logo/kaft reis brochure ontworpen door Lotte Rinkel
VERSLAG JONGERENREIS CLASSIS DEN BOSCH van voorbereiding tot follow up 11-29 JULI 2008 ALKE LIEBICH
DE VOORBEREIDING De jongeren zijn geworven d.m.v. een digitale folder. Deze is verspreid via contactpersonen in de gemeentes van de classis Den Bosch. Na twee informatieavonden volgen de aanmelding en eerste kennismakingsgesprekken met de begeleiding. Doel daarvan was een grove selectie toe te passen, en zonodig een uitgebreide selectie (bij meer aanmeldingen). Voor deze gesprekken is een uur per jongere uitgetrokken. De (beoogde) reisleiding kon zich zo een beeld te maken van de groep. Uiteindelijk hebben zich tien jongeren aangemeld, waarvan twee zich later hebben moeten terugtrekken. Het voorbereidingsprogramma omvatte totaal drie middagen en twee weekenden. In het begin lag de nadruk op kennismaking en groepsvorming. De jongeren hadden hiernaast grote behoefte aan informatie die we hen in de begin fase nog niet zo goed konden geven. In november 2007 was er een ontmoeting met Leta en Fernando, twee studenten uit Ricatla die toen in Amsterdam studeerden. En het spel Africulture confronteerde de groep met de Afrikaanse werkelijkheid. Gaandeweg is het reisprogramma in samenwerking met de jongeren samengesteld. Belangrijk daarvoor was de ontmoeting met Hette Domburg en Petra Doorn in januari 2008. De door de jongeren aangedragen thema’s gezondheidszorg, werken met kinderen, sport en ontspanning hebben een plaats gekregen in het programma. Aan het einde van het voorbereidingstraject kwam de reis zelf, culturele en veiligheidsaspecten daarbij, de persoonlijke thema’s en motivaties van de groep, en de follow up in Nederland aan de orde. De werving en voorbereiding was vooral in handen van Bertram Westera, die zich er hard voor heeft ingezet. Alles was er op gericht dat hij de reis zou begeleiden. Helaas is dat niet doorgegaan, maar we zijn Bertram nog altijd zeer erkentelijk voor zijn voorbereidende werk. Vanaf maart kwam Linda van de Kamp erbij als begeleider en tolk. Zij was nauw bij de voorbereiding betrokken maar kon niet alle bijeenkomsten met de groep bijwonen. De organisatie vanuit de classis lag vanaf februari in handen van Hannie Luiten vanuit kerkinactie, en we hadden ook ondersteuning van het HKI. Voorafgaand aan de reis is Bij en in de boom voor het casa verde een brochure gemaakt met alle informatie voor reizigers en achterblijvers. En toen op weg: de vliegreis ging voorspoedig, maar duurde erg lang.
HET SEMINARIE IN RICATLA: De accommodatie – het casa verde - was uitstekend, precies goed voor onze groep. Ruimte, privacy, eenvoudig met service. Een prima guesthouse. Het seminarie van Ricatla is een goede plaats om te verblijven en in contact te komen met Mozambicanen en hun kerk. Een en ander was perfect geregeld door Hette en Petra: het programma, overleg met studenten en anderen, boodschappen doen, vervoer regelen, verzorging regelen door twee dames uit het dorp (ze hielden ons huis schoon en kookten af en toe voor ons). Er werd gebruik gemaakt van het transport van het seminarie. Dat is prima verlopen en was een goede en veilige weg. Daardoor konden we het geplande programma ook uitvoeren, soms met gepuzzel, en met veel inzet van Hette en Petra. Het transport was ook een mooie kennismaking met het Afrikaanse leven: het busje kon altijd nog voller.
ONTMOETINGEN Een groep van 10-15 studenten was onze belangrijkste ontmoetingsgroep gedurende de hele tijd. Zij spraken allen engels. Niet allen even goed, maar met een tolk (Linda, Hette of Petra) of een woordenboek kwamen we dan verder. De studenten wilden ons heel graag ontmoeten, waren blij met ons als gasten, en nieuwsgierig naar alles. Gesprekken in de bus, Gesprekken naar aanleiding van projecten, Samen afrikaanse en nederlandse
liederen leren, georganiseerde gesprekken in groepjes; gesprekken met de jongeren in het weekend en gezamenlijkheid met de studentengroep.
