Pieter Hasekamp (Zorgverzekeraars Nederland) wil dat zorgpartijen de rust bewaren
‘We moeten het vuurtje niet verder opstoken’ Maatschappelijke discussies over de kwaliteit van de gezondheidszorg zijn van alle tijden, maar momenteel gaat het er, juist ook in politiek-Den Haag, soms wel erg hard aan toe. Partijen in de zorg moeten dat vuurtje niet verder opstoken maar die geluiden juist proberen te dempen, vindt Pieter Hasekamp, algemeen directeur van Zorgverzekeraars Nederland.
‘De politiek zou terughoudender moeten zijn’
‘Laag uit de heup schieten’ noemde directievoorzitter Chris Oomen van zorgverzekeraar DSW het. Begin dit jaar stoorde hij zich enorm aan politici die zich in zijn ogen onterecht bemoeiden met zijn beleid. Onder meer de PvdA en de VVD wilden het verzekeraars verbieden (mede-)eigenaar te worden van zorginstellingen. “Die haantjes roepen maar wat, alleen om media-aandacht te krijgen”, aldus Oomen. Het past in de huidige tijdgeest, vindt ook Pieter Hasekamp, dat parlementariërs zich in hun profileringsdrang mengen in discussies zonder zich altijd even goed in de materie te verdiepen. “De politiek zou terughoudender moeten zijn en minder kort door de bocht moeten redeneren”, zegt de directeur van de brancheorganisatie van alle Nederlandse zorgverzekeraars. De voormalige ambtenaar van het ministerie van Volksgezondheid is er echter niet van overtuigd dat de ‘hypecultuur’ echt iets van de laatste tijd is. “Ik herinner me dat de toenmalige minister Els Borst ook om de haverklap naar de
Tweede Kamer moest om op een incident te reageren.” Toch ziet ook Hasekamp de opmars van een populistische cultuur die ook de politiek in haar greep houdt. Juist op een wezenlijk onderdeel als de gezondheidszorg kan dat veel schade veroorzaken. “Daarom is het aan de partijen in de zorg om de rust te bewaren. Daar heeft de sector als geheel belang bij. Wij zijn er als koepelorganisaties voor opgericht om het inhoudelijke debat te voeren en de discussie aan te gaan op grond van argumenten.”
Rollebollend Die oproep van Hasekamp lijkt momenteel even aan dovemansoren gericht. Met name apothekers en zorgverzekeraars zijn in een dusdanig hevige strijd verwikkeld, dat ze geregeld in het openbaar rollebollend over straat gaan. “Er is nog steeds een gebrek aan vertrouwen tussen de partijen en dat is soms helaas behoorlijk zichtbaar”, erkent Hasekamp. “Maar dat is voor de brancheorganisaties júist een reden om naar de toekomst te kijken en onszelf algemene vragen te stellen over hoe we bijvoorbeeld de farmaceutische kwaliteit kunnen waarborgen. Over dat soort onderwerpen voeren wij prima gesprekken met de koepel van apotheken.” | Een interview met Pieter Hasekamp over onder meer het functioneren van de mede door hemzelf vormgegeven Zorgverzekeringswet leest u op pagina 3.
e r z o e k N e fa r m a & O p i n i e N e fa r m a K i n d e r o n d e r z o e k N e fa r m a & N i e u w & T h e m a N e fa r m a & G b a t N e fa r m a & C o m m e n t a a r N e fa r m a 2 0 0 9 , N u m m e r 10 N e fa r m o N e fa r m a & O c t r o o i e n N e fa r m a & P i e t e r H a s e k a m p N e fa r m a & P l a t f o r m P I N e fa r m a & N i e u w s N e f a r m a & Z i e k Z i j n N e fa r m a & B e t e r Wo r d e n N e fa r m a & O p i n i e N e f N e fa r m a & Z o r g ve r ze ke ra a r s N e fa r m a & Pa t i ë n t e n N e fa r m a & O Versoepel de regels
Klinisch onderzoek met kinderen is in Nederland vanwege veel te strenge regels vrijwel onmogelijk. Vreemd, want die regels zijn gebaseerd op Europese wet- en regelgeving die veel pragmatischer in elkaar zit. Een commissie adviseert staatssecretaris Jet Bussemaker om de belemmeringen op te heffen. Zij staat daar niet onwelwillend tegenover, blijkt op pagina 2. |
December 2009
Wel of geen bescherming?
Octrooibescherming vormt zo’n beetje de basis van het huidige verdienmodel in de innovatieve farmaceutische industrie. Dus als een hoogleraar roept dat we die octrooien beter kunnen afschaffen, zijn de rapen gaar. Professor Huub Schellekens licht zijn radicale plannen toe en wordt van repliek gediend door octrooijurist Bert Oosting in de dialoog op pagina 4&5. |
&
Nefarma
Beter worden
Geneesmiddelen beïnvloeden overlevingskansen van patiënten, of hun kwaliteit van leven. Wie kan daarover beter vertellen dan die patiënten zelf? Sommigen maken dankbaar gebruik van hun bekendheid en talent om hun persoonlijke verhalen met de wereld te delen. Bijvoorbeeld via een boek, een fototentoonstelling of een cd. Vier van hen voeren het woord in een bijzonder dossier op pagina 6&7. |
Pagina 1
Patiënt krijgt niet altijd het beste medicijn Patiënten krijgen niet altijd tijdig en zonder belemmeringen de voor hen beste geneesmiddelen, ook al zijn ze opgenomen in het basispakket. Maar liefst acht knelpunten staan een optimale geneesmiddelenvoorziening in de weg. Dat is de conclusie van een onderzoek in opdracht van het platform PI, het samenwerkingsverband van patiëntenorganisaties en de farmaceutische bedrijven. Het onderzoeksrapport constateert als eerste knelpunt dat de overheid te veel gericht is op de kosten en te weinig op de baten van geneesmiddelen. Daarbij manifesteren ook de verzekeraars zich vooral als kostenbewakers. Het zou beter zijn als verzekeraars patiënten beter betrekken bij de inkoop van geneesmiddelen, met name de chronische gebruikers. Een tweede knelpunt is de wijze waarop de overheid haar boekhouding inricht. Er wordt alleen gekeken naar de uitgaven en niet naar de opbrengsten in de vorm van vermindering van uitgaven, elders in de zorg, maar ook daarbuiten. Het eigen budget van de verschillende departementen is leidend, terwijl het zou moeten gaan over de uitgaven in totaliteit. Goede zorg wordt niet gezien als een investering, concludeert het rapport.
