Verslag Manifestatie 29 oktober 2014
Ontwerp Delta.NL Ontwerp op het raakvlak van ruimte en water
Inleiding
werkwijze: slim omgaan met de factor tijd. Wat doen we nu, wat doen we later, wat kunnen anderen toevoegen? Voor de komende fase benadrukt zij het belang van een samenhangend beeld: voorkom dat de deelprogramma’s uiteenvallen in losse projecten.
Nederland kiest een nieuwe aanpak voor de waterveiligheid en de zoetwatervoorziening, op voorstel van de deltacommissaris. Daarmee breekt een nieuwe fase aan: visievorming gaat nu over in uitvoering. Hoe zorgen we ervoor dat Nederland niet alleen veilig en klimaatbestendig blijft, maar ook aantrekkelijk? Die vraag stelde het ministerie van Infrastructuur en Milieu centraal tijdens de Manifestatie Ontwerp Delta.NL.
Luc de Vries (projectmanager Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden) constateert dat zijn deelprogramma de wateropgave in de eerste jaren heel technisch benaderde. Een kantelpunt ontstond toen het programma werd uitgenodigd een ontwerp te maken voor de Internationale Architectuurbiënnale Rotterdam (2012). Zeven ontwerpbureaus kregen opdracht om te verkennen hoe de wateropgave te combineren is met andere ruimtelijke ontwikkelingen in het gebied. De ontwerpers bleken in staat de technische kennis voor buitenstaanders te verbeelden, door in te zoomen op heel concrete situaties. Zij maakten de ruimtelijke consequenties van de wateropgave helder. Daarmee werd het ook voor burgemeesters en wethouders mogelijk mee te doen aan de discussie. De Vries adviseert ruimte te geven aan gemeenten en waterschappen voor ontwerpend onderzoek in de volgende fase.
Als Hans Tijl (directeur Ruimtelijke Ontwikkeling, ministerie van Infrastructuur en Milieu) de 150 deelnemers ’s middags welkom heet in de voormalige scheepswerf, is het debat al in volle gang. Tijdens de excursies in het ochtendprogramma hebben de meeste namelijk al aan de hand van een praktijkvoorbeeld over integraal ontwerpen gesproken (zie bijlage). Hans Tijl benadrukt de nieuwe rol van de rijksoverheid: niet voor de samenleving maar door de samenleving. Ontwerpend onderzoek kan daarbij helpen, door te verbeelden hoe de wateropgave met andere opgaven in een gebied te verbinden is. Het middagprogramma bestaat uit de volgende onderdelen:
Steven Slabbers (directeur Bosch Slabbers) vindt dat het Deltaprogramma alleen oplossingen moet accepteren die werken én waarde toevoegen. Ontwerpen kan als Esperanto dienen om taalbarrières tussen vakgebieden te overbruggen. Slabbers vindt het logisch dat Nederland doorgaat met de huidige strategie voor waterveiligheid: die is na 2000 jaar sleutelen op orde en laat zich goed onderhouden. Andere landen staan soms helemaal aan het begin. Als gidsland moeten we daar niet onze oplossingen, maar de weg naar oplossingen overbrengen, betoogt Slabbers. Ook moeten we de schaduwkanten van onze oplossingen niet verbloemen, maar juist met trots uitdragen: een gidsland is een land dat leert van zijn fouten en andere daarvoor behoedt. En tot slot: een goed koopman vernieuwt regelmatig zijn toonzaal. De Oosterscheldekering is inmiddels een icoon uit het verleden.
• De oogst: drie deskundigen trekken lessen uit hun ervaringen in het Deltaprogramma; • Het vervolg: drie deskundigen geven adviezen voor integraal ontwerpen in de nieuwe fase; • Een gesprek: start van een gezamenlijk gesprek over belangrijke thema’s voor het vervolg.
De oogst Dagvoorzitter Hermen Borst (hoofd Ruimtelijk Ontwerp en plaatsvervangend directeur Ruimtelijke Ontwikkeling, ministerie van Infrastructuur en Milieu) nodigt drie sprekers uit om terug te blikken op de oogst van de afgelopen jaren en lessen te trekken: op welke manier is de ruimtelijke kwaliteit in het Deltaprogramma te borgen?
