Verslag consultatieve bijeenkomst Coalitie voor Inclusie 11 februari 2016 in het stadhuis van Woerden. Welkomstwoord en bijpraten over de ratificatie van het VNverdrag door Jenny Goldschmidt, voorzitter van het bestuur van de Coalitie. Jenny bedankt wethouder Yolan Koster en de gemeente Woerden voor de gastvrije ontvangst. Ze is erg blij met de opkomst van ongeveer 100 mensen. Jenny is sinds een paar maanden voorzitter van het bestuur van de Coalitie. Ze is sinds kort gepensioneerd na een werkzaam leven als onder andere hoogleraar mensenrechten. Disability (handicap) en gelijke behandeling zijn belangrijke thema’s in haar leven. Ook op persoonlijk vlak. Ze is doof en heeft een cochleair implantaat. De Coalitie is geen organisatie maar een beweging van mensen en organisaties die allemaal op hun eigen manier bezig zijn met inclusie. Het bestuur ziet zich als buitenboordmotor van deze beweging, ze beheert de financiën en ondersteunt initiatieven. Hoe meer mensen en organisaties erbij betrokken zijn hoe beter, want inclusie is van ons allemaal. Er is behoefte aan meer donateurs. Niet alleen personen die zich inzetten maar ook organisaties zoals bijvoorbeeld werkgevers en gemeenten. Oproep aan alle deelnemers: werf allen 1 nieuwe donateur, dan zijn we volgend jaar met dubbel zoveel mensen. Onze VN-Ambassadeurs kunnen nu al veel. Maar om cursussen te kunnen volgen en kennis te delen is geld nodig. Geld en mensen met kennis en ervaringsdeskundigheid die inclusie willen bevorderen zijn hard nodig. De Coalitie voor Inclusie is begonnen met en rondom het VN-verdrag. Nu de ratificatie van het verdrag eraan komt kunnen we niet achterover leunen. Het begint juist met de uitvoering ervan. We moeten zorgen dat het verdrag handen en voeten krijgt. Dat inclusie gewoon wordt, dat we er niet elke keer een beroep op hoeven doen. In het jaarverslag 2013-2015 heeft iedereen kunnen lezen hoeveel activiteiten we hebben ontplooid. Er zijn veel bijeenkomsten geweest en ook donateurs geworven. Er zijn VN-panels gestart. In sommige gemeenten is veel bereikt omdat mensen vroegen: Hoe staat het nu met het VN-verdrag in onze gemeente? Hoe staat het nu met de ratificatie? De Tweede Kamer heeft de ratificatiewet aangenomen. Deze liggen nu in bij de Eerste Kamer. De Eerste Kamer kan geen amendementen meer indienen. Ze kunnen wel aanscherpen en boodschappen meegeven. Bijvoorbeeld dat het Optioneel Protocol getekend moet worden. Dit is een aanhangsel van het verdrag dat bepaalt dat mensen een klacht kunnen indienen. Dat recht hebben we nog niet want dat heeft Nederland niet ondertekend. We hebben als koninkrijk ook een verantwoording voor Caribisch Nederland, en een aantal moties zijn niet aanvaard door de Tweede Kamer. Denk aan steun voor mensen met een visuele of verstandelijke beperking in het stemlokaal. De Eerste Kamer kan nog benadrukken dat het belangrijk is dat iedereen op alle gebieden meedoet. Een samenvatting van de plussen van de ratificatiewet. Er is veel en serieus over gesproken in de Tweede Kamer en uiteindelijk met algemene stemmen aangenomen. Een belangrijke motie om Algemene Toegankelijkheid te regelen is ingediend door Otwin van Dijk. Hierin wordt gesteld dat eerst algemene maatregelen moeten worden genomen om toegankelijkheid te regelen en als dat niet voldoende is, moeten individuele maatregelen worden genomen. Dit moet nog verder worden uitgewerkt in een Algemene Maatregel van Bestuur. De gemeente kan, als ze echt openstaat voor inclusie, een belangrijke rol spelen door middel van de Participatiewet. De centrale overheid moet de gemeenten hierin ondersteunen en monitoren of dit goed gebeurt. De overheid als geheel blijft verantwoordelijk voor een goede uitvoering van het VN-verdrag. Ze kan dit niet wegzetten naar het maatschappelijk veld (werkgevers, onderwijs, sportverenigingen, winkeliers etc). Het plan van aanpak van het Ministerie van VWS is te vaag. De structuur is nog steeds niet helder. Implementatie moet van de overheid komen! De Coalitie als beweging wil graag participeren (meedoen) maar kan het niet uitvoeren tenzij de overheid zorgt voor goede regelgeving en geld. 1 Coalitie voor Inclusie – consultatieve bijeenkomst Woerden 11 februari 2016
(vervolg Welkom en bijpraten over de ratificatie van het VN verdrag) Samenvattend: de uitvoering moet goed geregeld worden maar de verantwoordelijkheid hiervoor moet van de overheid blijven. Veel informatie is te vinden op de website www.vnverdragwaarmaken.nl. De Alliantie voor de implementatie van het VN-verdrag - waarin de Coalitie samenwerkt met Ieder(in), LPGGz, Per Saldo, en LFB - gaat verder in gesprek met de overheid om te pleiten voor alle belangrijke punten waar we als Coalitie voor staan. Er is bijvoorbeeld een brief gestuurd naar de Eerste Kamer. De betekenis van het VN-verdrag is dat het autonomie, gelijkheid en participatie mogelijk maakt. Dit zijn geen nieuwe rechten. Al deze rechten staan in andere verdragen die Nederland al lang heeft geratificeerd. Het VN-verdrag is een instrument om deze rechten duidelijker te omschrijven. Dat een handicap pas een belemmering wordt als de juiste aanpassingen of ondersteuning ontbreken. Dat uitvoering niet over ons en niet zonder ons mag gaan. We hebben de kennis en ervaring en kunnen de oplossingen