VERSLAG CODEX ALIMENTARIUS COMMISSION 29 juni tot 4 juli 2009 in Rome
Coördinatie bijeenkomst EU delegatie maandag ochtend Het EU-voorzitterschap doet verslag van de voorbereidende bijeenkomsten met de QUAD-landen (VS, Canada, Australië, Nieuw Zeeland) (geen steun voor positie van de EC voor wat betreft diervoeders en hormonen). Over de diergeneesmiddelen stelt de Europese Commissie dat er een audio-conferentie was geweest met de VS over de hormonen: EU en VS willen allebei liefst geen stemming. China daarentegen wil de adoptie van de standaard voor ractopamine simpelweg hard blokkeren. De EC wil de adoptie van standaarden voor pesticiden, waar de EU reserveringen heeft, niet blokkeren. Voor de kleurstoffen geldt hetzelfde. Zuid-Amerikaanse landen willen de Code of Ethics niet aannemen: precedent om de norm voor ractopamine ook niet aan te nemen. De EC meldt dat ractopamine het moeilijkste punt wordt van de bijeenkomst van de Codex Alimentarius Commissie. Maar er zijn in totaal drie moeilijke stoffen: BST, melengestrolacetaat en ractopamine. Er moet een discussie plaats vinden binnen Codex over hoe om te gaan met deze gevallen. Het gaat in feite over hoe om te gaan met ‘maatschappelijke voorkeuren’. De scenario’s die de EC ziet: adoptie van melengestrolacetaat zou vervelend zijn, maar de Commissie zou zich uiteindelijk niet verzetten. Er is immers inmiddels een afspraak bereikt met de VS over de handelsconflicten rond hormonen (het recent bereikte ‘çarroussel-akkoord’). Voor BST wil de EC de discussie niet aangaan. Er is voor de EC geen sprake van BST te adopteren, omdat deze kwestie door niemand is aangekaart. Voor ractopamine wil de EC zich hard verzetten. Volgens de EC komt er steun van China en andere Europese landen voor deze lijn. De EC wil zich verzetten op grond van het feit dat de EU er gewoon nog niet aan toe is (en dus niet op wetenschappelijke gronden). Voor wat betreft de diervoeders wil de EC meer discussie met de Lidstaten om de definitieve positie vast te stellen; er is nog steeds verschil van mening. Italië komt met een vrij technisch voorstel voor de Code over health and nutrition claims, maar de EC en het EU-voorzitterschap willen dit niet meer inbrengen omdat het te technisch zou zijn, en teveel risico’s heeft om andere discussies weer op te rakelen. Coördinatie bijeenkomst EU delegatie dinsdag ochtend De EC legt uit waarom ze maandag flexibel is geweest op het gebied van MGA: de EC wilde geen enkel risico nemen het recent bereikte ‘çarroussel-akkoord’ met de VS over hormonen in gevaar te brengen er zijn geen WTO-implicaties (er loopt al een dispuut over hormonen bij de WTO) de wetenschappelijke gronden zijn zeer zwak (puur en alleen voorzorg). Voor wat betreft ractopamine legt de Commissie uit waarom de lijn hard zal zijn: JECFA moet nog naar de nieuwe gegevens van China kijken; deze gegevens betreffen juist weefsels die normaal niet worden meegenomen in de JECFA-evaluaties gegevens uit derde landen worden juist relevant gevonden, en dan moet er ook in dit geval naar worden gehandeld het gebruik van ‘hormonen’ ligt bij de consument in de EU buitengewoon gevoelig De inzet van de EC is dus: analyse JECFA afwachten, discussie in CCRVD op stap 6. Los van de discussie over hormonen wordt nog vastgesteld (op verzoek van NL) dat we een positieve grondhouding moeten hebben voor wat betreft pilot studies voor pesticiden, zoals voorgesteld door de VS. Coördinatie bijeenkomst EU delegatie woensdag ochtend
Codex Alimentarius
1
