BEOORDELINGSRAPPORT Uitgebreide opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Communicatie voltijd/deeltijd/versneld Engelstalig ICM De Haagse Hogeschool
Lange Voorhout 14 2514 ED Den Haag T (070) 30 66 800 F (070) 30 66 870 I www.hobeon.nl E
[email protected]
BEOORDELINGSRAPPORT Uitgebreide opleidingsbeoordeling hbo-bacheloropleiding Communicatie voltijd/deeltijd/versneld Engelstalig ICM De Haagse Hogeschool CROHO nr. 34405
Hobéon Certificering Datum 18 december 2013 Auditteam Drs. W.G. van Raaijen Lic. L. Van Der Plas Dr. E.M.C. van der Pool Dr. G.W. Rijnja J. Moers, BComm Secretaris I.A.M. van der Hoorn, MSc
INHOUDSOPGAVE 1.
BASISGEGEVENS
1
2.
SAMENVATTING
3
3.
INLEIDING
7
4.
OORDELEN OP NIVEAU VAN DE STANDAARDEN
9
5.
ALGEMEEN EINDOORDEEL
51
6.
AANBEVELINGEN
53
BIJLAGE BIJLAGE BIJLAGE BIJLAGE BIJLAGE BIJLAGE
I II III IV V VI
Scoretabel Opleidingsspecifieke eindkwalificaties Schematisch overzicht opleidingsprogramma Programma, werkwijze en beslisregels Lijst geraadpleegde documenten Overzicht auditteam
55 57 59 77 81 83
1.
BASISGEGEVENS
NAAM INSTELLING
De Haagse Hogeschool
status instelling (bekostigd of rechtspersoon voor hoger onderwijs) resultaat instellingstoets kwaliteitszorg
Bekostigd
NAAM OPLEIDING (zoals in croho)
Communicatie
registratienummer croho
34405
domein/sector croho
Economie
oriëntatie opleiding (hbo – wo)
Hbo
niveau opleiding (associate degree – bachelor – master) graad en titel
Bachelor
aantal studiepunten (ec’s)
240 EC’s
Afstudeerrichtingen
n.v.t.
onderwijsvorm1
Competentiegericht onderwijs
Locatie
Den Haag
Varianten
relevante lectoraten
Voltijd Deeltijd International Communication Management (ICM), driejarige Engelstalige variant -
datum audit / opleidingsbeoordeling
25 en 26 september 2013
1
Instellingstoets niet uitgevoerd
Bachelor of Communication (BComm)
Hieronder worden bijvoorbeeld verstaan: afstandsonderwijs, werkplekgerelateerd onderwijs, flexibel onderwijs, competentiegericht onderwijs of onderwijs voor excellente studenten.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 1
Basisgegevens hbo-bacheloropleiding Communicatie, voltijd, deeltijd en ICM Bron: Kritische Reflectie 2013, Opleiding Communicatie Instroom absolute aantallen (met switchers)
Voltijd
Deeltijd
ICM
Instroom absolute aantallen (zonder switchers) Voltijd
Deeltijd
ICM
Uitval uit het eerste jaar (zonder switchers)
Voltijd
Deeltijd
ICM
Uitval uit de hoofdfase
2007
2008
2009
2010
2011
2012
118
135
129
118
163
159
30
30
29
27
32
19
nvt
83
129
121
124
117
2007
2008
2009
2010
2011
2012
98
113
108
85
134
123
19
26
24
18
20
15
nvt
55
100
97
97
71
2007
2008
2009
2010
2011
2012
39
48
45
38
29
nb
38
36
33
36
47
nb
nvt
35
27
34
30
Nb
2006
2007
2008
2009
2010
2011
Voltijd
19
4
8
8
8
nb
Deeltijd
24
25
11
24
12
nb
ICM
Rendement propedeuse (intotaal) Voltijd
Deeltijd
ICM
nvt
nvt
10
5
3
nb
Cohort 2006 64%
Cohort 2007 59%
Cohort 2008 47%
Cohort 2009 51%
Cohort 2010 52%
Cohort 2011 nb
83%
67%
55%
72%
63%
nb
nvt
nvt
63%
67%
59%
Nb
Cohort 2006 36%
Cohort 2007 43%
Cohort 2008 [21%]
Cohort 2009 nb
41%
36%
nb
nb
Nb
nb
[39%]
nb
Rendement hoofdfase (na vijfVoltijd jaar)
Deeltijd
ICM
Docenten (aantal + fte)
Aantal
Fte
Voltijd
36
Deeltijd
22
5
ICM
24
12,4
Opleidingsniveau docenten (percentage)2
Voltijd
Deeltijd
ICM
Bachelor
Master
19,4
PhD.
3%
89%
8%
20%
75%
5%
4%
92%
4%
Docent–student ratio3
Voltijd
1 : 24,3
Deeltijd
1 : 20
ICM
1 : 24,3
Contacturen (aantal)
2
3
4
5 6
4
Voltijd
Deeltijd
ICM
1e jaar
2e jaar
3e jaar
4e jaar
14,4
10,0
4,4
6,1
7,6
7,5
7,5
0,15
13,7
11,0
9,56
Het aandeel docenten (onderwijzend personeel) met een hbo, master en PhD in het totaal aantal docenten (onderwijzend personeel). De verhouding tussen het totaal aantal ingeschreven studenten en het totaal aantal fte’s aan onderwijzend personeel van de opleiding in het meest recente studiejaar. Het gemiddeld aantal klokuren per week aan geprogrammeerde contacttijd, voor ieder jaar van de opleiding. Vierde jaar bestaat uit stage en afstuderen, waardoor er vrijwel geen contacturen zijn. Exclusief stage.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 2
2.
SAMENVATTING
Inleiding De opleiding Communicatie vormt een onderdeel van de Academie European Studies & Communication Management van De Haagse Hogeschool. De opleiding kent drie varianten: voltijd, deeltijd en International Communication Management (ICM). ICM is een versnelde Engelstalige variant van drie jaar, die in 2008 is gestart in aansluiting op het internationale karakter van Den Haag en van De Haagse Hogeschool. De studie Communicatie leidt studenten op tot beginnende communicatieprofessionals die aan de slag kunnen in zowel het publieke domein als in het meer commerciële gebied van de marketingcommunicatie. De Kritische Reflectie en de onderliggende documentatie boden de leden van het auditteam voldoende gelegenheid om zich te verdiepen in de kwaliteit van de opleiding, de inhoud van het onderwijsprogramma en het niveau van de opleiding en haar afgestudeerden. Beoogde eindkwalificaties De opleiding Communicatie hanteert voor alle varianten het Landelijke Competentieprofiel dat is opgesteld door het Landelijke Overleg Communicatieopleidingen in samenwerking met beroepsvereniging Logeion. Het auditteam beoordeelt de competenties als duidelijk uitgewerkt en adequaat. Zij sluiten goed aan bij de eisen die de (internationale) arbeidsmarkt stelt aan net afgestudeerde communicatieprofessionals. De opleiding is op weg haar eigen inkleuring aan het competentieprofiel te geven en ‘De Haagse focus’ te benadrukken. Het auditpanel vindt het belangrijk dat de opleiding hiermee verder gaat, maar zij moet ook binnenkort beslissen hoe de discussie over de eigen inkleuring gaat leiden tot een adequaat profiel en een bijpassend onderwijsprogramma. Het panel beoordeelt Standaard 1 voor alle varianten als voldoende. Programma De opleiding sluit met haar curriculum goed aan op ontwikkelingen in het werkveld. Om deze aansluiting en de actualiteit van het programma ook voor de toekomst te kunnen garanderen consulteert de opleiding met regelmaat haar werkveldcommissie. Ook zorgen interessante gastsprekers voor inbreng van actuele thema’s. De vakinhoudelijke component is binnen de opleiding aanwezig, evenals de beroepspraktijk, die via opdrachten en stages ‘naar binnen’ wordt gehaald. De komende periode zullen de plannen die staan beschreven in het Onderzoeksbeleidsplan verder worden geïmplementeerd. Het panel benadrukt hierbij het belang van uitbreiding van de groep bekwame onderzoeksdocenten en samenwerking met een lectoraat. Het curriculum van de verschillende varianten stelt de studenten in staat de competenties op het niveau van de beginnende beroepsbeoefenaar te ontwikkelen. De opleiding heeft het didactisch concept uitgewerkt in vijf leerlijnen: (i) conceptuele leerlijn, (ii) vaardigheden, (iii) integrale leerlijnen, (iv) ervaringsleren en (v) persoonlijke ontwikkeling. Alle varianten hanteren dezelfde eindkwalificaties. Deze zijn vertaald naar beroepshandelingen, beroepsproducten en benodigde kennis, methoden en technieken. Deze onderwerpen komen terug in de lessen, tijdens projecten en in opdrachten. De programma’s zijn opgebouwd rondom twee pijlers, dit zijn marketingcommunicatie en communicatie binnen het publieke domein.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 3
Binnen de programma’s is zowel horizontale als verticale samenhang aanwezig, waarbij de horizontale samenhang binnen met name de voltijd variant nog steviger aangezet kan worden. Het internationale karakter van de opleiding komt duidelijk tot uitdrukking in de variant International Communication Management. De voltijd- en deeltijdopleiding besteden in het programma ook aandacht aan internationalisering, maar zouden dit nog verder uit kunnen bouwen. Onderzoek komt op verschillende momenten in het programma aan de orde. In de voltijdvariant is afgelopen jaar een extra onderzoeksmodule ingevoerd. Ook de internationale variant heeft onlangs, met de introductie van het Quest-project, de aandacht voor onderzoek vergroot. Niettemin kan de samenhang tussen de theorielessen over onderzoek en de toepassing ervan tijdens andere vakken en projecten, worden vergroot. De opleiding sluit over het algemeen goed aan op de beginsituatie van startende studenten, waarbij de beheersing van het Nederlands voor met name voltijdstudenten wel een punt van aandacht blijft. De instroomcijfers van de opleiding zijn redelijk stabiel. De voorzieningen voor studenten met een functiebeperking zijn adequaat, de studielast is evenwichtig verdeeld over de verschillende semesters en alle varianten voldoen aan de wettelijke eis met betrekking tot de omvang en duur van het programma. Voor alle varianten beoordeelt het panel Standaard 2, 3, 4, 5, en 6 als voldoende, Standaard 7 voldoet. Personeel Het personeelsbeleid van de opleiding is vastgelegd in het Strategisch Personeels Plan 20102014 dat op academieniveau is opgesteld. De opleiding heeft in beeld op welke terreinen bijscholing nodig is. Op academie- en opleidings- en individueel niveau zijn er voldoende scholingsactiviteiten. De onderzoeksvaardigheden van docenten verdienen met name verdere scholing. Het onderwijzend personeel is gekwalificeerd om het onderwijsprogramma uit te voeren. De docenten zijn inhoudelijk deskundig, behandelen actuele cases en zijn didactisch goed onderlegd. Vrijwel alle docenten zijn in het bezit van een Master diploma. Een aanzienlijk aantal deeltijd docenten is bovendien werkzaam in de praktijk. De omvang van het personeel is toereikend voor de realisatie van het programma met docentstudentratio’s van 1:20 (deeltijd) en 1:24,3 (voltijd en ICM). Voor alle varianten beoordeelt het panel Standaard 8 als voldoende, en Standaard 9 en 10 als goed. Voorzieningen De algemene en opleidingsspecifieke voorzieningen zijn niet ‘state of the art’, maar wel van een voldoende niveau. De bibliotheek beschikt over een actuele collectie van boeken en daarnaast hebben de studenten toegang tot een grote hoeveelheid digitale databases. In de bibliotheek kunnen studenten in groepen werken, er is een stilteruimte aanwezig en men kan er achter de computer aan de slag. De opleiding beschikt over een Applelab, eigen camera’s en daarnaast kunnen studenten audiovisuele apparatuur lenen bij de IT-helpdesk van de hogeschool.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 4
De studiebegeleiding bij voltijd en ICM is adequaat vormgegeven. De aanwezigheid van Coaching Assistents naast de studieloopbaanbegeleider, komt het effect van de studieloopbaanbegeleiding ten goede. Deeltijdstudenten worden begeleid door de coördinator deeltijd. De opleiding zet met name in het eerste jaar stevig in op studieloopbaanbegeleiding om uitval te beperken. Over de informatievoorziening, en met name over de bekendmaking van roosters, zijn de studenten niet helemaal tevreden. Om de enigszins negatieve perceptie van studenten over de bereikbaarheid van hun docenten te verbeteren, gaat de opleiding aan de slag met verwachtingenmanagement. Standaard 11 en 12 beoordeelt het panel voor alle varianten als voldoende. Kwaliteitszorg De hogeschool legt doelen vast volgens de PDCA-cyclus op verschillende niveaus: hogeschool, academie en opleiding. De realisatie van deze doelen wordt gemonitord via diverse managementrapportages. De opleiding brengt verschillende overlegorganen en evaluatieve instrumenten in stelling om ervoor te zorgen dat het niveau en de inhoud van het onderwijs op orde blijft. Zo is de opleiding, naar aanleiding van onbevredigende studentevaluaties, onlangs gestart met het voeren van focusgesprekken met studenten om meer inzicht te krijgen in de mening van studenten over bepaalde aspecten van de opleiding. Deze en andere evaluaties worden op adequate wijze uitgevoerd en leiden tot verbetermaatregelen. De opgestelde verbetermaatregelen uit de verschillende evaluaties kunnen op een meer overzichtelijke wijze worden vastgelegd en moeten bovendien worden voorzien van een realistische prioritering. Voor alle varianten beoordeelt het panel Standaard 14 als voldoende, en Standaard 13 en 15 als goed. Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties De opleiding maakt gebruik van een duidelijke toetscyclus volgens het PDCA-model, waarin evaluatie een belangrijke plaats inneemt. Op verschillende manieren zorgt de opleiding ervoor dat de toetsen valide, betrouwbaar en transparant zijn. Er wordt gebruik gemaakt van een functionele mix aan toetsingsmechanismen, die ervoor zorgt dat alle beoogde eindkwalificaties in de opleiding worden getoetst. De toetsen die het panel heeft bekeken waren over het algemeen van voldoende niveau. De examen- en toetscommissie zijn voldoende toegerust om hun taak op een adequate wijze uit te voeren. Beide commissies zijn in beweging om het eigen functioneren verder te verbeteren. De examencommissie dient hiernaast te zoeken naar mogelijkheden om een eigenstandig oordeel te vormen over het gerealiseerde eindniveau. Voor het panel weegt het oordeel over de examencommissie mee in het oordeel over het gerealiseerde niveau, maar is dit evenwel niet doorslaggevend. Het oordeel van het panel over het niveau van de werkstukken van voltijdstudenten die hij heeft gezien is negatief: 5 van de 23 beoordeelde werkstukken hebben niet het hbo-niveau. Daarom komt het panel tot het oordeel dat het gerealiseerde eindniveau van de voltijd opleiding Communicatie onvoldoende is. In voorbereiding op de audit las het panel eveneens scripties van de deeltijd- en Engelstalige variant. In beide varianten beoordeelde het panel 1 van de 5 scripties als onvoldoende.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 5
De opschaling binnen deze varianten resulteert in een positief oordeel over het gerealiseerde eindniveau. Het panel beoordeelt standaard 16 van de voltijdse variant als onvoldoende, de deeltijdse variant en ICM beoordeelt hij als voldoende. Gelet op de beslisregels van de NVAO leidt dit tot een score ‘onvoldoende’ voor standaard 16. Algemene conclusie: Het panel stelt vast dat de opleiding Communicatie in al haar varianten beschikt over een programma dat op hbo-bachelorniveau is vormgegeven. De opleiding staat in voldoende mate open voor nieuwe ontwikkelingen en is zelf, in gesprek met verschillende stakeholders, continu op zoek naar verbetering. De varianten deeltijd en ICM bereiden studenten in voldoende mate voor op de beroepspraktijk en leveren studenten af die voldoen aan de eisen die het beroepenveld stelt. Voor de voltijdvariant geldt dat het panel te veel scripties heeft gezien die onder de maat waren, wat ertoe leidt dat het gerealiseerd eindniveau als onvoldoende wordt beoordeeld. Om dit te verbeteren dient de opleiding meer aandacht te besteden aan de onderzoeksvaardigheden van de studenten. Het panel beoordeelt de kwaliteit van de opleiding Communicatie van De Haagse Hogeschool, op grond van de beslisregels van de NVAO als onvoldoende. Gelet op de slagkracht van de organisatie en alle inmiddels in gang gezette verbeteringen, acht het panel een hersteltermijn voor standaard 16 reëel. Den Haag, 18 december 2013
drs. W.G. van Raaijen, voorzitter
I.A.M. van der Hoorn, MSc, secretaris
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 6
3.
INLEIDING
Toezicht op en beoordeling van de opleiding De Haagse Hogeschool heeft (nog) niet deelgenomen aan de instellingstoets. Het auditpanel voerde daarom op 25 en 26 september bij de hbo-bacheloropleiding Communicatie een uitgebreide opleidingsbeoordeling uit. Dit rapport behandelt de zestien standaarden uit het NVAO-beoordelingskader en bevat de bevindingen en conclusies van het auditpanel over deze opleiding. Organisatie De opleiding Communicatie maakt deel uit van de Academie European Studies & Communication Management van De Haagse Hogeschool. Deze academie herbergt de opleidingen Communicatie en European Studies. De opleiding Communicatie kent drie varianten: voltijd, deeltijd en International Communication Management (ICM). ICM is een versnelde internationale variant van drie jaar, die in 2008 is gestart vanuit het internationale karakter van Den Haag en van De Haagse Hogeschool. Veranderingen sinds vorige accreditatie In 2007 is een accreditatie uitgevoerd bij de opleiding Communicatie, die in 2008 heeft geleid tot een positief besluit door de NVAO. De opleiding die destijds is beoordeeld, bestond uit een samenwerking tussen De Haagse Hogeschool en de Hogeschool Leiden. Beide hogescholen boden op hun locatie een opleiding Communicatie aan die stond geregistreerd onder één CROHO-registratie. In het schooljaar 2008/2009 zijn de wegen van beide hogescholen gescheiden. Nu bieden zij beide een eigen hbo-bacheloropleiding Communicatie aan. Deze opleidingen staan apart geregistreerd in het CROHO. Naar aanleiding van de audit in 2007 zijn enkele aandachtspunten naar boven gekomen. Deze aandachtpunten zijn gericht op de opleiding die destijds in gezamenlijkheid met de Hogeschool Leiden werd aangeboden. De huidige opleiding Communicatie van De Haagse Hogeschool is bij de verzelfstandiging opnieuw vormgegeven. Hieronder staan de aandachtspunten benoemd, die door De Haagse Hogeschool zijn opgepakt bij de vormgeving van de eigen opleiding. Naar aanleiding van de audit in 2007 raadde het panel de opleiding aan om internationalisering naar een hoger niveau te tillen. Dit heeft De Haagse Hogeschool zeer serieus opgepakt en heeft geresulteerd in een volledig Engelstalige variant van de opleiding, te weten International Communication Management. In 2010 is door het Landelijke Overleg Communicatieopleidingen het opleidingsprofiel aangepast, wat De Haagse Hogeschool heeft doen besluiten het eigen programma te herijken op basis van het nieuwe opleidingsprofiel. Ten tijde van de vorige audit bevond de opleiding zich in een transitiefase van traditioneel, kennisgericht onderwijs naar competentiegericht onderwijs. Deze transitie is inmiddels volledige uitgevoerd, wat heeft geleid tot een programma dat studenten in staat stelt de beoogde eindkwalificaties cq. competenties te bereiken aan de hand van een zestal leerlijnen. De documentatie van de opleiding is wat betreft voltijd en deeltijd aangeleverd in het Nederlands. De documentatie van ICM was in het Engels. De audit heeft voornamelijk plaatsgevonden in het Nederlands. De gesprekken met de internationale studenten en de docenten van ICM waren in het Engels. De audit vond plaats in Den Haag op 25 en 26 september 2013.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 7
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 8
4.
