Verslag van Werkzaamheden Periode: 1 augustus 2010 tot en met 31 juli 2011
Vakopleiding Carrosseriebedrijf (VOC) Warmonderweg 7 2171 AH Sassenheim Brinnummer: 27NC
Pagina 1 van 21
INLEIDING Jaarlijks dient een niet-bekostigde instelling een Verslag van Werkzaamheden over de onderwijsactiviteiten vast te stellen en openbaar te maken (artikel 1.4.1, lid 3, WEB). Het Verslag van Werkzaamheden van VOC is opgesteld conform het onderstaande format, welke is overgenomen uit de brief van de Inspectie van het Onderwijs betreffende het aanleveren van het Verslag van Werkzaamheden. Onderwijs • Verantwoording over de omvang van de beroepspraktijkvorming; • Verantwoording geprogrammeerde en gerealiseerde tijd (alleen voor niet-bekostigde instellingen die deelnemers met studiefinanciering hebben ingeschreven); • Verantwoording melding afwezigheid (alleen voor niet-bekostigde instellingen die leeren/ of kwalificatieplichtige deelnemers hebben ingeschreven). Kwaliteitszorg • Gestelde doelen; • Metingen/ onderzoeken; • Resultaten; • Voorgenomen veranderingen op grond van de resultaten. Klachten • Aantal klachten; • Aard van de klachten. Examens • Uitkomsten examenonderzoek Inspectie van het Onderwijs en van instelling zelf; • Eventuele verbetermaatregelen. Opbrengstgegevens • Doelstelling(en); • Resultaten; • Voorgenomen veranderingen op grond van de resultaten. Tevredenheidsmetingen • Doelstelling(en); • Resultaten; • Voorgenomen veranderingen op grond van de resultaten. Openbaarheid • Het verslag is vastgesteld; • Het verslag is openbaar gemaakt. Het Verslag van Werkzaamheden van VOC heeft betrekking op de volgende opleiding: • Versnelde VOC Opleiding Autoschadetechnicus niveau 3 (AST3), crebo 95042 Dit is een versnelde opleiding gericht op het opleiden van vakvolwassen deelnemers tot Autoschadetechnicus niveau 3. Pagina 2 van 21
Het Verslag van Werkzaamheden heeft betrekking op het schooljaar 2010-2011: 1 augustus 2010 tot en met 31 juli 2011. In deze periode waren de volgende cohorten actief: • AST200901 • AST200909 • AST201001 • AST201009 • AST201103 • AST201105
Pagina 3 van 21
ONDERWIJS Verantwoording over de omvang van de beroepspraktijkvorming VOC biedt de versnelde VOC Opleiding AST3 aan in de BBL. Zodoende dient de beroepspraktijkvorming minimaal 60% van de studieduur te omvatten (art. 7.2.2., lid 2, WEB). Bij de versnelde VOC Opleiding AST3 vindt de beroepspraktijkvorming plaats gedurende de gehele opleiding, vanaf de start tot en met het eind van de opleiding. De studieduur van de versnelde VOC Opleiding AST3 is als volgt opgebouwd: Theoretisch component 152 uur (bestaande uit instroomassessment, huiswerkuren, sessies, tussentoetsen, oefentoetsen, proeve van bekwaamheid; exclusief huiswerk)
BPV Nederlands Rekenen (Leren), loopbaan & burgerschap Engels TOTAAL
4168 uur 120 uur 120 uur 120 uur 120 uur 4800 uur
Het vak Engels is facultatief en alleen bedoeld voor onderwijsdeelnemers die willen doorstromen naar het HBO. De versnelde VOC Opleiding AST3 bestaat uit 4800 klokuren, waarvan er 4168 klokuren worden ingevuld door de BPV. Dit komt neer op 86,83% van de studieduur. Verantwoording geprogrammeerde en gerealiseerde tijd (alleen voor niet-bekostigde instellingen die deelnemers met studiefinanciering hebben ingeschreven) Niet van toepassing; er zijn geen deelnemers met studiefinanciering ingeschreven. Verantwoording melding afwezigheid (alleen voor niet-bekostigde instellingen die leeren/ of kwalificatieplichtige deelnemers hebben ingeschreven) Niet van toepassing; er zijn geen leer- en/ of kwalificatieplichtige deelnemers ingeschreven.
Pagina 4 van 21
KWALITEITSZORG VOC is van mening dat de kwaliteit van een opleiding berust op drie peilers en zodoende afhankelijk is van drie factoren, namelijk: 1. De kwaliteit van de trainers/ docenten; 2. De kwaliteit van de examinering; 3. De kwaliteit van de onderwijsinstelling als geheel, inclusief het onderwijs en de beroepspraktijkvorming. In het kader van kwaliteitszorg heeft VOC voor deze drie peilers verschillende doelstellingen geformuleerd. Ter bevordering van de leesbaarheid van het document en om herhaling te voorkomen worden bij elke doelstelling ook gelijk de bijbehorende metingen/ onderzoeken en resultaten gerapporteerd.
