FAILLISSEMENTSVERSLAG Gegevens onderneming
Nummer: 1 :
Datum: 9 maart 2005
De besloten vennootschap 192 MEDIA B.V., statutair gevestigd te Baarn, tevens h.o.d.n. RADIO 192, (laatstelijk) kantoorhoudende te (1215 AN) Hilversum aan de Bosdrift 98a; correspondentieadres: Postbus 1315, 1200 BH te Hilversum
Faillissementsnummer
:
04/602F
Datum uitspraak
:
1 december 2004 (Rechtbank Utrecht)
Curator
:
mr. Tj.A. Meijer
R-C
:
mr. W.W. de Nijs Bik
Activiteiten onderneming
:
exploiteren van media, zoals o.a. evenementen, uitgeverij,
radio,
televisie,
internet
en
multimedia, alsmede het beheren en beleggen van vermogen Omzetgegevens
:
nog te ontvangen (zie hoofdstuk 0)
Personeel gemiddeld aantal
:
in 2004: 2
Verslagperiode
:
1 december 2004 tot en met 28 februari 2005
Bestede uren in verslagperiode :
43
Bestede uren Totaal
43
0.
:
Algemeen/opmerkingen vooraf
De inhoud van dit verslag is in belangrijke mate gebaseerd op informatie, die is verstrekt door twee van de in totaal vijf betrokken aandeelhouders, te weten: Van Ommen B.V. (de heer H. van Ommen) en Pago Beheer B.V. (de heer P.J.M.G. Montfroy). Voornoemde aandeelhouders hebben ieder 37,6 % van de aandelen. De overige aandeelhouders zijn Incoparts B.V. (15 %), M.H. Bakker Holding B.V. (4,9 %) en Ad Bouwman Beheer B.V. (4,9). De verstrekte informatie dient nog te worden getoetst aan de hand van de administratie en overige relevante stukken. Het merendeel daarvan bevindt zich
thans nog onder de heer R. Beijers te ´s-Gravenhage. De heer Beijers is tot oktober 2004 enige weken actief geweest als (beoogde) interim-bestuurder. Naar de heer Beijers te kennen heeft gegeven, voelde hij – gegeven de situatie die hij aantrof – er niet voor als statutair bestuurder aan te treden en heeft hij zijn werkzaamheden in oktober 2004 gestaakt, temeer omdat betaling van enige vergoeding daarvoor achterwege bleef. Kort gezegd komt het erop neer dat curanda op 6 maart 2002 is opgericht. In verband met de exploitatie van een commercieel radiostation (Radio 192). Initiatiefnemers in deze waren de heren M. Bakker en A. Bouman, indertijd betrokken bij de voormalige zeezender (Veronica). In eerste instantie is gestart met een tweetal andere oud Veronica-medewerkers, maar deze zouden hun belang in curanda hebben verkocht aan de heer H. Bekenkamp te Baarn, die via één of meer vennootschappen is gaan participeren en naar verluidt ook de nodige middelen in het station heeft geïnvesteerd. Het radioprogramma werd uitgezonden via een middengolffrequentie (1332 AM) alsmede via de kabel. In het kader van de herverdeling/veiling van zendfrequenties in 2003 heeft 192 Media meegeboden op een FM-frequentiepakket met als doel een betere (lees; meer beluisterde en daardoor commercieel meer interessante) frequentie te verkrijgen. Aan 192 Media is op grond van het uitgebrachte bod op het gewenste kavel evenwel geen FM-frequentie toegewezen, waardoor men derhalve was aangewezen op een (minder goed beluisterde en derhalve voor adverteerders minder interessante) middengolffrequentie. Mede ten gevolge van de tegenvallende exploitatie en verschillen van inzicht heeft de afgelopen jaren een aantal wisselingen plaatsgevonden, zowel qua directie als qua aandeelhouders/participanten. Huidige aandeelhouders Van Ommen B.V., Pago Beheer B.V. en Incoparts zijn sedert medio 2003 als participanten bij het station betrokken. Naar de heren Van Ommen en Montfroy stellen, zou door de heren Bakker en Bouman in het voortraject van de voorgenomen participatie een onjuist, althans onvolledig beeld van (de exploitatie van) het radiostation zijn gegeven. Aldus zouden zij met de – naar zij zelf noemen – nodige lijken in de kast zijn geconfronteerd op het moment dat zij al als medeaandeelhouder en bestuurder waren aangetreden.
