Verslag Symposium “Investeren in grootschalige zonne-energie” 1 juli 2011 Huis van Europa Korte Vijverberg 5/6 Den Haag Geschreven door Pepijn van Kesteren, bestuurslid van de Stichting ter bevordering van Grootschalige Exploitatie van Zonne-ENergie (GEZEN) Om half drie openden in het Huis van Europa 1 juli jongstleden de deuren voor het symposium “Investeren in grootschalige zonne-energie” van de Stichting GEZEN, opgezet naar aanleiding van de benoeming van Hans Bienfait tot Europees burger van het jaar, om zijn inzet de grootschalige implementatie van zonne-energie te realiseren. Een vijftigtal bezoekers namen deel aan het symposium, variërend van geïnteresseerde leken tot professionals op het vlak. Bij deze een verslaglegging van de heuglijke dag. 15.00: Welkom door Huis van Europa Na een door het Huis van Europa goed opgezette ontvangst met koffie en thee, waar voor iedereen de mogelijkheid was om Hans Bienfait alvast persoonlijk te feliciteren, werden om 15.00 uur de aanwezigen naar de grote zaal gedirigeerd, alwaar Sjerp van der Vaart, directeur van het huis van Europa, ons welkom heette. Hij was zeer vereerd dat Hans Bienfait het Huis van Europa gekozen had voor de uitreiking van zijn prijs, juist omdat hij dit kreeg om zijn werk in zonne-energie. De heer van der Vaart benadrukte nog eens dat zonne-energie bij uitstek een onderwerp is waar Europa bruggen kan bouwen. Juist om deze reden ook vond hij dat het Huis van Europa, als open huis voor alle EU burgers, de perfecte plek was voor deze bijeenkomst. Hij riep ons dan ook op graag nog vaak terug te komen met dergelijke symposia, opdat het onderwerp ook steeds meer op de Europese agenda zou verschijnen. 15.05: Welkom door Stichting GEZEN Na dit hartelijk welkom introduceerde Dr. Evert du Marchie van Voorthuysen, directeur van de Stichting GEZEN, de eerste spreker. Elke generatie en elke grote stap voorwaarts heeft visionairs nodig, aldus Evert van Voorthuysen. In 2000 hadden een aantal van dergelijke geleerden en politici in Europa een visie over energie: Desertec. Om een dergelijke visie realiteit te maken is vakmanschap nodig, om te voorkomen dat er veel wordt geroepen wat niet waar gemaakt kan worden. De eerste spreker van de dag wordt als een dergelijke visionair met vakmanschap geïntroduceerd, als de bedenker van het “Plan Waterman”, voor de verdediging van de kustlijn van Nederland tegen het wassende water.
1
15.10: Dr. Ronald E. Waterman: Werken aan de duurzame toekomst en de bijdrage van Concentrating Solar Power (CSP) Dr. Waterman begint zijn betoog omtrent de mogelijkheden voor een duurzame toekomst door nog eens aan te geven hoe beperkt de ruimte is waarop wij ons als mensen begeven: Alle menselijke activiteiten – op het kleine beetje ruimtevaart na - bevinden zich in de geosfeer, een band om het oppervlak van de Aarde van ongeveer 13 kilometer hoogte en 12 kilometer diepte. Nog kleiner zijn de bio- en sociosfeer: de band waarbinnen alle uitingen van menselijk handelen zich bevinden: het vinden van grondstoffen, het bouwen van steden, etc. Al dit handelen kan worden samengevat in stromen van vijf grondstoffen: energie, water, biomassa, mineralen (delfstoffen) en lucht. Alles wat mensen doen heeft te maken met productie- en consumptieprocessen: conversie van de genoemde grondstoffen. De uitdaging waar we als mensheid nu voor staan, voor een duurzame toekomst, is zowel de producten verbeteren als het milieu verbeteren: minder afval, minder emissies, minder gebruik van grondstoffen, maar een hogere efficiëntie en langere levensduur. Dat is de echte uitdaging van de 21e eeuw, aldus de heer Waterman. Om een dergelijke duurzame toekomst te bereiken zijn volgens Dr. Waterman drie zaken essentieel: een stabilisatie van de wereldbevolking, een goede levensstijl en – wellicht nog wel het belangrijkst – technologie. Gelukkig is de mens in dat laatste redelijk goed. Er moet daarbij gestreefd worden naar het sluiten van massa-energie kringlopen. Duurzame energie is in dit alles in ieder geval essentieel en dan vooral ook zonne-energie. Juist zonne-energie, omdat dat de mogelijkheid geeft tot het omzetten van zaken buiten de geosfeer – er zijn drie voorname invloeden op de geosfeer: zwaartekracht, aardwarmte en elektromagnetische straling – en tot bronnen voor binnen de geosfeer, zonder de geosfeer daar zelf bij aan te tasten. CSP is bij uitstek een van de instrumenten om dit te gebruiken. Dr. Waterman vervolgt met uitleg over CSP, die ons allen ongetwijfeld bekend is: met spiegels zonlicht concentreren, warmte genereren en die warmte gebruiken om energie op te slaan of om te zetten in bruikbaardere vormen middels een stoomcyclus. Vanuit Noord Afrika en de Sahara kan hiermee veel energie worden opgewekt, welke met gelijkstroom naar Europa vervoerd kan worden: Desertec. Dr. Waterman besluit met aan te geven dat we sinds de industriële revolutie in een nieuw geologisch tijdperk zijn aanbeland: het Antroproceen. Het Antroproceen is het tijdperk waarbinnen de mens voor het eerst invloed heeft op geologische processen. En als er iemand is die bij uitstek invloed heeft weten uit te oefenen op onze geologische toekomst, dan is het wel Hans Bienfait, waarop hij hem nog eens hartelijk feliciteert met zijn prijs.