aandragen. Jenny benadrukt wel dat ratificatie niet meteen alles zal oplossen. De kracht van de Coalitie is om te laten zien wat wel kan, hoeveel er kan en dat dit niet altijd geld hoeft te kosten. We willen vooral vertrouwen krijgen, zoals ook de mensen van Wij Staan Op! het omschrijven in hun manifest. En als we dat vertrouwen beschamen mag je ons daarop aanspreken. Het verdrag kan worden ingezet in gemeenten, organisaties. In de rechtszaal kunnen we proefprocessen voeren op basis van het VN-verdrag. Dat gebeurt nu al in een zaak van een dove man tegen het UWV. Dat doet de Coalitie als voorvechter en ondersteuner en ook door te monitoren. We werken samen in de Alliantie en met het College Rechten van de Mens. We zijn geen ‘vaste’ organisatie, maar kunnen tegen de stroom inroeien als we denken dat dit echt belangrijk is. We zijn afhankelijk van VN Ambassadeurs en donateurs. De rol van de VN Ambassadeurs zal belangrijker worden. We willen verder met de VN Panels. We willen aan de ene kant informatie vanuit de maatschappij krijgen over wat er nog niet goed gaat. En we willen advies geven hoe het beter kan. Hoe we dit willen doen en wat we gaan doen zijn de belangrijkste vragen vandaag. Het bestuur van de Coalitie is vooral dienstbaar. Ze ondersteunt initiatieven en haalt subsidies binnen voor projecten. In de verschillende gespreksgroepen gaan we kijken wat we de komende tijd gaan doen, wat de prioriteiten zijn en wat ervoor nodig is om dit waar te maken. Tijd voor vragen: Wat zou de uitkomst van de gespreksronden moeten zijn? We zoeken een manier om de kennis en talenten van de VN Ambassadeurs te bundelen zonder dat de kracht van de beweging verloren gaat. We hebben hierover in het bestuur gesproken en willen ons idee erover voorleggen. We hopen dat we aan het eind van de middag weten wat de deelnemers ervan vinden en dat we dat kunnen vertalen in een uitgewerkt voorstel. Zijn er een mogelijkheden om de VN Ambassadeurs op te leiden zodat ze een goede presentatie kunnen geven? We kunnen niet de Ambassadeurs bundelen en ze het vervolgens zelf maar laten uitzoeken. Er is wel informatie te vinden op de website www.vnverdragwaarmaken.nl maar er is geen standaard voorlichtingspakket. Er is behoefte om kennis te delen maar ook om meer te weten over de inhoud van het VN-verdrag. En om te weten hoe je dingen aanpakt, hoe maak je een presentatie bijvoorbeeld? De Coalitie wil graag van de Ambassadeurs horen wat ze willen en hoe. Er moet geld worden gezocht voor deskundigheidsbevordering, maar eerste willen we weten wat nodig is. Heeft de Coalitie contact met AVI Aandacht voor Iedereen? AVI is een programma van het ministerie van VWS. We zoeken contact met zoveel mogelijk organisaties. We zijn ook bezig om het VN Vertelpunt onder de aandacht te brengen zodat de verhalen van mensen worden gebundeld. De AVI biedt aan om mee te denken bijvoorbeeld over een standaardpresentatie. Jenny vindt dit een prachtig aanbod tot samenwerking. PGO support kan ook gevraagd worden om een cursus op maat te maken. AVI heeft niet het VN-verdrag als uitgangspunt – dat is een hinderpaal bij samenwerking, maar op lokaal niveau is samenwerking wellicht wel mogelijk. Er wordt gevraagd of de gegevens van de deelnemers uitgewisseld kunnen worden want dan kunnen we op lokaal niveau samenwerken! Ja, dat kan. 2 Coalitie voor Inclusie – consultatieve bijeenkomst Woerden 11 februari 2016
(vervolg Welkom en bijpraten over de ratificatie van het VN verdrag) Heeft de Coalitie voor Inclusie tips bij het maken van een lokale inclusieagenda? De rol van de Ambassadeurs is aan het veranderen. Eerst ging het om aandacht vragen voor het VN-verdrag, nu om te helpen bij de uitvoering. De vraag voor tips en bijvoorbeeld een standaardpresentatie is niet alleen een vraag voor het bestuur maar geldt juist voor de hele zaal. Hoe kunnen we elkaar bereiken, hoe kan informatie jou bereiken? Het bestuur heeft een aanvraag ingediend bij een aantal fondsen om de Ambassadeurs verder te scholen. Er zijn 3 fondsen met interesse. We hopen dat we in het voorjaar antwoord krijgen. Als het doorgaat kunnen we de komende 2 jaar de Ambassadeurs ondersteunen. De vraag: Hoe werkt de lokale inclusieagenda, zit in dat project. Het zou mooi zijn als de groep niet-Nederlanders ook aandacht krijgt, speciaal benoemd en betrokken wordt, want de Coalitie lijkt nu te ‘wit’. Het is belangrijk dat concreet wordt omschreven wat nodig is wat nodig is om mee te kunnen doen. Bijvoorbeeld aangeven dat glazen deuren niet werken voor mensen met een visuele beperking. Niet vaag blijven. Beleidsmakers laten ervaren hoe het is om een handicap te hebben (laten rondlopen met een zwarte bril) De mogelijkheid wordt geopperd dat mensen op de website kunnen aangeven wat ze te bieden hebben, of kunnen vragen wat ze nodig hebben. Afscheid Heleen Hartholt Tijdens de bijeenkomst hebben we feestelijk afscheid genomen van Heleen Hartholt. Ze was sinds de oprichting werkzaam als coördinator van de Coalitie. Heleen is van grote waarde geweest voor de Coalitie, als inspirator, verbinder en aanjager. Gelukkig blijft ze op een andere manier betrokken bij het Coalitiewerk. Heleen’s werkzaamheden zullen worden uitgezet in het netwerk van de Coalitie. Het secretariaat wordt bemenst door Eline Groenheijde.