Evengoed zouden de problemen uit het verleden in het najaar 2003 zo goed mogelijk zijn opgelost en zou de exploitatie van het station op dat moment redelijk conform de cashflow prognoses zijn verlopen. Eind 2003 zouden wederom de nodige problemen boven tafel zijn gekomen, ondermeer in verband met freelance contracten en verpandingen van de studio inventaris, waarvan Van Ommen, Montfroy en investeerder Incoparts naar hun zeggen niet op de hoogte waren (zie paragraaf 5.4 van dit verslag). Naar verluidt speelde dit op het moment dat men in onderhandeling was met een potentiële investeerder, die afhaakte op grond van de strubbelingen die op dat moment boven water kwamen. Volgens de heren Van Ommen en Montfroy kwamen de onderlinge verhoudingen met de heren Bouman en Bakker begin 2004 dermate onder druk te staan dat eerstgenoemden (althans hun management B.V.’s Pago Beheer B.V. en Van Ommen B.V.) zich op 19 januari 2004 als bestuurder hebben uitgeschreven. De heer Bouman zou in januari 2004 zijn feitelijke activiteiten bij het station hebben gestaakt, althans zich hebben ziek gemeld. Vanaf januari 2004 zou de feitelijke leiding over het station daarmee in handen zijn geweest van de heer Bakker, zij het dat de heren Van Ommen en Montfroy intussen naar hun zeggen drukdoende waren met het onderzoeken van diverse mogelijkheden om het station te redden (al dan niet door verkoop daarvan). In het voorjaar 2004 zou de heer Bakker eveneens zijn opgestapt en hebben zowel hij (M.H. Bakker Holding B.V.) als de heer Bouman (Ad Bouman Beheer B.V.) zich op 1 april 2004 als bestuurder van curanda laten uitschrijven. Aanleiding hiervan zou onder meer zijn gelegen in wederom ontstane onderlinge strubbelingen. Als gevolg van alle problemen en de verlieslijdende exploitatie van het station liepen de schulden intussen (medio 2004) zover op, dat problemen ontstonden met zowel de exploitant van de zender, een aantal kabelmaatschappijen als met de verhuurder van de bedrijfsruimte/studio te Hilversum. Als gevolg hiervan moest de uitzending van het verzorgde radioprogramma in juli 2004 via de ether en via een aantal grote kabelmaatschappijen worden gestaakt. Bovendien diende tevens het gehuurde bedrijfspand te worden ontruimd (nadat de verhuurder beslag op de studio-inventaris had gelegd. Dit beslag werd overigens opgeheven nadat met de verhuurder een regeling was getroffen, welke dus onder meer de directe ontruiming van het pand inhield).
De studio-inventaris is toen in opdracht van de heer Montfroy ontmanteld en staat sedertdien
nog
immer
opgeslagen
bij
een
bevriende
relatie
(een
reconditioneringsbedrijf). In deze periode was de heer R. Beijers te Den Haag benaderd om als (interim) bestuurder aan te treden, doch gegeven de situatie die hij aantrof en het feit dat hij voor zijn werkzaamheden niet zou zijn betaald, zouden hem – zoals aangegeven – hebben doen besluiten zijn werkzaamheden in oktober 2004 alweer te staken. Intussen zijn de heren Van Ommen en Montfroy naar hun zeggen gedurende het najaar 2004 druk doende geweest met het ontwikkelen van een geheel nieuw format/concept ten behoeve van curanda (interactieve radio via internet en mobiele telefonie). Naar zij stellen, waren zij in vergevorderde onderhandeling met diverse geïnteresseerde partijen, maar is dit doorkruist door de faillissementsaanvraag en de daarop volgende faillietverklaring. Het faillissement is overigens aangevraagd door Exsad Projects B.V. te Arnhem (exploitant satelliet netwerk). 1.
