Verslag workshop
Het UNESCO Verdrag ter Bescherming van het Immaterieel Cultureel Erfgoed en het Koninkrijk: Een gezamenlijk vertrekpunt
15-17 april 2013 Oranjestad, Aruba
Rapporteurs: Gina Jie Sam Foek & Lupita Bernabela Redactie: Cornelieke de Klerk
Inhoudsopgave Introductie
4
English Summary
5
Opening van de workshop
7
Introductie van het verdrag: Rieks Smeets
8
Stand van zaken presentaties
12
Introductie van het capacity building programma: Fernando Brugman
18
Deelworkshops 19 Alle begin is moeilijk: het implementeren in de praktijk Ineke Strouken Toerisme: bedreiging of kans? Albert van der Zeijden
21
Expedicion Rescate Shailiny Tromp
22
Programmavoorstel 22 Fernando Brugman Deelworkshop 24 Immaterieel erfgoed ‘In the Picture’ en Jongeren & ICE Ilona Rozenboom in samenwerking met Natalia Maduro (Aruba), Ginuervel Roach (Curaçao), Misha Spanner (St. Eustatius), Mélanie Choisy (St. Maarten) Programmavoorstel Delegatiepitches
26
Verdere informatie Persberichten
29
Bijlagen: Programma van de workshop
30
Participantenlijst
33
Aanbevelingen jongerenvertegenwoordigers (Nederlands en Engels)
36
Introductie Sinds zomer 2012 is het UNESCO Verdrag ter Bescherming van het Immaterieel Cultureel Erfgoed (ICE) van kracht in het Koninkrijk der Nederlanden. Het Koninkrijk kent een schat aan immaterieel erfgoed. De vraag is hoe de verschillende Koninkrijksdelen kunnen samenwerken en elkaar versterken bij het beschermen van deze rijkdom? De workshop ‘Het UNESCO Verdrag ter Bescherming van het Immaterieel Cultureel Erfgoed en het Koninkrijk: een gezamenlijk vertrekpunt’ vond plaats in het kader van deze implementatie het verdrag binnen het Koninkrijk en werd mogelijk gemaakt dankzij financiering van het Nederlandse ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap. Tevens is de workshop voorbereidend op het tweejarig Capacity Buildingsprogramma voor de bescherming van immaterieel erfgoed in het Nederlands Caribisch gebied en Suriname dat via het UNESCO Fonds voor Immaterieel Cultureel Erfgoed gefinancierd zal worden dankzij een bijdrage van het Nederlandse Ministerie van OCW. De prioriteiten die in de workshop worden geïdentificeerd en vertaald in concrete activiteiten, zullen na goedkeuring in Parijs, de komende twee jaar worden uitgevoerd. De workshop had de volgende hoofddoelen: 1. 2. 3.
Het maken van duurzame, concrete samenwerkingsafspraken betreffende de implementatie van het Verdrag binnen het Koninkrijk op het gebied van: - het vormen van een kennisnetwerk - het vormen van een of meerdere inventaris(sen) Het maken van een plan van aanpak over hoe wij deze afspraken willen gaan realiseren. Het komen tot een plan voor een programmavoorstel voor capaciteitsopbouw in het Nederlands Caribisch gebied, gefinancierd door het UNESCO ICE Fonds en mogelijk gemaakt door de bijdrage van het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap in Nederland.
Bij de workshop waren delegaties van alle Koninkrijksdelen aanwezig. Bij de samenstelling van de delegaties was verzocht rekening te houden met een vertegenwoordiger van UNESCO, van een erfgoedgemeenschap/ relevante NGO, van een overheidsfunctionaris belast met uitvoering van het verdrag en een jongerenvertegenwoordiger. De Workshop ‘Het UNESCO Verdrag ter Bescherming van het ICE en het Koninkrijk: een gezamenlijk vertrekpunt’. Een initiatief van de Nationale UNESCO Commissie van Aruba en Fundacion Museo Arubano werd mogelijk gemaakt door financiële steun van het Nederlandse Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap. De Nationale UNESCO Commissie van Suriname was op de hoogte van het plaatsvinden van de workshop in verband met de bespreking van het voorstel voor het capacity-building programma, maar maakte geen deel uit van de workshop.
Het UNESCO Verdrag ter Bescherming van het ICE en het Koninkrijk: Een gezamenlijk vertrekpunt
4
Summary The workshop ‘The UNESCO Convention for the Safeguarding of Intangible Cultural Heritage and the Kingdom of the Netherlands: a common starting point’ took place from 15 to 17 April 2013 in Oranjestad, Aruba. The workshop was organized to initiate the implementation of the Intangible Cultural Heritage (ICH) Convention within the Kingdom of the Netherlands. The workshop was made possible by the Dutch Ministry of Education, Culture and Science. The main goals of the workshop were to make sustainable agreements on how to cooperate on safeguarding the great variety of ICH present in the Kingdom and to identify the priorities for the proposal of the Capacity Building Program on Safeguarding ICH in the Dutch Caribbean and Suriname. This Capacity Building Program, that will take place in 20132015, is financed through the UNESCO ICH Fund thanks to the generous contribution of the Dutch Ministry of Education, Culture and Science. Fernando Brugman, Program Specialist and Coordinator of the Culture Team at the UNESCO Regional Office on Culture in Latin America and the Caribbean in Havana, was present to gather input for the final proposal for the Capacity Building Program that he will submit. Rieks Smeets, working as an ICH consultant for UNESCO, moderated the workshop. All parts of the Kingdom were represented by a delegation, which included representatives of UNESCO, heritage communities & relevant NGO’s, government officials and youth representatives. Besides the delegations, 26 Aruban stakeholders representing relevant NGO’s and government agencies were present. All the delegations presented the current situation of ICH (policy). These presentations revealed a great diversity of ICH within the Kingdom, but a lot of ICH is in need of (urgent) safeguarding. Although much knowledge about ICH itself is present, it was expressed that the expertise on the ICH convention and how to safeguard ICH in a sustainable way is currently missing and that training is needed. Some other common bottlenecks are the transfer of ICH to youth, the lack of political support, (long term) policy and local financial means, limited awareness of the importance of safeguarding ICH in relation to identity and migration and loss of ICH because of aging of its bearers. Apart from these bottlenecks, were language and the involvement of youth brought forward as subjects of importance. The will to cooperate within the Kingdom and solve these bottlenecks is strong. But during the workshop it was also stressed that it is important to strengthen the relations within the region, since the regional cultural ties are more intertwined than the ties between the windward and leeward islands within the Kingdom. However, it’s too early in the implementation process to come to concrete agreements on how to cooperate on safeguarding ICH. Therefore, it was decided that the delegates present in the workshop would keep each other informed about the progress of implementation and possibilities for cooperation. The Dutch Centre for Folklore and ICH, responsible for the coordination of the implementation of the ICH convention within the Kingdom, stressed to be willing to cooperate and share knowledge when needed. They also invited all parts of the Kingdom to make use of the digital (communication) platform that is currently created for the Dutch National Inventory of ICH. This website could host all of the different ICH inventories. Aruba already accepted this offer, the other delegations are taking this into consideration. There were some points of discussion, namely the procedures of international nomination and the UNESCO structure within the Kingdom that changed with the new constitutional order on 10-10-10. It was unclear who would decide if the Netherlands as a Kingdom, would nominate ICH for the Representative List and how this procedure would look like. Fortunately, these questions were answered after consulting the Dutch Ministry of Education, Culture and Science that confirmed that all the parts of the Kingdom will be consulted on the decision to, or not to nominate internationally and how the procedures for this nomination would have to be formed. This corresponded to the explicit wish of the delegation to be part of this decision process. During the workshop, it became clear that the UNESCO structure in the special municipalities Bonaire, Saba and Statia, currently isn’t satisfying due to the fact that no formal agreements have been made since 10-10-10. The Dutch Ministry of Education, Culture and Science is notified of the request for revision. It was also observed that Bonaire, Saba and Statia can’t be compared to municipalities in the Netherlands and that a special plan of action must be formed in cooperation with of the Dutch Centre for Folklore and ICH, the Dutch National UNESCO Commission and National Office for the Caribbean Netherlands to implement the convention in the special municipalities as is the responsibility of the aforementioned parties. Het UNESCO Verdrag ter Bescherming van het ICE en het Koninkrijk: Een gezamenlijk vertrekpunt
5
It became clear that all parties involved were trying to find a way to cooperate in a constructive and equivalent way to implement the ICH convention. This will be a common starting point for the follow up of the workshop and the preparation for the Capacity Building Program. This follow up consists of the formation of a working group of stakeholders on each island that will identify the possibilities for creating a structure to implement the ICH convention on a local level. All delegations (apart from Aruba that already went through this process) agreed to initiate this at the end of the workshop. Herewith, and with the dedication of all participants, the first steps towards sustainable cooperation for safeguarding ICH in the Kingdom of the Netherlands, have become a fact. Cornelieke de Klerk Heritage Consultant working for the Aruba National Commission for UNESCO The workshop ‘The UNESCO Convention for the Safeguarding of Intangible Cultural Heritage and the Kingdom of the Netherlands: a common starting point’ was an initiative of the Aruba National Commission for UNESCO and Fundacion Museo Arubano. It was made possible through financial support from the Dutch Ministry of Education, Culture and Science. The Suriname National Commission for UNESCO was informed of the workshop but did not participate because the situation in Suriname requires specific attention.
Het UNESCO Verdrag ter Bescherming van het ICE en het Koninkrijk: Een gezamenlijk vertrekpunt
6
15-04-2013 Opening
Na de komst van Z.E. Gouverneur van Aruba heet de Secretaris Generaal van de Nationale UNESCO Commissie Aruba, Dhr. Jimmy Oduber de Minister van Economische Zaken, Sociale Zaken en Cultuur Mevr. Michelle Hooyboer-Winklaar, Minister van Justitie en Onderwijs dhr. Mr. Arthur Dowers en de participerende delegaties welkom.
Welkom door Minister van Economische Zaken en Sociale Zaken en Cultuur, Mevr. Michelle Hooyboer-Winklaar
In haar welkomstwoord geeft Minister Hooyboer-Winklaar het belang aan van het verbinden via ICE, het uitwisselen van ervaringen en strategieën. De Minister legt nadruk op het belang van ‘safeguarden’ van ICE en het bevorderen van de samenwerking tussen de deelnemende (ei)landen. Tevens stelt zij Gina Jie Sam Foek voor aan de deelnemers. Gina gaat de functie van Nationaal Coördinator ICE Aruba vervullen. Ook introduceert de Minister de bestuursleden van de Stichting ICE en de bijbehorende adviesraad die op Aruba verantwoordelijk zal zijn voor de implementatie van het verdrag. De bestuursleden van de stichting zijn Igmar Reyes (directeur Aruba Trade and Industry Association), Eric Mijts (Universiteit van Aruba), Luc Alofs (Instito Pedagogico Arubano), Minerva Geerman (Aruba Investment Bank/Fundacion Desorayo Aruba). De leden van de adviesraad zijn Jimmy Oduber, Secretaris Generaal UNESCO Aruba, Ray-Anne Hernandez, Francie Celaire, Ami Henriquez-Mendez, Merl Gibbs, Maybeline Arends-Croes en Ineke Strouken als extern lid.
Première documentaire drieluik ‘A Twenty Mile Walk’, een productie van Stichting Filmtent door Patrick Thompson en Nelson Gonzalez
In opdracht van de Nationale UNESCO Commissie Aruba maakte Stichting Filmtent drie korte documentaires over vormen van immaterieel erfgoed op Aruba. De eerste documentaire ‘Dande. House to House, Festival to Festival’ ging in première tijdens de opening van de workshop. De documentaire geeft de betekenis en oorsprong van Dande weer, ook laat de documentaire zien hoe deze populaire vorm van immaterieel erfgoed momenteel leeft in de Arubaanse samenleving. De drie documentaires zullen in de toekomst gebruikt worden voor de voorlichting over ICE in Aruba. De thema’s van de overige documentaires zijn remedi di terra en funerair immaterieel erfgoed genaamd ‘ Backyard Medicine. In Search of Aruban Healers’ en ‘In Living Memory. Funeral Customs in Aruba’.
Presentatie Brochure Immaterieel Erfgoed in het Koninkrijk
Cornelieke de Klerk presenteert een proefdruk van de brochure die op toegankelijke wijze een beeld geeft van ICE in het Koninkrijk. De brochure die tevens functioneert als poster, is in samenwerking met alle (ei)landen samengesteld. De brochure zal nadat met het ontwerp is ingestemd gedrukt en verspreid worden op alle (ei)landen. Een exemplaar wordt officieel overhandigd aan de Minister Hooyboer-Winklaar en de Minister Dowers. Alle leden van de werkgroep die het beleidsadvies betreft de implementatie van het ICE verdag voor de minister hebben verzorgd worden eveneens bedankt.
Het UNESCO Verdrag ter Bescherming van het ICE en het Koninkrijk: Een gezamenlijk vertrekpunt
7
Introductie van het Verdrag / Rieks Smeets
Dhr. Rieks Smeets neemt vervolgens de rol van moderator over en geeft uitleg over het ICE Verdrag met de volgende punten: organisatiestructuur van UNESCO, organen van de conventie, lijsten en registratie, internationale samenwerkingen assistentie. Alsmede de verhouding met andere verdragen, de nog ontbrekende rol voor musea, de mogelijkheid voor meerdere inventarissen van ICE op het grondgebied, de betrokkenheid van gemeenschappen, de internationale lijsten en de gevaren wanneer deze gezien worden als ‘beautycontest’. Het doel van het verdrag is samen te werken op het gebied van de bescherming van ICE, ICE te ‘safeguarden’ en bewustwording inzake ICE te bewerkstelligen. Dit op basis van wederzijds respect en gelijkwaardigheid op nationaal en internationaal niveau.