3 Coalitie voor Inclusie – consultatieve bijeenkomst Woerden 11 februari 2016
VERSLAGEN van de SUBGROEPEN ORGANISATIE EN STRUCTUUR COALITIE VAN INCLUSIE – Patty van Belle en Marc Hofstra Idee/voorstel: Een mogelijkheid om de samenwerking en het contact te verbeteren zou kunnen zijn: een “schil” van actieve deelnemers/vertegenwoordigers/ambassadeurs rondom het bestuur. Een soort “Ledenraad” (ook al zijn er formeel geen leden) van deelnemers uit de achterban waar het bestuur geregeld (bijvoorbeeld 2 x per jaar) mee overlegd over het te voeren beleid en het werkplan. Het werkplan wordt uitgevoerd door deze “Ledenraad” in actieve samenwerking met het netwerk dat de Coalitie vormt. Zo wordt de achterban beter gehoord door en betrokken bij het bestuur en kan het bestuur beter in spelen op wat er leeft en waar behoefte aan is. De deelnemers waren niet zeer gecharmeerd van het idee een soort ledenraad in te stellen; “Dan wordt het nog meer en teveel een vereniging en het moet een beweging/netwerk blijven”. Wel was men het zeer eens dat het bestuur niet alles moet doen en dat er meer kan en moet met en in het veld en bij de “leden”. “Gewoon de mensen in het veld veel meer vragen het zelf te regelen”. “Bestuur: concentreer je op de landelijke vertegenwoordiging, lobby, beleid (svp heldere doelen voor de komende tijd formuleren), delen van informatie en kennis en financiën van centrale taken en projecten”. Door velen werd het nut en belang onderstreept van het: Beter opleiden van en kennis beschikbaar stellen voor de ambassadeurs (nu onvoldoende materiaal/coaching); open vraag is nog wel: eisen stellen aan de ambassadeurs? Veel meer gebruik maken van het netwerk en netwerken binnen het netwerk (er is zoveel kennis en er zijn zoveel thema’s en/of regio’s/plaatsen waar al netwerken zijn; sluit daarop aan! Overal en in alle activiteiten en netwerken meer betrekken van ervaringsdeskundigen (nu te vaak buiten spel) Voor verschillende thema’s (onderwijs, werk, zorg, toegankelijkheid, verstandelijk, lichamelijk) en regio’s (provincies, gemeenten) mensen zoeken die daarvoor aanspreekpunt/ambassadeur willen en kunnen zijn. Belangrijke ingrediënten voor de organisatorische vormgeving: Beschouw elkaar als bondgenoten. Ook in de Coalitie zelf. Geen wij/zij – bestuur/leden. Vul elkaar aan. Bewaak de doelstellingen: zorg voor een heldere visie en missie. Het bestuur bewaakt en controleert de financiën. Deelnemen aan een netwerkorganisatie: waarom ga je dit doen? Het doel moet helder zijn. VN Ambassadeurs die de doelstellingen van de Coalitie handen en voeten geven. Kenniskringen: kennis inzichtelijk maken en delen. Lobby is heel belangrijk. Dit kan het bestuur doen maar ook door anderen gebeuren. Inzichtelijk maken wie wat doet. Zie ook de opmerking over netwerken. Overheidscontacten: Jenny, als voorzitter en boegbeeld van de Coaltie, altijd in samenwerking met anderen. Nieuwe coalities: Hoe herkennen zij zich in de Coalitie voor Inclusie?
4 Coalitie voor Inclusie – consultatieve bijeenkomst Woerden 11 februari 2016
MONITORING – Jenny Golschmidt en Nienke van der Veen. In de Alliantie voor de implementatie van het VN-verdrag werkt de Coalitie samen met Ieder(in), LPGGz, Per Saldo, en LFB voor een zorgvuldige ratificatie en daadkrachtige implementatie. Uitgangspunt is de gemeenschappelijke kracht en niet de verschillen. Doelen zijn een sterke lobby vormen naar politiek en overheid, meewerken bij de uitvoering van het verdrag en monitoren of de uitvoering goed verloopt. De Alliantie wil anderen bij dit proces betrekken. Er worden 3 ontwikkelgroepen in het leven geroepen: - Monitoring en Rapportage. De Coalitie is trekker van de Monitoring groep. - Proefprocessen en jurisprudentie. - Samenwerking met en toerusting van mensen met een beperking, aandoening of chronische ziekte en hun netwerken en organisaties. Als het VN-verdrag geratificeerd is, verwachten de Verenigde Naties na 2 jaar een rapport hoe Nederland het verdrag uitvoert. De regering zal rapporteren, en een alternatieve rapportage wordt gemaakt het College Rechten van de Mens. Om ook de ervaringen van mensen met een beperking te kunnen rapporteren, zal de Coalitie verhalen verzamelen voor de zogenaamde schaduwrapportage. Momenteel wordt gekeken hoe je lokaal die verhalen bijeen krijgt en daarna verspreid. De verhalen maken duidelijk waar de lokale pijnpunten liggen en worden opgenomen de rapportage. Voor wethouders en ambtenaren kan dit waardevolle informatie zijn. Er zullen ook tegenstrijdige belangen zijn in een gemeente. Het lokale belang kan botsen met specifieke belangen. De verhalen die verzameld worden gaan over: wat gebeurt er, waar loop je tegen aan? Niet alleen personen kunnen rapporteren, ook organisaties en overheden. De manier van verzamelen moet gestructureerd gaan waardoor de gegevens uitwisselbaar worden. In de werkgroep Monitoring en Rapportage worden de verhalen samengebracht, in relatie gebracht met de verplichtingen vanuit het VN-verdrag, en wordt benoemd waar de knelpunten zitten. Veel gemeenten maken een lokale inclusie agenda. Hoe ga je daarover in je gemeente met elkaar in gesprek? We leren veel van de rapportages van de andere mensenrechtenverdragen, bijvoorbeeld het kinderrechtenverdrag. Maatschappelijke organisaties hadden veel zorgen nu veel taken en verantwoordelijkheden werden overgeheveld naar de gemeente. De overheid werd aangesproken op systeemverantwoordelijkheid, maar de lokale uitwerking blijft een belangrijk gespreksonderwerp. Om inclusie een solide basis te geven moeten we het als verplichting formuleren. En niet verwateren door allerlei beperkende bewoordingen zoals de regering heeft gedaan bij de behandeling van het verdrag in de Tweede Kamer. Het is van belang om individuele ervaringen tegen het verdrag aan te leggen om er verbanden op lokaal niveau uit te halen. De schaduwrapportage is nodig omdat het goed is om naar je eigen bewijsmateriaal op zoek te gaan, en niet alleen uit te gaan van door anderen verzamelde cijfers. Het VN Verhalenpunt verzamelt verhalen op een open manier en analyseert ze waardoor je meer kunt doen met die ervaringen. Ze moeten worden gezien in het kader van schendingen van mensenrechten. Het gaat dus niet om reacties op politiek beleid of kortingen op voorzieningen. Het amendement van Otwin van Dijk op de Algemene Toegankelijkheid is een omslagpunt in het denken over inclusie omdat het toegankelijkheid van de samenleving centraal stelt. De gelaagdheid en nuance zijn belangrijk in de monitoring en rapportage. Iedereen moet in beeld zijn: zoek de groepen op – bijvoorbeeld ook mensen met een andere culturele achtergrond. Behalve het laten zien van de pijnpunten willen we ook positieve voorbeelden delen. Hoe zorgen we dat de Coalitie niet ten onder gaat aan formats; hoe wordt monitoring de motor van de beweging van de inclusie agenda? - Verzamel exemplarische voorbeelden, zorg dat je die exemplarische voorbeelden eruit haalt met veel pr waarde. Denk aan Jolanda Venema, de jonge vrouw waarvan schrijnende beelden in de media verschenen terwijl ze bloot en vastgebonden was. - Uitzoeken waar je die voorbeelden kunt vinden. Bijvoorbeeld: veel mensen in instellingen leven in strijd met het VN verdrag terwijl er geen begin wordt gemaakt het instellingsbeleid te veranderen. Als je het frame kiest kun je actief op zoek gaan naar ervaringen. Er bestaat al een Quickscan waarmee gemeenten kunnen onderzoeken hoe inclusief hun beleid is. (http://www.wijzijnzet.nl/participatie-en-toegankelijkheid/inclusief-beleid/).