2
15.25: Mr. Drs. Hans van Baalen, Uitreiking van de prijs voor Europese burger De heer van Baalen wordt door Evert van Voorthuysen geïntroduceerd als iemand bij wie Hans Bienfait veel lobby-ruimte heeft gekregen om Desertec uit de industriële sectoren te liften naar ook de politieke kringen. Hoognodig volgens Van Voorthuysen, om echt vaart te kunnen maken met de realisatie ervan. De heer van Baalen steekt af met de huidige stand van zaken in de EU: de EU zit in een moeilijke tijd. Dit geeft echter ook kansen, daar de huidige crisissen leiden tot centralisatie. Alles wat daaromtrent gebeurt heeft als enige doel om het leven beter te maken voor de Europese burger. Ook de prijs van Europees burger speelt daarin een rol: Europa is immers van, voor en vooral ook door de burger. Dat laatste wil deze prijs nog eens benadrukken en extra bedanken. Hij vervolgt dat de Europese aanpak van de energieproblematiek van vitaal belang is. Ook Desertec past erg goed bij het doel van Europa om het leven van de burgers beter te maken, want het zal tot een betere en schonere toekomst leiden. Dit alles mede dankzij Hans Bienfait, aan wie hij dan ook zeer vereerd is de prijs uit te mogen reiken. De heer van Baalen plaatst nog wel een kleine kanttekening bij Desertec, gezien de instabiliteit van de landen waar het voor het grootste deel moet plaatsvinden. Er zijn echter ook kansen en met mensen als Hans Bienfait zullen deze optimaal benut worden. Vervolgens wil de heer van Baalen de medaille ook daadwerkelijk uitreiken, maar komt erachter dat het Huis van Europa dacht dat hij die bij zich zou hebben, waar hij dacht dat het Huis van Europa het reeds had ontvangen. Enige hilariteit later wordt fictief toch alvast de medaille uitgereikt en wordt Hans Bienfait in ieder geval namens Europa nog eens hartelijk bedankt. Een staande ovatie voor Hans volgt, vanuit een menigte die zich niet laat tegenhouden door het niet daadwerkelijk aanwezig zijn van de medaille, evenals een overlading met bloemen en enkele mooie foto momenten. Al met al wordt uiteindelijk toegezegd dat de medaille alsnog zo spoedig mogelijk aan Hans wordt overgedragen. Later krijgt hij van de heer Van der Vaart, van het Huis van Europa, alsnog een speldje uitgereikt. Een bijzonder speldje, daar dit normaal slechts aan uitzonderlijke studenten met al evenzeer uitzonderlijke verdiensten voor Europa wordt uitgereikt. Een eer die Hans Bienfait in zijn eigen woorden zal proberen hoog te houden.
3
Europrijswinnaar Hans Bienfait (links) met Europarlementariër Hans van Baalen (rechts). Foto: Karen Blanken.
