FAILLISSEMENTSVERSLAG
Nummer: 2
Datum: 8 maart 2007
In dit verslag worden de werkzaamheden en de stand van de boedel beschreven over de afgelopen periode. De curator baseert zich op aangetroffen gegevens en informatie van derden. De juistheid daarvan staat thans nog niet vast, zodat mogelijkerwijs gegevens en cijfers in een later stadium aanpassing behoeven.
Gegevens gefailleerden
:
Faillissementsnummer Datum uitspraak Curator R-C
: : : :
Activiteiten onderneming
:
Omzetgegevens Personeel gemiddeld aantal
: :
het beheren van een assurantieportefeuille, het bemiddelen bij het afsluiten van levens- en schadeverzekeringen, pensioenen, periodieke uitkeringen, hypothecaire- en andere leningen € 321.000 in 2004 en € 468.000 in 2003. vier
Verslagperiode Bestede uren 1 november 2006 tot 1 maart 2007
:
23 november 2006 tot 1 maart 2007
:
mr. J.S. van Burg mr. J.J. Gevers
Bestede uren Totaal
:
opgave volgt later
1.
Inventarisatie
1.1
Directie en Organisatie
De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Cristopolis B.V., statutair gevestigd te Assen, blijkens het uittreksel uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel gevestigd te 7825 AM Emmen, Phileas Foggstraat 76, doch feitelijk kantoorhoudende te 9531 AB Borger, aan de Hoofdstraat 25 F06/193 10 oktober 2006 mr. J.S. van Burg mr. J. van der Vinne
64,70 67,20
Hiervoor wordt verwezen naar het eerste verslag. 1.2
Winst en verlies Inmiddels is van de voormalige accountant van de gefailleerde vennootschap de laatste opgemaakte jaarrekening ontvangen welke het boekjaar 2004 betreft. In 2004 is een verlies van € 21.790,00 geleden en in 2003 een verlies van € 110.362,00.
1.3
Balanstotaal
Het balanstotaal bedroeg in 2004 € 263.485,00 terwijl er sprake was van een negatief eigen vermogen ad € 40.363,00. 1.4.
Lopende procedures Middels de postblokkade heeft de curator een rolbericht ontvangen van de rechtbank ’sGravenhage waaruit bleek dat er een procedure aanhangig is tussen Aegon Financiële Diensten B.V. als eiseres en de gefailleerde vennootschap als gedaagde. De curator heeft de rechtbank ’s-Gravenhage op de hoogte gesteld van het faillissement van de gefailleerde vennootschap en om informatie over de procedure verzocht. Het blijkt te gaan om twee vrijwaringsprocedures waarin thans zijdens Aegon om royement wordt verzocht daar in de hoofdzaak een schikking zou zijn getroffen.
1.5.
Verzekeringen Na verkoop van de activa van de gefailleerde vennootschap zijn alle verzekeringen op naam van de gefailleerde vennootschap beëindigd met het verzoek eventueel teveel betaalde premies te restitueren.
1.6
Huur Na verkoop van de activa van de gefailleerde vennootschap is de huurovereenkomst met betrekking tot het bedrijfspand te Borger beëindigd.
1.7
Oorzaak faillissement Hiervoor wordt verwezen naar het eerste verslag.
2.
Personeel
2.1
Aantal ten tijde van faillissement Hiervoor wordt verwezen naar het eerste verslag.
2.2.
Aantal in jaar voor faillissement Hiervoor wordt verwezen naar het eerste verslag.
2.3
Datum ontslagaanzegging Hiervoor wordt verwezen naar het eerste verslag. Werkzaamheden Na het aangezegde ontslag aan de personeelsleden is met een personeelslid nog veelvuldig contact geweest. In verband met de berekening achterstallig loon diende dit personeelslid overzichten te verkrijgen van de financiële instellingen waarmee de gefailleerde vennootschap zaken deed. Op basis van deze overzichten zou de aan hem toekomende provisies kunnen worden vastgesteld welke in zijn optiek als loonbestanddeel hebben te gelden en derhalve
door het UWV aan hem diende te worden uitbetaald. Op zijn verzoek heeft de curator de betreffende financiële instellingen aangeschreven met het verzoek de benodigde overzichten aan het personeelslid te verstrekken.
3.
Activa
Onroerende zaken 3.1.