Onwenselijk Het preferentiebeleid van zorgverzekeraars is een derde knelpunt. Met name langdurig gebruikende patiënten ervaren problemen in de dagelijkse praktijk. Het voortdurend wisselen
Platform PI Binnen het platform PI (Patiënt-Industrie) kunnen leden van patiëntenorganisaties en medewerkers van farmaceutische bedrijven elkaar ontmoeten. Het platform koppelt de deskundigheid van patiënten en industrievertegenwoordigers aan ervaringen van medicijngebruikers. Doel van PI is knelpunten in het medicijngebruik te benoemen en daar oplossingen voor aan te dragen. Het uitgangspunt is dat de patiënt een positie heeft die gelijkwaardig is als het gaat om de verkrijgbaarheid, de keuze en het gebruik van geneesmiddelen. Zie voor meer informatie en het vollledige rapport ook de vernieuwde website: www.platform-pi.nl
van medicijnen noemen de meesten onwenselijk. De financiële voordelen zijn ook te bereiken door het beleid op een andere manier in praktijk te brengen, waarbij de patiënten dezelfde medicijnen houden. Nog erger wordt het als patiënten uit kostenoogpunt opeens een geneesmiddel met een andere werkzame stof krijgen, de zogeheten therapeutische substitutie. Het Platform PI verwerpt deze vorm van substitutie. Het effect kan verergeren als mensen verschillende medicijnen gebruiken. Ook het beleid van zorgverzekeraars om voorschrijvende
artsen financieel te belonen wanneer zij doelmatig voorschrijven, valt bij patiënten en bedrijven niet in goede aarde. Er ontstaat dan spanning tussen het eigen belang van de arts en het belang van de patiënt. Het vertrouwen komt op de tocht te staan, vindt PI. Het oneigenlijk gebruik van richtlijnen noemt het rapport ‘knellend voor de patiënt’. De richtlijn is wat de naam zegt: een richtlijn. De arts moet ervan kunnen afwijken als hij of zij van oordeel is dat dit beter is voor de patiënt. Het gevaar bestaat dat ook het instrument van health technology assessment verkeerd wordt gebruikt. HTA is een evaluatieonderzoek dat onder meer de toegevoegde waarde van een middel beoordeelt. Doel is de behandeling te optimaliseren, terwijl de toepassing in de praktijk kan leiden tot vertraging van de toelating van nieuwe geneesmiddelen. Als laatste knelpunt benoemt het onderzoek de gescheiden financiering van intra- en extramuraal gebruikte geneesmiddelen. De financieringswijze kan invloed hebben op de keuze van het geneesmiddel, bijvoorbeeld doordat ziekenhuizen zelf voor de kosten ervan opdraaien. Voor de patiënt kan dit leiden tot verandering van medicatie die niet is gebaseerd op medisch-inhoudelijke gronden. |
‘Verzekeraars moeten patiënten beter betrekken bij de inkoop van geneesmiddelen’
N e far ma & C o m me n t aar Artsen zonder Grenzen roept mensen op een e-mail te
dit onderwerp. Aanpak van aids heeft vele dimensies, zoals
Farmaceutische bedrijven overleggen op wereldschaal met
sturen naar farmaceutische bedrijven om te bepleiten dat ze
de structuur van de gezondheidszorg ter plaatse, de visies
organisaties als de Verenigde Naties, de wereldgezondheids-
hun octrooirecht gedeeltelijk afstaan. Dan kunnen andere
van betrokken regeringen, de betrouwbaarheid van
organisatie WHO en de Wereldbank over de bestrijding van
fabrikanten de spullen goedkoop namaken en daarvan
overheden en handelspartners, de logistieke infrastructuur,
aids en andere ziekten. Veel geneesmiddelen worden tegen
profiteren miljoenen aids-patiënten, luidt de redenering.
de mogelijkheden voor goede diagnosestelling, de mentali-
kostprijs beschikbaar gesteld. Het idee van Artsen zonder
Ongetwijfeld zijn de bedoelingen goed, maar de voorstelling
teit en het feitelijk gedrag van de bevolking en de invloed
Grenzen om octrooirechten te poolen als eenvoudige
van zaken is een onverantwoorde versimpeling van de
van de religie daarop. De bestrijding van aids is complex. De
oplossing voor de problematiek, is een misleidende
problematiek. Dat helpt niet bij een serieuze discussie over
prijs van geneesmiddelen is slechts één van de vele factoren.
versimpeling van die zeer ingewikkelde werkelijkheid. |
Advies valt goed bij staatssecretaris Bussemaker
Nederland moet meer onderzoek bij kinderen toestaan
Kinderen krijgen regelmatig geneesmiddelen die alleen op volwassenen zijn getest. Artsen willen voor de behandeling van jonge patiënten graag de beschikking hebben over middelen waarbij dosering en toedieningsvormen beter aansluiten op deze doelgroep. Om daartoe te komen, is klinisch onderzoek met kinderen onontkoombaar. De regelgeving op dat gebied is in Nederland echter veel strenger dan in andere delen van Europa. Volgens de Nederlandse wet is onderzoek alleen toegestaan als de risico’s te verwaarlozen zijn. In de praktijk leidt dat ertoe dat wetenschappelijk geneesmiddelenonderzoek met kinderen eigenlijk nooit kan worden uitgevoerd, want er zijn altijd wel risico’s te bedenken. De commissie-Doek adviseert nu de regelgeving te versoepelen.
Persoonlijkheid Staatssecretaris Jet Bussemaker van Volksgezondheid, die het advies eind november in ontvangst nam, staat er sympathiek
Pagina 2
tegenover, maar wil het ‘complexe’ onderwerp nog goed bestuderen. “Door de huidige wet worden kinderen als kwetsbaar gezien, ze hebben bescherming en zorg nodig. De commissie-Doek onderstreept dit, maar voegt er aan toe dat een kind ook een persoonlijkheid is die keuzes kan maken. Sommige kinderen willen namelijk deelnemen aan onderzoek, ook als ze er zelf geen baat van kunnen hebben. Zij willen meedoen omdat er door het onderzoek een medicijn kan komen voor andere kinderen met dezelfde ziekte.” In het voorjaar van 2010 neemt de staatssecretaris een besluit over een wetswijziging. Nefarma vindt het belangrijk dat de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO) en het ministerie van Volksgezondheid snel met concrete aanpassingen van de huidige regels komen. Kinderen hebben recht op de juiste zorg en geneesmiddelen. Hun bescherming wordt volgens deskundigen prima gegarandeerd door de Europese wet- en regelgeving. De huidige Nederlandse interpretatie daarvan noemt Nefarma ‘onnodig streng’. Daardoor gaat onderzoek met kinderen in de praktijk vrijwel altijd aan ons land voorbij. De aanbevelingen van de commissie-Doek kunnen Nederland weer aantrekkelijk maken voor geneesmiddelenonderzoek met kinderen. |
&
Nefarma
ANP Photo
Nederland moet de belemmeringen voor medischwetenschappelijk onderzoek met kinderen opheffen. Dat advies van een commissie onder leiding van professor Jaap Doek viel goed bij staatssecretaris Jet Bussemaker van Volksgezondheid. Nefarma moedigt haar aan de aanbevelingen van de commissie snel over te nemen.
Staatssecretaris Jet Bussemaker (op de foto te zien tijdens haar bekroning tot ‘ere-wijkzuster’ eerder dit jaar) staat sympathiek tegenover het advies om meer medischwetenschappelijk onderzoek met kinderen toe te staan
Jaargang 2, nummer 10
ZN-directeur wil ook van farmaceuten horen wat hun toegevoegde waarde is
‘Zorgaanbieders moeten prestaties beter zichtbaar maken’ Want die toegevoegde waarde is voor zorginkopers nu onzichtbaar?
Het is weer december en dan mogen consumenten besluiten van zorgpolis te wisselen. Traditiegetrouw is dat dan ook de tijd waarin diverse verzekeraars via grote reclameborden en spotjes op radio en televisie hun waar aanprijzen. Maar in de media klinkt her en der ook kritiek door.