Doelstellingen voor het meten van de kwaliteit van trainers Doel: Het aanwezigheidspercentage van de trainer is ten minste 95%. Meting/ onderzoek: Voor de start van de opleiding worden de trainers door de (centrale) planning ingeroosterd per locatie en cohort. De (centrale) planning registreert de aan/ afwezigheid van de trainers en uit deze gegevens kan gedestilleerd worden of de geformuleerde doelstelling is behaald. Resultaat: Voor cohort AST200909AR is AvDijk de hoofdtrainer. In de periode waarop dit Verslag van Werkzaamheden betrekking heeft, waren er negen sessies ingepland. Van deze negen sessies zijn er vier door de hoofdtrainer AvDijk verzorgd; de andere vijf sessies zijn verzorgd door JvdZ in verband met de vakantie van AvDijk en het eenmalig verzorgen van een andere cursus door AvDijk. Voor cohort AST200909AR, gedurende de periode waarop dit Verslag van Werkzaamheden betrekking heeft, is het aanwezigheidspercentage van de hoofdtrainer dus 44,44%. Dit is lager dan het gestelde doel, maar de hoofdtrainer was met een geldige reden afwezig en alle andere sessies zijn door dezelfde vervangende trainer gegeven. Voor cohort AST201001BE is JvdZ de hoofdtrainer. In de periode waarop dit Verslag van Werkzaamheden betrekking heeft, waren er zeventien sessies ingepland, welke allemaal (100%) door de hoofdtrainer JvdZ zijn verzorgd. Voor cohort AST201001NI is JvdZ de hoofdtrainer. In de periode waarop dit Verslag van Werkzaamheden betrekking heeft, waren er zeventien sessies ingepland, waarvan er zestien zijn verzorgd door de hoofdtrainer JvdZ. Eén sessie is verzorgd door WvDijk in verband met verlof van JvdZ. Voor cohort AST201001NI, gedurende de periode waarop dit Verslag van Werkzaamheden betrekking heeft, is het aanwezigheidspercentage van de hoofdtrainer dus 94,12%. Dit is slechts iets lager dan het gestelde doel en bovendien was de hoofdtrainer met een geldige reden afwezig. Voor cohort AST201009AS is WvDijk de hoofdtrainer. In de periode waarop dit Verslag van Werkzaamheden betrekking heeft, waren er zestien sessies ingepland, welke allemaal (100%) door de hoofdtrainer JvdZ zijn verzorgd. Voor cohort AST201103BE is AvDijk de hoofdtrainer. In de periode waarop dit Verslag van Werkzaamheden betrekking heeft, waren er negen sessies ingepland. Van deze negen sessies zijn er zeven door de hoofdtrainer AvDijk verzorgd; één sessie door WvDijk en één sessie door JvdZ in verband met verlof van AvDijk en het eenmalig verzorgen van een andere training door AvDijk. Voor cohort AST201103BE, gedurende de periode waarop dit Pagina 5 van 21
Verslag van Werkzaamheden betrekking heeft, is het aanwezigheidspercentage van de hoofdtrainer dus 77,78%. Dit is lager dan het gestelde doel, maar de hoofdtrainer was met een geldige reden afwezig. Voor cohort AST201105NI is JvdZ de hoofdtrainer. In de periode waarop dit Verslag van Werkzaamheden betrekking heeft, waren er drie sessies ingepland, welke allemaal (100%) door de hoofdtrainer JvdZ zijn verzorgd. Conclusie: Het gemiddelde aanwezigheidspercentage van de trainer ligt op 86,06%. Dit is lager dan de gestelde doelstelling, maar alle trainers waren met een vooraf bekende, geldige reden afwezig en volgens het vervangingsbeleid van VOC was er altijd een vervangende trainer aanwezig op de ingeplande datum.
Doel: Het aanwezigheidspercentage van de onderwijsdeelnemers bij de opleidingsactiviteit van de desbetreffende trainer is ten minste 75%. Meting/ onderzoek: In principe is er per cohort en locatie (groep) één vaste hoofdtrainer ten behoeve van de actieve participatie. Dit zorgt voor transparantie, eenduidigheid en rust voor de onderwijsdeelnemers: zij weten wat zij kunnen verwachten en waar zij aan toe zijn. Bovendien is het voor het onderlinge groepsgevoel goed wanneer er niet telkens van trainer wordt gewisseld. Door de Binnendienst wordt per sessie de aan-/ afwezigheid van de onderwijsdeelnemers bijgehouden. Middels deze lijsten kan nagegaan worden wat het aanwezigheidspercentage van de onderwijsdeelnemers bij een bepaalde trainer is. Resultaat: Cohort
Hoofdtrainer
Aantal Gemiddeld Laagst Hoogst sessies aanwezigheids% aanwezigheids% aanwezigheids% AST200909AR AvDijk* 9 95,56% 80% 100% AST201001BE JvdZ 17 97,86% 81,81% 100% AST201001NI JvdZ** 17 95,43% 77,78% 100% AST201009AS WvDijk 16 96,43% 85,71% 100% AST201103BE AvDijk*** 9 83% 80% 100% AST201105NI JvdZ 3 90,91% 86,67% 93,33% Gemiddelde 12 93,20% 82% 99% * Vier sessies verzorgd door AvDijk; vijf sessies verzorgd door JvdZ. ** Zestien sessies verzorgd door JvdZ; één sessie verzorgd door WvDijk. *** Zeven sessies verzorgd door AvDijk; één sessie verzorgd door WvDijk; één sessie verzorgd door JvdZ
Conclusie: Bij alle hoofdtrainers is de doelstelling bereikt, zelfs wanneer gekeken wordt naar het laagste aanwezigheidspercentage. Doel: Het slagingspercentage voor de opleidingsactiviteit van de desbetreffende trainer is ten minste 75%. Meting/ onderzoek: De versnelde VOC opleiding AST3 wordt afgesloten met een competentiegerichte Proeve van Bekwaamheid (CGO PvB). Wanneer de onderwijsdeelnemer deze CGO PvB positief afsluit, ontvangt hij een bewijsstuk. Onderwijsdeelnemers die negatief scoren, komen in aanmerking voor een bewijs van deelname. Door voor elk cohort en bijbehorende locatie een hoofdtrainer toe te wijzen en vervolgens per cohort en locatie het aantal uitgereikte bewijsstukken af te zetten tegen het aantal ingeschreven onderwijsdeelnemers kan het
Pagina 6 van 21
slagingspercentage voor de opleidingsactiviteit van de desbetreffende trainer bepaald worden. Resultaat: Cohort Hoofdtrainer(s) AST200901AS WvDijk AST200901BE JvdZ AST200901NI WvDijk & AvDijk* AST200909AR AvDijk AST201001BE JvdZ AST201001NI JvdZ Gemiddelde *Dit cohort is later in twee groepen gesplitst.