Beschrijving Hiervoor wordt verwezen naar het eerste verslag.
3.2
Verkoopopbrengst Niet van toepassing.
3.3
Hoogte hypotheek Niet van toepassing.
3.4
Boedelbijdrage Niet van toepassing.
Bedrijfsmiddelen 3.5
Beschrijving De in het bedrijfspand van de gefailleerde vennootschap aan de Hoofdstraat 25 te Borger aangetroffen kantoorinventaris is na verkregen toestemming van de rechter commissaris verkocht voor een bedrag van € 1.000,= exclusief BTW. De verkoopsom is inmiddels door de boedel ontvangen.
3.6
Verkoopopbrengst € 1.000,= ex BTW
3.7
Boedelbijdrage Niet van toepassing.
3.8
Bodemvoorrecht fiscus De bedrijfsinventaris bestaat volledig uit bodemzaken, zodat deze onder het bodemvoorrecht van de fiscus vallen. Werkzaamheden De curator heeft de verkoop geëffectueerd en heeft de koopsom geïncasseerd.
Voorraden/onderhanden werk 3.9
Beschrijving Hiervoor wordt verwezen naar het eerste verslag.
3.10
Verkoopopbrengst Niet van toepassing.
3.11
Boedelbijdrage Niet van toepassing.
Andere activa 3.12
Beschrijving In het faillissement zijn verscheidene financiering- en verzekeringsportefeuilles aangetroffen. Op basis van deze portefeuilles dienen de financiers en verzekeraars doorloopprovisies aan de gefailleerde vennootschap te voldoen. In eerste instantie is een portefeuille bestaande uit producten van de N.V. Voorschotbank en Interbank N.V. op verzoek van de curator getaxeerd en aan een zestal gegadigden te koop aangeboden. Uiteindelijk is deze portefeuille met toestemming van de rechter commissaris verkocht voor een bedrag van € 61.000,= vrij van B.T.W. Voorts is er een portefeuille aangetroffen die ten gunste van de gefailleerde vennootschap werd aangehouden bij de AON Warranty Group Europe. Deze portefeuille is getaxeerd en na verkregen toestemming van de rechter commissaris verkocht voor een bedrag van € 5.100,vrij van B.T.W. Voorts werd er door de Fortis ASR N.V. een zeer beperkte portefeuille aangehouden ten gunste van de gefailleerde vennootschap. Deze portefeuille is na verkregen toestemming van de rechter commissaris door de Fortis ASR N.V. teruggenomen tegen een vergoeding van € 67,08. De gefailleerde vennootschap heeft verschillende financiële producten ondergebracht bij de SNS Bank. De in verband hiermee ontstane provisieaanspraken zijn door de SNS Bank verwerkt in een rekening courant verhouding met de gefailleerde vennootschap. Op basis van deze rekening courant verhouding dient de gefailleerde vennootschap nog een bedrag van € 9.920,10 van de SNS Bank te ontvangen. Voorts heeft de SNS Bank op basis van de met de gefailleerde vennootschap gesloten provisieovereenkomst berekend dat de gefailleerde vennootschap voor de door haar verrichte werkzaamheden in 2006 nog een bonusprovisie toekomt ad € 8.342,81. De SNS Bank is verzocht een overzicht te verstrekken van de opbouw van de rekening courant stand en de berekening van de bonusprovisie te overleggen. Voorts is de SNS Bank verzocht genoemde bedragen aan de boedel te voldoen. De Postbank is reeds meermalen aangeschreven en benaderd in verband met het verstrekken van informatie omtrent een mogelijk ten gunste van de gefailleerde vennootschap
aangehouden portefeuille. Naar aanleiding van deze verzoeken is tot op heden geen relevante informatie ontvangen. De gefailleerde vennootschap heeft op 5 oktober 1999 en 31 december 2000 provisieovereenkomsten gesloten met Arenda B.V. Uit hoofde van deze overeenkomsten heeft de gefailleerde vennootschap recht op provisiebetalingen van Arenda B.V. in het geval dat de gefailleerde vennootschap financiële producten van derden bij Arenda B.V. onderbrengt. Naast de provisieovereenkomsten heeft de gefailleerde vennootschap tevens een verrekeningsovereenkomst