15.30: Mr. Ir. Hans Bienfait, Dankwoord “Wanneer de ogen aan scherpte verliezen, dan wordt de geest scherpziende”. Zo opende Hans Bienfait zijn dankwoord. Een van de spreuken van Socrates, die in de vijftiger jaren – zijn eigen schooltijd – nog in schoolagenda’s stonden, alvorens daar iconen der popcultuur verrezen. Hij doelde hiermee op de vooruitziende blik, de esprit visionnaire, van de nu '70+’ er Gerhard Knies, een van de grondleggers van het Desertec concept. Hans Bienfait gaf aan het als zijn taak gezien te hebben – en nog steeds te zien – om dit scenario, van een waarlijk visionair, naar buiten uit te dragen. Hans Bienfait houdt de ‘fictieve’ medaille omhoog – de medaille was immers nog niet aanwezig, maar hij ging er tot goed gemoed van het publiek creatief mee om. Al wijzend in de lucht benadrukt hij dat deze medaille drie kanten heeft: Europa aan de ene kant, GEZEN aan de andere kant en grootschalige zonuitstraling vanuit de zijkant rondom. Die drie zijn samengekomen tot de vorming van deze Prijs van Europa voor hemzelf. De heer Bienfait vervolgt met een bijzondere dank aan de heer van Baalen, dat hij uit zijn handen – in de ogen van Hans Bienfait evenzeer een visionair – deze medaille heeft mogen ontvangen. Een visionair, omdat hij al in 2009 opriep tot een Arabische lente, zoals we die nu zien. Hans Bienfait is dan ook zeer vereerd van hem de medaille in ontvangst te mogen nemen.
4
Hij gaat door met het danken van hen die hebben bijgedragen, aan het voor hem kunnen worden van Europees burger: Evert du Marchie van Voorthuysen, James Kuipers en Sietse de Haan, de grondleggers van GEZEN en de VZKC. Het was op hun kennis dat hij kon bouwen en vanwaar hij zijn lobbyactiviteiten kon opzetten. Zij waren de rekenmeesters, hij zelf – in zijn eigen bescheiden visie – slechts de spreekbuis. Tot slot uit Hans Bienfait nog een dankwoord naar de heer Sjerp van der Vaart, zijn secretaresse Brigitte Kimman en het Huis van Europa in het algemeen, voor hun slagvaardige inzet bij de organisatie van deze uitreiking.
15.35: Ir. Jan Heetebrij, De Gas-rotonde en CSP Ir. Jan Heetebrij wordt door Evert van Voorthuysen kort geïntroduceerd, met de oproep dat er structureel geïnvesteerd moet worden in een duurzame energie toekomst. Zo’n 1% van het Europese BNP is jarenlang nodig om o.a. Desertec gerealiseerd te krijgen. Jan Heetebrij zal hier een en ander aan ideeën over belichten. Volgens de heer Heetebrij is Noord Afrika het meest geschikte gebied – vanuit een technisch perspectief – om CSP voor Europa in te zetten. Er zijn echter ook maatschappelijke kanten die niet uit het oog verloren moeten worden. Dit is in het belang bij de vraag hoe de visie van Desertec kan worden omgezet in daadwerkelijke praktijk. Hij begint zijn verhaal met zowel de kansen als bedreigingen van Noord Afrika. Olie en gas, zonne-energie en een populatie die snakt naar bedrijvigheid, welvaart en welzijn zijn allen kansen voor de regio en de EU. Ongewenste immigratie en politieke spanningen zijn bedreigingen. Om de ‘bedreigingen’ weg te nemen moet gezocht worden naar mogelijkheden die het leven zowel voor hen als voor ons beter maken. Wanneer we kijken naar de EU, zo vervolgt hij, zien we dat de energiepositie van de EU momenteel niet sterk is: er is grote afhankelijkheid van een beperkt aantal bronnen en een beperkt aantal landen. Alles binnen de EU regelen is vrijwel onmogelijk en hij stelt dan ook openlijk de vraag: “Is fort Europa nog wel te verdedigen?” Vanuit zijn visie zijn er wellicht juist mogelijkheden in samenwerking met juist die gebieden waarvan we ons proberen te verdedigen. We moeten toe naar een situatie waar er samenwerking is, wederzijdse afhankelijkheid en wederzijds begrip. Hij vervolgt dat Noord Afrika op de korte termijn vooral interessant is voor de EU vanwege haar olie en gas voorraden. Op de lange termijn omdat energie via CSP en HVDC (High-Voltage Direct Current elektriciteitstransport) geleverd kan worden. Beiden zijn voor Noord Afrika mogelijkheden tot economische ontwikkeling. De vraag is nu hoe we er voor kunnen zorgen dat de korte termijn kansen de lange termijn kansen versterken en daadwerkelijk de samenwerking en de wederzijdse afhankelijkheid ook op lange termijn
5