Aantal onderwijsdeelnemers 8 12 17 10 11 9 11
Slagings% 75% 100% 82,35% 70% 72,73% 55.56% 76%
Conclusie: Overall genomen is de gestelde doelstelling bereikt. Wat echter opvallend is, is dat de slagingspercentages van de latere cohorten lager liggen dan de gestelde doelstelling. Een mogelijke reden hiervoor is dat gezien de pittigheid van de versnelde VOC Opleiding AST3 werkgevers eerst hun “beste” werknemer sturen en dat in de latere cohorten de “wat mindere” werknemers deelnemen aan de versnelde VOC Opleiding AST3.
Doelstellingen voor het meten van de kwaliteit van de examinering Doel: Het slagingspercentage voor de desbetreffende examinering is ten minste 75%. Metingen/ onderzoek: De versnelde VOC Opleiding AST3 kent één summatieve examinering, namelijk de competentiegerichte Proeve van Bekwaamheid (CGO PvB). Bij het positief afsluiten van deze CGO PvB ontvangt de onderwijsdeelnemer een bewijsstuk; bij negatief afsluiten komt de onderwijsdeelnemer in aanmerking voor een Bewijs van Deelname. Door het aantal uitgereikte bewijsstukken af te zetten tegen het aantal examenkandidaten kan bepaald worden of deze doelstelling is bereikt. Resultaat: In de periode waarop dit Verslag van Werkzaamheden betrekking heeft, hebben 67 onderwijsdeelnemers de CGO PvB behorende bij de versnelde VOC Opleiding AST3 afgelegd. Hiervan zijn 52 onderwijsdeelnemers geslaagd; wat neerkomt op een slagingspercentage van 77,61% voor de desbetreffende competentiegerichte Proeve van Bekwaamheid. De gestelde doelstelling is dus behaald. Doel: Het examenrooster wordt in 100% van de gevallen twee (2) werkweken voor de examinering bekend gemaakt. Metingen/ onderzoek: In het geval van de versnelde VOC Opleiding AST3 bestaat het examenrooster uit een datum voor het afleggen van de competentiegerichte Proeve van Bekwaamheid. De onderwijsdeelnemer wordt middels een brief hiervoor uitgenodigd en op deze wijze geïnformeerd over de datum van de CGO PvB. Deze brief wordt gelijktijdig naar de werkgever van de onderwijsdeelnemer verzonden. Door de verzenddatum van deze uitnodigingsbrief te vergelijken met de datum van de CGO PvB kan nagegaan worden of de uitnodigingsbrieven altijd binnen de gestelde termijn van twee (2) werkweken worden verzonden.