5 Coalitie voor Inclusie – consultatieve bijeenkomst Woerden 11 februari 2016
VN AMBASSADEURS – Jeroen Veltheer en Jeanet Wardenier Dit jaar is waarschijnlijk het jaar van de ratificatie van het VN verdrag! Naast de ratificatie is het van groot belang om Nederland bekend te laten worden met en bewust te maken van het bestaan en noodzaak van de rechten van mensen met een beperking. Als ambassadeur van het VN verdrag draagt u in uw eigen lokale situatie en vanuit uw eigen mogelijkheden hieraan bij. Op dit moment zijn er 122 VN Ambassadeurs. Ambassadeurs hebben kennis van het VN Verdrag. Basaal of meer diepgaand, dat verschilt per ambassadeur. Het zijn zowel mensen met als zonder beperking. Iedere ambassadeur bepaalt zelf wat hij / zij kan en wil bijdragen en de condities waaronder hij / zij optreedt. VN ambassadeurs nemen zelf initiatieven, maar ze kunnen ook op verzoek van derden hun bijdrage leveren. Wat doen VN Ambassadeurs zoal? - Jeanet Wardenier is werkzaam voor LFB in noord Nederland. Ze is in contact gekomen met de Coalitie en werd toen VN Ambassadeur. Ze geeft presentaties over het VN verdrag. Ze vertelt haar levensverhaal en hoe ze in haar kracht is gekomen. Ze kan een lege presentatie sturen, zodat je zelf je eigen verhaal kan vertellen (
[email protected]). Ze benadrukt dat je zelf geen beperking hoeft te hebben om VN Ambassadeur te zijn. Je moet wel iets van het VN verdrag weten. - Paul heeft activiteiten in Gelderland georganiseerd. Zijn thema’s zijn wonen en werk. Het is belangrijk om mensen bekend te maken met het VN verdrag. Je praat met de mensen om wie het gaat en niet over de mensen. Het verdrag geeft de richting aan. - Harm Hendriks uit Vugt heeft samen met het Gehandicaptenplatform het VN verdrag in Den Bosch bekend gemaakt. Ze hebben een aantal thema's uit het verdrag gekozen om door te nemen. In de zomer organiseren ze een praktijkdag om werkgevers, de gemeente en instellingen in de zorg bij elkaar te brengen. - Petra (GGZ daklozen en verslavingszorg) bereidt zich voor het GGZ met het VN verdrag te bestormen. - Roderik begint met een platform voor neurodiversiteit, hij heeft grote plannen, en wil graag in overleg met het bestuur van de Coalitie en met de overige deelnemers van de bijeenkomst. Hij adviseert de Coalitie om samen te werken met andere belangenorganisaties of koepels, om versnippering tegen te gaan. - De website van de Coalitie wordt nog toegankelijk gemaakt voor blinden en slechtzienden! Jeanet wil weten wat mensen nodig hebben om je werk als Ambassadeur goed te kunnen doen. Ambassadeurs willen duidelijk weten wat er van ze wordt verwacht: Waar zeg ik ‘ja’ op als ik Ambassadeur wordt? Wat houdt het in? Hoe vaak ga ik op pad? Krijg ik ook een onkostenvergoeding? Ze willen zich gesteund voelen door de Coalitie bij het werk wat ze doen o.a. door scholing en goede informatie over het VN verdrag en hoe je over het VN verdrag in gesprek gaat. Het is belangrijk om een goed netwerk om je heen te hebben om kennis en ervaringen te kunnen delen. Niet alleen met andere Ambassadeurs maar ook met personen of organisaties buiten de Coalitie. Facebook kan een goed middel zijn om contact te maken met elkaar. Het is handig als bijvoorbeeld op de website van de Coalitie een overzicht staat ‘wie doet wat, wie weet wat’ zodat je weet bij wie je terecht kunt voor advies. Verder kan het nodig zijn om een deskundige/professional in te schakelen te vinden via ongehinderd.nl, website links, te ontwikkelen mobiele app, Accenture consultants. Er ontstaat een gesprek over de onkosten die Ambassadeurs maken. Geld kan een barrière zijn om mee te doen aan een activiteit of om iets te organiseren. Omdat we onafhankelijk willen blijven ontvangt de Coalitie geen overheids- of andere vaste subsidie. De Coalitie vraagt voor grote projecten subsidie aan bij fondsen. Voor kleinere activiteiten zullen we telkens lokale sponsors moeten zoeken die, bijvoorbeeld, een ruimte beschikbaar stellen of de catering verzorgen. Dat is een uitdaging. In sommige gevallen kan de Coalitie reiskosten vergoeden als het anders onmogelijk is om deel te nemen. We kunnen donateurs en partners bijvoorbeeld in de Alliantie vragen of ze op hun kosten menskracht willen inzetten voor Coalitietaken (donaties in natura). Verder wordt voorgesteld dat Ambassadeurs geld kunnen vragen voor hun werk als ze door derden worden benaderd. Een deel van die vergoeding zou kunnen worden afgestaan aan Ambassadeurs die taken onbetaald hebben gedaan. De suggestie wordt gedaan om fondsen te werven om Ambassadeurs te kunnen betalen.