Het vervolg
Yttje Feddes (directeur Feddes /Olthof Landschapsarchitecten) kan zich voorstellen dat sommigen teleurgesteld zijn, omdat het Deltaprogramma niet voor nieuwe, grootse oplossingen heeft gekozen. De echte vernieuwing van het Deltaprogramma zit volgens haar vooral in het proces. De strategieën borduren voort op de “usual suspects”: de dijken en de pompen. Die strategieën bieden veel kansen om de ruimtelijke kwaliteit te verbeteren, door combinaties te maken met natuur, recreatie en wonen. Feddes is van mening dat herstel van natuurlijke processen ook een doelstelling van het Deltaprogramma had moeten zijn. De grote innovatie van het Deltaprogramma ziet Feddes in de adaptieve
Hoe geven we ruimtelijke kwaliteit concreet vorm in het vervolgproces? Dagvoorzitter Hermen Borst stelt deze vraag aan de directeur van het Hoogwaterbeschermingsprogramma, de dijkgraaf van Waterschap Rivierenland en de Rijksadviseur voor Landschap en Water. Richard Jorissen (programmadirecteur Hoogwaterbeschermingsprogramma) laat zien dat door de nieuwe normen van het Deltaprogramma een grote opgave voor de dijken ontstaat, vooral in het rivierengebied. De onveiligste plekken krijgen prioriteit. Jorissen onderscheidt drie mogelijkheden
2
Een gesprek
om de ruimtelijke kwaliteit te verbeteren. Een ordentelijke landschappelijke inpassing is vaste prik bij een dijkversterking. Voor “meekoppelen” met andere ontwikkelingen is ook financiering van andere partijen nodig. Het accent in de financiering verschuift verder naar andere partijen bij het uitwisselen van een dijkversterking tegen een alternatieve oplossing zoals rivierverruiming. Een minder urgente dijkversterking kan met voorfinanciering van andere partijen versneld aan de beurt komen als dat wenselijk is om kansen voor meekoppelen of uitwisselen te kunnen benutten. Is het ook verantwoord een urgente dijkversterking juist uit te stellen ten behoeve van meekoppelen of uitwisselen? Jorissen vindt dat bestuurders in de regio die vraag moeten beantwoorden. Hij adviseert proactief na te denken over andere opgaven langs de dijk.
Het gesprek begint in de ‘frisse pauze’. De aanwezigen gaan met elkaar in debat en kunnen aanschuiven bij gesprekstafels. Hermen vraagt wat er zoal uit de gesprekstafels is gekomen: Gesprekstafel ‘wat is bereikt’ Nu begint het werk pas echt. Hoe houden we de kennis van Ruimte voor de Rivier vast in de volgende fase? De innovatieve kracht van de markt is in de afgelopen fase onvoldoende benut: laat de markt met oplossingen komen. En leer ook van de kustateliers, daar voelden partijen zich gehoord. Gesprekstafel ‘borging ruimtelijke kwaliteit’ Het Deltaprogramma moet integraal worden uitgevoerd, dat vinden ook de waterbeheerders aan de tafel. Voor nationale kaders is weinig enthousiasme: in MIRT en HWBP zijn al goede handreikingen beschikbaar. Kwaliteitsteams vinden sommigen ‘te veel toetsend’ en anderen juist een ‘goede prikkel voor kwaliteit’. De waterschappen aan tafel maken zich ook zorgen: komt de planning niet in gevaar bij uitgebreide gebiedsprocessen en integraal ontwerp? Zij vragen hier aandacht voor in het vervolgproces.
Roelof Bleker (dijkgraaf Waterschap Rivierenland) vindt dat waterschappen zich nog meer moeten inspannen om de dijk meer waarde voor de samenleving te geven. Dat vraagt heel wat van de organisatie. Om de kracht van marktpartijen te kunnen benutten, moeten waterschappen bijvoorbeeld andere contracten afsluiten en de kwaliteit anders bewaken. Ook het gesprek met bewoners is aan het verschuiven, van informeren naar samen ontwerpen. Bleker pleit ervoor dat waterschappen deskundigheid op het gebied van ruimtelijke kwaliteit in huis halen: we moeten ruimtelijke kwaliteit meer als een kans dan als een hobbel zien. Voorbeelden als de Diefdijk, Munnikenland, Noordwaard en de flexibele kering bij Zaltbommel laten zien dat het werkt. Rekening houden met ruimtelijke kwaliteit moet geen afvinklijstje zijn: we moeten van vinken naar vonken.