“Die wordt wel steeds zichtbaarder, mede dankzij de introductie van zorgstandaarden en prestatie-indicatoren. Het is ook een taak voor verzekeraars om zorgaanbieders hierop aan te spreken. Het zal altijd een interactief proces tussen de partijen
‘Zorgverzekeraars beïnvloeden de zorgkwaliteit negatief’,
zijn, waarbij medici de standaard vaststellen. Zorgverzekeraars
‘Verzekeraar beperkt keuzevrijheid consument’ en ‘Verzekeraars
moeten niet de partij zijn die bepaalt wat goede zorg is. Wel
ondermijnen marktwerking’, luidden enkele krantenkoppen in
kunnen we druk uitoefenen om kwaliteit meetbaar en zichtbaar
de voorbije weken. De Consumentenbond behoorde tot de cri-
te maken. Dat is niet eenvoudig, zeker niet in een ziekenhuis
ticasters: het zou vrijwel onmogelijk zijn een basisverzekering
met al z’n producten en al z’n protocollen. Maar als je het aan-
en een aanvullende verzekering af te sluiten bij verschillende
doeningsgewijs doet, kun je een eind komen. Ook bij andere
verzekeraars. Directeur Pieter Hasekamp van Zorgverzekeraars
partijen kun je de druk opvoeren. Wat verwacht een verzekeraar
Nederland: “Ruim 98 procent van de Nederlanders kiest er
van een apotheker, wat is goede farmaceutische zorg?”
omwille van administratieve eenvoud voor om alles bij één
met zorgaanbieders afspraken maken over de zorg uit zowel de
Snapt u niet dat zo’n apotheker dan zegt: waar bemoeit u zich mee, ik weet toch zelf wel hoe ik mijn beroep moet uitoefenen?
basisverzekering als de aanvullende verzekering.”
“Mijn antwoord zou dan zijn: kom maar op, overtuig ons maar.
Dan is er discussie over de vraag of het aantal mensen dat jaar-
Laat maar zien wat uw toegevoegde waarde is binnen de far-
lijks van polis wisselt deze hele marktoperatie wel de moeite
maceutische kolom.”
partij te laten. Dus waar hebben we het over? Bovendien: verzekerden zijn er ook bij gebaat. Zorgverzekeraars kunnen dan
waard maakt. Hasekamp: “In het eerste jaar stapte twintig proterug, tot ongeveer drie procent vorig jaar. Dit jaar zal het allicht
Hoe verklaart u dat de onderlinge verhoudingen in de zorg vaak zo stroef zijn?
iets hoger liggen door al die publiciteit. Ik verwacht in ieder
“Deels komt dat doordat de partijen aan elkaar moeten
geval niet dat het in de toekomst nog afneemt. Als ieder jaar
wennen. Alle partijen zijn in nieuwe verhoudingen tot elkaar
cent over. Dat was boven alle verwachtingen. Daarna zakte het
gebracht. De markt moet zich opnieuw gaan zetten. Dat gaat
‘Zorgverzekeraars moeten niet de partij zijn die bepaalt wat goede zorg is’
Twee kanten van de tafel Bijna twee jaar geleden volgde Pieter Hasekamp (44) Martin Bontje op als algemeen directeur van Zorgverzekeraars Nederland. Die brancheorganisatie ontstond in 1995 uit een fusie van de Vereniging van Nederlandse Zorgverzekeraars (VNZ) en het Kontaktorgaan Landelijke Organisaties van Ziektekostenverzekeraars (KLOZ). Hasekamp was afkomstig van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, waar hij als directeur Zorgverzekeringen nauw betrokken was bij de invoering van de nieuwe Zorgverzekeringswet. Bij ZN kreeg hij van nabij met de implicaties van die nieuwe wet te maken, maar dan wel aan de andere kant van de tafel. Pieter Hasekamp studeerde algemene economie in Rotterdam en promoveerde in Florence. Zijn proefschrift ging over de rol van vertrouwen en geloofwaardigheid in economisch beleid.
nooit zonder schokken en dat brengt onzekerheid met zich mee. En natuurlijk is er ook behoudzucht; mensen vinden het bedreigend om het gesprek aan te gaan over de toekomst. Maar er zit duidelijk beweging in, zeker in de farmacie. Een deel van de partijen is nu wel bereid dat gesprek aan te gaan en er
Wie moet die verkeerde beelden corrigeren?
komen wel degelijk nieuwe afspraken, contracten en verdien-
“Het ministerie moet de simplificaties bestrijden. Maar het is
modellen tot stand. Ook onze leden maken uiteenlopende
aan de partijen in de zorg om een genuanceerd beeld te creë-
keuzes in hun zorginkoopbeleid. In het heetst van die strijd
ren dat klopt met de werkelijkheid. We moeten laten zien aan
vallen soms stevige woorden. Dat hoort erbij. Daar moeten wij
de maatschappij en aan de politiek dat het nu eenmaal geld
als koepel niet in willen sturen. Diversiteit was ook het uit-
kost als we betere zorg willen.”
gangspunt: er moet echt wat te kiezen zijn voor de consument.”
rond de vijf procent van de verzekerden overstapt, vind ik dat
Hoe beoordeelt u de kritiek dat het altijd alleen maar over geld gaat? Goede zorg is toch niet hetzelfde als goedkope zorg? Waar is de factor kwaliteit gebleven?
een redelijk niveau. Dat is genoeg om druk op de markt te
“Kosten zijn nu eenmaal het meest zichtbare deel, dus gaan de
houden, en daar ging het om. Met een collectief gedefinieerd
gesprekken vaak daarover. Ook bij zorginkoop werkt het zo; als
In het woud van zorgpolissen is transparantie soms ver te zoeken. Met al die nieuwe ‘verdienmodellen’ wordt het er niet eenvoudiger op. Vergelijkingssites proberen orde te scheppen in de chaos, maar ligt hier geen taak voor verzekeraars zelf?
basispakket is niet veel differentiatie mogelijk. Daar komt bij
je over prijzen spreekt, is er tenminste eenheid van taal. Bij
“Ik ben voorstander van dat soort sites. Laat die informatie
dat mensen tevreden zijn over hun zorgverzekeraar. Er is dan
kwaliteit ligt dat moeilijker. We zullen het eerst met elkaar eens
vooral vanuit de markt komen. Nieuwe initiatieven zijn altijd
weinig noodzaak om te switchen.”
moeten worden over de vraag wat we onder goede kwaliteit
welkom. Dat Nefarma het initiatief neemt tot een website die
verstaan. Het is essentieel dat dat gebeurt, maar van dat
medicijnvergoedingen vergelijkt, vind ik prima. Wel hebben
U stond aan de wieg van de huidige Zorgverzekeringswet. Nu u weet hoe die in de praktijk functioneert, zou u ongetwijfeld dingen anders doen.
moment zijn we nog een eind verwijderd. Daar ligt dus nog een
consumenten het recht om te weten welke commerciële belan-
flinke klus voor alle partijen.”
gen ergens achter zitten. Dan doel ik niet op die Nefarma-site,
“Grote weeffouten zitten er niet in. Wel hadden we misschien
dat maar weinig mensen switchen, terwijl zij zelf commercieel
wat meer aan verwachtingenmanagement moeten doen. In de
Dus anno 2009 weten we in Nederland niet wat we onder kwalitatief goede zorg verstaan?
buitenwereld overheerste het idee dat een andere wet automa-
“De zorg is een beetje een rare markt. In een normale markt
een andere verzekeraar maakt.”
tisch ook zou zorgen voor een andere samenleving. Dat het
stappen aanbieders zelf met hun producten naar de afnemers
“Verder is het natuurlijk belangrijk dat de informatie klopt. Daar
spel tussen verzekeraars en zorgaanbieders zich al direct vanaf
en prijzen ze die aan: dit is wat ik maak en om die en die reden
ligt vooral een taak voor de verzekeraars. Zij moeten hun klan-
het begin zou ontrollen. En dat mede daardoor alles goedkoper
lever ik kwaliteit. In de zorgmarkt moet die druk vanuit consu-
ten goed informeren over wat er in de polis staat, welke zorg ze
zou worden. Als de prijzen dan toch stijgen, werken die ver-
menten en verzekeraars komen. Je zou verwachten dat zorgin-
hebben gecontracteerd en het liefst ook welke kwaliteit daar
keerde beelden tegen je, ook al ligt dat aan heel andere, auto-
stellingen, maar ook bijvoorbeeld de producenten van genees-
wordt geleverd. En de NZa ziet er weer op toe dat die informa-
nome factoren. Als je niks doet, stijgen de zorgkosten ieder jaar
middelen, zichzelf meer zouden profileren, duidelijker zouden
met vijf procent.”