gesloten met Arenda B.V. Op grond van deze overeenkomst is Arenda B.V. bevoegd de provisiebetalingen aan Cristopolis B.V. aan te wenden voor aflossing van een door Arenda B.V. aan Kraft Eurokozijn B.V. vertrekt krediet. Op enig moment is Kraft Eurokozijn B.V. in staat van faillissement verklaard. Het door Arenda B.V. aan Kraft Eurokozijn B.V. verstrekt krediet is in verband met dit faillissement afgelost door de gefailleerde vennootschap (Cristopolis B.V.) Om deze aflossing te kunnen realiseren heeft de gefailleerde vennootschap een kredietovereenkomst gesloten met Arenda I B.V. (een andere vennootschap dan Arenda B.V.). Tussen Arenda I B.V. en de gefailleerde vennootschap is overeengekomen dat de aflossing van het verstrekte krediet zou plaatsvinden middels vastgestelde maandelijkse betalingen van de gefailleerde vennootschap aan Arenda I B.V. Deze betaling aan Arenda I B.V. heeft echter nimmer plaatsgevonden. Arenda B.V. heeft de verrekeningsovereenkomst kennelijk zo uitgelegd dat zij tevens bevoegd was de provisiebetalingen aan de gefailleerde vennootschap te “verrekenen” met de noodzakelijke aflossing van het krediet door de gefailleerde vennootschap aan Arenda I B.V. Op deze manier is er in totaal een bedrag van € 120.437,64 aan Arenda I B.V. voldaan conform een van Arenda I B.V. verkregen overzicht. De curator heeft zich inmiddels op het standpunt gesteld dat Arenda B.V. noch vóór faillissement (op grond van de verrekeningsovereenkomst en artikel 6:127 BW) noch na faillissement (op grond van artikel 57 Fw) bevoegd was haar verplichtingen jegens de gefailleerde vennootschap te verrekenen. De curator heeft Arenda B.V. verzocht alsnog tot feitelijke betaling van de verschuldigde provisies ad. € 120.437,64 over te gaan. Op dit verzoek is nog geen inhoudelijke reactie van Arenda B.V. ontvangen. 3.13
Verkoopopbrengst Tot dusverre is er op basis van de sub 3.12 genoemde verkopen een verkoopopbrengst van € 66.100,= gerealiseerd. Werkzaamheden De curator heeft de administratie van de gefailleerde vennootschap uitvoerig onderzocht. Voorts heeft hij veelvuldig gecorrespondeerd en getelefoneerd met de verschillende financiële instellingen, taxateurs en potentiële kopers en heeft hij de verrekeningkwestie met betrekking tot Arenda B.V. uitvoerig onderzocht. Tenslotte heeft de curator toestemming verzocht aan de rechter commissaris en vervolgens de verkopen gerealiseerd.
4.
Debiteuren
4.1.
Omvang debiteuren Uit de jaarrekening 2004 van de gefailleerde vennootschap bleek in ieder geval van het bestaan van twee vorderingen van de gefailleerde vennootschap. Het betreft een tweetal
leningen welke zijn verstrekt aan een personeelslid van de gefailleerde vennootschap, de heer W. Lubbers, en aan de voormalig echtgenote van de heer Lubbers, mevrouw Kampinga. De vordering op de heer Lubbers bedraagt € 14.891,- en de vordering op mevrouw Kampinga bedraagt € 11.345,- blijkens de jaarrekening 2004. Bij gebreke van meer actuele administratie is het voor de curator niet mogelijk gebleken de huidige status van de vorderingen vast te stellen. Beide debiteuren zijn aangeschreven met het verzoek de verstrekte leningen af te lossen. De heer Lubbers heeft bericht de lening reeds te hebben afgelost, bewijs hiervan zou nog volgen. Mevrouw Kampinga is niet bekend met het bestaan van enige lening. Zij stelt dat deze lening door haar ex-echtgenoot Lubbers op haar naam is aangegaan. De heer Lubbers is hieromtrent om nadere informatie verzocht. Voorts wordt er nog onderzoek ingesteld naar het bestaan van overige debiteuren, welk onderzoek bemoeilijkt wordt door het ontbreken van delen van de administratie. 4.2
Opbrengst Nog niet bekend.
4.3
Boedelbijdrage Niet van toepassing.