Gesprekstafel ‘hoe verder’ De gespreksgenoten pleiten voor een organisatie die gedurende langere tijd (langer dan vier jaar) stuurt, controleert en kaders stelt. In de vervolgfase zou het Deltaprogramma zich ook over kwaliteitsaspecten moeten uitspreken. Dat vraagt ook inzicht in de wisselwerking tussen waterveiligheid en ruimtelijke ontwikkeling, om tot optimale keuzen voor de BV Nederland te komen. En neem af en toe een rustpunt op in de planning: zijn we nog op de goede weg?
Eric Luiten (Rijksadviseur Landschap en Water) constateert dat de opgavenkaart van het Deltaprogramma driekwart van Nederland beslaat. Daaruit blijkt duidelijk dat de wateropgave een ruimtelijke opgave is. Daarom moeten we die opgave koppelen aan opgaven voor bijvoorbeeld natuur, stadsontwikkeling, infrastructuur en de energietransitie. De ruimtelijke ordening moet zich verhouden tot het Deltaprogramma en niet andersom, stelt Luiten. Luiten vindt het Deltaprogramma een complex gezelschapsspel. Dat roept vragen op over wie er aan zet is en wie de echte opdrachtgever is. Het risico bestaat dat de uitkomst vooral een onderhandelingsresultaat is. Om dat te voorkomen, moeten we een ambitie voor kwaliteit formuleren en bewaken. Het Rijk zou daar het voortouw in moeten nemen. Nederland heeft in de vorige eeuw een serie postzegels over de deltawerken uitgegeven. De vraag is: wat zou er op de volgende postzegel moeten staan?
Hermen Borst nodigt de zaal uit om het gesprek gezamenlijk voort te zetten. Blauwdruk of kompas Door maatschappelijke weerstand pakte het Deltaplan anders uit dan oorspronkelijk bedacht. Is daar in het Deltaprogramma ook ruimte voor, vraagt Steef Buijs (Buijs Advies BV). Het Deltaprogramma is een adaptief programma, stelt Yttje Feddes, dus er zullen zeker andere oplossingen ontstaan. Luiten wijst op het concept van uitwisselen: dat geeft kansen voor nieuwe oplossingen binnen de gekozen koers. Ook Bart Parmet (directeur staf Deltacommissaris) is er zeker van dat er andere oplossingen komen: het Deltaprogramma biedt een kader en een kompas. De kracht van de markt Een ondernemer pleit ervoor de creativiteit van ondernemend Nederland te benutten om tot betaalbare oplossingen te komen. In Ruimte voor de Rivier kwam
3
de markt laat aan bod, vindt Yttje Feddes. Voor het Deltaprogramma is een update van de spelregels nodig. Paul Vertegaal (Natuurmonumenten) vreest dat MIRT een traject van overheden onder elkaar wordt. Hij wijst erop dat maatschappelijke organisaties en bureaus het traject kunnen stimuleren.
kies voor vernieuwing in het proces: Ruimte voor de Rivier was prachtig, maar probeer ook eens iets anders. Benoem twaalf testcases, ga met ontwerpateliers het land in. Maak realiteit van de innovatiegedachte en trek daar wat geld voor uit. Het ministerie kan het initiatief nemen, blijf niet hangen in de vraag of dat je rol wel is. Het Deltaprogramma biedt ons een schot voor open doel om kansen te benutten, maar we moeten de bal er wel met zijn allen in schieten.
Rol van ontwerp(ers) Ontwerp is geen doel op zich, stelt Eric Luiten. Maar het levert wel veel op, brengt Henk Ovink (Rebuild by Design) in, als tenminste niet alleen professionals meedoen, maar ook burgers en bestuurders. Yttje Feddes ziet vooral kansen voor ontwerpend onderzoek voor de middellange termijn. Het Delta-atelier kan in een nieuwe vorm de plaats voor ontmoeting en kennisuitwisseling zijn. Zij stelt voor dat in ieder deelprogramma een ontwerpatelier of werkplaats van start gaat. Richard Jorissen nodigt partijen uit om met ruimtelijk ontwerp aan te haken bij de opgaven van het HWBP. Henk Ovink voegt daaraan toe: maak ook eens een ontwerp op programmaniveau in het Hoogwaterbeschermingsprogramma.