aantonen wat hun toegevoegde waarde is.”
december 2009
maar bijvoorbeeld op partijen die zorgverzekeraars verwijten
belang hebben bij iedereen die via hun site de overstap naar
tie klopt.” |
Pagina 3
Het bestaande businessmodel rond de ontwikkeling van geneesmiddelen heeft zijn langste tijd gehad. Daar is Huub Schellekens, hoogleraar innovatie en farmaceutische wetenschappen in Utrecht, vast van overtuigd. “Hét probleem is de exclusieve positie van de geneesmiddelenindustrie in de ontwikkeling van nieuwe medicijnen.” Hij trok zich er drie maanden voor terug. Met een grote stapel vakliteratuur onder de arm toog Huub Schellekens naar Frankrijk om een oplossing te zoeken voor de crisis in de geneesmiddelenontwikkeling. “De meest effectieve manier om gezondheid te brengen in een samenleving zijn pillen en vaccins. Voor de ontwikkeling van de wereld zijn die van eminent belang. Maar de pijplijnen raken steeds verder leeg. En dat terwijl we in de gouden tijd zitten van het medisch-biologisch onderzoek. De aansluiting van dat onderzoek naar de betekenis voor de patiënt is totaal verloren gegaan. Ik wil dat oplossen.” Het plan waarmee hij terugkeerde, klinkt revolutionair: Schellekens wil de octrooibescherming afschaffen. “We zitten met een fundamenteel probleem. Er komt steeds minder, wát er komt doet steeds minder, en we betalen er steeds meer voor. Dat probleem moeten we in één klap oplossen. Een paar ballen verhangen in de kerstboom is niet genoeg.
Huub Schellekens (Universiteit Utrecht) Huub Schellekens (60 jaar) is medisch microbioloog. Hij is als hoogleraar verbonden aan twee vakgroepen van de Universiteit Utrecht: innovatie in medische biotechnologie en farmaceutische wetenschappen. Daarnaast is hij onder meer lid van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) en schrijft hij een column voor het Financieele Dagblad.
N e fa r ma & O c t r o o i b e s c he r m i n g ‘Een door de overheid aan een persoon of vennootschap
stof en de productie van een werkend geneesmiddel zit
farmaceutische wetenschappen Huub Schellekens (tevens
verleend exclusief recht tot het (gedurende zekere tijd)
veel tijd en zo mogelijk nog veel meer geld. Om dat
lid van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen)
maken of verkopen van een industrieel product.’ Dat is
geïnvesteerde geld te kunnen terugverdienen (en mogelijk
meent namelijk dat octrooibescherming juist de bijl is aan
volgens Van Dale de officiële betekenis van een octrooi. Het
opnieuw te kunnen investeren), is een bepaalde periode
de wortel van de innovatie in medicijnenland. |
eigendomsrecht dat wordt toegekend aan iemand die een
van ‘alleenrecht’ voor de maker onontbeerlijk. In deze
nieuwe uitvinding heeft gedaan, is volgens velen de levens-
dialoog verdedigt Bert Oosting, deskundige op het gebied
ader van de innovatieve farmaceutische industrie. Immers,
van intellectueel eigendom en octrooien, die stelling tegen
tussen de eerste ontdekking van een mogelijk werkzame
een aanval van buitenaf. Hoogleraar innovatie en
Bert Oosting noemt exclusiviteitsrecht van levensbelang voor gezonde farma-industrie
‘Zonder octrooien geen innovatie’ Afschaffen van de octrooibescherming zou funest zijn voor de farmaceutische innovatie. Dat meent Bert Oosting, octrooideskundige bij de Amsterdamse vestiging van het internationale advocatenkantoor Lovells. “Als bedrijven hun enorme investeringen niet kunnen terugverdienen, zullen ze die kosten uiteindelijk niet meer maken.”
dat die prijzen nog wel eens door de plafonds heen schieten, weerlegt Oosting door te wijzen op de wet die daaraan een maximum stelt. “Maar om een bedrijf ook echt de kans te bieden om de investeringen terug te verdienen, geeft een
Bert Oosting (Lovells) Bert Oosting (50 jaar) is partner bij de Amsterdamse vestiging van het internationale advocatenkantoor Lovells. Zijn belangrijkste aandachtsgebieden zijn intellectueel eigendom, octrooibescherming en life sciences. Oosting vertegenwoordigt al jarenlang diverse farmaceutische en biotech-bedrijven in octrooizaken in Nederland en Europa.
octrooi gedurende een bepaalde periode een exclusieve marktpositie voor de houder. Neem je die weg, dan worden de gemaakte kosten niet terugverdiend en kunnen ze op termijn
innovatie in de hand werken. Je kunt er ook voor kiezen geen
Met de constatering van Huub Schellekens dat de ‘pijplijn’
ook niet meer worden gemaakt. In mijn optiek is dat funest
octrooi aan te vragen en de know-how voor jezelf te houden. In
weinig nieuwe geneesmiddelen oplevert, is Bert Oosting het
voor verdere innovatie.”
de chemie kiezen sommigen daarvoor om zo hun uitvindingen
niet per se oneens. Maar dat dat te maken heeft met de
Het onderzoek en de daaraan verbonden kosten volledig
geheim te houden. Ik denk dat dat uiteindelijk tot minder inno-
bescherming van octrooien, waagt de Amsterdamse jurist te
neerleggen bij de medische wetenschap, zoals Schellekens
vatie leidt.”
betwijfelen. “Ik snap dat hij dit als discussiepunt wil neerleggen,
voorstelt, is volgens Oosting ondenkbaar. “Ik geloof er niet in
maar het systeem dat hij voorstaat werkt niet. Bij zijn voorstel
dat de wetenschap dit overneemt. Hoe kan men daar ooit die
Winstcijfers
voor een octrooiloze wereld plaats ik een aantal grote vraagte-
enorm hoge kosten dragen? Bovendien: feit blijft dat de weten-
De farmaceutische bedrijven gaan ongetwijfeld roepen dat ze
kens.”
schap afhankelijk is van de bedrijven - die zijn absoluut nood-
zonder octrooibescherming niet overleven, voorspelde Huub
Oosting legt uit waarom octrooien in zijn ogen van levensbe-
zakelijk voor de kwaliteit en de continuïteit van onderzoek.”
