Verpleeghuis, verzorgingshuis en thuiszorg

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE

Opdrachtenboek startbekwame fase Inclusief ondersteuningsmagazijn en examens beroepsopdrachten

Verpleeghuis, verzorgingshuis en thuiszorg

Albeda college Branche gezondheidszorg Kwalificatieniveau 4 Crebo 95 Versie: FEBRUARI 2016 Fase: startbekwaam Naam student:………………….

Albeda College Branche Gezondheidszorg

SB Opdrachtenboek VVT

MBO-Verpleegkundige


2


MBO-Verpleegkundige

Inhoudsopgave Inleiding Beroepstaak B: Verlenen van verpleegkundige zorg  Beroepsopdracht B (praktijk)  Feedbackformulier B  Ondersteuningsmagazijn school/praktijk - B.start.1 “Van opname tot…..” Een casusanalyse schrijven en uitvoeren - B.start.2 Aanvullende zorg - B.start.3 Crisis- of risicovolle situaties en/of onvoorziene omstandigheden - B.start.4 Continuïteit en coördinatie van zorg  Verdiepende activiteiten t.b.v. samenhangend leren - B/E Zorgindicatie voor VVT - B/E Multiculturele verpleging + intervisie - B/CE Interculturele communicatie + intervisie - B/E Zelfmanagement + intervisie - B/E Professionele moed + intervisie Beroepstaak C: Ondersteunen bij begeleiden  Beroepsopdracht C (praktijk)  Feedbackformulier  Ondersteuningsmagazijn school/praktijk - C.start.1: GVO Voorlichting, instructie en/of advies geven aan de zorgvrager - C.start.2: Begeleiden Gespreksvaardigheden in kritische beroepssituaties - C.start.3: Groepsbegeleiding Beroepstaak E: Uitvoeren van organisatie en professiegebonden taken  Beroepsopdracht E (praktijk)  Feedbackformulier E  Ondersteuningsmagazijn school/praktijk - E.start.1.1 Deskundigheidsbevordering en professionalisering: actuele ontwikkelingen: Ketenzorg - E.start.1.2 Deskundigheidsbevordering en professionalisering: actuele ontwikkelingen: Zorgpad - E.start.1.3 Deskundigheidsbevordering en professionalisering: actuele ontwikkelingen: Nieuwe uitgangspunten - E.start.1.4 Deskundigheidsbevordering en professionalisering: actuele ontwikkelingen: Intervisie - E.start.2.1 Kwaliteitszorg Knelpunten en kwaliteitsinstrumenten - E.start.3.1 Werkbegeleiding geven Werkbegeleiding geven  Verdiepende activiteiten t.b.v. samenhangend leren - Intervisie - Onderzoeksvaardigheden


3


MBO-Verpleegkundige

Examen beroepsopdrachten  Algemene instructie examinering beroepsopdracht voor studenten en beoordelaars  Examen beroepsopdracht B  Examen beroepsopdracht C  Examen beroepsopdracht E Bijlagen  Bijlage 1: POP en werkplanning beroepsgericht POP en werkplanning persoonlijke leerdoelen  Bijlage 2: Overzicht activiteiten school/praktijk  Bijlage 3: Instructie feedbackformulier  Bijlage 4: Begrippenlijst  Bijlage 5: Leerplan en leerlijn  Bijlage 6: Criteria verslag schrijven  Bijlage 7: E.start.3 Lesplan mbt klinische les  Lesopzet volgens het model van Gelder  Vijfstappen-methodiek  Bijlage 8: Vaststellingformulier dilemma’s  Bijlage 9: Overzicht Evidence based bronnen Studentenversie ijken en assessen (dit document ontvang je van de docent) Bijlagen Instrumenten 1. IJkformulier 2. Overzicht activiteiten school/praktijk 3. Overzicht beroepsopdrachten 4. Waarderingsformulier overgang / voortgang /examendossier 5. Studentenresultaatkaart/rapport DSDO: - kennistoetsen - casustoetsen - beroepsopdrachten - AVO-vakken 6. Stroomschema: harde en zachte eisen 7. Procedure communicatie studenten, ouders en praktijk


4


MBO-Verpleegkundige

Inleiding De laatste fase van je opleiding tot verpleegkundige niveau 4 is aangebroken. In dit opdrachtenboek zijn de startbekwame-activiteiten voor theorie en praktijk en de examens van beroepsopdracht B, C en E met de beoordelingscriteria opgenomen die je doet in de startbekwame fase. De activiteiten van de startbekwame fase zijn verplicht, mits anders aangegeven. Zij dienen als voorbereiding op de examinering van de beroepsopdrachten in de praktijk, op de Proeve en het Bewust Bekwaam Gesprek (BBG) De activiteiten zijn geschreven voor theorie én praktijk. Maak daarom duidelijke afspraken met (werk) begeleiders, begeleiders en docenten/coaches en zorg ervoor dat iedereen op de hoogte is van je voortgang. Je POP en werkplanning is daarbij hét hulpmiddel. Deze formulieren kun je achter in het opdrachtenboek vinden. Tijdens het werken aan deze activiteiten zal onderstaande vraag regelmatig worden gesteld door jezelf of door je begeleiders. Zijn de praktijksituaties die gekozen worden voor de opdrachten van de start bekwame fase complex genoeg? Deze vraag is het best te beantwoorden door te kijken naar onderstaande twee richtlijnen: 1. onderzoek wat in je eigen instelling onder complexe zorg wordt verstaan 2. ga op zoek naar zogenaamde kritische beroepssituaties. Een kritische beroepssituatie is een situatie waarin de beroepsbeoefenaar zich gesteld ziet voor een professioneel probleem of dilemma. Deze dilemma’s zijn:        

het vinden van een goede balans tussen betrokkenheid en distantie in relatie tot de zorgvrager. het afwegen of je als verpleegkundige vasthoudt aan de afspraken in het verpleegplan versus flexibel omgaan met veranderende behoefte van de zorgvrager. het vinden van een evenwicht in het omgaan met normen en waarden van de zorgvrager en/of mantelzorger en/of naasten versus de eigen normen en waarden. het maken van een afweging tussen de mate van begeleiden van de zorgvrager bij het uitvoeren van taken en het overnemen van die taken en verantwoordelijkheden. het maken van een afweging of je als verpleegkundige zelf de werkzaamheden zal uitvoeren of anderen zal consulteren. het omgaan met de belangen van de zorgvrager en de mantelzorger en/of naasten versus beleid en mogelijkheden van de organisatie. het vinden van een evenwicht tussen het betrekken van mantelzorgers en/of naasten en vrijwilligers bij de zorg of het inschakelen van professionele hulp. het vinden van een goede balans tussen de kwaliteit van de verpleegkundige zorg versus de eisen van doelmatigheid die worden gesteld vanuit de organisatie.

(Bron: Landelijk Kwalificatiedossier MBO-Verpleegkundige 1 augustus 2012)


5


MBO-Verpleegkundige


6


MBO-Verpleegkundige


BEROEPSTAAK B Ondersteunen van verpleegkundige basiszorg

Albeda college Branche gezondheidszorg Kwalificatieniveau 4 Crebo 95 Versie: FEBR 2016 Fase: startbekwaam Naam student:………………….


7


MBO-Verpleegkundige


8


Beroepsopdracht

MBO-Verpleegkundige

Beroepstaak B

Startbekwaam

Ondersteunen bij de persoonlijke basiszorg Toelichting Voorbereidend op deze beroepsopdracht voer je de activiteiten van het ondersteuningsmagazijn uit en vraag je feedback met behulp van het feedbackformulier Let op: Let op: als je de beroepsopdracht gaat examineren maak je gebruik van het beoordelingsformulier achter in het opdrachtenboek Beroepsopdracht Je werkt als leerling-verpleegkundige op een verpleegafdeling in verpleeghuisverzorgingshuis of in de thuiszorg Je leidinggevende geeft je de opdracht om, gedurende een aantal dag en/of avonddiensten zelfstandig verpleegkundige zorg te verlenen aan zorgvragers in verschillende zorgsituaties. Het gaat hierbij om zorgvragers met een aantal verschillende stoornissen, beperkingen of handicaps, die elkaar gedeeltelijk beïnvloeden. De zorgsituatie kenmerkt zich door onvoorspelbare (snelle) wisselingen in de gezondheidstoestand van de zorgvrager. Je stelt het aantal zorgvragers vast volgens de afspraken van de afdeling en in overleg met je begeleider. Je voert de opdracht zelfstandig uit en de evt. voor of - nabespreking gebeurt op jouw initiatief. Je geeft zelf sturing aan het leerproces en laat een pro-actieve leerhouding zien. Het accent ligt op het bieden van persoonlijke verzorging en het uitvoeren van verpleegtechnische handelingen. Je biedt de zorgvragers psychosociale begeleiding bij de voorbereiding op verschillende operaties, therapieën, behandelingen of onderzoeken. Je verzamelt gegevens over dreigende of bestaande gezondheidsproblemen, stelt op basis hiervan een verpleegplan op en bespreekt dit met de zorgvrager en betrokkenen. Je biedt op basis van het verpleegplan de verpleegkundige zorg, observeert en monitort voortdurend veranderingen in de gezondheidstoestand en het welbevinden van de zorgvrager. Je houdt daarbij rekening met de omstandigheden, wensen en behoeften van de zorgvrager. Je rapporteert verkregen gegeven in het dossier en stelt zo nodig het verpleegplan bij. Je evalueert de verleende zorg met zorgvrager en begeleider. Je plant werkzaamheden voor de zorgverlening in een logische volgorde, stelt prioriteiten en zorgt ervoor dat betrokkenen hiervan op de hoogte zijn. Je draagt zo nodig werkzaamheden over en zorgt voor duidelijke en relevante informatie/instructies voor collega’s. Je raadpleegt indien nodig andere deskundigen en overlegt tijdig en regelmatig met hen. Daarnaast speel je een actieve rol in de coördinatie van zorg en de daarvoor relevante overlegvormen en collegiale consultatie. Je herkent crisissituaties, handelt adequaat en waarschuwt anderen wanneer zich een crisissituatie voordoet. Je gebruikt je POP en werkplanning als hulpmiddel om je leerproces te plannen en inzichtelijk te maken.


9


MBO-Verpleegkundige

Je voert bij deze beroepsopdracht de bij de werkprocessen behorende taal- en rekentaken uit Taaltaken1

-

Rekentaken -

1

Kan observatie- en vragenlijsten lezen Kan voorschriften / procedures/instructies/protocollen/een planning/een overdracht/ een dossier/een verpleegplan/rapportage/vakliteratuur/leerplan lezen en interpreteren. Kan een verpleegplan opstellen, bespreken en evalueren Kan verpleegdoelendoelen/begeleidingsdoelen/en verpleegplan formuleren en bijhouden(wijzigingen vastleggen). Kan instructies opvolgen en opdrachten uitvoeren Kan een leidinggevende of andere disciplines waarschuwen Kan een overdracht geven, verslag doen van gebeurtenissen Heeft numerieke vaardigheden m.b.t. vochtlijst en vochtbalans Kan ondersteunen bij bewegen en verplaatsen Kan de weg vinden en uitleggen in een instelling

Indien de student deze beroepsopdracht uitvoert, werkt hij tevens aan bovenstaande taal en rekentaken Albeda College Branche Gezondheidszorg

10


MBO-Verpleegkundige

FEEDBACKFORMULIER Beroepsopdracht B Naam student:

Datum:

Werkprocessen Beroepstaak B Startbekwaam niveau 1.1 De mbo-verpleegkundige heeft op basis van anamnese gegevens en verpleegkundige diagnose het verpleegplan opgesteld. Zij heeft het verpleegplan besproken met de zorgvrager en betrokkenen en instemming gekregen. (A, D, H, J, K, M)

Opleiding: MBOverpleegkundige

Niveau: Startbekwaam

Feedback

1.2 De mbo-verpleegkundige heeft monitoring, ondersteuning bij de persoonlijke verzorging en zonodig terminale zorg op een professionele wijze uitgevoerd. Zij heeft daarbij rekening gehouden en de omstandigheden van de zorgvrager en betrokkenen. (E, F, J, K, R,V)

1.4 De mbo-verpleegkundige heeft de zelfredzaamheid van de zorgvrager gestimuleerd, om een zo optimaal mogelijke mate van autonomie te bereiken. Zij heeft op passende wijze de zorgvrager en naasten begeleidt (C, D, R)

1.7 De mbo-verpleegkundige pakt crisissituaties of een onvoorziene situaties op professionele wijze aan. Ze volgt de geldende procedures en regelgeving (E, T, V


11


MBO-Verpleegkundige

FEEDBACKFORMULIER Beroepsopdracht B Naam student:

Datum:

Werkprocessen Beroepstaak B Startbekwaam niveau 1.8 De mbo-verpleegkundige heeft de zorgverlening gecoördineerd, besproken en afgestemd met betrokken. Ze heeft collega’s geconsulteerd en deelgenomen aan overlegsituaties, waardoor de continuïteit van de zorgverlening gewaarborgd is(B, E, Q)



Feedback

1.9 De mbo-verpleegkundige heeft de zorgverlening regelmatig en zorgvuldig geëvalueerd. Zij heeft zonodig het verpleegplan bijgesteld. De mbo-verpleegkundige heeft een (eind) evaluatie opgesteld van het totale verpleegproces (D, J, M)

Argumentatie Feedback (verplicht invullen) (maak bij de argumentatie van de feedback gebruik van de competenties zoals benoemd in het overzicht van de beroepstaak op de volgende bladzijde)

Datum: ………………………………… Naam begeleider

Naam student:

…………………………………

………………………………….