Ontwerp Delta.NL Dagvoorzitter Hermen Borst benadrukt dat de discussie met deze dag niet af is: hij gaat juist beginnen. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu wil het debat verder inspireren met een (online) publicatie: 14 essays van deskundigen met verschillende achtergronden over ruimtelijke kwaliteit in het Deltaprogramma, 10 gesprekspunten die de essayisten hiermee agenderen en 52 inzendingen van integrale ontwerpen uit alle hoeken van het land. De online publicatie is te vinden op: www.ontwerpdelta.nl De publicatie laat zien wat we in Nederland kunnen op het gebied van ontwerpen, ruimte en water, zo vat Hermen Borst de inhoud samen. Hij overhandigt een gedrukt exemplaar aan Joke Geldhof (gedeputeerde Noord-Holland), Roelof Bleker (dijkgraaf Waterschap Rivierenland) en Bart Parmet (directeur staf Deltacommissaris):
Succesfactoren en kansen Roelof Bleker brengt de succesfactoren van Ruimte voor de Rivier in herinnering: er was een wettelijke opdracht uitgedrukt in centimeters waterstandsverlaging en ruimtelijke kwaliteit was een van de doelstellingen van het programma. Beide ontbreken nu, dat geeft een andere startpositie in het overleg met andere partijen. Het proces is inderdaad diffuser, beaamt Bart Parmet, maar dat geeft ook nieuwe kansen. Willem-Jan Goossen (Deltaprogramma Rivieren) adviseert voor de start van een MIRT-onderzoek te verkennen welke partijen meedoen.
Joke Geldhof: “In het Deltaprogramma Kust hebben we veel baat gehad bij ontwerpend onderzoek in de kustateliers. Dat heeft onder meer de meegroeiconcepten opgeleverd. We hebben langs de kust geen acuut veiligheidsprobleem, maar wel een probleem met ruimtelijke kwaliteit. Hoe kunnen we ontwerp inzetten om investeerders te verleiden deze “gouden rand” van Nederland mooier te maken en rekening te houden met de wateropgaven op lange termijn?”
Kwaliteit borgen Als je er iets moois van wilt maken, haak dan in. Dat is volgens Luiten de nieuwe inzet van Rijkswaterstaat. Dat vereist een goed kwaliteitskader, zoals Rijkswaterstaat voor de Afsluitdijk heeft laten maken. Een kwaliteitskader kan allerlei vormen hebben, vindt Bart Parmet. In het HWBP is naar zijn mening een goede stap gemaakt met de handreiking ruimtelijke kwaliteit en we kunnen gebruikmaken van de ervaringen in Ruimte voor de Rivier. Kunnen we het proces zo inrichten dat de ruimtelijke kwaliteit, met inzet van ontwerp, gewaarborgd is? Uit de discussie hierover blijkt een duidelijke spanning tussen achteraf toetsen aan een kader (vinken) of vooraf de kwaliteit borgen (vonken). Iemand uit de zaal wijst op de projecten die voor Ontwerp Delta.NL zijn ingediend: maak er gebruik van!
Roelof Bleker: “Het is een heel goed idee om in ateliers aan de slag te gaan met de opgave, en het is nog hartstikke leuk ook. Laten we dat gaan doen.” Bart Parmet: “Het is niet makkelijk om tot besluiten te komen als er geen ramp heeft plaatsgevonden. Het is een prestatie van iedereen die heeft meegedaan, dat dat met het Deltaprogramma is gelukt. De kracht van het ontwerp heeft geholpen om een gezamenlijke taal te ontwikkelen en tot gedeelde ideeën te komen.”