Schellekens toen hij met zijn idee naar buiten kwam. “Maar wie
lang zijn voor de vooruitgang in de farmaceutische industrie: “In
de winstcijfers kent van de bedrijven die octrooivrije merkloze
de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen gaat ontzettend
Ook langs een andere route bevorderen octrooien de innovatie.
medicijnen aan de man brengen, weet beter”, schreef hij alvast
veel tijd en ontzettend veel geld zitten. Er worden hoge eisen
Een octrooiaanvraag wordt namelijk achttien maanden na
ter verdediging. Klopt niet, zegt Oosting. “Schellekens moet wel
aan gesteld en dat is ook logisch: het gaat hier om de volksge-
indiening openbaar gemaakt. De aanvrager is verplicht bij zijn
bedenken dat de winst van innovatieve bedrijven wordt ingezet
zondheid. Voordat een medicijn helemaal is doorontwikkeld
aanvraag alle informatie te geven die de vinding ‘nawerkbaar’
voor de enorme r&d-kosten. Producenten van generieke
zijn er zeer, zeer aanzienlijke kosten gemaakt. En dat zijn dan
beschrijft. In gewone-mensentaal betekent dat dat een vakman
geneesmiddelen hebben aan de kostenkant niet te maken met
nog de geneesmiddelen die het echt redden. Een veel groter
het moet kunnen begrijpen, namaken en toepassen. “Als de
die uitgaven. Zij moeten kijken hoe ze zo goedkoop mogelijk
deel redt het helemaal niet.”
informatie openbaar is, kan iedereen er kennis van nemen en
aan grondstoffen kunnen komen en waar ze hun productie zo
Tegenover die hoge kosten moeten verdiensten staan, vervolgt
een eigen ontwikkelprogramma opzetten”, legt Bert Oosting uit.
goedkoop mogelijk kunnen outsourcen. Dat is een heel andere
hij. “In de eerste plaats door reële prijzen te rekenen.” De kritiek
“Zo ontstaan weer nieuwe ideeën en nieuwe inzichten die
vorm van bedrijfsvoering dan bij de innovatieve bedrijven.
‘Bedrijven zijn absoluut noodzakelijk voor de kwaliteit en de continuïteit van onderzoek’ Pagina 4
&
Nefarma
Jaargang 2, nummer 10
Huub Schellekens pleit voor een radicale omslag
stellingen zonder private financiering nooit kunnen worden
‘Ontwikkeling nieuwe geneesmiddelen stagneert door octrooibescherming’
gedragen, werpt Schellekens van de hand. “Dat doen ze nu toch ook al? Tachtig tot negentig procent van dat geld zit in klinisch onderzoek en dat wordt nu ook al in ziekenhuizen gedaan. Kent u een farmabedrijf met een eigen ziekenhuis?” Als het aan Schellekens ligt, blijven bedrijven wel concurreren, alleen niet op onderzoek. Laat bedrijven zich richten op datgene waar ze echt goed in zijn: productie en distributie, stelt hij.
Vereenvoudigen van de regelgeving, een korter of langer
bescherming pas van de laatste vijftig jaar is.” In zijn ogen kan
“Ze hebben dan geen onderzoekspoot meer nodig. En ook
octrooi, een systeem met tijdelijke vergoeding: dat is allemaal
het volledige proces van onderzoek en ontwikkeling beter ver-
geen marketing. De ‘suits’, zoals wij ze noemen, kunnen eruit.
onvoldoende, als het al werkt.”
schoven worden naar de medische wetenschap. “We moeten
En ook van die enorme legalisering zijn we dan af. Moet je
Schellekens’ kritiek richt zich meer op het huidige systeem dan
het risico weghalen bij de industrie. Die zit gevangen in een
kijken wat dat bespaart.”
op de farmaceutische bedrijven. “Die hebben we hard nodig,
vliegwiel: alles wordt steeds duurder, waardoor steeds minder
hun bestaan dient een groot maatschappelijk belang. Maar het
risico’s genomen kunnen worden. En dan gaat men logischer-
Dichtgeslibd
gaat niet goed. We hebben het proces met z’n allen zo ingewik-
wijs steeds verder uitbaten wat men al heeft. Dat is geen ver-
Schellekens begrijpt dat zijn toekomstbeeld niet direct op veel
keld gemaakt, dat alleen een bedrijf met een miljard op de
wijt, maar de koele constatering van een wetenschapper.”
bijval in de industrie kan rekenen, al wijst hij erop dat hij bij
bank nog het hele proces van onderzoek en ontwikkeling op
Door het onderzoek te verplaatsen naar de universiteiten,
internationale congressen soortgelijke geluiden steeds vaker
zich kan nemen. En de kosten worden alleen maar hoger. Als
kunnen wetenschappers zich volledig richten op écht nieuwe
tegenkomt. “Ik denk dat iedereen diep in z’n hart wel overtuigd
we zo doorgaan, is het over een jaar of tien niet meer rendabel
medicijnen, vervolgt hij. Dat innovatie beter gebaat is bij
is dat er iets fundamenteel mis zit. Het systeem is dichtgeslibd.
om geneesmiddelen te ontwikkelen. We bereiken de grens. Het
gezonde concurrentie tussen bedrijven, is in deze sector vol-
Ik wil dat weer op gang brengen, op een goed doordachte
houdt een keer op.”
gens de Utrechtse hoogleraar zeer de vraag. “Leidt die concur-
manier. Dat hoeft niet per se mijn manier te zijn. Ik zoek vooral
rentie tot innovatie en verbetering van medicijnen? Waarom
een goede tegenstander in het debat; iemand die mijn ideeën
bestaat driekwart van de nieuwe producten dan uit me-too’s?”
onderuit haalt met goede, sluitende argumenten. Die heb ik
De steeds hogere kosten wijt hij deels aan de extreem com-
Hij ziet het eerder als een argument om het onderzoek volledig
nog niet gehoord.”
plexe regelgeving. Maar de exclusieve positie wordt in zijn ogen
naar de medische wereld te halen. “Geen rechtgeaarde weten-
Tot die tijd is Schellekens onvermurwbaar. Zonder radicale
nog eens versterkt door octrooien, die, zoals hij zegt, de concur-
schapper gaat me-too’s uitvinden. Daaraan is geen eer te beha-
omslag loopt de farmawereld volgens hem hetzelfde risico als
rentie om zeep helpen. Dat het ook zonder octrooibescherming
len. Bovendien kunnen we naar een model van open access. Er
de bankwereld: dat ze aan greed ten onder gaat. “In beide sec-
kan, bewijst volgens Schellekens de geschiedenis. “Naar mijn
is voor een wetenschapper geen reden meer om uitvindingen
toren hebben bedrijven het gevoel verloren dat ze in eerste
weten bestaat de industrie al honderdvijftig jaar, terwijl octrooi-
geheim te houden. Integendeel: voor je profiel is het veel han-
instantie een maatschappelijke taak vervullen. Als ik vroeger bij
diger om het van de daken te schreeuwen.”