In de tweede week was er duidelijk een verdieping merkbaar: er was meer nieuwsgierigheid naar elkaars geschiedenis, diepere persoonlijke gesprekken, meer kennismaking met het seminarie, met het leven van de studenten. Zo wilde onze groep meedoen met hun ochtendgebed, want het was hún begin van de ochtend, en de studenten waren inmiddels onze vrienden geworden. Daarvoor stonden we dan ook maar om half acht ’s morgens klaar. De kapel om half acht
Twee keer heeft de Nederlandse groep een ochtendgebed voorbereid. Met veel enthousiasme, voorbereiding tot in de kleine uurtjes, en de onmisbare vertaling door Linda van de Kamp. Een cultuurverschil waar we dan ook maar moeilijk aan konden wennen, was de bijna lege kapel om half acht. Het duurde wel tien minuten tot iedereen er was. ‘Morgen doen wij de dienst, hé? Op tijd zijn!’ Helaas, het hielp niet echt. PROJECTEN Er zijn enkele projecten en instellingen bezocht: het project Renascer ligt tegenover de groet vuilnisbelt van Maputo. Daar krijgen kinderen van de vuilnisbelt en leren een handwerk (vlechten houtbewerking en naaien). Het project bom vizinho (goede buur) heeft tot doel geweld en geweldpotentieel in huis en op straat in te dammen door signalering en bemoeienis vanuit de buurt (goede buren), en door goede contacten met de politie. Er zijn drie instellingen van de gezondheidszorg bezocht, we zijn een dag Maputo ingegaan voor museum, monument en strand, en door enkele Nederlanders is de kunstenaarscoöperatie ced-arte en een alfabetiseringsproject bezocht.
de timmerwerkplaats van Renascer
Heel bijzonder om dat allemaal te leren kennen, en om bij de projecten door de Mozambicanen zo enthousiast als gast ontvangen te worden (soms met muziek en dans), en om dichtbij de zorgen van de mensen te komen, en bij de wijze waarop ze er mee om gaan. Het was ook bijzonder om met de studenten erover te praten: we merkten dat het hen ook inspireert om hiermee kennis te maken. Het bezoek aan de gezondheidspost maakte veel gesprek los over voorlichting en gezinsplanning; er waren discussies over het koloniale verleden en het omgaan met de geschiedenis nu bij het ‘voortrekkersmonument’ in Maputo, en we zagen hun interesse voor maatschappelijke thema’s als geweld en armoede. Op de Nederlandse jongeren heeft de vuilnisbelt grote indruk gemaakt: het feit daar te zijn en daadwerkelijk mensen te zien die er van moeten leven, maar ook het mooie verhaal van de kinderen die nu naar school kunnen gaan en een vak leren, en het verhaal van de leraar die ook ooit van de vuilnisbelt leefde maar inmiddels les geeft aan deze kinderen. Daarnaast was ook de dag met gezondheidszorg en ziekenhuis heel bijzonder: een beetje ‘alle dag’ in Mozambique, soms confronterend. KERKEN De eerste kennismaking met de kerk was de synode van de presbyteriaanse kerk in Chicumbane, op 13 juli. De gemeente van Chicumbane vierde haar 100 jarig bestaan – extra feest. Een lange kerkdienst in de stromende regen, desondanks veel zang en een vrolijke collecte. Het voelde allemaal wat onwennig, maar we waren nieuwsgierig genoeg. Er is een gastgeschenk aangeboden en de groeten uit de kerk in Nederland overgebracht. Later in de eerste week werden bijeenkomsten in de wijken van de gemeente in Ricatla bezocht (vergelijkbaar met een hollandse wijkavond): dat was voor iedereen een prachtige ervaring. In enkele kleine groepen (met mozambicaanse studenten, die in het engels vertaalden) gingen we naar een wijk, bezochten enkele gemeenteleden in hun huizen (vaak rieten hutjes), en werden met zang begroet op de bijeenkomst met bijbelstudie, gesprek en maaltijd. We hebben veel warmte en vreugde ontmoet. Het vertrek er heen en de terugkeer waren prachtig: we vertrokken met per groepje een levende kip in de arm (als gastgeschenk), en keerden terug vol verhalen, en met plastic tassen vol verse vruchten.