Pagina 7 van 21
Resultaat: Alle uitnodigingsbrieven voor de CGO PvB zijn binnen twee (2) werkwerken verzonden. De gestelde doelstelling is dus behaald. Doel: De cijfers voor de examinering worden in 100% van de gevallen binnen vier (4) werkweken bekend gemaakt. Metingen/ onderzoek: Na het afleggen van de CGO PvB worden de onderwijsdeelnemer en diens werkgever middels een brief geïnformeerd over de uitslag. Door de verzenddatum van deze brief te vergelijken met de datum van de CGO PvB kan nagegaan worden of de uitslagbrieven altijd binnen de gestelde termijn van vier (4) weken worden verzonden. Resultaat: Alle uitslagbrieven van de CGO PvB zijn binnen vier (4) werkweken verzonden. De gestelde doelstelling is dus behaald. Doel: Een positieve beoordeling van de onderwijsdeelnemers van de examinering. Note: deze doelstelling wordt vanaf het schooljaar 2011/ 2012 geëvalueerd. Metingen/ onderzoek: Niet van toepassing; deze doelstelling wordt vanaf het schooljaar 2011/ 2012 geëvalueerd. Resultaat: Niet van toepassing; deze doelstelling wordt vanaf het schooljaar 2011/ 2012 geëvalueerd. To do: Ten behoeve van het meten van de gestelde doelstelling dient er een evaluatieformulier ontwikkeld te worden voor de CGO PvB. Na de ontwikkeling van dit evaluatieformulier dient deze geïmplementeerd te worden in de examenprocedure. Doelstellingen voor het meten van de kwaliteit van de onderwijsinstelling als geheel Doel: Het aanwezigheidspercentage van de onderwijsdeelnemers bij de opleidingsactiviteiten is ten minste 75%. Metingen/ onderzoek: Bij elke sessie dienen de onderwijsdeelnemers een presentielijst te tekenen. Vervolgens wordt de aan-/ afwezigheid per onderwijsdeelnemer bijgehouden door de Binnendienst. Uit deze gegevens kan per cohort een lijst gegenereerd worden met de aanwezigheidspercentages van de onderwijsdeelnemers. Resultaat: Cohort
Aantal sessies
AST200909AR AST201001BE AST201001NI AST201009AS AST201103BE AST201105NI Gemiddelde
9 17 17 16 9 3 12
Gemiddeld aanwezigheids% 95,56% 97,86% 95,43% 96,43% 83% 90,91% 93,20%
Laagst aanwezigheids% 80% 81,81% 77,78% 85,71% 80% 86,67% 82%
Pagina 8 van 21
Hoogst aanwezigheids% 100% 100% 100% 100% 100% 93,33% 99%
Conclusie: Geconcludeerd kan worden dat de gestelde doelstelling ruimschoots is gehaald met gemiddelde aanwezigheidspercentages variërend van 83% tot en met 96,43% en een gemiddeld aanwezigheidspercentage over alle cohorten tezamen van 93,20%. Wanneer gekeken wordt naar het laagste aanwezigheidspercentage, wat 77,78% is, ligt zelfs dit aanwezigheidspercentage niet onder de gestelde 75%.
Doel: Het percentage voortijdig schoolverlaters is maximaal 5% van de ingeschreven onderwijsdeelnemers voor de opleiding. Metingen/ onderzoek: Onder een voortijdig schoolverlater wordt verstaan een persoon die het instroomassessment heeft gehaald, daarna gestart is met de opleiding, maar de opleiding heeft verlaten zonder een bewijsstuk of een bewijs van deelname. Met andere woorden, een voortijdig schoolverlater is iemand die gestart is met de opleiding, maar nooit heeft deelgenomen aan de competentiegerichte Proeve van Bekwaamheid. Het percentage voortijdig schoolverlaters kan dus bepaald worden door het aantal onderwijsdeelnemers dat de competentiegerichte Proeve van Bekwaamheid heeft afgelegd af te zetten tegen het totaal aantal gestarte onderwijsdeelnemers. Hierbij speelt het behaalde resultaat voor de competentiegerichte Proeve van Bekwaamheid geen rol. Resultaat: In de cohorten AST200901AS, AST200901BE, AST200901NI, AST200909AR, AST201001BE en AST201001NI zijn in totaal 67 onderwijsdeelnemers gestart met de versnelde VOC Opleiding AST3, waarvan 67 deelnemers hebben deelgenomen aan de competentiegerichte Proeve van Bekwaamheid. Voor deze cohorten zijn er dus geen voortijdig schoolverlaters. Onderwijsdeelnemers van de cohorten AST201009AS, AST201103BE en AST201105NI hebben nog geen competentiegerichte Proeve van Bekwaamheid afgelegd, dus het aantal voortijdig schoolverlaters voor deze cohorten kan nog niet bepaald worden. Wel zijn er voor deze cohorten nog geen onderwijsdeelnemers tussentijds gestopt met de versnelde VOC Opleiding AST3. Tot nu toe komt het percentage voortijdig schoolverlaters dus uit op 0%, waardoor de gestelde doelstelling is behaald. Doel: Een slagingspercentage van ten minste 75% per opleiding. Metingen/ onderzoek: Onderwijsdeelnemers kunnen de versnelde VOC Opleiding AST3 afsluiten met een bewijsstuk of een Bewijs van Deelname. Onderwijsdeelnemers die de versnelde VOC Opleiding AST3 afsluiten met een bewijsstuk zijn geslaagd voor de opleiding; onderwijsdeelnemers die de versnelde VOC Opleiding AST3 afsluiten met een Bewijs van Deelname zijn als het ware gezakt voor de opleiding. Het slagingspercentage kan dus berekend worden met behulp van de volgende formule: Aantal uitgereikte bewijsstukken (Aantal uitgereikte bewijsstukken + aantal uitgereikte bewijzen van deelname)
Pagina 9 van 21
Resultaat: In totaal zijn er 52 bewijsstukken en 15 bewijzen van deelname uitgereikt. Het slagingspercentage is dus 52 uitgereikte bewijsstukken (52 uitgereikte bewijsstukken + 15 bewijzen van deelname) is 77, 62%. De gestelde doelstelling is dus bereikt.
