat het haar hardop zeggen. Dan prik ik de haak met een snelle beweging door het stuk huid op haar schouder. Ze hapt naar adem. 'Schepte ze er een duivels genoegen in te laten weten wat ze van plan was? Ging ze op deze wijze met de scherpe punt zacht over zijn rug? Vertelde ze hem dat het doorboren van vlees niets is, vergeleken met de pijn en het bloed dat vrijkomt als die haken er weer uitkomen?' Opnieuw een ingehouden gekerm als de volgende haak in haar andere schouderblad bijt. Ik schakel over op een directe toon: 'Bleef hij ook zo stil liggen?' 'Ja, Meester.' 'Was hij verdoofd?' '...' 'Wel?' 'Hooguit door eerder, Meester.' Ik overweeg het even. Dus ze had hem voorafgaand ook al bewerkt. 'Kon hij nog praten?' 'S...slechts een beetje. Hij...zijn stem was schor. Hij was er niet helemaal bij.' 'En jij?' 'Hoe bedoelt U?' Ik vervloek mezelf. Nu geen fouten maken! 'Vicky. Kon zij nog praten? Had zij nog controle?' 'Nee.' Het komt er verrassend soepel uit. Ze heeft hier al over zitten nadenken. Ik prik de volgende vleeshaak in haar zij. 'Maar je zette toch door?' Ook de vierde haak gaat in haar dijbeen. Ze beweegt nauwelijks. 'Ik besefte het niet. Ik was machtsdronken.'
44
'Besefte je wat je aan het doen was?' 'Ik besefte dat ik een grens over ging. De rest interesseerde me niet.' Ik let extreem op haar stemtoon. Ze is nu in het verleden. In een zodanige mate dat het nauwelijks tot haar doordringt dat er inmiddels zes grote haken aan haar rug en benen hangen. Ik moet haar daar houden. Als ze terug naar het “nu” zou komen heeft ze er waarschijnlijk nog een trauma bij. 'Je wilde meer pijn aandoen...' 'Ja...veel meer. Ik wilde...ik was...' 'Styx.' Ik krijg een sarcastische lach als antwoord. 'Jij hebt Styx nooit gekend. Zelfs niet toen ik jou...' 'Maar je was Styx op die dag?' dring ik aan. De laatste paar haken – die op haar bovenarmen – zijn het moeilijkst. Die zijn weliswaar de kleinste – en dienen nauwelijks voor ondersteuning – maar deze ziet ze. Dat maakt het allemaal een stuk moeilijker in te schatten. 'Ja. Het was heerlijk. Het was verschrikkelijk. Ik...ik weet niet hoe je het doet, Cerberus. Ik weet het echt niet.' Inmiddels heb ik de kettingen aan de katrollen in het plafond gehangen en de verbindingen gecontroleerd. 'Het is een gave,' antwoord ik grimmig. En ik druk op de knop die de takel in beweging zet. Mijn volgelinge wordt door de haken van de vloer getild. Het duurt meer dan een minuut voordat haar gekrijs begint af te nemen. Ze spartelt gek genoeg meer dan haar onfortuinlijke voorgangsters. Tenslotte moet ik haar een klap voor haar kop geven om haar stil te krijgen. 'Wat probeer je te bereiken?' sis ik haar toe. Ze hangt zowat op ooghoogte. 'Zelfmoord?' De siddering betekent dat ik op het goede spoor ben. 'Dat heb JIJ niet in de hand. Ik ben jouw Meester. IK bepaal of jij leeft of sterft. Dus: ophouden met dat belachelijke schouwspel!' Ze houdt zich stil. Ik neem haar bij haar kin en dwing haar me aan te kijken. 'Vicky had de controle verloren. Dat gebeurt alle handelaars vroeg of laat. Het is geen ramp. En het is dit soort drama niet waard. Nee, niet wegkijken. Herhaal wat ik zeg: het is dit drama niet waard.' Er beginnen opnieuw tranen over haar wangen te lopen. Ze krijgt het niet over haar lippen. Ik begin haar in het gezicht te meppen. Na vijf meppen gilt ze om op te houden. Ik mep gewoon door. 'Hij zei dat hij van me hield!' 'Liefde van een slaaf,' sneer ik tussen een paar meppen door. 'Je weet best dat ze dat allemaal doen. Het is dit drama niet waard!' 'Maar ik hield van hem!' Ik sta op het punt haar nog een mep te geven. Ik hou me in. Het klopt: Vicky en James pasten prima bij elkaar. Voor zover een Meesteres en een slaaf bij elkaar kunnen passen, dan. 'Leuke manier om je liefde te betuigen,' sneer ik. Het komt veel harder aan dan welke klap ook. Haar ogen kijken naar me op. Ze glanzen van intens verdriet. Of zelfs met een vlaag krankzinnigheid. 'Van alle mensen, Cerberus, denk ik dat jij het het best zou begrijpen. Ik doodde hem omdat ik het kon. Omdat ik de macht had hem voor eeuwig en altijd aan mij te binden. Zoals...zoals...Zoals U die macht nu over mij hebt.'
45
Ik zie wel vaker omschakelingen tijdens trainingen. Het ene moment schelden ze me de huid vol, het volgende zijn ze trouwe schoothondjes. Toch geloof ik dat ik dit de snelste omschakeling ooit is. Het lijkt wel of ze twee gezichten heeft. 'Die macht heb ik, ja,' repliceer ik. 'Maar ik dood niet uit liefde. En evenmin omdat ik het toevallig kan. Ik weet dat ik je kan doden...ik hoef slechts op je schouders te drukken. Je situatie is fragiel...je huid is niet berekend om zoveel kracht te doorstaan.' Ik plaats mijn handen op haar schouders en druk zachtjes omlaag. 'Voel je dit? Nog een beetje harder – niet eens mijn volle gewicht – en je huid scheurt. En niet zomaar. In verschrikkelijke wonden. Bloed dat eruit gutst...' 'hou op...'
