Vervoer en verlaten terrein bij BSO-activiteiten en uitstapjes, protocol 1.
Inleiding
2.
Uitgangspunten
3.
Toestemming van de ouders/verzorg(st)ers
4.
Richtlijnen vervoer van school naar de BSO 4.1 Lopen 4.2 Fietsen 4.3 Met de SKPC- bus (of privéauto) 4.4 Overige vervoersmiddelen
5.
Richtlijnen verlaten terrein 5.1 Spelen in de buurt/buiten het hek 5.2 uitstapjes naar een andere (BSO-)locatie 5.3 Geplande uitstapjes/dagactiviteiten 5.4 Zwemmen met kinderen
SKPC/Vervoer en verlaten terrein BSO, protocol
31 juli 2013 Blad 1
1.
Inleiding Buitenschoolse opvang bij de SKPC, beperkt zich niet uitsluitend tot de opvang in het gebouw en de speelplaats van de BSO-locatie. Soms is het peelterrein niet direct verbonden aan de opvanglocatie. In het pedagogisch beleidsplan en in de werkwijze BSO staat beschreven dat we kinderen op de BSO letterlijk de ruimte willen bieden om hun zelfstandigheid te ontwikkelen. De omgeving, de buurt maakt daarom een wezenlijk onderdeel uit van de buitenschoolse opvang. We willen tegemoet komen aan de behoefte van ouder wordende kinderen om zelfstandig de buurt te verkennen. Door het geven van vrijheid bevorderen we de zelfstandigheid van de kinderen. In deze visie is het vanzelfsprekend dat kinderen zich ook buiten het hek van het eigen speelterrein begeven en bijvoorbeeld ook uitstapjes maken. Dagelijks begeven de kinderen zich buiten het terrein van de BSO als zij zich van school naar de BSO begeven. Dit kan lopend, met de fiets, met de SKPC-bus of met een taxi zijn. Aangezien het vervoer van school naar de BSO, het verlaten van het eigen terrein en het maken van uitstapjes ook een zeker risico met zich meebrengt zijn risico-beperkende maatregelen opgesteld om bepaalde risico’s zoveel mogelijk te voorkomen. Hierbij is het informeren en toestemming verkrijgen van ouders/verzorg(st)ers belangrijk. Tijdens het kennismakingsgesprek worden ouders geïnformeerd over de algemene en locatiespecifieke afspraken. Tevens worden er dan samen met het kind, ouder/verzorg(st)er en de pedagogisch medewerkers individuele afspraken gemaakt. Deze afspraken worden vastgelegd op het plaatsingsformulier/formulier verlaten terrein. *Ouders/verzorgers, die hun kind aan ons toevertrouwen, moeten het vertrouwen hebben dat uitstapjes op een goede, verantwoorde manier zullen plaatsvinden. In dit protocol staan de algemene regels en afspraken die gemaakt worden betreffende vervoer en het verlaten van het terrein van de opvanglocatie voor kinderen van 4 – 13 jaar, die gebruik maken van één van onze locaties voor buitenschoolse opvang. In de locatieregels per BSO-locatie is de uitwerking naar specifieke afspraken voor die betreffende locatie beschreven. De afspraken bieden echter geen garantie dat er nooit iets gebeurt. Kinderen zijn steeds op zoek naar het vergroten van hun actieradius. Zeker als groepsgenootjes al verder zijn in hun zelfstandigheid. We zien dat kinderen nogal eens hun grenzen proberen te verleggen en soms die grens ook letterlijk overtreden. Bij het vastleggen van de afspraken wordt deze beperking nadrukkelijk met ouders besproken.
2.
Uitgangspunten Er is een aantal uitgangspunten te noemen: Halen van school, te voet, met de fiets of met de bus, is een vast gegeven voor de buitenschoolse opvang; Op sommige locaties voor kinderen ouder dan 8 jaar gaan alle kinderen op de fiets van school naar de BSO (verplicht) Het verlaten van het terrein, het maken van uitstapjes (“buiten het hek”) is een wezenlijk onderdeel van de visie van de SKPC op de buitenschoolse opvang; Door de mogelijkheid van uitstapjes verbreden we het activiteitenprogramma voor de kinderen. De pedagogisch medewerkers die de uitstapjes uitvoeren, kennen de kinderen en zijn zich tevens bewust van de risico’s die gepaard gaan met uitstapjes;
SKPC/Vervoer en verlaten terrein BSO, protocol
31 juli 2013 Blad 2
-
-
-
3.