6 Coalitie voor Inclusie – consultatieve bijeenkomst Woerden 11 februari 2016
VN PANELS – Jeroen Veltheer, Hendrik Jan Menninga en Amber Nijhoff Op 1 juni 2014 startte de Coalitie met het project VN panels in positie. In dit project wordt op drie plaatsen in Noord-Nederland geëxperimenteerd met de Algemene Verplichting no. 3 uit het VN Verdrag voor de rechten van mensen met een beperking. "Bij de ontwikkeling en implementatie van wetgeving en beleid tot uitvoering van dit Verdrag en bij andere besluitvormingsprocessen betreffende aangelegenheden die betrekking hebben op personen met een handicap, plegen de Staten die Partij zijn nauw overleg met personen met een handicap, met inbegrip van kinderen met een handicap." Een VN panel is een groep mensen met diverse beperkingen die in dezelfde gemeente wonen. Een VN panel biedt zich actief aan om betrokken te zijn als de gemeente plannen maakt die het leven van mensen met een beperking raken. Het VN Verdrag legt verantwoordelijkheid voor een inclusieve samenleving niet alleen bij de overheid en het bedrijfsleven, maar ook bij de mensen met beperkingen zelf. Eigen kracht stimuleren is een wezenlijk element van de veranderingen in de zorg die Nederland heeft ingezet. Het VN Verdrag legt daarvoor de basis en geeft daarmee richting aan ontwikkelingen. Experimenteren met Algemene Verplichting no. 3 is van belang omdat de behartiging van belangen van mensen met handicaps op heel veel plaatsen nog niet goed uit de verf komt. Er is veel onvrede onder lokale, specifieke belangenorganisaties over hun betrokkenheid op dit moment. De focus van een WMO adviesraad is te smal uit het gezichtspunt van het VN Verdrag. En door ontwikkelingen bij veel WMO adviesraden voelen mensen zich lang niet altijd goed vertegenwoordigd. Werkgroepen Toegankelijkheid doen belangrijk werk, maar beperken zich vaak tot fysieke toegankelijkheid. Het VN Verdrag is breder en gaat over het recht van ook mensen met een beperking om volledig en volwaardig in de samenleving mee te doen. Het VN Panel in Tynaarlo bijvoorbeeld heeft de toegankelijkheid van verschillende locaties en gebouwen, waaronder het gemeentehuis, onderzocht en aanbevelingen gedaan voor verbetering. Gemeentedocumenten zijn omgezet in begrijpelijke taal. Ze hebben een eigen website www.vnpaneltynaarlo.nl . Het VN Panel in Winsum ging onder andere met inwoners in gesprek over de ondersteuning tijdens het ‘keukentafelgesprek’. VN Panel Oldambt is in januari van start gegaan. Contact maken met de gemeente is belangrijk. Iedere gemeente is anders. Met de ene gemeente is het makkelijker samenwerken dan met de andere. Wat is het onderscheid met een Gehandicaptenplatform? Gehandicaptenplatforms hebben vaak een smallere focus. Ze vergrijzen, hebben geen achterban, geen inclusie drijfveer. Waarop het platform in Hardenberg tegenwerpt dat zij wel degelijk een achterban hebben! Dat onderscheid is er dus niet overal. Het voordeel van een VN Panel is dat het doet wat het wil, ze kiezen zelf hun speerpunten afgestemd op de lokale situatie. Het is geen vergadercircuit. Ieder VN Panel kiest zijn eigen vorm. Er wordt aangegeven dat het moeilijk is om vrijwilligers te werven, maar dat is niet overal zo. Net als bij de VN Ambassadeurs is het ook voor VN Panels lastig om geld te vinden voor hun activiteiten. Er worden ideeën aangedragen om sponsors te werven. Een handig middel om elkaar te vinden en vragen te stellen in je eigen omgeving is http://www.wehelpen.nl/. In het kader van het programma Lokale Belangenbehartiging KansPlus wordt een artikel geschreven over de VN-platforms en hoe die werken. Als een voorbeeld van belangenbehartiging in je eigen omgeving. KansPlus zelf, ledengroepen en iedereen die maar wil, mogen dit artikel plaatsten. Het komt verder op de website te staan van KansPlus bij de voorbeelden van lokale belangenbehartiging.
7 Coalitie voor Inclusie – consultatieve bijeenkomst Woerden 11 februari 2016
LOKAAL BELEID – Yolan Koster Yolan Koster heeft een lange betrokkenheid bij Inclusie. Ze is sinds 2012 wethouder bij de gemeente Woerden en laat ook vanuit die positie Inclusie een rol spelen. Ze vertelt hoe ze dat gedaan heeft en welke invloed een en ander heeft op mensen, organisatie en de gemeente. Hieronder volgt een verslagje van deze gespreksronde. Yolan Koster heeft als wethouder het sociale domein in haar portefeuille. Vanaf het begin had ze gedacht: ‘Hoe gaan we hier nu inclusie invoeren?’. Na drie maanden stopte ze met deze activiteiten omdat door deze werkwijze teveel weerstand werd opgeroepen. Haar conclusie was dat ze wilde stoppen met het gebruik van het woord inclusie en een begin wilde maken met het invoeren van maatregelen. Hierbij was de gedachte ‘mensen eerst’ het uitgangspunt voor het beleid van de gemeente. 1. Woerden is de enige PGB-gemeente in Nederland. Zodra mensen zich melden bij de gemeente, wordt het PGB actief aangeboden aan die mensen die er recht op hebben. De meesten willen echter om diverse redenen geen PGB; 2. Na aanmelding bij het sociaal domein ‘Woerderwijs’ wordt de inwoner eigenaar van de eigen gegevens en kan door hem- of haarzelf worden bepaald wie wanneer toegang heeft tot deze gegevens (op een aantal basisgegevens na); 3. Woerden doet, samen met Delft, mee aan de pilot ‘Per Saldo’. Hierbij is er sprake van de invoering van het integrale PGB. Yolan geeft nu al aan dat deze pilot is gedoemd te mislukken maar dat nu juist het interessante is om te zien waar de zaken mislopen. Aan het eind van deze pilotperiode is dan ook de vraag: wat is er nodig om systeemterreur uit te bannen? Het draait immers om de mens. Zo heeft de staatssecretaris gezegd dat ‘voor gezinnen in complexe thuissituaties het integrale PGB de ideale oplossing is’. Wat verder duidelijk wordt in het gesprek dat op gang komt tussen de aanwezigen uit andere gemeenten en de wethouder is