Inventarisatie
1.1
Directie en organisatie Zoals aangegeven hebben alle betrokken statutair bestuurders (Van Ommen B.V., Pago Beheer B.V., M.H. Bakker Holding B.V. en Ad Bouman Beheer B.V.) zich in het voorjaar 2004 als bestuurder laten uitschrijven bij de Kamer van Koophandel. Tot oktober 2004 is de heer R. Beijers te Den Haag enige tijd als (beoogde) interim bestuurder actief geweest, doch die wilde niet tot statutair bestuurder worden aangesteld en als zodanig bij de Kamer van Koophandel worden ingeschreven.
Per saldo komt het erop neer dat
curanda sedert 1 april 2004 geen statutair bestuurder(s) meer heeft. 1.2
Winst en verlies Zoals aangegeven dienen de administratie en overige relevante stukken nog door de heer Beijers voornoemd ter hand te worden gesteld. Toegezegd is dat hier thans op korte termijn voor wordt zorggedragen. Over de boekjaren 2002 en 2003 zijn de jaarrekeningen gedeponeerd, doch exclusief de winst- en verliesrekeningen. Uit de gedeponeerde cijfers blijkt per
ultimo
2003
€ 317.731,00.
in
ieder
geval
een
negatief
eigen
vermogen
van
1.3
Balanstotaal Blijkens de gedeponeerde jaarrekening bedraagt het balanstotaal per ultimo 2003 € 70.054,00. Gegevens over 2004 zijn – zoals aangegeven – nog niet ter hand gesteld.
1.4
Lopende procedures Curanda is als gedaagde betrokken bij een bij de Rechtbank Amsterdam aanhangige procedure (rolnummer 282718/HA ZA 04-342). De vordering is aanhangig gemaakt door de heer E.V. Cats, die in het verleden op freelance basis een programma ten behoeve van curanda heeft gepresenteerd. Laatstgenoemde vordert betaling van een bedrag ad ± € 8.900,--, dat curanda nog verschuldigd zou zijn. Gezien de (gemotiveerde) betwisting hiervan door curanda heeft de rechtbank aan eiser een bewijsopdracht verstrekt. Ondergetekende heeft zowel de advocaat van de eisende partij als de advocaat van curanda van faillietverklaring in kennis gesteld met het verzoek hiervan ter gelegenheid van de rolzitting d.d. 2 februari 2005 mededeling te doen aan de Rechtbank (rechtswege schorsing op de voet van art. 29 Fw.). Van de eisende partij is (nog) niet nader vernomen.
1.5
Verzekeringen Een tweetal lopende verzekeringen (WAO-gat verzekering collectief alsmede een
WAO-Excedent
verzekering
collectief)
is
tengevolge
van
de
faillissementsituatie beëindigd, hetgeen in beide gevallen heeft geleid tot een (kleine) premierestitutie (zie 3.12 van dit verslag). 1.6
Huur De huur van de bedrijfsruimte/studio aan de Bosdrift 98 te Hilversum was reeds in augustus 2004 in overleg met de verhuurder beëindigd in verband met de bestaande huurachterstand.
1.7
Oorzaak faillissement Zie Hfst 0 voor uitgebreide uiteenzetting achtergronden. Op basis van de thans bekende informatie lijkt een combinatie van oorzaken aan het faillissement ten grondslag te liggen: a.
de (noodgedwongen) exploitatie van het station op een commercieel minder interessante middengolf frequentie en- naar het zich laat aanzien- dientengevolge (te) marginale reclame-inkomsten teneinde de exploitatiekosten te kunnen voldoen;
b.