Paraaf: ………………………

Paraaf: ……………………….


12


MBO-Verpleegkundige

OVERZICHT BEROEPSTAAK B

Beroepstaak B B. ‘Verpleegkundige zorg’

Competenties

Beroepsproducten B.1 plannen van verpleegkundige zorg B.2 basis zorg B.3 crisissituaties A, B, C, D, E, F, H, J, K, M, Q, R, T, V

Werkprocessen 1.1, 1.8, 1.9 1.2, 1.4, 1.8 en 1.9 1.7

Competenties in Prestatie-indicatoren de werkprocessen A o Herkent relevante veranderingen in de gezondheidstoestand van de Beslissen en zorgvrager en anticipeert hierop. activiteiten initiëren o Neemt in zorgsituaties zelfstandig, maar zo nodig in overleg met de behandelaar, op tijd de nodige beslissingen o Maakt zelfstandig een afweging van de risico’s, zodat de juiste verpleegkundige interventies kunnen worden ingezet o Zorgt ervoor dat veiligheid en gezondheid van de zorgvrager en anderen niet in gevaar komen B o Zorgt ervoor dat collega’s en betrokkenen weten wat de doelen en Aansturen prioriteiten van de zorgverlening zijn o Zorgt voor duidelijke en relevante informatie/instructies voor collega’s en betrokkenen, zodat zij concreet weten wat er van hen wordt verwacht o Delegeert werkzaamheden aan collega’s C o Biedt een sturende, motiverende of activerende begeleiding bij het Begeleiden handhaven van de zelfredzaamheid op psychosociaal en maatschappelijk gebied. o Stimuleert en motiveert de zelfredzaamheid en autonomie van de zorgvrager en benadrukt het belang ervan aan de zorgvrager en diens naasten o Motiveert de zorgvrager zoveel mogelijk de regie over zijn eigen leven te voeren. o Begeleidt de zorgvrager bij de verwerking en hantering van de gevolgen van ziekte, ingreep, beperking, therapie en/of behandeling o Ondersteunt naasten bij angst, onzekerheid, slecht nieuws en let daarbij op signalen van overbelasting o Geeft naasten gerichte adviezen hoe ze hun draagkracht kunnen versterken, zodat ze niet overbelast raken D o Luistert en kijkt aandachtig naar de gezondheidsproblemen, Aandacht en zorgbehoeften en leefomstandigheden van de zorgvrager en naasten begrip tonen. o Toont betrokkenheid bij het fysieke en mentale welzijn van de zorgvrager o Toont empathie in de gevoelens van zorgvrager en naasten o Behandelt de zorgvrager met respect en geduld ter vergroting van de zelfredzaamheid en autonomie o Betrekt zorgvrager en naasten bij het opstellen van het verpleegplan o Vraagt de zorgvrager en andere betrokkenen naar hun ervaringen, ideeën en gevoelens over de geboden zorg en begeleiding. Vraagt zo nodig door.


13


Competenties in de werkprocessen E Samenwerken en overleggen

Prestatie-indicatoren o o o o o o

F Ethisch en integer handelen

o o o o o

H Overtuigen en beïnvloeden.

o o o o

J Formuleren en rapporteren

o o o o o

K Vakdeskundigheid toepassen

o o o o o

M Analyseren

MBO-Verpleegkundige

o o o

Consulteert en schakelt zonodig andere zorgverleners in, zodat de expertise van de betrokkenen optimaal wordt ingezet. Overlegt tijdig met ander zorgverleners Informeert alle betrokkenen volledig en meldt tijdig belangrijke zaken Draagt zorg voor een professionele samenwerking rondom de persoonlijke verzorging en monitoring Roept bij calamiteiten tijdig hulp in van andere deskundigen Raadpleegt in het kader van de coördinatie van de zorgverlening andere deskundigen en overlegt tijdig met hen. Heeft een actieve rol bij overlegmomenten Handelt volgens ethische maatstaven van de beroepsgroep, beroepscode en de organisatie Toont zich eerlijk, betrouwbaar en respecteert vertrouwelijkheid Accepteert en respecteert verschillen tussen zorgvragers in normen en waarden, seksuele voorkeur, culturele achtergrond en levensbeschouwing Communiceert duidelijk verbaal en non-verbaal, zodat de de zorgvrager respectvol wordt behandeld bij de persoonlijke verzorging en in voorkomende gevallen bij terminale zorg Gaat discreet om met gevoelige zaken Leidt het anamnese/overplaatsing/-ontslag gesprek met de zorgvrager in goede banen aan de hand van een standaard-vragenlijst Inventariseert de verschillende belangen en mogelijkheden m.b.t. de verpleegkundige zorg en bespreekt deze met de zorgvrager Streeft overeenstemming na en creëert draagvlak, zodat alle betrokkenen met het verpleegplan kunnen instemmen Verwerkt gegevens correct en accuraat Formuleert zelfstandig verpleegdoelen, activiteiten en interventies t.b.v. het verpleegplan en bespreekt dit met de zorgvrager Zorgt ervoor dat het verpleegplan/zorgleefplan voor alle betrokkenen inzichtelijk en begrijpelijk is Formuleert scherp, kernachtig en op logische gestructureerde wijze Zorgt ervoor dat alle betrokkenen beschikken over een volledige en actuele verslaglegging over de zorgverlening en gezondheidstoestand van de zorgvrager Past haar kennis over ziektebeelden, stoornissen, beperkingen, functioneringsproblemen en gezondheidsproblemen over verschillende doelgroepen toe Neemt deel aan inhoudelijke, beroepsgerelateerde discussies Gebruikt de beperkingen en mogelijkheden van de zorgvrager voor het opstellen van verpleegkundige diagnosen en doelen. Neemt tijdens observaties snel en veel relevante informatie in zich op, zodat de monitoring op een professionele wijze wordt uitgevoerd. Heeft kennis over de laatste ontwikkelingen m.b.t. het begeleiden van zorgvragers in de laatste levensfase Verzamelt gegevens met de juiste methodiek Legt verbanden tussen de verzamelde gegevens en trekt logische conclusies Kan de verpleegkundige diagnose en het verpleegplan op adequate wijze opstellen en verantwoorden


14


Competenties in de werkprocessen Q Plannen en organiseren

Prestatie-indicatoren o o o o o

R Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant” richten

o o o o

T Instructies en procedures opvolgen

o o o o

V Met druk en tegenslag omgaan

MBO-Verpleegkundige

o o o o

Voert handelingen geroutineerd en gecombineerd uit Stelt prioriteiten in het eigen handelen en de taken op de afdeling Plant en regelt in een logische volgorde de werkzaamheden voor de zorgverlening Organiseert de benodigde capaciteit, materialen, middelen en zo nodig apparatuur Zorgt ervoor dat alle werkzaamheden binnen de beschikbare tijd en mogelijkheden kunnen worden uitgevoerd. Richt zich zoveel mogelijk op de behoeften en verwachtingen van de zorgvrager Houdt zich aan de gemaakte afspraken Controleert of er aan de verwachtingen en wensen van de zorgvrager en naasten wordt voldaan Checkt regelmatig of de zorgvrager en diens naasten nog tevreden zijn en blijven over de zorgverlening en begeleiding bij de zelfredzaamheid. Handelt adequaat volgens de voorgeschreven procedures die in de zorgverlening gelden voor onvoorziene of crisissituaties Houdt zich aan de wettelijke richtlijnen die gelden voor onvoorziene of crisissituaties, zodat de kwaliteit van de uitgevoerde interventies gewaarborgd zijn. Heeft routine in het gebruik van regels, procedures en richtlijnen Wijkt indien nodig van de voorgeschreven procedures/protocollen/richtlijnen en kan dit motiveren Maakt op correcte wijze haar grenzen kenbaar tijdens de uitvoering van de zorg in stressvolle situaties. Komt met mogelijke alternatieven. Handelt effectief en professioneel in acute of onder emotionele omstandigheden. Blijft in stressvolle situaties gericht op werk en de zaken die gedaan moeten worden Reflecteert op eigen emoties, gevoelens en gedrag. Stuurt dit zonodig zelfstandig bij.


15


MBO-Verpleegkundige


16


MBO-Verpleegkundige

STARTBEKWAME ACTIVITEITEN Ondersteuningsmagazijn School/Praktijk

Beroepstaak B

Activiteiten Alle activiteiten zijn verplicht B.start.1 “Van opname tot…..” Een casusanalyse schrijven en uitvoeren B.start.2 Aanvullende zorg

Startbekwaam

Datum School

Praktijk

B.start.3 Crisis- of risicovolle situaties en/of onvoorziene omstandigheden B.start.4 Continuïteit en coördinatie van zorg Samenhangend leren B/E

Zorgindicatie voor VVT

B/E

Multiculturele verpleegkunde

B/C/E Interculturele communicatie B/E

Zelfmanagement

B/E

Professionele moed


17


B.start. 1

MBO-Verpleegkundige

“Van opname tot…..”

Een casusanalyse schrijven en verpleegkundige zorg uitvoeren . Resultaat

Werkprocessen en competenties op startbekwaam niveau

De student: - heeft volgens criteria een casusanalyse geschreven en kan deze beredeneren - heeft de verpleegkundige zorg uitgevoerd aan de hand van een vooraf geschreven casusanalyse. - heeft naar aanleiding van de uitgevoerde zorg op school geoefend met een BBG ( Bewust Bekwaam Gesprek). 1.1 Stelt een verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan (A, D, H, J, K, M) 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden (E, F, J, K, R, V) 1.4 Begeleidt een zorgvrager (C, D) 1.9 Evalueert de zorgverlening (D, J, M)

Activiteit Je gaat a.d.h.v. criteria een casusanalyse schrijven over een zorgvrager in een kritische beroepssituatie. In de praktijk ga je bij deze zorgvrager de verpleegkundige zorg uitvoeren volgens de door jou geformuleerde interventies. Ter afsluiting van de activiteit oefen je op school met het BBG( Bewust Bekwaam Gesprek) De aankomende weken maak je een keuze in een zorgvrager uit een zorgcategorie binnen jouw stage. In de zorgrelatie met deze zorgvrager moet je wel voor een kritische beroepssituatie gesteld worden met minimaal 4 dilemma’s. Je kunt hiervoor een zorgvrager kiezen in de periode van opname tot ontslag. Je kunt ook een zorgvrager volgen gedurende zijn/haar behandeling. Je voert de verpleegkundige zorg in die periode bij deze zorgvrager uit met de door jou geformuleerde interventies. Deze zorgvrager is uitgangspunt voor het schrijven van de casusanalyse. De casusanalyse schrijf je aan de hand van de criteria lijst bijgevoegd in deze opdracht. De uitgewerkte casusanalyse wordt door school en praktijk gelezen en goedgekeurd aan de hand van deze criteria lijst. In de bijlage criteria ten aanzien van de casusanalyse wordt aangegeven wie voor welk deel verantwoordelijk is. De activiteit wordt afgesloten met een oefen Bewust Bekwaam Gesprek (BBG) op school. Dit is een oefening ter voorbereiding op het BBG als onderdeel van de proeve aan het einde van de startbekwame fase. Tijdens deze oefening analyseer jij de verleende zorg aan jouw zorgvrager en leg je hierover verantwoording af.