'...en een lichaam dat spastisch krijsend over de vloer rolt.' 'Hou op!' Ik blijf haar strak aankijken. 'Hoe heb je James vermoord?' Ik zie het in haar ogen: schaakmat. Eindelijk. Ik heb eindelijk iets waarmee ik haar kan dwingen alles te vertellen. 'Een dolk in zijn hart.' 'Een dolk? Ik had meer van je verwacht, Styx.' Een fractie van een seconde toont Styx haar gezicht. Het is mijn volgelinge die haar hoofd laat zakken. 'Het was voldoende,' fluistert ze. 'Het g...gaat om wat S...styx erbij voelde. Z...ze voelde...ze voelde...Meester?' 'Ik ben hier,' zeg ik op warme toon. 'Wat voelde Styx?' 'Die voelde zich...tevreden. Voldaan. Alsof ze het volste recht had dat te doen.' Dat had ze ook, denk ik bij mezelf. Maar dit is niet het moment om dat hardop te zeggen. 'E...en ik werd bang. Ik...ik weet wat je denkt. Dat...Vicky...zoveel mannen en vrouwen gruwelijke dingen heeft aangedaan. M...maar dat waren geen m...mensen waarvan ik hield.' 'Je was bang dat je alles zou verwoesten maken waar je van hield.' Mijn volgelinge knikt. De kettingen waaraan ze opgehangen is rinkelen zachtjes tegen elkaar. 'D...dat niet alleen. Er is ook...er is ook...Meester?' 'Stil maar,' sus ik haar zacht. Ik streel over haar schuurpapieren kopje. Ik troost haar zachtjes, voorzichtig om de pinnen niet dieper haar huid in te laten dringen. Meer uitleg heb ik niet nodig. Ik weet al wat dat andere is. Hoe kan ik het ook vergeten? Het heeft me een halve nacht uit mijn slaap gehouden. “Meer dan een jaar...”Vicky heeft die roeping van slavin al meer dan een jaar. En dat is langer dan dat ik haar ken... Zesentwintig Ik zit languit op de bank. Mijn volgelinge ligt bewusteloos over me heen, half opgerold op mijn lichaam. Ze is door de pijn en uitputtingen flauwgevallen. Haar gezicht – zelfs haar hele lichaam – is kalm. Waarschijnlijk is ze dat ook als ze nu zou ontwaken. Ze heeft alles opgebiecht dat ze kwijt wilde. Ik denk dat ze dicht tegen totale overgave aan zit. Die mindfuck met explosieve balletjes is waarschijnlijk een loze maatregel. Het is niet eens onmogelijk dat ze weet dat die dingen geprogrammeerd zijn om niet op lichaamstemperatuur te ontploffen. Ze kreunt zachtjes als ik de wonden op haar rug dep met in ontsmettingsmiddel gedrenkte watten. 'Goed geslapen?'
46
Als antwoord krijg ik wat spinnende geluiden en een zwijmelend glimlachje. Ik grinnik, maar niet van ganser harte. De recente ontwikkelingen zijn me ernstig. Ik neem haar bij de kin en duw een fles bronwater op haar lippen. 'Denk maar niet dat ik medelijden heb omdat je te teergevoelig bent voor een simpel martelingetje,' zeg ik bot terwijl ze drinkt. 'Jij en ik zijn nog niet klaar met elkaar. Maar eerst moet jouw vader weg zijn.' Haar gezicht vertrekt. Dat zint me niet. 'Ja, snauw ik. ‘Je vader. Jij mag wel niet meer Vicky zijn, je zal er alsnog rekening mee moeten houden dat hij je kan herkennen. Dus wen er maar aan. En blijf daar niet zo liggen: je dacht toch niet dat ik je zo aan een vooraanstaand handelaar ga laten zien?’ Een kwartier later is mijn volgelinge toonwaardig. Ze draagt een zwartlederen “French maid”-uniformpje met een strak korset en diep uitgesneden decolleté. Verder heeft ze een rode bitgag in die zowel langs haar wangen als langs een omgekeerde 'Y' naar haar voorhoofd vastgehouden wordt. Netkousen en hoge pumps maken het plaatje compleet. De pleisters die ik op haar wonden geplakt heb vallen zelfs niet meer op. Ik ben net bezig te controleren of haar openingen wel goed bereikbaar zijn als saliva me een sms'je stuurt: Hades is in aantocht. 'Net op tijd,' mompel ik hardop. Gelukkig heb ik zelf ook nette kleren aangetrokken: een driedelig pak met netjes gestreken broek is wel nodig als je iemand als Hades ontvangt. Snel sjor ik haar ellebogen achter haar rug bij elkaar – voor zover haar fysiek het toestaat, tenminste – en klik ik duimboeien om haar duimen. Ik ga voor haar staan en spreek haar met doordringende blik toe. 