Het weekend van 18-20 juli waren we in Magude (Macuvulane) en Antioquia. De regio leeft van de suikerriet – we zagen een fabriek, spoorbaan en huizen in behoorlijke conditie. De regio heeft veel onder de oorlog geleden: een kerkgebouw en andere gebouwen, nog door de zending gebouwd, zijn daardoor verwoest. De gemeente van Macuvulane bouwt nu een nieuwe kerk. In groepjes vlak bij de heilige boom
De twee gemeentes, waar het pastorenechtpaar Américo en Rosa Zavala werkt, hebben een jongerenontmoeting georganiseerd. Vrijdagavond hield pastor Américo een lezing over de geschiedenis van de kerk – we weten nu dat Antioquia de eerste presbyteriaanse gemeente in Mozambique is, gesticht door een uit Zuid Afrika terugkeerde Mozambicaan, die a.h.w. als zendeling terugkwam in zijn geboortestreek. Heel bijzonder dat deze zwarte zendeling aan de basis stond van de huidige presbyteriaanse kerk. En we hoorden met een zekere trots vertellen van een oude heilige boom die vlak bij de kerk staat. Daar is nog steeds een heilige plaats voor de bewoners van de streek. Voor de predikant was dat een voorbeeld van integratie van christelijk geloof en eigen tradities. Zaterdag was de ontmoeting met de jongeren met als thema: jong zijn in Mozambique en Nederland. Opvallendste verschil: de huwelijksmarkt in deze regio van Mozambique, waar de dochter niet trouwt zonder een flinke bruidsprijs voor haar familie op te brengen. Dat soms met ernstige gevolgen: namelijk wanneer de dochter wordt weggeven aan een rijke maar misschien niet de juiste man. En er was verbazing over de kerk in Nederland, waar nauwelijks jongeren zitten. Wat doen jullie daaraan, dat kan toch niet goed gaan! was de reactie. En er werd gelijk een lied gemaakt, met dans erbij, op z’n afrikaans: Ik geloof in mijn God, maar ik
kom toch niet naar de kerk. Maar ik betaal wel. En de opvallendste herkenning over en weer: soms is het moeilijk je plek te krijgen temidden van de volwassenen, en wordt een eigen mening en initiatief van jongeren niet erg gewaardeerd – in de kerk, en ook in de samenleving. Tussendoor werd vooral gezongen: onze groep heeft de Mozambicanen twee nederlandse liederen aangeleerd.
Op zondag splitste de groep zich op: in beide kerken een kerkdienst met gastvoorganger, Hette Domburg en door mij. Mijn engelse preek werd door student Eugenio in het Chizwa vertaald. In de dienst was ook weer een presentatie van ons, gastgeschenken, en veel mensen die hun vreugde uitdrukten dat wij er waren. We hebben in dat weekend de studenten weer anders ontmoet: we waren samen met hen te gast en gingen daardoor meer bij elkaar horen. En ook de ontmoeting tussen de merendeels mannelijke studenten, velen vrijgezel, en de jonge meiden uit de dorpen leverde veel gespreksstof op. Na een zeer warm en enthousiast afscheid vermoeid de reis terug.