18


MBO-Verpleegkundige

Praktijk Kies in overleg met je begeleider een zorgvrager waarbij sprake is van een kritische beroepssituatie. In deze kritische beroepssituatie moet je minimaal 4 dilemma’s kunnen verantwoorden. Bespreek met behulp van het vaststellingsformulier (bijlage 8, opdrachtenboek) met je begeleider waarom jij vindt dat de casus voldoet aan de criteria van een kritische beroepssituatie. Als de begeleider akkoord is kun je starten met het schrijven van de casusanalyse. In de bijlage kun je terugvinden aan welke criteria de casusanalyse moet voldoen. Tijdens het werken in de praktijk rondom jou gekozen kritische beroepssituatie vraag je feedback op je handelen middels het feedbackformulier B. Wanneer je de casusanalyse geschreven hebt vraag je 1 keer feedback aan je begeleider en 1 keer feedback aan je begeleidend docent op school. Met de gekregen feedback pas je zo nodig de casusanalyse aan en lever je deze in ter goedkeuring in bij de begeleider. In de bijlage wordt aangegeven voor welk deel de begeleider uit de praktijk verantwoordelijk is Criteria praktijk - De kritische beroepssituatie bevat minimaal 4 dilemma’s - Je hebt de casusanalyse volgens de criteria van de bijlage geschreven en besproken met je begeleider. Deze is ook gelezen en goedgekeurd door je begeleider. - Tijdens het werken aan de door jou gekozen kritische beroepssituatie heb je feedback gekregen naar aanleiding van de door jou uitgevoerde zorg rondom deze zorgvrager. - Je hebt aangetoond dat je het klinisch redeneren beheerst en om kunt gaan met de kritische beroepssituatie. Hiermee wordt bedoelt dat jij je rol en verpleegkundig handelen kunt beredeneren t.a.v. de kritische beroepssituatie en dillema’s Product praktijk 1. Uitgewerkt casusanalyse, die voldoet aan de criteria ten aanzien van de casusanalyse 2. De bijlage is ingevuld door de begeleider. 3. Ingevuld feedbackformulier B Evalueren praktijk Product : Bespreek de casusanalyse met je begeleider met behulp van bijlage 1 De casusanalyse is met behulp van bijlage 1 gelezen en goedgekeurd door je begeleider Proces: Evalueer de uitgevoerde zorg naar aanleiding van de casusanalyse met je begeleider. Maak hierbij gebruik van feedbackformulier B. School Tijdens het werken aan de casusanalyse bespreek je je voortgang met de docent en vraag je feedback (maximaal 1 keer). Indien nodig maak je een afspraak met een vakdocent. Lever je casusanalyse in ter goedkeuring bij begeleidend docent. STARRT reflectie verslag en oefen BBG. Ter afsluiting van de gehele activiteit maak je een afspraak met de begeleidend docent en een groepje medestudenten om de activiteit na te bespreken in de vorm van een oefen BBG. Wanneer de casusanalyse door school en praktijk is goed gekeurd begin je met schrijven van deze STARRT reflectie. Deze STARRT reflectie lever je een week voor je oefen BBG in bij de begeleidend docent.


19


MBO-Verpleegkundige

Deze STARRT reflectie moet gaan over jou gekozen kritische beroepssituatie met de 4 dillema’s van de zorgvrager uit je casusanalyse. Verder kun je voor het schrijven van deze STARRT reflectie gebruik maken van het beoordelingsformulier BBG (bijlage 9, opdrachtenboek). Product school 1. Uitgewerkt casusanalyse, die voldoet aan de criteria ten aanzien van de casusanalyse 2. De bijlage is ingevuld door de docent 3. STARRT verslag n.a.v. je kritische beroepsituaties/casusanalyse Criteria school  Je hebt de casusanalyse volgens de criteria ten aanzien van de casusanalyse geschreven en besproken met de docent. Deze is gelezen en goedgekeurd door de docent.  Je hebt naar aanleiding van je kritische beroepssituatie rondom de zorgvrager uit de casusanalyse een STARRT reflectie geschreven.  Je hebt het reflectieverslag besproken met docent aan de hand van de beoordelingscriteria van het oefen BBG (bijlage 9, opdrachtenboek)  Je hebt een oefen BBG voorbereid en uitgevoerd .  Je hebt feedback gekregen van de docent en medestudenten aan de hand van het beoordelingsformulier oefen BBG. (Bijlage 9 opdrachtenboek)


20


Bijlage bij:

B.start. 1

MBO-Verpleegkundige

“Van opname tot…..”

Criteria ten aanzien van de casusanalyse Naam : ……………………………………………………

Datum : …………….

Groep :…………………………………………………… Nagekeken door:……………………………………….. Functie:………………………………………………………. Handtekening:…………………………………………… Voldaan Algemeen (school) - Het verslag ziet er netjes verzorgd uit - Het verslag is in correct Nederlands geschreven. - Titelblad met: naam student, emailadres student, groepsnaam, begeleidend docent, datum - Totale verslag mag maximaal 15 pagina’s zijn. - Lettertype Arial 11. - Pagina nummering. - Bronvermelding. o Recente bronnen o Evidence based bronnen o Deskundigheidsgebied van de verpleegkundige. (Wet Big art.33) - Inhoudsopgave. Inhoud (praktijk, behalve wetgeving) CASUS 1. Casus (praktijk) - Persoonlijke gegevens. - Opname indicatie. - Samenvattende beschrijving van het ziektebeeld. - Beschrijving diagnostische fase van het ziektebeeld. - De uitgevoerde onderzoeken. - De reden van onderzoeken. - Beschrijving van de behandeling van de zorgvrager o Het doel van deze behandeling o De prognose van deze behandeling - Beschrijving van relevante en actuele ontwikkelingen welke van invloed zijn op de zorg aan de gekozen zorgvrager. Beschrijving kritische beroepssituatie met 4 dillema’s. (praktijk) - Voorgeschiedenis. - De kritische beroepssituatie met 4 dilemma’s. - Huidige situatie, jouw handelen hierin en je verpleegkundige rol m.b.t. kritische beroepssituatie en de 4 dillema’s - Verloop van de opname, jouw handelen en verpleegkundige rol. - Situatie bij ontslag of na afronden periode.


21


MBO-Verpleegkundige

Voldaan Inhoud CASUS Wetgeving (school) - Beschrijving van de juridische aspecten waarmee jij als verpleegkundige rekening houd in je zorgverlening. - Uit welke juridische bronnen zijn deze aspecten afkomstig? - Beschrijf de financieringsbron van de geleverde zorg. (zorgzwaartepakket/ DBC) 2. VERPLEEGPLAN School: beoordeling op juist gebruik methodiek van het verpleegplan. Praktijk: Beoordeling of het beschreven verpleegplan uitvoer baar is. Beoordeling of er in de uitvoerbare zorg van de student gerapporteerd wordt naar geformuleerde doelen van zijn/haar verpleegplan. Verpleegplan: Schrijf een verpleegplan en maak gebruik van je casusanalyse, het verpleegdossier en de aanwezige verpleegplannen of de gehanteerde beschrijving van de verpleegkundige zorg van de afdeling. Beschrijf a.d.h.v. je casusanalyse wat er volgens jou aan de hand is in jouw casus, welke verpleegproblemen spelen er, waar zitten de problemen en beredeneer wat de oorzaak is. Beredeneer ook welke informatie nog meer verkregen moet worden en hoe je dit gaat aanpakken. Prioriteer vervolgens de verpleegproblemen. Beschrijf hierna m.b.v. literatuur het verpleegplan - Benoem het gezondheidspatroon volgens Gordon. - Formuleer de actuele en potentiele verpleegproblemen volgens PES. Onderbouw je keuze met argumenten. - Formuleer de korte en lange termijn doelen volgens RUMBA - Bepaal de bijbehorende verpleegkundige interventies, minimaal 6. Onderbouw waarom je kiest voor deze interventies. - Beschrijving van de evaluatie op product en proces 3. -

VISIE (school en praktijk) Visie van de afdeling m.b.t. de zorgcategorie; Beschrijving van jouw verpleegkundige rol hierin. 2 algemene voorbeelden van verpleegkundige zorg vanuit deze visie De voordelen hiervan voor de zorgvrager (minimaal 2 voordelen)


22


B.start.2

MBO-Verpleegkundige

Aanvullende zorg

Resultaat


De student heeft een actuele ontwikkeling in de aanvullende zorg in de intramurale en/of ambulante en/of semimurale zorg bestudeerd. Naar aanleiding van deze bevindingen heeft de student een vraagstelling geformuleerd, deze onderzocht in de praktijk en conclusies geformuleerd. 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden (E, F, J, K, R, V) 1.4 Begeleidt een zorgvrager (C,D)

Activiteit Je bestudeert een ontwikkeling rondom de aanvullende zorg in de intramurale en/of ambulante en/of semimurale zorg en je formuleert een vraagstelling. Onderzoek in de praktijksituatie deze vraagstelling en formuleer conclusies en aanbevelingen. School 1. Maak een keuze uit de volgende onderwerpen of kies in overleg met de docent een eigen onderwerp gerelateerd aan aanvullende zorg in de intramurale en/of ambulante en/of semimurale zorg. Het onderwerp moet passen bij de branche waarin je stage loopt. Bijvoorbeeld: - Aanvullende zorg in de laatste levensfase - Pijnbestrijding - Complementaire zorg - Abstineren - Omgaan met DNR beleid - Omgaan met zelfbeschikking - Omgaan met cultuurverschillen in de laatste levensfase - Omgaan met Suïcidaliteit - Laatste levensfase bij dementerende zorgvrager 2. Kies in overleg met je docent een situatie uit je werkveld waarbij sprake is van een kritische beroepssituatie. De kritische beroepssituatie bevat minimaal 4 dilemma’s. Verantwoord aan de docent waarom jij vindt dat de casus voldoet aan de criteria van een kritische beroepssituatie. Deze criteria staan op het vaststellingsformulier kritische beroepssituatie – praktijk (bijlage 8). Maak aan de hand van je kritische beroepssituatie leervragen, wat wil je te weten komen? Bespreek je leervragen met de docent. Werk je leervragen schriftelijk uit. Belangrijk bij dit verslag zijn je conclusies en jouw visie als verpleegkundige op dit onderwerp. Gebruik minimaal 3 bronnen. 3

Bespreek je bevindingen en jouw visie op het onderwerp met een groep medestudenten onder begeleiding van de docent.


23


MBO-Verpleegkundige

Criteria school - Je hebt een situatie uit je werkveld gekozen, waarbij sprake is van een kritische beroepssituatie - Je hebt vooraf leervragen opgesteld op basis van de kritische beroepssituatie - De leervragen zijn volledig uitgewerkt in een verslag van minimaal/maximaal 4A4 - Je verslag voldoet aan de criteria van bijlage 6 verslag schrijven. - Je conclusies en eigen visie komt in het verslag duidelijk naar voren - Je hebt minimaal 1 evidence based bron gebruikt - Je hebt je bevindingen en visie besproken met medestudenten. - Je hebt gebruik gemaakt van de richtlijnen m.b.t. bronvermelding, zodat op de juiste manier gerefereerd wordt. Product school - Je hebt een verslag gemaakt, waarin de kritische beroepssituatie, leervragen, conclusies en eigen visie staan beschreven. Deze voldoet aan de criteria van bijlage 6 verslag schrijven Praktijk 1. Formuleer naar aanleiding van je theorieonderzoek een probleem - of vraagstelling . Bijvoorbeeld : Hoe kun je de zorg, of een aspect hiervan, volgens de door jouw bestudeerde ontwikkeling inzetten op jouw afdeling? Of maak een vergelijking tussen theorie en praktijk. 2. Bespreek je probleem - of vraagstelling met je begeleider. Bedenk hoe je dit onderzoek op de afdeling gaat uitvoeren, van welke bronnen ga je gebruik maken, wie je kunt interviewen etc. 3. Schrijf een verslag met daarin opgenomen de overeenkomsten en verschillen tussen je conclusies uit de theorie en je bevindingen in de praktijk. Je beschrijft aanbevelingen als verbeterpunt voor jouw afdeling en bespreekt deze met je begeleider. Beschrijf ook wat er nodig is om jouw aanbeveling in de praktijk te kunnen uitvoeren. Criteria praktijk - Je hebt een verslag geschreven, waarin de volgende punten beschreven staan: o Inleiding o Kritische beroepssituatie o Probleem-of vraagstelling en de onderbouwing ervan. o Uitkomst Theorie en praktijkonderzoek o Overeenkomsten en verschillen theorie en praktijkonderzoek o Conclusies mbt theorie - en praktijkonderzoek o Aanbevelingen en verbeterpunten o Eigen visie o Bronvermelding Product praktijk - Je hebt a.d.h.v. de praktijk-criteria een verslag gemaakt van het praktijkonderzoek van minimaal/maximaal 4A4. Je verslag bevat een voorblad met naam student, emailadres student, groepsnaam, begeleidend docent, datum en is in correct Nederlands geschreven. - Je hebt een ingevuld feedbackformulier gekregen van de begeleider. Evalueren met de begeleider in de praktijk Product : Bespreek met je begeleider je conclusies, aanbevelingen en visie met behulp van het feedbackformulier. Proces : Evalueer de uitvoer van deze activiteit m.b.t feedbackformulier B.