Gewoon beginnen! Henk Ovink krijgt het laatste woord in de discussie. Het is naar zijn idee heel Nederlands om eerst te bediscussiëren wie wat gaat doen en wie erover gaat. We gaan er allemaal over. Ga gewoon beginnen, is zijn pleidooi, en
4
Sfeerimpressie
5
6
7
8
9
10
11
Bijlage: Veldbezoeken ruimte en water in de praktijk Onderdeel van de Manifestatie Ontwerp Delta.NL waren zes veldbezoeken naar plaatsen waar ontwerpen op het raakvlak van water en ruimte in de praktijk te zien is. Daar vond een rondwandeling plaats met tekst en uitleg, onder leiding van betrokken ontwerpers: veel deelnemers kwamen met klei onder de schoenen aan bij het plenaire middagprogramma! De deelnemers van de excursies zijn aan de hand van deze voorbeelden met elkaar in gesprek gegaan over de kansen van integraal ontwerpen in het Deltaprogramma. Dit verslag geeft een samenvatting van de belangrijkste reacties en observaties over de zes veld bezoeken: • Klimaatdijk en jachthavenuitbreiding Streefkerk • Kustwerk Katwijk • Zelfredzaam Eiland van Dordrecht in de praktijk! • Noordwaard • RDM en Heijplaat • Zoetwater
12
Locaties van de veldbezoeken
2
2
3
4
13
4
1
5 6
5 6
Locatie manifestatie Locatie manifestatie Zes veldbezoeken
Zes veldbezoeken RDM en Heijplaat 1 2 3
1
Kustwerk Katwijk
RDM en Heijplaat
Zoetwater
42
Klimaatdijk en jachthavenuitbreiding Kustwerk Katwijk Streefkerk
5
Zelfredzaamheid Eiland van Dordrecht in de praktijk!
3 6
Zoetwater
Noordwaard
4
Klimaatdijk en jachthavenuitbreiding Streefkerk
5
Zelfredzaamheid Eiland van Dordrecht in de praktijk!
6
Noordwaard
13
Klimaatdijk en jachthavenuitbreiding Streefkerk Op dit moment vindt in Streefkerk de aanleg van de klimaatdijk plaats en de uitbreiding van de jachthaven. De werkzaamheden zijn in volle gang. Op locatie kregen de deelnemers een toelichting op de ruimtelijke plannen en ontwikkelingen en bekeken zijn de aanleg van de klimaatdijk en jachthavenuitbreiding. Na een welkom van wethouder Kees Boender van de gemeente Molenwaard presenteerden stedenbouwkundige Robert Arends enlandschapsarchitect Jan Maurits van Linge van Terra Incognita de kansen voor nieuwbouw en openbare ruimtes en andere meekoppelkansen op de klimaatdijk. Dick van der Kooij (contractmanager/ projectjurist) van het Waterschap Rivierenland gaf een algemene toelichting op de dijkverbeteringopgaven langs de Lek. Tot slot gaf Gerjan Westerhof (technisch manager) van het waterschap een presentatie over opvijzelbaar bouwen. Waterschap Rivierenland en Terra Incognita organiseerden samen dit veldbezoek. Reacties & observaties Innovatieve oplossing met brede toepassingsmogelijkheden Grote ingrepen zoals de Zandmotor en de aanpassingen bij de Hondsbossche Zeewering zijn indrukwekkend en internationaal geroemd. Het zijn echter ook de relatief kleine ingrepen zoals deze klimaatdijk die Nederland tot ‘waterland’ maken. De klimaatdijk wordt gezien als een innovatieve oplossing met brede toepassingsmogelijkheden. “Alternatief is een oerdegelijke dijkversterking, een technische oplossing. De aanleg van een klimaatdijk biedt juist vanwege de kansen voor meervoudig ruimtegebruik grote meerwaarde.” Dijkversterking wordt katalysator voor een integraal ontwerp De aanleg van de klimaatdijk is gekoppeld aan andere, lopende ruimtelijke projecten in het dorp, zoals een geplande jachthavenuitbreiding, een nieuwbouwlocatie voor wonen onder aan de dijk en revitalisatie van het winkelgebied. De aanleg van de klimaatdijk heeft als katalysator en aanjager voor andere projecten gediend. De planning van de dijkversterking was leidend en moest worden gehaald. Andere projecten konden daarop aanhaken. “De integrale ontwerpaanpak van het project is geslaagd.” Watermanagers en ruimtelijke ordenaars werken hand in hand Met de aanleg van de klimaatdijk en jachthavenuitbreiding krijgt het dorp Streefkerk zijn historische ligging aan de rivier de Lek terug. Van oudsher was het dorp georiënteerd op de dijk en de rivier. Deze relatie is in de loop der jaren verloren gegaan, mede door dijkversterkingsprojecten in het verleden. “Bij de klimaatdijk in Streefkerk zijn ruimtelijke ordening en watermanagement écht samengegaan, met oog voor de historische context. Door intensief samen te werken blijkt dat er meer mogelijk is dan als iedere partij alleen zijn eigen belangen behartigt.” Onafhankelijke regisseur Het is van belang en nuttig dat er een onafhankelijk regisseur is. Deze staat op de brug tussen alle partijen en vervult een verbindende rol. “Hij of zij moet de taal spreken van alle deelnemers.” Draagvlak creëer je door samen te werken Het is belangrijk dat winkeliers en vastgoedeigenaren in het winkelgebied van Streefkerk aangehaakt blijven bij het proces en juist op dit moment investeren in de gewenste kwaliteitsimpuls voor het dorpscentrum. Hier ligt ook een belangrijke taak voor de gemeente Molenwaard: stimuleren dat de kansen voor het dorp Streefkerk op het juiste moment worden verzilverd. “Burgers en ondernemers zijn nadrukkelijk betrokken bij het planproces. Dit heeft geleid tot een plan met draagvlak. Dit blijkt o.a. uit het feit dat er geen enkel beroep is binnengekomen op het bestemmingsplan.”
