Verslag Ledendag 25 november 2015
Dag: Tijd: Locatie:
25 november 2015 13.00 – 17.00 met aansluitend een borrel Het Zuidelijk Toneel, Ringbaan Oost 8, Tilburg
De eerste ledendag van de vereniging was een groot succes. de sfeer was heel goed, de inleidingen heel interessant, de deelgesprekken heel inspirerend en de ingebrachte punten heel concreet. Kortom: de dag heeft voldoende aanknopingspunten opgeleverd die input kunnen leveren voor het activiteitenplan voor 2016. Onze voorzitter Rien van der Vleuten opende de dag met een inleiding waar hij sprak over het belang van Kunst en Cultuur en over de rijkdom die Brabant heeft op het gebied van Kunst en Cultuur. Er is in Brabant in verhouding een groot aantal organisaties en instellingen bezig met Kunst en Cultuur. Het doel van De Kunst van Brabant is het kunst en cultuur klimaat van Brabant te blijven verbeteren. Kunst en Cultuur inspireren de samenleving. De missie van DKvB is de belangen van velen te bundelen en te vertalen naar advisering en beïnvloeding van kunst en cultuur beleid. We staan aan het begin maar zijn toch al redelijk goed verbonden met name met de Provincie en de steunorganisaties. We streven naar meer leden en willen een werkende vereniging zijn. Uitwisseling en connectie maken zijn daarbij belangrijk. En daarmee raakte Rien het doel van de dag. Gastspreker Gedeputeerde Henri Swinkels sprak vervolgens over zijn plannen voor 20162020. De gedeputeerde hield een bevlogen inleiding over hoe hij de komende periode wil invullen. Een aantal aandachtspunten uit zijn bijdrage: - Geen beleidsplannen schrijven maar doen - Kunst en cultuur helpen ons het vermogen in de ander te verplaatsen te ontwikkelen. ‘De wet tot het behoud van nieuwsgierigheid’ wordt door de gedeputeerde geintroduceerd. - Kunst en Cultuur heeft in de huidige maatschappij meer dan ooit de functie van het verbinden - Verbindingen leggen tussen kunst- en culturele instellingen en het bedrijfsleven
Er zijn drie thema’s besproken, ingeleid door een spreker en later in groepen verder bediscussieerd: 1. Artistieke samenwerking Piet Menu (Artistiek Leider Zuidelijk Toneel) verzorgde een inleiding over dit onderwerp en beschreef verschillende fases in samenwerking: 1. De periode waarin artistieke aanbieders er van uit gingen dat mensen graag willen wat jij aanbiedt. Dat betekende bij samenwerkingen dat het eigen gelijk vaak voorop stond. Er werd niet gekeken hoe de samenwerking kan leiden tot gezamelijke meerwaarde. Mensen willen graag samenwerken. Piet illustreerde dit met het voorbeeld van het filmpje over de apen en de doos De Vlaams-Nederlandse samenwerking 2. 1+1=3 Bij samenwerking speelt de vraag: wat ben ik bereid op te geven? Opgeven van identiteit Opgeven van eigen plannen/financien Gezonde portie wantrouwen noodzakelijk in combinatie met Openheid Ideeënfase: 70% geslaagd is ok 3. -
Waarom Samenwerking? Het is noodzakelijk voor draagvlak, speelkansen en financieel Het werkt enthousiasmerend De deelnemers en het product worden er rijker van Je horizon wordt erdoor verbreed Het is duurzaam
4. 5. -
In Brabant: heerst de teneur: eerst bewijzen (in de ideeënfase) Buiten Brabant: Vlaanderen (is vergelijkbaar): Risicovermijdend gedrag Gevoel voor hiërarchie
Groepsgesprek Er werd gesproken over samenwerken in de ideeënfase: - In Brabant wordt minder samengewerkt dan op het eerste oog lijkt. Er wordt samengewerkt om het samenwerken. - Er zou een platform moeten komen om thema’s te delen - Er is sprake van concurrerende belangen, samenwerken doet dus soms pijn - Het is belangrijk om te vertrekken vanuit inhoud en enthousiasme Er werd gesproken over de kansen van samenwerking: - De middelen zijn schaars. Is samenwerking een kans om los te komen van subsidies? - Het bedrijfsleven is heel erg afwachtend. Door samenwerking zouden labs gevormd kunnen worden, waardoor dingen kunnen ontstaan. Dan kan het bedrijfsleven aanhaken. - Talentontwikkeling: scholen kunnen door samenwerking grotere rol spelen - Er is nood aan infrastructuur
Groepsgesprek over Artistieke Samenwerking o.l.v. Piet Menu
