Verslag World Standard Day 2010 (Erwin Folmer, 18 oktober 2010,
[email protected])
“The goal of World Standards Day is to raise awareness of the importance of global standardization to the world economy and to promote its role in helping meet the needs of business, industry, government, and consumers worldwide. World Standards Day also pays tribute to the thousands of volunteers around the world who participate in standardization activities.”
Introductie Op World Standards Day, 14 oktober, heeft Nederland Open in Verbinding (NOiV) een dinersessie georganiseerd voor standaardisatie-experts die Nederland internationaal vertegenwoordigen in standaardisatie-werkgroepen. De discussie werd geleid door Erwin Folmer (NOiV). De volgende vraag stond centraal: Is er een probleem met de Nederlandse inbreng in Internationale standaardisatie waarvoor een Nationale Standaardisatie Strategie (NSS) een onderdeel van een oplossing kan zijn? Dit document is een korte verslaglegging van het inhoudelijke deel van de bijeenkomst.
De deelnemers Voor een optimale discussie heeft NOiV selectief uitgenodigd. Uitgangspunten daarbij waren: • Ongeveer 10 deelnemers • Focus op semantische (domein) standaarden • Een rijkheid aan verschillende domeinen • Publiek en privaat • Actief in een werkgroep van een Internationale standaard
Naam
Betrokken internationale standaard
Domein
Johan Honing
RosettaNet
Elektro
Marcel Reuvers
OGC, CEN/TC 287, ISO/TC 9100, Inspire
Geo
Jeroen Hamers
IMS, IEEE LOM
Onderwijs
Roel Barelds
HL7 EHR/PHR
Zorg
Jan Pasmooij
XBRL WG Assurance
Financieel
Hans Overbeek
Advisory Board Dublin Core Metadata Initiative
Metadata
Hans Hofman
ISO TC 46/SC11 Archives and Records Management en ICA
Archivering
Alexander Boer
CEN/ISSS Metalex TC
Juridisch
Henk van Maaren
UN/CEFACT TBG Transport, ShortSeaXML.org
Transport & Logistiek
Erwin Folmer
Hr-XML SIDES
HR (Human Resources)
Daarnaast waren namens NOiV en het Forum Standaardisatie aanwezig: • Ineke Schop • Marielle Roozemond • Nico Westpalm van Hoorn Onderdeel van de kennismaking was een ruwe inschatting van de openheid van ieders standaard, waarbij een punt gegeven mocht worden voor elk van de volgende onderdelen (gebaseerd op werk Ken Krechmer):
1. Open Meeting
Betaalbare toegangsprijs? Bereikbare locatie?
2. Besluitvorming
Consensus met procedure wat te doen bij geen consensus?
3. Eerlijk standaardisatie-proces
Procedures zijn vastgelegd? (repeteerbaar) Mogelijkheid tot beroep?
4. Open IPR
Rechten gepubliceerd? Geen beperkingen?
5. One World
Optimaal hergebruik van andere standaarden?
6. Open Documents
Specificaties vrij beschikbaar? Notulen? Andere documenten?
7. Open Change
Hoe wordt het besluit tot een nieuwe versie genomen? (consensus?) Wie bepaald wat wordt opgenomen?
Op basis van een snelle zelfevaluatie tijdens de voorstelronde blijkt dat de standaarden die de aanwezigen vertegenwoordigen relatief open zijn (gemiddeld tussen de 5 en 6 punten), waarbij er nog wel mogelijkheden zijn om de openheid te verbeteren richting de maximale score van 7.
De discussie De context De discussie heeft zich gefocust op de Nederlandse bijdrage aan internationale standaarden. Het internationale aspect staat daarbij centraal. Daarnaast is kenmerkend voor de context dat het hierbij gaat om semantische (domein) ICT standaarden; de wereld waarin de deelnemers actief zijn. Het probleem Startpunt van de discussie is de vraag of de Nederlandse inbreng in internationale standaardisatie optimaal is. Unaniem is het beeld van niet optimaal; een ieder kent wel problemen in zijn praktijk. Daarbij worden de volgende opmerkingen gemaakt: •
Cultuur: De Nederlandse cultuur (de vluchtigheid) staat misschien standaardisatie in de weg, in vergelijking met andere (bv. Aziatische) landen. Er lijkt in Nederland meer sprake te zijn van pragmatiek (de koopmansgeest): Nederland haakt ad-hoc aan in plaats van structureel: alleen als er op korte termijn iets te winnen/halen valt.
•
Visie: Er ontbreekt in Nederland een visie op standaardisatie.
•
Coördinatie: Ontbreekt volledig in Nederland, waardoor je niet weet waar je moet zijn. De relatie met NEN ligt gevoelig; Er wordt weinig heil verwacht van NEN die een coördinerende rol op zich gaat nemen.
•
Belang-Resources: Er is geen balans tussen het belang wat we aan standaardisatie hechten en de resources die beschikbaar zijn om eraan te werken.