Korte uitleg over de organisatiestructuur van UNESCO
UNESCO is organisatie van de Verenigde Naties en heeft dan ook lidstaten. Momenteel zijn dit er 195. Deze lidorganisaties vormen de twee bestuursorganen: de Algemene Conferentie (alle lidstaten) en de Uitvoerende Raad (58 lidstaten). Als derde bestuursorgaan is er het Secretariaat. Het Secretariaat houdt zich bezig met het dagelijkse reilen en zeilen van de organisatie. Met als taken het voorbereiden van het tweejaarlijkse werkplan en de bijbehorende begroting, het periodiek rapporteren over de activiteiten van de organisatie en het personeelsbeleid. Deze worden ter goedkeuring aan de Algemene Vergadering of de Uitvoerende Raad voorgelegd. UNESCO is een soort laboratorium waar in internationale context problemen besproken worden en ideeën en ervaringen worden uitgewisseld. Er zijn 5 sectoren: Onderwijs, Natuurwetenschappen, Sociale & Humane wetenschappen, Cultuur & Communicatie en Informatie. Soms blijkt dat er behoefte is aan regelgeving en in dat geval wordt besloten een aanbeveling, declaratie of verdrag te ontwikkelen. UNESCO heeft 31 verdragen verspreid over diverse sectoren. Zeven vallen binnen het domein Cultuur, deze verdragen dragen allen bij aan culturele diversiteit, dit staat voorop. Drie voorbeelden van belangrijke verdragen op het gebied van cultuur zijn: • Convention concerning the Protection of the World Cultural and Natural Heritage (1972) • Convention for the Safeguarding of the Intangible Cultural Heritage (2003) • Convention on the Protection and Promotion of the Diversity of Cultural Expressions (2005)
Doelstelling van het ICE verdrag
In artikel 1 wordt de doelstelling van het verdrag als volgt omschreven: (a) to safeguard the intangible cultural heritage; (b) to ensure respect for the intangible cultural heritage of the communities, groups and individuals concerned; (c) to raise awareness at the local, national and international levels of the importance of the intangible cultural heritage, and of ensuring mutual appreciation thereof; (d) to provide for international cooperation and assistance. Uitgangspunt van het verdrag is dat culturen en gemeenschappen gelijk zijn en ook gelijk gewaardeerd worden. Het gaat om het ‘safeguarden’ (koesteren) van ICE, wederzijdse waardering en respect (bijvoorbeeld bij conflicten tussen groepen) en het bevorderen van internationale samenwerking en assistentie, met name betreft gedeeld erfgoed. Hierbij is het kenmerkend dat de mensen, de dragers van het ICE, een belangrijke rol spelen. Immaterieel erfgoed is levend erfgoed. Het leeft in de mensen, bij migratie wordt immaterieel erfgoed meegenomen. Inmiddels hebben 151 landen het verdrag geratificeerd.
Organen van het verdrag
Het intergouvernementeel Comité ter bescherming van het ICE De doel van het Intergouvernementeel Comité is een bijdrage leveren aan de implementatie van het ICE verdrag op internationaal niveau. Zo stellen zij de ‘operationele richtlijnen’ op, beoordelen zij nominaties voor de twee representatieve lijsten en schetsen zij een kader voor de besteding van de middelen in het Fonds ter Bescherming van het ICE. Deze voorstellen leggen ze voor aan de Algemene Vergadering. Het Intergouvernementeel Comité bestaat uit 24 staten die lid zijn van het ICE Verdrag. De leden worden voor een periode van vier jaar verkozen door andere staten die lid zijn van het verdrag. Hierbij wordt rekening gehouden met representativiteit betreft de 5 wereldregio’s zoals UNESCO deze definieert. Het UNESCO Verdrag ter Bescherming van het ICE en het Koninkrijk: Een gezamenlijk vertrekpunt
8
Het UNESCO Secretariaat, sectie ICE Bedient de organen van het verdrag, bereidt vergaderingen voor en verricht ondersteunend werk (20 man). The Representative List of ICH in Need of Urgent Safeguarding ICE op de lijst van ICE dat dringend bescherming nodig heeft, vraagt om noodmaatregelen wil het blijven voortbestaan. Indien een vorm van ICE op deze lijst staat kan er door de betrokken gemeenschap een beroep gedaan worden op internationale assistentie. The Representative List of ICH of Humanity De representatieve lijst van ICE van de mensheid is bestaat uit elementen die een beeld geven van de diversiteit van het ICE van de mensheid en de bewustwording van het belang dit te bescherming en te vergroten. Het ICE Comité beoordeelt de nominaties, er is een gelimiteerd aantal aanvragen dat het Comité jaarlijks aankan. Indien er te veel aanvragen zijn, wordt er prioriteit gegeven aan landen die nog geen nominaties op een van de lijsten hebben staan en landen die gezamenlijk iets nomineren. Beide lijsten zijn dynamisch. Indien een vorm van ICE niet langer voldoet aan de voorwaarden voor plaatsing op de lijsten wordt deze ‘afgevoerd’. Dit kan bijvoorbeeld zijn omdat beschermingsmaatregelen voor een bedreigde vorm van ICE succesvol zijn geweest of dat er juist geen gemeenschap meer is die een vorm van ICE draagt. Ditzelfde geldt voor de inventaris(sen) op nationaal niveau. De lijsten en inventarissen van ICE zijn altijd dynamisch. Zie: http://www.UNESCO.org/culture/ich/index.php?lg=en&pg=00011 Het Fonds ter Bescherming van het ICE Met het oog op de financiering van programma’s, projecten en andere activiteiten, is er een fonds voor de bescherming van het ICE gecreëerd. Bij de inzet van geld uit het fonds, heeft het behoud van het erfgoed ingeschreven op de lijst van ICE dat dringend bescherming nodig heeft en het realiseren van inventarissen prioriteit. De bijdrage van landen die partij zijn bij het verdrag moeten leveren is gebaseerd op het BNP. Het is ook mogelijk een vrijwillige bijdrage te leveren. Voorname donateurs zijn Japan, Noorwegen en Vlaanderen.
Nationaal level: verplichtingen van het verdrag voor lidstaten
Het UNESCO ICE Verdrag wordt op vrijwillige basis geratificeerd maar is bindend van aard. Ratificatie verplicht lidstaten ertoe maatregelen nemen die het ICE op hun grondgebied te beschermen. Rieks Smeets ligt deze verplichte maatregelen toe aan de hand van artikelen uit het verdrag. Article 11 – Role of States Parties Each State Party shall: (a) take the necessary measures to ensure the safeguarding of the intangible cultural heritage present in its territory; (b) among the safeguarding measures referred to in Article 2, paragraph 3, identify and define the various elements of the intangible cultural heritage present in its territory, with the participation of communities, groups and relevant nongovernmental organizations. Article 12 – Inventories 1. To ensure identification with a view to safeguarding, each State Party shall draw up, in a manner geared to its own situation, one or more inventories of the intangible cultural heritage present in its territory. These inventories shall be regularly updated.
Het UNESCO Verdrag ter Bescherming van het ICE en het Koninkrijk: Een gezamenlijk vertrekpunt
9
2. When each State Party periodically submits its report to the Committee, in accordance with Article 29, it shall provide relevant information on such inventories. Rieks Smeets benadrukt dat het bij het inventariseren van ICE gaat om iedereen, alle vormen van ICE die op het grondgebied aanwezig zijn. De inventaris(sen) dient/dienen om een idee te krijgen van de status van ICE en inzicht te krijgen welke bescherming noodzakelijk is, hoe daar mee te beginnen en hoe te werk te gaan en bekendheid te geven aan het ICE in eigen land. Landen die partij zijn bij het verdrag zijn vrij om te kiezen voor het vormen van een of juist meerdere inventarissen. Artikel 11 verplicht landen ertoe ervoor te zorgen dat erfgoedgemeenschappen hun erfgoed kunnen beschermen. Hierbij dienen landen gemeenschappen tot hun recht te laten komen, zodat zij zelf hun ICE kunnen definiëren en erkennen. Hierbij het principe van ‘free prior en informed consent’ toepassen. Oftewel, de gemeenschappen weten waar het over gaat en accorderen elke stap. Informed choices laten maken, hen geïnformeerd keuzes te laten maken. Uiteindelijk zijn de gemeenschappen die het ICE dragen, doorgeven en levend houden. Art. 25a Verplichting bij te dragen aan het Fonds ter Bescherming van het ICE Alle landen die partij zijn bij het verdrag moeten bijdragen aan het ICE Fonds. In de geest van het verdrag ‘een totale bijdrage van allen’ is de bijdrage die geleverd moet worden gebaseerd op het BNP. Deze bedrage wordt nu namens het gehele Koninkrijk door Nederland geleverd. Samengevat moet een staat die partij is bij het verdrag voldoen aan de volgende verplichtingen: - bereidheid maatregelen te nemen ter bescherming van een element - respect voor de gemeenschap is een voorwaarde voor deelname - regeling via wetgeving - inventarisatie moet gedocumenteerd worden - de rol van de gemeenschap moet terugkomen in de inventarisatie - ‘safeguarden’ met volle betrokkenheid van de gemeenschappen - verslaglegging omtrent de ontwikkeling, voortgang van het element vindt 1 x in de 6 jaar plaats en vervolgens 1x in de 4 jaar De implementatie van het ICE Verdrag draagt bij aan het welzijn van gemeenschappen, culturele diversiteit, het ontstaan van wederzijds respect en begrip, de uitwisseling van ervaring en kennis, de bevordering van creativiteit, samenwerking op nationaal en internationaal niveau ook wanneer het gaat om gedeeld erfgoed. Om dit te bereiken moeten gemeenschappen ‘empowered’ worden door hen te informeren en trainen.
Hulpmiddelen bij implementatie van het Verdrag
Operationele richtlijnen Om staten die partij zijn bij het verdrag te ondersteunen bij de implementatie hiervan zijn er operationele richtlijnen opgesteld. Hierin wordt o.a. aandacht besteed aan het vormen van inventarissen, procedures voor internationale nominatie. De richtlijnen blijven ‘work in progress’. De meest recente herziening en uitbreiding was in 2012. Momenteel wordt gewerkt aan de derde uitbreiding. Voor de operationele richtlijnen zie: http://www.UNESCO.org/culture/ich/index. php?lg=en&pg=00026 Register of Best Safeguardings Practices In 2009 werd het initiatief genomen om het register van Best Practices op het gebied van de bescherming van ICE te vormen. Het register biedt voorbeelden van effectieve bescherming van uit de hele wereld. Het register wordt continu uitgebreid. Nieuwe voorbeelden kunnen worden voorgelegd aan het Comite ter bescherming van het ICE. Rieks benadrukt dat het mogelijk is om zelf best practices voor te dragen. Een voorbeeld dat hij geeft is het zomerkamp voor jongeren op St. Maarten. Voor het register zie: http://www.UNESCO.org/culture/ich/doc/src/06910-EN.pdf Het UNESCO Verdrag ter Bescherming van het ICE en het Koninkrijk: Een gezamenlijk vertrekpunt
10
Capacity Building Een van de prioriteiten van UNESCO op het gebied van ICH is capaciteitsopbouw. Vanuit UNESCO is er een serie trainingen en workshops ontwikkeld om de kennis en kunde over de bescherming van ICE te vergroten. Deze trainingen hebben o.a. de volgende onderwerpen: implementatie van het verdrag, het opstellen van inventarissen met gemeenschappen en internationaal nomineren.
Opening van de workshop, eerste rij v.l.n.r. Luc Alofs, Igmar Reyes, Cornelieke de Klerk, Jimmy Oduber, Alice van Romondt, Minister van Economische Zaken, Sociale Zaken en Cultuur mevr. Michelle Hooyboer-Winklaar, Gouverneur van Aruba, dhr. Z.E. F. Refunjol, Minister van Justitie en Onderwijs dhr. Arthur Dowers.
Het UNESCO Verdrag ter Bescherming van het ICE en het Koninkrijk: Een gezamenlijk vertrekpunt
11
Stand van Zaken Presentaties
De belangrijkste doelstellingen van de workshop waren het komen tot samenwerkingsafspraken en een opzet voor het programmavoorstel voor het capacity building programma. Om deze doelen te behalen was het noodzakelijk eerst een beeld te vormen van de huidige stand van zaken op het gebied van ICE(beleid). In de ‘stand van zaken presentaties’ gaven alle delegaties een indruk van de verschillende vormen ICE aanwezig op hun (ei)land, welke activiteiten er ondernomen wordt op het gebied van ICE, waar knelpunten liggen en wat er nodig zou zijn om deze op te lossen.
Stand van zaken Nederland / Ineke Strouken
Het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed (VIE) is in Nederland de aangewezen instantie om de implementatie van het ICE Verdrag te coördineren. Tot de samenwerkingspartners behoren het Nederlands Openlucht Museum, het Meertens Instituut en het Fonds voor Cultuurparticipatie. Na de ratificatie van het ICE Verdrag in 2012, kon het VIE in navolging van het voorbereidende werk, echt aan de slag. Taken van het VIE: - kennis instituut - stimuleren van onderzoek - beheren van een interactieve website - ondersteunen van gemeenschappen - bewustwording binnen gemeenschappen stimuleren (o.a. via contact en inspiratiedagen) - promotie - bekendheid geven aan het belang van ICE aan politici en beleidmakers - input leveren voor de 6 jaarlijkse rapportage aan UNESCO Nationale Inventaris In Nederland is gekozen voor het vormen van een nationale inventaris. Het VIE is van start gegaan met de vorming van deze inventaris. De Nationale Inventaris bevat dynamische levende cultuur die wordt overgedragen van generatie op generatie. Het ICE wordt voorgedragen door de erfgoedgemeenschappen zelf, dus van onderop. Een voorwaarde voor opname in de inventaris is dat erfgoedgemeenschappen een zorgplan opstellen. Het VIE ondersteunt hen bij het vormen hiervan. Het doel van de inventaris is het zichtbaar maken van ICE wat het tot een hulpmiddel maakt voor gemeenschappen om hun ICE levend te houden. Tevens geeft het een overzicht van het aanwezige ICE en de bijbehorende gemeenschappen. Elke twee jaar doet het VIE verslag over de stand van zaken betreft de inventaris. In oktober 2012 werden de eerste drie voordrachten opgenomen op de Nationale Inventaris. Deze bestonden uit de Boxmeerse Vaart, het Bloemencorso in Zundert en de Sint-Maartensviering in Utrecht. Website De Nationale Inventaris zal digitaal toegankelijk zijn via de website. Deze website zal tevens dienen als informatie- en communicatieplatform, de zogeheten ‘binnenkant’ van de website. Het VIE benadrukt dat zowel de buiten- als de binnenkant van de website beschikbaar zijn voor alle Koninkrijksdelen. Indien gewenst zou het mogelijk zijn om een Koninkrijksinventaris te vormen. Momenteel is de website www.volkscultuur.nl, deze zal in de toekomst www.immaterieelerfgoed.nl worden. Het VIE heeft voor de Nationale Inventaris het volgende logo laten ontwerpen: De volgende fase zal voor het VIE het nadenken over de internationale voordrachtsprocedure zijn. Ineke Strouken hoopt dat de eerste voordracht van alle Koninkrijksdelen samen zal zijn.