'Geen geintjes, hoor je me? Je weet precies hoe een goede slavin zich hoort te gedragen. En dat ga je laten zien ook.' Met die woorden klik ik de leiband aan haar collar en leid ik haar voor naar de vergaderruimte. Zevenentwintig saliva is nerveus als ik haar tref. Een korte blik op de ranchcamera's vertelt waarom: Hades is niet alleen. Naast hem zit persephone in de auto. Ik tuit mijn lippen. Wat moet ik daarvan denken? Persephone is Hades's persoonlijke slavin. Of rechterhand. Of zelfs gezellin. Dat is een raadsel. Een mysterie dat mede in stand gehouden wordt doordat ze nooit iets zegt. En dat is ook echt nooit. Waar doofstomme mensen nog gebaren- of lichaamstaal gebruiken heeft persephone vrijwel de hele tijd de nietszeggende houding van een sfinx. Desondanks – of misschien juist daardoor – is ze de knapste vrouw op deze aardbol. In de Orde gaan allerlei verhalen over haar herkomst rond. Dat zullen waarschijnlijk altijd geruchten blijven. Zelfs Vicky is niet helemaal zeker of persephone haar moeder is. En nu is ze hier. Hades neemt haar maar zelden mee. Ik weet niet wat ik daarvan moet denken. 'Ga maar vast naar de vergaderruimte,' mompel ik tegen saliva. 'Ik zal hen wel ontvangen.' Enige seconden later sta ik in de deuropening de auto op te wachten. Die komt vlak voor me tot stilstand; persephone stapt snel uit om Hades’s portier te openen. ‘Wees welkom,’ is het eerste dat ik zeg. Het verbaast me altijd hoe groot hij is. Toch is het niet zijn lengte en brede schouders die hem zijn aanzien geven. Zijn kale kop en doordringende blik dragen bij, maar het is zijn kalme maar trefzekere manier van
47
aanpakken dat respect afdwingt. Zelfs zijn manier van uit de auto te stappen heeft iets gracieus. Hij zegt pas iets nadat hij mijn uitgestoken hand krachtig geschud heeft. ‘Su casa es mi casa’ Ik knik stijfjes. Zo begroet hij iedereen. De laatste die er een opmerking over maakte was de volgende dag spoorloos verdwenen. ‘U bent wat aan de vroege kant,’ open ik aarzelend. ‘Mijn nieuwste aanwinst is wel zindelijk, maar…’ Nog terwijl ik aan het praten ben merk ik dat Hades op het punt staat ongeïnteresseerd langs me heen het huis in te lopen. Ik zorg er echter voor hem voor te blijven. ‘…zo u wil laat ik haar graag zien,’ brei ik er soepel aan vast. Terwijl ik hen door het huis begeleidt probeer ik een goede gastheer te zijn. Het is puur voor de vorm; dat Hades geen antwoord geeft op koetjes-en-kalfjes-vragen ben ik gewend. persephone heb ik geleerd te negeren; gezien zij iedereen behalve Hades negeert zou dat anders maar irritatie opleveren. Pas als ik vraag of hij iets wil drinken krijg ik antwoord. ‘Een hondebakje regenwater voor mijn slavin en voor mij een single malt…op smaak gebracht met de tong van die nieuwe aanwinst.’ Zijn timing is prima: we waren net de vergaderruimte binnengekomen, waar zowel saliva als mijn volgelinge zedig op hun knietjes zitten te wachten. Ik schud mijn hoofd. ‘Erg jammer, mijnheer. Ik kan laten bezorgen wat u wil, maar mijn volgelinge is er nog niet aan toe anderen te dienen.’ Hades kijkt niet eens weg van mijn volgelinge. ‘Waarom niet?’ antwoordt hij neutraal. ‘Ze moet het vroeg of laat toch leren.’ ‘Ze is pas sinds deze morgen volgelinge. En gezien hoe kort ik haar in bezit heb is dat al vroeg genoeg. Zal ik saliva vragen uw drankje op smaak te brengen?’ Hij kijkt naar me om. Ons oogcontact houdt een paar ijzige seconden stand. Even vrees ik dat hij het ondenkbare gaat doen – een slavin-in-opleiding van een ander aanspreken. Dan schudt hij zijn hoofd. ‘Laat maar zitten, jongen. Maar toon eens wat je dat poesje wel kan laten doen.’ Achtentwintig De eerste keer dat een slavin-in-opleiding dingen moet doen waar een andere Meester of Meesteres bij is verloopt altijd wat stroef. In dit geval ben ik er blij om. Het lijkt mijn gasten niet op te vallen dat het hun eigen dochter is die zich met mijn gemeenste zweep laat slaan, zich met een mes laat bekrassen en op bevel vijftien punaises in haar arm prikt. Zelfs als ik Hades tenslotte toesta haar door haar kleding heen te bestasten – weliswaar terwijl ikzelf mijn armen om haar nek en hoofd houd – lijkt hij haar niet te herkennen. Al is dat met iemand als Hades moeilijk in te schatten. De smoes dat ik haar doos heb dichtgenaaid om te leren wie haar genot bepaalt hoef ik niet eens te vertellen: hij vraagt er niet eens naar. Na een uur van dergelijke tests heeft het voor mij lang genoeg geduurd. Ik heb mijn volgelinge al veel meer laten doorstaan dan ik normaal doe voor potentiële kopers. En Hades is geen potentiële koper. ‘Ze reageert voorbeeldig,’ erkent hij tenslotte nadat we in de gemakkelijke zetels hebben plaatsgenomen.