een groot farmabedrijf kwam, zag ik bij de balie een vitrine met
Ook een andere tegenwerping, namelijk dat de hoge kosten
producten. Nu hangt op diezelfde plek een lichtkrant met de
Om zeep
van geneesmiddelenontwikkeling door publieke onderzoeksin-
beurskoersen.” |
‘Het moet fundamenteel anders; een paar ballen verhangen helpt allang niet meer’
N e fa r m a & D i a l o o g N e fa r m a & O p i n i e N e fa r m a & To e t s i n g N e fa r m a & T h e m a N e fa r m & G l a ze n Z a a l D e b a t N e fa r m a & D i a l o o g N e f a r m a & N u m m e r10 N e fa r m a & I m a g o N e fa r m a & C o l u m n N e fa r m a & O p i n i e N e fa r m a & D i a l o o g N e fa r m a & T h e m a N e fa r m a & G l a z e n Z a a l D e b a t N e fa r m a & C o m m e n t a a r N e fa r m a & N i e u w s N e fa r m a & T h e m a N e fa r m a & M a r k t w e r k i n g N e fa r m a & E t h i e k N e fa r m Begrijp me goed, ik ben hier niet om te bepalen hoeveel winst een farmabedrijf mag maken. Ik behoor niet tot de industrie, ben daar geen werknemer. Maar als je zo’n vergelijking neerlegt, moet die wel eerlijk zijn.” Ook gaat Schellekens de mist in met zijn samenvatting van een rapport van eurocommissaris Neelie Kroes (concurrentie). Uit haar onderzoek naar de farmaceutische sector bleek niet dat ‘octrooien worden misbruikt door de farmaindustrie en zo de innovatie belemmeren’, zoals Schellekens schreef. Bert Oosting: “Als je kijkt naar het definitieve rapport, blijkt maar al te duidelijk dat de Europese Commissie gelooft in adequate octrooibescherming. De gekozen way forward is juist een béter octrooisysteem, met een gemeenschapsoctrooi voor de hele Europese Unie, een gemeenschappelijke procedure en een goed, snel en kritisch Europees Octrooibureau.” Een zo efficiënt mogelijk systeem is in het belang van alle partijen: van de industrie tot politici, octrooirechters en -advocaten. Oosting: “Nu moet men procederen in allerlei landen, met allerlei verschillende rechtssystemen. Al die verschillende stakeholders hebben na het uitkomen van het voorlopige rapport gepleit voor een andere toonzetting en inhoud. Ze hebben de Commissie geïnformeerd dat delen van het voorlopige rapport niet in lijn waren met hoe het er in de praktijk aan toegaat. Daarbij wordt onderkend, ook door de Europese Commissie, dat dit model werkt, maar veel complexer is dan noodzakelijk. Alle partijen hebben er belang bij dat het octrooisysteem beter, sneller en efficiënter wordt. Op dit gebied bestaat ook geen verschil van inzicht tussen de generieke en de innovatieve farmaceutische bedrijven.” |
december 2009
Pagina 5
‘Ik kan weer écht genieten van het leven’ Elke dag een paar pilletjes. Voor Jan Keizer was het na zijn zware hartoperatie lange tijd een vast gegeven. “Ik weet niet beter of ik begon de dag met medicijnen. Door die pillen kon én kan ik genieten van het leven. Ik ben een gelukkig mens, ik voel me goed en ik doe dingen die ik leuk vind.” Jan Keizer - jarenlang leadzanger van BZN - leidde een hectisch leven. “We leefden tijden onder voortdurende druk. We wilden met BZN de top bereiken en werkten daar dag en nacht voor.” Het resultaat bleef niet uit: BZN kreeg tachtig gouden en platina platen. Een enorme prestatie in de Nederlandse muziekgeschiedenis. Jan kreeg het rustiger toen BZN in 2007 ophield te bestaan en er ruimte kwam voor een tweede carrière. “Een heel nieuw begin, met eigen muziek.” Toch voelt hij zich pas nu, na een zware hartoperatie, meer zichzelf dan ooit. “Natuurlijk moest ik eraan wennen om hartpatiënt te zijn, maar ik voel me goed. Ik tennis weer, ik schrijf liedjes en maak platen.” Ondanks de therapeutische waarde van muziek, was Jan lange tijd afhankelijk van medicijnen. Nog steeds slikt hij ze elke dag, naast multivitamines die hij zelf op de markt heeft gebracht. “Ik vind het belangrijk dat je goed naar je lichaam luistert en er goed voor zorgt.“
Jan Keizer (60) onderging in 2008 een zware hartoperatie. Het deed hem beseffen hoe waardevol het leven is en hoe belangrijk het is om dingen te doen die hij leuk vindt. Hij treedt nog steeds gemiddeld 125 keer per jaar op.
Nieuwe cd “Mijn nieuwe cd Chords of Life heb ik vol overgave gemaakt, met mijn zoon en dochter. Het maken van een plaat is een bijzonder creatief proces. Alsof je een andere wereld betreedt. Voor mij is er geen betere therapie te bedenken. Voor anderen geldt wellicht dat ze kunnen gaan wandelen of boeken lezen. Wat je doet, maakt niet uit. Als het maar dingen zijn die goed voelen. Daar heb ik ook voor gekozen. Trek lering uit de dingen die je tegenkomt. Dat ik Chords of Life heb gemaakt, heeft geen directe relatie met mijn gezondheidsproblemen, wel met wat het me heeft geleerd. Of zoals ik verwoord in de titelsong: Learn at last to hear the chords of life, sing along with its song and let the rhythm help you to understand.” | De cd Chords of Life is te bestellen via jankeizer-online.nl. Uiteraard ligt de cd ook bij platenwinkels.
Jan Keizer, zanger
N e fa r ma & B e t e r w o r de n “Met de hulp van geneesmiddelen strijden we tegen diverse tegen diverse ziektebeelden. Een strijd die natuurlijk in de
In dit speciale Nefarma&-dossier laten we patiënten aan het
ziekten. Dat lukt steeds beter. Soms genezen mensen hele-
eerste plaats wordt gestreden door patiënten die met een
woord die hun bekendheid c.q. talenten gebruiken om hun
maal. Helaas geldt dat niet voor alle aandoeningen. Maar
ziekte of aandoening te maken krijgen. Maar aan hun zijde
persoonlijke verhalen met de wereld te delen. Via een boek,
patiënten blijven wel steeds vaker leven, meestal ook met
vinden zij diverse medestanders; mensen, organisaties,
een tentoonstelling of een muziekalbum. Zanger Jan Keizer,
een aanvaardbare kwaliteit, zonder zich erg ziek te voelen.”
bedrijven die dag na dag in de weer zijn om de
presentatrice Julia Samuël, fotografe Emilie Hudig en
Die alinea introduceert Nefarma’s website
gezondheidszorg verder te verbeteren. En niet zonder
topsporter Bas van de Goor vertellen over hun ervaringen met (ernstig) ziek zijn en weer beter worden. |
www.wewordensteedsbeter.nl, die verslag doet van de strijd resultaat.
‘Ik ga sportieve uitdagingen niet uit de weg’ Onlangs verscheen het prachtige boek High on Insuline van Bas van de Goor, in 1996 met het Nederlands volleybalteam winnaar van Olympisch goud. Het boek laat zien hoe hij met zeven andere personen met diabetes-type 1, én met een medisch team, succesvol de bijna zesduizend meter hoge Kilimanjaro beklimt.
Bas van de Goor, ex-volleyballer Het boek High on Insuline is te bestellen via www.sportenkennis.nl. Meer informatie over de tocht naar de top van Toubkal vindt u vanaf januari 2010 op www.atlaschallenge.nl.
Pagina 6
Bas van de Goor (38) kreeg in november 2003 te horen dat hij diabetes-type 1 had. Op dat moment speelde hij op topniveau volleybal. De ziekte belette hem niet in zijn carrière en hij speelde nog anderhalf jaar door. Na zijn volleybalcarrière richtte hij de Bas van de Goor Foundation op om structureel aandacht te vragen voor sport, bewegen en diabetes.
Het boek heeft een duidelijk doel. “Ik wil laten zien dat mensen met diabetes grote sportieve ambities waar kunnen maken. Te vaak hebben zij geen vertrouwen in hun eigen kunnen. De verovering van de Kilimanjaro laat zien dat sport en diabetes prima samen kunnen gaan.” Van de Goor heeft diabetes-type 1, een vorm van diabetes die met name op jongere leeftijd de kop op steekt. Iemand met dit type diabetes maakt zelf helemaal geen insuline meer aan. Zonder insuline kan het lichaam de bloedsuikerspiegel niet reguleren. Dat betekent dat patiënten handmatig het suikergehalte in hun bloed op peil houden en moeten weten wat hun suikerspiegel beïnvloedt. “Koolhydraten, stress en koorts verhogen de bloedspiegel bijvoorbeeld. Insuline, sport en alcohol werken verlagend. Zolang je weet hoe je lichaam reageert op deze impulsen, kun je zelf bijsturen. Bij diabetes-type 2 is het slikken van medicijnen voldoende, soms voldoet een infuussysteem. Er is zeker goed mee te leven, helemaal wanneer je veel sport.”