Stand van zaken Nederland / Andrea Imhof
Elk lidstaat heeft een Nationale UNESCO Commissie. De Commissie vormt de schakel tussen UNESCO, het Nederlandse professionele veld en de Nederlandse overheid. Wereldwijd zijn er bijna tweehonderd Nationale Commissies. UNESCO is de enige Het UNESCO Verdrag ter Bescherming van het ICE en het Koninkrijk: Een gezamenlijk vertrekpunt
12
organisatie van de Verenigde Naties die zo’n netwerk heeft. De Nederlandse Commissie bestaat uit elf leden die elk deskundig zijn op een werkterrein van UNESCO en een bureau met zeven medewerkers dat onder verantwoordelijkheid van de Algemeen Secretaris belast is met de dagelijkse werkzaamheden en het opstellen en uitvoeren van het werkprogramma van de Commissie. De commissie heeft de volgende functies in betrekking tot het ICE Verdrag: 1. 2. 3. 4. 5.
Zichtbaar maken van wat er gebeurt op gebied van immaterieel erfgoed (het zichtbaar maken van het werk van UNESCO (via hun website www.UNESCO.nl, betekenis van het verdrag vertalen en bruikbaar maken, beantwoorden van vragen vanuit de media (radio, t.v), verbanden leggen met Parijs) Informatie geven en vragen beantwoorden over inventaris, internationale normering, meedenken, uitleggen en uitwerken, uitleggen van verdragen verbanden leggen musea / andere instellingen (hoe een programma te maken voor bijv. de rol van ICE binnen musea tijdens een crisissituatie) Linken met het veld (uitleggen van het verdrag) Advisering naar de Nederlandse overheid toe (gevraagd en ongevraagd)
Stand van zaken Nederland / Michelle Jacobs
Het Fonds voor Cultuurparticipatie is een fonds van de Rijksoverheid voor het ondersteunen van vernieuwende initiatieven die actieve deelname aan cultuur in vrije tijd teweegbrengen. Het fonds wil een brug vormen tussen cultuur en samenleving. Zelfwerkzaamheid is een voorwaarde om in aanmerking te komen voor deze vorm van subsidie. Het gaat om actieve participatie, het zelf doen, zelf beoefenen. Naar aanleiding van de ratificatie van het ICE Verdrag heeft het fonds een nieuw programma voor erfgoedparticipatie en immaterieel erfgoed. In dit programma worden voorbeeldprojecten ondersteund waarin het ICE levend wordt gehouden en de betrokkenheid van vrijwilligers wordt gestimuleerd. Het thema voor het jaar 2013 is ‘ambachten’. Het fonds heeft het doel gesteld een aantal kleinschalige ambacht gerelateerde projecten in het Caribisch gebied financieel te ondersteunen. Het fonds biedt ondersteuning aan kleine organisaties die ICE levend houden met minimaal 2 fulltime krachten. Hoogte van subsidiebedrag ligt tussen de 3000 en 5000 euro. Het fonds ondersteunt projecten die bedreigde ambachten een nieuwe dimensie geven zodat de kennis en vaardigheden over deze ambachten niet verloren gaat en overgedragen worden aan een nieuwe generatie. Criteria voor het indienen van een aanvraag zijn:
Kwaliteit: inhoudelijke kwaliteit, organisatorische kwaliteit en redelijkheid begroting Samenwerking: tussen erfgoedorganisaties onderling en/of innovatieve samenwerking met aangrenzende gebieden Effect: duurzame opbrengsten, aansluiting op doelgroep, overdraagbaarheid aanpak Wie kan aanvragen? • • •
Rechtspersonen zonder winstoogmerk met een culturele doelstelling Geen bv’s of individuele personen Geen overheidsorganen
Aanvraagprocedure • • • • •
Eerst contact opnemen met het fonds via mail/telefoon/skype Inlogcode aanvragen Digitaal aanvraag indienen via www.cultuurparticipatie.nl Aanvraagformulier, begroting en projectplan Volgende indiendatum: 15 september 2013 Het UNESCO Verdrag ter Bescherming van het ICE en het Koninkrijk: Een gezamenlijk vertrekpunt
13
Aanvragen bestaande uit een begroting en beschrijving van een project kunnen opgestuurd worden via cultuurparticipatie.nl. Aanvragen moeten voor 15 september 2013 ingediend worden.
Wat ondersteunen het Fonds voor Cultuurparticipatie niet? • • • • • • •
Ambachten alleen als professie Opleidingen in het (mbo/hbo-) beroepsonderwijs Projecten met alleen een individueel belang Projecten die alleen zijn gericht op beeld- of geluidregistraties Investeringen in bedrijfsmiddelen of bouwkundige voorzieningen Overwegend receptieve activiteiten en journalistieke activiteiten Aanvragen die horen bij de reguliere taak van de aanvrager en reguliere exploitatiekosten
Voorbeelden van projecten zijn: - Surinam Women Foundation Bijlmeer (Surinaamse vrouwen die hun tradities doorgeven) - B’Lowlands, Glass Foundation ( jongeren die van ouderen het ambacht van glasblazen leren)
Discussie
Naar aanleiding van de stand van zaken presentatie van Nederland vindt er een discussie plaats over de procedures van internationale nominatie. Ieder land mag per jaar maar drie voordrachten doen voor de Representatieve Lijst. De vraag rijst of Nederland namens het hele Koninkrijk en Caribisch Nederland zal voordragen, of dat er aparte procedures van toepassing zijn voor Aruba, Curaçao en St. Maarten. En, ongeacht de procedurevorm, hoe selectie zal plaatsvinden. Alle delegaties, met in het bijzonder Curaçao, laten blijken hier inspraak op te willen hebben. Ineke Strouken legt uit dat er nog veel onduidelijk is op het gebied van internationaal nomineren. Zij geeft aan de minister hier nog over moet beslissen, ook of er zal worden overgegaan tot internationaal nomineren. Hierop wordt de vraag gesteld waarom de minister hier over beslist. Andrea Imhof laat weten dat de minister niet alleen beslist, maar dat dergelijke beslissingen worden genomen in de Rijksministerraad waarin minister van alle landen binnen het Koninkrijk vertegenwoordigd zijn. Ineke Strouken geeft aan dat er hierover en betreft de verdere procedures behoefte is aan input vanuit de (ei)landen. Juist omdat nog niet alles is vastgesteld is hier ruimte voor. Wat duidelijk is en ook door Fernando Brugman onderstreept wordt is dat het duidelijk dat de Nederlandse staat uiteindelijk de voordrachten moet indienen. Wat betreft de andere onduidelijkheden zal Ineke Strouken navraag doen bij OCW over de huidige stand van zaken. Een ander onderwerp dat Liliane de Geus (Bonaire) ter sprake brengt is de functie van de Nederlandse Nationale UNESCO Commissie m.b.t. St. Eustatius, Saba, en Bonaire. De vraag is hoe dit werkt? Wie hiermee belast is in Nederland? Andrea Imhof (Natcom NL) laat weten dat de Nationale Commissie is opgericht middels een Koninklijk Besluit. Dit Koninklijk Besluit moest na 10-10-10 herzien worden. Dat is nog niet gebeurd, dus is er formeel ligt nog niets vast. Informeel kunnen wel afspraken gemaakt worden. Andrea Imhof heeft aan OCW laten weten dat gewacht wordt op herzieningen van het Koninklijk Besluit van de Nationale UNESCO Commissie. Buiten het programma werd in een informeel gesprek de positie van Bonaire, Saba en St. Eustatius als bijzondere gemeentes besproken. Hieruit bleek dat de situatie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba niet te vergelijken is met de gemeenten in Nederland en hiervoor een specifieke aanpak nodig is. Het culturele veld en de erfgoedgemeenschappen zijn er anders georganiseerd. Daarbij is de fysieke en mentale afstand voor een erfgoedgemeenschap te groot om zich rechtstreeks te melden bij het (VIE) met hun immaterieel erfgoed. Op ieder eiland zou een coördinerend contactpersoon moeten zijn. De aanwezige vertegenwoordigers bij de workshop hebben deze taak (nog) niet formeel in hun takenpakket. Met de ratificatie heeft het Koninkrijk der Nederlanden de verplichting om het immaterieel erfgoed op haar gehele grondgebied te inventariseren. Daarom zijn we er gezamenlijk (vertegenwoordigers op de eilanden, VIE, OCW en de Nederlandse Nationale UNESCO Commissie) verantwoordelijk voor dat dit ook gebeurt op Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Het UNESCO Verdrag ter Bescherming van het ICE en het Koninkrijk: Een gezamenlijk vertrekpunt
14
Hoe dit kan worden ingevuld zal binnenkort worden besproken met OCW (Directie Cultureel Erfgoed). De uitkomsten hiervan worden gecommuniceerd met de eilanden. De vertegenwoordigers van Bonaire en Sint Eustatius hebben aangegeven de voorkeur te geven aan een schriftelijke intentieverklaring waarin wordt uitgelegd hoe de samenwerking concreet vorm krijgt en hoe de rollen en taken en financiën verdeeld worden (bron: verslag Andrea Imhof).
Stand van Zaken Saba / James Wilson
Allereerst wordt de taal genoemd. Saba’s vernacular, er worden voorbeelden gegeven van typische uitdrukkingen en taalgebruik op Saba (I goes, she goes). Vervolgens geeft James Wilson een beeld van verschillende types ICE variërend van Folk remedies and medicine, stories, tales and written traditions, begrafenisrituelen zoals het begraven van dierbaren in de tuin. Tot ambachten zoals Saba kantwerk een ambacht dat ongeveer 130/140 jaar oud is, het weven van rieten hoeden en manden, het maken van de likeur Saba Spice, de keuken van Saba (Johnny cakes). Alsmede carnaval, Saba day en meipaal dansen. Er is ook veel ICE verdwenen zoals ICE gerelateerd aan landbouw, het maken van boten, navigatie op zee en traditionele dansvormen. James Wilson geeft aan dat er momenteel geen organisaties actief zijn op het gebied van ICE. Hiernaast is er ook geen (overheids)beleid. Maar er is zowel vanuit overheid als bij private organisaties (Saba Lace Ladies en muziekband ‘The Occasionals’) interesse is om dit op te pakken. Bedreigingen: - Er is momenteel geen (overheids)beleid op het gebied van ICE - Er is een gebrek aan bekwame trainers om ouderen te trainen kennis en tradities over te dragen op jongeren - De culturele invloed van buiten Saba is groot (bijv. Halloween)
Stand van Zaken St. Eustatius / Walter Hellebrand
Walter Hellebrand geeft aan dat er 4000 mensen wonen op St. Eustatius, dat rond 1750 het rijkste eiland van het Caribisch gebied was. Veel culturele invloed is gekomen vanuit St. Kitts, het eiland dat dicht bij St. Eustatius ligt. Vervolgens geeft Walter Hellebrand een overzicht van verschillende culturele expressies en ambachten. Sommigen worden nog steeds in praktijk gebracht zoals speciale steenovens en de bijbehorende typische manier van brood bakken (johnny cakes en hard cakes) die gepaard gaat met sociale gebruiken, of het maken van Blyden een likeur van catcusvruchten. Andere zijn veranderd met de tijd, zoals het langs de deuren gaan van Christmas Carolers, dit wordt nu gedaan door de Kily kily band, en Kits kleine sketches die worden opgevoerd op Statia day. Deze waren eerst meer persoonlijk van karakter, nu betreft het vooral sociaal commentaar. Sommige vormen van ICE zijn verdwenen zoals Negah business een oudjaarstraditie waarbij per familie een voordracht werd gegeven over het jaar dat ten einde is. Er zijn een aantal organisaties die zich bezig houden met ICE op Statia, dit zijn de Simon Doncker Club, Aloei dancers, Berkel Family museum, Tourism fund en de bibliotheek. Knelpunten: - Continuïteit, doorgeven van kennis en kunde - Het bereiken van jongeren - Overheidssteun - Bewustzijn van het belang (voor identiteit) - Bewustzijn van relevantie (immigratie) Mogelijke oplossingen: - het ontwikkelen van een overlappende strategie - samenwerking tussen de jonge en oudere generatie bewerkstelligen - economische waarde integreren in het geheel (toerisme) - overheidssteun
Het UNESCO Verdrag ter Bescherming van het ICE en het Koninkrijk: Een gezamenlijk vertrekpunt
15
Stand van zaken Curaçao / Richenel Ansano
Herensia Kultural intangibel De Nationale UNESCO Commissie van Curaçao heeft samen met partners het initiatief voor een inventarisatie genomen. Hierbij is geen duidelijk onderscheid tussen materieel en immaterieel gemaakt: ‘All heritage is intangible and all heritage is tangible’. De Curaçaose organisatie NAAM (National Archeological – Anthropological Memory Management) legt een duidelijke link tussen archeologie en immaterieel erfgoed. Ze onderscheiden drie perioden met betrekking tot immaterieel erfgoed in Curaçao: indigenous people, koloniale tijd en huidige status. Richenel Ansano benadrukt het belang aandacht te besteden aan alle vormen van capacity building. Een risicofactor is het gebrek aan kennis van de mechanismen van het verdrag en het gebrek aan middelen om hiermee om te gaan. Richenel Ansano pleit voor een integrale benadering. Wat betreft de definitie van erfgoed; materieel en immaterieel zijn volgens hem niet van elkaar los te koppelen. Maar ook is het ICE Verdrag niet los te koppelen van het UNESCO Verdrag ter Bescherming van de Diversiteit en Bevordering van Culturele Expressies. Wat opnieuw aansluit bij de uitgangspunten voor duurzame ontwikkeling van het ‘Small Islands Development framework’. Er moet worden opgehelderd welke instanties welke taken hebben. Tevens dient er wetgeving te worden ontwikkeld. Hierbij is het ontbreken van politieke wil een risico, ondanks de sterke positie van civil society in de culturele sector. Een ander gevoelig thema is ras en diversiteit, hierbij moet worden gewaakt voor uitsluiting. Andere aandachtspunten zijn het gedeelde erfgoed met de regio, dus ook buiten het Koninkrijk. Op dit gebied, en in algemeen, is het verrichten van onderzoek noodzakelijk. Bij dit alles dient de erfgoeddrager centraal te staan en gerespecteerd te worden. Richenel Ansano geeft aan dat er meer dan 100 culturele groepen, rond de 30 etnische organisaties en ongeveer 1000 centra van montamento op Curaçao zijn. Er heeft al een grootscheepse inventarisatie plaatsgevonden over ICE en wat er zou moeten worden gedaan onder zo’n 400 tot 500 mensen op Curaçao. Dit heeft geleid tot een brochure en een lespakket voor scholen over ICE waarvan de inhoud ‘bottom up’ tot stand is gekomen.