48
Ik knik afwezig. Mijn aandacht is bij persephone, die ik uitzonderlijk toestemming gegeven heb voor wat nazorg. Het lijkt me echt iets voor haar om tussen het masseren door een gemene kneep te geven. Dat doet ze echter niet. ‘Ik ben hier ook voor een andere reden,’ voegt Hades eraan toe. Het klinkt wat ongemakkelijk. Alsof hij dit helemaal niet wil opbrengen. ‘Je weet van de onenigheid tussen mij en Styx…”Vicky”?’ Er gaat een rilling over mijn rug. Hopelijk valt dat niet op. ‘Daar zit een hele geschiedenis aan vast, jongen. Je hebt ongetwijfeld gehoord over die belachelijke theorie dat vrouwen niet kunnen domineren. En wat mijn standpunt daarover is.’ Dat wekt mijn volledige aandacht: ik heb geen idee waarom hij daarover begint. Er zijn inderdaad mannelijke handelaars die het idee hebben dat vrouwen voorbestemd zijn tot onderdanigheid en dat het de taak is van de man om over hen te heersen. Doordat een kwart van de Orde uit Meesteressen bestaat wil dit wel eens tot spanningen leiden. Spanningen waar Hades bijzonder weinig geduld mee heeft. ‘Het is iets van ver voor jouw tijd, jongen. Ik weet niet wat je allemaal gehoord hebt, maar wat ze vertellen is allemaal waar: ik heb in het verleden een aantal erg goede handelaars uit de weg moeten ruimen omdat ze het anderen moeilijk maakten hun werk te doen. Maar het idee leeft nog. Begrijp je wat ik wil zeggen, jongen?’ Ik krijg Vicky niet uit mijn gedachten. Daar heeft het op de een of andere manier mee te maken, maar hoe? ‘Meesteressen doen niet onder voor Meesters,’ antwoord ik. ‘En dan? Wat heeft dat met Vicky te maken?’ Ik leg expres nadruk op haar schuilnaam. Hades is niet de enige die er niet van houdt als er rond de pot gedraaid wordt. ‘Die situatie werd pas belangrijk toen Styx werd geboren.’ De subtiele nadruk op die andere naam ontgaat me niet. De ondertoon van woede ook niet. ‘Bepaalde mensen in onze groepering suggereerden dat het beter was als ze een jongen was geweest. Ze hadden ongelijk.’ ‘Klopt het gerucht dat Vicky die handelaars zelf tot slaven gemaakt heeft?’ ‘Je blijft Vicky zeggen, jongen. Styx is haar echte naam. Vicky was gewoon een schuilnaam om geen argwaan te wekken bij overheidsadministraties.’ ‘In “het werkelijke leven”, noemde ze dat.’ Terwijl ik praat geef ik saliva een teken dat ze mijn volgelinge bij me moet brengen. Er tekent een trieste glimlach om Hades’s lippen. ‘”Het werkelijke leven” is opnieuw een benaming, jongen. Een die typisch is voor die recente verandering in haar. Om de een of andere reden is ze gaan geloven dat het leven dat we leiden minder werkelijk zou zijn. De laatste keer dat ik haar zag beweerde ze zelfs dat mensen gelijkwaardig zouden zijn.’ Hij spuwt het woord uit. ‘Er zijn er meer die dat idee hebben,’ antwoord ik terwijl ik mijn volgelinge, die intussen naast saliva aan mijn voeten is komen zitten, over haar kopje kroel. Ze is hypernerveus. ‘Je weet uit eigen ervaring wat een naam betekent, jongen. Het is een aanduiding van identiteit. Verander de naam en je verandert de identiteit.’ ‘…maar daarvoor moet je wel zorgen dat die naam aanvaard wordt,’ onderbreek ik hem geïrriteerd. ‘Wat is uw punt, mijnheer? Dit is allemaal niets nieuws. Ik werk er dagelijks mee. Het verklaart niet waarom het zo belangrijk zou zijn dat…’ Ik hou midden in mijn zin stil. Er is in mijn gedachten iets in elkaar geklikt. ‘Uw dochter moest een stoere Meesteres worden omdat het anders als een bewijs gezien zou worden dat vrouwen niet kunnen domineren.’ Ik kan mezelf wel slaan dat ik dit niet eerder inzag. Vicky had van kinds af aan geen enkele keuze gehad!
49
‘Tweemaal juist, Cerberus. Ik ben de tel al lang geleden kwijtgeraakt van het aantal schoften die dreigden en “aanboden” mijn dochter even te temmen. Daarom alleen al geloof ik niet dat die brand toevallig was.’ ‘Maar u gelooft ook niet dat een van die schoften het gedaan heeft.’ Het is geen vraag. ‘Je hebt ook gelijk dat die nieuwe identiteit aanvaard moet worden,’ gaat hij onverstoord verder. ‘Jij hebt nooit aanvaard dat ik je “jongen” noem, nietwaar?’ ‘Het is ook niet omdat ik u formeel aanspreek dat ik automatisch respect voor u heb,’ antwoord ik automatisch. Opnieuw kruisen onze blikken. ‘Ieder ander zou ik persephone zijn ballen laten afsnijden,’ zegt hij zonder met zijn ogen te knipperen. ‘Maar jij? Ironisch genoeg ben jij het ideale afscheidscadeau van mijn dochter. Dat je op zo’n korte tijd zo’n goede reputatie hebt kunnen opbouwen… verbazingwekkend.’ Het ligt op mijn tong om te zeggen dat Vicky me goed opgeleid heeft. Ik zeg het niet. Mijn ballen zijn me te kostbaar. ‘De naam Cerberus heb ik bedacht,’ gaat hij verder. ‘Maar je hebt inmiddels ruimschoots laten zien dat je meer kan dan alleen bewakertje spelen. Dat weten de andere handelaars ook. Je bent Mugabi’s favoriete handelspartner, wist je dat? Ik hoorde van die deal die je met hem gemaakt had…’ Ik haal mijn schouders op en geef geen commentaar. Hoewel het enorm gevaarlijk terrein is voel ik geen angst. ‘Ik kwam hierheen om te zeggen dat je je naam moet veranderen…Charon.’ Ik knipper met mijn ogen. Via mijn been voel ik dat er een rilling door de rug van mijn volgelinge gaat. ‘…U wil dat ik Styx haar plaats overneem?’ Ik kan mijn verbazing niet verbergen. ‘In bepaald opzicht doe je dat al maanden, Charon. Jij leverde de ene kwaliteitsslavin na de andere, en zelfs een goede slaaf, terwijl zij wat op haar landhuis met haar cadeautje zat te spelen.’ Ik zeg even niets. Dat Vicky – of liever: Styx – mijn cadeautje uiteindelijk vermoord heeft is waarschijnlijk beter om niet te vermelden. ‘Ik zal erover nadenken,’ zeg ik tenslotte. ‘Zijn er nog meer verrassingen die moeten besproken worden?’ Negenentwintig Met een rechtse hoek haal ik vol uit op mijn boksbal. Die slingert al een kwartier vervaarlijk heen en weer. Ik ben helemaal bezweet, maar dat deert me niet. Integendeel; er komt eindelijk weer wat rust in mijn hoofd. De ontmoeting met Hades was riskant. Te riskant. Zijn onpeilbaarheid is een gegeven, maar in deze situatie valt het niet te negeren. Zijn woorden bij het afscheid spoken nog altijd door mijn hoofd: ‘Zeg eens…jij hebt toch ook goede reden om haar te haten. Jij hebt hier toch niets mee te maken?’ Precies die ene vraag waar ik bang voor was. En zo casual gesteld dat het een onvermijdelijke valkuil was. Ik haal uit naar de boksbal. ‘Ik zou haar nooit iets aandoen dat ze niet zou willen.’ Gezien de omstandigheden ongetwijfeld het beste antwoord. Ongetwijfeld. Hades kan een leugen op een kilometer afstand ruiken, en ik weet zeker dat hij meer weet dan hij liet blijken. Toch was het beter als die vraag niet gesteld was. Ik mag al blij zijn dat hij niet dieper inging op dat lijk dat ik van Mugabi gekocht had.