Doel: Het aantal klachten per opleiding is maximaal tien (10) per jaar. Metingen/ onderzoek: In het kader van kwaliteitszorg heeft de onderwijsinstelling een klachtenformulier ontwikkeld, waarmee klachten worden afgehandeld. Op dit klachtenformulier worden genoteerd: naam van de indiener; omschrijving van de klacht; oorzaak van de klacht; hoe is/ wordt de klacht verholpen en welke acties worden ondernomen om de klacht in de toekomst te voorkomen? Resultaat: In totaal zijn er twee (2) klachten binnengekomen, waarvan er één is ingediend door een VOC medewerker namens een onderwijsdeelnemer en één is ingediend door een VOC medewerker. De eerste klacht betrof de communicatie rondom het instroomassessment van de versnelde VOC Opleiding AST3. De onderwijsdeelnemer had deelgenomen aan het instroomassessment, maar geen uitslag ontvangen. Per abuis werd de onderwijsdeelnemer opnieuw uitgenodigd voor een instroomassessment, waarop hij te kennen gaf dat hij daar zeker niet aan deel zal gaan nemen. Op de dag van dit instroomassessment zijn zowel de werkgever als de onderwijsdeelnemer gebeld met de vraag waar de onderwijsdeelnemer bleef. Na dit incident is de instroomprocedure veranderd: kandidaat-deelnemers die het instroomassessment hebben gehaald, maar waarvoor de opleiding nog niet start door een tekort aan deelnemers, worden in het nieuw aangemaakte cohort “wachtlijst” geplaatst. Eerder werden deze kandidaat-deelnemers op een lijst geplaatst waar ook nieuwe aanmeldingen voor instroomassessments op staan. De tweede klacht betrof de kwaliteit van de digitale leeromgeving de Learningbox. Volgens de indiener van de klacht laat de kwaliteit van de (huiswerk)opdrachten van de Learningbox te wensen over; beschikken de trainers niet over de antwoorden van de (huiswerk)opdrachten en bereiden de trainers zich onvoldoende voor op het huiswerkuur. Afgesproken verbeteracties zijn dat de trainers zich inlezen in de Learningbox; zich beter voorbereiden op het huiswerkuur en dat de inhoudelijke kwaliteit en kwantiteit van de (huiswerk)opdrachten in de Learningbox verbeterd wordt. Conclusie: In totaal zijn er twee (2) klachten binnengekomen, waarmee de gestelde doelstelling dus is bereikt. Hierbij dient men zich te realiseren dat het ontvangen van klachten niet altijd als iets negatiefs beschouwd moet worden; VOC beschouwt klachten als constructief waardoor de kwaliteit van de opleiding verbeterd kan worden.
Pagina 10 van 21
Doel: Een positieve beoordeling van de beroepspraktijkvorming door de onderwijsdeelnemers. Note: deze doelstelling wordt vanaf het schooljaar 2011/ 2012 geëvalueerd. Metingen/ onderzoek: Niet van toepassing; deze doelstelling wordt vanaf het schooljaar 2011/ 2012 geëvalueerd. Resultaat: Niet van toepassing; deze doelstelling wordt vanaf het schooljaar 2011/ 2012 geëvalueerd. To do: Ten behoeve van het meten van de gestelde doelstelling dient er een evaluatieformulier ontwikkeld te worden voor de beroepspraktijkvorming. Na de ontwikkeling van dit evaluatieformulier dient deze geïmplementeerd te worden in de opleidingsprocedure. Doel: Een positieve beoordeling van het onderwijs door de onderwijsdeelnemers. Note: deze doelstelling wordt vanaf het schooljaar 2011/ 2012 geëvalueerd. Metingen/ onderzoek: Niet van toepassing; deze doelstelling wordt vanaf het schooljaar 2011/ 2012 geëvalueerd. Resultaat: Niet van toepassing; deze doelstelling wordt vanaf het schooljaar 2011/ 2012 geëvalueerd. To do: Ten behoeve van het meten van de gestelde doelstelling dient er een evaluatieformulier ontwikkeld te worden voor het onderwijs. Na de ontwikkeling van dit evaluatieformulier dient deze geïmplementeerd te worden in de opleidingsprocedure.
Doel: Het percentage lesuitval per opleiding per jaar is maximaal 5%. Metingen/ onderzoek: Onder lesuitval wordt verstaan dat een ingeplande sessie geen doorgang vindt en vervolgens ook nooit meer opnieuw wordt ingepland. Alle sessie worden door de (centrale) planning ingepland en per sessie wordt een deelnemer-/ presentielijst getekend waarop ook de datum van de sessie vermeld staat. Op deze manier kan nagegaan worden of alle ingeplande sessies ook daadwerkelijk (op de ingeplande datum) zijn gegeven. Daarnaast kan per cohort en per locatie nagegaan worden of het aantal getekende deelnemer-/ presentielijsten overeenkomt met het totaal aantal sessies. Resultaat: Gezien de cumulatieve opbouw van de versnelde VOC Opleiding AST3 is lesuitval niet geoorloofd, omdat dan niet alle relevante handelingsstappen, voertuigsystemen en fasen behandeld kunnen worden. Daarom streeft VOC er naar, indien een sessie onverhoopt uitvalt, deze altijd opnieuw in te plannen. In de periode waarop dit Verslag van Werkzaamheden betrekking heeft, zijn er geen sessies uitgevallen. Het percentage lesuitval komt dus uit op 0%, waarmee de gestelde doelstelling is bereikt. Pagina 11 van 21
Doel: Het binnenhouden van de door DNV verleende ISO 9001:2008 certificering. Metingen/ onderzoek: In het kader van kwaliteitszorg werkt VOC met een kwaliteitsmanagementsysteem en hiervoor is VOC ook door DNV gecertificeerd door middel van het ISO 9001:2008 certificaat. Jaarlijks vindt er door DNV een audit plaats bij VOC om te bepalen of VOC nog steeds voldoet aan de vereisten die horen bij het afgegeven certificaat. Resultaat: Op 24 en 25 januari 2011 heeft de ISO audit 9001:2008 plaatsgevonden door DNV. VOC voldoet nog steeds aan de vereisten van ISO 9001:2008.