Het Zweedse voorzitterschap neemt het over van de Tsjechen. De EC heeft de avond ervoor tot laat in de avond onderhandeld over ractopamine met de VS, Canada, NZ en Australië. De standpunten zijn sterk verdeeld. Er is uiteindelijk een soort van compromis bereikt om een stemming in de CAC te vermijden. De tekst luidt ongeveer als volgt: De CAC vraagt JECFA prioritair en vòòr de CAC 2010 de gegevens die China aan de CCRVDF heeft gegeven te evalueren; het gaat om gegevens die nog niet waren geëvalueerd en het gaat om de implicaties voor de voorgestelde MRLs voor ractopamine die nu op stap 8 blijven. Er was in de gesprekken de avond ervoor geen sprake meer geweest van adoptie van normen voor ractopamine voor rundvee in 2009. Wel was er nog wat gesproken over het voorstel van de CAC voorzitter van de dag ervoor, namelijk om de CCGP te vragen guidance te ontwikkelen over alle aspecten die consensus kunnen blokkeren op stap 8 (binnen bepaalde tijdspanne en door een groep Codex-landen). De lidstaten willen dat graag als voorstel koppelen aan de compromistekst. Er is ook gewerkt met de QUAD-landen aan een compromis over diervoeders. In principe is er overeenstemming. Maar de Amerikanen willen een deel in een electronische werkgroep doen, terwijl de EC alles in een Task Force wil doen. Het VK stelt dat er altijd problemen zijn met fysieke werkgroepen: ontwikkelingslanden die niet mee kunnen doen, het Codex secretariaat dat problemen heeft om te komen, taalproblemen etc. Toch zijn de lidstaten het eens dat er een Task Force moet komen, met dien verstande dat die de werkzaamheden op het gebied van diervoeders in de huidige comités niet moet frustreren. Voor wat betreft de privé standaarden, geven België en Frankrijk aan dat ze de aanbeveling van de consultant (‘Codex moet privé standaarden volgen’) niet kunnen ondersteunen: de privé standaarden moeten Codex volgen. De EC geeft aan dat privé standaarden wel zeer belangrijk zijn en een plaats hebben.
Plenaire bijeenkomst Codex Alimentarius Commission Toespraken van de plaatsvervangend directeur-generaal van de FAO en van de directeur voedselveiligheid van de WHO. WHO geeft aan dat het wil doorgaan met de financiering van Codex. De voorzitter van de Codex Alimentarius Commission geeft aan dat het ambitieniveau hoog moet liggen, omdat iedereen op Codex standaarden wacht en er ook de druk is van zogenaamde private standaarden. Er moet een wil zijn om tot overeenstemming te komen en compromissen te sluiten. Verder geeft de voorzitter aan dat persoonlijke contacten verder moeten worden uitgebouwd. Die contacten zijn van zeer groot belang om dingen voor elkaar te krijgen. 1. Adoptie van de agenda Geen bijzonderheden. 2. Verslag Executief Comité De voorzitter koppelt terug. De voorzitter geeft aan dat codes zo snel mogelijk door het proces heen moeten. Het Executief Comité zal hier ingrijpen als dat nodig is. Het Executief Comité is volgens de voorzitter fris van start gegaan en zal er geen gras over laten groeien. 3. Verslag Regionale Comités Afrika wordt vertegenwoordigd door Ghana (ontwikkelingslanden moeten vooral actief deelnemen aan Codex vergaderingen), Azië wordt vertegenwoordigd door Indonesië (ze hebben nu een eigen website die toekomstbestendig is), Europa door Zwitserland (de ‘horizontale’ communicatie tussen deelnemers aan verschillende comités vanuit hetzelfde land moet worden verbeterd, en verder moet er beter worden gewerkt aan onderwerpen rondom ‘nutrition’), Latijns Amerika door Mexico, het Midden Oosten door Tunesië (er zijn een aantal codes in de maak zoals bijvoorbeeld over dadels) en Noord-Amerika en ZuidPacific door Tonga (experts uit ontwikkelingslanden moeten beter worden betrokken in het proces van standard setting).