Stand van Zaken Bonaire / Lilian de Geus en Boi Antoin
Patrimonio Intangibel Liliane de Geus vertelt dat sinds 10-10-10 het gevoel is ontstaan dat de culturele identiteit van Bonaire verloren gaat. Bonaire heeft vele vormen van ICE maar er is actie nodig om dit te beschermen. Hierbij is documentatie heel belangrijk. Tevens moeten regionale contacten onderstreept worden om zo een context om gezamenlijk evenementen te organiseren te creëren. UNESCO kan hierbij een belangrijke rol spelen. Verder heeft Bonaire recentelijk een cultuurbeleidsplan ontwikkeld, Liliane de Geus geeft aan dat dit zal worden toegestuurd. Boi Antoin bespreekt de verschillende vormen van ICE zoals Fiesta Kultural, Maskarada, Simandan, Dia di Rincon(30/4), San Juan & San Pedro, Barí. Muziekinstrumenten: Beku-Bamba, Marimba, Karko, zag. Weganan di antes: Marónt. Kuminda: Kuku, Yorki, Kadushi. Arkeologia: pintura di indjan, Kas di Bara. Konstrukson di barku. Trahamentu: Kose trankera, Chi Ku Cha, Kima karbon, kima kaiki, Sambarku (schoeisel), Barí, Pali lele i di funchi, Fishi: halado, skirbi kolibri. Kustumber: Batisamen di popchi. In het beeldmateriaal dat Bonaire toont zijn fragmenten te zien van culturele expressies zoals de bereiding van cactus soep, vuurdans, kuku, kalko (supla), maskarada, batisa popchi, juice di tamarein, curado, zag, kima kalki. Het beeldmateriaal is onderdeel van zo’n 700 televisieprogramma’s die (door Boi Antoin) zijn gemaakt van vormen van ICE. Deze kunnen bekeken worden via www. bonaire.tv en www.bonairefamily.com Knel- en aandachtspunten: De delegatie van Bonaire legt de nadruk op het belang van documentatie. Samenwerking en het zoeken naar gemeenschappelijkheid binnen de regio wordt onderstreept.
Het UNESCO Verdrag ter Bescherming van het ICE en het Koninkrijk: Een gezamenlijk vertrekpunt
16
16-04-2013 Stand van Zaken St. Maarten / Mélanie Choisy
Sint Maarten heeft net een Nationale UNESCO Commissie opgericht. Deze zal zich in eerste instantie richten op immaterieel erfgoed en medegelding voor het verdrag proberen te bewerkstelligen. Daarvoor is het belangrijk dat regelgeving wordt aangepast en gemeenschappen bewust worden gemaakt van de waarde van hun immaterieel erfgoed. Voor Sint Maarten geldt dat gemeenschappen en erfgoed niet stoppen bij de grens met het Franse deel. Er is veel ICH op St Maarten, maar dit wordt bedreigd door de snelle ontwikkeling van het eiland. Sint Maarten benoemt de volgende elementen als ICE: - oude ambachten ( bijv. lobster fishing) - traditionele dans (Ponum, dateert uit de 19 de eeuw) - muziek instrumenten (steelpan, stringpan) - traditionele muziek, - liederen, craftmanship, dance, cooking, - traditionele geneeswijzen (herbal medicine) - orale geschiedenis ( oral history) - traditionele (gebruiks) voorwerpen ( Yaya Richards personal museum) - eten bereid op de traditionele wijze - taal ( Sint Maarten talk) Knelpunten: - ontbreken van wettelijke regelgeving - weinig is gedocumenteerd - niet voldoende gemeenschapsbewustzijn en ondersteuning - ontbreken van technische ondersteuning ( o.a workshops, cursussen) Oplossingen : - de jeugd betrekken bij ICE (Facebook als middel) en op een manier brengen die de jeugd aanspreekt - uitwisselen van ervaringen - samenwerken met National Museum en openbare lokale bibliotheek
Stand van Zaken Aruba / Luc Alofs
ICE-kappen op de evenaar: Erfgoed en gemeenschap op Aruba Het afgelopen half jaar heeft op verzoek van Minister van Economische Zaken, Sociale Zaken en Cultuur Mevr. Michelle Hooyboer-Winklaar een werkgroep van verschillende stakeholders op het gebied van ICE een beleidsadvies gegeven voor de implementatie van het ICE Verdrag. De inhoud van het advies kwam overeen met de operationele richtlijnen van het verdrag om de implementatie bij ver de politiek, en dicht bij de erfgoedgemeenschappen te plaatsen. Dit advies heeft de minister overgenomen. Er wordt een stichting ‘Immaterieel Erfgoed’ opgericht die verantwoordelijk zal zijn voor de implementatie van het Verdrag. Dit betreft onder andere het toetsen van de aanvragen voor plaatsing op de inventaris door de adviesraad waarin de verschillende stakeholders binnen de Arubaanse samenleving gerepresenteerd zijn. Tevens is er een Nationale Coördinator Immaterieel Erfgoed aangesteld die een direct aanspreekpunt zal zijn voor de gemeenschappen en hen zal ondersteunen bij de bescherming van hun ICE. De Nationale Coördinator ICE zal met het oog op toegankelijkheid gevestigd zijn in de nationale bibliotheek, locatie Arubiana. Uiteraard zal ondanks de afstand van de politiek het contact met overheid, zoals de directie Cultuur, goed onderhouden worden door middel van samenwerkingsafspraken. Kortom, we zijn klaar voor de start. De op te stellen inventaris wordt nu al gezien als een ‘culturele schatkist’.
Het UNESCO Verdrag ter Bescherming van het ICE en het Koninkrijk: Een gezamenlijk vertrekpunt
17
Bedreigd of alleen maar bezorgd? Hierbij gaat Luc Alofs in op de dynamiek op het eiland met als punten ICE en globalisering: bezorgdheid over identiteit en culturele verandering 1. Migratie, Massamedia en Materialisme spelen een grote rol in deze verandering 2. Taal, traditie en mentaliteit. Kreten die je vaak hoort zijn: ta bay atras 3. Cultuur en toerisme: een erf(goed)zonde? Er is bezorgdheid over het behoud van het eigene 4. Bentana Habri of reclaiming identity? We gaan het eigene houden met de ramen open Reclaimen van tradities (binnen globalisatieontwikkelingen): Levend erfgoed en de gemeenschap: Dera gai, remedinan di tera, tambu, miniatuurboten, nieuwjaarsserenade (Dande festival). Maar ook Club Bonaire: Simandan, Surinaamse gemeenschap: Keti koti, San Nicolas: steelpan, calypso, New China Cooperative Association: Drakendans.
ICE en (overheids)beleid
Veel voorbereidend werk is gedaan voordat het verdrag er kwam. Voorbeelden van initiatieven en projecten zijn: • Directie Cultuur Aruba: Expedicion Rescate • UNESCO National Commission: Heritage Guide • BNA: nationaal depot; collectie Booy / Tromp • Archivo National Aruba: expo’s en kalenders • Directie Onderwijs: eindkwalificaties • Min van Economische Zaken: Kwaliteitskeurmerk • Aruba Tourist Authorities: Certification Program • Happy Community / Bo Bario ICE & NGO- beleid en praktijk: Op Aruba is er naast de nieuwe Stichting ICE een samenwerkingverband tussen een aantal overheidsinstanties inzake ICE. Voorbeelden hiervan zijn: Unoca (bemiddeling cultuur en onderzoek) (Unoca belangrijk voor erfgoed), CEDE (welzijn en educatie), ATHA (jeugdzorg). Bon Bini festival: folklore, Muziek- en dansscholen: cross-over, Museo Historico: Fort Zoutman / Community museum. Knelpunten: 1. Erfgoed zonder gemeenschap? Ocho dia 2. Gemeenschappen zonder erfgoed? Wie zijn de dragers? Op zoek naar de gemeenschap. Daar moeten we op Aruba op letten. Zullen gemeenschappen bereid zijn expressies op die lijst te zetten. Niet wachten op aanmeldingen, actief benaderen. 3. Wegstervend vakmanschap: caha di orgel, trankeer/tranchi verdwijnt door moderne cementconstructies. 4. Living global folklore: van tattoo tot gaita. Hier moet discussie over gevoerd worden op het eiland. 5. Klein en groot erfgoed: paga lomba, sam Oplossingen: Identificatie met ‘bahul’(schatkist): hoe meer burgers hier aan kunnen bijdragen en zich hiermee identificeren hoe beter. Hiervoor moeten we het onderwijs in, onderzoek, erfgoed en toerisme met elkaar verbinden. Met het oog op een gezamenlijke toekomst: binnen de (ei)landen samen optrekken, stimuleren tot efficiëntere samenwerking, het doen herleven van tradities. Er zijn binnen de 6 (ei)landen elementen die onderling gedeeld kunnen worden en elementen die specifiek zijn voor een bepaald gebied. Binnen de regio zijn er al acties ondernomen, deze met elkaar verbinden en hierbij het grote geheel onder de aandacht blijven houden.
Toelichting Capacity Building Programma / Fernando Brugman
Fernando Brugman, cultuurspecialist van het UNESCO regiokantoor in Havana introduceert zichzelf en geeft toelichting over het aankomende capacity building programma. Het UNESCO Verdrag ter Bescherming van het ICE en het Koninkrijk: Een gezamenlijk vertrekpunt
18
Afgelopen december is tijdens de bijeenkomst van het Comité ter Bescherming van het ICE in Parijs het voorstel van Nederland om een bijdrage te leveren aan het ICE Fonds goedgekeurd. Het Fonds is een van de instrumenten van het ICE verdrag waaraan lidstaten al dan niet met een specifiek doel een bijdrage kunnen doneren. Het geld dat Nederland heeft gedoneerd aan het Fonds is bestemd voor een capaciteitsopbouwprogramma in het Nederlands Caribisch gebied en Suriname en sluit hiermee aan bij de globale strategie van het Fonds capaciteitsopbouw te stimuleren. Het capaciteitsopbouw programma biedt de middelen om de samenwerking op het gebied van de bescherming van ICE voor de komende twee jaar te concretiseren. De workshop biedt de gelegenheid om de prioriteiten en gewenste activiteiten te identificeren en te komen tot een breed gedragen voorstel. Fernando Brugman gaf aan welke input nodig is om te komen tot een programmavoorstel. Na afloop heeft hij onderstaande vragen per mail naar alle deelnemers gestuurd: 1. What is the state of safeguarding ICH? Could you name some examples and possible threats? 2. What governmental and nongovernmental institutions, as well as individuals and informal local associations contribute to safeguard ICH and raise awareness about the importance of its safeguarding? 3. What other resources are already available to help safeguarding ICH? 4. What are the additional needs to ensure safeguarding (=viability of ICH; = continuous recreation and transmission) 5. How is youth involved in safeguarding ICH? 6. What kind of capacity-building is needed? Who should be the beneficiaries? 7. Should a local consultation take place, involving all stakeholders, which would allow sharing the information on the Convention and the project? 8. Who will be the contact person for the implementation of the activities, and who will be the other persons directly involved? Deze input verwerkt Fernando Brugman in een conceptvoorstel. Dit concept zal worden besproken met het regionaal UNESCO kantoor in Kingston waar alle (ei)landen toe behoren met uitzondering van Aruba en het regionaal UNESCO kantoor in Havana waar Aruba onder valt. Na goedkeuring en informering van de deelnemers zal het voorstel worden ingediend in Parijs. Het geld dat Nederland gedoneerd heeft aan het ICE Fonds is ook bestemd voor Suriname. De situatie in Suriname is echter zo specifiek dat er afzonderlijk gekeken zal worden naar een voorstel betreft Suriname. Vanwege deze reden was er ook geen Surinaamse delegatie aanwezig.
Deelworkshop: Alle begin is moeilijk
Het opzetten van een structuur voor immaterieel erfgoed/ Ineke Strouken Ineke Strouken begint met een mededeling van het ministerie OCW. Andrea heeft gisteren de hoe de procedure voor internationale nominaties eruit gaat zien aan het ministerie van OCW voorgelegd. Ineke Strouken legt uit dat de lijn waarlangs OCW wil opereren zal dat in overleg met de (ei)landen zal worden besloten of over zal worden gegaan op internationaal nomineren. Wanneer de minister en alle (ei)landen positief staan tegenover internationaal nomineren zal een advies over de procedures ook worden besproken. Hoe dit proces precies zal verlopen is nog niet duidelijk. Ineke Strouken vervolgt door te laten weten dat zij onder de indruk van hoeveel werk er al is gedaan en hoopt op een goede samenwerking op gelijke basis met uitwisseling van ervaringen en gedachten. Het opzetten van een structuur voor immaterieel erfgoed Het VIE is begonnen met de organisatie van het ‘Jaar van de Tradities’. Gedurende dit jaar werd aan het publiek gevraagd hun belangrijkste tradities door te geven, dit heeft een schat aan informatie opgeleverd. Tevens heeft het VIE op verzoek van OCW een plan van aanpak geschreven, zijn zij gestart met de opzet van een loketfunctie en hebben zij geprobeerd zo veel mogelijk publiciteit te genereren. Eveneens hebben zij criteria voor plaatsing op de Nationale Inventaris opgesteld. Deze bestaan uit:
Het UNESCO Verdrag ter Bescherming van het ICE en het Koninkrijk: Een gezamenlijk vertrekpunt
19
1. 2. 3. 4. 5.
Is het cultuur die wordt doorgegeven van generatie op generatie ? (Waar ligt de verantwoordelijkheid?) Is het levende cultuur? (voorbeeld van gilden) Vraagt de goede gemeenschap de plaatsing aan? (Belangrijk. Erg mee uitkijken. Want het kan gebeuren dat mensen iets claimen, of dat er vanuit commercieel belang gehandeld wordt. Het is een grijs gebied, daarom per geval bekijken.) Wil deze gemeenschap de erfgoedzorg op zich nemen? Voldoet het erfgoedzorgplan?