Voorgenomen veranderingen op grond van de resultaten Wanneer de geformuleerde doelstellingen vergeleken worden met de behaalde resultaten kan VOC tevreden zijn: het merendeel van de (te meten) doelstellingen is (ruimschoots) behaald. Desondanks zijn er altijd mogelijkheden tot verbeteringen en veranderingen die de kwaliteit van de opleiding ten goede kunnen komen. Op basis van de binnengekomen klachten heeft VOC de benodigde aanpassingen/ verbeterpunten doorgevoerd. De volgende aanpassingen/ verbeterpunten zijn doorgevoerd: • Registratie van kandidaat-deelnemers die het instroomassessment hebben gehaald, maar waarvoor de opleiding nog niet is gestart door een tekort aan deelnemers. • Kwalitatieve en kwantitatieve veranderingen in de Learningbox en aandacht voor de invulling van het huiswerkuur door de trainers. Op het gebied van kwaliteitszorg richt VOC zich momenteel voornamelijk op kwantitatieve gegevens, zoals aanwezigheidspercentages, slagingspercentages en of de correspondentie rondom de examinering binnen de gestelde termijnen plaatsvindt. In eerdere cohorten waren de groepsgroottes nog relatief klein, waardoor het mogelijk was om kwalitatieve gegevens met betrekking tot bijvoorbeeld klachten, suggesties en verbeterpunten mondeling met de onderwijsdeelnemers te bespreken. Nu de groepsgroottes van de cohorten toeneemt, wil VOC zich meer gaan richten op meer schriftelijke vormen van kwalitatieve evaluaties. Hiertoe is VOC reeds bezig met het ontwikkelen van evaluatieformulieren ter evaluatie van het onderwijs, de examinering en de beroepspraktijkvorming. Naar verwachting zullen onderwijsdeelnemers op deze evaluatieformulieren op een vijfpuntsschaal cijfers kunnen geven voor bepaalde onderwerpen, maar hierop ook een toelichting kunnen geven. Daarnaast zullen sommige evaluatieformulieren naar verwachting ook open vragen bevatten. Op deze manier verwacht VOC meer specifieke kwantitatieve gegevens en meer kwalitatieve gegevens te vergaren, welke als input gebruikt kunnen worden voor eventuele verbeteringen van de opleiding.
Pagina 12 van 21
KLACHTEN Aantal klachten In het kader van kwaliteitszorg heeft de onderwijsinstelling een klachtenformulier ontwikkeld, waarmee klachten worden afgehandeld. Op dit klachtenformulier worden genoteerd: naam van de indiener; omschrijving van de klacht; oorzaak van de klacht; hoe is/ wordt de klacht verholpen en welke acties worden ondernomen om de klacht in de toekomst te voorkomen? De onderwijsinstelling heeft in totaal twee (2) klachten ontvangen, waarvan er één is ingediend door een VOC medewerker namens een onderwijsdeelnemer en één is ingediend door een VOC medewerker. Aard van de klachten De eerste klacht betrof de communicatie rondom het instroomassessment van de versnelde VOC Opleiding AST3. De onderwijsdeelnemer had deelgenomen aan het instroomassessment, maar geen uitslag ontvangen. Per abuis werd de onderwijsdeelnemer opnieuw uitgenodigd voor een instroomassessment, waarop hij te kennen gaf dat hij daar zeker niet aan deel zal gaan nemen. Op de dag van dit instroomassessment zijn zowel de werkgever als de onderwijsdeelnemer gebeld met de vraag waar de onderwijsdeelnemer bleef. Na dit incident is de instroomprocedure veranderd: kandidaat-deelnemers die het instroomassessment hebben gehaald, maar waarvoor de opleiding nog niet start door een tekort aan deelnemers, worden in het nieuw aangemaakte cohort “wachtlijst” geplaatst. Eerder werden deze kandidaat-deelnemers op een lijst geplaatst waar ook nieuwe aanmeldingen voor instroomassessments op staan. De tweede klacht betrof de kwaliteit van de digitale leeromgeving de Learningbox. Volgens de indiener van de klacht laat de kwaliteit van de (huiswerk)opdrachten van de Learningbox te wensen over; beschikken de trainers niet over de antwoorden van de (huiswerk)opdrachten en bereiden de trainers zich onvoldoende voor op het huiswerkuur. Afgesproken verbeteracties zijn dat de trainers zich inlezen in de Learningbox; zich beter voorbereiden op het huiswerkuur en dat de inhoudelijke kwaliteit en kwantiteit van de (huiswerk)opdrachten in de Learningbox verbeterd wordt.