OORDELEN OP NIVEAU VAN DE STANDAARDEN
Beoogde eindkwalificaties Standaard 1: De beoogde eindkwalificaties van de opleiding zijn wat inhoud, niveau en oriëntatie geconcretiseerd en voldoen aan internationale eisen. Toelichting NVAO: De beoogde eindkwalificaties passen wat betreft niveau (bachelor–master) en oriëntatie (hbo–wo) binnen het Nederlands kwalificatieraamwerk. Zij sluiten bovendien aan bij de actuele eisen die in internationaal perspectief vanuit het beroepenveld en het vakgebied worden gesteld aan de inhoud van de opleiding.
Bevindingen Competenties De domeincompetenties voor communicatieopleidingen staan beschreven in de Body of Knowledge & Skills, sector HEO, Domein Communications (HBO-raad, 2008). De opleiding Communicatie van De Haagse Hogeschool hanteert, in al haar varianten, het door het Landelijk Overleg Communicatieopleidingen (LOCO) geformuleerde competentieprofiel. Dit profiel is in 2004 voor het eerst opgesteld en dient als basis voor alle communicatieopleidingen. In 2010 is het competentieprofiel geactualiseerd naar aanleiding van ontwikkelingen op maatschappelijk, technologisch en vakinhoudelijk gebied. Deze wijziging betrof een clustering, en daarmee vermindering, van het aantal competenties van elf naar vijf. Deze vijf competenties zijn, aangevuld met attitudekenmerken, weergegeven in tabel 1. Competentie 1. Analyseren en onderzoeken 2. Beleidsvorming en adviseren 3. Plannen en organiseren
4. Ontwerpen en uitvoeren van communicatiemiddelen 5. Representeren
Attitudekenmerken Nieuwsgierigheid Analytisch vermogen Kritisch denken Overtuigingskracht Inlevingsvermogen Onafhankelijkheid Stressbestendigheid Resultaatgerichtheid Ondernemingszin Flexibiliteit Accuratesse Creativiteit Geloofwaardigheid Ethisch besef
Tabel 1. Opleidingsprofiel Bachelor of Communications
Het geactualiseerde competentieprofiel is opgezet in nauwe samenwerking met Logeion, de beroepsvereniging voor communicatieprofessionals. Het competentieprofiel is gevalideerd door zowel de beroepsvereniging als door de beroepenveldcommissies van verschillende hogescholen, waaronder die van De Haagse Hogeschool. Het panel is van mening dat de door het LOCO opgestelde en door de opleiding gehanteerde competenties een goede afspiegeling zijn van de kennis en vaardigheden die een startende communicatie professional moet bezitten. Het bestaat uit een functionele mix van algemene vaardigheden en specifieke, op communicatie gerichte, competenties. Binnen de eindkwalificaties is voldoende aandacht voor analyse en onderzoek, zo stelt het panel vast. Naar de mening van het panel zijn dit belangrijke competenties omdat een correcte beheersing van onderzoeksvaardigheden aan de basis staat van een goed advies of een goede communicatiestrategie.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 9
In het document ‘Opleidingsprofiel Bachelor of Communications’ opgesteld door het Landelijk Overleg Communicatie Opleidingen (2010) wordt op duidelijke wijze de relatie gelegd tussen het opleidingsprofiel, de geldende Body of Knowledge & Skills (BoKS), de generieke hbocompetenties en de Dublin Descriptoren. Profilering Alle (bekostigde) Nederlandse communicatieopleidingen op hbo-bachelorniveau maken gebruik van het LOCO competentieprofiel. Niettemin kan elke hogeschool een eigen inkleuring geven aan haar opleiding. De Haagse Hogeschool brengt, zoals zij dat zelf noemt, een ‘Haagse focus’ aan in haar onderwijs. Hierbij richt de hogeschool zich op de unieke kenmerken van de stad Den Haag, die bekend staat als de internationale stad van vrede en veiligheid. Den Haag is tevens het bestuurlijk centrum van Nederland met de aanwezigheid van een groot aantal overheidsinstanties en de Eerste en Tweede Kamer. Voor de opleiding communicatie, met een breed palet aan vakken, vertaalt deze ‘Haagse focus’ zich op dit moment in extra aandacht voor onder andere overheidscommunicatie, woordvoering, en interne en externe communicatie in internationale organisaties. De ‘Haagse focus’ is nog geen afgerond beleid, zo geeft het management aan. Binnen het opleidingsteam staat ‘de Haagse focus’ momenteel met regelmaat op de agenda tijdens vergaderingen. De opleiding is, in samenwerking met de werkveldcommissie, bezig met een zoektocht naar een passende profilering, die bovendien studenten aanspreekt. Hiernaast stelt de opleiding zichzelf de vraag welk profiel studenten zouden moeten hebben om na hun afstuderen binnen afzienbare tijd een passende baan te kunnen vinden. Om dit te bewerkstelligen wil de opleiding verder kijken dan alleen naar overheidscommunicatie. Zij is daarom op zoek naar een bredere invulling van het communicatievak, dat zich steeds meer ontwikkelt in de richting van coaching en facilitering. Het panel herkent de zoektocht van de opleiding naar meer focus, maar komt tegelijkertijd tot de conclusie dat de breedte van de opleiding misschien wel haar kracht is. De focus zou eerder een accent kunnen zijn, rekening houdend met de locatie van de hogeschool in ’s lands politieke hoofdstad. De qua EC’s omvangrijke Haagse minorenstructuur kan goed benut worden om de gewenste accenten aan te brengen, zo is het panel van mening. Het panel heeft er vertrouwen in dat de opleiding, mede op basis van de gesprekken die zij hierover voert met de werkveldcommissie, de profileringszoektocht goed zal afronden en een adequaat profiel en bijpassend onderwijsprogramma zal opleveren. Het pad waarlangs deze zoektocht loopt, moet wel duidelijk worden, zo is het panel van mening. Internationalisering De werkgroep die het landelijk competentieprofiel heeft opgesteld geeft aan dat bij het opstellen van het landelijke competentieprofiel internationalisering is beschouwd als een ‘gegeven’. Alle competenties zijn toepasbaar in een internationale context. De Haagse Hogeschool heeft het competentieprofiel van het LOCO volledig overgenomen. Gezien de internationale omgeving en de interculturele studentenpopulatie van De Haagse Hogeschool adviseert het panel de opleiding na te denken over het expliciet benoemen van internationalisering in de beoogde eindkwalificaties. Hoewel internationalisering niet is opgenomen in de eindkwalificaties is de opleiding wel actief op dit gebied. In 2008 is de variant International Communication Management van start gegaan. Deze driejarige opleidingsvariant, bedoeld voor vwo-studenten, is opgericht om uiting te geven aan het internationale karakter van de stad Den Haag. Inmiddels bestaat de populatie van ICM voor ongeveer 85% uit internationale studenten. Dit zijn ruim 250 studenten.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 10
ICM hanteert dezelfde eindkwalificaties als de voltijd- en deeltijdvarianten. Het team van ICM heeft een internationale benchmark uitgevoerd. Hierbij is het programma van vier buitenlandse communicatie opleidingen vergeleken met het ICM-programma van De Haagse Hogeschool. De vier opleidingen die onder de loep zijn genomen worden aangeboden door International University of Geneva, Leeds Metropolitan University, Versalius College (Brussel) en Aarhus University. In veel andere landen bestaan hogescholen zoals wij die in Nederland kennen niet. In die landen worden bachelor-opleidingen aangeboden door universiteiten in plaats van hogescholen (universities of applied science). Dit maakt dat de nadruk in het ICM-programma meer dan in andere landen ligt op toepassing van theorie in de praktijk. Juist dit maakt het Nederlandse onderwijs interessant voor buitenlandse studenten, zo stelt het panel naar aanleiding van de gesprekken met studenten vast.
Weging en Oordeel: De opleiding Communicatie van De Haagse Hogeschool hanteert het Landelijk Competentieprofiel opgesteld door het Landelijke Overleg Communicatieopleidingen in samenwerking met beroepsvereniging Logeion. Het competentieprofiel bevat de essentiële competenties voor communicatieprofessionals, zo stelt het panel vast. De opleiding is bezig een eigen inkleuring aan het competentieprofiel te geven en ‘De Haagse focus’ naar boven te halen. Het auditpanel vindt het belangrijk dat de opleiding hiermee verder gaat, maar ook binnenkort beslist hoe de discussie gaat leiden tot een adequaat profiel en een bijpassend onderwijsprogramma. Het panel concludeert dat de opleiding voor alle varianten beschikt over een set van beoogde eindkwalificaties die voldoet aan de eisen en wensen van het (internationale) beroepenveld, maar waarin de opleiding nog sterker haar eigen profilering aan het daglicht zou mogen brengen. Op basis van deze weging komt het auditpanel bij Standaard 1 voor alle varianten tot het oordeel ‘voldoende’.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 11
Programma Standaard 2: De oriëntatie van het programma waarborgt de ontwikkeling van vaardigheden op het gebied van wetenschappelijk onderzoek en/of de beroepspraktijk. Toelichting NVAO: Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het beroepenveld en het vakgebied.
Bevindingen De curriculumcommissie is verantwoordelijk voor de vormgeving en inhoud van het onderwijsprogramma. De curriculumcommissie bestaat uit de drie docentteamleiders, de coördinator deeltijd en daarnaast is er van iedere variant één docent lid van de commissie. De commissieleden spreken met elkaar onder meer over de opbouw en samenhang van het programma en de inhoud in relatie tot de profilering. De opleiding Communicatie kent verschillende mechanismen die ervoor moeten zorgen dat het programma aansluit op de ontwikkelingen in en behoeften van het werkveld. Werkveldcommissie In de tweede helft van 2011 is een nieuwe werkveldcommissie geïnstalleerd. Deze commissie moet de opleiding helpen om, zoals zij dat zelf zegt “de buitenwereld naar binnen te halen”. In de werkveldcommissie zijn zowel de opleiding als het werkveld vertegenwoordigd. In de commissie zitten onder andere vertegenwoordigers van verschillende nationale en internationale bedrijven uit zowel de profit- als de non-profit sector, zoals communicatieprofessionals bij Berenschot, de Provinciale Staten van Zuid-Holland, de gemeente Den Haag en adviseurs die als zelfstandige opereren. De helft van de leden is met name gericht op de voltijd- en deeltijdvariant, de andere helft heeft aanzienlijke internationale ervaring en richt zich meer op ICM. Het panel heeft met een vertegenwoordiging van de werkveldcommissie gesproken en bovendien een aantal verslagen van de afgelopen twee jaar bekeken. Zij komt tot de conclusie dat de werkveldcommissie een stevige positie inneemt. De werkveldcommissie heeft een signaleringsfunctie en geeft de opleiding gevraagd en ongevraagd advies cover het curriculum. Ook denkt ze mee in de profileringsdiscussies en informeert ze de opleiding over de trends in het beroepenveld, arbeidsmarktontwikkelingen en competenties, en eindtermen van de opleiding in relatie tot de beroepsuitoefening. De opleiding heeft de afgelopen periode onder meer met de werkveldcommissie gesproken over het noodzakelijke beheersingsniveau van onderzoeksvaardigheden en de taalbeheersing van studenten. De leden van de werkveldcommissie, maar ook stageverlenende bedrijven, docenten werkzaam in de praktijk en gastsprekers zorgen tevens voor aansluiting van het programma op het beroepenveld en ontwikkeling in het vakgebied. Het panel heeft een lijst met veel verschillende gastsprekers gezien en is daar zeer enthousiast over. Op de lijst staan aansprekende (politieke) namen, zoals Boris van der Ham, Jack de Vries en Frits Wester. Ook worden er gastcolleges verzorgd door onder andere een politiewoordvoerder, een beambte van de Australische ambassade en een manager bij KLM. Literatuur De drie varianten hanteren allemaal een eigen literatuurlijst. Het panel is enigszins verrast dat slechts één boek wordt aangeboden binnen alle drie de varianten. Ook voltijd en deeltijd gebruiken slechts voor een paar vakken dezelfde literatuur.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 12
Het panel heeft de literatuurlijsten bekeken en constateert dat deze beroepsgericht zijn, dit blijkt uit onderwerpen waarop de literatuur betrekking heeft, zoals zakelijke communicatie, marketing, marketingcommunicatie, interne communicatie, interculturele communicatie en projectmanagement. Opvallend hierbij is dat bij de voltijd- en deeltijdvariant slechts in beperkte mate internationale literatuur voorkomt. Het panel beveelt de opleiding aan om meer internationale literatuur in de lijst op te nemen. Dit kan in overleg met de opleiding ICM redelijk eenvoudig geregeld worden, zo verwacht het panel. Het mes snijdt hiermee aan twee kanten. De Engelse taalvaardigheid van studenten zal, door gebruik van meer Engelstalige literatuur, verbeteren en aan de andere kant benadrukt het het internationale karakter van De Haagse Hogeschool. Jaarlijks actualiseren de in 2012 ingestelde expertteams de literatuurlijsten. De expertteams zijn variant-overstijgende teams, die verantwoordelijk zijn voor de invulling van de competentieontwikkeling in het curriculum binnen hun expertise. De teams spreken met elkaar over de inhoud van de verschillende onderwijseenheden, zorgen dat deze aansluiten op de beroepspraktijk en gebruiken literatuur die hierbij past. Onderzoek De opleiding consulteerde de werkveldcommissie op het gebied van de onderzoeksvaardigheden die studenten dienen te bezitten om goed te kunnen functioneren in de beroepspraktijk. De werkveldcommissie is van oordeel dat studenten vooral in staat moeten zijn om statistisch onderzoek te interpreteren en te analyseren en zij moeten beseffen wat ervoor nodig is om een onderzoek uit te kunnen voeren. De opleiding heeft de afgelopen jaren de aandacht voor onderzoek in het programma vergroot. Zij heeft hiertoe inmiddels twee docenten in dienst die gespecialiseerd zijn in methodologie. Verder heeft de opleiding het beleidsplan ‘Onderzoek opleiding communicatie 2012-2015’ opgesteld. Hierin staat beschreven wat volgens de opleiding de rol van onderzoek moet zijn voor het onderwijs en op welke manieren de opleiding ervoor zorgt dat de onderzoeksvaardigheden van zowel de docenten als de studenten aan de maat zijn. Het panel is het met de opleiding eens, dat onderzoek geen doel op zich is, maar een middel om tot onderbouwde en bruikbare oplossingen te komen voor de praktijk. Zoals zij zelf aangeeft in het beleidsplan over onderzoek, heeft de opleiding op dit moment geen structureel samenwerkingsverband met een lectoraat. Wel is een klein aantal docenten betrokken bij een lectoraat. Zo is één docent actief voor het lectoraat Pedagogiek, een ander is betrokken bij het lectoraat Public Management: Effectieve Complexe Governance Systemen. Verder biedt de opleiding in samenwerking met het lectoraat Informatie, Technologie en Samenleving een minor aan en is er contact met het nieuwe lectoraat Public Management. Er wordt momenteel gesproken met het lectoraat Public Management: Effectieve Complexe Governance Systemen om de samenwerking uit te breiden. Het panel moedigt dit van harte aan. Zij wil de opleiding en de academie aanbevelen om op zoek te gaan naar structurele samenwerkingsverbanden met één of meerdere relevante lectoraten, waarbij ook studenten een rol kunnen vervullen in het uitvoeren van lectoraatsonderzoeken. Op basis van hetgeen het panel heeft gehoord en gezien, concludeert hij dat de implementatie van het onderzoeksbeleidsplan zich momenteel in het beginstadium bevindt. Het panel beveelt de opleiding aan om voortvarend verder te gaan met de implementatie van de voorgenomen plannen. De beroepspraktijk De studenten komen op verschillende manieren in aanraking met de beroepspraktijk. In de eerste plaats haalt de opleiding de beroepspraktijk ‘naar binnen’ door de inzet van gastsprekers en het door studenten laten uitvoeren van opdrachten uit de beroepspraktijk.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 13
Hiernaast stuurt de opleiding de student ‘naar buiten’ om zelf kennis te maken met en mee te draaien in de beroepspraktijk. Dit gebeurt onder meer door de stage en het afstuderen, maar ook op andere momenten in de opleiding gaan studenten naar buiten. Zo worden er bijvoorbeeld, als onderdeel van een aantal minoren, excursies georganiseerd naar de Tweede Kamer, de nieuwsredacties van NRC Next en het RTL Nieuws, en het Instituut voor Beeld en Geluid. De praktijkcomponent ziet er, wat betreft stage en afstuderen, voor de voltijdstudent anders uit dan voor de deeltijder en de ICM’er. Voltijd In het eerste jaar maken voltijdstudenten kennis met de praktijk tijdens verschillende projecten. We noemen de projecten Bladen maken, Praktijkadvies en Evenementen. Om deze projecten tot een goed einde te brengen moeten de studenten kennis toepassen uit de theorielessen. In het tweede jaar lopen de studenten een oriënterende stage. Gedurende drie dagen per week werken de studenten op hun stageplek en twee dagen in de week gaan zij naar school. In het derde jaar volgt een verdiepende stage van een half jaar. Tijdens deze stage draaien de studenten echt mee binnen een bedrijf of organisatie. In het laatste jaar rondt de student zijn studie af met een afstudeerstage die een periode van vijf maanden omvat. Het beantwoorden van een communicatievraagstuk van de opdrachtgevers staat gedurende de afstudeerperiode centraal. Hierbij kan onder andere gedacht worden aan het opstellen van een marketingcommunicatieplan of het uitvoeren van een imago-onderzoek. Bij het afstudeeronderzoek moet de student zich baseren op relevante en actuele literatuur, die de basis vormt voor het uit te voeren onderzoek. Deeltijd De link met de beroepspraktijk is voor de deeltijdstudenten van nature vaak al dichterbij dan voor voltijdstudenten. Een groot aantal van hen is zelf werkzaam in de beroepspraktijk. Echter, niet alle deeltijdstudenten zijn daadwerkelijk werkzaam op het gebied van communicatie. Een aantal studenten werkt nu in een functie op een ander werkterrein en wil graag in de toekomst gaan werken binnen de communicatie. Deeltijdstudenten moeten 15 studiepunten invullen met praktijkervaring. Daarnaast kunnen zij er zelf voor kiezen om ook hun minorruimte voor maximaal 15 studiepunten te vullen met extra praktijkervaring. Deze 30 studiepunten komen overeen met de stage die voltijdstudenten moeten lopen. Wil een deeltijdstudent in aanmerking komen voor vrijstelling van de stage, dan moet hij aantonen dat zijn dagelijkse werkzaamheden van voldoende niveau en relevantie zijn voor het communicatievak. ICM De studenten die de driejarige variant International Communication Management volgen, voeren hun stage- en afstudeeropdracht tegelijkertijd uit. Deze twee onderdelen worden uitgevoerd bij één opdrachtgever. Bij voorkeur, zo stelt de opleiding, lopen de studenten vier dagen in de week stage en krijgen zij van hun opdrachtgever één dag in de week de gelegenheid om te werken aan hun scriptie.