14
15
Kustwerk Katwijk In Katwijk komt als op een postzegel alles samen: de aanleg van een dijk en een parkeergarage onder een nieuw duin, verlenging van een uitwateringskanaal en herinrichting van het nieuwe duin en het strand. Van oudsher is Katwijk een vissersdorp. De maatregelen die nu in uitvoering zijn, lossen twee problemen op: een zwakke plek in de kustverdediging en het parkeerprobleem. Een nieuwe dijk aan de zeezijde beschermt het achterland. Deze dijk is bedekt met een 120 meter brede zone van lage duinen. Door deze dijk-in-duinoplossing kan de kustverdediging op sommige plaatsen zelfs lager zijn dan voorheen en blijft de visuele relatie tussen dorp en zee behouden. Afgelopen winter vond de grote zandsuppletie plaats en werden de basaltkeien op de dijk met zand afgedekt. Voorjaar 2015 zal er weinig meer te zien zijn van de ingreep. Katwijk is dan niet alleen veilig, maar het dorp kijkt net als vroeger weer uit op zee. Willemijn Oosterwijk (Arcadis) en Bart Dijk (OKRA landschapsarchitecten) organiseerden het bezoek.
Reacties & observaties Van weerstand naar draagvlak De waterveiligheidsopgave is opgelost met de “dijk-in-duin” en de parkeergarage. Wat verbaasde is het feit dat de combinatie dijk/duin relatief laag kan blijven. Toch moesten de initiatiefnemers heel wat uitleggen aan de plaatselijke bevolking. De mensen in omgeving zagen zo’n muur voor de deur in eerste instantie niet zitten, maar nu de dijkin-dijk er ligt vinden zijn het ook heel mooi. Het project trekt nu veel bekijks bij de Katwijkers. Het is van een schaal die je niet verwacht bij het dorp: het hele kustfront is één bouwput. “Overal mensen die bij de bouwput stonden te kijken. Fiets aan de hand, beetje kijken, beetje kletsen. Mooi gezicht”. Meerwaarde: 1+1=3 Tijdens de presentatie en de wandeling door het projectgebied was er met name veel interesse en verwondering over de complexiteit van het project, het innovatieve karakter van de dijk-in-duinoplossing, de landschappelijke benadering van de ontwerpopgave en de aanwijsbare invloed van stakeholders en omwonenden in het eindresultaat. De nieuwe openbare ruimte is grote winst. Het dorp is erop vooruit gegaan, met meer mogelijkheden om bij het strand te komen en nieuwe wandelmogelijkheden door de duinenrij. En natuurlijk de parkeergarage. ”Hier kun je dus straks in de zomer gewoon heenrijden en parkeren op een steenworp van het strand!“ Aandacht voor materialen en details De duinzone oogt als een royaal opgezet duinpark en ziet er natuurlijk uit. Het materiaalgebruik en de details van de paden zijn sober, met zandkleurige tegels en een boardwalk van houten vlonders. De tegels van het ontwerp van Marlies van Diest voor de boulevard zijn doorgetrokken naar het strand. Opvallend detail: alle strandopgangen wijzen naar het noorden. Zo heeft men minder last van stuifzand. De parkeervoorziening wordt onderdeel van het duinpark: de glazen entrees vormen als het ware doorgesneden duintoppen. “Ik ben onder de indruk van de zorgvuldigheid waarmee ontworpen is, maar ook hoe tijdens de uitvoering het strand gewoon toegankelijk was. Alles ademt integraliteit en dat is vooral het resultaat van de continue inzet van de landschapsarchitect, van planvorming tot uitvoering.”