Pagina 13 van 21
EXAMENS Uitkomsten examenonderzoek Inspectie van het Onderwijs en van instelling zelf De opleiding kent een summatieve competentiegerichte Proeve van Bekwaamheid, waarbij als uitgangspunt geldt dat 100% van de werkprocessen en de daaraan gekoppelde competenties worden beoordeeld. Tijdens deze Proeve van Bekwaamheid voert de onderwijsdeelnemer een aantal praktische opdrachten uit en als afsluiting wordt er een criteriumgericht interview gehouden. Voor de Proeve van Bekwaamheid zijn de volgende documenten beschikbaar: • Verantwoording vertaling kwalificatiedossier naar beoordelingscriteria; • Notitiebladen; • Opdrachten en benodigdheden; • Tijdschema; • Berekeningsmodel; • Materialen en outillage; • Opdrachtenset. Daarnaast is er als leidraad voor de examinatoren een uniform draaiboek dat gebruikt wordt voor alle Proeven van Bekwaamheden. De competentiegerichte Proeve van Bekwaamheid is nooit onderworpen aan een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs, dus over de uitkomsten daarvan kan niet worden gerapporteerd. Wel is de competentiegerichte Proeve van Bekwaamheid gelegitimeerd door Stichting Examens Mobiliteitsbranche (STEM) legitimeringscommissie. Bij de legitimering is gebruik gemaakt van het zogenoemde MetaB instrument, wat een afgeleide is van het waarderingskader dat de Inspectie van het Onderwijs gebruikt bij het beoordelen van examenproducten. Met behulp van dit MetaB instrument worden de volgende criteria beoordeeld: • Dekkingsgraad; • Cesuur; • Informatie deelnemer; • Afnamecondities; • Beoordelingsvoorschrift. Op alle criteria is de competentiegerichte Proeve van Bekwaamheid door de STEM legitimeringscommissie als “voldaan” beoordeeld. Waar door de STEM legitimeringscommissie voornamelijk is gekeken naar het examenproduct, kan ook de examendienst beoordeeld worden. Door middel van een initiële kantoor audit zijn de examendiensten van VOC beoordeeld door Kiwa. Hierbij is de beoordelingsrichtlijn branchegecertificeerde examenleveranciers: diensten leidend geweest. In deze beoordelingsrichtlijn zijn de volgende normeisen opgenomen: • Verslag; • Vertrouwelijkheid en privacy; • Eisen aan het personeel; • Examencommissie; • Opdracht tot het afnemen van het examen; Pagina 14 van 21
• Voorbereiding afname examen; • Communicatie omtrent examen; • Examenreglement; • Verplichtingen organisatie; • Beoordeling; • Verplichtingen organisatie; • Resultaten examen. Alle normeisen zijn door Kiwa als “conformity” bevonden. Eventuele verbetermaatregelen Gezien zowel het examenproduct als de examendienst als positief zijn bevonden door externe organisaties ziet VOC geen aanknopingspunten voor eventuele verbetermaatregelen.
Pagina 15 van 21
OPBRENGSTGEGEVENS Doelstelling(en) Met betrekking tot de opbrengstgegevens heeft VOC de volgende doelstelling gesteld: • Een slagingspercentage van ten minste 75% per opleiding. Resultaten De resultaten worden eerst gepresenteerd per cohort dat, in de periode waarop dit Verslag van Werkzaamheden betrekking heeft, de competentiegerichte Proeve van Bekwaamheid heeft afgelegd. Daarna wordt het totaalresultaat gepresenteerd voor alle cohorten tezamen. Naam opleiding, crebo en leerweg: Autoschadetechnicus niveau 3, 95042, BBL Periode waarover gerapporteerd wordt: 1 augustus 2010 tot en met 31 juli 2011 AST200901AS Aantal deelnemers dat in de periode 1 augustus 2010 tot en met 31 juli 2011 voor deze opleiding en in deze leerweg stond ingeschreven:
8
Deelnemers waarmee een onderwijsovereenkomst is afgesloten die betrekking heeft op de hele opleiding: Aantal deelnemers dat: De opleiding in het cursusjaar heeft beëindigd:
8
a. met een bewijsstuk van de opleiding
6
b. met het bewijs van deelname van de opleiding
2
c. zonder bewijsstuk of bewijs van deelname van de opleiding
0
Slagingspercentage: ·75%
Pagina 16 van 21
AST200901BE Aantal deelnemers dat in de periode 1 augustus 2010 tot en met 31 juli 2011 voor deze opleiding en in deze leerweg stond ingeschreven:
12
Deelnemers waarmee een onderwijsovereenkomst is afgesloten die betrekking heeft op de hele opleiding: Aantal deelnemers dat: De opleiding in het cursusjaar heeft beëindigd:
12
a. met een bewijsstuk van de opleiding
12
b. met het bewijs van deelname van de opleiding
0
c. zonder bewijsstuk of bewijs van deelname van de opleiding
0
Slagingspercentage: ·100%
AST200901NI Aantal deelnemers dat in de periode 1 augustus 2010 tot en met 31 juli 2011 voor deze opleiding en in deze leerweg stond ingeschreven:
17
Deelnemers waarmee een onderwijsovereenkomst is afgesloten die betrekking heeft op de hele opleiding: Aantal deelnemers dat: De opleiding in het cursusjaar heeft beëindigd:
17
a. met een bewijsstuk van de opleiding
14
b. met het bewijs van deelname van de opleiding
3
c. zonder bewijsstuk of bewijs van deelname van de opleiding