dat er per gemeente gekeken moet worden wat er gaat werken om het VN-verdrag te kunnen inbouwen in het lokale beleid. Zo kan agenda 22 voor de ene gemeente wel een tool (werkplan) zijn, wil een andere gemeente graag agenda 22+ ontwikkelen zodat de overige inhoud van het VN-verdrag ook meer onder de aandacht komt en weer een andere gemeente wil graag helemaal los van agenda 22 aan de slag. Er is nog steeds onduidelijkheid rondom de term inclusie. Inclusief houdt in dat er oog en ruimte is voor diversiteit op het gebied van geld, beperkingen, cultuur, taalgebruik… Inclusie gaat over iedereen, niet alleen over hen die een lastig lijf hebben. De term inclusie roept in de ene gemeente grote weerstand op (bijvoorbeeld Woerden) terwijl in een andere gemeente een motie Toegankelijkheid unaniem wordt aangenomen en toegankelijkheid ook in alle beleidsstukken het thema is. Vraag uit de zaal: Waarom is er geen ervaringsclub in Woerden? Antwoord: Als je dit vanuit de gemeente stuurt, is dat in strijd met wat je wilt. De gemeente kan wel faciliteren. Als mensen zich melden, krijgen ze alle ruimte, inclusief een cursus van Per Saldo. Het blijkt dat er wat het vormen van een ervaringsclub in de eigen gemeente angst kan heersen om niet in de eigen woonplaats in het vizier te willen komen. Het is jammer dat er door de gemeentes niet meer gebruik wordt gemaakt van de kennis van ervaringsdeskundigen met een beperking. Dit gebeurt wel al af en toe, zoals in Amersfoort waar een ervaringsdeskundige mee heeft gedacht over de volledige toegankelijkheid van een nieuw sportcomplex. Over dit laatste meldt een aanwezige dat men als ervaringsdeskundige ook (financieel) verantwoordelijk kan worden gesteld voor gegeven adviezen. Daarom dient er bij nieuwbouw gebruik gemaakt te worden van het handboek toegankelijkheid. Vraag uit de zaal: Hoe kun je inclusieve arbeidssituatie laten ontstaan? Antwoord: Ik vermijd het woord maar we nemen wel stappen. Opmerking uit de zaal: De basisinformatie die burgers nodig hebben is schrikbarend slecht. Denk hierbij aan het taalgebruik en de zoekmogelijkheden van de website. Reactie: Ik maak te weinig vooruitgang hierin. Gelukkig leest een collega nu en dan mee en wijst zij me op slecht taalgebruik. Vraag uit de zaal: Nemen buschauffeurs mensen met een beperking mee in Woerden? Antwoord: Ik hoor geen klachten, wat niet betekent dat deze er niet zijn. Het openbaar vervoer voelt sowieso al beperkt voor een grote groep mensen, zij vermijden het ov. Vraag uit de zaal: In Leiden zijn er geen extra inkomsten voor de hoge kosten die chronisch zieke en gehandicapte mensen maken vanwege onder andere het stapelen van de eigen bijdragen. Hoe is dit in Woerden? Antwoord: Dat is hier niet anders. Er is sprake van een beperkt budget. Er is besloten om geen automatische tegemoetkoming te geven. Wel kan er via de Sociale Dienst een aanvraag voor de bijzondere bijstand worden ingediend. De bijdrage is afhankelijk van de situatie. Vraag uit de zaal: er is nu veel over de gemeente gesproken, de gemeente heeft immers ook een belangrijke taak. Hoe krijgen we nu de commerciële particuliere sector mee? Antwoord: Het zou zeer goed zijn als het VN-verdrag bij een uitvoerend ambtenaar van een gemeente in de portefeuille komt. En je zou als ervaringsdeskundige juist in een bepaalde club moeten gaan zitten zodat we steeds weer een poging kunnen ondernemen om elkaars taal te spreken en te begrijpen. 8 Coalitie voor Inclusie – consultatieve bijeenkomst Woerden 11 februari 2016
WERKPLAN COALITIE VOOR INCLUSIE – Patty van Belle en Marc Hofstra Aanleiding: • De taken waarop het bestuur van de Coalitie zich richt zijn: aanjagen en inspireren; initiëren van dialoog & ontwikkeling visie en standpunten; kritisch volgen; en faciliteren van de Coalitie voor Inclusie. • De Ratificatie van het VN-verdrag is aanstaande en/maar daarna is nog steeds veel werk te doen. Een goed moment om met elkaar te bespreken of we daartoe op de best mogelijke manier georganiseerd zijn en wat onze werkzaamheden zouden moeten zijn. Vraag: Op basis van het VN verdrag en de taken van het bestuur van de Coalitie: Wat wilt u dat de Coalitie doet in 2016? De rol van de Coalitie verandert na de ratificatie. De implementatie wordt een proces van lange adem. Als bestuur de taak om te bepalen waar we ons mee willen bezighouden, zowel inhoudelijk en welke structuur dit vergt. Bewustwording is een belangrijke factor: personen en organisaties leren kijken naar hun eigen attitudes/praktijken. Voorlichting is nodig. Er komt veel werk af op het bestuur om dit alles op te tuigen en de vrijwilligers adequaat te ondersteunen. Voorwaarde: goede organisatie – wie doet wat? Er wordt gepleit voor duidelijkheid.
Het initiatief moet uitgaan van de beweging die de Coalitie is. Het kader verhelderen: Waar staat de Coalitie voor? Eén taal spreken, houvast, naslagwerk, concreet, met praktische voorbeelden. Voor alle levensdomeinen. Als basis van waaruit je het gesprek kunt aangaan. Welke structuur is nodig om dit kader en alle kennis toegankelijk en inzichtelijk te maken? AVI (Aandacht voor Iedereen) biedt hun algemene presentatie aan voor gebruik op onze website. Suggestie: het inrichten van een online kennisverzamelpunt samen met gelijkgestemde organisaties. Actueel houden kan door te werken met links. Bouwstenen: Het Plan Van Rijn van uitwerken van landelijk niveau naar steeds specifieker. Biedt de website genoeg? Eerst vaststellen wat we met de website willen bereiken. Wat creëert meerwaarde. Nu teveel zoekwerk. Informatie organiseren per thema. Minder maar goede info. Verbreden/samenwerking. Ambassadeurs inbedden in een koepelorganisatie, of Ambassadeurs werven in de koepels. De suggestie wordt gedaan: kunnen maatschappelijke partners hierin meehelpen, bijvoorbeeld MEE? LinkedIn gebruiken om vindbaar te zijn voor andere LinkedIn groepen.