Interne
strubbelingen
tussen
directieleden/aandeelhouders
en
de het
betrokken niet
(tijdig)
(opvolgende) slagen
in
het
aantrekken van nieuwe investeerders. c.
de
noodgedwongen
betalingsachterstanden
staking jegens
van de
de
activiteiten
zenderexploitant,
een
door aantal
kabelmaatschappijen en de verhuurder van het bedrijfspand (die de gedwongen ontmanteling van de studio en ontruiming van het pand tot gevolg had). De komende verslagperiode zal nader onderzoek naar de oorzaken van het faillissement en de daaraan voorafgaande verwikkelingen worden gedaan. 2.
Personeel
2.1
Aantal ten tijde van faillissement 0
2.2
Aantal in jaar voor faillissement 2 (voorzover bekend). Het betrof hier de voormalig (middellijk) bestuurders, de heer A. Bouman en de heer M. Bakker. Het dienstverband met laatstgenoemde is in september 2004 geëindigd.
2.3
Datum ontslagaanzegging N.v.t.
Werkzaamheden Ondergetekende heeft de bedrijfsvereniging van het faillissement in kennis gesteld. De vordering van de heer M. Bakker ter zake achterstallige salarisverplichtingen tot en met september 2004 was al geruime tijd geleden door betrokkene bij de bedrijfsvereniging aangemeld.
3.
Activa
Onroerende zaken 3.1 Beschrijving N.v.t. 3.2
Verkoopopbrengst N.v.t.
3.3
Hoogte hypotheek N.v.t.
3.4
Boedelbijdrage N.v.t. Werkzaamheden N.v.t.
Bedrijfsmiddelen 3.5 Beschrijving De bedrijfsinventaris van curanda betreft voornamelijk de studioapparatuur met toebehoren, welke in verband met de ontruiming van de voormalige bedrijfsruimte in augustus 2004 in opdracht van één van de aandeelhouders is opgeslagen bij een reconditioneringsbedrijf. Van deze – naar verluidt – verouderde apparatuur is nog geen specificatie voorhanden. Een
betrokken
derde
partij
claimt
bedrijfsmiddelen (zie hierna onder 5.4). 3.6
Verkoopopbrengst
overigens
een
pandrecht
op
de
Allereerst behoeft het gepretendeerde pandrecht op de bedrijfsinventaris nog nader onderzoek (zie 5.4). Afhankelijk of sprake is van een rechtsgeldig pandrecht zal de verkoop van de opgeslagen apparatuur in overleg met de betrokken pandhouder dienen te geschieden. Gelet op het onderzoek naar het geclaimde pandrecht zijn hierover nog geen afspraken gemaakt. 3.7
Boedelbijdrage Zie 3.6
3.8
Bodemvoorrecht fiscus Ofschoon de belastingdienst in dit faillissement betrokken is met een aantal vorderingen (zie 8.2) lijkt het bodemvoorrecht in dit geval niet van toepassing, aangezien de voormalige bedrijfsruimte af geruime tijd geleden is
ontruimd
en
de
bedrijfsinventaris
zich
thans
onder
een
derde
(reconditioneringsbedrijf) bevindt. Werkzaamheden Zie hiervoor alsmede 5.4. Voorraden/ onderhanden werk 3.9 Beschrijving N.v.t. 3.10
Verkoopopbrengst N.v.t.
3.11
Boedelbijdrage N.v.t. Werkzaamheden N.v.t.
Andere activa 3.12 Beschrijving De beëindiging van een tweetal verzekeringen (zie 1.5) heeft geleid tot een tweetal premierestituties ad respectievelijk € 46,70 en € 19.78.
De betrokken verzekeringsmaatschappij heeft de beide restituties inmiddels overgemaakt naar de door curanda aangehouden SNS bankrekening. Ondergetekende zal ervoor zorgdragen dat de desbetreffende bedragen worden overgemaakt naar de inmiddels geopende faillissementsrekening. 3.13
Verkoopopbrengst Zie 3.12 Werkzaamheden Zie 3.12
4.