50
Daarbovenop zit ik ook met het idee dat Hades denkt dat Vicky die brand bij haar thuis zelf geënsceneerd heeft om zo spoorloos te kunnen verdwijnen. Onlogisch klinkt het niet. Meer zelfs: ik hoopte min of meer dat hij dat zou denken. Vicky’s gedrag heeft me ook prima in de kaart gespeeld. Maar toch…ik geloof niet dat het zo simpel gaat zijn. Na een laatste roundhouse kick tegen de boksbal richt ik me tot mijn volgelinge. Die zit sinds Hades vertrokken is naakt in een hoekje, haar gezicht van me afgewend. ‘Ziezo…afgelopen met de spelletjes,’ zeg ik nahijgend. ‘Ga ergens een spade zoeken. Ik zie je over een paar minuten voor het huis.’ Een kwartier later loop ik voor haar uit het landgoed op. Inmiddels draag ik zelf opnieuw de met bloed en vleesspetters besprenkelde kleding van deze middag. Ik draag een rugzak; mijn volgelinge een wat groot uitgevallen spade waarmee ze onhandig voort sjokt. Ik trek haar aan de leiband mee. Ze heeft moeite mijn sterke pas bij te houden. Mooi… ‘We zijn er,’ zeg ik op gegeven moment. Mijn volgelinge kijkt wat nieuwsgierig rond – we staan op een gewoon willekeurige open plek aan de rand van het bos – maar zegt niets. Ook als ik haar opdracht geef een gat te graven geeft ze geen commentaar en begint ze meteen te werken. Het gaat goed vooruit. De aarde is niet erg hard en heeft een gemakkelijke ondergrond zonder stenen of boomwortels. Oorspronkelijk was mijn terrein een grote boerderij en deze uithoek een akker waar aardappels geplant werden. Zo schept mijn volgelinge ook af en toe iets op dat op een knol of kleine wortel lijkt. Ik besteed er nauwelijks aandacht aan: ik let vooral op de vrouw die krom voorovergebogen staat te graven. Het zweet plakt haar op het gezicht en al snel zit zowat haar hele lichaam onder het zand. Ze kijkt ook met de minuut grauwer en vermoeider. Vier keer kijkt ze op met smartelijke ogen, duidelijk van plan om tenminste te vragen of ze een pauze mag nemen. Vier keer geef ik haar een ernstige blik dat ze het niet moet wagen erover te beginnen. Ook al zie ik best dat het ernstig is. Ze loopt al lang op haar tandvlees, en dit is een erg zware opdracht. Nauwelijks na haar vierde poging glipt de spade uit haar handen. Ze kijkt er even verslagen naar, en maakt dan traag aanstalten om het op te rapen. Helaas voor haar is dat gemakkelijker gezegd dan gedaan. Ze valt bijna letterlijk om als ze voorover bukt. Ik hoor haar iets half samenhangend prevelen, maar terwijl ze overeind probeert te krabbelen valt ze opnieuw. En niet zomaar: ze is bewusteloos. Ik knik even bewonderend. Er zijn zelfs volleerde slavinnen die niet zouden blijven werken tot ze er letterlijk bij neervallen. Erg jammer… Dan stroop ik mijn mouwen op en ga verder met waar ze gebleven was. Het is bijna donker als ze weer bij haar positieven komt. Ik heb een paar zaklantaarns uit mijn rugzak gehaald en aangestoken. Het is bar koud, wat, gezien mijn volgelinge poedelnaakt en bezweet is, ervoor zorgt dat ze ernstig bibbert. Zelfs in die mate dat ze niet eens meteen doorheeft waar ze is. Als dat tot haar doordringt probeert ze meteen overeind te krabbelen. ‘Blijf rustig liggen,’ zeg ik, zittend vanaf de rand van het graf. Ze reikt naar mijn benen in een gebaar om steun te krijgen. Ik beantwoord het gebaar niet. ‘M…Meester?’ vraagt ze klagerig. Haar handen gaan naar haar nek: ze draagt haar collar niet meer. Die heb ik uitgedaan terwijl ze bewusteloos was. ‘Ik heb een opdracht voor je,’ zeg ik, terwijl ik in mijn rugzak rommel. ‘Hier…’ Door het schemerlicht beseft ze pas wat ik haar in handen druk als ze het vast heeft: een pistool. Een Heckler & Koch USP .45. Haar mond zakt open van verbazing.