4.4
Werkzaamheden De curator heeft de jaarrekeningen onderzocht en gecorrespondeerd en getelefoneerd met de betreffende debiteuren. Voorts is een machtiging tot binnentreding verzocht teneinde op verschillende adressen naspeuringen naar ontbrekende administratie te doen.
5.
Bank/Zekerheden
5.1
Vordering van bank(en) De gefailleerde vennootschap hield een bankrekening aan bij de ABN AMRO Bank met nummer 50.24.54.482. Op faillissementsdatum was hierop een saldo aanwezig van € 3,50. Voorts is er na faillissementsdatum op deze rekening een bedrag ontvangen ad. € 987,=. De ABN AMRO Bank is verzocht dit totale saldo over te maken aan de boedelrekening. Voorts hield de gefailleerde vennootschap een bankrekening aan bij de SNS Bank te Borger met nummer 90.00.41.404. SNS Bank heeft desgevraagd bericht dat er op deze rekening op faillissementsdatum geen batig saldo aanwezig was. Tevens hield de gefailleerde vennootschap een bankrekening aan bij de ING Bank met nummer 65.19.24.111. Op verzoek van de curator is het saldo per faillissementsdatum alsmede de nadien binnengekomen baten in de vorm van provisies e.d. zijnde in totaal een bedrag van € 13.646,49, overgemaakt op de boedelrekening.
5.2
Leasecontracten
In aanvulling op hetgeen in het eerste verslag is gemeld is gebleken dat de voertuigen van de gefailleerde vennootschap niet middels een lease-overeenkomst aan de gefailleerde vennootschap ter beschikking zijn gesteld. De voertuigen waren eigendom van de gefailleerde vennootschap. Op deze voertuigen was een bezitloos pandrecht gevestigd ten gunste van Arenda B.V. ter meerdere zekerheid voor de nakoming van de verplichtingen van de gefailleerde vennootschap jegens Arenda B.V. uit hoofde van het door Arenda B.V. verstrekte krediet. De op 20 januari 2004 geregistreerde pandakte is in het bezit van de curator. Arenda B.V. heeft de curator bericht dat zij niet tot uitoefening van haar pandrecht heeft kunnen komen aangezien de betreffende voertuigen reeds voor de uitoefening van het pandrecht zijn verduisterd. Overige leaseovereenkomsten zijn de curator niet bekend. 5.3
Beschrijving zekerheden De bedrijfswagens, in eigendom toebehorende aan de gefailleerde vennootschap, zijn stil verpand aan Arenda B.V.
5.4
Separatistenpositie Als gevolg van de verduistering van de voertuigen voor faillissementsdatum is een separatistenpositie niet aan de orde.
5.5
Boedelbijdragen Niet van toepassing.
5.6
Eigendomsvoorbehoud Hiervoor wordt verwezen naar het eerste verslag.
5.7
Reclamerechten Hiervoor wordt verwezen naar het eerste verslag.
5.8
Retentierechten Hiervoor wordt verwezen naar het eerste verslag. Werkzaamheden De curator heeft de administratie onderzocht in verband met de aanwezige bankrekeningen. Voorts is gecorrespondeerd met de verschillende banken omtrent het saldo per faillissementsdatum. Tevens is onderzoek gedaan naar mogelijk verleende zekerheden.
6.
Doorstart/voortzetten
Voortzetten 6.1
Exploitatie/zekerheden
Hiervoor wordt verwezen naar het eerste verslag. 6.2
Financiële verslaglegging Niet van toepassing
Doorstart 6.3
Beschrijving Hiervoor wordt verwezen naar het eerste verslag.
6.4
Verantwoording Niet van toepassing
6.5
Opbrengst Niet van toepassing
6.6
Boedelbijdrage Niet van toepassing
7.
Rechtmatigheid
7.1
Boekhoudplicht Er is tot dusverre een beperkte administratie aangetroffen. In verband met het ontbreken van grote delen van de administratie heeft de curator aan de rechter commissaris een machtiging tot binnentreden verzocht. Op basis van de verkregen machtiging is een tweetal adressen bezocht. Op een van deze adressen is aanvullende administratie aangetroffen. De administratie is echter nog steeds verre van voldoende om te kunnen spreken van een volledige administratie.
7.2
Depot jaarrekeningen Hiervoor wordt verwezen naar het eerste verslag.