Voor plaatsing op de nationale inventaris is er een procedure, deze bestaat uit de volgende stappen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Een gemeenschap moet een informatiedag bijwonen VIE controleert of aan de criteria voldaan is De gemeenschap zet met hulp van consulenten de erfgoedzorg op Als het erfgoedzorgplan in orde is, geeft de directeur van VIE voorlopig akkoord Dan gaat de voordracht naar de Toetsingscommissie Als de Toetsingscommissie akkoord gaat, dan wordt het element op de Nationale Inventaris geplaatst Elke twee jaar doet een gemeenschap verslag van de vorderingen
Wie neemt de beslissing om een element op de Nationale Inventaris te plaatsen? 1. 2. 3. 4. 5. 6.
De gemeenschap beslist zelf of ze hun traditie op de Nationale Inventaris willen plaatsten of niet De directeur VIE neemt een voorlopig besluit De Toetsingscommissie toetst het besluit van het VIE en kijkt of het erfgoedplan in orde is De gemeenschap kan bij de Toetsingscommissie in beroep gaan tegen een negatief besluit van het VIE Het bestuur van het VIE bekrachtigt het besluit van de Toetsingscommissie Element wordt op de Nationale Inventaris geplaatst
Toetsingscommissie: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
De commissie bestaat uit 7 tot 9 personen De commissie is een afspiegeling van de Nederlandse samenleving Er zijn kwaliteitszetels voor het Meertens Instituut en de sector Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed De commissie komt minimaal vier keer per jaar bij elkaar De commissie toetst de besluiten van het VIE over al dan niet plaatsing op de Nationale Inventaris en behandelt de bezwaren tegen het negatief besluit van het VIE De commissie denkt mee bij de problemen waar wij tegen aan lopen
Ondersteunen van de gemeenschappen door: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
hulp bij het opstellen van het erfgoedzorgplan te bieden onderzoek te doen of te stimuleren inspiratie- en contactdagen voor de gemeenschappen te organiseren experts uit te nodigen om problemen onder het licht te leggen en samen oplossingen te verzinnen beleidsmakers, politici en verwante organisaties te stimuleren om steun te bieden landelijke erfgoedzorg op te zetten publiciteitscampagnes te ontwikkelen
Het UNESCO Verdrag ter Bescherming van het ICE en het Koninkrijk: Een gezamenlijk vertrekpunt
20
Publiciteit: 1. 2. 3. 4.
Nederland bewust maken van het belang van ICE (Streven is dat in 2016 iedereen in NL weten hoe belangrijk dit is) het ICE zichtbaar maken jongere generaties betrekken bij immaterieel erfgoed beleidsmakers en politici stimuleren beleid te maken
Hoe pakken wij dat aan? 1. 2. 3. 4. 5.
het organiseren van grote themajaren publiciteit van onderop te genereren een element bij plaatsing op de Nationale Inventaris in het zonnetje te plaatsen educatiemateriaal te ontwikkelen voorlichting te geven
Met dit plan van aanpak wil het VIE de komende vier jaar een solide fundament voor ICE bouwen. Dit is werk in wording. Jaarlijks evalueert het VIE met alle betrokken groepen en het ministerie of de stappen effectief zijn. Wanneer blijkt dat iets niet werkt kunnen deze veranderd worden.
Deelworkshop: Toerisme, Bedreiging of kans? / Albert van der Zeijden
Albert van der Zeijden geeft aan een algemene lezing over ICE en toerisme te houden maar Aruba als voorbeeld zal nemen. Hij hoopt van gedachten te kunnen wisselen en uit te lichten hoe UNESCO tegenover toerisme staat, volgens Albert van der Zeijden is deze ambivalent. Albert van der Zeijden schetst een beeld van zijn kennismaking met Aruba en toerisme. Hierin benadrukt hij de nadruk die er ligt op commercie en dat folklore en tradities ten bate hiervan worden ingezet. Een risico hiervan is dat Aruba in een openluchtmuseum verandert dat alleen interessant is voor toeristen. Tevens wijst hij op de eenzijdige presentatie van Arubaanse cultuur als feestcultuur. Hij concludeert dat niet al het ICE zich leent voor toeristisch vermaak en hiertegen beschermd moet worden. UNESCO is hier voorzichtig over. Het moet niet gaan over presentaties voor toeristen maar moet levende cultuur zijn. Commercialisering moet vermeden worden. In de operationele richtlijnen zijn hier waarschuwende opmerkingen over opgenomen (art. 102 en 103).
Hoe pak je het dan aan?
De publicatie “Tourism and Intangible Cultural Heritage” (interviews met mensen uit het veld en alle sectoren plus conclusies) geeft zinvolle aanbevelingen waaronder: het centraal stellen van erfgoedgemeenschappen, speciale gidsen trainen, strategische partners zoeken, grenzen stellen aan de mate waarin ICE kan/mag veranderen. In andere woorden zorg dat je erfgoed z’n integriteit en authenticiteit behoudt en maak er geen toneelstukje van. Een andere mogelijk is een SWOT Analyse van je traditie te maken. Wat zijn de sterke en zwakke kanten? Hoe kan toerisme je helpen? Welke potentie heeft jouw traditie, wat kan je aanbieden? Wat is bijzonder? Wie kan je aanspreken (doelgroep)? Met wie kan je samenwerken en welke attracties kan je samen ontwikkelen? Wie wil je aanspreken? Begroting en organisatie? Hoe verkrijg ik publiciteit en wat is daar het effect van? Belangrijk is dat het antwoorden op deze vragen om de zoveel tijd ook geëvalueerd worden. Albert van der Zeijden eindigt met de vraag naar de visie van de andere deelnemers. Uit het gesprek met de zaal blijkt dat de relatie tussen toerisme en ICE niet eenduidig is en per vorm van ICE de mogelijkheden en risico’s verschillend zijn. Er wordt benadrukt dat sommige vormen van ICE tijdsgebonden zijn, zoals de Dande op Aruba die alleen rond oudjaar gespeeld wordt. Indien dergelijke vormen van ICE door het hele jaar heen voor toeristen worden opgevoerd is er sprake van enscenering. Ook wordt opgemerkt dat sommige vormen van ICE zich niet lenen voor experimentatie op het gebied van toerisme, zoals ‘ocho dia’, een begrafenisritueel. Een ander risico, is wanneer Het UNESCO Verdrag ter Bescherming van het ICE en het Koninkrijk: Een gezamenlijk vertrekpunt
21
ICE nauw verbonden is met het toerisme en het voortbestaan van het ICE afhankelijk wordt van het toerisme. Wat gebeurt er met het ICE indien het slecht gaat met het toerisme? Naast deze kanttekeningen komen ook de positieve effecten van toerisme op ICE ter sprake. Zo zijn culinaire vormen ICE minder gevoelig voor enscenering. Er zijn al goede samenwerkingsvormen zoals het Tourist Product Enhancement Fund op Aruba, een fonds waar toeristen aan bijdragen waarmee het product Aruba wordt verbeterd, hierdoor worden toerisme en cultuur partners. Er wordt afgesloten met de opmerking dat het uiteindelijk de lokale bevolking is die verantwoordelijk is voor het ICE en daarmee de grootste bedreiging is voor het ICE.
Deelworkshop: Expedicion rescate / Shailiny Tromp-Lee
Expedicion Rescate is een project voor orale geschiedenis (historia oral) voortkomend uit het samenwerkingsprotocol tussen de ABC (ei)landen uit 2009. Op Aruba is het project een samenwerking tussen de Universiteit van Aruba en de Directie Cultuur. De doelen van Expedicion Rescate zijn: het versterken, verbreden en stimuleren van samenwerking en verbondenheid en uitwisseling van informatie over alle aspecten van cultuur tussen de ABC-(ei)landen. Tevens wil het project een bijdrage leveren aan de bewustwording en vorming van de bevolking van de (ei)landen d.m.v. concrete projecten, zodat zij hun erfgoed en nationaal eigendom kunnen beschermen in eventuele nieuwe situaties en het (gezamenlijk) ontwikkelen van culturele projecten. Er is een actieplan ontwikkeld waarin na verschillende brainstormsessies een themalijst is samengesteld met onderzoeksthema’s, is opgenomen. Deze onderzoeksthema’s zijn: Historia di Bario di Sabana Grandi (De geschiedenis van de buurt van Sabana Grandi), Historia di Famia Babijn (De geschiedenis van de familie Babijn), Historia di Piedra Seco (De geschiedenis van constructie met gesteente op Aruba), Historia di Tradicion Musical di Fin di Aña (De geschiedenis van de muzikale traditie aan het eind van het jaar), Sitionan Natural di Aruba (Inventarisatie van natuurlijke plaatsen op Aruba). In een fotoverslag worden de voorlopige resultaten weergegeven. De resultaten van het project zijn verkregen door vrijwilligers die trainingen hebben gekregen hoe orale geschiedenis te documenteren. Naar aanleiding van de orale geschiedenis trainingen wordt in het Papiaments een Handleiding Orale Geschiedenis Methodologie gepubliceerd in juni 2013. Tot slot worden de knelpunten en sterkte kanten genoemd. Deze bestaan uit: vertraging door de vrijwillige benadering, onbekendheid van de orale geschiedenis methode, tekort aan gespecialiseerde mankrachten, tekort aan vrijwilligers, gebrek aan equipement en software programma’s en de grote sterfte aantal onder ouderen en ‘key persons’. Sterkte kanten van het project zijn Partnership tussen DCA en UA, en met andere stakeholders lokaal en op Curaçao, het creëren van een beginsituatie door het werken met vrijwilligers, het creëren van een databank, het verzamelen van onbekende maar belangrijke informatie en een professionele benadering. De korte en lange termijn plannen van het project zijn gericht op afronding van de huidige en uitbreiding van de onderzoeksthema’s. Hiernaast zal er gewerkt worden aan het vergroten van de digitale toegankelijkheid van de onderzoeksgegevens.
Programmavoorstel / Fernando Brugman
Fernando Brugman herhaalt hoe het capacity building programma voor het Nederlands Caribisch gebied tot stand is gekomen. Hij geeft aan dat capactiy building voor UNESCO de hoogste prioriteit heeft bij de implementatie van het ICE verdrag. De effectieve implementatie van het verdrag is afhankelijk van de kennis van het verdrag en de uitgangspunten, het mechanisme en de hieruit voortkomende maatregelen. Vanwege deze reden heeft UNESCO een wereldomvattende capacity buildingstrategie ontwikkeld dat gecoördineerd wordt door de UNESCO ICE Sectie in samenwerking met de veldkantoren en lidstaten. Nederland heeft via het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap, Directie Cultureel Erfgoed, hier een financiële bijdrage aan geleverd door geld te doneren aan het ICE Fonds dat is bestemd voor capacitybuiding in het Nederlands Caribisch gebied en Suriname. De workshop is mede georganiseerd om gezamenlijk tot een conceptvoorstel voor dit capacity buildingprogramma te komen. Fernando Brugman benadrukt dat hierbij de input van alle deelnemers van groot belang is. Waar is behoefte aan? Hoe is men van plan de duurzaamheid van de investering (want het programma kost veel geld) te garanderen? Wat is hiervoor nodig? Wat is de visie betreft de te vormen inventaris(sen)? Hoe wil men jongeren betrekken? Hoe ziet men de rol van Nederland en Suriname voor zich binnen het programma? Bovenal, hoe ziet Het UNESCO Verdrag ter Bescherming van het ICE en het Koninkrijk: Een gezamenlijk vertrekpunt
22
men de samenwerkingsverbanden onderling en in de regio? Al deze vragen zijn van invloed op de vormgeving van het programmavoorstel. Naar aanleiding van de vraag hoe capacity building er concreet uitziet legt Fernando Brugman uit dat UNESCO drie trainingen heeft ontwikkeld met de thema’s: implementatie van het ICE Verdrag op nationaal niveau, gemeenschapsgebaseerd inventariseren en de voorbereiding van internationale nominaties. Deze trainingen kunnen worden aangepast aan de situatie per (ei)land. De trainingen worden gegeven door professionele trainers. Sommige trainingen zijn zeer intensief. De workshop over het samenstellen van een inventaris duurt bijvoorbeeld 10 dagen. In deze tien dagen wordt veel materiaal behandeld dat direct wordt toegepast in de praktijk. De mensen die participeren in een workshop hebben hier veel aan zullen getraind worden dit ook over te dragen. Het geheel aan activiteiten op de verschillende (ei)landen zal plaatsvinden over een periode van twee jaar. Wanneer het programma van start gaat is afhankelijk van hoe snel het conceptvoorstel rond is, het uiteindelijke voorstel kan worden ingediend en de tijd die in Parijs nodig is om het voorstel te beoordelen. Fernando benadrukt het financiële aspect van het programma gedekt is door middel van de Nederlandse bijdrage. De eveneens cruciale bijdrage van de (ei)landen zal bestaan uit tijd en inzet.
Lunch time (Clara Reyes)
V.l.n.r. Jimmy Oduber, Alice van Romondt, Fernando Brugman, Cornelieke de Klerk, Rieks Smeets Het UNESCO Verdrag ter Bescherming van het ICE en het Koninkrijk: Een gezamenlijk vertrekpunt
23
17-04- 2013 Presentatie documentaire: ‘Backyard medicine. In Search of Aruban Healers’
Presentatie van de tweede documentaire van de Stichting Filmtent ‘A twenty mile walk’ over vormen van ICE op Aruba. In deze documentaire wordt aandacht besteed aan toepassing van lokale geneeskrachtige kruiden en planten op Aruba. Het aantal mensen die kennis bezit en in praktijk toepast verdwijnt in hoog tempo.
Deelworkshop: Immaterieel erfgoed ‘In the picture’ en Jongeren & ICE / Ilona Rozenboom in samenwerking met Natalia Maduro, Ginuervel Roach, Misha Spanner en Mélanie Choisy
De verschillende jongerenvertegenwoordigers hebben tijdens de workshop hun krachten gebundeld in een gezamenlijke deelworkshop over Jongeren & ICE. Ilona geeft in de inleiding aan dat het van belang is jongeren actief te betrekken en te empoweren bij het ontwikkelen en uitdragen van hun eigen visie op ICE. Hierbij moeten jongeren in hun eigen kracht gesteld worden. ICE is dynamisch, er moet ruimte zijn voor jongeren om vormen van ICE eigen te maken. Het is van groot belang dat er een duurzame structuur gecreëerd wordt om jongeren te betrekken en hun stem te laten uitdragen.