51
‘Ik wil dat je die in je mond neemt…en dat je je hersens eruit knalt.’ Haar verbijstering houdt aan. Ze bekijkt het ding van alle kanten, alsof ze niet kan geloven wat het is. Ik wacht rustig af…ik had niet anders verwacht dan dat het even zou duren. ‘W…wat zei U, Meester?’ vraagt ze tenslotte. Haar ogen staan smartelijk. ‘Je hebt me gehoord.’ ‘U…u wil…dat ik…dat ik…?’ ‘Ja.’ Er is een aarzeling. Ze richt het ding even op zichzelf, twijfelt, neemt het kort even in haar mond, haalt het er weer uit, haalt de veiligheidspal los… Ik blijf gewoon toekijken. Langzaam zakt haar totale verbijstering. Dan gaat het plots snel: in een flits van een seconde richt ze het ding de lucht in en haalt ze de trekker over. Een luide knal doorklieft de stilte. Het ongeloof en verbijstering op het gezicht van mijn volgelinge is nu helemaal compleet. ‘U…U…U wil echt dat ik mezelf doodschiet!’ Haar stem is een en al chaos. Ze heeft het nauwelijks gezegd of de tranen schieten in haar ogen. ‘Ja,’ antwoord ik bits. Ik weersta de verleiding om meer te zeggen. Dat komt hoe dan ook wel. ‘Maar…maar…waarom? Ik…ik heb echt niets gezegd. Ik wil echt uw slavin zijn. Echt. Dat zweer ik. Ik doe wat U wil…maar alstublieft…niet dat.’ ‘Dat weet ik allemaal best,’ zeg ik sussend. ‘Dit is wat ik wil.’ ‘Nee,’ huilt ze. ‘Nee. Dat wil U niet. Z…zal ik u nog eens pijpen? Ik weet dat U…’ ‘Hou op met die onzin! Je weet best dat je me niet kan overtuigen.’ ‘Maar…’ ‘saliva is mijn slavin. Niet jij. En je zal het ook nooit worden!’ Die is raak. Haar wanhoop is zo mogelijk nog erger geworden. Ik laat haar rustig hysterisch kijken. Ik kijk gewoon terug…en ik geniet. ‘Dit is niet de positie die je wilde, nietwaar? Dit is niet wat je wilde toen je kwam voorstellen “een andere vrouw te trainen”.’ Haar reactie is traag maar onmiskenbaar: ze richt het pistool op mij. ‘Hallo, Vicky,’ zeg ik sarcastisch. ‘Lange tijd niet meer gezien.’ Dertig Ik weet niet goed wie nu echt naar me opkijkt vanuit die kuil. Vicky en mijn volgelinge lijken te vechten voor de overhand. Het pistool trilt in elk geval in haar handen. ‘Noem me niet zo,’ grauwt ze. ‘Ik ben Vicky niet meer. Ik heb haar afgezworen.’ ‘Je houdt me onder schot.’ ‘Dat is zelfbescherming, sukkel! Wat moet ik met een Meester die niet het beste met me voor heeft?’ Ik snuif. ‘Het beste voorhebben? We zijn handelaars, Vicky. Sinds wanneer maken wij ons druk over onze handelswaar?’ ‘Jij doet het!’ Ik begin te grijnzen. ‘Niet in dit geval, Vicky.’ ‘Ik ben Vicky niet!’ ‘En Styx evenmin. Dus…wie ben je dan wel?’ Onze blikken kruisen elkaar een paar seconden. Ze lijkt op haar vader in dat opzicht. Ik ben me er sterk van bewust dat als ik het verkeerd heb – als ik nu in Styx haar ogen kijk
52
– dit het laatste is dat ik zal zien. Dan slaat ze haar ogen neer. En laat ze het schietijzer zakken. ‘Ik…wil nog altijd Uw trouwe volgelinge zijn, Meester.’ ‘Met reservaties…’ Er trekt een rilling over haar lijf. Het is niet van de kou. ‘Ik heb jou ook nooit gevraagd jezelf te doden.’ ‘Vicky heeft me gedood,’ corrigeer ik haar. ‘Wat JIJ me aangedaan hebt kan niet ongedaan gemaakt worden’. ‘Dus je hebt geen schaamhaar meer…en dan? Je haar is teruggegroeid en die tattoo is ook weg.’ ‘Ik heb het over het idee van ongelijkheid, Vicky. Ironisch genoeg een idee dat jij nu lijkt te verwerpen.’ Het maakt indruk. Blijkbaar was ze al vergeten dat ze dat opgebiecht had. Ik haal haar collar uit mijn zakken. ‘En als alle mensen toch zo gelijkwaardig zijn…dan wil je deze zeker niet terug?’. ‘Het is niet juist wat we doen…’ moppert ze. ‘Juist en fout zijn maar begrippen,’ dreun ik op. ‘Doorgaans opgelegd door diegenen die zich er zelf niet aan houden.’ ‘…erg aardig, Cerberus. Maar vergeet niet dat ik jou dat geleerd heb. Ik heb jou gemaakt tot wie je bent. Zonder mij was je nog altijd een miezerig straatartiestje. En kijk eens waar je nu bent: een kast van een landgoed, gewillige vrouwen en zelfs een carrière… ”Charon”.’ ‘En alles wat ik ervoor moest opgeven was het idee dat alle mensen in de grond gelijk zijn,’ beantwoord ik de sneer. ‘Dat zijn ze ook! Het is niet omdat mijn pappie iets beweert dat het ook juist is!’ Ik zeg niets. Dit soort discussies win je toch niet op argumenten. Ironisch genoeg is ook dat iets dat zij me geleerd heeft. ‘Waarom kwam je met die brief bij mij?’ vraag ik tenslotte. ‘Je hebt blijkbaar een hele fanclub van handelaars die je wel klein zouden krijgen. ’ Ze snuift. ‘Idioten. Allemaal. Ik wil hen niet. Ik wil jou.’ ‘Waarom?’ Er trekt iets ongemakkelijks over haar gezicht. ‘Dat geloof je toch niet.’ Ik zucht. Tijd om een gokje te wagen. ‘Je was in vervoering geraakt door mijn optreden, nietwaar?’ Van verrassing laat ze het pistool zowat vallen. Alleen al dat ze weet dat ik op mijn optredens als straatartiest doel bewijst dat ik juist zit. ‘Hoe…?’ ‘”Meer dan een jaar,”’ imiteer ik spottend haar bekentenis van gisteravond. ‘Ik ben niet achterlijk, Vicky. Het is hooguit tien, elf maanden geleden dat jij me ontvoerde en “inleidde” in dit wereldje.’ Op dit punt toon ik haar de rechterkant van mijn linkermiddelvinger. Hoewel het waarschijnlijk al te donker is om de resten van de eigendomstatoeage te zien knikt ze toch. ‘Ik heb me vaker afgevraagd waarom je me eerst tot slaaf maakte om me vervolgens als handelaar op te leiden. Maar ik had nooit verwacht…je wilde me al van het begin in deze positie hebben, nietwaar?’ Haar ademhaling is zwaarder geworden. Als ze spreekt is dat erg nadrukkelijk. En zit ze weer in haar slavinnenrol. ‘U was altijd al een handelaar, Meester. U wist het alleen nog niet.’ ‘Net was ik nog een “miezerige straatartiest”!’