Debiteuren
4.1
Omvang debiteuren Volgens de door 2 aandeelhouders verstrekte informatie zou geen sprake (meer) zijn van een debiteurenportefeuille. Dit behoeft nog verificatie aan de hand van de nog te ontvangen administratie.
4.2
Opbrengst N.v.t.
4.3
Boedelbijdrage N.v.t. Werkzaamheden Zie 4.1
5.
Bank / Zekerheden
5.1
Vordering van bank(en) Curanda houdt onder rekeningnummer 87.97.53.900 een rekening aan bij SNS Bank N.V. te Amsterdam. Het debetsaldo (tevens vordering van de bank) bedroeg per datum faillietverklaring € 37.309,40. De bank heeft haar vordering bij ondergetekende ingediend. Zij beschikt niet over zekerheden.
5.2
Leasecontracten Voorzover bekend is geen sprake van nog lopende leasecontracten.
5.3
Beschrijving zekerheden Op de (opgeslagen) bedrijfsinventaris/studio-apparatuur alsmede op de merknaam en logo van “Radio 192” wordt een pandrecht geclaimd. Zie hierna onder 5.4
5.4
Separatistenpositie Blijkens de door Candlelight B.V. te Hilversum ter hand gestelde stukken heeft genoemde vennootschap krachtens overeenkomst d.d. 10 april 2003 pandrecht verkregen op de bedrijfsinventaris/studio-apparatuur alsmede het woord- en beeldmerk “Radio 192” van curanda. Dit pandrecht voldoet aan de daaraan gestelde vestigingsvereisten in de zin dat
de
bewuste
pandakte/-overeenkomst
op
9
mei
2003
bij
de
belastingdienst is geregistreerd. Reden en grondslag van bedoelde verpanding worden op dit moment nog nader onderzocht. Blijkens de door de pandhouder verstrekte gegevens is in oktober 2002 een vaststellingsovereenkomst gesloten tussen enerzijds curanda en een aan haar gelieerde vennootschap (Gooiland Produkties) en anderzijds voormalig aandeelhouder/investeerder Ranoweb B.V. (de heer Bekenkamp) en een aantal gelieerde vennootschappen. Naast kwijtschelding van een aantal vorderingen op curanda en Gooiland Produkties zou curanda dienen zorg te dragen voor het blijven verzorgen van uitzending van dagelijkse reclameboodschappen tot 3 juli 2006 ten behoeve van
Ranoweb
c.s.
Dit
op
grond
van
een
daartoe
eerder
gesloten
overeenkomst uit 2001. Met dit contract zou in totaal een budget ad € 335.797,36 (oftewel 1,2 miljoen seconden reclamezendtijd) zijn gemoeid, hetgeen door Ranoweb c.s. in 2001 zou zijn voldaan/voorgeschoten (deels in geld en deels door middel van een barter-overeenkomst). Op 1 april 2003 zijn bedoelde rechten uit de vaststellingsovereenkomst door Ranoweb c.s. aan Candlelight B.V. overgedragen, al is de daartoe gesloten overeenkomst enigszins onduidelijk. Candlelight stelt dat zij deze rechten (tegen
betaling)
heeft
overgenomen,
met
als
doel
iedere
verdere
betrokkenheid van voormalig aandeelhouder Ranoweb bij het station te
beëindigen en aldus zelf bij de verdere/toekomstige exploitatie van het station betrokken te raken. Vervolgens heeft Candelight op 10 april 2003 ter meerdere zekerheid voor de nakoming
door
Radio
192
tot
uitzending
van
de
nog
resterende