Weging en Oordeel De curriculumcommissie is verantwoordelijk voor de opbouw van het onderwijsprogramma. Zij wordt daarin geadviseerd door onder andere de werkveldcommissie, die een goede bijdrage levert aan de actualiteit van het programma. Ook via stagebedrijven en afstudeerbedrijven blijft de opleiding in contact met de beroepspraktijk. Het panel is onder de indruk van de uitgebreide lijst met gastsprekers, waarop een aantal zeer bekende en interessante namen staan. Met de inzet van goed geselecteerde gastsprekers, maakt de opleiding haar programma interessant en actueel.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 14
Het panel is enigszins verbaasd over het grote verschil in gebruikte literatuur door de drie varianten. Niettemin zijn de voorgeschreven boeken en artikelen actueel en relevant. Het panel wil de voltijd- en deeltijdopleiding aanraden, meer gebruik te maken van internationale literatuur. De opleiding heeft in 2012 een onderzoeksbeleidsplan opgesteld, wat de komende periode zijn uitwerking moet gaan krijgen onder aanvoering van de twee methodologen binnen de opleiding. Op dit moment, zo stelt het panel vast, wordt de onderzoekscomponent nog niet volledig belicht. Het panel benadrukt daarom de uitbreiding van de groep bekwame onderzoeksdocenten, waar mogelijk in structurele samenwerking met een lectoraat, waarmee beide partners – zowel de opleiding als het lectoraat – hun voordeel kunnen doen. Het panel is in zijn algemeenheid van mening dat de praktijkcomponent in voldoende mate in het programma van alle drie de varianten aanwezig is. Dit alles in ogenschouw nemend, komt het panel bij Standaard 2 tot het oordeel ‘voldoende’ voor alle varianten.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 15
Standaard 3: De inhoud van het programma biedt de studenten de mogelijkheid de beoogde eindkwalificaties te bereiken. Toelichting NVAO: De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. Studenten volgen en samenhangend studieprogramma.
Bevindingen Opbouw De studenten van alle varianten dienen dezelfde competenties te verwerven en hetzelfde eindniveau te behalen (zie Standaard 1 – Boogde Eindkwalificaties). Echter, de opbouw van het programma en de uitvoering ervan verschillen per variant. Voltijd
Deeltijd
ICM
Aanpassingen
-
Het onderwijs vindt plaats op 2 avonden per week.
Alle lessen worden in het Engels gegeven en ook alle opdrachten en toetsen worden in het Engels afgenomen.
Minorruimte
45 EC
30 EC
45 EC
Stage
Oriënterende stage in het 2e jaar Verdiepende stage in het 3e jaar
Stage tegelijk met afstuderen in het 3e, tevens laatste, jaar van de studie.
Nominale studieduur
4 jaar 4 x 60 EC
Praktijkcomponent van 15 EC, eventueel aangevuld met 15 EC extra vanuit minorruimte. 4 jaar 4 x 60 EC
3 jaar 3 x 80 EC
Tabel 2. Opbouw programma’s
De eindkwalificaties zoals opgesteld door LOCO, zijn vertaald naar beroepshandelingen, beroepsproducten en benodigde kennis, methoden en technieken. Hieronder is als voorbeeld de competentie ‘Ontwerpen en uitvoeren van communicatiemiddelen’ uitgewerkt.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 16
LOCO-competentie 4
Ontwerpen en uitvoeren van communicatiemiddelen
Beroepshandelingen
Beroepsproducten
1.
2.
Body of knowledge and skills
3. 4. 5. 6.
Creatieve concepten ontwikkelen, vertalen naar onderscheidende en/of innovatieve middelen en media, en produceren. Een multi- en crossmediale middelenmix inzetten om de strategie uit te voeren. Doel- en doelgroepgericht handelen. Samenwerken met deskundigen uit creatieve disciplines Een (de-)briefing maken. Pretesten en formatieve evaluaties.
Communicatiemiddelen (audiovisueel, print, digitaal) Evenementen, bv. beurs, brandevent, tentoonstelling, congres, symposium Huisstijl, multimedia en ruimtelijke presentatievormen Schetsen, concepten, moodboards
Kennis, methoden en technieken theorieën over conceptontwikkeling, propositie en boodschap; de communicatieve, technische, financiële en juridische mogelijkheden en beperkingen van verschillende communicatiemiddelen; de terminologie, werking en toepassing van verschillende communicatiemiddelen; kennis van de grafische vormgeving, productdesign en omgevingsdesign (visuele identiteit / beeldregie); de theorieën rond beeld- en tekentaal, stijlgeschiedenis, tekstsoorten, schrijfstijlen en semiotiek; ontwerpsoftware; nieuwe media en crossmediale communicatie; storytelling;c visuele communicatie; vormen van co-creatietechnieken en -strategieën; de bureauwereld; argumentatietheorieën. Vaardigheden
doelgroepgerichtheid; creatieve technieken beheersen; schrijfvaardigheid; ontwerpvaardigheid; digitale vaardigheden.
Tabel 3. Uitwerking LOCO-competentie 4
De kennis, vaardigheden en beroepsproducten uit de door LOCO uitgewerkte eindkwalificaties, komen terug in de lessen, tijdens de projecten en in de opdrachten die de studenten moeten maken. Zo draagt het project ‘Bladen maken’ bij aan de ontwikkeling van de competentie ontwerpen en uitvoeren van communicatiemiddelen. Tijdens het project leren studenten een doelgroep te analyseren, krijgen zij les over projectmanagement en leren zij tevens te werken met vormgevingsprogramma’s. Inhoud De inhoud van de programma’s van de drie varianten is opgebouwd rondom twee pijlers, dit zijn marketingcommunicatie en communicatie binnen het publieke domein. Ondanks dat er grote verschillen zijn in de door de drie varianten gebruikte literatuur, integreren de afzonderlijke varianten de volgende kennistheoretische modules in hun programma: Interne communicatie Consumentengedrag Marketingcommunicatie Management en organisatie Corporate communicatie Ethiek Overheidscommunicatie Economie Mediakunde Naast deze communicatie gerelateerde vakken, wordt er ook aandacht besteed aan onderzoeksvaardigheden en taalvaardigheid. De theorie die de studenten krijgen aangeboden is naar de mening van het panel breed van aard en toereikend voor studenten om als startend communicatieprofessional aan de slag te kunnen. De aangeboden vakken en projecten stellen de studenten in staat om de beoogde eindkwalificaties te realiseren.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 17
Samenhang Het panel is tijdens de audit op zoek gegaan naar samenhang binnen het programma. Zij komt tot de conclusie dat er zeker sprake is van verticale samenhang. Deze is te vinden in de verdieping van de vakken en in de complexiteit van de taken die de studenten moeten uitvoeren tijdens hun studie. Zo krijgen de studenten van de deeltijdvariant aan het begin van hun studie het vak Communicatietheorie 1, hierin leren zij basaal enkele communicatietheorieën. Tijdens het derde jaar staat het vak Communicatietheorie 2 op het programma, waarbij veel dieper wordt ingegaan op een aantal communicatietheorieën. De verticale samenhang is niet alleen zichtbaar in het toenemende niveau waarin studenten de verschillende competenties moeten beheersen, de samenhang is ook zichtbaar in de stapeling van vakken. Bij ICM geldt ongeveer hetzelfde. Daar volgen studenten in het eerste jaar lessen als Introduction to Internal Communication, Branding en Introduction to Corporate Communication, waarna de studenten zich in het tweede jaar kunnen bekwamen in Project Branding, als verdieping van het vak Branding. Bovendien volgen de studenten in het tweede jaar Advanced Corporate Communication of Advanced Internal Communication, afhankelijk van welk van deze vakken zij zelf kiezen. Ook horizontale samenhang is aanwezig binnen het programma. Zo heeft het vierde blok van het eerste jaar van de voltijdopleiding als thema evenementenorganisatie. Gedurende dit blok moeten studenten in projectgroepen een voorstel uitwerken voor een evenement, waarvan de reden en de doelgroep van tevoren zijn vastgesteld. Tijdens dit blok krijgen de studenten colleges over evenemententheorie, projectmanagement en budgetteren. De tijdens deze colleges behandelde theorie, kunnen de studenten gebruiken in de uitvoering van de opdracht. In die zin is er zeker sprake van horizontale samenhang. De andere vakken die gedurende dit blok worden aangeboden, zijn echter in mindere mate relevant voor het project. Zo zou het panel vakken als Redigeren en Communicatie & Actualiteit eerder verwachten in een blok dat gaat over journalistiek. Tijdens de gesprekken was het panel op zoek naar samenhang en integraliteit van vakken in met name het voltijdcurriculum. Hij kreeg hierbij de indruk – en ook duidelijke signalen - dat de voltijddocenten niet altijd weten wat de inhoud van vakken van collega’s nu precies behelst. Dit vat het panel op als een teken dat er nog eens kritisch naar de (horizontale) samenhang van het programma gekeken moet worden. Onderzoek De competentie ‘Monitoring, signalering en onderzoek’ maakt deel uit van de beoogde eindkwalificaties van de opleiding Communicatie. Om de voltijdstudenten te bekwamen in het doen van onderzoek en hun analytisch vermogen te vergroten, biedt de opleiding op verschillende plaatsen in het programma het vak Methode van Onderzoek.
Jaar 1
Voltijd
Deeltijd
ICM
Methode van Onderzoek 1: Desk research
Module 1: Desk research
Module 1: Introduction to research skills
Methode van Onderzoek 2: Vragenlijsten Jaar 2
Module 2: Communication research
Methode van Onderzoek 3: Interviewen
Module 2: Enquêteren
Jaar 3
Methode van Onderzoek 4: Verschillende onderzoeksinstrumenten
Module 3: Interviewen
Jaar 4
Methode van Onderzoek 5: Voorbereiding op scripties
Module 4: Voorbereiding op scriptie
Module 3: Expert analysis Module 4: Advanced research skills Module 5: Quest-project
Tabel 4. Onderzoek in de programma’s
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 18
In de voltijdvariant leren studenten via het vak Methode van Onderzoek over de theorie en praktijk rondom praktijkgericht onderzoek. Afgelopen studiejaar is voor het eerst de module Methode van Onderzoek 5 geïntroduceerd in het vierde jaar. Deze module heeft als doel de studenten beter voor te bereiden op hun afstudeeronderzoek. Tijdens MVO 5 komen de onderwerpen die tijdens MVO 1 t/m MVO 4 zijn behandeld nogmaals aan de orde. Gedurende MVO 5 schrijven studenten hun onderzoeksvoorstel voor de afstudeerfase. De docenten die afstudeerders begeleiden, geven tijdens de audit aan nu al positieve gevolgen te ervaren van de introductie van MVO 5. Het niveau van de afstudeervoorstellen is het afgelopen jaar aanzienlijk verbeterd, zo is hun ervaring. De driejarige internationale variant heeft afgelopen jaar het Quest-project geïntroduceerd als voorbereiding op het afstudeeronderzoek. Tijdens het Quest-project, dat van start gaat aan het begin van het derde studiejaar, doorlopen de studenten alle fasen die voorafgaan aan het feitelijke afstudeeronderzoek. Ook de zoektocht naar een stageplek en afstudeeropdracht maken deel uit van de activiteiten die studenten tijdens dit project ondernemen. De docenten zijn positief over het Quest-project, omdat het project gekoppeld is aan andere vakken binnen het curriculum. Ondanks het aanbod van theorielessen over onderzoek en onderzoeksvaardigheden en het uitvoeren van een aantal opdrachten in dit kader, is het panel van mening dat met name in de voltijd- en deeltijdvariant, nog te weinig samenhang is gecreëerd tussen onderzoek en de overige vakken en projecten. Tijdens de gesprekken met de docenten bleek dat onderzoek vooral los van andere vakken wordt gepresenteerd. Om te voorkomen dat het gaat om het aanleren van ‘een trucje’ en om te voorkomen dat studenten in het derde jaar vergeten zijn hoe zij onderzoek moeten doen – zoals tijdens één van de gesprekken werd gezegd – beveelt het panel aan om onderzoek meer te integreren in het programma. Het panel wijst verder op de verbreding van kwalitatieve methoden voor onderzoek. Door studenten continu in aanraking te brengen met verschillende vormen van onderzoek, en hierin ook hun eigen keuzes te laten maken, worden zij in staat gesteld zich de onderzoeksvaardigheden beter eigen te maken. Internationale componenten Volgens het LOCO zijn alle door hen opgestelde competenties toepasbaar in een internationale context. Internationalisering maakt echter geen expliciet onderdeel uit van het landelijk competentieprofiel dat door de opleiding Communicatie van De Haagse Hogeschool wordt gehanteerd. Of de competenties daadwerkelijk worden toegepast in een internationale perspectief, is de verantwoordelijkheid van de opleiding. De Haagse Hogeschool heeft dat gedaan, zoals hieronder staat beschreven. ICM Het internationale karakter van ICM zit hem onder andere in de taal, zo zijn alle literatuur, colleges en opdrachten in het Engels. Het panel is enthousiast over de internationale samenstelling van zowel de studenten- als de docentenpopulatie. De opdrachten zijn gericht op internationale organisaties en/of buitenlandse overheden en er zijn uitgebreide mogelijkheden om een uitwisselingsprogramma te volgen bij een buitenlandse onderwijsinstelling. Bovendien zijn er buitenlandse stage- en afstudeerplaatsen beschikbaar en studenten die niet naar het buitenland gaan om stage te lopen, moeten dat in Nederland doen bij een internationale organisatie. Ongeveer een derde van de ICM-studenten volgt tijdens de studie onderwijs in het buitenland, met inbegrip van stages en afstuderen. Voor een groot deel van de studenten is Nederland overigens al ‘het buitenland’.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 19
Voltijd en deeltijd Internationalisering komt in het voltijdprogramma aan bod in de modules Global Branding en Conceptontwikkeling. Ook de module Interculturele Communicatie maakt onderdeel uit van het voltijdprogramma. Hiernaast krijgen de studenten het vak Engels en moeten zij voor hun scriptie minimaal twee actuele Engelstalige bronnen gebruiken. Verder hebben studenten de gelegenheid om twee minoren in te vullen door het volgen van een uitwisselingsprogramma bij een buitenlandse partnerinstelling. Voor deeltijd geldt dat het vak Communicatie in Bedrijf sinds het studiejaar 2011-2012 is vervangen door Corporate Communication, de Engelstalige variant van dat vak. Hiernaast zijn ook de deeltijdstudenten verplicht om twee Engelstalige bronnen in hun scriptie te verwerken. Dat internationalisering deel uitmaakt van het ICM-programma staat buiten kijf. Voor de voltijd- en deeltijdvariant is dit echter anders. De internationale positie van Den Haag in ogenschouw nemend, wil het panel de opleiding aanbevelen om internationalisering nadrukkelijker te verwerken in colleges, literatuur en projectopdrachten van zowel de voltijdals deeltijdvariant. Minoren Het panel is enthousiast over de mogelijkheid die de studenten middels minoren wordt geboden om een eigen specialisatie(s) te ontwikkelen. Voorbeelden van verdiepende minoren zijn Risicoen crisiscommunicatie, Pers en media en Overheidscommunicatie. De minoren bieden de studenten echter ook de kans om hun kennis te verbreden, onder meer op het gebied van Internationaal recht of Spaans. De minorkeuze is niet onbegrensd. De opleiding bekijkt de relevantie van een gekozen minor vanuit het oogpunt van het communicatiewerkveld. Voor voltijd- en ICM-studenten bestaat de minorruimte uit 45 EC. Dit betekent dat deze studenten 3 minoren kunnen kiezen, elke minor omvat immers 15 studiepunten. De deeltijdstudenten hebben een minorruimte van 30 studiepunten, waarvan zij er 15 mogen inzetten om extra praktijkervaring op te doen. Zij moeten dus minimaal één minor volgen. Vanaf het studiejaar 2013-2014 mogen studenten maximaal één basisminor kiezen en moeten zij minsten twee verdiepende minoren volgen, waarvan er minimaal één moet voorkomen op de door de opleiding opgestelde lijst met aangewezen verdiepende minoren. Dit zijn in alle gevallen minoren van de opleiding Communicatie. Hiernaast zijn de voltijd studenten verplicht om minstens één Engelstalige minor te volgen. Het panel vindt dit een goede ontwikkeling. De Haagse Focus In het kader van de zoektocht naar een passende Haagse profilering, heeft de opleiding de afgelopen jaren de nadruk op overheidscommunicatie binnen het programma vergroot. Het aantal ECTS dat gekoppeld is aan dit onderwerp, is opgehoogd en sinds 1 september jl. is er een nieuwe docent overheidscommunicatie aangenomen. In jaar twee van ICM wordt de focus gelegd op public communication. Verder zijn er nu al studenten die stage lopen op de ambassade van Brazilië en bij andere buitenlandse organisaties in het publieke domein. De opleiding heeft de wens om in de toekomst meer studenten voor stages en afstuderen te kunnen plaatsen bij Nederlandse en/of buitenlandse gemeenten en andere overheidsinstanties. In dat verband beveelt het panel aan om de actieve en passieve openbaarheid van bestuur meer aandacht te geven in het leerprogramma. Weging en Oordeel: De opleiding biedt de studenten een brede kennisbasis en een veelheid aan aspecten waarmee zij te maken krijgen in hun latere werk als communicatieprofessional. De wijze waarop de opleiding de kennisbasis heeft uitgewerkt, beoordeelt het panel als adequaat. Binnen het programma is zowel horizontale als verticale samenhang aanwezig, alhoewel het panel erop wijst dat met name in de voltijdvariant de horizontale samenhang nog extra aandacht verdient.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 20
Ditzelfde geldt voor de integratie van onderzoek in het onderwijsprogramma. Het panel raadt de opleiding aan om onderzoek vaker en integraler te laten terugkomen in opdrachten en projecten, om daarmee de onderzoeksvaardigheden van studenten te verbeteren, vooral wat betreft kwalitatieve vormen van onderzoek. Het panel is tevreden over de minoren die worden aangeboden en over het internationale karakter van ICM. De voltijd- en deeltijdopleiding zouden meer kunnen profiteren van de aanwezigheid van ICM om daarmee ook internationaliseringsaspecten steviger te verwerken in hun programma’s. Op basis van deze weging komt het panel bij Standaard 3 tot het oordeel voldoende.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 21
Standaard 4: De vormgeving van het programma zet aan tot studeren en biedt studenten de mogelijkheid de beoogde eindkwalificaties te bereiken. Toelichting NVAO: Het didactisch concept is in lijn met de beoogde eindkwalificaties en de werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept.
Bevindingen Ongeveer tegelijk met de invoering van het nieuwe landelijke competentieprofiel heeft de opleiding de onderwijsvisie voor alle varianten opnieuw opgesteld. De opleiding hanteert een zogenaamd concentrisch onderwijsmodel, waarbij de te verwerven competenties op een steeds hoger niveau terugkeren. In het eerste jaar ligt de nadruk voor studenten met name op het verwerven van kennis. De jaren erna wordt de kennis verder vergroot en bovendien toegepast in de praktijk met een toename van complexiteit en zelfstandigheid. De opleiding heeft de beroepspraktijk als leidraad genomen bij de ontwikkeling van haar programma. Dit krijgt vorm in onderwijsprojecten en opdrachten die afkomstig zijn uit de beroepspraktijk. Bovendien zet de opleiding mensen uit de praktijk in om gastcolleges te verzorgen. Het deeltijdprogramma is modulair opgebouwd. Voor deeltijdstudenten is het veel lastiger om samen aan een opdracht te werken vanwege de beperkte tijd die zij beschikbaar hebben voor hun studie. Het programma is daarom meer gericht op modules en individuele opdrachten, dan op gezamenlijk uit te voeren projecten. Leerlijnen en werkvormen Het didactische concept van de opleiding bevat vier uitgangspunten: (i) kennis als basis, (ii) beroepspraktijk als vertrekpunt, (iii) individuele oriëntatie en (iv) zicht op een grotere wereld. Deze didactische uitgangspunten heeft de opleiding vertaald naar vijf leerlijnen (zie tabel 5). Uitwerking van de leerlijnen in het programma 1. In de conceptuele leerlijn wordt de kennis aangeboden. Studenten maken zich de belangrijkste theorieën, begrippen en modellen eigen. 2. Vaardigheden worden getraind en beoordeeld in een vaardigheidsleerlijn. 3. In de integrale leerlijn komen kennis en vaardigheden samen. In projecten wordt getoetst in hoeverre de studenten verworven competenties actief en zelfstandig toe kunnen passen op integrale vraagstukken. 4. Ervaringsleren vindt plaats tijdens stageperiodes en in praktijkopdrachten. 5. De persoonlijke ontwikkeling staat centraal in de studieloopbaanbegeleiding. Hier reflecteren studenten op hun ontwikkeling in het gehele programma.