Codex Alimentarius
2
4. Amendementen van de Procedural manual Een aantal amendementen van de CCGP halen het niet (de twee laatste). 5. Adoption of standards and related texts at step 8 and step 5/8 In principe wordt alles zoals de bedoeling is aangenomen. Er zijn echter de volgende bijzonderheden. Preamble of the general standard for contaminants and toxins in food Er ontstaat discussie over de revisie van de preamble van GSCTF, doordat Argentinië het niet eens is: het zou te snel door de procedure gaan en er waren nog onduidelijkheden. Argentinië wordt gesteund door Brazilië en Mexico. De voorzitter van CCCF geeft echter aan dat er geen problemen meer waren tijdens de sessie, en het Codex secretariaat neemt de vragen van Argentinië grotendeels weg. De voorzitter van Codex besluit daarom dat de standaard toch wordt aangenomen. Food additive provisions of the general standard for food additives Erythrosine wordt op verzoek van de EU teruggestuurd naar het comité voor additieven. De overige voorstellen worden aangenomen. Code of ethics De voorzitter doet haar uiterste best om de Code of ethics via de versnelde procedure aangenomen te krijgen. Ze stelt dat er geen technische problemen meer zijn, dat er al heel lang over wordt gepraat en dat er grote behoefte is aan deze Code. Er ontstaat een lange discussie. Er zijn grote tegenstellingen. De landen van Zuid-Amerika, India en Indonesië zijn tegen adoptie via een versnelde procedure. Zij willen niet verder gaan dan stap 5. De voorzitter legt zich daarbij neer, maar doet een klemmend beroep op de critici om met concrete voorstellen te komen en zegt dat de Code over een jaar moet worden aangenomen. Codex standaard voor jams en geleien De standaard wordt aangenomen onder reserve van de EU, Zwitserland en Noorwegen. Wel zijn de passages over ‘fruit spreads’ er uit gehaald (op voorstel van de EU). MRLs voor pesticiden Er wordt een aantal MRLs voor pesticiden aangenomen met sterke reserves van de kant van de EU. Melengestrolacetaat De Europese Commissie zegt dat er nog allerlei onzekerheden zijn rond voedselveiligheid en melengestrolacetaat. JECFA stelt dat er geen nieuwe gegevens zijn die tot een ander standpunt zouden moeten leiden dan reeds door JECFA ingenomen (het is veilig). De Europese Commissie stelt na veel discussie dat het kan instemmen met adoptie van de norm voor melengestrolacetaat, onder ‘sterke reserves’ (precieze bewoordingen afgegeven). Voorwaarde is dat JECFA en CCRVD regelmatig hun standaarden (en die voor MGA in het bijzonder) updaten. BST De voorzitter meldt dat BST niet op de agenda staat omdat er geen nieuwe ontwikkelingen zijn. Ractopamine De EU en China stellen voor de evaluatie van de nieuwe Chinese gegevens door JECFA af te wachten, en dan de zaak te bespreken in CCRVD. De VS leggen uit hoe het is gelopen op de CCRVD, en stellen voor de norm aan te nemen. JECFA legt uit dat het werk dat nog zal worden gedaan op verzoek van China niet specifiek is voor ractopamine maar meer algemeen van aard; het werk is al ingepland. Canada vindt dat de norm moet kunnen worden aangenomen voor de weefsels waar de evaluatie voor heeft plaatsgevonden (en voor rundvlees omdat er geen nieuwe gegevens zijn over rundvlees). Een aantal ‘satellietlanden’ (Noorwegen, Zwitserland, Bosnië, Turkije, Kroatië) ondersteunt de EU, en zoals afgesproken met de Europese Commissie ook een aantal EU-landen; Zimbabwe stelt dat er geen consensus is en dat de zaak dus niet door moet voor adoptie. Een groot en divers aantal landen uit Afrika, Azië, Oceanië en Amerika ondersteunt de VS. De voorzitter stelt dat de CAC het risk management orgaan is. Er wordt op basis van wetenschap, maar met meewegen van andere (zoals economische) factoren, besloten. De voorzitter stelt voor ractopamine op stap 8 te houden en door CCGP guidance te laten ontwikkelen over alle aspecten die consensus kunnen blokkeren op stap 8 (binnen bepaalde tijdspanne en door een groep Codexlanden). Canada stelt voor de normen voor ractopamine al aan te nemen voor rundvee omdat de nieuwe gegevens alleen varkensvlees betreffen, en een wetenschappelijke ‘expert consultation’ te
Codex Alimentarius
3