24


B.start.3

MBO-Verpleegkundige

Crisis- of risicovolle situaties en/of onvoorziene omstandigheden

Resultaat


De student: - heeft kennis van de verwachtingen die de afdeling/zorginstelling heeft van eigen grenzen en verantwoordelijkheden m.b.t het omgaan met crisis- of risicovolle situaties en/of onvoorziene omstandigheden. - is in staat om een risico-analyse te maken, te beredeneren en naar aanleiding hiervan de verpleegkundige zorg uit te voeren. 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op (A, D, H, J, K, M) 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden (E, F, J, K, R, V) 1.4 Begeleidt een zorgvrager (C, D) 1.7 Hanteert crisis- of risicovolle situaties en onvoorziene situaties (E, T, U) 1.9 Evalueert de zorgverlening (D, J, K)

Activiteit Je gaat 3 vormen van risicogedrag of risicovolle situaties bestuderen en de verschillende oorzaken ervan ( intern en extern) in kaart brengen. Je maakt voor 3 zorgvragers een risicoanalyse en kan deze beredeneren Je schrijft voor een zorgvrager met de hoogste risico-score een verpleegplan en voert vervolgens de zorg uit. School 1. Kies een 3 vormen van risicogedrag vorm of risicovolle situaties die voorkomen bij de zorgvragers van de zorgcategorie waarmee jij werkt. Onderbouw je keuze met argumenten. ( denk aan shock, complicaties na operatie, agressie, anorexia, therapieontrouw, delier, bloeding, intoxicatie, valaccident etc) Maak per gekozen vorm een mindmap waarin je uitwerkt welke kennis je al hebt. Bespreek deze mindmap met een medestudent.


25


MBO-Verpleegkundige

Verminderde wondgenezing/ toename kans op decubitus

Afname gewicht en spiermassa

Meer kans op infecties (agv. verminderde darmwerking en verlaagde weerstand)

Ondervoeding

Langere opname duur

Meer kans op complicaties

Hogere behandelingskosten

Bron: http://www.vmszorg.nl/ 2.

Vervolgens werk je de volgende items schriftelijk uit: - Neem kennis van het VMS veiligheidsprogramma ziekenhuizen en gebruik deze informatie bij de schriftelijke uitwerking - Beschrijf welke drie vormen van risicogedrag of risicovolle situaties het meest voorkomen bij de doelgroep waarmee je werkt. Leg uit met welke dillema’s jij in deze situaties geconfronteerd wordt. - Beschrijf bij elke vorm de oorzaken voor het ontstaan van dit gedrag of deze situaties ( interne en externe factoren, aanleidingen, mogelijk hulpverlenergebonden factoren etc.) - Schrijf op hoe je als hulpverlener het risicogedrag of situaties het beste kunt signaleren en welke hulpmiddelen je hier eventueel voor kunt gebruiken. - Beschrijf per situatie de belangrijkste interventies, wanneer je ingrijpt en ook de preventieve maatregelen. De interventies moeten helpen om het risicovolle gedrag of de risicovolle situatie te voorkomen en/of op te lossen en/of te beperken. - Geef ook aan hoe je omgaat met de eigen verantwoordelijkheid van de zorgvrager.

3.

Lever je verslag in bij de docent.

Criteria school - Je hebt een verslag gemaakt van deze activiteit. - Je verslag voldoet aan de criteria van bijlage 6 verslag schrijven. - In het verslag zijn punt 1 en punt 2 volledig uitwerkt en theoretisch onderbouwd met minimaal 2 evidence based bronnen (waaronder het VMS programma) - Je hebt gebruik gemaakt van de richtlijnen m.b.t. bronvermelding, zodat op de juiste manier gerefereerd wordt. Product school - Goedgekeurd verslag door de docent


26


MBO-Verpleegkundige

Praktijk 1. Bespreek met jouw begeleider de wederzijdse verwachtingen die er zijn met betrekking tot een crisis- of risicovolle situatie en/of onvoorziene omstandigheden. Formuleer ten aanzien van dit onderwerp jouw eigen grenzen en verantwoordelijkheden. 2. Ga op zoek in je instelling welk beleid wordt gehanteerd t.a.v. risico’s. (denk aan het VMS veiligheidsprogramma) 3. In overleg met jouw begeleider kies jij 3 zorgvragers uit, waarvoor jij een risicoanalyse beschrijft. Maak hierbij gebruik van het verpleegdossier en de aanwezige verpleegplannen of de gehanteerde beschrijving van de verpleegkundige zorg van de afdeling. Je brengt in kaart welke factoren ( intern en extern) een rol spelen bij het ontstaan van risicovolle omstandigheden voor deze zorgvragers. a. Interne factoren (vul aan) : de patiënt zelf Voorgeschiedenis, Medicijngebruik Leeftijd Vul zelf in b. Externe factoren (vul aan): de omgeving van de patiënt Patiëntenkamer Familie Zorginstelling Personeel Vul zelf in 4. Zet deze gegevens in een door jou gemaakte tabel. Geef met bijvoorbeeld 1, 2 , 3 etc. of met +, ++,+++ de risicoanalyse weer van de door jouw beschreven 3 zorgvragers. Beschrijf voor elke patiënt de koppeling tussen deze interne en externe factoren (wat is de samenhang tussen deze factoren en hoe beinvloeden ze elkaar) Beschrijf het risicogedrag van de zorgvrager. Beschrijf hoe de zorgvrager er zelf mee om gaat. 5. Kies hieruit de zorgvrager die het hoogst scoort in jouw risicoanalyse en formuleer hiervoor een verpleegplan. Maak hierbij gebruik van het verpleegdossier en de aanwezige verpleegplannen of de gehanteerde beschrijving van de verpleegkundige zorg van de afdeling. Je kunt ook gebruik maken van de doelen uit het elektronische patiëntendossier Beschrijf a.d.h.v. je risico-analyse wat er volgens jou aan de hand is, welke verpleegproblemen spelen er, waar zitten de problemen en beredeneer wat de oorzaak is. Prioriteer vervolgens de verpleegproblemen. Beredeneer welke informatie nog verkregen moet worden en hoe je dit gaat aanpakken Beschrijf hierna m.b.v. literatuur het verpleegplan - Benoem het gezondheidspatroon volgens Gordon. - Formuleer de actuele en potentiele verpleegproblemen volgens PES. Onderbouw je keuze met argumenten. - Formuleer de korte en lange termijn doelen volgens RUMBA - Bepaal de bijbehorende verpleegkundige interventies, minimaal 6. Onderbouw waarom je kiest voor deze interventies. - Beschrijving van de evaluatie op product en proces Albeda College Branche Gezondheidszorg

27


MBO-Verpleegkundige

6. Je voert gedurende een afgesproken periode de zorg uit bij deze zorgvrager volgens het verpleegplan. Criteria praktijk - Je hebt van 3 zorgvragers een risico-analyse beschreven in een verslag - Je verslag voldoet aan de criteria van bijlage 6 verslag schrijven. - Je hebt gebruik gemaakt van evidence based bronnen - Je hebt voor 1 zorgvrager een verpleegplan geschreven en de zorg uitgevoerd. Het verpleegplan is gericht op het beinvloeden of voorkomen van de risicovolle situatie van de zorgvrager - Je hebt feedback gekregen van de begeleider over de uitgevoerde zorg. - Je hebt een reflectie op je handelen geschreven aan de hand van het STARRT-model Product praktijk 1. Uitgewerkte risico-analyse van 3 zorgvragers. Goedkeuring van begeleider 2. Uitgewerkt verpleegplan van 1 zorgvrager. Goedkeuring van begeleider. 3. Ingevuld feedbackformulier over de uitvoer van je risico-analyse 4. Reflectieverslag aan de hand van het STARRT model over de uitgevoerde zorg

Evalueren praktijk Product : Bespreek met je begeleider de ingevulde risicoanalyse, het verpleegplan en bespreek het resultaat van de interventies. Proces: Bespreek met je begeleider op welke manier jij zorg hebt verleend in een risicovolle situatie. Verantwoord met behulp van je STARRT verslag je handelen en welke competenties jij hierbij hebt ingezet en/of nog moet ontwikkelen


28


B.start.4

MBO-Verpleegkundige

Continuïteit en coördinatie van zorg

Coördineren en verantwoording van zorg over meerdere zorgvragers Resultaat

Werkproces Competenties op startbekwaamniveau

De student heeft de zorgverlening gecoördineerd over meerdere zorgvragers. Ze heeft collega’s geconsulteerd en deelgenomen aan overlegsituaties. 1.8 Coördineert de zorgverlening (B,E,Q) 1.9 Evalueert de zorgverlening (D, J, M)

Activiteit: Coördineert en verantwoordt de zorgverlening van meerdere zorgvragers op de afdeling. School Onderzoek welke vaardigheden je nodig hebt om verantwoordelijk te zijn voor de continuïteit en coordinatie van de zorg voor de jou toegewezen zorgvragers. Stel vast welke vaardigheden jij nog moet ontwikkelen. Dit doe je door middel van een SWOT-analyse. Jouw ontwikkeldoelen met betrekking tot continuïteit en coordinatie van zorg moeten uit de SWOT analyse voortkomen

Product school - Je hebt met behulp van een SWOT-analyse je vaardigheden in kaart gebracht met betrekking tot het coordineren en dragen van verantwoording van zorg over meerdere zorgvrager. - Je hebt concreet beschreven welke vaardigheden je nog wilt/moet ontwikkelen. Je hebt dit vertaald in ontwikkeldoelen en hiervoor een POP-werkplan gemaakt.


29


MBO-Verpleegkundige

Praktijk Spreek met je begeleider af wanneer en voor hoeveel zorgvragers je de verantwoording gaat dragen voor de zorgverlening op jouw afdeling, unit of woongroep. Gebruik hierbij de criteria van de stageplaats. Criteria praktijk De volgende prestaties worden van de student gevraagd; - je hebt coördinerende taken uitgevoerd. - je hebt een planning en verdeling gemaakt van de werkzaamheden, wijst werkzaamheden toe en geeft prioriteiten aan. - je hebt ervoor gezorgd dat collega’s en betrokkenen weten wat de doelen en prioriteiten van de zorgverlening zijn. - je hebt gezorgd voor duidelijke en relevante informatie/instructie voor collega’s en betrokkenen, zodat zij concreet weten wat er verwacht wordt. - je hebt de zorgverlening afgestemd met collega’s onderling en met deskundigen van andere disciplines zowel binnen als buiten de organisatie. - je hebt indien noodzakelijk een arts, specialist of andere deskundige geconsulteerd. - je hebt in acute piekmomenten het overzicht bewaard over de te geven zorg. - je hebt deelgenomen aan overlegsituaties en verpleegkundige standpunten ingenomen waardoor de continuïteit van de zorgverlening gewaarborgd is. - je hebt de belangen van de jouw toegewezen zorgvragers behartigd. - je hebt de coördinatie van de zorg geëvalueerd met de zorgvrager. - je hebt een reflectie verslag geschreven. Reflecteren praktijk Schrijf een reflectie volgens het STARRT-model Het reflectieverslag vormt de input voor het evaluatiegesprek met je begeleider. Geef in je reflectie een moment/situatie aan waarin je hebt: - aangestuurd - begeleid - overlegd - geëvalueerd - je de planning hebt geëvalueerd en aangepast Wat ging goed en waarom? Waarin kan je nog groeien? Wat heb je daarvoor nodig? Evalueren met begeleider in de praktijk Spreek deze activiteit na met je begeleider met behulp van feedbackformulier B (werkproces 1.8) en je reflectieverslag. De competenties en prestatieindicatoren van werkproces 1.8 moet je voldoende hebben uitgevoerd. Product praktijk Ingevuld feedbackformulier B ( werkproces 1.8)


30


Samenhangend leren: Resultaat

Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces Competentie

MBO-Verpleegkundige

B/E Zorgindicatie voor VVT De student: - toetst de theorie in de praktijk - heeft praktische kennis en vaardigheden over zorgindicaties in de VVT - heeft minimaal 2 indicatie uitgevoerd in midden- en complexe verpleegsituaties Plan de activiteiten. Maak afspraken met een collega/ werkbegeleider waar je de uitvoering mee doet. Uitwerking van de theorie activiteit. Op de eigen werkplek Bespreek de activiteiten na met je begeleider 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op (A, D, H, J, K, M)

Toelichting Als wijkverpleegkundige vormt ‘indiceren’ van zorg een onlosmakelijk onderdeel van jouw professioneel handelen. Binnen de Zorgverzekeringswet ben jij verantwoordelijk voor de indicatiestelling en het bepalen van de daaruit voortvloeiende, noodzakelijke zorg. Activiteit Verdiep je theoretische kennis, praktische kennis en vaardigheden over zorgindicaties in de VVT. Zorg dat je minimaal 2 indicaties hebt uitgevoerd in midden- en complexe verpleegsituaties. Activiteit 1 Neem de uitwerking van het praktijkleren tav indiceren uit G2 erbij. Je hebt een POP gemaakt t.a.v. competenties die je nog gaat ontwikkelen om aan het einde van de SB fase zelfstandig een indicatie te kunnen stellen in een complexe zorgsituatie. Bespreek deze POP met je werkbegeleider en plan de activiteiten die je hiervoor gaat uitvoeren. Activiteit 2 (tijdens de eerste 10 weken van de SB fase) Je gaat zelf in een laag- tot midden complexe verpleegsituatie een indicatiegesprek voeren en deze uitwerken. Je collega is bij het gesprek aanwezig. Zij stuurt zo nodig bij en geeft jou feedback. (geef van te voren aan waar jij specifiek feedback op wil hebben) Activiteit 3 Schrijf een reflectieverslag volgens de STARRT methode over activiteit 2. Activiteit 4 Breng je reflectie in tijdens intervisie op school. Bereid de intervisie voor met behulp van activiteit E over intervisie Activiteit 5 Inventariseer wat je verder moet ontwikkelen om een indicatie te kunnen stellen in een complexe verpleegsituatie. Maak hierop een POP en werk daaraan.