Werkvormen Hoorcolleges, opdrachten, spreekuur, gastcolleges Vaardigheidstrainingen in werkgroepen, presentaties Individuele opdrachten, projecten
Oriënterende en verdiepende stage, opdrachten uit de praktijk, bv. het project evenement organiseren Studieloopbaangesprekken, reflectieverslagen
Tabel 5. Uitwerking van de leerlijnen
Het didactisch concept en de aangeboden werkvormen, stellen de studenten in voldoende mate in staat de beoogde eindkwalificaties gedurende de studie te realiseren, zo is het panel van mening.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 22
Weging en Oordeel: De opleiding beschikt over een duidelijk uitgewerkt onderwijsmodel, waarbij de voltijd- en ICMopleiding vooral werken aan de hand van projecten. De competenties die de studenten moeten behalen, komen gedurende de studie terug op steeds hoger niveau. Het panel vindt het een verstandige keuze van de hogeschool om voor deeltijdopleidingen te kiezen voor modulair onderwijs. Het didactisch concept is door de opleiding adequaat uitgewerkt in vijf, in het programma zichtbare, leerlijnen. Gelet op deze overwegingen komt het auditpanel tot het oordeel voldoende voor alle drie de varianten.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 23
Standaard 5: Het programma sluit aan bij de kwalificaties van de instromende studenten. Toelichting NVAO: De gehanteerde toelatingseisen zijn realistisch met het oog op de beoogde eindkwalificaties.
Bevindingen Instroomprofiel De voltijd- en deeltijdopleiding hebben te maken met een populatie studenten afkomstig uit het mbo, de havo en het vwo. Ook buitenlandse studenten met een diploma dat vergelijkbaar is met het vwo, zijn toelaatbaar. Voor de driejarige ICM-opleiding geldt dat alleen studenten met een vwo-diploma of een gelijkwaardig buitenlands diploma toelaatbaar zijn. Op dit moment is ongeveer 80% van de ICM-studenten in het bezit van een buitenlands ‘vwo-diploma’. Tot aan dit schooljaar waren er geen eisen verbonden aan de beheersing van het Engels van instromende buitenlandse studenten. Dat is dit studiejaar voor het eerst veranderd. Buitenlandse studenten moeten vanaf dit studiejaar minimaal een 5,5 scoren op de IELTS-toets7. Het panel vindt dit een goed besluit van de opleiding. Vanaf het studiejaar 2014-2015 verhoogt de opleiding de minimale score naar een 6. Op dit moment voert de opleiding een pilot uit door voor de poort Skype-gesprekken te voeren met buitenlandse studenten. Op deze manier wil de opleiding, in het kader van verwachtingenmanagement, de studenten beter voorbereiden op de studie die ze in Nederland willen gaan volgen. Het panel vindt dit een verstandige keuze en raadt de opleiding aan de effecten ervan te monitoren. De studenten van de deeltijdopleiding geven tijdens het gesprek aan dat zij na hun aanmelding graag een gesprek zouden willen voeren met iemand van de opleiding over zaken als vooropleiding, werkervaring, verwachtingen en mogelijke vrijstellingen. Eén van de studenten gaf aan zelf een intakegesprek te hebben aangevraagd, terwijl zij had verwacht dat de opleiding dit zou initiëren. Het panel vindt dit een waardevol signaal en raadt de opleiding aan om de deeltijdstudenten voor aanvang van hun studie uit te nodigen voor een intakegesprek. Taalvaardigheid Aan het begin van hun studie moeten alle Nederlandse voltijdstudenten van De Haagse Hogeschool de TOA-schrijfvaardigheidstoets afleggen. De uitkomst van deze toets is niet bindend, maar biedt studenten wel inzicht in het niveau van hun Nederlandse taalvaardigheid. Studenten die een onvoldoende halen voor de TOA-toets wordt aangeraden steunlessen te volgen. Ook het Taal Expertise Centrum kan deze studenten helpen bij het verbeteren van hun taalvaardigheid. De docenten constateren dat de talige kwaliteit van met name de instromende voltijdstudenten veelal ondermaats is. Het panel is, net als de werkveldcommissie, van mening dat een correcte beheersing van de Nederlandse taal van essentieel belang is voor de communicatieprofessional in de uitvoering van het werk. In de eerste drie jaar wijdt de opleiding jaarlijks een onderwijseenheid aan Nederlands. Dit is, zo stelt het panel vast, voor een groot aantal studenten niet voldoende om de beheersing van de Nederlandse taal op het gewenste niveau te krijgen.
7
International English Language Testing System
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 24
Onderzoek De opleiding zegt te ervaren dat instromende communicatiestudenten niet echt warm lopen voor onderzoek en het een lastig onderwerp vinden. De optie die docenten naar voren brachten, was om later in het programma te beginnen met onderzoek. Dit is een keuze die de opleiding zelf moet maken. Het panel is van mening dat deze keuze wel consequenties heeft voor de verdere – geïntegreerde – invulling van dit onderdeel in het curriculum. Later in het programma starten met onderzoek, mag niet betekenen dat studenten er ook minder over leren en minder mee oefenen. Vrijstellingenbeleid De examencommissie verleent op basis van individuele aanvragen vrijstellingen. De student die meent recht te hebben op vrijstelling van toetsen, verbonden aan onderwijseenheden, kan hiertoe een schriftelijk verzoek indienen bij de examencommissie. Aan dit verzoek moet hij bewijsstukken toevoegen waaruit blijkt dat hij aan de vereisten van de betreffende onderwijsmodule heeft voldaan. Bij haar besluit laat de examencommissie zich adviseren door twee examinatoren van de opleiding.
Weging en Oordeel: De toelatingseisen die de opleiding stelt voor de voltijd- en deeltijdvariant zijn realistisch. De opleiding doet meer inspanningen dan vroeger om in de periode van toelating te werken aan realistische verwachtingen en de individuele studenten vanaf het begin scherper in beeld te krijgen. Van een aantal maatregelen is het resultaat nog onbekend. Nieuwe studenten moeten een TOA-toets afleggen om het niveau van hun Nederlandse taalvaardigheid te bepalen. Het taalniveau van de studenten blijft een punt van zorg. De driejarige ICM-opleiding stelt zwaardere instroomeisen aan haar studenten. Naast het feit dat zij in het bezit moeten zijn van een (buitenlands) vwo diploma, moeten de buitenlandse studenten bovendien een voldoende scoren op de IELTS-toets. Het panel vindt dit een goed criterium. Op basis van deze conclusie komt het panel bij Standaard 5 tot het oordeel voldoende.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 25
Standaard 6: Het programma is studeerbaar. Toelichting NVAO: Factoren die betrekking hebben op het programma en die de studievoortgang belemmeren, worden zoveel mogelijk weggenomen. Studenten met een functiebeperking krijgen bovendien op dit aspect extra studieloopbaanbegeleiding.
Bevindingen Studielast per variant De studielast bij de voltijd is verspreid over vier periodes. Studenten volgen onderwijs in vier blokken waarbij ieder blok wordt afgesloten met een toets. Herkansingen volgen op de reguliere toets. Het aantal lesuren neemt af, naarmate de student met zijn studie vordert. Er wordt dus een steeds groter beroep gedaan op zijn eigen planningsvaardigheden, zijn inschattingsvermogen van de tijd die het kost om een studieonderdeel met succes af te ronden. De voltijdstudenten besteden bijna de complete werkweek aan hun studie, zo geven zij aan tijdens de gesprekken. Uit de Reflector 20118 blijkt echter dat studenten gemiddeld ongeveer 26 uur per week aan hun studie besteden. Volgens de ouderejaarsstudenten is de studielast in alle jaren ongeveer even hoog. “De verdeling is goed”, zo vertelt één van de studenten aan het panel. Zowel uit de Reflector, het eigen evaluatie-instrument van De Haagse Hogeschool, als uit de Nationale Studenten Enquête 2013 blijkt dat de voltijdstudenten de studielast goed vinden, niet te laag en niet te hoog. Veel deeltijdstudenten werken overdag en besteden in de avonduren tijd aan hun studie. Dit maakt een deeltijdopleiding over het algemeen behoorlijk zwaar. De deeltijdstudenten die het panel heeft gesproken, geven aan de studielast niet als te zwaar te ervaren. Wel is er af en toe sprake van een piekbelasting, maar dat is te overzien, zo geven de studenten aan. De uitkomsten van de Reflector 2011 laten zien dat de deeltijdstudenten gemiddeld 16 uur per week aan hun studie besteden. ICM is een versnelde route waarin studenten nu nog 80 studiepunten per jaar moeten verzamelen in plaats van de gebruikelijke 60. De studenten die instromen in ICM hebben, vanwege de strengere toelatingseisen, doorgaans een hoger vooropleidingsniveau dan de voltijdstudenten. Ook de ICM-studenten vinden de studiebelasting goed en verrassend genoeg besteden deze studenten niet heel veel meer tijd aan hun studie dan de voltijdstudenten. Uit de Reflector 2011 blijkt dat studenten gemiddeld 29,3 uur per uur gebruiken voor hun studie. Dit is slechts 3 uur meer dan voltijdstudenten. De combinatie van stage lopen en afstuderen wordt door de studenten wel als ‘pittig’ getypeerd. Contacturen De gemiddelde contacttijd per jaar verschilt per variant. In tabel 6 is de contacttijd weergegeven. De opleiding treft momenteel maatregelen om de contacttijd voor volgend jaar te verhogen naar aanleiding van de met de minister gemaakte prestatieafspraken.
Voltijd Deeltijd
Jaar 1 14,4 7,6 Jaar 1
ICM
13,7
Jaar 2 10 7,5 Jaar 2 Sem 1 11,2
Sem 2 10,8
Jaar 3 4,4 7,5 Jaar 3 Sem 1 9,5
Jaar 4 6,1 0 Sem 2 0
Tabel 6. Aantal klokuren per week per variant
8
De Reflector is het eigen onderzoeksinstrument van De Haagse Hogeschool voor het meten van studenttevredenheid. Deze is voor het laatst uitgevoerd in 2011 en daarna vervangen door de NSE. In de NSE wordt niet gevraagd naar de tijd die studenten gemiddeld per week aan hun studie besteden.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 26
Rendement Sinds 2006 is de instroom voor de voltijdopleiding gestegen van 98 naar nu ongeveer 160 studenten in het eerste jaar. De deeltijdopleiding kent een redelijk stabiele instroom van rond de 30 studenten per jaar, met afgelopen jaar (2012) een daling naar 19 instromende studenten. In 2008 is de ICM-opleiding gestart met 83 studenten. Het jaar erna was de instroom ongeveer anderhalf keer zo hoog. De afgelopen jaren kent ICM een stabiele instroom van ongeveer 120 studenten per jaar. Het aantal studenten dat de opleiding voortijdig verlaat, laat enige fluctuatie zien. Het panel merkt op dat met name in de deeltijdvariant een behoorlijk aantal studenten voortijdig uitvalt, zowel uit het eerste jaar als uit de bachelor. De rendementen die de opleiding laat zien, zijn echter acceptabel. Deze wijken, zowel in positieve als negatieve zin, niet veel af van soortgelijke opleidingen. Wat wel opvalt, is dat een aanzienlijk deel van de studenten pas na twee jaar of zelfs meer de propedeuse haalt. Deze cijfers voor het behalen van de propedeuse zijn de afgelopen jaren over de volle breedte van de opleiding, enigszins afgenomen. De opleiding geeft zelf aan dat de motivatie van een deel van de studenten niet zo hoog is. Zij constateert dat de studenten die instromen in de voltijdse variant met grote regelmaat niet heel gedreven zijn. “Dit gebrek aan motivatie ligt waarschijnlijk ten grondslag aan het gegeven dat een aanzienlijk deel van de studenten twee jaar nodig heeft om zijn propedeuse te behalen”, zo vermoedt het management. In onderstaande tabel zijn de streefnormen van de opleiding afgezet tegen de werkelijke rendementscijfers voor de propedeuse na 1 en na 2 jaar voor de cohorten 2010 en 2011. In de meeste gevallen, zeker de laatste twee jaar, liggen de daadwerkelijke percentages onder de opgestelde streefnormen. Veel studenten haken in de propedeuse af. Het panel verwacht dat door de voor 2013-2014 geplande verhoging van de norm voor het negatief bindend studie advies van 40 naar 50 studiepunten, deze percentages verder zullen dalen en de uitval in het eerste jaar zal toenemen.
Voltijd Deeltijd ICM
P-rendement na 1 jaar Werkelijk StreefCohort Cohort norm 2009 2010 33% 26,4% 25,3% 35% 65,5% 29,6% 40% 41,9% 28,9%
Cohort 2011 16,6% 28,1% 38,7%
P-rendement na 2 jaar Werkelijk StreefCohort Cohort norm 2009 2010 55% 50,4% 50% 55% 72,4% 63% 65% 62,8% 52,1%
Cohort 2011 (26%) (31%) (59%)
Tabel 7. Rendementen
De genoemde maatregel zal waarschijnlijk wel positieve gevolgen hebben voor het hoofdfaserendement, zo verwachten zowel de opleiding als het panel. Veel studenten hebben langer dan 4 jaar nodig om hun diploma te behalen. Door strenger te selecteren in de propedeuse, stromen alleen goede en gemotiveerde studenten door naar de hoofdfase. Dit zal ten goede komen aan het hoofdfaserendement, dat de opleiding voor 2013-2014 heeft gesteld op een streefnorm van 50%. In de ogen van het panel is dit een reëel percentage. Studeren met een beperking Studenten met een functiebeperking spreken met de decaan van de opleiding over de gewenste voorzieningen en/of aanpassingen. De decaan controleert de verklaringen en/of medische bewijsstukken en dient vervolgens de aanvraag in bij de examencommissie. Na ontvangst van de aanvraag nodigt de examencommissie de student uit en bespreekt met hem of haar de ingediende aanvraag. De examencommissie besluit over de toekenning van voorzieningen en/of aanpassingen, zoals bijvoorbeeld extra tijd voor het maken van een examen.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 27
Gedurende het studiejaar 2012-2013 heeft de examencommissie 38 verzoeken ‘bijzondere voorzieningen’ binnengekregen rond het studeren met een functiebeperking, waarvan 15 afkomstig van studente van de opleiding Communicatie. Deze zijn allemaal toegekend. De opleiding houdt ook zelf een overzicht bij van studenten bij wie op enigerlei wijze sprake is van een functiebeperking, zoals dyslexie, ADHD, psychische problemen of een chronische ziekte. Weging en Oordeel: De opleiding heeft het aantal contacturen voor de verschillende varianten goed in kaart gebracht. De studiepunten zijn evenwichtig verdeeld over de verschillende semesters. De studenten zijn tevreden over de studielast en de voorzieningen voor studenten met een functiebeperking zijn adequaat. De instroomcijfers voor de opleiding zijn redelijk stabiel. Het propedeuserendement na 1 en 2 jaar blijft over het algemeen iets achter bij de opgestelde streefnormen. Het panel vindt het een verstandige keuze van de opleiding om de norm voor het BSA te verhogen met het doel het hoofdfaserendement te verbeteren. Op basis van deze conclusie komt het auditpanel bij Standaard 6 tot het oordeel voldoende.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 28
Standaard 7: De opleiding voldoet aan de wettelijke eis m.b.t. omvang en duur van het programma. Toelichting NVAO: hbo bachelor: 240 ec’s.
Bevindingen De opleiding voldoet in al haar varianten aan de wettelijke eisen ten aanzien van omvang en duur van het programma: de totale omvang van het voltijd studieprogramma en het deeltijdprogramma bedraagt 240 EC’s. In de propedeuse behaalt de student 60 EC’s, in de hoofdfase 180 EC’s. International Communication Management is een versneld programma bestaande uit drie jaar. In elk jaar behaalt de student 80 EC’s, waarmee het totale programma uitkomt op 240 EC’s. Volgend jaar zal dit worden gewijzigd in 3 x 60 EC’s, zoals de wet dan voorschrijft. Weging en Oordeel: voldoet
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 29
Personeel Standaard 8: De opleiding beschikt over een doeltreffend personeelsbeleid Toelichting NVAO: Het personeelsbeleid voorziet in de voor de realisatie van het programma benodigde kwalificaties, scholing, boordeling en omvang van het personeel.