16
17
Zelfredzaam Eiland van Dordrecht in de praktijk! Dordrecht zoekt naar een optimale combinatie van de drie lagen van meerlaagsveiligheid: preventie (stevige dijken), duurzame ruimtelijke planning en rampenbeheersing. Edwin van Son en Berry Gersonius van de gemeente Dordrecht brachten de bezoekers met de bus en te voet naar de (mogelijke) maatregelen die het Eiland van Dordrecht kunnen beschermen tegen (extreem) hoogwater. Zichtbaar was dat waterveiligheidsmaatregelen ook kunnen bijdragen aan ruimtelijke kwaliteit en de leefbaarheid van de stad.
Reacties & observaties Meerlaagse veiligheid in een historische binnenstad Dordrecht is ver met meerlaagsveiligheid, maar ziet ook beperkingen van het principe. De oude binnenstad is nu nog met meerlaagse veiligheid goed te beschermen, maar in de toekomst wordt een nieuwe kering die de hele oude binnenstad beschermt als onafwendbaar gezien. “Dat wekt het gevoel dat meerlaagsveiligheid voor bestaande bouw een stuk complexer is dan voor nieuwbouw. Dat was wel een nieuw inzicht.”
18
19
Noordwaard De ontpoldering van de Noordwaard is een van de grootste projecten van Ruimte voor de Rivier. Bij hoge waterstanden gaat de rivier door dit gebied stromen. In vijf jaar tijd verandert de polder van binnendijks in buitendijks gebied. Met als vertrekpunt de topografische kaart van 1905 wordt het oude krekenstelsel hersteld. Oude cultuurhistorische elementen, zoals kades en dijken krijgen een accent. In het doorstroomgebied en langs de kreken kan op beperkte schaal (nieuwe) natuur tot ontwikkeling komen. Landschaparchitect Robbert de Koning liet de veranderingen in dit bijzondere gebied zien.
Reacties & observaties Een grootschalig project in uitvoering De excursiegangers gevonden het mooi om te zien dat oude waterlopen weer een functie krijgen voor meer waterveiligheid, dat recreatie een plek krijgt en rekening wordt gehouden met de wensen van bewoners. Het is een grootschalig plan. Er wordt nog nog volop gewerkt aan een grote verscheidenheid aan inrichtingsmaatregelen. Opvallend vond men de complexheid van factoren waar rekening mee moest worden gehouden. “Er zijn wel enkele zaken fout gelopen in de uitvoering. Zoals de hoogte van een aantal bruggen en de niet-bolle uitvoering daarvan. Maar al met al komt het gehele plan eruit te zien zoals bedoeld.” Ruimte bieden voor natuur Het hoogteverschil van soms wel 1,5 meter is de basis voor dit plan geweest. Door het natuurlijke verval gaat het overtollige water ‘extra’ stromen. De natuurontwikkeling is her en der al op gang gekomen, maar geeft pas een echt beeld als de dijken straks worden doorgestoken. Het ontwerp met geulenpatroon is gebaseerd op historische kaarten. “Is er ook ruimte voor (natuurlijke) dynamiek, door ontwikkeling van vegetatie en erosie?” Belangenbehartiging van bewoners De werkzaamheden rond het fort Werkendam laten zien dat rekening gehouden is met de wensen van de bewoners. Dit ‘rekening houden met’ was overigens een sterke rode draad in het hele veldbezoek. De excursiegangers vonden ook de voorzieningen voor de bedrijven die zijn blijven zitten, al dan niet herbouwd op terpen of ingedijkt, heel ruim. “Deze manier van werken zou de basis moeten zijn van alle overheidsprojecten. De overheid moet een goed luisterend oor bieden en van begin af aan voldoende ruimte bieden voor inbreng vanuit de maatschappij en. Het vroegtijdig inschakelen van burgerinitiatieven en daar geheel open voor staan, zou standaard moeten zijn.” Is het plan adaptief? De vraag is of er in het plan voldoende ruimte is voor hogere rivierafvoer en bij veranderende omstandigheden. “Hoe toekomstvast is het ontwerp? “
20
21
RDM en Heijplaat Het RDM-terrein vormt samen met tuindorp Heijplaat een bijzondere enclave in het havengebied van Rotterdam. De Rotterdamsche Droogdok Maatschappij (RDM) werd in 1902 opgericht. De geschiedenis van het tuindorp Heijplaat loopt parallel aan die van de RDM. Het ontwerp was gebaseerd op de Engelse tuindorpen. Het gebied is onderdeel van de grote gebiedsontwikkeling Stadshavens Rotterdam, waarbij oude havengebieden geleidelijk transformeren in een stedelijke omgeving. Een grote uitdaging is het buitendijks bouwen, aangepast aan klimaatsverandering en stijging van de zeespiegel. Gids Wim Bank, verbonden aan RDM Campus, leidde de bezoekers rond in dit typisch Rotterdamse cultureel erfgoed.