Aruba: Youth Parliamant door Natalia Maduro
Cultuur leuk maken in een nieuw jasje. Bijvoorbeeld een bustour met een quiz langs musea. Jongeren zoeken naar informatie, ze gaan er anders mee om. Jeugdparlement geeft ruimte en stimulans om van alles te doen op de manier zoals de jongeren het willen doen. Ze willen inbreng hebben. Steeds ingaan op waar ze mee bezig zijn en een link leggen met hoe het vroeger gedaan werd of elders. We proberen het erfgoed levend te houden door erover te praten. Oudere leden geven door aan jongere leden. Ze willen graag van alles doen, ze hebben initiatief en doorzettingsvermogen.
Nederland: NJR , jongerenvertegenwoordigers UNESCO en de jongerenwerkgroep UNESCO door Ilona Rozenboom
Ilona Rozenboom is samen met Anne Schepers Jongerenvertegenwoordigers UNESCO. Zij richten zich vooral op de C van UNESCO: cultuur. In het bijzonder op culturele diversiteit en (im)materieel erfgoed. In 2013 richten de Jongerenvertegenwoordigers zich ook meer op onderwijs. Met name non-formele educatie. Door het geven van gastlessen, workshops en organiseren van activiteiten, spreken zij duizenden jongeren over bovengenoemde thema’s. De verzamelde input nemen ze mee naar vergaderingen met onder andere het ministerie van OCW, de Nationale UNESCO Commissie, het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed (VIE) en de Uitvoerende Raad en de Algemene Vergadering van UNESCO in Parijs. De Jongerenvertegenwoordigers UNESCO worden ondersteund door de NJR werkgroep UNESCO en werken nauw samen met het UNESCO-scholennetwerk. De jongerenvertegenwoordigers worden ondersteund door de jongerenwerkgroep UNESCO. De werkgroep bestaat uit tien tot twintig enthousiaste jongeren in de leeftijd van 16 tot 30 jaar. De werkgroep UNESCO houdt zich voornamelijk bezig met projecten binnen het UNESCO-thema cultuur. Zo helpen zij de jongerenvertegenwoordigers met het geven van gastlessen over immaterieel erfgoed en culturele diversiteit. Met behulp van de leerlingen maken ze een fototentoonstelling over immaterieel erfgoed. Op deze manier willen zij tolerantie, begrip en ‘peace in the minds of men’ stimuleren. De werkgroep werkt nauw samen met de Jongerenvertegenwoordigers UNESCO. Ook heeft de werkgroep een onderzoeksgroep, een PR-groep en worden er regelmatig uitjes voor de werkgroepleden georganiseerd. Ilona Rozenboom legt uit dat de jongerenvertegenwoordigers UNESCO deel uitmaken van een duurzame structuur. In Nederland zijn vier koppels van twee jongerenvertegenwoordigers die jongeren van 15 t/m 27 jaar te betrekken bij onderwerpen die spelen bij de VN (Algemene vergadering van de VN, duurzaamheid en UNESCO) en binnen de Europese Unie. De jongerenvertegenwoordigers zijn stuk voor stuk door een groot aantal jongeren verkozen tijdens een publieke verkiezing, of tijdens een Algemene Vergadering van NJR. Ze worden verkozen voor een 2-jarig termijn en werken volgens een senior-junior systeem, waardoor de ervaring van een jongerenvertegenwoordiger wordt doorgegeven aan zijn of haar opvolger. Jongerenvertegenwoordigers zeggen aan het begin van hun termijn toe om 2 jaar lang vrijwillig Het UNESCO Verdrag ter Bescherming van het ICE en het Koninkrijk: Een gezamenlijk vertrekpunt
24
voor gemiddeld 20 uur per week aan de slag te gaan voor het project. Veel JV’s studeren of werken hier nog naast. De jongerenvertegenwoordigers worden begeleid door NJR (voorheen Nationale Jeugdraad). Vervolgens presenteert Ilona Rozenboom een aantal best practices, waaronder ‘In the Picture’. Het gastlessenproject van de jongerenvertegenwoordigers UNESCO waarin middelbare scholieren wordt gevraagd een foto te maken van hun immaterieel erfgoed en te omschrijven waarom dit belangrijk voor hen is. Inmiddels hebben er al meer dan duizend jongeren deelgenomen. Al hun foto’s samen vormen een inventaris, aan de hand hiervan kan de visie van jongeren worden uitgedragen. Het is gebleken dat deze visie kan verschillen van de algemene opvatting over ICE en soms de gebruikelijke definities op de proef stellen. Het project loopt nog steeds, dus de collectie wordt alsmaar groter. Van de huidige resultaten zijn twee tentoonstellingen gemaakt die getoond zijn in het ministerie van OCW, op Terschelling tijdens het Springtij festival en bij de bijeenkomst het ICE Comité in afgelopen december in Parijs. Ilona Rozenboom benadrukt dat fantastisch zou zijn indien de steeds maar groeiende collectie foto’s zou kunnen worden verrijkt met foto’s van jongeren uit alle Koninkrijksdelen. Naast de gastles ‘In the Picture’ organiseren de jongerenvertegenwoordigers UNESCO in samenwerking met het VIE een studiedag jongeren en ICE en zal het magazine van het VIE een nummer geheel wijden aan jongeren & ICE. De inhoud van deze speciale editie zal geheel door jongeren worden verzorgd.
St. Eustatius: Misha Spanner, Simon Doncker Club
De Simon Doncker Club behoort bij het Simon Doncker museum en laat jongeren op interdisciplinaire wijze kennis maken met het (im)materieel erfgoed van St. Eustatius. Misha Spanner, werkzaam voor het museum en leider van de groep laat een filmpje zien van een project met het thema: ‘respect and manners’. Het is een sketch van de toneelgroep waarin op grappige wijze de botsing tussen traditionele cultuur van ouderen en jongerencultuur in beeld wordt gebracht. Misha Spanner legt uit dat door middel van theater de jongeren zich kunnen uiten en een boodschap uitdragen naar de gemeenschap.
Conclusies van de UNESCO Caribbean Youth Forum on the Safeguarding of Intangible Cultural Heritage, Grenada, november 2012
Mélanie Choisy en Gino Roach vertellen dat Grenada een indrukwekkende en zinvolle bijeenkomst was. Met alle aanwezig jongeren werd gekeken hoe jongeren kunnen bijdragen aan het beschermen van ICE. De conclusies die hieruit voortkwamen waren dat er geïnvesteerd moet worden in voorlichting via educatie en bewustwordingscampagnes via media zoals facebook, radio-en tvprogramma’s. Belangrijk is dat jongeren zich willen inzetten voor de bescherming van ICE. Maar zij invloed willen hebben op de wijze waarop, er moet ruimte zijn om het ICE aan de tijd aan te passen en een bijdrage te kunnen leveren. Maar, dat zij niet als enige de verantwoordelijkheid dragen voor de bescherming van ICE.
Discussie
Naar aanleiding van de presentatie van praktijkvoorbeelden wordt uit de zaal gevraagd om reacties of andere voorbeelden. De praktijkvoorbeelden blijken in grote hoeveelheid aanwezig te zijn. Er valt te concluderen dat het belangrijk is om de communicatie af te stemmen op de belevingswereld van jongeren. Hierbij is het gebruik van sociale media van cruciaal belang. Hiernaast wordt benadrukt dat het organiseren van wedstrijden onder jongeren vaak zeer populair is, dit zou kunnen worden toegepast op het gebied van ICE. Dit sluit aan bij de opvatting jongeren positief te benaderen en dat er voor jongeren ruimte is om het ICE eigen te maken en in een nieuw jasje te steken. Voorbeelden die gegeven werden vanuit de zaal: een uitgave van een CD met gemoderniseerde Dande muziek, de muziekschool FDEC die cursussen aanbied voor het maken en bespelen van caha di orgel en steelpan, Stichting Rancho die vlieger- en miniatuurboot wedstrijden organiseert waarbij jongeren ook de technieken van het vervaardigen leren van ouderen, jaarlijks verhalen vertel festival, jongerenclub voor archeologie het stimuleren van jongeren tot participatie aan bestaande initiatieven zoals de Sehu parade of Carnaval. Ineke Strouken geeft het bijzondere voorbeeld van het bloemencorso in Zundert. Daar worden kinderen en jongeren heel intensief betrokken, de hele familie doet mee. Kinderen als het ware opgeleid om een steentje bij te dragen. Ze hebben een academie waar ouderen jongeren helpen met ontwerpen. Jongeren vernieuwen de corso ook doormiddel van het gebruik van nieuwe technologie en sociale media. Naast de voorbeelden blijkt ook dat het lastig kan zijn om jongeren te betrekken of de bedreiging van ICE onder de Het UNESCO Verdrag ter Bescherming van het ICE en het Koninkrijk: Een gezamenlijk vertrekpunt
25
aandacht te brengen, bijvoorbeeld bij het behoud van het Papiamento/u dat sterke concurrentie ondervindt van het Engels. Tot slot spreekt Ilona Rozenboom de hoop uit dat er voorbeelden zijn aangedragen die gebruikt kunnen worden om jongeren duurzaam te betrekken bij ICE. Rieks Smeets benadrukt dat genoemde voorbeelden kunnen worden voorgedragen als best practice bij UNESCO.
Bespreking van het programmavoorstel
Nu er een algemeen beeld is van de stand van zaken op ieder (ei)land kunnen de prioriteiten voor capacity building geïdentificeerd worden. Fernando Brugman toont een verfrissende animatiefilm geproduceerd door het Regionaal UNESCO kantoor in Havana door en voor jongeren. Het filmpje laat zien hoe cultureel divers de wereld is, hoe deze diversiteit kan bijdragen aan duurzame, economische en menselijke ontwikkeling en hoe UNESCO een rol speelt bij het behoud en promotie van culturele expressies. De animatie is gemaakt in het kader van het UNESCO Verdrag ter Bescherming en Promotie van Culturele Expressies uit 2005. Met het voorbeeld sluit Fernando aan bij het punt dat eerder ter sprake over communicatie met jongeren. Het filmpje laat zien dat in een vormgeving die aansluit bij jongeren de boodschap van een UNESCO verdrag op pakkende wijze gepresenteerd kan worden. Het filmpje is nog niet officieel gelanceerd maar zal in de toekomst gebruikt worden voor vergroten van het bewustzijn van het belang van het 2005 Verdrag. Fernando Brugman benadrukt dat het 2005 verdrag ook van waarde kan zijn voor de (ei)landen. Op globaal niveau is men bezig om Cultuur als een van de pijlers van duurzame ontwikkeling, oftewel een Sustainable Development Goal. Deze Sustainable Development Goals (SDG’s) volgen de Millennium Development Goals (MDG’s) op die men gesteld had in 2015 te hebben behaald. Opname van Cultuur in deze SDG’s zou de internationale erkenning van de bijdrage van cultuur aan duurzame ontwikkeling bevestigen. Deze erkenning leidt tevens tot het vrijkomen van financiën voor de ontwikkeling van cultuur. Via het UNESCO Verdrag ter Bescherming en Promotie van Culturele Expressies uit 2005 zouden de (ei)landen hierbij kunnen aansluiten. Vervolgens doet Fernando Brugman een oproep om voorbeelden waarbij cultuur bijdraagt aan duurzame economische en/of menselijke ontwikkeling aan hem per mail door te geven. Hij benadrukt dat er vanuit het Caribisch gebied te weinig feedback terecht komt in Parijs. Binnen de regio is er de mogelijkheid om via de regionale UNESCO bureaus publiciteit te geven aan de activiteiten die plaats vinden. In relatie tot het programmavoorstel benadrukt Fernando Brugman het uiteindelijke doel: zorgen dat er in Nederlands Caribisch gebied genoeg expertise aanwezig is om het ICE te beschermen. Fernando omschrijft nogmaals welke input hiervoor nodig heeft. Waar is behoefte aan en wie/welke instanties zijn de verantwoordelijke aanspreekpunten? Het blijkt dat voor een volledige beantwoording van de vragen overleg met het thuisfront noodzakelijk is. Echter wordt er geconstateerd dat de delegaties bestaan uit mensen die al betrokken zijn bij het ICE, kennis van zaken hebben en zeker in staat zijn een ideaalbeeld te geven van de situatie over twee jaar en hier een concept actieplan voor uit te stippelen. Er wordt voorgesteld tijdens de lunch hier per delegatie over te brainstormen.
Delegatiepitch
Na de lunch presenteert iedere delegatie kort een toekomstvisie:
Aruba
Aruba bevindt zich in de implementatie fase, de voorbereiding en uitvoering van het advies van de werkgroep betreft de implementatie van het ICE verdrag heeft geleid tot politiek draagvlak. Tevens heeft men een Nationale Coördinator ICE aangesteld en een Stichting ICE met een adviesraad geïnstalleerd. Het bestuur heeft tot taak binnen twee maanden de organisatie voor te bereiden voor de start van de implementatie en streeft ernaar om over 2 jaar de status te verwerven van een door de overheid gefinancierde stichting. Dit om de politieke onafhankelijkheid te garanderen. Ten aanzien van de fondsenwerving wilt men een beroep gaan doen op lokale fondsen: Tourist Product Enhancement Fund, UNOCA en CEDE. Aanspreekpunten zijn Gina Jie Sam Foek als Nationale Coördinator ICE, Luc Alofs als voorzitter van het stichtingsbestuur en James Oduber als Secretaris Generaal van UNESCO en daarmee voorzitter van de adviesraad. Het is van belang deze personen hiervoor klaar te stomen. Hierna is het streven om een eerste nominatie voor de inventaris als best practice naar voren te brengen. Dit met de bedoeling per september 2013 daadwerkelijk aan de slag te kunnen gaan. Het UNESCO Verdrag ter Bescherming van het ICE en het Koninkrijk: Een gezamenlijk vertrekpunt
26
Actiepunten op nationaal niveau: - (jeugd) Dande Festival voor de inventaris - publiciteitsvoorlichting (pr.plan) - workshop empowerment, - netwerken - Samenwerkingscovenant met Directie Cultuur en Nationale Coördinator ICE/ Stichting ICE - (meenemen: onderzoek Tico Croes: Effect van Toerisme) Internationaal niveau: - samenwerking met VIE betreft de website en inventaris. Hiervoor wordt zal een plan van aanpak voor worden opgesteld. - netwerken binnen het Koninkrijk - mobiliseren/empoweren van jongeren binnen het Koninkrijk - kijken naar bedreigde vormen van ICE
Bonaire
Op Bonaire wil men met de mensen werkzaam in het UNESCO circuit een comité vormen die een advies zullen uitbrengen betreft alle componenten voor participatie en implementatie. Tevens zal overlegd worden met de Nederlandse Nationale UNESCO Commissie betreft de representatie van de bijzondere gemeentes. Tevens zal met Sedney Marten overlegd worden over de samenwerking met het ministerie van OCW. Bonaire stelt voor om hierbij samen met St. Eustatius en Saba gezamenlijk op te trekken en te zoeken naar eenzelfde lijn.