Bevindingen Algemeen De Haagse Hogeschool kent een personeelsbeleid dat op hogeschoolniveau is vastgesteld. Daar van afgeleid, hebben de verschillende academies hun personeelsbeleid in een Strategisch Personeelsplan beschreven. In het Strategisch Personeels Plan 2010-2014 besteedt de Academie waartoe Communicatie behoort, aandacht aan de eisen die zij aan medewerkers stelt en aan de ontwikkelingsmogelijkheden. Het scholingsbeleid sluit hierop aan. Aannamebeleid Het beleid van De Haagse Hogeschool is dat nieuw aan te nemen docenten minimaal een universitaire of professionele masteropleiding hebben afgerond. Bij de werving en aanname van nieuwe collega’s wordt verder nadrukkelijk gezocht naar mensen die ervaring hebben met onderzoek of die gepromoveerd zijn. De nieuwe medewerker moet belangstelling hebben voor het uitvoeren van praktijkgericht onderzoek. Hiernaast is het gewenst, maar niet noodzakelijk, dat nieuwe docenten werkervaring hebben in de relevante beroepspraktijk. Vanwege het internationale karakter van de opleiding wordt van de docenten verwacht dat zij de Engelse taal minimaal beheersen op B2-niveau (gevorderden). Hiernaast dienen de docenten te beschikken over interculturele competenties in verband met de internationale studentenpopulatie. Docenten die niet didactisch bevoegd zijn, moeten een BKO-traject (Basiskwalificatie Onderwijs) volgen, dat wordt georganiseerd door de hogeschool. Het behalen van deze PDV is een voorwaarde voor het verkrijgen van een vaste aanstelling. Vakbekwame docenten die nog niet beschikken over een onderwijsbevoegdheid worden door de opleiding wel ingezet in onderwijs en toetsing, maar zij krijgen een interne examinator toegewezen die eindverantwoordelijk is. Het panel vindt de aanwijzing van een examinator een adequate ingreep, die ervoor zorgt dat toetsing en beoordeling door deze docenten op de juiste wijze plaatsvinden. In Standaard 9 wordt de daadwerkelijke uitvoering van het personeelsbeleid besproken. Scholingsbeleid Het Scholingsplan Academie ES&CM 2012-2014 bevat de speerpunten voor de scholing van docenten. Een inventarisatie van ontwikkelingen in het vakgebied heeft een aantal academiebrede thema’s opgeleverd waarop (bij)scholing plaatsvindt. Er zal onder andere meer aandacht zijn voor: Toetsing – toetssessies, scholingsdag, spreekuren Onderzoeksvaardigheden – cursus, intervisie, keuzemodule ICT – trainingen Internationalsering - scholingsdag Naast deze academiebrede scholingsactiviteiten, kunnen docenten ook individuele scholingsactiviteiten ontplooien. Zo is het mogelijk om ter bevordering van de eigen vakinhoudelijke deskundigheid als docent een training of cursus te volgen. Daarnaast kunnen docenten, om contact te houden met de beroepspraktijk, zelf een stage lopen, op bedrijfsbezoek gaan of een opdracht ‘buiten de deur’ maken.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 30
Het panel wil benadrukken dat het contact met de beroepspraktijk van belang is voor hbodocenten. Gezien het aannamebeleid van de opleiding, dat zich sterk richt op docenten met minimaal een masteropleiding bestaat de kans dat de afstand tot de praktijk iets groter wordt. Daarom moedigt het panel de opleiding aan om haar docenten te stimuleren het contact met de beroepspraktijk actief op te zoeken. Naast deze academiebrede scholingsactiviteiten heeft de opleiding, op basis van ontwikkelingen in het werkveld, een inventarisatie gemaakt van de competenties die docenten nodig hebben om te kunnen blijven voldoen aan de nieuwe (inhoudelijke) ontwikkelingen en onderwijskundige inzichten. Hieruit komt onder andere naar voren dat docenten moeten worden (bij)geschoold op het gebied van sociale media en nieuwe technologie, The International Classroom, Engels en op vaardigheden als adviseren, coachen en gesprekspartner zijn voor het management. De academie en de opleiding erkennen verder het belang van scholing van docenten op het gebied van onderzoeksvaardigheden. In het Strategisch Personeelsplan 2010 en in het Beleidsplan Onderzoek Communicatie staan verschillende maatregelen, die hierop zijn gericht. Te denken valt aan het faciliteren van eigen onderzoek door de docenten in het kader van het project ‘research ESC unit’ (rESCu), een inloopspreekuur over onderzoek voor docenten, een expertgroep die de ontwikkeling van de onderzoekscompetenties in alle drie de varianten moet versterken, en het vier keer in het jaar organiseren van een gastcollege voor docenten waarin onderzoek centraal staat. Het panel vindt dit goede initiatieven en benadrukt daarnaast het belang van praktijkgericht onderzoek en het begeleiden daarvan op basis van training. Deels om ervaring op dit punt te vergroten en deels om een gemeenschappelijk referentiekader te ontwikkelen. In de kaderregeling van De Haagse Hogeschool is opgenomen dat personeelsleden 10% van hun aanstellingstijd ter beschikking hebben voor deskundigheidsbevordering. De Academie ES&CM wijkt hiervan af en hanteert een standaard reservering van 6% van de aanstellingstijd voor deskundigheidsbevordering, waarbij personeelsleden kunnen verzoeken om extra tijd voor scholing en/of onderzoek tot een maximum van 20% van hun aanstelling. Dit verzoek tot uitbreiding van de scholingstijd, moet worden toegekend door het management. Het panel is van mening dat de beschikbare tijd van 6% voor scholing voldoende kan zijn om kennis en vaardigheden up-to-date te houden. De panelleden zijn zeer enthousiast over de mogelijke uitbreiding van de scholingstijd tot 20%, maar willen de opleiding wel meegegeven dat het indienen van een verzoek tot uitbreiding van deze tijd geen belemmering mag zijn/worden voor docenten om zichzelf te blijven ontwikkelen. Het panel doet verder de aanbeveling om de onderlinge vormen van professionalisering tussen de diverse geledingen te versterken, om de diversiteit aan talenten (inzichten en ervaring) onder docenten verder te laten wortelen. Borging kwaliteit docenten Onderdeel van kwaliteitszorg op het terrein van HRM binnen de opleiding is de zogenaamde Resultaat- & Ontwikkelingscyclus (R&O-cyclus). Zo voert de opleiding met iedere medewerker jaarlijks drie gesprekken: een planningsgesprek, een voortgangsgesprek en een beoordelingsgesprek. Tijdens deze gesprekken maken management en docent afspraken op het terrein van ontwikkeling en scholing en wordt het functioneren van de docent nadrukkelijk tegen het licht gehouden, waarbij ook studentevaluaties aan de orde kunnen komen. Elke twee jaar onderzoekt De Haagse Hogeschool de tevredenheid van haar medewerkers.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 31
Weging en Oordeel: De Academie en de opleiding beschikken over een functioneel personeelsbeleid dat docenten in voldoende mate in staat stelt het onderwijsprogramma uit te voeren en zichzelf verder te ontwikkelen. Het panel wil de opleiding wel aanraden aandacht te blijven houden voor de praktijkervaring van docenten. Op basis van deze bevindingen komt het panel bij Standaard 8 voor alle varianten tot het oordeel voldoende.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 32
Standaard 9: Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Toelichting NVAO: De feitelijke bij het personeel aanwezige expertise sluit aan bij de eisen gesteld aan een hbo opleiding.
Bevindingen Elke opleidingsvariant heeft een eigen team van docenten. Sommige docenten geven les in meerdere varianten en enkele zijn ook als docent betrokken bij andere opleidingen van De Haagse Hogeschool of andere hogescholen. De opleiding neemt, in navolging van het hogeschoolbeleid, alleen nog docenten aan met een afgeronde opleiding op masterniveau. Het panel is onder de indruk van het hoge percentage docenten met een mastergraad (94%), waarvan ruim 8% (5 docenten) gepromoveerd is. De vakgebieden waarin de docenten zijn opgeleid, verschillen van marketing en Engels tot corporate communications en politicologie. Het personeel is beslist voldoende gekwalificeerd voor de realisatie van het programma, zo stelt het panel vast. De docenten geven aan voldoende tijd ter beschikking te hebben om hun werkzaamheden naar behoren uit te voeren. Het lezen van scripties maakt dat zij wel eens uit de tijd lopen, maar dat hoort er, naar eigen zeggen, bij. Tijdens de audit hebben de panelleden enkele lessen bezocht, waaronder Creatief Schrijven en Methoden van Onderzoek. De panelleden zijn zeer te spreken over de manier waarop de docenten zorgen voor interactie met de studenten en hen bij de les betrekken. De docenten behandelen tijdens de lessen actuele en aansprekende cases, die ervoor zorgen dat de studenten enthousiast deelnemen aan de lessen. Tijdens de gesprekken bleek dat ook de studenten tevreden zijn over de didactische kwaliteit en inhoudelijke deskundigheid van de docenten. Dit wordt ondersteund door de uitkomsten van de NSE 2012. Scholing De opleiding organiseert met enige regelmaat trainingsdagen voor docenten, bijvoorbeeld over internationalisering en toetsing. Ook hebben docenten de ruimte om op eigen initiatief onderwijs te volgen. Zo volgt één docent op dit moment een masteropleiding, gefaciliteerd door De Haagse Hogeschool. Eén van de freelancers van de deeltijdopleiding volgt een training voor toetsconstructie, omdat de toetscommissie opmerkingen had over de kwaliteit van zijn toetsen. De docenten die afstudeerscripties begeleiden, hebben in het collegejaar 2011-2012 een vijfdaagse cursus onderzoeksvaardigheden doorlopen. De opleiding faciliteert de afstudeerbegeleiders nu om met elkaar te spreken over de kwaliteit en beoordeling van scripties. Elke docenten heeft per jaar 30 uur beschikbaar voor intervisie op scripties met directe collega’s en/of collega’s bij andere hogescholen. Een punt van aandacht is de onderzoeksvaardigheid van docenten. Ten aanzien van de scriptiebegeleiding van studenten, geven enkele (deeltijd) docenten – eerlijk en open – aan dit lastig te vinden, omdat zij hun eigen onderzoeksvaardigheden niet helemaal adequaat achten. Landelijk gezien herkent het panel deze problematiek. Het panel is positief over het feit dat de opleiding en de docenten dit ook zelf onderkennen en ermee aan de slag zijn. De opleiding heeft twee jaar geleden een tweede methodologisch geschoolde docent aangetrokken, die nu samen met zijn collega aan de slag is om de onderzoekskwaliteiten van de docenten te verhogen. Verder raadt het panel het management aan om dit punt op te pakken door keuzes te maken in welke docenten wel en niet gekwalificeerd zijn om studenten te begeleiden tijdens het afstuderen.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 33
Ook kan op dit punt nog sterker worden ingezet door professionalisering via trainingen en intervisie, waarbij het zowel gaat om het vergroten van de eigen ervaring als om het ontwikkelen van een gemeenschappelijke referentiekader, ook ten aanzien van de beoordeling. Externe contacten De docenten die studenten begeleiden tijdens stages en afstuderen komen geregeld in contact met mensen in het werkveld. Een aantal voltijddocenten is werkzaam geweest in de beroepspraktijk. Een enkeling is dat nog steeds. Van de freelance docenten in de deeltijdopleiding is ongeveer 60% werkzaam in het vakgebied dat hij of zij doceert. Dit wordt door de studenten in de deeltijdopleiding zeer gewaardeerd. Eén van de deeltijdstudenten vertelt: “Je hebt meer aan docenten die in de praktijk werkzaam zijn, zij hebben een leukere manier van lesgeven. De docenten leggen een link tussen de aangeboden theorie en de beroepspraktijk van de studenten zelf. Er wordt hun bijvoorbeeld gevraagd hoe er in hun organisatie wordt omgegaan met interne communicatie”. Docenten van de opleiding nemen deel aan landelijke netwerken in het werkveld en bezoeken diverse congressen, zoals het praktijkcongres interne communicatie, de conferentie van de European Asssociation for International Education in Dublin en de International Scientific Conference ‘Creating the Future: Communication, Education, Business’ in Riga. Ook bezoekt een deel van de docenten de docententhemadag, die één keer per twee jaar wordt georganiseerd door het LOCO. Een aantal docenten is bovendien lid van beroepsvereniging Logeion, de Haagse Communicatiekring en/of de Communicatiekring Rijnland. De opleiding biedt docenten de mogelijkheid om zelf op uitwisseling te gaan. Zo gebeurt het bijvoorbeeld dat docenten een bezoek brengen aan een partner-hogeschool in Jakarta of Barcelona. Onlangs zijn er twee docenten op uitwisseling geweest naar de The London School of Public Relations in Jakarta. Zij geven daar les en doen nieuwe ervaringen op, die zij kunnen gebruiken in hun eigen onderwijsactiviteiten en delen met collega’s. Resultaten docentevaluaties Het meest recente docententevredenheidsonderzoek is van 2011. Uit gegevens van het tevredenheidsonderzoek blijkt dat docenten die binnen de Academie voor European Studies & Communication Management werkzaam zijn, gemiddeld iets minder tevreden zijn dan hogeschoolbreed het geval is. Zij beoordelen hun werkbeleving met een 7,2, een ruim voldoende. Hun oordeel over de R&O-cyclus ligt lager op een score 5,5. Dit laatste, zo is het panel van mening, moet voor de opleiding een punt van aandacht zijn. Niettemin tonen de docenten zich tijdens de auditgesprekken tevreden over de uitvoering van het personeels- en scholingsbeleid en over hun werk in het algemeen.
Weging en Oordeel: De uitvoering van het personeelsbeleid en de mogelijkheden tot scholing en ontwikkeling zijn conform hogeschoolnormen. Het personeel is hoog gekwalificeerd en verzorgt interactieve lessen met actuele praktijkvoorbeelden. De inzet van gastdocenten maakt het mogelijk informatie rechtstreeks uit de praktijk te halen. De onderzoeksvaardigheden van sommige docenten zijn nog niet optimaal. De betreffende docenten erkennen dit en worden door de opleiding in staat gesteld hieraan te werken. Dit geeft het panel vertrouwen dat er serieus aan dit verbeterpunt wordt gewerkt en er op korte termijn verbetering zal plaatsvinden op dit gebied. Gelet op deze weging komt het panel bij Standaard 9 tot het oordeel ‘goed’.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 34
Standaard 10: De omvang van het personeel is toereikend voor de realisatie van het programma.
Bevindingen Sinds de vorige accreditatie is het aantal studenten flink gestegen. Dit heeft ervoor gezorgd dat ook het personeelsbestand is uitgebreid. Bij de voltijd- en de deeltijdopleiding zijn inmiddels ruim vijftig docenten betrokken, die gezamenlijk 24,4 fte vertegenwoordigen. Enkele docenten van de voltijdvariant werken ook bij de deeltijdopleiding. Een aantal docenten, met name diegenen die Nederlands en Engels geven, verzorgt ook lessen voor de opleiding European Studies. De docent-studentratio voor de voltijdopleiding is 1:24,3. De docent-studentratio voor de deeltijdopleiding is 1:20. Naast de inzet van vaste docenten, maakt de deeltijdopleiding gebruik van een poule van freelancers. Uit cijfers van de opleiding blijkt dat binnen de deeltijdvariant dertien docenten aanwezig zijn, die tevens werkzaam zijn in de beroepspraktijk. Het panel vindt dit positief en acht het, zeker voor deeltijdstudenten, zeer waardevol dat een groot deel van de docenten in de praktijk staat. Omdat ook veel van de deeltijdstudenten overdag een baan hebben en praktijksituaties tegenkomen, ontstaan tijdens de lessen de meest interessante gesprekken waarin studenten en docenten met elkaar op een levendige manier discussiëren over de te behandelen theorie in relatie tot de beroepspraktijk, zo wordt tijdens de auditgesprekken aangegeven door zowel de deeltijddocenten als – studenten. Uitgaande van opgestelde prognoses is destijds in het Strategisch Personeels Plan 2010-2014 van de Academie ES&CM verondersteld dat de studentenpopulatie van de Academie niet of nauwelijks zou stijgen. Dit had als gevolg dat er financieel gezien geen ruimte zou komen voor de uitbreiding van de personeelsformatie. Nu, een aantal jaar later, blijkt dat er bij Communicatie voltijd en ICM sprake is van een stijging van het aantal studenten ten opzichte van de opleiding European Studies. Dit heeft ertoe geleid dat er nu meer personeel wordt ingezet bij Communicatie voltijd en ICM, dan in het Strategisch Personeels Plan was opgenomen. Uit verslagen van verschillende overlegorganen blijkt dat werkdruk een continu aandachtpunt is van het management. Niettemin geven de huidige docent-studentratio’s en de gesprekken met studenten over de ervaren werkdruk, het panel geen aanleiding om de werkdruk als te hoog te kwalificeren. Het panel is van mening dat de omvang van het personeel op dit moment toereikend is om de opleidingen te verzorgen, maar wil de opleiding er wel op wijzen dat bij uitbreiding van de onderzoeksactiviteiten van docenten de werkdruk wel in ogenschouw gehouden moet worden.
Weging en Oordeel: Het auditpanel stelt vast dat de opleiding beschikt over een voor het hbo gunstige verhouding tussen het aantal docenten en studenten. De inzet van freelance docenten die ook werkzaam zijn in de beroepspraktijk, is voor de deeltijdopleiding zeker een toegevoegde waarde. Het auditpanel komt dan ook voor deze Standaard tot het oordeel goed.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 35
Voorzieningen Standaard 11: De huisvesting en de materiële voorzieningen zijn toereikend voor de realisatie van het programma.
Bevindingen Tijdens de audit heeft het panel een rondleiding gekregen langs de belangrijkste ruimtes en voorzieningen voor de studenten van de opleiding Communicatie. Het panel heeft onder andere de bibliotheek bezocht, die ruim is opgezet. Naast een groot aantal vaste computers, beschikt de hogeschool over een draadloos netwerk waar studenten overal in de hogeschool gratis gebruik van kunnen maken. In de bibliotheek is een toereikende selectie van relevante en actuele boeken aanwezig en daarnaast beschikt De Haagse Hogeschool over een database van ongeveer 15.000 online tijdschriften. Het panel vindt het positief te horen dat er ook een aantal wetenschappelijke tijdschriften deel uitmaken van deze collectie, waartoe studenten ook vanuit hun eigen huis toegang hebben. Om de collectie up-to-date te houden stuurt de opleiding met regelmaat literatuurlijsten met gewenste aankopen naar de bibliothecaris en vindt twee keer per jaar overleg plaats over mogelijke aanvullingen op de collectie. In de bibliotheek is een tweetal instructieruimten aanwezig. Deze worden gebruikt om studenten te trainen in het zoeken en vinden van relevante informatie voor onderzoeksopdrachten. Voor de studenten van de opleiding Communicatie verzorgen medewerkers van de bibliotheek in het eerste jaar twee bibliotheekcursussen. Daarnaast komen de studenten tijdens de module Onderzoeksvaardigheden in contact met de bibliotheekfaciliteiten. Verder zijn in de bibliotheek werkplekken beschikbaar, waar groepen studenten gebruik van kunnen maken als zij werken aan een groepsopdracht. Deze werkplekken zijn voorzien van grotere computerschermen. Ook zijn er stilteruimten beschikbaar waar in stilte gewerkt en gestudeerd kan worden. Vanwege rumoerigheid in de bibliotheek is deze vorig jaar verbouwd, waardoor met name de stilteruimten nu echt stil zijn, zo heeft het panel kunnen ervaren. Ook heeft het panel het ‘Applelab’ bezocht waarover de opleiding beschikt. De panelleden zijn enthousiast over de beschikbaarheid van de Apple computers, waarvan er ongeveer 20 in het lokaal aanwezig zijn. Deze computers worden onder andere gebruikt voor vakken als Beeld & Communicatie en Crossmediale Communicatie, waarbij de studenten leren omgaan met een programma als Photoshop. Voor trainingen zoals presenteren en interviewen beschikt de Academie ES&CM over eigen camera’s. Daarnaast kunnen studenten en docenten audiovisuele apparaten reserveren via de IT-helpdesk van de hogeschool. Het panel constateert dat de voorzieningen op voldoende niveau zijn. Stel dat daar in de toekomst mogelijkheden voor ontstaan, dan zou het wel heel mooi zijn als de opleiding kan beschikken over een eigen multimediale ruimte die studenten de mogelijkheid biedt om in teamverband praktijkervaring op te doen in het maken van radioprogramma’s, (internet)televisie en webredactie. De deeltijdstudenten maken in zeer beperkte mate gebruik van de fysieke bibliotheek en het Applelab. Dit komt onder andere doordat zij niet veel tijd beschikbaar hebben om de bibliotheek te bezoeken, omdat zij ’s avonds les hebben. Hiernaast kopen zij veel boeken zelf, omdat zij het interessant en nuttig vinden om deze boeken ook later nog eens te kunnen gebruiken.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 36
Weging en Oordeel De huisvesting en voorzieningen zijn niet ‘state of the art’, maar over het algemeen wel op niveau. De standaardwerken zijn aanwezig in de bibliotheek, er is een uitgebreide database met online tijdschriften beschikbaar en de opleiding beschikt over een ‘Applelab’. Zodra er echter mogelijkheden voor zijn, dan zou een eigen multimedia ruimte aanbevelingswaardig zijn. Het auditpanel komt voor Standaard 11 tot het oordeel voldoende.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 37
Standaard 12: De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten bevorderen de studievoortgang en sluiten aan bij de behoefte van studenten.