Afscheid, getooid met traditionele doekjes
In de tweede week namen de studenten ons mee naar stagegemeentes, zodat we ook de kerk in de stad wat konden leren kennen. In vier gemeentes waren ontmoetingen met vooral vrouwengroepen. Wederom waren we van harte welkom. Wij hadden als onderwerp een gesprek voorbereid over Martha en Maria, als een misschien herkenbaar verhaal voor deze vrouwengoepen. Het gesprek hierover kwam echter niet altijd goed op gang. Het waren ook goede ervaringen van wisselende intensiteit. Het was de wens van de Nederlandse jongeren om iets te doen speciaal voor de kinderen. Daarvoor gingen we later in die week naar het dorpje Boquisso, een van de overige 14 gemeentes van pastor Sive van Ricatla. Het dorp had zwaar te lijden onder de oorlog, vooral doordat de oude
familiestructuur kapot ging. Er is nog steeds weinig samenhang; zo zijn er bijna geen mannen. Deze gaan naar de stad en komen zelden terug. Het dorp ligt ver weg van goede voorzieningen zoals een middelbare school. We kwamen daar in een zeer eenvoudig rieten kerkje en werden weer onthaald met zang en een maaltijd. Door de Nederlanders was een programma voor de kinderen voorbereid: spelletjes, knutselen en snoep. Een groot contrast met deze kerkervaringen was een dienst in een pinksterkerk in Maputo, van de igreja reino universal de deus. Het contrast bestond enerzijds in de relatieve rijkdom (gebouw, stoelen, kerkgangers) en georganiseerdheid, anderzijds inhoudelijk in een opzwepende en vrij dwingende verkondiging. Deze dienst leverde veel gespreksstof op. De aanpak bleef voor ons Nederlanders zeer vreemd en de aantrekkingskracht nauwelijks te begrijpen. Kerkdienst in Ricatla op de laatste zondag: Een afvaardiging van onze groep was aanwezig bij de zondagsschool, en allen waren we in de kerkdienst. In die dienst mocht ik weer preken, vertaald door Eugenio. Ook werd de inzet en vriendschap van Hette en Petra expliciet naar voren gehaald door de predikant; het was heel goed merkbaar hoe zeer hun werk en leven in die gemeenschap gewaardeerd wordt. Ook na de dienst heb ik hierover met mensen gesproken. Men is zendelingen gewend door de aanwezigheid van het seminarie. Maar zij zijn het ‘goede soort’ zendelingen: open, vanuit vriendschap met iedereen, luisterend. Zonder met de eigen mening voorop te lopen, horen zij er werkelijk bij. Er werd weer gekookt voor ons en de overige gemeente, onze laatste grote maaltijd. Met enige weemoed genoten wij er van. Toen ik in de middag een wandeling maakte door het dorp, werd er naar mij gezwaaid en ‘pastora’ geroepen: een speciaal gevoel. De keuken van Ricatla In de kerken wordt de bijbel gelezen in de Afrikaanse talen (Ronga of Changana), en liedbundels gebruikt in Afrikaanse talen. Hier zag ik daadwerkelijk hoe de bijbel in de eigen talen wordt gebruikt. Het was voor mij verrassend te zien dat dit hun werkelijke moedertaal is. De officiële voertaal Portugees is voor vrijwel iedereen een tweede taal, die in de kerk kennelijk nauwelijks gebruikt wordt. Ik vermoed dat de bijbels en bundels generaties lang meegaan – ze zien er vaak beduimeld uit. Goed dat instellingen als het NBG helpen bij het vertalen en drukken van bijbels.