De pedagogisch medewerkers zijn zich bewust van de verantwoordelijkheid die zij dragen voor andermans kinderen en zorgen daarom dat de veiligheid van de kinderen zoveel mogelijk gewaarborgd is; De uitstapjes vallen onder verantwoordelijkheid van de SKPC. Deze verantwoordelijkheid over de kinderen wordt slechts gedeeld met een ander persoon of organisatie, als heel duidelijk is dat aan de genoemde afspraken wordt voldaan. De pedagogisch medewerkers of andere volwassenen (stagiaires, chauffeur) zijn te herkennen aan de SKPC-hesjes of SKPC t-shirt.
Toestemming van de ouders/verzorg(st)ers Tijdens het kennismakingsgesprek met kind(eren) en ouders/verzorg(st)ers op de buitenschoolse opvang wordt het vervoer en verlaten van het terrein besproken. Per kind worden de individuele afspraken tussen kind, ouder/verzorg(st)er en pedagogisch medewerker schriftelijk vastgelegd door middel van de formulieren: “Plaatsingsformulier” en “Verlaten terrein BSO”. Deze formulieren worden jaarlijks opnieuw met kind, ouder/verzorg(st)er en pedagogisch medewerker doorgenomen en afspraken worden opnieuw vastgesteld. Na schriftelijke toestemming van de ouders/verzorg(st)ers mogen BSO-kinderen: in de buurt van de BSO-locatie wandelen/spelen/fietsen op de daartoe aangewezen plaatsen. zelfstandig van school naar de opvang lopen/fietsen bij een vriendje/vriendinnetje gaan spelen zelfstandig van de opvang naar huis of sportclub e.d. gaan. vervoerd worden per auto/SKPC-bus mee met (geplande) uitstapjes in of buiten Culemborg Indien één of enkele kinderen op een BSO-locatie geen toestemming hebben van ouder(s) om mee te gaan met een uitstapje, dan wordt voor deze kinderen opvang op een vervangende BSO-locatie gezocht. Ouders worden hiervan op de hoogte gebracht. Verzekeringen De risico’s van ongevallen of schade aan eigendommen van kinderen zijn – evenals bij het verblijf op de BSO-locatie - bij het verlaten van het terrein niet uit te sluiten. Ouders worden daarover geïnformeerd. De SKPC heeft de noodzakelijke verzekeringen voor aansprakelijkheid bij schade of ongevallen afgesloten. Bij ongevallen voorziet de eigen ziektekostenverzekering voor dekking van de kosten. De WA verzekering is voor medewerkers (SKPC organisatie), kinderen, gastouders, vrijwilligers, stagiaires en hulpmoeders/vaders, binnen tijden waarop opvang plaatsvindt. Bij een schademelding wordt eerst bekeken of de eigen WA verzekering van de ouders/kinderen de schade dekt. Indien deze verzekering de schade niet dekt zal onderzocht worden of de schade op de verzekering van de SKPC verhaald kan worden. De SKPC is niet aansprakelijk voor schade, beschadiging of zoekraken van eigendommen van kinderen en/of personeel.
SKPC/Vervoer en verlaten terrein BSO, protocol
31 juli 2013 Blad 3
4.
Richtlijnen vervoer van school naar de BSO We kennen 4 verschillende vervoersmiddelen: 4.1 Lopen 4.2 Fietsen (8+ locaties) 4.3 Met de SKPC-bus (of privéauto) 4.4 Overige vervoersmiddelen
4.1
Lopen Kinderen van de buitenschoolse opvang wandelen dagelijks van school onder begeleiding naar de opvanglocatie. De pedagogisch medewerker is te herkennen aan het SKPC-hesje. Hierbij hanteren wij de norm van 1 volwassene op maximaal 10 kinderen. Per school is duidelijk afgesproken waar het verzamelpunt is en of de kinderen zelf naar het verzamelpunt toekomen of in de klas worden opgehaald door de pedagogisch medewerker. Dit staat beschreven in de locatieregels op iedere BSO-locatie. Tijdens het lopen van school naar de BSO wordt een vaste route gelopen. Algemene afspraken tijdens het lopen zijn: We lopen rustig, we wachten op elkaar, we wachten bij ieder oversteekpunt, de pedagogisch medewerkers zorgt dat hij/zij overzicht heeft over de hele groep tijdens het lopen. Kinderen die een fiets bij zich hebben lopen met de fiets aan de hand. Eventuele aanvullende specifieke afspraken staan beschreven in de locatieregels. Tevens mogen kinderen na schriftelijke toestemming (op het plaatsingsformulier) van de ouder/verzorg(st)er zelfstandig van school naar de opvang komen.