31


MBO-Verpleegkundige

Activiteit 6 Je voert in de laatste 25 weken van de SB fase (zelfstandig) minimaal 2 indicaties uit in midden- en complexe verpleegsituaties. Een indicatie kun je koppelen aan de activiteit; casusanalyse; van opname tot ontslag. Criteria voor deze activiteit - Je hebt een POP geschreven t.a.v. de competentie die je nog gaat ontwikkelen m.b.t. het uitvoeren van indicaties - Je hebt onderbegeleiding een indicatiegesprek gevoerde - Je heb minimaal 2 indicaties zelfstandig uitgevoerd in midden- en complexe verpleegsituaties - Je hebt een reflectieverslag a.d.h.v. het STARRT model geschreven - Je hebt je reflectie ingebracht en besproken in een intervisie met medestudenten (E). Evalueren met begeleider Spreek deze activiteit na met je begeleider met behulp van feedbackformulier B, werkproces 1.1. De prestatie-indicatoren die horen bij werkproces 1.1 moet je voldoende hebben uitgevoerd.


32



Praktische voorbereiding

Theorie

Locatie Evaluatie Werkproces Competentie

MBO-Verpleegkundige

B/E Multiculturele verpleegkunde De student: - kan specifieke zorgvragen en behoeften herkennen en verduidelijken die kunnen spelen tijdens het verplegen van zorgvragers met een verschillende culturele en/of religieuze achtergrond - kan verwoorden hoe zij als verpleegkundige wil omgaan met deze specifieke zorgvragen en behoeften Beroepstaak B, theorie-onderzoek Bestudeer: - vakliteratuur over multiculturele verpleegkunde - de beroepscode, het beroepsprofiel en de ICN code - richtlijnen en hulpmiddelen m.b.t. het verplegen en communiceren van/met zorgvragers met een anderen culturele en/of religieuze achtergrond Beroepstaak E, intervisie Je hebt de uitwerking van de praktijkactiviteiten bij je tijdens de intervisie bijeenkomst Internet; - Beroepscode verpleegkundigen en verzorgenden - Beroepsprofiel - ICN code Theorielokaal/studieruimte/werkveld Bespreek de antwoorden met een medestudent en breng eventuele vragen en onduidelijkheden naar voren bij de docent. 1.2 Stelt verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op. (A, D, H, J, K, M) 3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering (K)

Toelichting Er is een toename te constateren in diversiteit en achtergrond van zorgvragers. De verschillende achtergronden en leefstijlen vragen van de mbo-verpleegkundigen specifieke vaardigheden om zorgvragen te verduidelijken en behoeften te onderkennen. (bron, landelijk kwalificatiedossier Mbo-verpleegkundige 2012) Activiteit 1 Beroepscode en beroepsprofiel Onderzoek wat de beroepscode (2015) en het beroepsprofiel zeggen over het verplegen van zorgvragers in de multiculturele samenleving. Wat betekent dit voor jouw verpleegkundig handelen? Zet dit in je eigen woorden op papier. http://www.nursing.nl/PageFiles/13935/001_1420709885774.pdf


33


MBO-Verpleegkundige

Activiteit 2 Culturele en/of religieuze achtergrond en dillema’s Onderzoek en bespreek met studiegenoten de volgende vragen: - Wat is cultuur? - Wat kenmerkt jouw cultuur? - Welke vooroordelen hebben je - Met welke dilemma’s kun je (vanuit je culturele en/of religieuze achtergrond) geconfronteerd worden in de zorg? Geef hiervan voorbeelden - Met welke dilemma’s ben je in de praktijk geconfronteerd bij zorgvragers, vanuit hun culturele en/of religieuze achtergrond. Geef hiervan voorbeelden. Vertel ook hoe je hebt gehandeld. - Zijn er grenzen? Activiteit 3 Verpleegkundige zorg en communicatie Onderzoek welke richtlijnen en hulpmiddelen er bestaan ter ondersteuning van het geven van zorg aan zorgvrager met verschillende culturele en/of religieuze achtergronden. Beoordeel deze hulpmiddelen en richtlijnen op toepasbaarheid in een verpleegsituatie. Activiteit 4 Verplegen in de bpv Onderzoek de behandeling en verpleging van een zorgvrager met een andere culturele en/of religieuze achtergrond op de afdeling waar je stage loopt:  welke specifieke zorgvragen en behoeften er zijn;  welke specifieke verpleegproblemen er zijn (middels de elf functionele gezondheidspatronen van Gordon);  met welke aspecten je rekening moet houden  hoe jij met deze specifieke zorgvragen en behoeften van de zorgvrager om wilt gaan  met welke dillema’s jij geconfronteerd wordt bij het verplegen van zorgvragers met een andere culturele en/of religieuze achtergrond Verpleeg in overleg met je werkbegeleider verschillende zorgvragers met een andere culturele en/of religieuze achtergrond. Maak hierbij gebruik van je opgedane kennis en vaardigheid. Activiteit 5 Reflectie en intervisie Schrijf een reflectieverslag volgens de STARRT methode over deze activiteit Breng je STARTT verslag in tijdens intervisie op school. Bereid de intervisie voor met behulp van activiteit E over intervisie. Activiteit 6 POP en werkplan Je maakt een POP - werkplan t.a.v. specifieke vaardigheden die je nog gaat ontwikkelen in de SB fase om zorgvragen te verduidelijken, de behoeften te onderkennen bij zorgvragers en hoe jij hiermee omgaat. Werk hieraan tijdens de zorg en verpleging aan met een andere culturele en/of religieuze achtergrond Activiteit 7 Evalueren met begeleider Spreek deze activiteit na met je begeleider met behulp van het reflectieverslag en je pop – werkplan.


34



Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces Competentie

MBO-Verpleegkundige

B/C/E Interculturele communicatie De student: - kent de begrippen interculturele waarden, gedragskenmerken en regels. - is zich bewust dat het niet haalbaar is alle waarden, kenmerken en regels van alle culturen te kennen. - kent het begrip diversiteit. - kent en begrijpt het interculturele stapstenen model en hoe dat binnen communicatie te gebruiken is. - heeft geoefend in gespreksvoering waarbij het stapstenen model leidend is. - is in staat om te reflecteren op zijn eigen aandeel in het gesprek. Lees de bijgevoegde literatuur op portaal 2.0 PowerPoint presentatie over interculturele communicatie (portaal 2.0) Theorielokaal/studieruimte Bespreek de antwoorden klassikaal en breng eventuele vragen en onduidelijkheden naar voren bij de docent. 1.2 Stelt verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op. (A, D, H, J, K, M) 1.4 Begeleiden van een zorgvrager (C, D) 3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering (K)

Toelichting In deze les wordt aandacht besteed aan interculturele communicatie. Hoewel wetenschappers het niet eens zijn over de definitie van cultuur lijkt men eensgezind te zijn in de opvatting dat cultuur van invloed is op de communicatie. Goede zorg kunnen verlenen begint o.a. bij de ander kunnen verstaan. Het is daarbij van essentieel belang dat zorgverleners kunnen reflecteren op eigen (culturele) normen en waarden in relatie tot hun zorgverlening aan zorgvragers van een andere dan de eigen cultuur. Het herkennen en erkennen van diversiteit is een kernbegrip in deze les. Door te focussen op diversiteit wordt recht gedaan aan het gegeven dat ieder mens anders is en dat het binnen zorgrelaties altijd noodzakelijk is om de eigenheid van de ander te leren kennen en de zorg daar mede op af te stemmen.


35


MBO-Verpleegkundige

SCHOOL: Theorie en casuïstiek over interculturele communicatie Activiteit 1 Aan de hand van een casus worden algemene regels voor culturele gespreksvoering en het “culturele stapstenen model “ besproken.

Casus Een Afghaanse mevrouw wil jou een cadeau geven. In die cultuur is het weigeren van een cadeau een belediging. Discussieer over de vraag: welke interculturele waarden, gedragskenmerken en regels weten we met elkaar van de verschillende culturen? Activiteit 2 Referentie kader aanbieden. Docenten laten in een rollenspel zien hoe een gesprek blokkeert wanneer de stappen open stellen en exploreren worden overgeslagen. Activiteit 3 Toepassen stapstenen model Groepswerk (per groep 4 personen) Studenten gaan aan de hand van casuïstiek een gesprek voorbereiden en gebruiken daarbij het stapstenen model.(Er zijn twee casussen beschikbaar, elk groepje bereidt 1 casus voor).


36


MBO-Verpleegkundige

Twee studenten kruipen in de huid van persoon 1 en de andere studenten kruipen in de huid van persoon 2. Zij krijgen op papier het ‘stapstenen model voor het gesprek’ aangereikt. Ter informatie is daarbij ook het stappenplan2 uitgereikt uit de les moed. Studenten bedenken wat zij willen zeggen en welke vragen zij willen stellen vanuit de persoon die zij vertegenwoordigen. Casus 1 Zorgvrager: terminale patiënte Persoon 1: Zorgverlener Persoon 2: Dochter van terminale patiënte Een terminale zorgvrager die jij verzorgt heeft aangegeven het liefst euthanasie of palliatieve sedatie te willen. Mevrouw heeft een oud gereformeerd geloof. In dit geloof is euthanasie geeft dagelijks meerdere malen aan dat zij wil slapen. De dochter van deze mevrouw heeft jou verteld dat zij het niet zal toestaan dat haar moeder euthanasie of palliatieve sedatie zal krijgen. Zij zegt: ‘God zal haar halen als het haar tijd is’. De zorgvrager blijft aangeven dat zij wil slapen, kreunt het uit van de pijn. De verzorging is voor haar een lijdensweg. Je kan het niet meer opbrengen haar zo veel pijn te doen. Je wil met de dochter een gesprek aangaan over de euthanasie wens/palliatieve sedatiewens van haar moeder. Persoon 1: leerling verpleegkundige met een hoofddoek Persoon 2: leidinggevende Je bent een leerling verzorgende en werkt op een afdeling met zwaar psychogeriatrische zorgvragers. Je draagt een hoofddoek vanuit je islamitische geloof. Deze hoofddoek sluit je voor, onder je kin. Hierdoor hangt aan de voorkant vanaf je kin, over je hals en schouders een stuk van de doek. In de instelling waar jij werkt is het een richtlijn dat er wel een hoofddoek gedragen mag worden maar dat deze achter het hoofd gesloten moet worden. Dit uit hygiënisch oogpunt en om de veiligheid van het personeel te waarborgen. Jij als leerling verzorgende hebt nu een dilemma. Je hebt enorme moeite je hoofddoek op een andere manier te dragen. Je wil niet dat je hals bloot is. Je besluit in gesprek te gaan met je leidinggevende.

Activiteit 4 Gespreksvoering aan de hand van stapstenen model begeleid door docenten (25 min) Twee groepen uit de klas gaan het gesprek dat ze voorbereid hebben uitvoeren terwijl de klas kijkt. Er wordt feedback gegeven door docenten en studenten op het gebruiken van het stapstenen model (beide casussen worden zo besproken).

2 Critical Checkpoints in using Moral Courage for Ethical Decision Making by Day, L (2009)


37


MBO-Verpleegkundige

De docent stimuleert studenten steeds weer verder te verkennen door de klas aan te zetten om steeds nieuwe vragen te stellen en ‘wat als’ reacties te geven. Het onderwijsleergesprek gaat ook over wat de vragen en antwoorden teweeg brengen. Reflectie op eigen emotie, waarden/normen, vooringenomenheid is daarbij een belangrijk onderdeel van het leerproces. Activiteit 5 In groepjes werken met het stapstenen model (20 min) De groepen die het gesprek niet voor de klas hebben gevoerd gaan zelfstandig het gesprek voeren. De studenten die het gesprek voor de klas hebben gevoerd zijn observator bij deze gesprekken en geven feedback. Activiteit 6 Nabespreken (15 min) Samen met studenten de belangrijkste leeropbrengsten samenvatten en de nieuwe leervragen in kaart brengen.