Met betrekking tot Ambassadeurschap: Ambassadeurs betrekken bij het maken van plannen. Ambassadeurs scholen, investeren in educatie. Vraag: hoe waarborg je dat aanmelders hetzelfde belang dienen? Moeten we ‘normen’ stellen aan het Ambassadeurschap? Hoe kom je erachter wat de kwaliteiten van de kandidaat Ambassadeur zijn? Selectieprocedure? Wie doet dit dan? Willen we verschillende typen Ambassadeurs: meer of minder inhoudelijke kennis of technische deskundigheid, meer of minder betrokkenheid, ervaringsdeskundigen, mensen die in het veld werken? Idee: Ambassadeurs zelf laten aangeven waar hun toegevoegde waarde zit. Deze informatie beschikbaar maken zodat mensen voor advies kunnen zoeken naar specifieke deskundigheid. Wat hebben we nodig als gemeenschappelijke waarden: Het VN-verdrag; definitie van Toegankelijkheid. GGZ gebruikt het programma “werken met eigen ervaring”. Versterk de samenwerking met bestaande lokale organisaties/platforms. Manier vinden om donaties/subsidie te werven. Met betrekking tot Monitoring: Landelijk Regionaal: Regionale netwerken vormen om elkaar te helpen om te volgen wat er gebeurt. Lokaal (iedere gemeente): Ambassadeurs en VN Panels inzetten. Goed medium hebben om elkaar te vinden. ‘Schoppen’ en ‘belonen’: Slechte praktijken aan de kaak stellen en goede voorbeelden in het zonnetje zetten. Dit laatste brengt meteen het VN-verdrag en de Coalitie op een positieve manier onder de aandacht. 9 Coalitie voor Inclusie – consultatieve bijeenkomst Woerden 11 februari 2016
VN VERDRAG ARTIKEL 24: ONDERWIJS – José Smits en Heleen Hartholt Vertaling deel van Artikel 24: 1. De Staten die Partij zijn erkennen het recht van personen met een handicap op onderwijs. Teneinde dit recht zonder discriminatie en op basis van gelijke kansen te verwezenlijken, waarborgen Staten die Partij zijn een inclusief onderwijssysteem op alle niveaus en voorzieningen voor een leven lang leren.. Dit betekent het recht op adequaat onderwijs en toegankelijke scholen. Nederland kent Passend Onderwijs. Volgens de regering is dit hetzelfde als inclusief onderwijs zoals vermeld in Artikel 24. Als je een school zoekt voor je kind met een beperking zijn er nu 3 mogelijkheden: regulier, speciaal basis onderwijs en speciaal onderwijs. In Nederland gaan veel kinderen naar niet-reguliere scholen. Deze aparte vormen van onderwijs zijn niet de bedoeling, volgens het VN Comité. Leraren zijn niet opgeleid om goed in te kunnen spelen op diversiteit in de klas. Als ouder moet je veel zelf regelen op een reguliere school. Ouders moeten ‘shoppen’ naar een school die hun kind wil aannemen ondanks dat schoolbesturen een zorgplicht hebben. VN-verdrag stelt dat “De Staten die Partij zijn waarborgen dat personen met een handicap, zonder discriminatie en op voet van gelijkheid met anderen, toegang verkrijgen tot het tertiair onderwijs, beroepsopleidingen, volwassenenonderwijs en een leven lang leren. Daartoe waarborgen de Staten die Partij zijn dat redelijke aanpassingen worden verschaft aan personen met een handicap.” De school moet er alles aan doen om op voet van gelijkheid te kunnen meedoen, tenzij dit een onevenredige belasting betekent. Waaruit moet de ondersteuning bestaan? Blijft een school binnen het bestaande onderwijssysteem functioneren (kind moet diploma halen) of zet het in op persoonlijke ontwikkeltrajecten? Als je als school een selectief systeem hanteert (naar niveau of leeftijd) bevorder je segregatie. De manier waarop onderwijs wordt gefinancierd is gebaseerd op een niet-inclusief onderwijssysteem. Inclusief onderwijs gaat uit van het principe dat iedereen moet kunnen samenleven. De school als basis van de inclusieve samenleving. Het is de beste manier op te leren voor ieder kind, dus niet alleen voor kinderen met een beperking. Ieder mens heeft het recht zijn eigen talenten te ontdekken en optimaal te ontwikkelen. Het omarmt het idee van een individuele benadering van elk kind: een eigen leerweg voor ieder kind. Kinderen worden niet apart gezet. Dit vergt een andere manier van kijken naar het schoolsysteem en lesgeven. Dit recht is niet in de Nederlandse wet vastgelegd. Als je eenmaal naar een speciale school gaat is de kans groot dat je later ook moeilijker aan werk komt. Jongeren van 18-23 komen van het speciaal onderwijs en hebben geen vervolgtraject. Er is niets voor ze waardoor ze thuis komen te zitten. Inclusief onderwijs verbetert de kans op werk en een goed leven. In het regulier onderwijs zijn veel ouders die zich zorgen maken over de onvoldoende aandacht die hun kind krijgt. Door de slechte alternatieven is het speciaal onderwijs aantrekkelijk voor sommige ouders. In Nederland: 80% kinderen met een verstandelijke beperking gaan naar het speciaal onderwijs. 66% van de kinderen met gedragsproblemen gaan naar het SO 17% van de kinderen in het voortgezet onderwijs krijgt een label. 16.000 thuiszitters. 5.000 kinderen zijn ontheven van zorgplicht. Italië is een land dat het onderwijssysteem heeft omgegooid na het aannemen van het VN verdrag. Het speciaal onderwijs zit niet meer in hun denkrichting. In Nederland zijn zoveel gevestigde belangen dan een ommezwaai moeilijk is. Dedicon maakt onderwijsproducten voor kinderen met bv dyslexie of visuele beperkingen. Ze mag deze producten niet leveren aan scholen. Er zou gelobbyd moeten worden voor vrijere geldstromen. Veel dure onderwijsaanpassingen worden weinig gebruikt. Oplossing: in bruikleen geven of door de hele klas laten gebruiken. Grote groepen hebben het steeds moeilijker omdat de samenleving ingewikkelder wordt. Meer scholen selecteren aan de poort, en dit leidt tot uitgeselecteerde voorzieningen later in het leven. De overheid moet selectie uitbannen uit de regels en systemen. Investeren in het huidige onderwijssysteem is de verkeerde weg. In het regulier onderwijs leren kinderen meer. Inclusief onderwijs is een ander onderwijsconcept. Lerarenopleidingen moeten inclusief worden ingericht. 10 Coalitie voor Inclusie – consultatieve bijeenkomst Woerden 11 februari 2016