reclamezendtijd tot 3 juli 2006 eerder genoemde pandrechten op onder meer de studio-inventaris van curanda bedongen. Middelijk bestuurder A. Bouman is deze pandovereenkomst namens curanda aangegaan. Bij brief (e-mail) d.d. 21 oktober 2004 heeft Candelight te kennen gegeven dat zij haar pandrecht wenst uit te oefenen aangezien de activiteiten van curanda (en daarmee het doen uitzenden van de reclameboodschappen ten behoeve van Candlelight) waren gestaakt en curanda daarmee niet langer aan haar verplichtingen jegens Candlelight voldeed en zou kunnen voldoen. Curanda (althans haar aandeelhouders) hadden hieraan (nog) geen gehoor gegeven, waarna vervolgens het faillissement volgde. Na faillietverklaring heeft Candlelight zich tot ondergetekende gewend met de mededeling dat zij haar pandrecht op de (opgeslagen) inventaris wenst uit te oefenen. Volgens opgave van Candlelight is met de nog resterende reclamezendtijd vanaf 21 oktober 2004 in totaal 620 dagen oftewel een belang ad €152.520 gemoeid. Aan
Candlelight
achtereenvolgens
is
aangegeven
gesloten
dat
de
gang
overeenkomsten
en
van de
zaken
rond
de
daaropvolgende
verpanding nader onderzoek alsmede toelichting zijdens de (voormalig) bestuurders behoeft alvorens tot eventuele erkenning daarvan kan worden overgegaan. Zo hier sprake van zal zijn is met Candlelight afgesproken dat uitwinning van de opgeslagen inventaris in nader onderling overleg zal geschieden. 5.5
Boedelbijdragen Zie 5.4
5.6
Eigendomsvoorbehoud Tot op heden heeft geen van de aangeschreven crediteuren zich op een eventueel eigendomsvoorbehoud beroepen.
5.7
Reclamerechten Tot op heden heeft geen van de aangeschreven crediteuren zich op eventuele reclamerechten beroepen.
5.8
Retentierechten Tot op heden heeft geen van de aangeschreven crediteuren zich op eventuele retentierechten beroepen. Werkzaamheden Zie 5.4
6.
Doorstart / voortzetten
Voortzetten 6.1
Exploitatie / zekerheden Gegeven het feit dat per datum faillietverklaring de activiteiten al enige maanden
waren
gestaakt
was
een
eventuele
voortzetting
van
de
onderneming niet aan de orde. 6.2
Financiële verslaglegging N.v.t. Werkzaamheden N.v.t.
Doorstart 6.3 Beschrijving Om dezelfde reden
(zie 6.1) was een eventuele doorstart evenmin
opportuun. Weliswaar waren 2 van de betrokken aandeelhouders doende met het ontwikkelen van een nieuw format/nieuwe activiteiten (zie hoofdstuk 0. van dit verslag), doch het faillissement heeft eventuele realisatie daarvan doorkruist. 6.4
Verantwoording N.v.t.
6.5
Opbrengst N.v.t.
6.6
Boedelbijdrage N.v.t. Werkzaamheden N.v.t.
7.
Rechtmatigheid
7.1
Boekhoudplicht De in verband met de ontruiming van het pand afgevoerde administratie bevindt zich nog onder (beoogd) interim-bestuurder, de heer Beijers te ’sGravenhage. Afgesproken is dat de administratie thans zo spoedig mogelijk aan
ondertekende
zal
worden
overgedragen.
Naar
zeggen
zou
de
administratie tot oktober 2004 zijn bijgewerkt, hetgeen na ontvangst zal worden geverifieerd. 7.2
Depot jaarrekeningen De jaarrekening over het boekjaar 2002 is op 19 februari 2004 (derhalve iets te laat) gedeponeerd. De jaarrekening over het boekjaar 2003 is op 26 maart 2004 gedeponeerd.
7.3
Goedk. Verklaring Accountant Dit behoeft nog nader onderzoek.
7.4
Stortingsverpl. Aandelen Dit behoeft nog nader onderzoek.
7.5
Onbehoorlijk bestuur In de komende verslagperiode zal dit nader worden onderzocht, mede aan de hand van de nog te ontvangen administratie.