organiseren op zeer korte termijn. De VS willen wel een expert consultation organiseren, en willen de rundveestandaard aannemen. Zuid-Amerika wil absoluut nu reeds de standaarden aannemen. Na langdurige onderhandelingen buiten de plenaire vergadering wordt door NZ een compromisvoorstel voorgelezen (zie verslag coördinatievergadering woensdag). Dit compromis wordt gesteund door de VS, Canada, Costa Rica, Chili, de EU, Noorwegen, Jordanië, China, Zuid-Korea, Vietnam, Indonesië en een aantal kleinere landen. Brazilië spreekt zijn reserves uit en wil de norm voor ractopamine nu reeds op stap 8 aangenomen krijgen. JECFA stelt dat het zijn best zal doen om de evaluatie vòòr CAC 2010 gedaan te hebben. De voorzitter concludeert dat het voorstel van NZ wordt overgenomen. De CAC zal de resultaten van het werk van JECFA beoordelen in het kader van de MRLs voor ractopamine die nu op stap 8 worden gehouden. Daarnaast komt de voorzitter terug op haar voorstel om i.k.v. CCGP te werken aan een discussion paper over de factoren die consensus blokkeren bij bepaalde onderwerpen en waardoor die op stap 8 blijven. Deze discussion paper zou moeten worden opgesteld door een electronische werkgroep. NL stelt (op verzoek van de voorzitter) voor om zo’n electronische werkgroep te trekken. Canada wil het liever over de processen hebben die er op zo’n moment moeten zijn (facilitator e.d.). De voorzitter stelt dat dat meegenomen kan worden. Alle leden van de CAC zullen automatisch worden uitgenodigd om deel te nemen aan een dergelijke electronische werkgroep.Helaas slaagt de vergadering er later die week niet in om het mandaat vast te stellen voor de electronische werkgroep (tot grote onvrede van de EU), en is de electronische werkgroep alsnog van de baan; hierdoor is de sfeer tussen de EU en de QUAD-landen wel totaal bedorven. 6. Proposed draft standards and related texts submitted at step 5 Er wordt snel een groot aantal teksten aangenomen, sommige met reserves met de EU. 7. Revocation of standards De voorgestelde standaarden worden zonder discussie en ‘en bloc’, ingetrokken. 8. Amendments to Codex standards and related texts Dit is vrij procedureel van aard; geen bijzonderheden. 9. Proposals for the elaboration of new standards and related texts and for the discontinuation of work De voorstellen van CCCF worden zonder verdere restrictries aangenomen. Ook voor de andere voorstellen zijn er geen grote problemen. 10. Financial and budgetary matters FAO gaat in de financiering naar een results-based financieel systeem toe. Er komt bij het secretariaat 1 extra vaste medewerker, maar er komen minder tijdelijke medewerkers. Voedselveiligheid is nog steeds een prioriteit voor FAO, ook in de financiering. Brazilië geeft op een agressieve manier aan dat de WHO meer moet bijdragen aan de financiering van Codex. De WHO geeft aan dat het afhankelijk is van geld van de leden van de WHO. Binnen WHO is voedselveiligheid geen prioriteit; er gaat maar 2 a 3 % van het vaste budget naartoe. Overigens gaat dat geld dan wel helemaal naar Codex. 11. Strategic planning of the CAC De consultant krijgt de gelegenheid om zijn rapport te presenteren. De voorzitter vraagt reacties uit de zaal, met name voor wat betreft de voorstellen 5 en 11 (CAC komt slechts eens in de twee jaar bij elkaar, en het executief comité werkt een aantal aanbevelingen uit). Uiteindelijk ontstaat een vrij chaotische discussie waar weinig lijn in zit. Er wordt besloten dat het executief comité met het rapport van consultant aan de gang gaat en een reactie voorbereidt op de verschillende aanbevelingen; dit zou dan het jaar daarna aan de orde komen in de CAC. Overigens lijkt de zaal van mening dat de CAC elk jaar bij elkaar moet komen. Verder circuleert het gerucht dat de VS Codex het liefst uit de FAO en de WHO zouden willen halen. De voorzitter stelt dat co-hosting met ontwikkelingslanden niet leidt tot een toename van de deelname van ontwikkelingslanden. Dit heeft onder andere te maken met het feit dat de formele uitnodigingen soms erg laat komen. Planning lijkt dus een cruciaal element. Het is van groot belang dat het Codex Codex Alimentarius
4