4.2
Fietsen (op 8+ locaties) Op sommige 8+ locaties worden kinderen verzocht altijd met de fiets naar de BSO te komen. Dit geldt tijdens de schoolvakanties voor alle kinderen op een 8+ locatie. Ouders worden hierover tijdens het kennismakingsgesprek geïnformeerd. Een pedagogisch medewerker begeleidt de groep fietsende kinderen naar de BSO, hierbij geldt de norm: 1 pedagogisch medewerker per 10 fietsende kinderen. De kinderen fietsen een vaste route, waarbij de meest veilige weg is uitgekozen (bijv. zo veel mogelijk over fietspaden). Om duidelijk herkenbaar te zijn voor het overige verkeer dragen de kinderen en de pedagogisch medewerker tijdens het fietsen een fluorescerend hesje of SKPC tshirt. Algemene afspraken tijdens de fietstocht zijn: We fietsen op onze eigen fiets, we fietsen achter elkaar en daar waar de verkeerssituatie het toelaat twee aan twee. We fietsen rustig en wachten op elkaar, we houden ons aan de verkeersregels, we stoppen bij elk oversteekpunt totdat de groep bij elkaar is en steken gezamenlijk over; de pedagogisch medewerker zorgt dat hij/zij overzicht heeft over de fietsende kinderen. Als kinderen geen fiets bij zich hebben, mogen zij niet bij een ander kind achterop de bagagedrager vervoerd worden. Het kind kan evt. wel achterop bij de pedagogisch medewerker.. De pedagogisch medewerker heeft tevens aandacht voor de fietsuitrusting, de zelfstandigheid en het verkeersinzicht van het kind en bespreekt dit zo nodig met kind of ouders. De fiets wordt gedurende de opvanguren alleen als vervoermiddel gebruikt, niet als spelmateriaal. Bij zonnig en warm weer dragen de kinderen een pet tijdens het fietsen als de fietstocht langer dan 20 minuten is. Met toestemming van de ouders/verzorg(st)ers mogen kinderen zelfstandig van en naar de opvang fietsen.
SKPC/Vervoer en verlaten terrein BSO, protocol
31 juli 2013 Blad 4
4.3
Met de SKPC-bus (of privéauto) Indien lopen of fietsen van school naar de BSO-locaties niet mogelijk is omdat de afstand te groot is, worden kinderen met de SKPC-bus opgehaald van school. De buschauffeur heeft de beschikking over een ‘buslijst’ waarop staat welke kinderen waar opgehaald en gebracht moeten worden. Per school en BSO-locatie zijn afspraken gemaakt over het verzamelpunt en het afleveren van de kinderen (zie locatieregels). De specifieke gedragsregels mbt zitplaatsen, gordels, in- en uitstappen ed. staan beschreven in de ‘Richtlijnen voor bestuurder van SKPC-bus of privéauto m.b.t. vervoer kinderen’.
4.4
Overige vervoersmiddelen Soms zijn kinderen met andere vervoersmiddelen naar school gekomen, zoals een skateboard, waveboard, skeelers, step, etc. Deze attributen mogen tijdens het vervoer van school naar de BSO en tijdens de BSO-opvanguren gebruikt worden naar inzicht van de pedagogisch medewerker. Uitgangspunt daarbij is veiligheid van het kind zelf en de andere kinderen.
5.
Richtlijnen verlaten terrein en uitstapjes Indien sprake is van vervoer bij de uitstapjes en/of bij de activiteiten waarvoor het eigen terrein wordt verlaten, dan gelden de afspraken zoals genoemd bij ‘ Richtlijnen voor vervoer van school naar de BSO’. 5.1 5.2 5.3 5.5
5.1
Spelen in de buurt/buiten het hek Uitstapjes naar een andere (BSO-) locatie Geplande uitstapjes /dagactiviteiten Zwemmen met kinderen
Spelen in de buurt/buiten het hek Het zich buiten het omheinde terrein of naar een niet-aangrenzend speelterrein begeven behoort tot de normale gang van zaken op de buitenschoolse opvang. Met kinderen, ouders/verzorg(st)ers en de pedagogisch medewerkers worden hierover individueel afspraken gemaakt op het formulier verlaten terrein en het plaatsingsformulier buitenschoolse opvang. Deze formulieren worden jaarlijks – of op verzoek vaker – bijgesteld: de mate van zelfstandigheid van een kind ontwikkelt zich gedurende de jaren dat een kind gebruik maakt van de BSO. Als een kind buiten het hek gaat spelen, meldt hij/zij dit bij de pedagogisch medewerkers en maakt afspraken over hoe laat hij/zij eventueel weer terug komt op de groep. De pedagogisch medewerkers van de locatie houden toezicht op waar de kinderen zijn en wat ze doen. De wijze waarop dat toezicht is georganiseerd is afhankelijk van de locatie, de accommodatie en kan per kind verschillen. Voor oudere kinderen (op 8+ locaties) kunnen ouders op het plaatsingsformulier toestemming geven dat hun kind zelfstandig naar huis of (sport)club mag gaan. In dat geval is tussentijds toezicht door de pedagogisch medewerkers niet mogelijk, wel worden per keer duidelijke afspraken gemaakt met het kind over tijdstip van vertrek en /of terugkomen.