Reacties & observaties RDM Campus biedt potenties voor de toekomst De excursie ‘RDM Campus & Heijplaat’ voert vooral langs de Campus bekeken, het voormalig administratiegebouw (nu Academie van Bouwkunst) en het Dokkaffee. In de Campus zijn veel verschillende onderwijsactiviteiten samengebracht in de grote hal. ‘’Mooi om te zien dat veel studenten daar in de praktijk kunnen oefenen met werken in de techniek.” Leegstand als risico Momenteel is slechts 60% verhuurd, waardoor de Campus veel inkomsten misloopt. “De leegstand in de bedrijvenhal van de Campus lijkt problematisch.’’
22
23
Zoetwater Het oppervlaktewater in West-Nederland wordt in tijden van droogte bij Gouda aangevuld met rivierwater uit de Hollandsche IJssel. Als deze getijderivier verzilt, moet de inlaat stilgelegd worden. Dat zal bij klimaatverandering steeds vaker het geval zijn. Tijdens de excursie liet Wim Keijsers (Bureau Nieuwe Gracht) zien hoe de huidige watervoorziening werkt en wat opties voor de toekomst zijn.
Reacties & observaties Op zoek naar perspectief De bezoekers discussiëren over het perspectief voor de zoetwatervoorziening: beperk het normdenken over verziltingspercentages, toon lef en creativiteit. Zoek ook een langetermijnhorizon en accepteer dat je dan te maken krijgt met onzekerheden, pieken en dalen die om een aanpak en/of oplossing vragen. ‘’De leden van het Deltaprogramma zijn bij uitstek degenen om die frisse vorm van denken invulling te geven.’’ Interdisciplianire benadering wenselijk Wat is de beste manier om de problemen aan te pakken? In ieder geval is een meer interdisciplinaire benadering wenselijk: het gaat om meer dan de waterdiscipline. ‘’Door de vraag vanuit meer kanten aan te vliegen, kom je ook tot een optimale besteding van de geoormerkte gemeenschapsgelden.’’ Kwalitatief hoogwaardige kleine stappen noodzakelijk De bus voert langs fijnmazige landschappen. Die vragen om een maatwerkaanpak. Daar passen geen forse megalomane maatregelen zoals wegverbredingen bij, vindt men. Het landschap lijkt dan uiteindelijk misschien wat op een lappendeken, maar dat betekent niet dat het eindresultaat niet mooi is. ‘’Kwalitatief hoogwaardige kleine stappen zijn gewenst, geen zevenmijlslaarzen. ‘’ Koppel korte- en langetermijnmaatregelen aan elkaar De waterschappen zijn al bezig met de maatregelen voor de korte termijn, zoals bij de Waaiersluis. De opgaven voor de langere termijn – met zowel kansen als risico’s - komen dan niet automatisch aan de orde. ‘’Een fraaie uitvoering van de opschaling van de kleinschalige wateraanvoer is beter dan een ‘standaard’ technische uitwerking.’’
24
25
De manifestatie en de (online) publicatie Ontwerp Delta.NL zijn een initiatief van het: Ministerie van Infrastructuur en Milieu Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: Michiel van Dongen (projectleider Ontwerp Delta.NL)
[email protected] De online publicatie is te bekijken op: www.ontwerpdelta.nl
26