secretariaat ruim van tevoren (een jaar) weet heeft van co-hosting. Verder moet het verantwoordelijke ministerie (voor de visa) 10 maanden voor de sessie een letter of agreement overhandigen. Alle formaliteiten moeten 8 maanden van tevoren rond zijn. Veel ontwikkelingslanden geven nog eens aan hoezeer het moeilijk is om aan bepaalde visa te komen. Het voorzitterschap geeft aan dat het een discussion paper over hosting en co-hosting zal maken voor discussie in de CCGP. Tot die tijd geldt de ‘guidance’ die er gegeven is in de vergadering. 12. Matters arising from the reports of the Commission, Codex Committees and Task Forces Voor wat betreft het toekomstige werk over diervoeders, geeft de voorzitter het woord aan Denemarken om aan te geven wat er uit de electronische werkgroep is gekomen. Dit betreft een voorstel met 6 items voor toekomstig werk; er bleef echter discussie binnen de electronische werkgroep wie dat werk precies zou moeten doen: een Task Force of een (vervolg)electronische werkgroep. De Europese Unie geeft aan dat het werk zou moeten plaatsvinden in een Task Force. De VS vindt dat de aanbevelingen 1, 2 en 3 eerst zouden moeten worden uitgewerkt voor er een besluit kan worden genomen over hoe verder te gaan; instelling van een Task Force zou prematuur zijn, de punten 1, 2 en 3 zouden moeten worden uitgewerkt in een electronische werkgoep (en de VS willen dat graag co-hosten). Mexico, Brazilië, Argentinië, China, Thaïland, Indonesië, Australië, Nieuw Zeeland, Senegal, Nigeria en een aantal kleinere landen ondersteunen de VS. Maleisië steunt de EU. Overigens stellen alle landen dat ze het heel belangrijk vinden dat er verder wordt gewerkt aan de onderwerpen rond diervoeders. De voorzitter concludeert dat er steun is om verder te werken aan diervoeders, en dat dat in de vorm van een electronische werkgroep moet gebeuren. Het gebruik van lactoperoxidase om melk te ‘ontsmetten’ wordt aangenomen, met dien verstande dat er per keer wel overeenstemming moet zijn tussen de twee landen waartussen de handel in deze melk plaats vindt. Voor wat betreft de discussie over de tijdige verspreiding van documenten, wordt afgesproken dat er een experiment komt met de inzet van vertaling van documenten door computers. De VS treken dit, samen met o.a. Finland. Verder stellen Chili en Mexico samen een document op over de tijdige verspreiding van documenten. Voor wat betreft de discussie over het bereieken van consensus in Codex-verband, worden de voorstellen van de CCGP aangenomen. Over het Maleisische voorstel wordt een ‘çircular letter’ uitgedaan. Er wordt besloten voorlopig geen enkel Codex comité samen te voegen met een ander. 13. Role of private standards Een groot aantal ontwikkelingslanden doet zijn beklag over de private standaarden. De EU en de meeste ontwikkelde landen interveniëren inde zin dat het van groot belang is dat de privat standaarden ‘benchmarken’ met de Codex-standaarden, maar dat private standaarden as such hun merites hebben. De OIE stelt dat het mandaat heeft om namens de lidstaten van de OIE te onderhandelen met de private standaarden om tegenstellingen te voorkomen tussen privé standaarden en OIE-normen. Na een lang debat wordt er als volgt besloten: het doel van Codex is dat privé standaarden harmoniseren met Codex standaarden. Codex moet zelf heel kritisch naar de eigen werkwijze kijken om te zien hoe de processen binnen Codex kunnen worden versneld. De ‘3 zussen’ (Codex, OIE, IPCC) moeten met elkaar in overleg hierover en zoveel mogelijk samen optrekken. De juridische implicaties van privé standaarden in de internationale handel moeten worden geanalyseerd. 14, 15. Diversen De conclusies van de conferentie die in juli 2008 in Den Haag was gehouden (over normen voor voedselveiligheid in de internationale handel) zijn tijdens de plenaire vergadering door het EU Voorzitterschap toegelicht; dit is in het verslag van de Codex Alimentarius Commission 2009 opgenomen, waardoor er een aanknopingspunt is voor werk door relevante Codex Comités aan dit onderwerp. De oorspronkelijke bedoeling was om deze conclusies ook te laten doorverwijzen naar de relevante Comités maar dit bleek om procedurele redenen niet mogelijk.