kunnen stabiliseren. De oplossing zit in geclausuleerde contracten, aldus de heer Heetebrij: De korte en lange termijn aan elkaar koppelen. Een onderdeel van contracten zou dan worden dat een deel van de opbrengsten van olie en gas – aan beide kanten van het contract – geïnvesteerd worden in lange termijn doelen: De Gas-CSP rotonde. Wanneer zowel Europa als Noord Afrika hierin voorzien, wordt de wederzijdse afhankelijkheid steeds groter en dus ook de samenwerking en het wederzijds begrip. Dit initiële geld kan bovendien gebruikt worden als hefboom, omdat ook banken en dergelijke bij initiële investeringen en lange termijn steun vanuit de overheden, eerder geneigd zullen zijn een project financieel te steunen. Tot nog toe is het resultaat echter onvoldoende. Het wordt tijd hier verandering in te brengen, maar dit is een complexe zaak. Zeker door de Arabische lente stagneren ontwikkelingen, maar het lukt Dii (Desertec Industrial Iniative) toch steeds meer om een profiel te krijgen, juist ook bij de ‘nieuwe’ regeringen. Deze snakken naar mogelijkheden om hun landen verder op te bouwen en hun economieën verder te ontwikkelen. Jan Heetebrij neemt Libië als voorbeeld: een land met grote behoefte aan vernieuwing, welzijn en welvaart en bovendien grote olie- en gasreserves. Tussen Nederland en Libië zijn bovendien al goede contacten en de EU is naarstig op zoek naar wegen tot opbouw na het verdwijnen van Khadaffi. Ondanks dat het VK, Frankrijk en Duitsland hierin de hoofdrollen spelen zijn er ook voor Nederland door bestaande contacten wel degelijk mogelijkheden. Echter, China heeft ook belangen in Libië en die zal ook na de val van Khadaffi haar belangen opnieuw willen vastleggen, dus haast en inzet zijn geboden. Wat betekent dat in de praktijk voor Nederland? Nederland zal zich moeten afvragen of het een rol wil spelen in deze Gas-CSP rotonde. Als dat zo is – de mogelijkheden zijn er – dan zal Nederland moeten kijken of de rol die ze voor zich ziet ook in te passen is bij de verhoudingen, bij wat andere landen en het Dii willen en of er dan voldoende perspectieven zijn. Een doelbewuste keuze, focus, synchronisatie en aansluiting bij het Dii zijn daarin voorwaarden voor succes, maar succes kan er zeker zijn! De heer Heetebrij eindigt met nog een bemoedigende spreuk die ook door zijn leerlingen aan hem is meegegeven om uit te dragen: Vrijheid is het hebben van keuzes om te doen wat noodzakelijk is. Die vrijheid hebben we en het zou zonde zijn als we die vrijheid niet optimaal benutten. 15.55: John Fransen, De toekomst is begonnen, CSP activiteiten van NEM BV De heer Fransen werd door Evert van Voorthuysen geïntroduceerd als vertegenwoordiger van het belangrijkste Nederlandse CSP-bedrijf, naast andere Nederlandse CSP en CPV-bedrijven zoals Keytec, Embaffle, Rexroth Boschgroup, Suncycle en SOLAq.
6
De heer Fransen vertelt ons dat ook bij NEM de toekomst begonnen is en dat hij en zijn team de eervolle en zeer interessante taak hebben dagelijks aan deze toekomst te mogen werken. Hij heeft dit symposium aangegrepen om de activiteiten van NEM op het gebied van CSP verder uit de doeken te doen. De activiteiten van NEM richten zich op twee technieken: parabolische trogspiegels en de zonnetoren met heliostaatspiegels, trough en tower. Dit omdat deze volgens NEM de goedkoopste LCOE 1 zullen opleveren en bovendien de meeste kansen bieden voor NEM onderdelen. NEM is voor het eerst betrokken geraakt met CSP door de Kuryamat centrale in Egypte: een ISCC2 centrale. Voor deze centrale zijn door NEM een warmteeiland, dat de warmte-input van de zonne-collectoren naar de ketel reguleert, en de ketel zelf geleverd. Dit is de basis geweest voor de verdere ontwikkeling. Naar aanleiding van deze ervaringen ontwikkelt NEM nu onder meer een “once through steam generator”, welke tot een hogere efficiëntie leidt en ‘verloren tijd’ vermindert. Daarnaast ontwikkelt NEM een “booster superheater”. Dit onderdeel zorgt ervoor dat stoom – die door de beperkte maximale temperatuur van de thermische olie zelf niet boven de 400 graden kan uitkomen met alleen warmtewisselaars – toch hogere temperaturen kan bereiken. Dit door na warmteoverdracht van de olie een kleine hoeveelheid gas te verstoken en zo de stoom verder te verwarmen. Dit verhoogt de