•
Pijn/Kansen/De Business Case: De pijn wordt blijkbaar niet expliciet gemaakt, de kansen worden niet gezien, waardoor we invloed in internationale standaarden niet aanwenden en later met hoge kosten worden opgezadeld om aan de standaarden te kunnen voldoen. Er is daarbij te weinig aandacht voor de business case
•
Het formele standaardisatie proces (oa. ISO/CEN/NEN): Leidt te veel tot papieren tijgers: Standaarden die niet gebruikt worden (tot wel 95%). Niet voor niks worden inmiddels meer
standaarden buiten dan binnen de formele standaardisatie organisaties ontwikkeld, met name binnen de domeinen zelf.
Een NSS Een Nationale Standaardisatie Strategie wordt neergezet als een beleidsdocument waarin een nationale visie op standaardisatie wordt uitgedragen, en vertaald kan worden naar uitvoering. Vele landen (muv Nederland) hebben inmiddels een NSS op basis waarvan concrete acties worden uitgezet, inclusief de landen Canada, China, Duitsland, Japan, Rusland, Groot-Brittannië, Verenigde Staten en Brazilië. Alle deelnemers zien toegevoegde waarde van het hebben van een NSS, uiteraard met de nodige kanttekeningen wat betreft inhoud en vorm. Wat zouden potentiële onderwerpen kunnen zijn, in willekeurige volgorde: •
Voordelen; De business case moet helder gemaakt worden. Zonder te veel nadruk op een individueel cijfer. Daarbij ook de maatschappelijke waarde niet uit het oog verliezen.
•
Presentatie: In de presentatie moet het niet om standaarden gaan maar om doelstellingen die afhankelijk zijn van standaarden maar die meer tot de verbeelding spreken zoals: Economische bedrijvigheid en Open data. Daarbij ook inspelend om huidige behoeftes zoals het behalen van grote bezuinigingen.
•
Visie: Een visie hoe Nederland tegen standaardisatie aankijkt en de rol die we willen spelen in internationale standaardisatie. Een visie die vertaald moet worden naar concrete acties.
•
Verbanden: Er is behoefte aan het leggen van verbanden tussen verschillende standaarden; er is een kapstok nodig om verschillende initiatieven te kunnen positioneren. In lijn met NORA.
•
Coördinatie: Coördinatie is gewenst maar de manier waarop verdient aandacht. Decentrale manieren zouden de voorkeur verdienen.
•
Financiën: Centrale financiering voor inbreng in Internationale standaarden is gewenst, zowel voor reiskosten als de uren.
•
Typen standaarden: Mogelijkerwijs is ander beleid nodig voor bijvoorbeeld technische standaarden dan semantische (domein) standaarden, waardoor een onderscheid in typen standaarden gewenst is.
•
Expertise: Standaardisatie is een vak: Daarvoor is het noodzakelijk dat er meer aandacht komt voor het delen van kennis en moet er aandacht komen voor educatie rond standaardisatie.
•
De rollen en afstemming tussen verschillende organisaties is mogelijk een onderwerp om aandacht aan te besteden, met name de relatie tussen NEN, kennisinstellingen, en de beheerders van nationale semantische (domein) standaarden. Daarbij dient ook aandacht te worden gegeven aan projecten geïnitieerd door de Europese Commissie: hierin worden regelmatig conflicterende standaarden ontwikkeld waarvoor gezien de tijdelijkheid van het project het beheer niet geregeld is.
•
De samenhang en ontwikkeling van standaarden op het juiste niveau passende bij het probleemdomein: Wereldwijd, Europese en nationale standaarden. De “One World” gedachte, waarbij er geen concurrerende standaarden bestaan. (bv. geen nieuwe nationale of Europese standaarden gaan ontwikkelen als er al een internationale standaard is, maar dan aansluiten.)
•
Strategische standaarden: De voor Nederland belangrijke standaarden – zowel op economisch als maatschappelijk vlak - dienen in kaart gebracht te worden waarna er eventueel activiteiten voor opgestart moeten worden. Daarnaast moet het onderhoud van bestaande standaarden onder de aandacht worden gebracht.
Tot slot Disclaimer Dit document zou niet gelezen moeten worden als opmaat naar een Nationale Standaardisatie Strategie voor Nederland. Normaliter zou een eerste stap moeten zijn om de problemen met internationale standaardisatie gestructureerd in kaart te brengen. Echter de discussie was helder dat de inbreng van Nederland in Internationale standaardisatie niet optimaal is, en dat het wenselijk zou zijn dat dit aangepakt wordt. Dat behoeft extra onderzoek startende bij een structurele analyse van de problemen en mogelijke kansen. Vervolg De problemen en uitdagingen zijn voor de deelnemers heel herkenbaar over de domeinen heen. Er is dan ook behoefte aan verdere discussie en kennis uitwisseling tussen de deelnemers. Vanuit Nederland Open in Verbinding wordt bekeken hoe dit verder gefaciliteerd kan worden gezien de eindigheid van het NOiV programma.
Bijlage Een aantal personen zijn uitgenodigd en hadden willen deelnemen maar hebben om verschillende redenen moeten afzeggen. Deze personen zijn: Frans de Liagre Böhl
IMS
William Goossen
ISO TC 215, CEN TC 251, (HL7 Patients care / EN 13606)
Marc van Hilvoorde
IASB XBRL Advisory Council en XBRL Standards Board
Simon Spoormaker
SMDG (User Group for Shipping Lines and Container Terminals)
Coen Janssen
UN/CEFACT TBG1 Supply Chain, CEN BII Phase 2 Workshop