2. ZZP-ers: kansen en bedreigingen Jo Houben (directeur Cultuur+Ondernemen) schetste een aantal trends en pijnpunten: - In de Nederlandse Kunsten is 6% van de werknemers zzp-er, tegenover 10% in het algemeen. - Er wordt in de sector veel tijd, budget en belang gestoken in het uitwerken van ideeën. Deze fase wordt overgewaardeerd tov het bedrijfsleven waar sneller wordt overgegaan tot productie. - De opleidingen zijn niet adequaat in het opleiden voor de vraag van morgen - Het werk van morgen gaat vooral over flexibiliteit. Flexibiliteit gedijt alleen bij een stabiele basis, anders vliegt het alle kanten op. Groepsgesprek: Jo Houben geeft aan in het verlengde van zijn plenaire bijdrage dat het culturele veld / de sector verandert. Er ontstaat een grijs gebied tussen werkgelegenheid in de culturele sector
(de gesubsidieerde sector) op basis van vaste contracten, de particuliere sector (bedrijfsleven, vaste contracten) en daartussen een grijs gebied waar gesubsidieerde en particuliere sector elkaar ontmoeten en waar vooral los vaste tijdelijke contracten en opdrachten per project aan de orde zijn. Arbeidsvoorwaarden, rechtszekerheid staan in dat grijze gebied onder druk, er is gebrek aan samenwerking tussen gesubsidieerde sector en particuliere sector. Er ontstaan hybride werkvormen, waarin werknemers deels een vast contract hebben, deels in opdracht als ZZP’er werken. Er is nood aan kleine(re) organisaties die minder overhead en met een kleinere vaste basis (personeel in loondienst) via een flexibele schil op een verantwoorde manier gebruik maken van de diensten van ZZP’ers. Scholing, arbeidsvoorwaarden, organisatiegraad, organisatiemodellen moeten opnieuw worden geformuleerd. Poolvorming van ZZP’ers biedt kansen, hoe en wat moet nog worden uitgevonden. Zorgen over het competentieniveau van de schil ZZPers an sich en in relatie tot de weerbaarheid van de sector. Hoe je als sector de verantwoordelijkheid kan/wil nemen voor dit niveau. 3. Verbindingen met andere domeinen en nieuwe doelgroepen Anastasia van Gennip (zakelijk directeur van Abbemuseum) deed ons in een inspirerend verhaal de ogen openen: hoe je door je in te leven in het perspectief van een ander, je eigen horizon kunt vergroten. Specifieker: door te kijken door de ogen van iemand met een beperking, wordt je eigen belevingswereld groter. Dit is in het van Abbe museum vertaald in het gebruik van een robot, die mensen die aan huis gebonden zijn, rondleidt door het museum. Mensen die door een fysieke beperking niet naar het museum kunnen komen, kunnen toch de tentoonstellingen in het Van Abbemuseum bekijken. Een robot maakt het mogelijk om vanuit hun eigen omgeving het museum en de kunst te ervaren. Iemand kan zelf deze robot besturen door het museum. Er is wel altijd een begeleider voor de robot die ook in gesprek gaat met de “virtuele” bezoeker. Een rondleiding met uitgebreide toelichting op de kunstwerken is ook mogelijk. Dit brengt nieuwe doelgroepen met zich mee en tevens de verbinding met andere domeinen. Groepsgesprek: Meteen werd de vraag gesteld of haar idee naar de podiumkunsten vertaalbaar is. Dat blijkt zeker zo te zijn. Er bestaat ook behoefte, zij het dat het in kleine vorm kostbaar is (dans, theater, muziek voor visueel en auditieve beperkte personen). Er werden voorbeelden genoemd van gebarentaal en boventiteling bij theatervoorstellingen. Maar ook een ontmoeting vooraf met acteurs voor visueel beperken om de acteurs te voelen en de stemmen te leren kennen. Het gaat ook door het product bij de mensen te brengen die niet kunnen komen (zij gaf het voorbeeld van rijdende camera die men vanuit thuis kan bekijken en de app die speciaal voor kinderen is gemaakt). Je kan ook een voorstelling/expositie streamen naar zorginstellingen, met personeel vanuit de kunstinstelling om het effect te vergroten van de beleving (avondje uit). De samenwerking met zorgpartners is van belang, net als design/innovation-partners om ‘tools’ te ontwikkelen die zaken vergemakkelijken. En van belang is natuurlijk dat musea, podia en festivals onderling zaken afspreken om kosten en ontwikkeling gezamenlijk op te pakken.
Groepgesprek over Verbindingen met andere domeinen en nieuwe doelgroepen olv Anastasia van Gennip
De dag werd afgesloten met een borrel met heerlijke Afghaanse hapjes. Tijdens de borrel werden contacten gelegd en ideeën uitgewisseld. Een informele setting is belangrijk voor het elkaar leren kennen en samenwerken. Op een dag als deze komt veel positieve energie vrij. Het is zaak deze energie vast te houden en om te zetten in concrete stappen. Dat wordt gedaan met het activiteitenplan voor 2016, dat zal worden besproken in de eerste ALV van 2016, in februari. Er komt in ieder geval een tweede ledendag, deze wordt gepland in het voorjaar.