Saba
Saba sluit aan bij het voorstel van Bonaire om gezamenlijk op te trekken. Hierbij willen zij de samenwerking met St. Eustatius intensiveren. Men zal alles wat in de workshop besproken is terug rapporteren aan de gedeputeerde. Tevens wil men zich buigen over een plan van aanpak waarbij extra aandacht zal worden besteed aan jongeren. Ook gaat men bespreken hoe extra financiën aan te boren en wil men een nationale coördinator aanstellen.
Rijksdienst Caribisch Nederland
Sedney Marten geeft aan de samenwerking en coördinatie met eilanden behorend tot Caribisch Nederland vanzelfsprekend te vinden en zich hiervoor te willen inzetten.
Curaçao
In 2010 hebben we een workshop gehouden over het verdrag en de implementatie, daar uit is de folder en een poster gekomen. De taskforce wordt weer geactiveerd om het verder te trekken. Het streven is om het initiatief van de folder te updaten. Verder kijkt men uit naar het capacity building programma. Er is behoefte aan goede facilitators die het bewustzijn van het belang van de bescherming van ICE kunnen vergroten. Ook wordt het inventariseren als een bottleneck ervaren en is er behoefte aan capacity building op dit gebied. Tevens is er behoefte aan een nationale consultatie. Het streven is om nauw samen te werken met de Nationale UNESCO Commissie van Curaçao vanwege de eerdere ervaring dat deze het eerste aanspreekpunt is voor UNESCO. Jongerenparticipatie zal een van de prioriteiten zijn. Ook wil men: een media campagne starten, platform oprichten, publiek / bevolking vragen een voorkeurslijst aan te dragen, in gesprek gaan met bestaande uitvoerende gemeenschappen, bekendheid geven aan scholen inzake ICE , rapporteren aan de gemeenschappen. Tot slot wil men uitzoeken of het mogelijk is om geassocieerd lid van UNESCO te worden.
St. Eustatius
Eerste wat we gaan doen is rapporteren wat er in de workshop is besproken. Werkgroep van ongeveer vijf mensen samenstellen bestaande uit spelers uit het veld en al geïdentificeerde gemeenschappen. Deze groep zal gaan praten met andere gemeenschappen. Het UNESCO Verdrag ter Bescherming van het ICE en het Koninkrijk: Een gezamenlijk vertrekpunt
27
Tevens wil men van start gaan met een publiciteitscampagne onder andere via de media, via town meetings en via scholen. Zodat iedereen op de hoogte is en kan bijdragen. Het voorstel is om van start te gaan met een zeer brede inventarisering op laagdrempelige wijze door middel van een facebookpagina. Hierbij wil men de definitie van ICE los hanteren zodat mensen hierdoor niet ontmoedigd worden. Vanwege dezelfde reden wil men de mogelijkheid creëren om ook mondeling een bijdrage te kunnen leveren. Een knelpunt zal de uiteindelijke selectie worden. Door middel van capacity building hoopt men over anderhalf jaar drie projecten te kunnen starten.
St Maarten
Men zal eveneens de verslag doen van de workshop bij de minister en de SG van de Nationale UNESCO Commissie. Men wil een werkgroep samenstellen bestaande uit de delegatie die momenteel aanwezig is met aanvullen van mensen werkzaam voor het ministerie van Cultuur. Men wil van start gaan met een publiciteitscampagne om het algemene publiek bewust te maken van het belang van de bescherming van ICE. Tevens wil men een samenwerkingsverband aangaan met Saba en Sint Eustatius. Ook wil men contact leggen met UNESCO Havana en UNESCO Kingston, met als doel het proces te vergemakkelijken. Tot slot wordt benadrukt dat er behoefte zou zijn aan een nationale consulatie en capacity building in het bijzonder op het gebied van het samenstellen van een of meerdere inventarissen.
Nederland
Zowel de Nederlandse Nationale UNESCO Commissie (betreft informatievoorziening en de organisatiestructuur van UNESCO op Bonaire, Saba en St. Eustatius), het Fonds voor Cultuurparticipatie (op het gebied van financiering van projecten) en het VIE als coördinerende organisatie van de implementatie van het Koninkrijk benadrukken altijd aanspreekbaar te zijn en bereid zijn om op alle mogelijke manieren te willen samenwerken. Het VIE geeft aan alle kennis en ervaring die zij in huis hebben te willen delen. Tevens benadrukt zij dat de Nederlandse Nationale Inventaris en de bijbehorende website beschikbaar is voor alle (ei)landen indien zij hier van gebruik willen maken. Aruba heeft dit aanbod al aangenomen. Indien wenselijk kan er een Koninkrijksinventaris gevormd worden. Verder geeft het VIE ook op specifieke thema’s te willen samenwerken, bijvoorbeeld op het gebied van jongeren.
Communicatie
De communicatie is bij de toekomstige samenwerking van groot belang. Er komt geen specifieke communicatievorm of medium naar voren die de voorkeur heeft van de deelnemers voor het onderhouden van contact. Geconstateerd dat de LinkedIn groep niet zeer succesvol is. Het initiatief een facebookgroep te starten wordt ook slechts gedeeltelijk ondersteund. Het VIE geeft aan dat de website van de Nederlandse Nationale Inventaris die momenteel gebouwd wordt, ook een ‘binnenkant’ heeft dat zal dienen als communicatie- en informatie. Hier wordt enthousiast op gereageerd, echter is de website nog niet af. Het ziet er naar uit dat de ‘binnenkant’ van de website een goed middel zal zijn om in de toekomst binnen het Koninkrijk te communiceren.
Samenwerking binnen het Koninkrijk
Alle Koninkrijksdelen zijn zeer bereid om samen te werken op het gebied van de bescherming van het ICE. Er zal worden gezocht naar punten waarop de verschillende (ei)landen elkaar kunnen versterken. Er wordt benadrukt dat de organisatiestructuur binnen het Koninkrijk gelijkwaardig en transparant moet blijven en er geen kunstmatige grenzen worden getrokken op basis van de staatkundige indeling.
Interregionale samenwerking
Naast de overeenstemming samen te werken binnen in het Koninkrijk is er consensus over het belang van grensoverschrijdende interregionale samenwerking. In het Caribisch gebied en daar buiten zijn er vele vormen van gedeeld erfgoed. Het is van belang deze verbondenheid niet uit het oog te verliezen. Er wordt zelfs voorgesteld op de lange termijn een interregionale grensoverschrijdende inventaris voor het Caribisch gebied te realiseren. Het UNESCO Verdrag ter Bescherming van het ICE en het Koninkrijk: Een gezamenlijk vertrekpunt
28
Tot slot
Fernando Brugman bedankt voor de bijdrage van alle delegaties en laat weten dat hij, met de email die zal volgen, genoeg input heeft voor het opstellen van een conceptvoorstel voor het capacity building programma. Vervolgens is er de mogelijkheid voor alle deelnemers om te reageren op het verloop en de inhoud de workshop. Deze blijken zeer positief en men kijkt uit naar uit het proces wat in gang gezet is met deze workshop, voort te zetten.
Websites
UNESCO ICE website www.unesco.org/culture/ich ICE op Youtube http://www.youtube.com/results?search_query=unesco+intangible+cultural+heritage&oq=UNESCO+I&gs_l=youtube.3.0.0l 4.15857.19874.0.21179.20.13.1.0.0.1.403.1816.1j5j1j1j1.9.0...0.0...1ac.1.H8XBoQjE Persberichten: http://www.24ora.com/local-mainmenu-5/62481-workshop-di-UNESCO-na-aruba-minister-hooyboer-winklaar-herenciainmaterial-ta-topa-cu-herencia-material-durante-recepcion-na-fort-zoutman http://zoomaruba.com/mi-ta-contento-di-por-mira-con-e-6-islanan-y-hulanda-ta-traha-hunto/ http://www.rexaruba.com/index.php/news/3277-den-tempo-record-comision-herencia-cultural-inmaterial-a-entregarapport http://www.boletinextra.com/tayer-riba-tratado-di-UNESCO-pa-salbaguardia-di-herencia-cultural-imaterial-y-reino-unpunto-di-salida-comun/ http://www.jongerenvertegenwoordigers.nl/UNESCO/update_UNESCO/456/Aruba+dag+%233 Bij de Nationale UNESCO Commissie van Aruba kan de audio opname en de powerpoint presentaties van de verschillende sprekers worden opgevraagd.
Feestelijke afsluitende borrel. Het UNESCO Verdrag ter Bescherming van het ICE en het Koninkrijk: Een gezamenlijk vertrekpunt
29
BIJLAGEN / ANNEXES Programma Maandag 15 april 09.00 – 09.45
Inloop en inschrijving
10.00 – 10.30 Aankomst van Z.E. Gouverneur van Aruba Welkom door James Oduber Secretaris Generaal van de Nationale UNESCO Commisie Aruba Welkom door Minister van Economische Zaken, Sociale Zaken en Cultuur Mevr. Michelle Hooyboer-Winklaar Première ‘A twenty mile walk’ een productie van de Stichting Filmtent door Patrick Thompson en Nelson Gonzalez Presentatie van de brochure immaterieel cultureel erfgoed in het Koninkrijk 10.30 – 11.30
Introductie van het verdrag Rieks Smeets
11.30 – 11.45
Pauze
11.45 – 12.15
Stand van zaken: Nederland Ineke Strouken Andrea Imhof Michelle Michelle Jacobs
12.15 – 14.00
Lunch
14.00 – 14.30
Stand van zaken:Saba James Wilson
14.30 – 15.00
Stand van zaken: St. Eustatius Walter Hellebrand
15.00 – 15.30
Pauze
15.30 – 16.00
Stand van zaken: Bonaire Boi Antoin en Liliane de Geus
16.00 – 16.30
Stand van zaken: Curaçao Richenel Ansano
18.15 – 21.00
Diner in Fort Zoutman
Het UNESCO Verdrag ter Bescherming van het ICE en het Koninkrijk: Een gezamenlijk vertrekpunt
30
Dinsdag 16 april 08.45 – 09.00
Inloop
09.00 – 09.30 10.00 – 10:30
Stand van zaken: St. Maarten Mélanie Choisy Stand van zaken: Aruba Luc Alofs
10:30 – 10:40
Pauze
10.45 – 10:55
Toelichting Capacity Building Programma Fernando Brugman, UNESCO, Regional Office for Culture for Latin America and the Caribbean, Havana, Cuba
11.00 – 11.45
Alle begin is moeilijk: het implementeren in de praktijk Ineke Strouken
11.45 – 12.30
Toerisme bedreiging of kans? Albert van der Zeijden
12.30 – 13.45
Lunch en groepsfoto
13.45 – 14.00
Presentatie van video’s over ICE - ICE op Bonaire - ICE op Saba vanuit historisch perspectief
14.00 – 14.45
Expedicion Rescate Shailiny Tromp
14.45 – 17.30
Programmavoorstel Inhoudelijke discussie naar aanleiding van de stand van zaken presentaties Introductie: Fernando Brugman
Demonstratie van de lintendans. Het UNESCO Verdrag ter Bescherming van het ICE en het Koninkrijk: Een gezamenlijk vertrekpunt
31
Woensdag 17 april 09.00 – 09.15
Presentatie van de documentaire: Backyard Medicine Geproduceerd door de Stichting Filmtent door Patrick Thompson en Nelson Gonzalez
09.15 – 10.30
Immaterieel Erfgoed in the Picture en Jongeren & ICE Ilona Rozenboom in samenwerking met Natalia Maduro (Aruba), Ginuervel Roach (Curaçao), Misha Spanner (St. Eustatius), Mélanie Choisy (St. Maarten)
10.30 – 10.40
Pauze
10:40 – 12:30
Programmavoorstel Introductie Fernando Brugman aan de hand van filmpje over de UNESCO Conventie ter Bescherming van de Culturele Diversiteit speciaal gericht op jongeren, geproduceerd door het Regionale UNESCO kantoor in Havana.
12:30 – 14:00
Lunch
14:00 – 15:30
Conclusies programmavoorstel
15:30 – 16:00
Afsluiting
16:00 – 17:30
Afsluitende borrel bij Surfside Marina
Carnavalshow tijdens afsluitende borrel Het UNESCO Verdrag ter Bescherming van het ICE en het Koninkrijk: Een gezamenlijk vertrekpunt
32
Participantenlijst NAAM
ORGANISATIE
EMAIL
1.
JAMES ODUBER
SECRETARIS GENERAAL, NATIONALE UNESCO COMMISSIE ARUBA
[email protected]
2.
CORNELIEKE DE KLERK
ERFGOED CONSULTENT
[email protected]
3.
JOUREEN LACLE
LOGISTICS – SECRETARIAAT NATIONALE UNESCO COMMISSIE ARUBA
[email protected]
4.
MORGAN ARRINDELL
LOGISTICS – BUREAU VOORLICHTING
[email protected]
5.
LUDWIG LACLE
CHAUFFEUR –SECRETARIAAT UNESCO ARUBA
[email protected]
6.
MARCIA LEEST
LOGISTICS – SECRETARIAAT UNESCO ARUBA
[email protected]
MODERATOR
7.
RIEKS SMEETS
RICHELANGUE CONSULTANCIES
[email protected]
UNESCO REGIONAL OFFICE FOR CULTURE, HAVANA
8.
FERNANDO BRUGMAN
PROGRAM SPECIALIST, COORDINATOR CULTURE TEAM. UNESCO REGIONAL OFFICE FOR CULTURE IN LATIN AMERICA AND THE CARIBBEAN, HAVANA, CUBA
[email protected]
RAPPORTEURS
9.