BEGELEIDING Linda van de Kamp en ik bekommerden ons om de groep Nederlanders. Feitelijk waren Hette Domburg en Petra Doorn vrijwel altijd deel van de begeleiding en namen ook deel aan gesprekken en evaluaties. Er was overleg met z’n vieren over het programma, taakverdeling en het reilen en zeilen. Regelmatig hebben we als groep tijd genomen om door te praten. Oorspronkelijk zouden wat dat elke dag doen; dat lukte echter niet. Ca. vier keer hebben we als reisgezelschap uitvoerig gesproken, met aandacht voor iedereen, de ervaringen, vragen, irritaties en wensen. Dat had verschillende doelen: in het begin de verwachtingen afstemmen en kijken hoe het met iedereen gaat. Later, na de eerste week, meer verdiepend: welke open vragen zijn er, wat begrijp je niet, soms uitspreken van frustraties en proberen een stapje verder in de het gesprek; wat mis je nog? In het begin van de tweede week deden we dat ook nog samen met de studenten; het leverde een verdiepte ronde gesprekken en onderwerpen op. Wederzijds proeven aan culturen: te gast in het casa verde, bij hutspot en pannenkoeken
Het was even wennen aan wat er van ons als gasten werd verwacht. In het voorbereidingstraject was er aandacht voor het geloof, en voor de verwachting dat wij daar als gasten in een zeer gelovige gemeenschap zouden komen. Toch bleek dat moeilijk voor te bereiden: wat die situatie betekende, en hoe dit voor een ieder voelt, dat merkten we pas ter plaatse. Een en ander werd vooral ervaren bij het gebed. Dat ik als predikant werd gevraagd of ik wil bidden verbaasde me niet; ik merkte eerst niet dat dit ook aan de jongeren werd gevraagd. Dat bracht grote verlegenheid teweeg, ‘dat zijn wij niet gewend, dat moeten ze toch kunnen begrijpen’. Gaandeweg kon de groep daar flexibeler mee omgaan. In de reisbrochure stonden enkele gebeden die al dan niet aangepast gebruikt konden worden – dat hielp mee om een weg te vinden. FOLLOW UP Als ik nu iets zeg over wat de reis voor de jongeren betekende moet ik ze zelf aan het woord laten. Daarom eerst een paar citaten van de reizigers zelf, uit onze eerste bijeenkomst ruim vier weken na de reis: - Ik relativeer meer de rijkdom en de armoede; je kunt met weinig gelukkig zijn; gezeur in de Nederlandse samenleving relativeren; waarde van liefde en vriendschap - mijn manier van geloven is goed genoeg, hier wil ik mee door. Ik heb wel ervaren dat praten over God prettig is.
- Ik ben me bewuster van wat ik zelf geloof en voel daar meer rust in, prettig. meer vertrouwen gekregen. Ik kan me beter inleven in andere manieren van geloven. - Ik kan beter relativeren; ik heb persoonlijk meer rust gevonden. Ok grenzen verlegd en nieuwe kwaliteiten ontdekt waardoor ik zelfverzekerder ben geworden. - Vriendschap! Ik voel me een gelukkiger persoon door de liefde en het geluk dat ik heb gezien. Alle jongeren hebben iets gedaan wat zij nog nooit eerder hebben gedaan, vaak in gelovig opzicht. Met elkaar een lied instuderen en dus voorzingen, een ochtendgebed met overweging voorbereiden en houden, hardop bidden. Het was bijzonder om dat te zien, en voorafgaand misschien nog bijzonderder: om te zien hoe de jongeren op zoek gingen naar hun eigen traditie, hoe zochten uit hun geheugen en uit boekjes naar liederen die ze de Mozambicanen wilden leren, en hoe ze enthousiast aan de slag gingen om een ochtengebed in elkaar te zetten, druk in de bijbel bladerend. Mijn rol beperkte zich tot vraagbaak: Alke, er is toch een
verhaal over … weet jij waar dat staat? Ook die drive ontstond pas tijdens de reis. Voor de meesten geldt nu dat zij (weer) werk willen maken van hun geloof. In persoonlijk opzicht zullen deze dingen belangrijk blijven, al gaat het leven met alle uitdagingen en plannen wel verder natuurlijk. Daarnaast is er de fondswerving en inhoudelijke follow up. In overleg met Hette en Petra hebben we als project gekozen voor de huisvesting van de studenten: meubilair, matrassen, klamboes, evt. ook meubels laten maken enzovoorts. Op dit moment worden met veel inzet van de groep twee benefietavonden voorbereid in Oss en in Den Bosch. Tenslotte zijn er natuurlijk geplande bezoeken aan groepen in de gemeentes. Dus we zijn er nog lang niet mee klaar. Deze boom is met vruchten volgehangen bij de afscheidsbijeenkomst met de studenten. Hij is in Ricatla gebleven – daar zijn de vruchten gegroeid. Enkele teksten: *The ability to cross differences between our worlds. *Share in culture, share in believe, but most of all share in basic persons, in humanity. *Friendship and Love. *Love casts out fears. *Together we become one. together we are one. together we stay one. *I learned so much here, I’ll keep this always in my memory. *We sing together one table as brothers. It was beautiful. *I know the big importance of sharing experience. *We are bananas. Bananas grow to the sun. In two weeks we have grown to the sky. *Union of the people of different colours and languages. *Many languages but belonging to one God. *Unity in the spirit.