7.6
Paulianeus handelen Zie 7.5
Zoals in 5.4 van dit verslag aangegeven zal naar de achtergronden met betrekking tot het verstrekken van een pandrecht op de studio-inventaris nader onderzoek worden gedaan. Daarmee is overigens niet gezegd dat het vestigen van het pandrecht als mogelijk paulianeus handelen dient te worden gekwalificeerd. Werkzaamheden Zie hiervoor. 8.
Crediteuren
8.1
Boedelvorderingen € 188,97 terzake door kantoor curator voorgeschoten advertentiekosten faillietverklaring; zie bijlage 1
8.2
Preferente vordering van de fiscus Tot op heden heeft de belastingdienst in totaal voor een bedrag ad € 79.724,00 aan preferente vorderingen (aanslagen + kosten) ingediend. zie bijlage 2
8.3
Preferente vordering. van het UWV Tot op heden heeft het UWV in totaal voor een bedrag ad € 29.760,22 aan preferente vorderingen ingediend. zie bijlage 2
8.4
Andere preferente crediteuren Opgemerkt zij dat crediteu Exsad Project B.V. (aanvrager faillissement) louter haar (concurrente) schuldvordering heeft ingediend. Tot op heden heeft zij geen (preferente) vordering ingediend terzake de kosten van faillissementsaanvraag. Voor het overige zijn tot op heden ook overigens geen vorderingen van andere preferente crediteuren ontvangen.
8.5
Aantal concurrente crediteuren In totaal hebben tot op heden 34 concurrente crediteuren een vordering ingediend.
8.6
Bedrag concurrente crediteuren Met de tot op heden ingediende concurrente schuldvordering is in totaal een bedrag ad € 260.189,25 gemoeid. zie bijlage 3
8.7
Verwachte wijze van afwikkeling Indien
sprake
is
van
een
rechtsgeldig
pandrecht
op
de
opgeslagen
studioapparatuur zal (behoudens een eventuele boedelbijdrage) nauwelijks niet of nauwelijks actief kunnen worden gerealiseerd uit hoofde van uitwinning van activabestanddelen. Het uit dien hoofde te verwachten actief zal in dat geval naar alle waarschijnlijkheid niet toereikend zijn teneinde de faillissementskosten te voldoen. Ook indien geen sprake mocht zijn van een rechtsgeldig pandrecht wordt voorshands verwacht dat de opbrengst van de studio-inventaris bij verkoop in ieder geval niet toereikend zal zijn teneinde een uitdeling aan de concurrente crediteuren te kunnen doen. Dit gezien de – naar verluidt – ouderdom van de desbetreffende apparatuur. Werkzaamheden Zie 8.7 9.
Overig
9.1
Termijn afwikkeling faillissement Hierover zullen in het eerstvolgende verslag nadere mededelingen worden gedaan.
9.2
Plan van aanpak De komende verslagperiode zal nader onderzoek worden gedaan naar het geclaimde pandrecht op de opgeslagen inventaris, zal (al dan niet in overleg met Candlelight) tot uitwinning van deze zaken worden overgegaan en zal nader onderzoek worden gedaan naar de oorzaken van het faillissement en de daaraan voorafgaande verwikkelingen alsmede naar het gevoerde bestuur, zulks mede aan de hand van de nog te ontvangen administratieve bescheiden. Ook zal aan de hand daarvan nader onderzoek worden gedaan naar
de
aanwezigheid
van
eventueel
voor
uitwinning
vatbare
activabestanddelen. Voorts zal de komende verslagperiode de passivazijde nader in kaart worden gebracht. 9.3
Indiening volgend verslag Binnen drie maanden na heden. Werkzaamheden Zie 9.2
Hilversum, 9 maart 2005
Tj. A. Meijer Curator Bijlagen: 1. 2. 3.
Lijst nog te betalen faillissementskosten/boedelschulden Lijst ingediende preferente schuldvorderingen Lijst ingediende concurrente schuldvorderingen