53
Een fractie van een seconde werpt Vicky een dodelijke blik naar me. Dan slaat ze haar ogen neer. ‘Het spijt me dat ik dat zei, Meester. In werkelijkheid…de eerste keer dat ik U zag…die gratie en finesse waarmee U toeschouwers aanlokte…ik wist gewoon wat U kon bereiken. Ik…ik…’ Ze valt stil. Het pistool, dat ze al een hele tijd loom naast haar lichaam hield, legt ze naast zich in het zand. Ik laat de stilte een paar seconden hangen. ‘Je wilde toen al mijn slavin zijn,’ vul ik voor haar in. Eerst knikt ze, maar schudt dan haar hoofd. ‘Zo simpel was het niet, Meester. Ik was toen nog Styx. Wat ik voor j…U voelde…was verwarrend. Ik kende U niet. Wist niets van U…maar wilde wel Uw slavin zijn. Het was belachelijk. Is…is dat hoe verliefdheid voelt?’ Ik geef geen antwoord. Ik zou niet weten wat ik zou kunnen zeggen. ‘…en U hebt gelijk, Meester. Ik wilde U van in het begin in deze positie hebben. En U vraagt zich natuurlijk af waarom ik je…U…eerst tot…tot …slaaf gemaakt heb.’ Ik knik alleen maar. Mijn vermoedens houd ik voor mezelf. Maar ik merk dat het dit keer mijn eigen ademhaling is die sneller gaat. Van woede. ‘U was geen handelaar, Meester. Het zou te lang duren om alles aan te leren. Als het al zou lukken. En…ik denk niet dat U het zou willen.’ Dat laatste klopt, uiteraard. Toch kan ik er met mijn hoofd niet bij… ‘Dus die hele training als slaaf was nergens voor nodig?’ Mijn stem trilt van ingehouden woede. Ik ben die tijd bepaald niet licht vergeten. ‘Alstublieft…ik weet dat het verschrikkelijk was. Ik…had het er ook moeilijk mee.’ Met dat ze het zegt valt me iets anders in. ‘Vicky,’ zeg ik, meer tegen mezelf dan tegen haar. ‘Vicky is ontstaan om die nieuwe gevoelens een plaats te geven.’ ‘In zeker opzicht,’ antwoordt ze treurig. ‘Ik voelde me met de dag minder de Styx die ik mijn hele leven geweest was. Voorheen was Vicky gewoon een schuilnaam. Iets om geen argwaan te wekken in de buitenwereld. Maar naarmate ik jou trainde voelde ik meer en meer verwantschap met die naam. En ook die hoopte ik snel aan U af te kunnen dragen.’ Ik knik. Geen wonder dat Hades zo haatdragend over zijn dochter praatte: tot vlak voordat ik haar leerde kennen was ze zijn perfecte opvolgster geweest. Ik mag blij zijn dat hij mij dat niet kwalijk nam. ‘Ik begrijp het niet…Waarom wachtte je?’ vraag ik uiteindelijk. ‘Alles bij elkaar ben ik acht maanden handelaar en heb ik tien slavinnen en een slaaf volledig opgeleid. En die kwaliteit is al zeker een half jaar erg goed, al zeg ik het zelf.’ ‘…’ ‘Wel?’ ‘Omdat ik bang was, Meester. Ik…herinner je je nog die initiate die je aanviel en bijna je ogen uitkrabde? Ik wist dat als ik Uw slavin wilde worden, er ook zulke momenten zouden zijn. Ik…wilde eerst zeker weten dat U me aan kon. En dat U geen wraak wilde nemen op wat ik U had aangedaan. Dat was een fout.’ ‘Werkelijk?’ zeg ik sarcastisch. ‘Ik had buiten saliva gerekend,’ gaat ze nietsvermoedend verder. ‘Het was niet eerlijk: ik kende jou…U al veel langer. Ik had niet verwacht dat die suffe doos doodleuk mijn plaats kwam innemen.’ Ik wacht even af. Ik had niet eens aan saliva gedacht. ‘saliva had geen keus,’ zeg ik dan. ‘Wat haar betreft was ze gewoon slachtoffer van het Stockholm-syndroom. Ik ben diegene geweest die verliefd op haar werd.’ ‘Dat geloof ik niet! Je dacht toch niet dat ik die mindfuck dat jullie gelijkwaardig zouden zijn ook maar een moment geloofde?’ Ik hoor aan haar stem dat ze dat wel degelijk deed. Maar dat zeg ik niet.