EVALUATIE Het is een behoorlijk proces alles bij elkaar die ik van begin tot einde heb meegemaakt. Kijkend naar de plannen en resultaten, een paar opmerkingen. - de grootte van de groep viel eerst wat tegen, maar ik ben blij dat het niet meer waren. Het ging goed zo met acht mensen: je blijft op elkaar betrokken. - De werving kan beter voor de zomerperiode liggen. - Het tijdsbeslag van de voorbereiding schrikt waarschijnlijk af en gaf ook problemen (er was daardoor een afvaller). Maar veel korter kon het eigenlijk niet; twee weekenden lijkt mij het minimum. - M.b.t. de voorbereiding: aan het begin meer info uit en over het land; - M.b.t. de voorbereiding: het geloofsthema was een rode draad maar kon nog niet goed landen bij de jongeren. Dat gebeurde pas tijdens de reis. Niet erg, maar met een nog iets nadrukkelijkere voorbereiding was de ‘culture shock’ misschien iets makkelijker te verwerken. - Ik had vaker een rustige dagafsluiting willen plannen, met ruimte voor persoonlijke ervaring en voor geloof. Dat lukte niet zo omdat het programma vrij vol was en vaak (voor mij onverwacht) lang duurde. De reflectiemomenten kwamen daardoor af en toe in het gedrang. - De wisseling van Bertram naar Hannie en de onduidelijkheden daarbij vond ik niet gelukkig. Maar het heeft uiteindelijk geen nadelige gevolgen gehad, en Hannie heeft uitstekend voor ons gezorgd. Dank! - Linda van de Kamp als tweede begeleider was een prima keuze. Een en ander ging gemakkelijk, al blijft het jammer dat zij niet van begin af aan deel was van het proces. - De begeleiding was een goede mix: het was goed om een pastor erbij te hebben met de skills om invulling te geven aan geloofsverdieping en ideeën te hebben voor groepsgesprekken, en het was goed om mensen erbij te hebben (Petra, Hette en Linda) die meer culturele uitleg en verdieping konden geven. - Voor een mogelijke herhaling van een bezoek aan Ricatla zou het een overweging kunnen zijn om ook een NL-theologiestudent mee te laten komen. De studenten van Ricatla hadden gehoopt op uitwisseling met studenten Theologie. - de begeleiding door de classicale klankgroep is tot nu toe buiten beschouwing gebleven. Er is ook daaraan door Hannie hard gewerkt en uiteindelijk zijn er goede afspraken gemaakt over bereikbaarheid, kalamiteiten en dergelijke. Gelukkig was hiervan niets nodig. Volgens mij was alles wel goed geregeld. - Even was er zorg om de paspoorten, die door de visa dienst verstuurd zouden worden. Ik had hierover contact met Atie de Vos. De paspoorten kwamen uiteindelijk een dag voor vertrek aan. - Alles ging wonderwel heel goed. Dat we ook gewoon geluk hadden, bleek wel toen nog geen wek na vertrek te stroom, en dus ook de waterpomp, uitviel … - Nogmaals een grote pluim voor Hette en Petra: zij hebben werkelijk alle voorwaarden ter plaatste geschapen voor ons verblijf waren nauw betrokken bij de reis: van het kiezen van het de gordijnen, tot het aanschuiven bij een
boterham met hagelslag. We waren er heel blij mee en realiseren ons dat dit voor hen werkelijk topsport was. Wat mij betreft wordt het goud! We hebben dus veel geleerd en ontdekt over de vreemde ander, en over het eigen geloof en geloven wereldwijd. Als predikant heb ik ook bijzondere ervaringen opgedaan. Soms heb ik het als topsport ervaren. Maar het welkom en de verbondenheid in Christus hebben mij diep geraakt – en laten mij scherper zien hoeveel in onze kerken draait om organisatie, voorwaarden, verwachtingen, spullen. Het lijkt wel of die tussen ons in, en tussen God en ons in staan. Alke Liebich Oss september 2008
De kaft van de brochure, achterkant