Bevindingen Studiebegeleiding Voltijd en ICM - Het eerste jaar Aan het begin van de studie krijgt elke voltijd- en ICM-student een studieloopbaanbegeleider (SLB’er) toegewezen. De SLB’er begeleidt samen met een Coaching Assistant (CA) een groep studenten. Coaching Assistants zijn net afgestudeerde hbo’ers die een beperkte aanstelling krijgen om studenten te begeleiden in hun studieloopbaan. De CA’s verzorgen een groot deel van de SLB-lessen. De studieloopbaanbegeleider is echter degene die de beoordelingen uitvoert, hierbij wel voorzien van advies door de CA. Uit onderzoek van de academie blijkt dat de inzet van Coaching Assistants bijdraagt aan de betrokkenheid van studenten, waarbij de tijd die de CA’s kunnen besteden aan een klas wel van invloed is. In de eerste week van de studie organiseert de academie een introductieweek voor alle nieuwe studenten. Tijdens deze week maken de studenten kennis met de opleiding, de hogeschool en de beschikbare faciliteiten. Vervolgens hebben de studenten aan het begin van het eerste studiejaar een intakegesprek met hun studieloopbaanbegeleider over de eigen verwachtingen en doelen. Na afronding van het tweede blok volgt een tweede gesprek, waarbij de studenten een voorlopig advies krijgen over het vervolg van de opleiding op basis van de behaalde resultaten. Dit gesprek kan ook leiden tot de conclusie dat Communicatie toch niet een geschikte opleiding is voor de student. Door dit in een vroeg stadium te constateren, krijgt de student de gelegenheid om op zoek te gaan naar een andere, meer passende studie. In blok 1 en 4 maakt studieloopbaanbegeleiding deel uit van de aangeboden vakken. Tijdens deze beroepsoriënterende lessen wordt onder andere aandacht besteed aan de beroepsmogelijkheden van de communicatieprofessional en krijgt de student inzicht in de ontwikkeling van de eigen competenties. De opleiding heeft ervoor gekozen om het zwaartepunt van de studiebegeleiding te positioneren in de eerste periode van de opleiding. Het panel vindt dit een verstandig keuze. Goede begeleiding aan het begin van de studie kan bijdragen aan het beperken van de uitval in het eerste jaar. Het panel moedigt de opleiding aan na te denken over het aanbrengen van differentiatie in de begeleiding van studenten. Studenten die zich vroegtijdig inschrijven zijn over het algemeen meer gemotiveerd, dan studenten die zich pas op een laat moment inschrijven. Wellicht dat intensievere studiebegeleiding van late instromers ervoor kan zorgen dat het uitvalpercentage afneemt. Overigens vindt het panel het een goede stap van de opleiding om via de studieloopbaanbegeleiding studenten te helpen bij het tijdig overstappen naar een andere opleiding indien dat gewenst of noodzakelijk is. Voltijd en ICM - Hoofdfase In het tweede jaar van ICM maakt studieloopbaanbegeleiding onderdeel uit van de onderwijsmodule Personal Leadership. De voltijdopleiding heeft, in navolging van ICM, nu ook de module Persoonlijk Leiderschap opgenomen in het tweede jaar en ICM gaat, naar het voorbeeld van voltijd, vanaf 2013-2014 tweedejaarsstudenten zonder propedeuse intensiever begeleiden.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 38
Hoofdfasestudenten die op schema liggen, hebben geen studieloopbaanbegeleiding meer. Hebben zij toch behoefte aan een gesprek over hun studieloopbaan, dan kunnen zij terecht bij hun SLB’er uit het eerste jaar. Voor studenten uit het derde en vierde jaar is er een aantal vaste aanspreekpunten. Indien nodig dan kan de SLB’er een student doorverwijzen naar de decaan, het Loopbaancentrum of de studentenpsycholoog van De Haagse Hogeschool. Deeltijd De deeltijdstudenten worden in hun studieloopbaan begeleid door de coördinator deeltijd. De studenten hebben aan het begin van het eerste studiejaar twee SLB-bijeenkomsten over de inrichting van het studieprogramma. Elke laatste week van een onderwijsperiode hebben studenten een gezamenlijk SLB-uur. Tijdens dit uur worden studenten bijgepraat over zaken die betrekking hebben op de opleiding. Ook individueel voeren de studenten gesprekken over hun studievoortgang. In het tweede jaar hebben alleen studenten zonder propedeuse verplicht een gesprek met de SLB’er. De overige studenten kunnen, indien gewenst, een afspraak met hem maken. De opleiding heeft ervoor gekozen om vanaf het studiejaar 2013-2014 geen studiepunten meer toe te kennen aan de studieloopbaanbegeleiding. Dit besluit is genomen vanuit de gedachte dat begeleiding niet verplicht kan worden gesteld, maar dat het een service betreft aan studenten. Het panel begrijpt deze redenering van de opleiding, maar vraagt zich af of dit niet botst met het eerder geschetste beeld dat de opleiding veel waarde hecht aan studieloopbaanbegeleiding en de bijdrage die dit kan leveren aan uitvalvermindering. Dit geldt zeker voor de deeltijdvariant. Het panel geeft de opleiding in overweging om met name op basis van gesprekken met deeltijdstudenten de begeleiding net voor en tijdens het afstuderen op peil te houden. Bereikbaarheid docenten Uit de Nationale Studenten Enquête 2012 kwam naar voren dat de studenten met name niet helemaal tevreden waren over de bereikbaarheid van de docenten. De NSE 2013 laat op dit gebied een verbetering zien. Ook de studenten met wie het panel sprak tijdens de audit laten positieve geluiden horen. Zo betitelt één van de deeltijdstudenten de bereikbaarheid van de docenten als uitstekend. Alleen aan het eind van het blok laat de reactie van docenten soms iets langer op zich wachten, vanwege drukte rondom het nakijken van toetsen. De studenten weten dit en hebben daar begrip voor. En zoals een kritische voltijdstudente zei: “Ik heb nog nooit een prangende vraag gehad die niet binnen één dag is beantwoord”. De opleiding realiseert zich dat de perceptie van goede bereikbaarheid voor een groot deel te maken heeft met verwachtingenmanagement. Zo is het bijvoorbeeld niet reëel om binnen een uur een reactie te verwachten op een e-mail aan een docent. De opleiding heeft het plan opgevat om een gedragscode in te voeren, die duidelijk maakt wat er van studenten verwacht wordt en wat studenten van hun docenten kunnen verwachten. Het panel vindt de invoering van een gedragscode een goed initiatief, maar wil de opleiding aanraden het nog iets dwingender te maken, bijvoorbeeld door zowel studenten als docenten ervoor te laten tekenen. Informatievoorziening Voor de informatievoorziening aan studenten maakt de opleiding gebruik van twee platforms. Het studentennet wordt gebruikt voor informatie over studieprogramma’s, roosters, inschrijving voor tentamens, regelingen en procedures. Via Blackboard wordt het meer inhoudelijke studiemateriaal beschikbaar gesteld aan studenten. Studenten kunnen zich aanmelden voor een sms-service, die ervoor zorgt dat zij op de hoogte worden gebracht in het geval er een docent ziek of vanwege een andere reden afwezig is.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 39
De resultaten van de NSE 2012 laten zien dat met name de voltijdstudenten niet erg tevreden zijn met de informatievoorziening door de opleiding. Vooral het tijdig bekendmaken van de roosters scoort erg laag. En ondanks dat deeltijd en ICM op dit onderdeel beter lijken te scoren, uitgaande van de NSE 2012, geven de deeltijdstudenten tijdens de audit aan ook niet helemaal tevreden te zijn over de informatievoorziening. Eén van de studenten vertelde dat zij de informatie over het vakkenpakket pas een week voor aanvang van de studie ontving. Weging en Oordeel: De opleiding zet met name in het eerste jaar stevig in op studieloopbaanbegeleiding. De aanwezigheid van de Coaching Assistants komt het effect van de studieloopbaanbegeleiding ten goede. De informatievoorziening richting studenten verdient aandacht van de opleiding, evenals de bereikbaarheid van de docenten. Hoewel dit laatste wellicht opgelost kan worden door goed verwachtingenmanagement. Het auditpanel waardeert deze Standaard op basis van het bovenstaande voor alle varianten met een voldoende.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 40
Kwaliteitszorg Standaard 13: De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van meetbare doelen. Toelichting NVAO: De opleiding bewaakt de kwaliteit van de beoogde eindkwalificaties, het programma, het personeel, de voorzieningen, de toetsing en de gerealiseerde eindkwalificaties via regelmatige evaluaties. De opleiding verzamelt tevens managementinformatie met betrekking tot rendementen en staf–student ratio.
Bevindingen Kwaliteitszorg Op basis van de Kaderbrief9, maatschappelijke ontwikkelingen in het werkveld en prioriteiten van de opleidingen, stelt het managementteam een academiebeleidsplan en begroting op, waarin beoogde speerpunten, (verbeter-)doelen en resultaatafspraken zijn opgenomen. Het College van Bestuur accordeert het beleidsplan, waarna de managementovereenkomst met de academiedirecteur wordt vastgesteld. De voortgang van de voorgenomen doelstellingen in het beleidsplan wordt getoetst binnen diverse managementrapportages. Op hogeschoolniveau wordt eens per vier jaar een Hogeschoolontwikkelingsplan (HOP) opgesteld. De academie ESCM vertaalt dit plan vervolgens naar een Academieontwikkelingsplan (AOP), dat de opleiding uiteindelijk uitwerkt in een jaarlijks op te stellen Opleidingsontwikkelingsplan (OOP). Bij het schrijven van het OOP wordt ook rekening gehouden met de beleidsagenda van de academie en de streefdoelen in de Managementrapportages. Het panel heeft het Opleidingsontwikkelingsplan 2013-2014 bekeken en is van mening dat het plan reële en relevante verbetermaatregelen bevat. De academie beschikt over een Decentraal Monitor Informatieteam, kortweg DMIT. Het DMIT levert gegevens aan voor managementrapportages, zoals cijfers over instroom en uitval, rendementen en evaluatiegegevens. Ook produceert dit team overzichten en analyses van toetsresultaten en beschikt het over de uitkomsten van de studentenenquêtes. Bovendien speelt het DMIT een rol bij de focusgesprekken die de opleiding met studenten voert. Deze focusgesprekken zijn dit jaar systematisch in alle varianten gevoerd met als doel meer inzicht te krijgen in de tevredenheid van studenten. De resultaten van de NSE en De Reflector pakken op een aantal punten negatief uit voor de opleiding Communicatie. Met name studenten in de voltijdvarianten geven zeer regelmatig lage cijfers voor zaken als de informatievoorziening, stagebegeleiding en spreiding van de studielast. Ook de kwaliteit van de docenten wordt door de voltijdstudenten beoordeeld met cijfers lager dan een 3. Omdat de docenten zich niet herkennen in de uitkomsten van de Nationale Studenten Enquête en de respons op de NSE bovendien laag is, heeft de opleiding besloten om aan het eind van het jaar een eigen enquête onder studenten te houden. Hierop was de respons aanzienlijk hoger. Ook heeft de opleiding besloten focusgesprekken met studenten te organiseren. Deze focusgesprekken bieden de opleiding de gelegenheid om dieper in te gaan op een aantal onderwerpen en studenten te vragen naar de manier waarop hun oordeel over een bepaald aspect van de opleiding tot stand komt. Aan de hand van deze informatie kan de opleiding gerichter actie ondernemen om verbeteringen door te voeren. Het panel ondersteunt de aanpak van de opleiding en is, net als de docenten, verrast door de discrepantie in de uitkomsten van de evaluaties en het beeld dat is ontstaan over de docenten op basis van de gesprekken tijdens de audit. Overigens is het opvallend dat de tevredenheidscijfers van de studenten van de internationale route aanzienlijk beter zijn. De opleiding, en het panel met hen, vermoedt dat dit te maken 9
De Kaderbrief is een concretisering van het strategisch beleidsplan op hogeschoolniveau inclusief streefwaarden.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 41
heeft met het soort student. De studentenpopulatie van ICM bestaat voor 90% uit buitenlandse studenten, die over het algemeen een andere studiehouding hebben dan Nederlandse studenten. Evaluaties Hieronder volgt een overzicht van de evaluatie-instrumenten, waarmee de opleiding de kwaliteit van elke variant bewaakt. Onderwerp
Betrokkenen bij evaluatie
Beoogde eindkwalificaties
Landelijke Overleg Communicatie Opleidingen
Het programma
Curriculumcommissie
Werkveldcommissie Opleidingscommissie Studentenevaluaties aan einde blok Focusgesprekken met studenten en jaarevaluatie (eigen enquête)
Het personeel
R&O – cyclus Tweejaarlijkse Kompas enquête Studentenevaluaties aan einde blok
De voorzieningen
Nationale Studenten Enquête Focusgesprekken met studenten
Toetsing
Toets- en Examencommissie Opleidingscommissie Studentenevaluaties aan einde blok
Gerealiseerde eindkwalificaties
Intervisie met collega’s (van andere hogescholen) Werkveldcommissie Afstudeerbegeleiders bij bedrijven
Tabel 9. Commissies en personen betrokken bij evaluaties
De academie stelt per jaar een actieplan kwaliteitszorg op. Hierin staat beschreven wat er het komend jaar op het gebied van evaluaties allemaal op de planning staat. De panelleden hebben het Actieplan Kwaliteitszorg 2013-2014 bekeken en zijn onder de indruk van de vele verschillende manieren van evalueren die de academie inzet en de verbeteringen die zij hierin continu probeert door te voeren. Na bestudering van de documenten en de gesprekken tijdens de audit, stelt het panel vast dat de academie waartoe de opleiding behoort en de opleiding zelf de kwaliteitszorg op orde hebben. De opleiding volgt de PDCA-cyclus, waardoor zij zelf weet waar actie op ondernomen moet worden. Zij organiseert feedback en voert, indien nodig, aanvullend onderzoek uit naar het hoe en waarom van uitslagen. Het panel is van mening dat de opleiding voldoende aandacht besteedt aan de evaluatie van het onderwijs en van ondersteunende processen. Weging en Oordeel: De opleiding brengt verschillende overlegorganen en evaluatieve instrumenten in stelling om ervoor te zorgen dat het niveau en de inhoud van het onderwijs op orde zijn. De documenten en de gesprekken tonen aan dat de opleiding kwaliteitszorg hoog in het vaandel heeft staan. Evaluaties voert zij op een adequate wijze uit waarbij zij de evaluatieresultaten op een inzichtelijke wijze presenteert en gebruikt om verbeteringen te initiëren. Op basis van deze bevindingen komt het auditpanel bij Standaard 13 op het oordeel goed.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 42
Standaard 14: De uitkomsten van de evaluaties vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de doelen.
Bevindingen Zoals onder Standaard 13 aangegeven, voert de opleiding Communicatie veel verschillende evaluaties uit. Uitgaande van de PDCA-cyclus moeten na deze evaluaties (Check) de verbeteringen worden doorgevoerd (Act) en dat is ook wat er gebeurt. Voorbeeld – bereikbaarheid docenten De resultaten van de Nationale Studenten Enquête vallen de opleiding op een aantal punten behoorlijk tegen. Op basis van de uitkomsten is in kaart gebracht wat de probleemgebieden zijn. De opleiding heeft vervolgens een aantal maatregelen bedacht die voor verbetering moeten zorgen, hierin onderscheidt zij quick wins en maatregelen die op de lange termijn hun uitwerking zullen hebben. Eén van de probleemgebieden, zo blijkt uit de enquête, is de bereikbaarheid van docenten. Voor de quick wins wordt onder andere ingezet op het op het portal plaatsen van de spreekuren en bereikbaarheid van docenten. Hiernaast gaat de opleiding via focusgesprekken na wat studenten precies verwachten van docenten als het gaat om hun bereikbaarheid. Dit is een actie die niet direct resultaat oplevert, maar wel op langere termijn kan zorgen voor meer inzicht en passende maatregelen. Voorbeeld – Kwaliteit van toetsen Uit de in 2011 uitgevoerde interne audit kwam naar voren dat de toetskwaliteit onvoldoende was. De opleiding heeft inmiddels verschillende acties ondernomen om hier verbetering in aan te brengen. Zo is er een Toetshandboek ontwikkeld, inclusief toetsmatrijzen per module. Hiernaast beoordeelt de toetscommissie nu steekproefsgewijs toetsen en heeft de opleiding vier trainingen voor docenten georganiseerd over het opstellen van toetsen. Het blijft niet bij deze maatregelen, in het Opleidingsontwikkelingsplan 2013-2014 zijn vervolgacties opgenomen om de kwaliteit van de toetsen nog verder te verbeteren. Uit de kritische reflectie, de gesprekken en de bestudeerde documenten blijkt dat de opleiding veel verbeterplannen heeft. Dat is positief, want het laat zien dat de opleiding gedreven en ambitieus is. Het panel wil de opleiding wel adviseren alle verbeterplannen samen te brengen in één document. In dit document vermeldt zij vervolgens wat de reden is voor de actie, wie er verantwoordelijk is, op welke termijn de verbetering moet zijn doorgevoerd (prioriteiten stellen) en wanneer er wordt geëvalueerd. Weging en Oordeel: De opleiding voert aantoonbaar verbetermaatregelen door op basis van gehouden evaluaties. Uit de gesprekken en de kritische reflectie blijkt dat de opleiding ook in de komende periode een flink aantal verbeteringen zal gaan doorvoeren. Het panel wil de opleiding wel aanraden deze verbetermaatregelen op een meer overzichtelijke en eenduidige wijze vast te leggen en er een realistische prioritering aan toe te kennen. Op basis van deze weging komt het panel voor Standaard 14 tot het oordeel voldoende.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 43
Standaard 15: Bij de interne kwaliteitszorg zijn de volgende partijen actief betrokken: opleidingscommissie, examencommissie, medewerkers, studenten, alumni en afnemend beroepenveld.
Bevindingen Betrokkenheid stakeholders Via verschillende commissies en overleggen betrekt de opleiding haar stakeholders regelmatig bij de interne kwaliteitszorg van de verschillende varianten. In de tabel hieronder is aangegeven op welke manier(en) de verschillende stakeholders worden betrokken bij de evaluatie van de opleiding. Doelgroep
Afnamemoment
Instrumenten
Studenten
Jaarlijks
Nationale Studenten Enquête
Ieder semester
Focusgesprekken
Na afloop onderwijsprogramma Vier of vijf keer per jaar
Blokevaluaties, stage-evaluaties, afstudeerevaluaties, evaluatie SLB, jaarevaluatie Overleg
Twee keer per jaar
Overleg
Alumni
Jaarlijks
HBO-monitor
Medewerkers
Driemaal per jaar
R&O – cyclus
Tweejaarlijks
Het Kompas
Opleidingscommissie Academieraad
Conferentie
Tweemaal per periode
Team- en jaaroverleg
Examencommissie Toetscommissie
Jaarlijks
Jaarverslag
Meerdere malen per jaar
Gesprek met docenten over bevindingen toetsen
Werkveld
Iedere periode
Evaluatie stage en afstuderen
Werkveldcommissie Management / CvB
Meerdere malen per jaar
Gesprekken
Driemaal per jaar
Managementrapportages
Externe validering van afstudeerwerken
Tabel 10. Evaluatiedoelgroepen, afnamemoment en instrumenten
Studenten kunnen op verschillende manieren hun mening over de opleiding kenbaar maken, zoals via de Nationale Studenten Enquête, die jaarlijks wordt gehouden. Hiernaast wordt de studenten na afloop van, door de teamleider geselecteerde modules gevraagd een evaluatieformulier in te vullen. Om meer inzicht te krijgen in hoe studenten over de opleiding denken, wordt ieder semester een aantal focusgesprekken met studenten gevoerd en volgt aan het eind van het studiejaar een jaarevaluatie in de vorm van een enquête. De studenten zijn vertegenwoordigd in de Opleidingscommissie en de Academieraad. Zij voeren gesprekken met een afvaardiging van het management. De rol van alumni bij de evaluatie van het onderwijs is op dit moment beperkt, zo stelt het panel vast. De alumni worden jaarlijks uitgenodigd om de HBO-monitor in te vullen. Slechts een zeer klein gedeelte van de afgestudeerden doet hieraan mee. Net als het panel, ziet ook de opleiding zelf de noodzaak om het alumnibeleid een ‘boost’ te geven. Per slot van rekening zijn alumni de beste en goedkoopste ambassadeurs van een opleiding, als ze goed inzet worden.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 44
Er is inmiddels een alumnibeleidsplan opgesteld, dat is gebaseerd op het hogeschoolbrede alumnibeleid. In maart 2013 is als uitvoering van dit beleid een eerste conferentie georganiseerd voor alumni. Op verschillende manieren betrekt de opleiding het werkveld bij de kwaliteitszorg. Behalve via informele contacten via stages en afstuderen, speelt de werkveldcommissie een overtuigende rol. Gevraagd en ongevraagd voorziet zij de opleiding van advies. De curriculumcommissie functioneert naar behoren. Het auditpanel heeft een aantal verslagen van deze commissie bekeken en concludeert dat tijdens de vergaderingen voor de opleiding relevante onderwerpen aan de orde komen. Zo wordt onder andere gesproken over het beoordelen van stages, het taalniveau van studenten en internationalisering van het programma. Terugkoppeling Aan stakeholders waarmee de opleiding met enige regelmaat aan tafel zit, koppelt zij terug tijdens volgende vergadering. De maatregelen die worden genomen op basis van enquêteresultaten worden echter niet voldoende bekend gemaakt, zo zijn de studenten van mening. De opleiding realiseert zich dat zij op centraal niveau te weinig terugkoppeling geeft en steekt daarvoor de hand in eigen boezem. De opleiding is voornemens de terugkoppeling te verbeteren door iedere periode een digitale nieuwsbrief te verzenden naar studenten en docenten waarin staat vermeld wat is gedaan met de evaluatiegegevens. De leden van de Opleidingscommissie deeltijd waren overigens tot voor kort ook niet helemaal tevreden. Zij moesten twee keer klagen voordat er daadwerkelijk iets werd gedaan met de aangedragen onvolkomenheden. Nu, met de aanwezigheid van de opleidingsmanager Communicatie en de coördinator van de deeltijdvariant, is dit probleem opgelost. Weging en Oordeel: De opleiding betrekt de relevante partijen bij het evalueren van de kwaliteit van de opleiding. Op vaste momenten overlegt de opleiding met onder andere de werkveldcommissie, de Opleidingscommissie, eigen medewerkers, stageverleners, studenten en de programme committee. Ook de overige interne commissies leveren input. Het alumnibeleid staat nog in de kinderschoenen, maar het panel heeft er, op basis van het alumnibeleidsplan en een eerste conferentie, vertrouwen in dat dit goed wordt opgepakt. Op basis van deze conclusie komt het panel bij Standaard 15 voor alle varianten tot het oordeel goed.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 45
Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties Standaard 16: De opleiding beschikt over een adequaat systeem van toetsing en toont aan dat de beoogde eindkwalificaties worden gerealiseerd. Toelichting NVAO: Het gerealiseerde niveau blijkt uit de tussentijdse en afsluitende toetsen, de afstudeerwerken en de wijze waarop afgestudeerden in de praktijk of in een vervolgopleiding functioneren. De toetsen en de beoordeling zijn valide, betrouwbaar en voor studenten inzichtelijk.