7.3
Goedk. Verkl. Accountant Hiervoor wordt verwezen naar het eerste verslag.
7.4
Stortingsverpl. Aandelen Hiervoor wordt verwezen naar het eerste verslag.
7.5
Onbehoorlijk bestuur
De curator heeft in de periode na het eerste verslag op tal van manieren nader onderzoek verricht naar de handel en wandel van de bestuurders van de gefailleerde vennootschap. De curator is op basis van dit onderzoek van oordeel dat er sprake is van onbehoorlijk bestuur. Op basis waarvan dit oordeel is gevormd en wat de consequenties zijn van deze vaststelling zal in een later verslag worden besproken. 7.6
Paulianeus handelen De laatst bekende bestuurder en enig aandeelhouder van de gefailleerde vennootschap, de heer Szepesi, heeft op 5 juli 2006 verschillende financieringsportefeuilles om niet overgedragen aan een werknemer van de gefailleerde vennootschap, de heer Lubbers. In het eerste verslag is reeds bericht dat deze rechtshandeling tot overdracht op grond van artikel 42 Fw is vernietigd. De heer Lubbers heeft zich echter niet bij de vernietiging willen neerleggen en heeft geweigerd de overgedragen portefeuilles aan de curator af te staan. De curator heeft vervolgens de heer Lubbers in kort geding gedagvaard en verzocht de heer Lubbers te veroordelen tot afgifte van de betreffende portefeuilles. De dag voor de kort geding zitting heeft de raadsman van Lubbers de curator bericht dat de portefeuilles alsnog aan de curator zouden worden afgegeven. De portefeuilles zijn door de curator ontvangen en het kort geding is ingetrokken. Werkzaamheden De curator heeft een machtiging tot binnentreden verzocht waarna op diverse adressen binnentredingen in gezelschap van een kantoorgenoot, een deurwaarder en een politiebeambte hebben plaatsgevonden waarbij inderdaad enige ontbrekende (computer)administratie is aangetroffen welke is bestudeerd. Voorts is een kortgeding dagvaarding opgesteld ten behoeve van de afgifte van de portefeuilles. De dagvaarding is uitgebracht en de kort geding zitting is voorbereid. Tevens is gecorrespondeerd met de raadsman van Lubbers.
8.
Crediteuren
8.1
Boedelvorderingen Tot op heden bestaan de boedelvorderingen uit de publicatiekosten, de taxatiekosten, deurwaarderskosten, huurpenningen vanaf faillissementsdatum en de kosten van de curator.
8.2
Pref. vord. van de fiscus De fiscus heeft een preferente vordering ingediend van € 10.500,= (zie bijlage 1).
8.3
Pref. vord. van het UWV Het UWV heeft tot heden nog geen vordering ingediend.
8.4
Andere pref. crediteuren
Een voormalig werknemer van de gefailleerde vennootschap heeft een preferente vordering op grond van achterstallig loon ingediend. Deze vordering bedraagt € 16,83. 8.5
Aantal concurrente crediteuren Tot dusverre hebben 15 crediteuren een vordering ter verificatie ingediend tot een totaalbedrag ad € 130.497,59 conform de als bijlage 2 aangehechte lijst.
8.6
Bedrag concurrente crediteuren Zie sub 8.5
8.7
Verwachte wijze van afwikkeling Omtrent de verwachte wijze van afwikkeling kan op dit moment nog geen nadere uitspraak worden gedaan. Werkzaamheden De curator heeft op basis van de aangetroffen administratie crediteuren aangeschreven. Voorts is gecorrespondeerd met verscheidene crediteuren.
9.
Overig
9.1
Termijn afwikkeling faillissement De curator kan over de termijn van de afwikkeling van het faillissement op dit moment nog geen uitspraak doen.
9.2
Plan van aanpak De curator zal in de komende periode het onderzoek naar de bestuurdersaansprakelijkheid voortzetten. Voorts zal de discussie rondom de verrekening met Arenda B.V. worden voortgezet en zullen de Postbank en de SNS Bank om nadere informatie worden verzocht.
9.3
Indiening volgend verslag Het volgende verslag zal in juni 2007 worden ingediend. Werkzaamheden. Zie hiervoor sub 9.2
Assen, 8 maart 2007
J.S. van Burg - curator -