SKPC/Vervoer en verlaten terrein BSO, protocol
31 juli 2013 Blad 5
5.2
Uitstapjes naar een andere (BSO)-locatie Regelmatig worden activiteiten georganiseerd voor een groep BSO-kinderen op een andere BSO-locatie of op bijv. een sportaccommodatie. Ook worden uitstapjes gemaakt naar bijv. een speeltuin of kinderboerderij in de buurt . Wanneer de kinderen tijdens de BSO-middag lopend, met de fiets of met de SKPC-bus naar een andere locatie gaan, worden vooraf afspraken gemaakt over het gewenste gedrag tijdens het vervoer. De overige richtlijnen m.b.t. vervoer van school naar de BSO zijn van toepassing Bij uitstapjes neemt de pedagogisch medewerker een mobiele telefoon mee, om bereikbaar te zijn. Indien de gehele groep de locatie verlaat, worden ook de noodgegevens en EHBO-doos meegenomen.
5.3
Geplande uitstapjes/dagactiviteiten (tijdens lange middagen of vakantiedagen) Tijdens (lange) BSO-middagen of vakanties worden ook uitstapjes in de omgeving gemaakt, bijv. naar een museum of naar het bos. Afspraken en voorwaarden hierbij: - betreffende ouders/verzorg(st)ers (van de kinderen die op die dag de BSO bezoeken) worden vooraf op de hoogte gesteld; - iedere pedagogisch medewerker krijgt een groepje van maximaal 10 kinderen onder haar/zijn hoede; - iedere auto heeft een inzittendenverzekering; - de lijst met noodgegevens van de kinderen gaat mee; - een mobiele telefoon gaat mee; - een EHBO-doos wordt meegenomen - de pedagogisch medewerkers zijn te herkennen aan de SKPC-hesjes of t-shirt. - de jongste kinderen zijn tijdens het uitstapje herkenbaar aan een SKPC-hesje - de oudere kinderen dragen afhankelijk van de aard van de activiteiten en de locatie een hesje (naar inzicht van de pedagogisch medewerker). - Vooraf worden met de kinderen afspraken gemaakt over gewenst gedrag en over wat te doen bij bijv. het kwijt raken van de groep.
5.4
Zwemmen met kinderen Kinderen die niet in het bezit zijn van een zwemdiploma mogen niet mee gaan zwemmen! (Let op: staat genoteerd op het formulier in de map kindgegevens.) Kinderen moeten minimaal in het bezit zijn van de diploma’s A en B. In overleg met ouder(s)/verzorg(st)er en in overleg met de locatiemanager kan een uitzondering gemaakt worden voor kinderen die alleen in het bezit zijn van een A diploma. Als twee of meer kinderen van de groep geen zwemdiploma hebben behoort dit type uitstapje niet tot de mogelijkheden. Pedagogisch medewerkers die met de kinderen gaan zwemmen moeten de zwemvaardigheid goed beheersen en in het bezit zijn van zwemdiploma’s. ‘De Meent’ in Beusekom is een locatie waar met kinderen gezwommen kan worden. Hier gelden een aantal richtlijnen voor: Op de locatie moet voor voldoende schaduw langs het water gezorgd worden. Dit kan door bomen of door parasols geregeld worden. De kinderen mogen zelfstandig zwemmen voor de afscheiding. Bij zwemmen achter de afscheiding dient er altijd een medewerker mee te gaan. Als kinderen en begeleiding naar het vlot zwemmen
SKPC/Vervoer en verlaten terrein BSO, protocol
31 juli 2013 Blad 6
gebruikt elk kind een drijver. Deze afspraken worden vooraf nadrukkelijk met de kinderen besproken en zo nodig tussentijds herhaald. Zwemmen in de Lek, Waal of Maas is niet toegestaan! Ook varen of kanoën is niet toegestaan op bovenstaande rivieren! Ouders/verzorg(st)ers worden altijd vooraf op de hoogte gesteld als pedagogisch medewerkers van de buitenschoolse opvang met de kinderen gaan zwemmen en ook de locatie wordt doorgegeven.
SKPC/Vervoer en verlaten terrein BSO, protocol
31 juli 2013 Blad 7