GINA JIE SAM FOEK
NATIONALE COORDINATOR IMMATERIEEL ERFGOED ARUBA
[email protected]
10.
LUPITA BERNABELA
1.
NEVILLE CHESTER YORK
HOOFD AFDELING CULTUUR
[email protected]
2.
MS. MARCELLIA HENRY
SECRETARY GENERAL FOR UNESCO
[email protected]
3.
CLARA REYES
DIRECTOR IMBALI CENTER FOR CREATIVE MOVEMENT
[email protected]
4.
MELANIE CHOISY
GENERAL MANAGER UNESCO YOUTH REPRESENTATIVE
[email protected]
1.
WALTER HELLEBRAND
DIRECTOR ST. EUSTATIUS MONUMENTS FOUNDATION
[email protected]
2.
MISHA SPANNER
ST. EUSTATIUS HISTORICAL FOUND./ MUSEUM SIMON DONCKER HOUSE (museum tourguide)
[email protected]
3.
CHRISTINA TIMBERGLOVER
ONDERWIJSDESKUNDIGE / ISLAND GOVERNMENT ST. EUSTATIUS
[email protected]
4.
MR. CARLYLE TEARR
COMMISSIONER OF THE PUBLIC ENTITY OF ST. EUSTATIUS
[email protected]
5.
JAMES F. WILSON
OPENBAAR LICHAAM SABA/WND GEZAGHEBBER
[email protected]
6.
ROBERT ZAGERS
HOOFD PLANNINGBUREAU
[email protected]
7.
ROLANDO WILSON
DIR. OWN YOUR OWN FOUNDATION
[email protected]
8.
ALBERT VAN DER ZEIJDEN
NEDERLANDS CENTRUM VOOR VOLKSCULTUUR EN IMMATERIEEL ERFGOED (VIE) (wetenschappelijk beleidsmedewerker)
[email protected]
9.
INEKE STROUKEN
NEDERLANDS CENTRUM VOOR VOLKSCULTUUR EN IMMATERIEEL ERFGOED (VIE) (directeur)
[email protected]
10.
ILONA ROZENBOOMDE VRIES
NEDERLANDSE JONGERENVERTEGENWOORDIGER UNESCO
[email protected]
ORGANISATIE
ST. MAARTEN
ST. EUSTATIUS
SABA
NEDERLAND
[email protected]
Het UNESCO Verdrag ter Bescherming van het ICE en het Koninkrijk: Een gezamenlijk vertrekpunt
33
CURAÇAO
11.
ANDREA IMHOF
NATIONALE UNESCO COMMISSIE NEDERLAND
[email protected]
12.
MICHELLE JACOBS
PROGRAMMA ADVISEUR FONDS VOOR CULTUURPARTICIPATIE
[email protected]
13.
SUSAN LARMONIEVAN HEYDOORN
MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP, CULTUUR EN SPORT (beleidsmedewerker)
[email protected] [email protected]
14.
RICHENEL ANSANO
DIR. NATIONAL ARCHAEOLOGICAL ANTHROPOLOGICAL MEMORY MANAGEMENT
[email protected]
15.
PHILLIPSON A.M. RIFAELA
PROGRAMMA COORDINATOR CULTUUR MIN. ONDERWIJS, WETENSCHAP, EN SPORT
[email protected]
16.
GIRIGORI SHULAIKA
ANTROPOLOOG BIJ LANDHUIS BLOEMHOF
[email protected]
17.
GINUERVEL E ROACH
AUDITOR STAGIAIR BIJ DELOITTE
[email protected]
RIJKSDIENST CARIBISCH NEDERLAND
18.
SEDNEY B. MARTEN
AFDELING OCW VAN DE RIJKSDIENST CARIBISCH NEDERLAND (Senior medewerker)
[email protected]
BONAIRE
19.
FRANKLIN (BOI) ANTOIN
BONAIRE COMMUNITY SERVICES NV
[email protected]
20.
LILIANE DE GEUS
INTERIM MANAGER SKAL
[email protected]
1.
GIJS DE ROOIJ
BELEIDSMEDEWERKER DIRECTIE CULTUUR ARUBA
[email protected] [email protected]
2.
SHAILINY LEE-TROMP
HOOFD AFD. ONDERZOEK EN DOCUMENTATIE VAN DIRECTIE CULTUUR ARUBA
[email protected]
3.
ASTRID BRITTEN
DIRECTEUR BIBLIOTECA NACIONAL ARUBA
[email protected] [email protected]
4.
DES CROES
BIBLIOTECA NACIONAL ARUBA, HEFE SECCION ARUBIANA/CARIBIANA
[email protected] [email protected]
5.
RAYMOND HERNANDEZ
DIRECTEUR ARCHIVO NACIONAL ARUBA
[email protected]
6.
EDRIC CROES
MEDEWERKER ARCHIVO NACIONAL
[email protected]
7.
LUC ALOFS
DOCENT IPA
[email protected]
8.
LEWIS VAN ROMONDT
BUREAU CONE
[email protected]
9.
ALICE VAN ROMONDT
MINISTERIE ECONOMISCHE ZAKEN, SOCIALE ZAKEN EN CULTUUR
[email protected]
10.
REINA HERNANDIS
NATIONALE UNESCO COMMISSIE ARUBA
[email protected]
11.
IRAIS SANKATSING
NATIONALE UNESCO COMMISSIE ARUBA
[email protected]
12.
ANGELO TROMP
CULTUREEL ATTACHE
[email protected]
13.
MARGOT LLOMPART
Plv. DIRECTEUR KABINET VD GOUVERNEUR
[email protected]
14.
ZAHIRA ZAANDAM
MUSEO HISTORICO ARUBANO
[email protected]
15.
CLIFFORD ROSA
STICHTING RANCHO
[email protected]
16.
RAY-ANNE HERNANDEZ
CENTRO DI BARIO TANKI LEENDERT
[email protected]
17.
VICKY ARENS
FDEC
[email protected]
18.
JOYCE PEREIRA
FUNDACION LANTA PAPIAMENTO
[email protected]
19.
RAMON TODD-DANDARE
FUNDACION LANTA PAPIAMENTO
[email protected]
ARUBA
Het UNESCO Verdrag ter Bescherming van het ICE en het Koninkrijk: Een gezamenlijk vertrekpunt
34
20.
SHAKIRA CROES
MINISTERIO DI ASUNTONAN ECONOMICO, SOCIAL Y DI CULTURA
[email protected]
21.
BERNICE SCHULTE
MINISTERIO DI ASUNTONAN ECONOMICO, SOCIAL Y DI CULTURA
[email protected]
22.
GENEVIEVE LIEUW
VNO
[email protected]
23.
RAYMUNDO A.C.F. DIJKHOFF
NATIONAAL ARCHEOLOGISCH MUSEUM ARUBA
[email protected]
24.
NATALIA MADURO
PROJECTCOORDINATOR YOUTH PARLIAMENT OF ARUBA
[email protected] [email protected]
25.
ORLANDO A. QUANDT
COORDINADOR MINISTRO DI HUSTICIA
[email protected]
26.
RUBY ECKMEYER
UNIVERSIDAD DI ARUBA
[email protected]
Het UNESCO Verdrag ter Bescherming van het ICE en het Koninkrijk: Een gezamenlijk vertrekpunt
35
Dear reader, We, five youth representatives from the Kingdom of the Netherlands, are participating in the workshop “The UNESCO Convention on the Protection of the Intangible Cultural Heritage and the Kingdom: a common starting point.” The organization has requested a youth member in all official delegations. This is because young people are crucial when it comes to the protection of intangible cultural heritage. We are pleased to present you our recommendations on youth and the implementation of the Convention. •
Make young people priority. Young people are crucial when it comes to protecting, passing and preserving intangible cultural heritage. Intangible heritage must, after all, always be passed to a new generation, and the young people are that new generation. This means that young people deserve a great deal of attention in the implementation of this Convention.
•
Ensure a sustainable structure to involve young people in intangible cultural heritage. Young people want to participate, but they too need to be provided with the resources and support to do this. There are young people who would like to get involved with the preservation of culture. It’s up to the members of the Kingdom to create the space to do this. This could be, for example, in the form of a youth group, a youth representative or a youth minister.
•
Involve young people in the implementation of the Convention. It is important that the implementation of the Convention is in conjunction with the youth. They have to take care of the transmission to next generations. Therefore, young people should be an integral part of the delegations. Young people can for example take part in the review commission and the advisory board. Young people should therefore be involved in the Capacity Building Programme. Because it’s all about the consensus between generations, separated youth meetings are not preferred.
•
Invest in education on intangible cultural heritage for young people ánd adults. Integrate this education as a module in existing educational systems. This can be both formal and non-formal education, such as the formation of clubs in secondary schools.
•
Use a bottom-up approach. It is important that the motivation of young people to contribute to heritage is intrinsic. Of course good information should be provided, so that young people can make a founded choice. If young people do not want to carry certain heritage, despite the information and attempt to motivate, force should never be allowed. We believe that, with the right methods, empowering young people is always a possibilty.
•
Provide a fun experience of intangible cultural heritage. With the rise of intangible cultural heritage, people always experienced it as useful or fun, otherwise it would never have gained strength. It is of great importance that this joyful aspect is taken care of. If dynamism and change in the heritage is needed for that, then that is necessary. Sticking to the origin may be a strive, but never a goal.
Work constructively within the Kingdom. The horizons of young people are broadened every day. The world is getting smaller. This means that, for the youth, it’s very important that there is cooperation within the Kingdom. Of course, the identity of the various parts of the Kingdom cannot be lost. Therefore we recommend that the outlines of the implementation of the Convention are being drawn together in a workgroup, but the concrete colouring should be formed within the cultural identity of everybody’s own homebase. Let’s focus on a constructive future. We hope our recommendations will be part of the program. Give young people the opportunity to keep the intangible cultural heritage alive!
Het UNESCO Verdrag ter Bescherming van het ICE en het Koninkrijk: Een gezamenlijk vertrekpunt
36
Beste lezer, Wij, vijf jongerenvertegenwoordigers uit het Koninkrijk der Nederlanden, nemen deel aan de workshop ‘Het UNESCO Verdrag ter bescherming van het ICE en het Koninkrijk: een gezamenlijk vertrekpunt.’ Vanuit de organisatie is verzocht om een jongere onderdeel te maken van elke officiële delegatie. Dit omdat jongeren cruciaal zijn als het gaat om het beschermen van ICE. Wij zijn verheugd om u hierbij onze aanbevelingen ten opzichte van jongeren en de uitvoering van het verdrag aan te bieden. •
Maak jongeren tot speerpunt. Jongeren zijn cruciaal als het gaat om het beschermen, doorgeven en bewaren van ICE. Immaterieel erfgoed moet immers altijd doorgegeven worden aan een nieuwe generatie, en de jongeren zijn de nieuwe generatie. Dat betekent dat jongeren een grote mate van aandacht verdienen in de uitvoering van dit verdrag.
•
Zorg voor een duurzame structuur om jongeren te betrekken bij ICE. Jongeren willen participeren, maar moeten wel de middelen en ondersteuning krijgen om dit te doen. Overal zijn jongeren die betrokken willen raken bij het behouden van cultuur. Het is aan de Koninkrijksdelen om de ruimte hiervoor te scheppen. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van een jongerenwerkgroep, een jongerenvertegenwoordiging of een jongerenminister.
•
Betrek jongeren bij de implementatie van het verdrag. Het is van groot belang dat de uitvoering van het verdrag in samenwerking met de jongeren wordt gedaan. Zij moeten immers het doorgeven waarborgen. Daarom moeten jongeren een geïntegreerd onderdeel van de delegaties vormen. Jongeren kunnen bijvoorbeeld zitting nemen in de toetsingscommissie en de adviesraad. Jongeren moeten daarom ook betrokken zijn bij het Capacity Building Program. Omdat het om consensus tussen generaties gaat, hebben aparte jongerenbijeenkomsten niet de voorkeur.
•
Investeer in educatie over ICE voor jongeren én volwassenen. Integreer deze educatie als module in bestaande onderwijssystemen. Dit kan zowel in formele als non-formele educatie plaatsvinden, zoals het vormen van clubs op middelbare scholen.
•
Hanteer een bottom-up benadering. Het is belangrijk dat de motivatie van jongeren om erfgoed te dragen intrinsiek is. Natuurlijk moet er goede informatievoorziening zijn, zodat jongeren een gefundeerde keuze kunnen maken. Als jongeren bepaald erfgoed niet willen dragen, ondanks de informatievoorziening en de poging tot motivatie, mag er nooit gedwongen worden. Wij geloven echter dat, met de juiste methodieken, jongeren altijd te empoweren zijn.
•
Zorg voor een leuke ervaring van ICE. Bij het ontstaan van ICE heeft de bevolking dit altijd als nuttig of leuk ervaren, anders zou er nooit draagkracht gewonnen zijn. Het is van groot belang dit geniet-aspect in het oog te houden. Als er daarvoor dynamiek en verandering in het erfgoed nodig is, dan is dat noodzakelijk. Vasthouden aan de oorsprong mag een streven zijn, maar nooit een doel.
•
Werk constructief samen binnen het Koninkrijk. De horizon van jongeren verbreed met de dag. De wereld wordt steeds kleiner. Dat betekent dat het voor jongeren van zeer groot belang is dat er wordt samengewerkt binnen het Koninkrijk. Natuurlijk moet de identiteit van de verschillende Koninkrijksdelen niet verloren gaan. Daarom adviseren wij om de kaders van de implementatie van het verdrag gezamenlijk op te stellen in een werkgroep, maar de concrete invulling binnen de culturele identiteit van de eigen thuisbasis te vormen. Laten we ons op een constructieve toekomst richten.
Het UNESCO Verdrag ter Bescherming van het ICE en het Koninkrijk: Een gezamenlijk vertrekpunt
37
Wij hopen dat u onze aanbevelingen deel uit laat maken van het programma. Geef jongeren invloed om het ICE levend te houden! Met vriendelijke groet, Natalia Maduro, Youth Parliament Aruba Ginuervel Roach, Jongerenvertegenwoordiger Curaçao Ilona Rozenboom-de Vries, Nederlandse Jongerenvertegenwoordiger naar UNESCO Misha Spanner, Jongerenvertegenwoordiger St. Eustatius Mélanie Choisy, Jongerenvertegenwoordiger St. Maarten
Het UNESCO Verdrag ter Bescherming van het ICE en het Koninkrijk: Een gezamenlijk vertrekpunt
38