54
‘Ik wilde al veel langer Uw slavin zijn!’ gaat ze mokkend verder. ‘En dat wist U: anders zou U die mindfuck nooit hebben uitgehaald.’ ‘Het is pas door die mindfuck te proberen dat ik zelfs maar wist dat je jaloers op haar was,’ verdedig ik me. ‘Hoe moest ik dat op voorhand weten?’ ‘Alle andere mannelijke handelaars maken toespelingen,’ bitst Vicky. ‘maar uitgerekend jij niet! Heb je er enig idee van hoe vernederend het was om die brief te schrijven? En dan nog een “nee” te horen te krijgen ook?’ ‘Ik doe geen verzoeknummertjes.’ ‘En IK bied mezelf niet zomaar aan, Cerberus. Was het bedrag niet hoog genoeg? Heb ik je niet meteen mijn geheime bankkaartnummer gegeven? Ik wil me volledig aan U overgeven, Meester. Volledig. Waarom weigert U? Is het omwille van die teef? Mijn overgave is veel meer waard dan die van haar!’ ‘Hou maar op,’ zeg ik kalm. ‘Of ben je bang van mijn vader?’ raast ze verder. ‘Is dat het? Ben je bang dat mijn moeder je teelballen afsnijdt? Dat zullen ze niet doen. Niet als ze weten dat ik hier zelf voor gekozen heb. Je…’ Net op dat punt raak ik haar voluit op het gezicht. Mijn handpalm doet er pijn van. ‘Je vroeg me om vergeving,’ sis ik haar in het gezicht. ‘Dat was niet omwille van James. Niet alleen omwille van hem.’ Ze kijkt glazig. Weet ze zelf wel wat ze net allemaal gezegd heeft? ‘Zijn dood was een ongeluk, Meester,’ fluistert ze. ‘Maar daardoor kwam dat gevoel…dat idee Uw eigendom te zijn…des te harder terug.’ ‘Omdat slaven net zo onschuldig zijn als pasgeboren baby’s,’ antwoord ik. ‘Dat is wat je miste. Dat is wat je niet kan krijgen.’ ‘U bent wel begonnen met de training…’ ‘En dat was een fout van mijn kant! Sinds ik daarmee begonnen ben slaap ik slecht. Nachtmerries van toen jij mijn Meesteres nog was. En ik denk dat ik nu weet hoe dat komt: ik kan je daar niet voor vergeven.’ haar gezicht krijgt iets smartelijks. ‘I…ik verwacht niet dat U me kan vergeven voor de anderen die ik gruwelijke dingen heb aangedaan, Meester.’ ‘Ik heb het niet over anderen, Vicky. Ik kan je niet vergeven om wat je mij hebt aangedaan. Ik dacht eerst dat ik wraak wilde…dat wilde ik niet. En ik heb getwijfeld om je als slavin te houden – vandaar dat ik ook je doos heb onthaard – maar ook dat wil ik niet.’ ‘…en dus wil U me maar dood?’ ‘saliva aarzelde niet eens om haar eigen pink af te bijten. En jij beweert dat jouw overgave meer waard is? Vooruit…neem dat pistool terug op.’ Ze doet wat aarzelend wat haar gezegd is. ‘Is…is er enige kans dat U nog van gedachten verandert, Meester?’ fluistert ze. Ze staat op het punt te gaan huilen. Of misschien is het juister te zeggen dat ze het huilen voorbij is. ‘Wat denk je zelf?’ geef ik scherp terug. ‘…Als ik het doe…vergeeft U me dan?’ Ik zeg even niets terug. Ik kan niet ontkennen dat de spanning die ik in haar teweeg breng me opbrengt. ‘Ja,’ zeg ik dan met tegenzin. Het pistool gaat omhoog. ‘Misschien.’ Voeg ik eraan toe. Haar ogen richten zich plots op mij. Doordat ik rechtstreeks terug kijk kan ik niet zien waarheen het pistool gericht is.
55
Epiloog Op een onbenoemde plaats staat een groot landhuis, omgeven door gras- en weiland. In de verte tekenen zich silhouetten van een paar bomen zich af. Het is nacht. Alles is donker, op de ingang van het huis na, waar een zeker lichtje flakkert en danst. Naarmate je dichter bij het huis komt vallen meer details op. Zo lijkt het lichtje vanuit de verte een soort lantaarn of zelfs straatverlichting. Pas bij het naderen valt op dat het lichtje een soort vuur is, ingebed is in een soort ‘Y’-figuur. Pas op slechts een tiental meter afstand is te zien dat het een brandende kaars is, en dat de ‘Y’-figuur een naakte vrouw is, ondersteboven opgehangen aan een paar dwarsbalken. Haar benen zijn gedwongen gespreid; vanuit haar kut reikt de kaars omhoog. Haar armen zijn niet te zien omdat deze achter haar rug samengebonden zijn. Haar gezicht is volledig duister. Ze draagt een zwartlederen hood. De vrouw beweegt zo min mogelijk, om te vermijden dat smeltend kaarsvet haar edele delen raakt. Door de kou kan ze echter nauwelijks verhinderen dat ze bibbert. Ze is onrustig. Diegene die haar zo heeft opgebonden had er minder plezier in dan normaal. Hij had zijn hoofd bij andere zaken, en dat frustreert haar. Ze houdt zoveel van hem dat zijn problemen haar persoonlijk raken. Toch weet ze dat ze hem moet vertrouwen. Ze heeft het er moeilijk mee. Hij is net vertrokken met die andere vrouw. Zijn laatste aanraking aan haar gaf haar op de een of andere manier het akelige gevoel dat hij mogelijk niet meer terug zou komen. Enige tijd later – in die positie is het moeilijk om een tijd in te schatten – klinkt er een schot in de verte. Het vervult haar met angst. Wat is er aan de hand? Maar door haar bondage is ze hulpeloos. Net zoals hij voor haar had bedoeld. Het schot wordt niet zo heel veel later gevolgd door een tweede. Paniek welt in haar op. Ze onderdrukt het. Hij zou niet willen dat ze in paniek raakt. Nog een tijd later hoort ze voetstappen. Normaal zou ze nu schaamte voelen. Nu is ze alleen maar bezorgd. ‘Meester?’ vraagt ze luidop aan de omgeving die ze niet kan zien. De stappen komen dichterbij. Een hand strijkt langs haar lichaam. ‘Stil maar,’ zegt hij zacht. ‘Ik ben er.’ Er is iets aan zijn stem waar ze de vinger niet op kan leggen. Iets…melancholisch? ‘Meester…gaat het?’ ‘Ja, slet,’ klinkt het antwoord afwezig. ‘Ik denk dat je dat wel kan zeggen…alles is goed. Ik heb afgehandeld wat ik moest afhandelen…’
©Wever, mei 2011
56