38




Theorie


MBO-Verpleegkundige

B/E

Zelfmanagement

De student: - kan uitleggen wat zelfmanagement inhoudt - kan in het werkveld het zelfmanagement van zorgvragers ondersteunen Beroepstaak B, theorie Zorg dat je een computer hebt. Bestudeer theorie, zodat je goed voorbereidt naar de les gaat. . Beroepstaak E, theorie Je hebt de uitwerking van de praktijkactiviteiten bij je tijdens de intervisie bijeenkomst Internet: http://www.venvn.nl/Portals/1/Nieuws/2014%20Documenten/201405 06%20zelfmanagementondersteuning.pdf http://www.venvn.nl/Themas/Zelfmanagement Theorielokaal/studieruimte/werkveld Bespreek de antwoorden met een medestudent en breng eventuele vragen en onduidelijkheden naar voren bij de docent. 1.2 Stelt verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op. (A, D, H, J, K, M) 3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering (K)

Nieuw: competenties voor ondersteuning zelfmanagement Onderzoeksprogramma NURSE-CC heeft een lijst gepubliceerd van benodigde competenties voor de ondersteuning van zelfmanagement. Die waren tot op heden nog niet specifiek beschreven. De competenties zijn een waardevolle aanvulling op de visie van V&VN op zelfmanagementondersteuning die eind 2014 is uitgekomen. Tijdens de ontwikkeling van deze visie is er een nauwe samenwerking geweest met de onderzoekers van NURSE-CC. V&VN ziet zelfmanagementondersteuning als onderdeel van de kern van het verpleegkundig vak. Aandacht voor zelfmanagement is binnen alle zorgsectoren belangrijk: het is bij elke patiënt belangrijk om uit te gaan van zijn unieke situatie, levensverhaal en levensdoelen. Zelfmanagementondersteuning vraagt om specifieke kennis, vaardigheden en houding van de zorgverlener. De regie bij de patiënt laten staat centraal. De door NURSE-CC beschreven competenties onderscheiden zich van de basis-verpleegkundige competenties. Als overstijgende competentie wordt onder andere genoemd: "de verpleegkundige beschikt over een onbevooroordeelde en empathische beroepshouding die de patiënt uitnodigt tot regievoering en eigenaar van diens aandoening."


39


MBO-Verpleegkundige

NURSE-CC NURSE-CC staat voor NUrsing Research into Self-management and Empowerment in Chronic Care. Dit is een gemeenschappelijk onderzoeksprogramma van Hogeschool Rotterdam (Kenniscentrum Zorginnovatie), Erasmus MC en Erasmus Universiteit (instituut Beleid en Management Gezondheidszorg). Het onderzoeksprogramma richt zich op het vergroten van de effectiviteit van zelfmanagementondersteuning door verpleegkundigen en het verbeteren van verpleegkundige competenties en verpleegkundig onderwijs op dit gebied. Meer informatie - Thema Zelfmanagement http://www.venvn.nl/Themas/Zelfmanagement Jouw uitdaging Zelfmanagementondersteuning is een zoektocht van jou en de patiënt. Belangrijke vragen zijn hierbij: Hoe kun je het zelfmanagement van patiënten ondersteunen? En wat houdt zelfmanagement eigenlijk in? Tips:  Schat goed in in hoeverre de patiënt in staat is tot zelfmanagement.  Versta de kunst van schakelen tussen de verschillende rollen.  Houd oog voor het levensverhaal van de patiënt.  Laat de regie zoveel mogelijk bij de patiënt. Activiteit 1 Lees de visie van V en VN wat betreft zelfmanagement ondersteuning. Zorg ervoor dat je in grote lijnen de visie kunt uitleggen aan een ander. Doe deze oefening in tweetallen of klassikaal. Scoor jezelf op de competenties: https://www.hogeschoolrotterdam.nl/contentassets/352afe7323354db2ab6b9f7b758a3395/co mpetentielijst.pdf. Welke competenties moet jij nog ontwikkelen t.a.v. ondersteuning bij zelfmanagement. Activiteit 2 Casusbeschrijving uit de praktijk Selecteer een casus uit de praktijk en beschrijf deze op 1 A4. Het moet gaan over een zorgvrager waarbij zelfmanagement of het ontwikkelen daarvan en/of het ondersteunen daarbij, gewenst of noodzakelijk is. Activiteit 3 Intervisie Breng je casus in tijdens intervisie op school. Bereid de intervisie voor met behulp van activiteit E over intervisie. Activiteit 4 Pop en werkplan Stel vast welke specifieke kennis en vaardigheden je nog moet ontwikkelen m.b.t. het ondersteunen van zelfmanagement van zorgvragers. Maak een pop – werkplan en werk hieraan in de BPV Activiteit 5 Evalueren met begeleider Spreek deze activiteit na met je begeleider met behulp van het reflectieverslag en je pop – werkplan.


40


Samenhangend leren:

Resultaat

Praktische voorbereiding Theorie


MBO-Verpleegkundige

B/C

Professionele moed

De student: Heeft zich verdiept in het thema “Professionele moed” en: - Bereidt zich via een stappenplan voor om op een moedige manier op een vraagstuk te reageren en/of in een gegeven situatie te handelen De student herkent eigen vooroordelen en stereotypering - De student herkent een (ethisch) vraagstuk. - De student kent en herkent het begrip ‘morele en professionele moed’ en kan hierop reflecteren - De student kent de Nationale Beroepscode van verpleegkundigen en verzorgenden - De student hanteert de richtlijnen om te komen tot handelen ten behoeve van een (ethisch) vraagstuk. - De student benoemt het verschil tussen moedig zijn, arrogant zijn en je gelijk willen halen Lees de bijgevoegde literatuur PowerPoint presentatie met filmpjes over professionele moed Bijgevoegde literatuur over dit onderwerp Antwoordmodel is bij de docent beschikbaar Theorielokaal/studieruimte Bespreek de antwoorden klassikaal en breng eventuele vragen en onduidelijkheden naar voren bij de docent. 1.2 Stelt verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op. (A, D, H, J, K, M) 3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering (K)

Toelichting In de multiculturele samenleving wordt van verpleegkundigen en verzorgenden verwacht dat zij ongeacht cultuur van zorgvragers kwalitatief goede zorg leveren en opkomen voor de belangen van zorgvragers. Zorgverleners komen in aanraking met voor hen onbekende normen, waarden en gewoonten. Soms zijn ze tegenstrijdig met de eigen normen en waarden. Hoe kom je dan op voor de belangen van die ander? Hoe bescherm je iemand tegen onrechtvaardige behandeling? Hoe kom je te weten wat voor die ander echt van belang is en wat doe je in situaties die niet stroken met de eigen uitgangspunten of de uitgangspunten van de organisatie waarvoor je werkt? Het vraagt professionele moed om in genoemde situaties ethisch te handelen en op te komen voor de belangen van de ander. Wat zegt de beroepscode over professionele moed? 1. Beroepscode en beroepsprofiel Onderzoek wat de beroepscode (2015) en het beroepsprofiel zeggen over professionele moed in relatie tot het vak verpleegkunde. Zet het resultaat op papier


41


MBO-Verpleegkundige

2. Drie casuïstiek Casus 1 Je ziet iemand iets stelen van een zorgvrager. (Deze casus wordt steeds aangepast. Bv maakt het uit wie de stelende persoon is? Of maakt het uit als je weet dat die stelende persoon in geldnood zit? ) Aan de hand van deze casus wordt een onderwijsleergesprek gevoerd met behulp van de PPP presentatie  Wat is een intercultureel dilemma?  Wat zijn waarden en normen?  Wat betekent ‘morele moed’ hebben?

Casus 2 Je ziet je werkbegeleider/collega iemand net iets te hard in de stoel zetten. De zorgvrager huilt en heeft een blauwe plek. Aan de hand van deze casus de volgende vragen beantwoorden. PPT gebruiken.  Wat is de beroepscode van verzorgenden?  Hoe zou je deze kunnen gebruiken?  Wat is professionele moed hebben? Casus 3 Een zorgvrager wil jou een schilderij geven. Deze vrouw is van Afghaanse afkomst. Je weet dat een cadeau weigeren in die cultuur een grote belediging zal zijn. Aan de hand van deze casus de volgende vragen beantwoorden.  Hoe zou je handelen?  Waarom zou je handelen op deze manier?  Wat heb je nodig om te weten wat je moet/kunt doen in situatie?  Welke gedachten gaan door je hoofd als je beslist iets wel of niet te doen?  Wat bepaald of je wel of niet iets doet?  Wat is het verschil tussen moedig zijn, arrogant zijn en je gelijk willen halen? Uitkomst: De studenten zijn in staat het stappenplan toe te passen op een gegeven situatie. Activiteit 3 Klassikaal wordt een tweetal video’s bekeken met als doel eigen/andermans vooroordelen en stereotypering te herkennen. Uitkomst: Geen mens is vrij van vooroordelen en gebruik van stereotypering. Studenten herkennen bij zichzelf vooroordelen en stereotypen die een rol spelen in hun handelingsrepertoire (IJsbergtheorie)


42


MBO-Verpleegkundige

Activiteit 4 Studenten brengen casuïstiek in uit de eigen praktijk en verkennen met behulp van het stappenplan hoe in de situatie gehandeld kan worden waarbij opgekomen wordt voor de belangen, waarden en normen van de zorgvrager. De studenten beseffen en kunnen beschrijven dat er diverse uitkomsten mogelijk zijn. Moedig handelen wordt immers ook bepaald door het eigen morele kompas. De besproken situaties worden, na de verkenning in kleine groepen, klassikaal besproken. Belangrijk uitgangspunt is begrip en respect voor elkaars mening. . .


43


MBO-Verpleegkundige


44


MBO-Verpleegkundige


BEROEPSTAAK C

Ondersteunen bij begeleiden



45


MBO-Verpleegkundige


46


MBO-Verpleegkundige

BEROEPSOPDRACHT

BEROEPSTAAK C

STARTBEKWAAM

VOORLICHTING, ADVIES EN INSTRUCTIE BEGELEIDEN Toelichting: Deze beroepsopdracht is om te leren. Vraag feedback met behulp van het feedbackformulier Let op: als je de beroepsopdracht gaat examineren maak je gebruik van het beoordelingsformulier achter in het opdrachtenboek Beroepsopdracht Je werkt als leerling-verpleegkundige op een verpleegafdeling in verpleeghuisverzorgingshuis of in de thuiszorg Je leidinggevende geeft je de opdracht om advies, instructie en voorlichting te geven aan zorgvragers in verschillende zorgsituaties. Dit doe je vanuit de individuele zorgbehoefte van de zorgvrager. Het gaat hierbij om zorgvragers met een aantal verschillende stoornissen, beperkingen of handicaps, die elkaar gedeeltelijk beïnvloeden. De zorgsituatie kenmerkt zich door voorspelbare (snelle) wisselingen in de gezondheid van de zorgvrager Daarnaast ondersteun en begeleid je de zorgvrager op psychosociaal gebied, gedurende een aantal dag en/of avonddiensten Je stelt het aantal zorgvragers en het aantal diensten vast volgens de afspraken van de afdeling en in overleg met je begeleider. Je voert de opdracht zelfstandig uit en de evt. voor of - nabespreking gebeurt op jouw initiatief. Je geeft zelf sturing aan het leerproces en laat een pro-actieve leerhouding zien. Wat moet je doen? Met je begeleider kies je een aantal zorgvragers uit waarbij je bovenstaande opdracht kunt uitvoeren. Ga aan de hand van het verpleegplan na wat de gevolgen zijn van de gezondheidsproblemen. Je laat zien dat je aan de zorgvragers advies, instructie en voorlichting kunt geven en kunt begeleiden op psychosociaal gebied. Je observeert hoe de zorgvrager reageert op jouw advies, instructie en voorlichting en gaat na of de informatie begrepen is. Daarnaast besteed je aandacht aan het behouden van de eigen regie door de zorgvrager en hebt aandacht voor zingevingsvragen. Je rapporteert zelfstandig je bevindingen in het verpleegkundig dossier. Wanneer er onvoorziene omstandigheden zijn, bijvoorbeeld bij gedragsproblemen roep je de hulp in van je begeleider of andere disciplines. Vervolgens los je de problemen zo zelfstandig mogelijk op. Je gebruikt je POP en werkplanning als hulpmiddel om je leerproces te plannen en inzichtelijk te maken.