0
Slagingspercentage: ·82,35%
Pagina 17 van 21
AST200909AR Aantal deelnemers dat in de periode 1 augustus 2010 tot en met 31 juli 2011 voor deze opleiding en in deze leerweg stond ingeschreven:
10
Deelnemers waarmee een onderwijsovereenkomst is afgesloten die betrekking heeft op de hele opleiding: Aantal deelnemers dat: De opleiding in het cursusjaar heeft beëindigd:
10
a. met een bewijsstuk van de opleiding
7
b. met het bewijs van deelname van de opleiding
3
c. zonder bewijsstuk of bewijs van deelname van de opleiding
0
Slagingspercentage: ·70%
AST201001BE Aantal deelnemers dat in de periode 1 augustus 2010 tot en met 31 juli 2011 voor deze opleiding en in deze leerweg stond ingeschreven:
11
Deelnemers waarmee een onderwijsovereenkomst is afgesloten die betrekking heeft op de hele opleiding: Aantal deelnemers dat: De opleiding in het cursusjaar heeft beëindigd:
11
a. met een bewijsstuk van de opleiding
8
b. met het bewijs van deelname van de opleiding
3
c. zonder bewijsstuk of bewijs van deelname van de opleiding
0
Slagingspercentage: ·72,73%
Pagina 18 van 21
AST201001NI Aantal deelnemers dat in de periode 1 augustus 2010 tot en met 31 juli 2011 voor deze opleiding en in deze leerweg stond ingeschreven:
9
Deelnemers waarmee een onderwijsovereenkomst is afgesloten die betrekking heeft op de hele opleiding: Aantal deelnemers dat: De opleiding in het cursusjaar heeft beëindigd:
9
a. met een bewijsstuk van de opleiding
5
b. met het bewijs van deelname van de opleiding
4
c. zonder bewijsstuk of bewijs van deelname van de opleiding
0
Slagingspercentage: ·55,56% Alle cohorten tezamen Aantal deelnemers dat in de periode 1 augustus 2010 tot en met 31 juli 2011 voor deze opleiding en in deze leerweg stond ingeschreven:
67
Deelnemers waarmee een onderwijsovereenkomst is afgesloten die betrekking heeft op de hele opleiding: Aantal deelnemers dat: De opleiding in het cursusjaar heeft beëindigd:
67
a. met een bewijsstuk van de opleiding
52
b. met het bewijs van deelname van de opleiding
15
c. zonder bewijsstuk of bewijs van deelname van de opleiding
0
Slagingspercentage: ·77,62% Voorgenomen veranderingen op grond van de resultaten VOC heeft zich een gemiddeld slagingspercentage van 75% tot doel gesteld. Wanneer gekeken wordt naar het slagingspercentage van de afzonderlijke cohorten blijkt dat bij drie (3) van de zes (6) cohorten deze doelstelling gehaald wordt. Wanneer alle cohorten tezamen worden genomen blijkt het slagingspercentage 77,62% te zijn, dit ligt iets boven de tot doel gestelde 75%. Daarnaast zijn er helemaal geen onderwijsdeelnemers die zonder bewijsstuk of bewijs van deelname de opleiding hebben beëindigd. Wat echter opvallend is, is dat de slagingspercentages van de latere cohorten lager liggen dan de gestelde doelstelling. Een mogelijke reden hiervoor is dat gezien de pittigheid van de versnelde VOC Opleiding AST3 werkgevers eerst hun “beste” werknemer sturen en dat in de latere cohorten de “wat mindere” werknemers deelnemen aan de versnelde VOC Opleiding AST3.
Pagina 19 van 21
TEVREDENHEIDSMETINGEN Doelstelling(en) VOC ziet tevredenheidsmetingen als een integraal onderdeel van het thema kwaliteitszorg. De uitkomsten van tevredenheidsmetingen kunnen immers input vormen voor het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs. De volgende doelstellingen, welke al genoemd zijn onder het kopje Kwaliteitszorg, hebben betrekking op tevredenheidsmetingen: • Een positieve beoordeling van de onderwijsdeelnemers van de examinering. • Een positieve beoordeling van de beroepspraktijkvorming door de onderwijsdeelnemers. • Een positieve beoordeling van het onderwijs door de onderwijsdeelnemers. Note: deze doelstellingen worden vanaf het schooljaar 2011/ 2012 geëvalueerd. Resultaten Niet van toepassing; deze doelstellingen worden vanaf het schooljaar 2011/ 2012 geëvalueerd. Echter wanneer onderwijsdeelnemers niet tevreden zijn met het onderwijs kunnen zij hun klacht, bezwaar, beroep of verbeteridee kenbaar maken via hun trainer, BPV begeleider, telefonisch of via de e-mail. De resultaten van de binnengekomen klachten staan vermeld onder de kopjes Kwaliteitszorg en Klachten. Voorgenomen veranderingen op grond van de resultaten Ten behoeve van het meten van de gestelde doelstellingen, met betrekking tot de tevredenheidsmetingen, dienen er evaluatieformulieren ontwikkeld te worden voor de competentiegerichte Proeve van Bekwaamheid, de beroepspraktijkvorming en het onderwijs. Vervolgens dienen deze geïmplementeerd te worden in de examenprocedure/ opleidingsprocedure. De voorgenomen veranderingen op grond van de resultaten van binnengekomen klachten staan vermeld onder het kopje Kwaliteitszorg.
Pagina 20 van 21
OPENBAARHEID Het Verslag van Werkzaamheden staat gepubliceerd op de website van VOC.
Pagina 21 van 21