Bevindingen Systeem van toetsing Het in 2011 opgestelde Toetsbeleid is academiebreed geformuleerd in het Toetsbeleid ES&CM en het bijbehorende Toetshandboek. De invoering van het geformuleerde beleid gebeurt gefaseerd. In het schooljaar 2012-2013 zijn alle stappen die in het Toetshandboek staan doorlopen voor de schriftelijke tentamens in de propedeuse. Vanaf het schooljaar 2013-2014 wordt de nieuwe werkwijze ingevoerd voor alle leerjaren en alle toetsvormen. In het Opleidingsleerplan en in het Toetsplan van de verschillende varianten staat weergegeven welke toetsvorm per vak wordt gehanteerd en welke waardering in ECTS het behalen van de toets oplevert. De opleiding maakt gebruik van een functionele mix aan toetsingsmechanismen, waaronder schriftelijke tentamens, schriftelijke en visuele productbeoordelingen, presentaties en mondelinge toetsen. In het Toetsplan en in de modulehandleidingen staat beschreven wat de competenties zijn die met het betreffende vak worden getoetst en welke stof en/of vaardigheden er aan de orde zullen komen tijdens de toetsing. Validiteit, betrouwbaarheid en transparantie De opleiding maakt gebruikt van een duidelijke toetscyclus volgens het PDCA-model, waarin ook voor evaluatie een belangrijke rol is weggelegd. Op verschillende manieren zorgt de opleiding ervoor dat de toetsen betrouwbaar, valide en transparant zijn: De criteria geldend voor een toets worden afgeleid van de leerdoelen en competenties die voor de betreffende onderwijseenheid zijn geformuleerd (toetsmatrijs). Er wordt gebruik gemaakt van een mix aan toetsvormen. Zo wordt de communicatieve vaardigheid presenteren bijvoorbeeld beoordeeld tijdens het houden van een projectpresentatie. Het beoordelen van een gerealiseerd product staat garant voor de geïntegreerde toetsing van vaardigheden, kennis en toepassing. Er zijn altijd minimaal twee docenten betrokken bij het opstellen van een toets (vierogenprincipe). De module-eigenaar ontwikkelt in eerste instantie de toets, die vervolgens wordt gecontroleerd door een tweede docent. Na feedback en aanpassing, wordt de definitieve toets door beide docenten vastgesteld. De werkveldcommissie van de opleiding krijgt elk jaar afstudeerproducten en een selectie van andere toetsen voorgelegd om het niveau en de validiteit van de toetsen te beoordelen. Alle beoordelaars hanteren hetzelfde beoordelingsmodel. Na afname van een toets wordt deze geëvalueerd door de module-eigenaar, de tweede docent en door de studenten en ook de Toetscommissie bekijkt de toetsen steekproefsgewijs en geeft aanbevelingen indien gewenst. Bij de beoordeling van stage en afstuderen zijn meerdere beoordelaars betrokken. Na elke toets heeft de student recht op een persoonlijke terugkoppeling en een toelichting op de beoordeling van zijn werk. De panelleden hebben een aantal toetsen uit verschillende leerjaren bekeken. Het panel is van mening dat de toetsen over het algemeen het niveau toetsen dat studenten op dat moment in hun studie zouden moeten hebben. Echter, het panel zag een toets Redigeren II voor derdejaarsstudenten uit het studiejaar 2012-2013 die naar zijn oordeel van te laag niveau is.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 46
De spelfouten in de zinnen, die de studenten moeten markeren om punten te krijgen, zijn zo voor de hand liggend en simpel dat zelfs eerstejaarsstudenten deze toets met goed gevolg af zouden moeten kunnen leggen, zo is het panel van mening. Desondanks zijn de scores voor deze door derdejaarsstudenten gemaakte toets niet hoog. Omdat de opleiding zelf ook niet tevreden was over het niveau en de vorm van de toets, heeft zij deze inmiddels vervangen door een nieuwe toets die sinds het studiejaar 2013-2014 gebruikt wordt. De examen- en toetscommissie De examencommissie is academiebreed opgezet en bestaat uit vijf leden. Zij heeft de formele taak de kwaliteit van de toetsing en het niveau van het afstuderen te bewaken. De verantwoordelijkheid voor het toetsen en beoordelen bij de opleiding Communicatie heeft de examencommissie belegd bij de toetscommissie. De voorzitter van de toetscommissie is ook lid van de examencommissie en functioneert daarmee als linking pin tussen beide commissies. Uit het gesprek met de examencommissie blijkt dat zij zich bewust is van de taken die zij per 1 september 2010 heeft op het gebied van borging van het eindniveau. Het panel constateert, op basis van de gevoerde gesprekken en de reeds uitgevoerde werkzaamheden, dat de examencommissie goed gefaciliteerd wordt en voldoende is toegerust om haar taken en verantwoordelijkheden uit te voeren. Het panel wil de examencommissie aanraden verder te zoeken naar mogelijkheden om daadwerkelijk zicht te krijgen op een eigenstandig oordeel over het gerealiseerde niveau. Op dit vlak is nog ruimte voor verbetering, zo concluderen de panelleden. De examencommissie heeft regulier overleg met het academiemanagementteam. Hierin komen onderwerpen aan de orde als de toetsorganisatie, stages en deskundigheidsbevordering. Wat dat laatste betreft heeft de opleiding voldoende mogelijkheden, zo constateert het panel op basis van het gesprek met de examencommissie. Om haar taken beter uit te kunnen voeren, is per februari 2013 een vierde lid toegevoegd aan de toetscommissie. “Dit was zo geregeld”, zo geeft één van de commissieleden aan, wat duidelijk maakt dat de commissies goed worden gefaciliteerd door het management. Dit blijkt ook uit de trainingen die door de commissieleden zijn en worden gevolgd. Zo hebben de leden van de examencommissie allemaal een leergang voor examencommissies gevolgd, zijn de leden van zowel de examen- als de toetscommissie naar een congres over ‘Toetsen en beoordelen in het hoger onderwijs’ geweest en gaan de leden van toetscommissie met enige regelmaat naar trainingen en symposia over toetsing. De toetscommissie bekijkt alle eerstejaars toetsen die worden afgenomen. Van de toetsen uit de hogere jaren neemt zij een steekproef. De examencommissie heeft tevens de mogelijkheid de toetscommissie te vragen een bepaalde toets nader te bekijken in verband met bijvoorbeeld een binnengekomen klacht. Oordeel panel over afgestudeerden Het auditpanel heeft een aantal eindproducten bestudeerd. De selectieprocedure is als volgt gegaan. Hobéon heeft van de opleiding vooraf een overzicht gekregen van alle afstudeeropdrachten van de studiejaren 2011-2012 en 2012-2013 van de varianten voltijd, deeltijd en ICM. Het panel heeft voorafgaand aan de audit uit deze overzichten 15 voltijd scripties, 5 deeltijd scripties en 5 ICM scripties aselect gekozen. De eindproducten waren voorzien van een door de opleiding ingevuld beoordelingsformulier. De lijst met door het panel beoordeelde afstudeerwerken is bij dit rapport gevoegd in bijlage V. Het panel heeft vier van de vijfentwintig bestudeerde scripties als onvoldoende beoordeeld. De kritieke punten komen met name voort uit het type onderzoeksvraag, de aansluiting van doelen probleemstelling op de deelvragen en de gebrekkige verwerking van de inzichten uit literatuuronderzoek in conclusies en aanbevelingen.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 47
Volgens de regels van de NVAO kan het panel opschalen, als meer dan 10% van de gelezen scripties als onvoldoende worden beoordeeld. Omdat in dit geval de onvoldoendes niet aan één bepaalde variant toe te wijzen waren, is opgeschaald binnen alle varianten van de opleiding. Vanwege de recent doorgevoerde verbeteringen betreffende onderzoeksvaardigheden, is het aannemelijk dat in de meest recente scripties deze verbetermaatregelen reeds hun vruchten hebben afgeworpen en dit zich uit in een hogere kwaliteit. Het panel heeft daarom bij de opleiding een lijst opgevraagd met de meest recente scripties (vanaf 1 februari 2013 tot heden). Hieruit heeft het panel elf scripties geselecteerd. De drie deskundige auditoren hebben allen individueel twee scripties beoordeeld en daarnaast hebben de drie auditoren gezamenlijk vijf scripties gelezen. De conclusie van het panel is dat ook onder de elf additionele scripties drie scripties aanwezig zijn, die niet voldoende zijn. De punten waarop deze scripties onvoldoende scoren zijn onder andere een niet heldere probleemstelling, het onderbreken van een onderbouwing voor de gekozen methodologie en de slag van conclusies naar aanbevelingen. De drie onvoldoende scripties zijn alle geschreven door voltijd studenten. Dit leidt ertoe dat het panel de varianten deeltijd en ICM positief beoordeelt en vooralsnog een onvoldoende toekent aan de voltijdvariant van de opleiding Communicatie van De Haagse Hogeschool. De opleiding is van mening dat binnen hbo-bacheloropleidingen het principe ‘research as a tool, not as an aim’ gehanteerd moet worden. Onderzoek als middel om antwoord te krijgen op je vragen. Het panel is het hiermee eens, maar benadrukt dat ‘het middel’ wel goed moet worden toegepast. Dat is binnen de voltijd opleiding Communicatie van De Haagse Hogeschool op dit moment niet het geval, zo concludeert het panel. De door studenten beschreven onderzoeksmethodologie en de toepassing hiervan zijn in een aantal gevallen niet adequaat, onvoldoende onderbouwd en/of onjuist uitgevoerd. In één van de scripties stond vermeld dat voor een bepaalde onderzoeksmethode was gekozen, omdat het zo in de afstudeerhandleiding staat beschreven. Om te voorkomen dat onderzoek doen op deze manier ‘een trucje’ wordt, raadt het panel de opleiding aan om onderzoek meer te integreren in het programma. Dit kan bijvoorbeeld door aan alle projecten die studenten uitvoeren een onderzoekscomponent toe te voegen. Op die manier moeten zij regelmatig keuzes maken als het gaat om in te zetten onderzoeksmethoden. Het panel constateert verder dat de beheersing van de Nederlandse taal van een behoorlijk aantal studenten onder de maat is. Hoewel een correct gebruik van het Nederlands voor elke studenten – van welke opleiding dan ook – van belang is, verwacht het panel van communicatiestudenten toch zeker een goede, zo niet uitstekende beheersing van het Nederlands. Het panel beveelt de opleiding aan om na te denken over het instellen van een criterium met betrekking tot de in de scriptie aanwezige taalfouten, zoals dat bij ICM reeds het geval is. Niettemin doet het panel een aantal constateringen en ziet het een aantal ontwikkelingen die voldoende vertrouwen geven om te pleiten voor een hersteltermijn. Het panel heeft geconstateerd dat het toetsapparaat van de opleiding op orde is en goed is geborgd. De Examencommissie is toegerust om haar taken uit te voeren en zij wordt door de opleiding in voldoende mate gefaciliteerd in zowel tijd als training. Verder heeft het panel geconstateerd dat de opleiding werk maakt van het verbeteren van de onderzoekskwaliteitseisen van zowel studenten als docenten. Zo is in de voltijd opleiding recentelijk Methode van Onderzoek 5 geïntroduceerd. Dit vak besteedt aandacht aan de verschillende vormen van onderzoek, tegelijkertijd bereidt het studenten voor op hun afstuderen.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 48
Ook de aanwezigheid van twee jonge, gemotiveerde en hoog gekwalificeerde methodologen in het docententeam, bieden het panel vertrouwen. Het panel is ervan overtuigd dat zij in staat zijn de kwaliteit en kwantiteit van het onderzoek dat nu binnen de opleiding wordt uitgevoerd te verhogen. Verder zal ook de beoogde structurele samenwerking met het lector Public Management kunnen zorgen voor verbetering van de onderzoekskwaliteiten van zowel studenten als docenten. En, zoals in Standaard 8 aangegeven, heeft de Academie in haar Strategisch Personeelsplan verschillende maatregelen benoemd, die gericht zijn op het vergroten van de onderzoeksvaardigheden van docenten. Hiernaast neemt elke afstudeerbegeleider deel aan intervisiebijeenkomsten. Ook hebben afstudeerbegeleiders overleg met collega’s van andere hogescholen om te spreken over de kwaliteit en de beoordeling van scripties, waarbij ook het volledig invullen van het beoordelingsformulier nog enige aandacht verdient. De opleiding stelt voor intervisie en overleg 30 uur per afstudeerbegeleider beschikbaar. Weging en Oordeel: Het panel heeft, op basis van de Opleidingsleerplannen en bestudeerde toetsen, vastgesteld dat de opleiding een adequate mix van toetsvormen hanteert, waarmee de, door de studenten verworven kennis en vaardigheden beoordeeld kunnen worden. Via verschillende kwaliteitsborgende mechanismen zorgt de opleiding ervoor dat de toetsen betrouwbaar en valide zijn. De beoordeling wordt uitgevoerd door meerdere beoordelaars. Al met al beschikt de opleiding over een solide systeem van toetsen en beoordelen. Zowel de examen- als de toetscommissie zijn voldoende toegerust om hun taak op een adequate wijze uit te voeren. Het auditpanel constateert dat beide commissies hun taken zeer serieus oppakken en in beweging zijn om hun eigen functioneren nog verder te verbeteren. Op basis van de lezing van een eerste set van 25 scripties kwam het panel tot de conclusie dat er een aantal scripties van onvoldoende niveau tussen zat, verspreid over alle drie de varianten. Na opschaling met een elftal recente scripties komt het panel tot de conclusie dat de scripties van de varianten deeltijd en ICM alle voldoende zijn, maar beoordeelt zij drie van de voltijd scripties als onvoldoende. Op basis van bovenstaande conclusies is het oordeel van het panel een voldoende voor de varianten deeltijd en ICM voor toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties. Het panel beoordeelt standaard 16 van de voltijdse variant als onvoldoende. De deeltijdse variant en ICM beoordeelt hij als voldoende. Gelet op de beslisregels van de NVAO leidt dit tot een score ‘onvoldoende’ voor standaard 16. Desalniettemin heeft het panel er vertrouwen in dat de opleiding, aan de hand van het opgestelde onderzoeksbeleid en onder aanvoering van de twee zeer gemotiveerde methodologen, in staat is de onderzoeksvaardigheden van zowel studenten als docenten te verbeteren en daarmee het gerealiseerd eindniveau te verhogen. Enkele verbetermaatregelen (introductie van Methode van Onderzoek 5) zijn inmiddels doorgevoerd en andere maatregelen staan op de rol (structurele samenwerking lectoraat Public Management). Op basis van deze vertrouwenwekkende verbetermaatregelen acht het panel het legitiem te pleiten voor een hersteltermijn.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 49
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 50
5.
ALGEMEEN EINDOORDEEL
Met het door het LOCO opgestelde competentieprofiel als basis, maakt de opleiding gebruik van een adequate set van beoogde eindkwalificaties die de studenten in staat stelt om zich te ontwikkelen tot beginnende communicatieprofessionals. Het programma is actueel, de geleerde theorie wordt toegepast in opdrachten en tijdens stages. Om de onderzoeksvaardigheden van studenten te verbeteren zal het doen van onderzoek, meer dan nu het geval is, onderdeel moeten uitmaken van opdrachten. Het effect hiervan zal uiteindelijk zichtbaar worden in de scripties, zo verwacht het panel. Internationalisering komt nadrukkelijk tot uiting in de variant ICM en zou in de programma’s van de andere twee varianten nog meer aan bod kunnen komen. Het onderwijsprogramma van de verschillende varianten is goed uitgewerkt in modules, die worden getoetst. De begeleiding van studenten en de voorzieningen zijn adequaat. De docenten zijn hoog gekwalificeerd en in staat het onderwijsprogramma te verzorgen, maar ook voor een deel van hen geldt dat de onderzoeksvaardigheden moeten worden verbeterd. De docenten krijgen hiertoe voldoende gelegenheid, via cursusdagen en zelf aan te vragen scholing. Kwaliteitszorg is op orde. De opleiding houdt op verschillende manier de kwaliteit van haar onderwijs in de gaten en voert aanpassingen door als daar aanleiding toe is. De opleiding zorgt voor een valide, betrouwbare en transparante manier van toetsing en examinering. Alle competenties komen aan de orde in de examens en opdrachten. De examencommissie is zich bewust van haar taken en handelt hier ook naar, maar zou zich nog nadrukkelijker kunnen ‘bemoeien’ met de kwaliteit van de scripties waarin het panel een aantal onvoldoendes constateerde. In de eerste set van 25 scripties die het panel beoordeelde zaten 4 onvoldoendes verdeeld over de drie varianten. In de opschaling kwam het panel in de voltijdvariant wederom een aantal onvoldoendes tegen. De afstudeerwerken van deeltijd en ICM bleken in de opschaling wel van voldoende niveau. Het panel is op basis van het bovenstaande van oordeel dat de kwaliteit van de deeltijd en ICM opleiding voldoende is. Het panel beoordeelt standaard 16 van de voltijdse variant als onvoldoende. De deeltijdse variant en ICM beoordeelt hij als voldoende. Gelet op de beslisregels van de NVAO leidt dit tot een score ‘onvoldoende’ voor standaard 16. Echter, gezien de reeds ingezette en geplande verbetermaatregelen, acht het panel het legitiem te pleiten voor een hersteltermijn voor Standaard 16.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 51
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 52
6.