Codex Alimentarius
5
16 en 17. Verkiezingen De volgende regionale coördinatoren worden benoemd: Ghana, Indonesië, Polen, Mexico, Tunesië en Tonga.
Codex Alimentarius
6
Samenvatting De volgende zaken zijn bereikt: 1. De besluiten van het Codex Comité voor Contaminanten (dat NL voorzit) zijn allemaal overgenomen door de Codex Alimentarius Commission; er was veel lof voor het werk van het Codex Comité voor Contaminanten. 2. Er wordt verder gewerkt aan diervoeders in Codex verband; het werk aan diervoeders wordt geïntensiveerd door de instelling van een electronische werkgroep die de aanbevelingen die er liggen verder gaat uitwerken; mogelijk leidt dit later in het proces tot instelling van een Task Force voor diervoeders binnen Codex (de EU had direct een Task Force gewild). 3. De Code of Ethics is niet aangenomen via een versnelde procedure, ondanks het nadrukkelijke verzoek van een zeer groot aantal landen; de voorzitter heeft wel geconcludeerd dat de code volgend jaar absoluut wel moet worden aangenomen omdat er grote behoefte is aan deze code, die de ethische aspecten rond voedselveiligheid regelt voor de internationale handel. 4. De norm voor de groeibevorderaar melengestrolacetaat is aangenomen, onder zeer grote reserves van de EU; dit zal naar verwachting echter geen directe gevolgen hebben voor de EU aangezien het niets substantieels verandert aan de huidige situatie waarin de EU een verbod op groeibevorderaars heeft dat in WTO-verband wordt aangevochten. 5. De norm voor de groeibevorderaar ractopamine is niet aangenomen en blijft ‘hangen’ op stap 8 in afwachting van de beoordeling van nieuwe Chinese gegevens door JECFA; wel heeft de voorzitter geconcludeerd dat de norm volgend jaar wel moet worden aangenomen indien de beoordeling van JECFA positief uitpakt. 6. De voorzitter had voorgesteld een electronische werkgroep op te starten onder leiding van NL, die zou gaan kijken wat de factoren zijn die maken dat normen soms eindeloos op stap 8 blijven hangen omdat er geen consensus kan worden bereikt (terwijl alle wetenschappelijke onzekerheden toch uit de weg zijn geruimd). Dit voorstel heeft het uiteindelijk niet gehaald, omdat er geen akkoord kon worden bereikt over het mandaat; dit tot grote onvrede van de EU. 7. De conclusies van de conferentie die in juli 2008 in Den Haag was gehouden (over normen voor voedselveiligheid in de internationale handel) zijn tijdens de plenaire vergadering door het EU Voorzitterschap toegelicht; dit is in het verslag van de Codex Alimentarius Commission 2009 opgenomen, waardoor er een aanknopingspunt is voor werk door relevante Codex Comités aan dit onderwerp. De oorspronkelijke bedoeling was om deze conclusies ook te laten doorverwijzen naar de relevante Comités maar dit bleek om procedurele redenen niet mogelijk. 8. Voor wat betreft de moeizame discussie over private standaarden wordt als volgt besloten: het doel van Codex is dat privé standaarden harmoniseren met Codex standaarden. Codex moet zelf heel kritisch naar de eigen werkwijze kijken om te zien hoe de processen binnen Codex kunnen worden versneld. De ‘3 zussen’ (Codex, OIE, IPCC) moeten met elkaar in overleg hierover en zoveel mogelijk samen optrekken. De juridische implicaties van privé standaarden in de internationale handel moeten worden geanalyseerd. Al bij al een gemengd resultaat; de EU heeft op een aantal punten niet bereikt wat het wilde (2, 3, 4, 6) maar de schade is beperkt gehouden. De EU heeft zich heel coulant opgesteld, maar is op een aantal punten behoorlijk tegengewerkt door de QUAD-landen, waardoor de sfeer in de Europese delegatie uiteindelijk in mineur was.
Codex Alimentarius
7