WERK EN INKOMEN – Margit van Hoeve en Antje Beukelman van Bijzonder Banen/Gouda Margit van Hoeve van BijzondereBanen heet alle deelnemers aan de gespreksronde Werk en Inkomen welkom. Er volgt en korte voorstelronde, waarbij alle aanwezigen zich kort voorstellen en hun relatie tot werk en inkomen benoemen. Na de voorstelronde legt Margit uit dat zij als uitgangspunt voor het gesprek, Artikel 27 van het VNverdrag inzake de rechten van personen met een handicap wil hanteren. Om het gesprek meer richting te geven, zijn onderstaande onderdelen van artikel 27 van het verdrag uitgangspunt: 1. Discriminatie 2. Bescherming en 3. Ondersteuning als leidraad dienen. De gespreksronden dient ertoe, om input te leveren voor het beleid, voor de Coalitie, zodat de Coalitie daarna met concrete onderwerpen aan de slag kan gaan. Het is belangrijk, dat naast het constateren van mogelijke knelpunten in de praktijk ook oplossingsrichtingen worden geformuleerd. In het vervolg gaan de gespreksdeelnemers in groepjes van drie a vier in gesprek, om samen voorbeelden uit de praktijk en oplossingen voor knelpunten in het huidige beleid (participatiewet) te bespreken. Ieder groep schrijft haar knelpunten/oplossingen op post-its en plakt deze onder het punt uit artikel 27, dat het beste erbij past Bij de terugkoppeling in de groep komt een levendige discussie op gang. In verband met tijdgebrek komen helaas niet alle onderdelen evenredig aan de orde. Rotterdam, 16 februari 2016 Antje Beukelman-Weller Consultant Bijzondere Banen E
[email protected] | W www.bijzonderebanen.nl | T @bijzonderebanen Discriminatie Knelpunt
Mogelijke oplossing .
Bestaan van de schotten, houdt de problematiek van de ‘verschillende doelgroepen’ in stand. Zij worden beperkt in o.a. (carrière)kansen en blijven in de voor hen geldende regelgeving gevangen zoals de WSW, Wajong etc. steken. Ook de werkgever wordt beperkt in zijn mogelijkheden door de regelgeving.
Ontschotten en actieve rol van werkgevers plaatsen bij het plaatsen en opleiden van deze doelgroep mogelijk maken.
De regelgeving leidt tot discriminatie door de werkgever .
Zie boven Tevens: Investeren in bewustwording van werkgevers: Niet kijken naar problemen bij het in dienst hebben van een werknemer met handicap maar naar kennis en talenten van de werknemer (de baten) voor het bedrijf.
No risk polis geldt alleen voor mensen uit de Participatiewet, die in het doelgroepenregister staan en voor groepen die specifieke regelingen voor arbeidsongeschikten hebben. Groepen, zoals hoger opgeleiden, die meer kunnen verdienen dan het minimum loon hebben geen no risk polis. Ze zijn daardoor een risico voor werkgevers.
No risk polis loskoppelen van doelgroep, maar koppelen aan het hebben van een handicap of chronische ziekte.
11 Coalitie voor Inclusie – consultatieve bijeenkomst Woerden 11 februari 2016
(Vervolg Werk en Inkomen – Discriminatie) Knelpunt Werken als zelfstandige is vaak de enige mogelijkheid om te kunnen werken. Echter als zelfstandige wordt de loonwaarde verlies niet gecompenseerd, waardoor zelfstandigen onvoldoende inkomen kunnen genereren en zelfs onder het wettelijk minimumloon komen.
Financiële Positie van (gehandicapte) ZZP’er versterken. Ook gedeelte, dat je niet in staat bent te werken compenseren. Ook bij uitkering: Meer mogen bijverdienen.
De arbeidsongeschikheidsverzekering is voor deze categorie onbetaalbaar.
Betaalbare arbeidsongeschiktheidsverzekering mogelijk maken
Voorkeursbeleid heeft pro’s en contra’s. Is niet per definitie negatief als bovenstaande punten worden op gepakt.
Voorkeursbeleid heeft dialoog in gang gezet om ondersteuning van mensen met een handicap op de agenda te zetten/zich ermee uiteen te zetten
Mogelijke oplossing
Bescherming Knelpunt UWV, werkgeversservicepunten, Arbeidsdeskundige enz.
Mogelijke oplossing Eén aanspreekpunt inrichten, bijvoorbeeld: UWV
Wordt voldoende rekening gehouden met mijn handicap door werkgevers?
Meer informatie /scholing naar en van werkgevers.
Voorkeursbeleid
Oog voor meest kwetsbare groep. Mits de positie van anderen met beperking ook wordt verbeterd via stimuleringsbeleid en voldoende waarborgen (bv no-risk, werkplekaanpassingen etc.) en andere genoemde bezwaren aangepakt worden
Bevordering en Ondersteuning Knelpunt Mogelijke oplossing Jongere schoolverlaters met een verstandelijk Voor deze groep Wajong mogelijk maken, handicap uitstroom naar arbeid. vooral omdat dan beter zicht wordt gehouden 90% geen werk waar mensen blijven - Geen perspectief - Geen inkomen/ uitkering - Geen dag invulling Bestaande knelpunten in OV zoals ontoegankelijkheid voor oa elektrische rolstoelgebonden mensen. Mobiliteit is noodzakelijk voor het krijgen en hebben van werk.
Een voortvarend plan maken voor toegankelijkheid openbaar vervoer. En vergroting bewustwording en toezicht van verantwoordelijke beleidsmakers.
ALS Nederland-Europa
Kijken naar het Duitse systeem van mensen met een arbeidsbeperking.
Onafhankelijke cliëntondersteuner ontbreekt in veel gevallen. Als deze er is, is die vooral op zorg georiënteerd.
In alle gevallen en in iedere gemeente een onafhankelijke Cliëntondersteuner beschikbaar stellen dus ook op werk en inkomen georiënteerd.
12 Coalitie voor Inclusie – consultatieve bijeenkomst Woerden 11 februari 2016