AANBEVELINGEN
Internationalisering De opleiding heeft een enorme stap gezet op het gebied van internationalisering door te starten met een variant International Communication Management. Deze variant past bij Den Haag als stad en bij De Haagse Hogeschool als opleidingsinstituut. In het voltijd- en deeltijdprogramma, zo is het panel van mening, zou internationalisering nog verder uitgewerkt kunnen worden door aan projectenopdrachten en colleges een internationale ‘touch’ mee te geven. Ook kunnen deze twee varianten meer internationale literatuur op de boekenlijst zetten. Bovendien, zo raadt het panel aan, kan worden nagedacht over het expliciteren van internationalisering in de beoogde eindcompetenties van de opleiding. Onderzoeksvaardigheden Op basis van het lezen van een aantal scripties kwam het panel tot de conclusie dat niet alle studenten, en met name de studenten in de voltijdvariant, voldoende zijn toegerust om een onderzoek op adequate wijze op te zetten en uit te voeren. Onderzoek zou vaker en integraler moeten terugkomen in opdrachten en projecten, zo is het panel na bestudering van het curriculum en van een aantal projectopdrachten van mening. Hiermee worden de onderzoeksvaardigheden van studenten structureler getraind en daardoor verbeterd. Het panel is zich ervan bewust dat het verbeteren van de onderzoeksvaardigheden van studenten tijd kost. Om te voorkomen dat huidige studenten worden afgerekend op iets dat zij niet aangeboden hebben gekregen tijdens hun studie, raadt het panel de opleiding aan om de huidige derdejaarsstudenten een inhaalslag te laten maken. Dit kan door het aanbieden van workshops over onderzoek, waarin aandacht wordt besteed aan de vertaling van een opdracht in een onderzoek dat bruikbare resultaten oplevert voor de opdrachtgever cq. de beroepspraktijk. Zowel door de docenten zelf als door het management wordt onderkend dat de onderzoeksvaardigheid van docenten aandacht vraagt. De opleiding heeft daarom twee jaar geleden een tweede docent aangetrokken die gespecialiseerd is in onderzoeksmethodologie. Samen met een collega-methodoloog is hij nu aan de slag om de onderzoeksvaardigheid van docenten te verbeteren. Het panel vindt dit een goede ontwikkeling en wil de opleiding meegeven om op dit punt stevig door te pakken door keuzes te maken in welke docenten wel en niet gekwalificeerd zijn om studenten te begeleiden bij het doen van onderzoek. Ook kan de opleiding nog sterker inzetten op professionalisering via trainingen en intervisie. Afstudeerprocedure Een stevigere beoordeling van het afstudeervoorstel van studenten zou, in de ogen van het panel, ook kunnen leiden tot een kwaliteitsverbetering van de scripties. Het panel acht het noodzakelijk om hiervoor in eerste instantie de twee methodologiedocenten in te zetten. Bovendien zal het helpen om strakker om te gaan met de ‘go’ en ‘no go’ beslissing op basis van het onderzoeksvoorstel. Het lijkt het panel raadzaam om bij dit ‘go’/’no go’ moment niet alleen de opdrachtgever en de coördinator te betrekken, maar ook de begeleider en de tweede beoordelaar hierover een oordeel te laten geven ter voorkoming van latere twijfel over de onderzoeksvraag en -opzet. Taalvaardigheid Tot slot wil het panel aandacht vragen voor de taalvaardigheid van de studenten. Het panel heeft, middels het inzien van toetsen en het lezen van scripties, geconstateerd dat de beheersing van de Nederlandse taal van een behoorlijk aantal studenten onder de maat is. Het panel raadt de opleiding aan, na te denken over het instellen van een criterium met betrekking tot de in de scriptie aanwezige taalfouten, zoals dat bij ICM al wel het geval is.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 53
Overigens zou een dergelijke limiet voor elke toets en elke opdracht ingesteld moeten worden om studenten, vanaf dag één, te doen realiseren dat correct Nederlands voor communicatieprofessionals van essentieel belang is.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 54
BIJLAGE I
Scoretabel
Scoretabel paneloordelen hbo-bachelor Communicatie
Onderwerpen / Standaarden
Oordeel Voltijd Deeltijd ICM
Beoogde eindkwalificaties Standaard 1. De beoogde eindkwalificaties
Voldoende
Programma Standaard 2. Standaard 3. Standaard 4. Standaard 5. Standaard 6. Standaard 7.
Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoet
Oriëntatie programma Inhoud programma Vormgeving programma Instroom programma Studeerbaarheid programma Omvang en duur programma
Personeel Standaard 8. Doeltreffendheid personeelsbeleid Standaard 9. Kwalificaties personeel Standaard 10. Omvang personeel
Voldoende Goed Goed
Voorzieningen Standaard 11. Huisvesting en materiele voorzieningen Standaard 12. Studiebegeleiding en informatievoorziening
Voldoende Voldoende
Kwaliteitszorg Standaard 13. Periodiek evalueren Standaard 14. Evalueren en verbetermaatregelen Standaard 15. Betrekken van partijen bij interne kwaliteitszorg
Goed Voldoende Goed
Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties Standaard 16. Toetsen en eindkwalificaties
Onvoldoende10
Algemeen eindoordeel
Onvoldoende
10
Het panel beoordeelt standaard 16 van de voltijdse variant als onvoldoende, de deeltijdse variant en ICM beoordeelt hij als voldoende (zie pagina 47-49). Gelet op de beslisregels van de NVAO leidt dit tot een score ‘onvoldoende’ voor standaard 16.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 55
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 56
BIJLAGE II
Opleidingsspecifieke eindkwalificaties
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 57
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 58
BIJLAGE III Schematisch overzicht opleidingsprogramma Voltijd Deeltijd ICM
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 59
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 60
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 61
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 62
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 63
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 64
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 65
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 66
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 67
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 68
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 69
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 70
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 71
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 72
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 73
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 74
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 75
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 76
BIJLAGE IV
Programma, werkwijze en beslisregels
Auditprogramma Uitgebreide Opleidingsbeoordeling ten behoeve van de hbo-bacheloropleiding Communicatie van De Haagse Hogeschool met de varianten voltijd, deeltijd en ICM. DAG 1 | 25 SEPTEMBER 2013 | SLINGER 1.29 Tijd
Gesprekspartners
08.15-09.00
Auditpanel intern overleg
09.00-10.00
Academiedirecteur en opleidingsmanagement, opleidingscoördinator deeltijd Berry Minkman Arend Noordam Len Middelbeek Claudia Diers Theo Loeffen
10.00-10.15
Pauze | Overleg auditteam
10.15-11.15
Coördinatoren Theo Loeffen Mariëlle Bodde Alma van der Wijngaard Babette Dolfing Mark Bos Barry Verbeek Julian van der Kleijn Hans Trapman
Academiedirecteur Algemeen teamleider Teamleider voltijd Teamleider ICM Coördinator deeltijd
Jaarcoördinatoren voltijd jaar 1 en 2 Jaarcoördinatoren ICM jaar 1 en 2/3 Coördinatoren afstuderen voltijd en ICM Coördinatoren stage voltijd
11.15-11.30
Pauze | Overleg auditteam
11.30-12.30
Examencommissie en toetscommissie Bert van Midden Elise van Walstijn Henk Mastenbroek Lars van Lenteren Carla Wood
Voorzitter examencommissie Lid examencommissie Lid examencommissie, voorzitter toetscommissie Lid toetscommissie Lid toetscommissie
12.30-13.15
Pauze | Overleg auditteam en inzien documenten
13.15 -13.45
Rondleiding
13.45-14.30
Open spreekuur Bestudering documenten ter inzage
14.30-15.30
Docenten voltijd Mariëlle Bodde Elise Harleman Lars van Lenteren Henk Mastenbroek Eddy Neumann
parallel
Docenten deeltijd Jelle de Boer Lukas Brandts Robert Flierman Belinda van der Gaag Dave van Ginhoven Julian van der Kleijn
15.30-15.45
Pauze | Overleg auditpanel
15.45-16.45
Studenten voltijd Lisanne Bronkhorst Matthijs de Vries Lorraine Groeneveld Britt Koster Suzanne Moor Raymond Wajwakana Dirk Bakker
Jaar Jaar Jaar Jaar Jaar Jaar Jaar
1 1 2 3 3 4, lid opleidingscommissie 4
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 77
DAG 1 | 25 SEPTEMBER 2013 | SLINGER 1.29 Tijd
Gesprekspartners
parallel
Studenten deeltijd Irene Heeres Remy Hage Marjan Breugom Timo Groenendaal
16.45-17.30
Jaar Jaar Jaar Jaar
1 3 4 6
Alumni en vertegenwoordigers werkveld Bas Schrijver Annette Weijman Elly vd Helm Floor Seelen Kelly Oude Velthuis Wendela Waller Edita Artemis Elina Malasenko Yulia Shapranova Ani Dineva Ronald Florisson Kasper Heijting Jacqueline van den Bergen
17.30-18.00
Alumnus deeltijd Alumnus deeltijd Alumnus deeltijd Alumnus voltijd Alumnus voltijd Alumnus voltijd Alumnus voltijd Alumnus ICM Alumnus ICM Alumnus ICM Werkveld Werkveld Werkveld
Overleg auditpanel
DAG 2 | 26 SEPTEMBER 2013 | SLINGER 1.29 Tijd
Gesprekspartners
08.15-08.30
Overleg auditpanel
08.30-09.15
Docenten ICM Peter Hanssen Rebecca Kleiweg Dominique Darmon Carla Wood Amanda Coady
09.15-09.30
Pauze | Overleg auditpanel
09.30-10.15
Students ICM Gὔler Yesiltas Evelina de Mey Lena Utnes Jeffrey Nolle Aleksander Aleksandrov Elzbieta Bertauskaite Radoslav Tsvetkov Carina Mensching Alice Thorstorp
10.15-11.00
Programme Programme Programme Programme Programme Programme
Committee, Committee, Committee, Committee, Committee, Committee,
chairman member member member member member
Kwaliteitszorg en curriculumcommissie Juliette Weitenberg Eelke Tuinstra Michaël Geerdink Babette Dolfin Mark Bos
Senior academiesecretaris Senior beleidsmedewerker onderwijs en kwaliteitszorg Lid curriculumcommissie Lid curriculumcommissie Lid curriculumcommissie
11.00-12.00
Lesbezoek en inzien documenten
12.00-13.00
Pauze | Lunch en intern overleg
13.00-13.15
Terugkoppeling
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 78
Werkwijze Bij de beoordeling van de betreffende (voltijd en deeltijd) opleiding(en) is uitgegaan van het door de NVAO vastgestelde “Beoordelingskader accreditatiestelsel hoger onderwijs” van 22 november 2011. Daarin staan de standaarden vermeld waarop een Evaluatiebureau zich bij de uitgebreide opleidingsbeoordeling van een opleiding moet richten en de criteria aan de hand waarvan een Evaluatiebureau moet bepalen of de basiskwaliteit van die opleiding als voldoende kan worden beoordeeld. Op basis van de door opleiding geleverde documentatie heeft het auditteam zich een beeld kunnen vormen van de primaire en secundaire processen van de drie varianten. De visitatie was gericht op een verificatie van de bevindingen uit de documentenanalyse en het verkrijgen van aanvullende informatie over de inhoud van het programma. Dit geschiedde door gesprekken met vertegenwoordigers van de opleiding, studenten en het werkveld, die waren te kenschetsen als ‘gesprekken tussen vakgenoten’. De verificatie door het auditteam geschiedde door verscheidene malen hetzelfde onderwerp met verschillende geledingen te bespreken en aan de hand van additionele documentatie en daar waar het de huisvesting en de materiële voorzieningen betreft- ook door eigen waarneming. Verantwoording keuze gesprekspartners Na overleg met de betreffende opleiding heeft het auditteam met in achtneming van de daartoe strekkende regels van de NVAO en op basis van zijn documentanalyse en de daaruit voortvloeiende specifieke aandachtspunten de keuze van de gesprekspartners vastgesteld. Een open spreekuur maakte deel uit van het programma. Het auditteam heeft geconstateerd, dat de betreffende opleiding het open spreekuur tijdig en op correcte wijze onder de aandacht heeft gebracht van studenten en medewerkers. Tijdens het locatiebezoek heeft het auditteam at random een aantal lessen en colleges bezocht en met de daar aanwezige studenten gesproken Het oordeel van het auditteam vastgelegd in een conceptrapport werd aan de opleiding voorgelegd voor een toets op eventuele feitelijke onjuistheden.
Beslisregels Volgens de NVAO-Beslisregels Accreditatie kan een onderwerp ‘onvoldoende’, ‘voldoende’ , ‘goed’ of ‘excellent’ scoren. Hobéon heeft de beslisregels toegepast, zoals deze zijn opgesomd in het ‘Beoordelingskaders accreditatiestelsel hoger onderwijs, 22 november 2011’. Wanneer er sprake is van verschillende varianten van een opleiding (bijvoorbeeld: voltijd, deeltijd en duaal), dan moet uit de beoordeling blijken dat voor elke variant de basiskwaliteit is gewaarborgd op grond van de standaarden uit het betreffende beoordelingskader om te komen tot een positief eindoordeel over de opleiding. Indien een opleiding onder één CROHO-registratie wordt aangeboden op meerdere locaties, kan de opleiding alleen voor accreditatie in aanmerking komen als uit de beoordeling blijkt dat elke locatie voldoet aan de in het betreffende kader genoemde standaarden voor basiskwaliteit. Uitgebreide opleidingsbeoordeling Het eindoordeel over een opleiding is in elk geval ‘onvoldoende’ indien Standaard 1 of 16 als ‘onvoldoende’ beoordeeld wordt. Een onvoldoende bij Standaard 1 kan niet leiden tot het toekennen van een herstelperiode door de NVAO.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 79
Het eindoordeel over een opleiding kan alleen ‘goed’ zijn indien ten minste de Standaarden 1, 3, 6, 9, 13, 14, 15 en 16 als ‘goed’ worden beoordeeld. Het eindoordeel over een opleiding kan alleen ‘excellent’ zijn indien ten minste de Standaarden 1, 3, 6, 9, 13, 14, 15 en 16 als ‘excellent’ worden beoordeeld.
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 80
BIJLAGE V
Lijst geraadpleegde documenten
Lijst geraadpleegde documenten, conform richtlijn van de NVAO Kritische reflectie Organigram instelling, academie en opleiding Domeinspecifiek referentiekader en de eindkwalificaties Schematisch programmaoverzicht. Inhoudsbeschrijving (op hoofdlijnen) van de programmaonderdelen, met vermelding van o eindkwalificaties, leerdoelen, werkvormen, wijze van toetsen, literatuur (verplicht / aanbevolen), betrokken docent(en) en studiepunten. Onderwijs- en examenregeling – OER. Overzicht van het ingezette personeel o naam, functie, omvang aanstelling, graad en deskundigheid o differentiatie in graad uitgedrukt in % van het totaal. Overzichtslijst van alle afstudeerwerkstukken van de laatste twee jaar. Overzicht van de contacten met het werkveld. Communicatie in Reflector 2011, resultaten NSE 2012 en 2013, Analyse NSE 2013, Jaarevaluatie Communicatie 2012-2013 Verslagen overleg in examencommissie, opleidingscommissie, werkveldcommissie, werkgroep validering. Documentatie over student- en docenttevredenheid. Toetsopgaven + beoordelingscriteria en normering (antwoordmodellen) en een representatieve selectie van gemaakte toetsen (presentaties, stageverslagen, assessments, portfolio’s e.d.) en beoordelingen. Handboeken en overig studiemateriaal. Onderwijsvisie Communicatie, Opleidingsleerplannen, toetsplan, handleiding studieloopbaanbegeleiding. Internationale Benchmark ICM 2013 Beleidsplan onderzoek. Personeels(beleid)plan. Opleidingsontwikkelingsplannen en Actieplan Kwaliteitszorg 2013-2014. Regeling ten aanzien van de toegankelijkheid en studeerbaarheid voor studenten met een functiebeperking. De door het panel bepaalde representatieve selectie van (25 + 11 (opschaling)) afstudeerwerkstukken van de afgelopen twee jaar met beoordelingscriteria en normering. Overzicht 36 afstudeerwerkstukken op studentnummer: Voltijd 09027440 08024251 07010427 07018479 20065729 07044720 07030193 20062044 07002459 08052301 08050872 07080549 09026665 20043124 09062602
Deeltijd 7044933 09044345 7036361 20040681 08036292 ICM 08086990 08066611 09051341 20062805 09065709
Opschaling Voltijd 09059849 09072039 08056722 07066546 09088792 09031278 09067094 08031916 Opschaling Deeltijd 10084037 Opschaling ICM 10052452 10001824
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 81
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 82
BIJLAGE VI
Overzicht auditteam
Samenstelling, korte functiebeschrijvingen (cv’s) en onafhankelijkheidverklaringen van voorzitter, leden en secretaris. Samenstelling en expertise van het auditteam laten zich als volgt weergeven: Panelleden
Expertise
audit kwaliteitzorg
Drs. W.G. van Raaijen, voorzitter Drs. L. van der Plas werkveld- / vakdeskundige Dr. G.W. Rijnja werkveld- / vakdeskundige Dr. E.M.C. van der Pool werkveld-/ vakdeskundige J. Moers Studentlid
Expertise onderwijs
Expertise werkveld
Expertise vakinhoud
x
x
Expertise
internationaal
Expertise
studentzaken
x x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x x
secretaris I.A.M. van der Hoorn, MSc
Op 2 juli 2013 heeft de NVAO goedkeuring gegeven aan de samenstelling van het panel Communicatie - nummer 001884 – van De Haagse Hogeschool. Korte functiebeschrijvingen panelleden 1
2
3
4
5
De heer W.G. (Willem) van Raaijen is partner bij Hobéon en treedt sinds 2004 veelvuldig op als lead-auditor van auditpanels in het kader van accreditaties hoger onderwijs, zowel in binnen- als buitenland. De heer L. (Luc) van der Plas is werkzaam bij de Belgische gemeente Bonheiden als communicatiemedewerker. Daarnaast verzorgt hij (gast)lessen op verschillende Vlaamse hogescholen en is hij bestuurder bij Kortom, de Vlaamse Vereniging voor Overheidscommunicatie. De heer G.W. (Guido) Rijnja is momenteel werkzaam bij de Rijksvoorlichtingsdienst als communicatieadviseur. Hiernaast is hij (ere)lid van Logeion, juryvoorzitter van de Galjaardprijs voor overheidscommunicatie en lid van de Adviesraad Professionalisering (voorzitter werkgroep wetenschap-praktijk). Van de hand van de heer Rijnja verschijnen met enige regelmaat bijdrage in vakbladen zoals ‘C’ en Communicatie. Mevrouw E.M.C. (Els) van der Pool heeft zowel een academische als bedrijfsmatige achtergrond. Zij is in 1995 gepromoveerd aan de Universiteit van Tilburg op een onderzoek naar schrijfprocessen. Tijdens en na haar promotieonderzoek was ze werkzaam als zelfstandig trainer, adviseur en projectleider. Mevrouw Van der Pool is sinds oktober 2002 als lector Human Communication Development verbonden aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. De heer J. (Josse) Moers is vierdejaarsstudent aan de opleiding Communicatie van de Hogeschool Leiden en lid van de Opleidingscommissie aldaar.
Secretaris/Coördinator Mevrouw I.A.M. van der Hoorn, MSc
Gecertificeerd in maart 2013
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 83
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 84
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 85
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 86
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 87
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 88
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 89
©Hobéon Certificering Beoordelingsrapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling hbo- bacheloropleiding Communicatie, De Haagse Hogeschool, versie 3.0 90