&
Nefarma
Vertrouwen Lang niet iedereen met diabetes is even positief als Bas van de Goor. “En daarom dat boek. High on Insuline laat zien dat je sportieve uitdagingen niet uit de weg hoeft te gaan en dat het goed is vertrouwen te hebben in wat je zelf kunt doen als je diabetes hebt. Ik vertel het regelmatig in media, maar de beelden in dit boek zeggen duizend keer meer.” Inmiddels zijn de voorbereidingen voor een volgende sportieve uitdaging al in volle gang. In 2010 beklimmen twaalf mensen met diabetes-type 2 - ook wel ouderdomssuiker genoemd - de berg Toubkal in Marokko, het hoogste punt in Noord-Afrika. Net als bij de Kilimanjaroklim begeleidt een medisch team de klimmers. Dit team is er niet alleen voor de zorg maar evenzeer voor onderzoek naar de effecten van sport op mensen met dit type diabetes. Het uiteindelijke doel is een manier te vinden om mensen met diabetes van hun medicatie af te helpen. “Want dat is pas echt innovatief”, besluit Van de Goor. |
Jaargang 2, nummer 10
‘Foto’s hebben me weer op de rails gezet’ Confronterend, rauw en ingrijpend. Dat zijn de beste kwalificaties van de foto’s uit het boek Controle van Emilie Hudig. De foto’s - door Emilie zelf gemaakt - registreren in detail haar succesvolle gevecht tegen de ziekte van Hodgkin. “Mijn leven werd stilgezet. Om niet alles in te leveren kocht ik een simpele camera die ik makkelijk kon bedienen. Zo bleef ik zelfs in de meest verwarrende momenten fotograaf.” Dat het boek gemaakt is, is min of meer toeval. Vlak voor Emilies ziekte zich openbaarde, werd ze genomineerd voor de Photo Academy Award en won ze een expositie in het FOAM. Tijd om een gesprek over de expositie aan te gaan, kreeg ze niet. “Ik had wel wat anders aan mijn hoofd. Ik stond aan de vooravond van een zeer ingrijpende behandeling. Ik vreesde voor mijn leven.“ Na tien maanden chemokuren en bestralingen, keerde ze terug bij FOAM en presenteerde ze de honderden foto’s van haar herstelproces. “FOAM moedigde me aan de foto’s te exposeren. Achteraf denk ik dat het goed is dat ik het heb gedaan. De foto’s hebben me weer op de rails gezet en hebben me de ziekte in de ogen laten kijken.”
Emilie Hudig (36) rondde in 2007 haar opleiding voor vakfotografie af en won een expositie in FOAM. De expositie stond in het teken van de behandeling van de ziekte van Hodgkin die zich bij haar openbaarde. Dertien jaar eerder had ze de ziekte ook. Inmiddels is Emilie genezen en richt ze haar fotocarrière op het maken van portretten en documentaireprojecten. Met het boek Controle sloot ze haar ziekteperiode af.
Emilie Hudig, fotografe
Kracht Van de foto’s is het boek Controle verschenen. “Ook dat heeft geholpen, al blijft het een trauma. Nog steeds achtervolgt de ziekte me. De medicijnen die ik heb gekregen, hebben me gered. Tegelijkertijd maken ze extreem veel kapot, ook gezonde organen. De gevolgen voor de vruchtbaarheid van vrouwen bijvoorbeeld zijn enorm.” Hudig is nog elke dag verbaasd over de kracht van haar lichaam. Anderhalf jaar geleden kreeg ze haar laatste bestraling. “En kijk nu naar me. Ik doe alles, ik werk, heb een gezin en in september liep ik de Van Dam tot Dam-loop. Waanzinnig gewoon.” | Het fotoboek Controle is te bestellen bij Schilt Publishing via www.schiltpublishing.nl. Een impressie van de foto’s krijgt u op www.emiliehudig.nl.
N e fa r m a & D o s s i e r N e fa r m a & O p i n i e N e fa r m a & To e t s i n g N e fa r m a & T h e m a N e fa r m a & G l a ze n Z a a l D e b a t N e fa r m a & D o s s i e r N e fa r m a & N u m m e r10 N e fa r m a & I m a g o N e fa r m a & C o l u m n N e fa r m a & O p i n i e N e fa r m a & D o s s i e r N e fa r m a & M a r k t w e r k i n g N e fa r m a & T h e m a N e fa r m a & G l a ze n Z a a l D e b a t N e fa r m a & C o m m e n t a a r N e fa r m a & N i e u w s N e fa r m a & T h e m a N e fa r m a & M e d i a N e fa r
‘Het leven is een geschenk’
Julia Samuël (50) strijdt tegen malaria, volksvijand nummer één in Afrika, en een ziekte die ze zelf in Mozambique opliep. Samen met David Robertson van Drive Against Malaria, doorkruist ze de meest afgelegen gebieden. Samuël is bekend geworden als tv-presentatrice en filmmaker. In 1999 werd zij gevraagd een documentaire te maken over malaria bij kinderen en moeders. Die film werd een omslagpunt in haar leven. Julia Samuël heeft al twee vormen van kanker gehad en kampt met uitzaaiingen in haar botten.
december 2009
De grote gevaren van malaria zijn door Samuël vastgelegd in het boek Niemand weet waar ik ben. “Mijn boek is een boek over hoop. Hoop dat we ervoor kunnen zorgen dat malaria minder slachtoffers maakt, dat gezondheidszorg toegankelijk wordt voor iedereen. Niemand weet waar ik ben geeft de meest kwetsbaren een stem. Als ik niet spreek en als ik niet schrijf, bestaan zij niet. Dat is een grote drijfveer achter het boek.”
Troost Het boek gaat ook over Julia Samuël met kanker. “Het besluit daarover te schrijven was moeilijk. Ik kijk liever niet achterom als het om kanker gaat. Pas wanneer je de stap naar morgen durft te zetten, laat het vreselijke, onheilspellende gevoel dat kanker met zich meebrengt, zich verdrijven. Met het boek zou ik elk detail weer moeten opdiepen. En toch heb ik het gedaan. Ik was geraakt door een opmerking van
Foto: ANP
“Wat er ook met je gebeurt, in Afrika voel je dat het leven een geschenk is.” Julia Samuel, die in eerste instantie alleen naar Afrika ging om een film te maken over malaria, werkt er inmiddels onder de meest barre omstandigheden aan de opdracht van haar leven. “Na het zien van stervende kinderen, werd deze wereld mijn referentiekader van de realiteit.”
Julia Samuël, presentatrice de uitgever die zei dat anderen troost zouden vinden in mijn kijk op het leven.” Het boek verscheen op het moment dat Samuël tien jaar betrokken was bij Drive Against Malaria. “Het was nu of nooit. Met dit boek kan ik Afrikaanse moeders en kinderen uit de schaduw halen. Elke dag sterven er meer dan 3.000 kinderen onder de vijf jaar aan malaria, terwijl de ziekte goed te voorkomen en te genezen is. In Afrika
&
Nefarma
zijn echter nauwelijks medicijnen te vinden. Waar blijven we zonder medicijnen? Medicijnen verlengen ons leven en nemen de lichamelijke pijn weg. Iedereen heeft er recht op.” | Het boek Niemand weet waar ik ben is te bestellen via de reguliere boekwinkels en via bol.com. Meer informatie over Drive Against Malaria vindt u op www.driveagainstmalaria.com.