47


MBO-Verpleegkundige


3

-Voert een slechtnieuws gesprek -Kan feedback geven en ontvangen -Kan voorlichting geven aan een individu of een groep -Kan mantelzorgers en zorgvragers informeren -Kan existentiële vragen beantwoorden -Kan reflectiegesprekken voeren -Kan individuen/ groepen coachen/ activeren/ begeleiden/ stimuleren

Indien de student deze beroepsopdracht uitvoert, werkt hij tevens aan bovenstaande taaltaken Albeda College Branche Gezondheidszorg

48


MBO-Verpleegkundige

FEEDBACK FORMULIER Beroepsopdracht C Naam student:

Datum:

Werkprocessen Beroepstaak C Startbekwaam niveau 1.1 De mbo-verpleegkundige heeft op basis van anamnese gegevens en verpleegkundige diagnose het verpleegplan opgesteld. Zij heeft het verpleegplan besproken met de zorgvrager en betrokkenen en instemming gekregen (A, D, H, J, K, M)

MBO-Verpleegkundige


Feedback

1.4 De mbo-verpleegkundige heeft de zelfredzaamheid van de zorgvrager gestimuleerd, om een zo optimaal mogelijke mate van autonomie te bereiken. Zij heeft op passende wijze de zorgvrager en naasten begeleidt (C, D, R)

1.6 De mbo-verpleegkundige geeft duidelijke en begrijpelijke voorlichting, advies en instructie, afgestemd op de zorgvrager of doelgroep (I, L)

1.9 De mbo-verpleegkundige heeft de zorgverlening regelmatig en zorgvuldig geëvalueerd. Zij heeft zonodig het verpleegplan bijgesteld. De mboverpleegkundige heeft een (eind) evaluatie opgesteld van het totale verpleegproces (D, J, M)


49


MBO-Verpleegkundige

FEEDBACK FORMULIER Beroepsopdracht C Naam student:

Datum:

MBO-Verpleegkundige



Datum: …………………………………

Naam begeleider

Naam student:

…………………………………

………………………………….

Paraaf: ……………………….

Paraaf: …………………………


50


MBO-Verpleegkundige

OVERZICHT BEROEPSTAAK C Overzicht : beroepstaak, beroepsproducten, werkprocessen, competenties met prestatie-indicatoren Beroepstaak C Beroepsproducten Werkprocessen Ondersteunen bij begeleiding C1: Advies, instructie en voorlichting 1.6 C2: Psychosociale begeleiding 1.1, 1.4 en 1.9 Competenties: A, C, D, H, I, J, K, L, M, R Competenties in de werkprocessen A Beslissen en activiteiten initiëren

C Begeleiden

D Aandacht en begrip tonen.


Prestatie-indicatoren o

Herkent relevante veranderingen in de gezondheidstoestand van de zorgvrager en anticipeert hierop. o Neemt in zorgsituaties zelfstandig, maar zo nodig in overleg met de behandelaar, op tijd de nodige beslissingen o Maakt zelfstandig een afweging van de risico’s, zodat de juiste verpleegkundige interventies kunnen worden ingezet o Zorgt ervoor dat veiligheid en gezondheid van de zorgvrager en anderen niet in gevaar komen o Biedt een sturende, motiverende of activerende begeleiding bij het handhaven van de zelfredzaamheid op psychosociaal en maatschappelijk gebied. o Stimuleert en motiveert de zelfredzaamheid en autonomie van de zorgvrager en benadrukt het belang ervan aan de zorgvrager en diens naasten o Motiveert de zorgvrager zoveel mogelijk de regie over zijn eigen leven te voeren. o Begeleidt de zorgvrager bij de verwerking en hantering van de gevolgen van ziekte, ingreep, beperking, therapie en/of behandeling o Ondersteunt naasten bij angst, onzekerheid, slecht nieuws en let daarbij op signalen van overbelasting o Geeft naasten gerichte adviezen hoe ze hun draagkracht kunnen versterken, zodat ze niet overbelast raken o Luistert en kijkt aandachtig naar de gezondheidsproblemen, zorgbehoeften en leefomstandigheden van de zorgvrager en naasten o Toont betrokkenheid bij het fysieke en mentale welzijn van de zorgvrager o Leeft zich in in de gevoelens van zorgvrager en naasten o Behandelt de zorgvrager met respect en geduld o Betrekt zorgvrager en naasten bij het opstellen van het verpleegplan o Vraagt de zorgvrager en andere betrokkenen naar hun ervaringen, ideeën en gevoelens over de geboden zorg en begeleiding. Vraagt zo nodig door Groep zorgvragers o Heeft begrip voor ieders houding en standpunten o Begrijpt waarom anderen zich op een bepaalde manier gedragen in de groep o Toont bezorgdheid over het fysieke en mentale welzijn, zodat er een goed groepsklimaat ontstaat, waardoor alle groepsleden zich op passende wijze behandeld en gewaardeerd voelen o Inventariseert de verschillende belangen en mogelijkheden m.b.t. de verpleegkundige zorg en bespreekt deze met de zorgvrager o Streeft overeenstemming na en creëert draagvlak, zodat alle betrokkenen met het verpleegplan kunnen instemmen


51


Competenties in de werkprocessen I Presenteren.

Prestatie-indicatoren o o o o


o o o o


o o o

L Materialen en middelen inzetten

o o o o

M. Analyseren

o o o


MBO-Verpleegkundige

o o o o o

Geeft voorlichting, advies en instructie gericht op het behouden of vergroten van de zelfstandigheid van de zorgvrager(s) en gericht op de mogelijkheden om met ziekte of beperkingen om te gaan Legt onderwerpen duidelijk en correct uit, waarbij ze in haar stijl van communiceren rekening houdt met de zorgvrager of doelgroep Controleert regelmatig of de informatie en/of instructie goed is overgekomen, zodat de zorgvrager of groep beschikt over relevante informatie en deskundig advies Instrueert zonodig de zorgvrager (en) en evt. naasten een handeling uit te voeren of een hulpmiddel te gebruiken. Straalt deskundigheid en betrouwbaarheid uit Formuleert zelfstandig verpleegdoelen, activiteiten en interventies t.b.v. het verpleegplan en bespreekt dit met de zorgvrager Zorgt ervoor dat het verpleegplan voor alle betrokkenen inzichtelijk en begrijpelijk is Formuleert scherp, kernachtig en op logische gestructureerde wijze de actuele gezondheidstoestand van de zorgvrager. Past haar kennis over ziektebeelden, stoornissen, beperkingen, functioneringsproblemen en gezondheidsproblemen over verschillende doelgroepen toe Gebruikt de beperkingen en mogelijkheden van de zorgvrager voor het opstellen van verpleegkundige diagnosen en doelen. Neemt tijdens observaties snel en veel relevante informatie in zich op, zodat de monitoring op een professionele wijze wordt uitgevoerd. Kiest en gebruikt voorlichtingsmaterialen, hulpmiddelen of instructiemiddelen die aansluiten bij het onderwerp Houdt rekening met mogelijkheden, beschikbaarheid en bijbehorende kosten Zet op juiste wijze materialen en middelen in om voorlichting, instructie en advies aan de zorgvrager te verhelderen Bevorderd de zelfredzaamheid van de zorgvrager door materialen en middelen gericht in te zetten. Verzamelt gegevens met de juiste methodiek Legt verbanden tussen de verzamelde gegevens en trekt logische conclusies Kan de verpleegkundige diagnose en het verpleegplan op adequate wijze opstellen Herkent en bespreekt met de zorgvrager in zorgsituaties zijn behoeften en verwachtingen. Bespreekt de mogelijkheden en beperkingen van de zorgverlening met de zorgvrager. Houdt zich aan de gemaakte afspraken Controleert of er aan de verwachtingen en wensen van de zorgvrager en naasten wordt voldaan Checkt regelmatig of de zorgvrager en diens naasten nog tevreden zijn over de zorgverlening en begeleiding bij de zelfredzaamheid.


52


MBO-Verpleegkundige

STARTBEKWAME ACTIVITEITEN Ondersteuningsmagazijn School/Praktijk

Beroepstaak C

Activiteiten Alle activiteiten zijn verplicht C.start.1 GVO Voorlichting, instructie en/of advies geven aan de zorgvrager

Startbekwaam

datum

School

Praktijk

C.start.2 Begeleiden Gespreksvaardigheden in kritische beroepssituaties C.start.3 Groepsbegeleiding Begeleiden van een groep zorgvragers of een groepsgesprek voorbereiden en uitvoeren of een groepsvoorlichting geven


53


C.start 1.

MBO-Verpleegkundige

GVO

Voorlichting advies en/of instructie geven aan de zorgvrager Resultaat

De student heeft een voorlichtings- of instructieplan opgesteld en aan de hand van dit plan een voorlichtings- of instructie een gesprek gevoerd met een zorgvrager in een kritische beroepssituatie Werkprocessen/competenties 1.6 Op start bekwaam niveau Geven van voorlichting advies en instructie (I,L) Je gaat in deze startbekwame activiteit voorlichting, advies of instructie geven aan een zorgvrager, waarbij sprake is van een kritische beroepssituatie. De voorlichting, advies of instructie is gericht op het behouden of vergroten van de zelfstandigheid van de patiënt(en) en gericht op de mogelijkheden om met ziekte of beperkingen om te gaan. Je geeft o.a. aanvullende voorlichting over ziekten, onderzoeken, behandelmethoden of ingreep die de zorgvrager (en) moeten ondergaan, therapieën, gezonde levensstijl, handicaps en hulpmiddelen Activiteit Onderzoek de voorlichtings/advies/instructiebehoefte bij de zorgvrager, maak een plan en voer een gesprek met een zorgvrager in een kritische beroepssituatie. School Kies in overleg met je begeleider uit de praktijk een casus waarbij sprake is van een kritische beroepssituatie. De kritische beroepssituatie moet aan minimaal 4 dilemma’s voldoen. Verantwoord aan je begeleider waarom jij vindt dat de casus voldoet aan de criteria van een kritische beroepssituatie. Deze criteria staan op het vaststellingsformulier kritische beroepssituatie – praktijk (bijlage 8). Beschrijf de casus aan de hand van deze criteria. Maak met behulp van de gekozen casus een voorlichtings –advies of instructieplan. Presenteer je plan aan de docent en subgroepleden op school. De docent stelt vast of je plan voldoet aan de juiste stappen. Let op: De begeleider uit de praktijk geeft goedkeuring voor uitvoer van je plan in de praktijk. Het kan zijn dat de begeleider nog aanvullende feedback heeft. Verwacht wordt dat je deze feedback verwerkt in je plan, voordat je over gaat tot uitvoering in de praktijk Criteria school - Je hebt in overleg met je begeleider (uit de praktijk), een casus gekozen waarbij sprake is van een kritische beroepssituatie. - De casus beschreven is aan de hand van de criteria op het vaststellingsformulier kritische beroepssituatie-praktijk - .Je hebt bij je keuze rekening gehouden met de problematiek van de zorgvrager en de daaruit voortvloeiende voorlichtingsbehoefte - Je maakt een voorlichtings – advies of instructieplan. Hierin heb je de juiste stappen van voorlichting-advies of instructie toegepast - Je hebt feedback gekregen op je voorlichtings-advies of instructieplan van docent en subgroep leden. - Je hebt een door de docent goedgekeurd voorlichtings-advies of instructieplan. Product - Goedgekeurd voorlichting-advies of instructieplan door de docent


54


MBO-Verpleegkundige

Praktijk Leg je voorlichting-advies of instructieplan voor aan je begeleider en stel het zonodig bij. Voer je voorlichtings-advies of instructieplan uit in overleg met je begeleider, geef vooraf aan welke competenties je bij deze activiteit wilt ontwikkelen en vraag om feedback Criteria praktijk - Je hebt in overleg met je begeleider een casus gekozen waarbij sprake is van een kritische beroepssituatie. De begeleider stelt met het vaststellingsformulier (bijlage 8) vast of de vier dilemma’s aan de orde zijn in deze kritische beroepssituatie De begeleider geeft goedkeuring voor deze casus - Je hebt je voorlichtings-advies of instructieplan voorgelegd aan je begeleider en evt. feedback verwerkt. Het gesprek is gevoerd aan de hand van een voorlichtings – advies of instructieplan - Je bent met de zorgvrager ingegaan op vragen en onduidelijkheden en je hebt gelet op non verbale communicatie. - Je hebt feedback gekregen op competenties van je begeleider en op de uitvoering van deze activiteit in de praktijk. Reflecteren praktijk Schrijf een reflectie met van de STARRT-methodiek over je ontwikkelde competenties en de uitvoer van deze activiteit Evalueren met begeleider in de praktijk Product: Door middel van feedbackformulier C Proces: Aan de hand van het reflectieverslag. Product praktijk - STARRT-verslag over je ontwikkelde competenties en de uitvoer van het voorlichtingadvies of instructiegesprek - Ingevuld feedbackformulier C


55


C. start. 2

MBO-Verpleegkundige

Begeleiden van de zorgvrager

Gespreksvaardigheden Resultaat

De student kan in de praktijk laten zien dat hij gespreksvaardigheden beheerst in kritische beroepssituaties Werkprocessen/competenties 1.1 Stelt een diagnose en het verpleegplan op (A, D, H, J,K, M) 1.4 Begeleidt een zorgvrager (C, D, R) 1.9 Evalueert de zorgverlening (D, J, M) Activiteit Laat zien dat je gespreksvaardigheden beheerst in een kritische beroepssituatie School Kies twee praktijksituaties waarbij sprake is van een kritische beroepssituatie. De kritische beroepssituatie moet aan minimaal 4 dilemma’s voldoen. Verantwoord aan je docent waarom jij vindt dat de casus voldoet aan de criteria van een kritische beroepssituatie. Deze criteria staan op het vaststellingsformulier kritische beroepssituatie – praktijk (bijlage 8) Beschrijf de casus aan de hand van deze criteria. Ga per situatie een gesprek voorbereiden. Beschrijf voor welk soort gesprek je kiest en motiveer je keuze. Beschrijf in een verslag de gekozen praktijksituaties, het soort gesprek, motivatie gesprek, doel gesprek en op welke manier je het gesprek gaat aanpakken (denk o.a het inzetten van gesprekstechnieken). Beschrijf ook hoe je rekening hebt gehouden met de verschillende dillemma’s. Keuze: - Regel in overleg met de docent een ruimte en een acteur, zodat met de verschillende gesprekken kan worden geoefend. - Laat voorafgaand aan het gesprek weten, welke competenties jij wilt ontwikkelen Voer de activiteit uit en laat feedbackformulieren invullen door de docent en minimaal 3 medestudenten. Criteria school - Je kritische beroepssituatie bevat minimaal 4 dillema’s - Je hebt de uitwerking van de activiteit laten goedkeuren door de docent. Keuze - Je hebt geoefend met de verschillende soorten gesprekken in een simulatie . - Je hebt feedback gekregen van docent en (sub) groep leden op verschillende soorten gesprekken en hier schriftelijk op gereflecteerd.