efficiëntie van de turbine. Een laatste belangrijke ontwikkeling is die van “thermal oil heaters”, welke in de ochtend bij kunnen dragen om de thermische olie sneller te verwarmen. Zodoende kan de centrale sneller zonne-energie omzetten in elektriciteit, in plaats van eerst nog de olie in een relatief langzaam proces te moeten voorverwarmen. Wat betreft toren-technologie zijn de activiteiten van NEM vooral gericht op het ontwikkelen van een nieuwe receiver op de top van de toren. De central receiver is een soort ‘omgekeerde’ ketel, wat precies het onderwerp is waar NEM haar voornaamste kennis heeft De heer Fransen vertelt ons dat tijdens het ontwikkelen van deze nieuwe receiver, NEM erachter kwam dat er eigenlijk te weinig kennis aanwezig was over de andere onderdelen om de centrale als geheel goed te kunnen begrijpen – en daar de receiver ook op af te stellen. Om die reden heeft NEM ook de ontwikkeling van een eigen spiegel / heliostaat ter hand genomen. Omdat spiegels 40 – 50 % van de kosten van een centrale zijn, wordt geacht hier nog veel winst te kunnen maken. Zeker wanneer aan wordt genomen dat het een van de weinige onderdelen is waar nog verdere ontwikkelingen kunnen plaatsvinden, omdat de rest van de centrale veelal is gebaseerd op bestaande, uitontwikkelde technieken. De reden dat er nog veel ontwikkeld 1 LCOE = Levelized Cost Of Electricity, kosten per kilowattuur elektriciteit. 2 ISCC = Integrated Solar Combined Cycle, een gasgestookte centrale waarbij overdag een belangrijk deel van de warmte afkomstig is uit geconcentreerde zonnestralen.
7
kan worden aan de spiegel is omdat – en dat moet niet onderschat worden, aldus de heer Fransen – de spiegels niets minder dan high tech instrumenten zijn. De aansturing van de spiegels moet zeer nauwkeurig gebeuren, zeker wanneer een spiegel op vele honderden meters afstand van de toren staat. NEM zoekt naar een oplossing om spiegels / heliostaten te ontwikkelen die een zeer hoge efficiëntie kennen, die 25 jaar mee kunnen gaan en bovendien laag in kosten zijn. Enkele andere specifieke ontwikkelingen bij NEM zijn het verbeteren van de central receiver drum: door de wanden kleiner en dunner te maken kan de stoom veel sneller volledig opgewarmd zijn. Verder valt ook warmte-opslag in de scope van NEM, maar de activiteiten daar zijn nog minder vergevorderd. Tot slot heeft NEM haar eigen solar tool ontwikkeld, om CSP centrales en hun performence op bepaalde locaties te kunnen simuleren. Al met al laat de heer Fransen ons met een warm gevoel achter, dat er toch zeker een stralende toekomst voor CSP ligt, óók voor Nederlandse bedrijven. 16.15: Q&A met de zaal Na een hartelijk dank aan alle sprekers, opent Evert van Voorthuysen de vloer om alle sprekers nog te kunnen bevragen. Er is een verscheidenheid aan vragen gesteld, waaronder een vraag aan de heer van Baalen, of zijn betoog omtrent de positieve bijdragen van zonne-energie voor het leven van de Europese burgers nu betekent dat de VVD ook voorstander van Desertec geworden is. Hierop volgde een uitgebreid doch vooral politiek antwoord, waaruit helaas niet blijkt dat de VVD als partij zich op korte termijn actief in zal zetten voor de realisatie ervan, maar liever de markt voorlopig haar werk laat doen. Een volgende vraag gaat over de gemiddeld ‘hoge leeftijd’ in de zaal; moeten het niet de jongeren zijn die dit gaan realiseren? Vanuit Hans Bienfait volgt een positieve noot hierover, omtrent het Desertec University Network. Tevens wordt er vanuit de zaal aangegeven dat er veel jongeren die op professioneel vlak actief zijn op duurzame energie zich in Nederland in ieder geval verenigd hebben, onder andere in het netwerk YES-DC. Ook een kleine waarschuwing over ‘met de open pet’ richting Noord Afrikaanse landen gaan. Volgens een genodigde uit de zaal zullen deze landen niet staan te springen om te helpen. Volgens Hans Bienfait is dit echter wel degelijk het geval en komen er juist vanuit die landen vragen richting het Dii om onderdeel te kunnen zijn van de ontwikkelingen. Over alle onderwerpen wordt onder het genot van glazen goede wijn, bier en fris en het nuttigen van enkele hapjes nog vrolijk nagepraat bij de borrel die volgde en – zoals het een goede borrel beaamt – ook nog redelijk uitliep.
8