Pagina 7
Website handig hulpmiddel bij keuze zorgpolis is. Door het gebrek aan kennis is het lastig te beoordelen bij welke zorgverzekeraar iemand het beste op zijn of haar plek is.
Nederlanders zijn slecht geïnformeerd over hun zorgverzekering, blijkt uit recent onderzoek. Ze betalen daardoor vaak veel meer dan nodig is of krijgen bijvoorbeeld niet de geneesmiddelen vergoed die het beste voor hen zijn. Verschillende websites, waaronder Mijnmedicijnvergoeding.nl, zijn in het ‘informatiegat’ gesprongen. Op deze vergelijkingssites kunnen verzekerden zelf nagaan welke zorgpolis het beste bij hun specifieke situatie past. Mijnmedicijnvergoeding.nl, een door bureau Scanwork samengestelde site waarvan Nefarma hoofdsponsor is, vergelijkt bijvoorbeeld de vergoeding van geneesmiddelen door de verschillende verzekeraars. Doordat zij een zeer verschillend beleid voeren, kan het voor medicijngebruikers de moeite waard zijn om van polis te veranderen. Even zelf een berekening maken op een dergelijke website kan voor Nederlandse verzekerden veel geld opleveren. Gezamenlijk lopen zij honderden miljoenen euro’s mis, berekende een andere vergelijkingssite, Verzekeringssite.nl, in november. Belangrijker nog is de constatering van ZorgKiezer.nl, dat Nederlanders niet
Campagne Via een publiekscampagne vestigt Nefarma sinds half november de aandacht op het bestaan en de mogelijkheden van Mijnmedicijnvergoeding.nl. De campagne bestaat onder meer uit artikelen in huis-aan-huisbladen, banners op websites en reclamespots op landelijke radiostations en in wachtkamers van ziekenhuizen. Mensen die overwegen van zorgverzekeraar te wisselen, dienen uiterlijk eind december hun huidige polis op te zeggen. Ze hebben vervolgens tot eind januari van het nieuwe jaar de tijd om zich in te schrijven voor een nieuwe zorgpolis. |
Via onder meer een folder brengt Nefarma de website Mijnmedicijnvergoeding.nl onder de aandacht
www.mijnmedicijnvergoeding.nl
zijn om te weten of je op tijd op je afspraak kunt zijn. Of om een andere weg te kiezen. Aan de melding van plaats en lengte van de file heb je genoeg. Maar je hoort of de spits vandaag meer of minder dan het gemiddelde scoort en welke plek wordt ingenomen op de file top 100. Zinloze informatie.
Net zo zinloos zijn de volzinnen die Erwin Kroll ons
blijft of gaat regenen en hoe koud of warm het zal zijn. Okee, voor de fietsers onder ons mag hij ook nog ver-
weten waarvoor zij verzekerd zijn, hoe hoog het eigen risico is en op welke kosten het eigen risico van toepassing
tellen uit welke hoek de wind waait en met welke kracht. De rest is overbodig. In tien seconden staan de
N e fa r m a & To e t s i n g N a t N e fa r m a & O p i n i e K m a & C o l u m n N e fa r m a a & O p i n i e N e fa r m a & e n Z a a l D e b a t N e fa r m & N i e u w s N e fa r m a & T Bijwerkingen beperkt
Eurocommissaris slaat alarm
Vervalste geneesmiddelen overspoelen Europa tot verkoop. In juni namen de EU-landen al wetten aan die het verspreiden van namaakmedicijnen tegengaan. Het Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik bevestigt dat de aantallen stijgen. Men noemt de cijfers van de douane ‘nog maar het topje van de ijsberg’ en voorspelt dat als er niets gebeurt het aantal vervalste geneesmiddelen de komende vijf jaar nog eens verdubbelt. |
dag presenteert. Toegegeven, ze zijn vaak humoristisch, maar verder overbodig. Ik wil graag weten of het droog
Ook in 2010 organiseert Nefarma weer drie keer een Glazen Zaal Debat over belangwekkende en spraakmakende onderwerpen uit de (farmaceutische) zorg. Alle debatten vinden komend jaar plaats op de woensdagmiddag en gaan van start om 15.30 uur. Noteert u alvast de data in uw agenda: 17 maart, 23 juni en 27 oktober. Het eerste debat van het nieuwe jaar (het achtste in totaal) gaat op woensdag 17 maart over artsenbezoekers. Meer informatie volgt in januari.
Met name antibiotica, erectiepillen en middelen tegen kanker, cholesterol en malaria worden vaak nagemaakt. Veel vervalsingen zijn afkomstig uit India. Verheugen wil dat de medicatie precies kan worden getraceerd, van productie
Verkeersinformatie via de autoradio. Het kan handig
aanreikt als hij de weersverwachting voor de volgende Meer informatie op
Drie Glazen Zaal Debatten in 2010
Eurocommissaris Günter Verheugen (Industrie) slaat alarm over de grote hoeveelheid vervalste geneesmiddelen in de Europese Unie. In twee maanden tijd zijn bij douanecontroles in de lidstaten 34 miljoen valse medicijnen in beslag genomen.
Babbelen
De vaccinatie tegen de Mexicaanse Griep bij mensen die tot risicogroepen behoren, is succesvol verlopen. Bij de landelijke GGD-vaccinatie kwam ongeveer driekwart van de opgeroepen mensen in de eerste vaccinatieronde een prik halen. De GGD en het RIVM toonden zich tevreden met die opkomst. Sinds de start van de vaccinatiecampagne waren er in totaal ruim vijfduizend meldingen van mogelijke bijwerkingen. Dat meldde het Nederlands Bijwerkingencentrum Lareb op 9 december. Het merendeel van de klachten betrof bekende milde reacties, zoals pijn of roodheid op de injectieplaats en koorts. De meldingen worden dagelijks anoniem gedeeld met betrokken instanties in Nederland en het buitenland. Lareb rapporteert onder andere aan de Europese bijwerkingendatabank, waar alle meldingen worden verzameld. |
feiten op een rij en weet je genoeg. Maar het weerbericht duurt minstens een paar minuten. Kroll presenteert het weer alsof hij het zelf maakt, geeft er zijn persoonlijke voorkeur bij, laat plaatjes zien van amateurfotografen en vervult zijn rol als bekende Nederlander zo met verve.
Feiten zijn vandaag de dag niet meer voldoende. Dat tachtig procent van de doelgroep zich heeft laten inenten tegen de griep en dat de bijwerking beperkt blijft tot een rode of blauwe plek is kennelijk geen nieuws. Een kwart van de voorpagina van een kwaliteitskrant is gevuld met foto’s van huilende geprikte kinderen, bij inbelrubrieken op de radio mag iedereen meekletsen over de vraag of de minister wel een juist besluit heeft genomen en of kinderjuffen toch ook niet gevaccineerd hadden moeten worden.
We kunnen niet meer zonder babbelen. En doen we het niet mondeling, dan wel via een column. |
Nefarma& is een uitgave van Nefarma, vereniging innovatieve geneesmiddelen Nederland (www.nefarma.nl). Redactie: Joop Daggers, Elise de Kruijf, Paul Wouters, Elisabeth de Gelder, redactiesecretariaat: Shabila Dhonré, fotografie: Bart Versteeg,
Michel A. Dutrée, directeur Nefarma
vormgeving: vormbreker, Leo van der Kolk, grafisch ontwerper bno. Nefarma& verschijnt tien keer per jaar en is bestemd voor stakeholders van de innovatieve farmaceutische industrie. Wilt u Nefarma& ontvangen? Stuurt u dan een mail naar
[email protected]
Pagina 8
&
Nefarma
Jaargang 2, nummer 10, december 2009