56


MBO-Verpleegkundige

In deze activiteit gaat het om een keuze uit onderstaande gesprekken: Slecht nieuws gesprek Gesprek waarbij ingaan op gevoelens belangrijk is Helpend gesprek Adviesgesprek Informatief gesprek Gesprek waarbij je verbale agressie moet hanteren Gesprek waarbij je iemand gaat motiveren (Informatie over deze gesprekken kun je o.a. vinden op portaal 2.0)

Praktijk Selecteer een praktijksituatie* waarbij sprake is van een kritische beroepssituatie ( Let op: De kritische beroepssituaties moet minimaal 4 dilemma’s bevatten.) en voer het daaruit voortvloeiende gesprek met de zorgvrager. Laat je begeleider vooraf weten op welke competenties jij feedback wilt ontvangen. Bespreek met je begeleider of zij bij het gesprek aanwezig is, of dat je een reflectie ter beoordeling schrijft over deze activiteit. *Gesprekken zijn niet altijd vooraf in te plannen. Als een gesprek onverwachts plaatsvindt, (bijvoorbeeld bij onverwachte emoties) kun je ervoor kiezen om hierover een reflectieverslag te schrijven aan de hand van competenties, zodat je je acties kunt verantwoorden. Criteria praktijk - Je hebt de gekozen praktijksituatie voor deze activiteit laten goedkeuren door je begeleider. De gekozen situaties zijn kritische beroepssituaties. - Je hebt minimaal 1 gesprek in de praktijk gevoerd en je begeleider hierover geïnformeerd. - Je hebt (schriftelijke) feedback verzameld van begeleiders op minimaal 3 competenties. - De begeleider stelt met het vaststellingsformulier dilemma’s( bijlage 8) vast of de 4 dilemma’s aan de orde zijn in deze kritische beroepssituaties

Reflecteren op papier Schrijf een reflectieverslag over de gehele activiteit ( school en praktijk) aan de hand van de te ontwikkelen competenties behorende bij deze opdracht. Maak hierbij gebruik van de STARRT methodiek Evalueren met begeleider Product: door middel van het feedbackformulier en de criteria. Proces: aan de hand van het reflectieverslag.


57


C. start. 3

MBO-Verpleegkundige

Het geven van groepsbegeleiding

Begeleiden van een groep zorgvragers op sociaal maatschappelijk gebied Resultaat

De student kan in de praktijk laten zien dat hij begeleiding biedt aan een groep zorgvragers op sociaal-maatschappelijk gebied Werkprocessen/competenties 1.5 Begeleidt een groep zorgvragers (C, D) Toelichting: In het kwalificatiedossier voor Mbo-verpleegkundige staat geschreven: “de mbo-verpleegkundige geeft begeleiding aan een groep clienten en ze creëert een zo optimaal mogelijk leef-en verblijfsomgeving- en groepsklimaat voor de groep clienten. Ze motiveert de groep clienten om zich, binnen hun mogelijkheden, zo ver mogelijk te ontwikkelen op sociaal-maatschappelijk gebied en betrekt hierbij zonodig ook de mantelzorgers-naasten en/of vrijwilligers” Activiteit Laat zien dat je begeleiding kunt bieden aan een groep zorgvragers en dat je keuzes kunt verantwoorden door middel van een mondelinge of schriftelijke rapportage op school School Maak een analyse van de groep zorgvragers die jij in de praktijk begeleidt en beschrijf hoe jij vorm geeft aan de sociaal maatschappelijke begeleiding van deze groep. Je kunt bijvoorbeeld denken aan het bieden van een zinvolle dagbesteding, sociale contacten, groepsactiviteiten, arbeid en scholing. Criteria School - Je hebt aangegeven wat bij deze groep de kritische beroepssituaties zijn. - Je hebt individueel gedrag van de groepsleden beschreven. - Je hebt interactiepatronen tussen de groepsleden beschreven. - Je hebt groepsgedrag beschreven en de daarbij behorende groepsrollen. - Je hebt het groepsklimaat beschreven. - Je hebt laten zien hoe je de groep zorgvragers motiveert en hoe jij bijdraagt aan de ontwikkeling op sociaal maatschappelijk gebied. - Je hebt laten zien hoe jij een omgeving creëert waarin zorgvragers worden gestimuleerd om de grenzen van hun mogelijkheden te verkennen. - Je hebt duidelijk gemaakt hoe jij een positieve bijdrage aan het groepsklimaat geeft. - Je hebt goedkeuring van de docent op de uitwerking. - Je hebt feedback ontvangen van docent en medestudenten op je uitwerking. Product school - Uitgewerkt analyse van de groep - Goedkeuring van docent op de uitwerking van de analyse Praktijk Neem de uitgewerkte analyse als uitgangspunt voor de praktijkactiviteit en voer de activiteit uit. Laat je begeleider vooraf weten op welke competenties jij feedback wilt ontvangen. Bespreek met je begeleider of en wanneer zij aanwezig is en hoe jij feedback kunt krijgen op deze activiteit.


58


MBO-Verpleegkundige

Criteria praktijk - Je hebt laten zien dat je de bestaande interactiepatronen herkent en daarop reageert. - Je hebt laten zien hoe je de groep zorgvragers motiveert en hoe jij bijdraagt aan de ontwikkeling op sociaal maatschappelijk gebied. - Je hebt laten zien hoe jij een omgeving creëert waarin zorgvragers worden gestimuleerd om de grenzen van hun mogelijkheden te verkennen. - Je hebt laten zien hoe jij een positieve bijdrage levert aan het groepsklimaat. - Je hebt inzicht gegeven in je gekozen interventies en het effect van je interventies aan je begeleider. - Je hebt (schriftelijke) feedback verzameld van begeleiders op de competenties. Evalueren met begeleider in de praktijk Product: Stel met behulp van de uitgewerkte analyse en criteria vast of het resultaat behaald is Proces: Evalueer de uitvoer van deze activiteit aan de hand van de criteria en feedbackformulier C (werkproces 1.5) Product praktijk - Ingevuld feedbackformulier C


59


MBO-Verpleegkundige


60


MBO-Verpleegkundige


BEROEPSTAAK E organisatie en professiegebonden taken



61


MBO-Verpleegkundige


62


MBO-Verpleegkundige

BEROEPSOPDRACHT

BEROEPSTAAK E

STARTBEKWAAM

UITVOEREN VAN ORGANISATIE- EN PROFESSIEGEBONDEN TAKEN

Toelichting: Deze beroepsopdracht is om te leren. Vraag feedback met behulp van het feedbackformulier Let op: als je de beroepsopdracht gaat examineren maak je gebruik van het beoordelingsformulier achter in het opdrachtenboek Beroepsopdracht Je werkt als leerling-verpleegkundige op een afdeling in een zorginstelling. Je krijgt de opdracht om te werken aan het bevorderen van je deskundigheid, uitvoering te geven aan je persoonlijk ontwikkelplan en een bijdrage te leveren aan de professionalisering van het beroep. Je leest vakliteratuur en volgt en geeft klinische lessen. Je werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg door bijvoorbeeld te participeren in ontwikkel- of intervisiegroepen. Daarnaast bewaak je systematisch de kwaliteit van je werkzaamheden en signaleer je tijdig knelpunten op micro en mesoniveau. Verwacht wordt dat jij je kennis van het vakgebied inzet bij verbetertrajecten. Je geeft nieuwe collega’s, studenten en/of stagiaires passende werkbegeleiding en je neemt deel aan begeleidings- en beoordelingsgesprekken. Je stelt de periode van werkbegeleiding vast volgens de afspraken van de afdeling en in overleg met je begeleider. Wat moet je doen? Bespreek met je begeleider welke activiteiten je kan uitvoeren op de afdeling op welk moment. Je voert de activiteiten zelfstandig uit en de voor of -nabespreking gebeurt op jouw initiatief. Je geeft zelf sturing aan het leerproces en laat een proactieve leerhouding zien. Dat wil zeggen dat je de opdracht voor bespreekt, zelfstandig uitvoert en evalueert met je begeleider. Beoordeling beroepsopdracht. Nadat alle activiteiten zijn afgerond maak je een reflectieverslag over de 3 werkprocessen van beroepstaak E volgens de STARR(T) methode. In het reflectieverslag beschrijf je 2 competenties waarvan jij kan aantonen dat jij daar afgelopen leerjaar in bent gegroeid. In het reflectieverslag beschrijf je ook 1 of meerdere persoonlijke ontwikkelpunten gericht op de competenties van beroepstaak E voorbereidend op de proeve van bekwaamheid Je bespreekt je reflectieverslag met je begeleider en laat een beoordelingsformulier invullen. Taaltaken4

4

-Kan actief luisteren -Kan een gesprek met diverse disciplines met vakjargon begrijpen -Kan een klinische les geven en volgen


63


MBO-Verpleegkundige

FEEDBACKFORMULIER Beroepsopdracht E Naam student:

Datum:

Werkprocessen Beroepstaak E Startbekwaam niveau 2.1. De mbo-verpleegkundige werkt aan het bevorderen van haar deskundigheid, geeft uitvoering aan haar persoonlijk ontwikkelplan en draagt bij aan professionalisering van het beroep (K)

MBOverpleegkundige


Feedback

2.2 De mbo-verpleegkundige werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg door te participeren in ontwikkel- of intervisie groepen en door haar kennis in te zetten bij verbetertrajecten. Zij bewaakt systematisch de kwaliteit van haar werkzaamheden en signaleert tijdig knelpunten (H, T)

2.3 De mbo-verpleegkundige biedt nieuwe collega’s, studenten en/of stagiaires passende werkbegeleiding. Zij neemt deel aan begeleidings- en beoordelingsgesprekken (C)


64


MBO-Verpleegkundige

FEEDBACKFORMULIER Beroepsopdracht E Naam student:

Datum:

MBOverpleegkundige



Datum: …………………………………

Naam begeleider in de praktijk:

Naam student:

………………………………….….

………………………………….

Paraaf: …………………………..

Paraaf: ………………………..


65


MBO-Verpleegkundige

OVERZICHT BEROEPSTAAK E Overzicht : beroepstaak, beroepsproducten, werkprocessen, competenties met prestatieindicatoren Beroepstaak E Beroepsproducten Werkprocessen Uitvoering van organisatie- en E.1 Deskundigheidsbevordering 2.1 professie gebonden taken en professionalisering (K) E.2 2.2 Bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg (H,T) E.3 2.3 Geeft werkbegeleiding (C) Competenties: C, H, K, T Competenties in de werkprocessen C. Begeleiden

Prestatie-indicatoren o o o o o o o o

H. Overtuigen en beïnvloeden

o o o o o o o


o o o o o o

Biedt een optimaal leer- en werkklimaat, die leerlingen en stagiaires stimuleert zich te ontwikkelen. Stimuleert leerlingen en stagiaires de grenzen van hun mogelijkheden te verkennen. Sluit aan op de mogelijkheden en leerstijl van de leerling of stagiaire. Stelt in overleg met de leerling of stagiaire een geschikte wijze van begeleiden vast. Instrueert, geeft aanwijzingen, adviezen en coacht leerlingen en stagiaires. Geeft gevraagd en ongevraagd feedback op hun leeractiviteiten en beroepsmatig handelen. Begeleidt leerlingen en stagiaires bij het ontwikkelen van een beroepshouding. Participeert in begeleidings- en beoordelingsgesprekken van leerlingen en stagiaires. Participeert in ontwikkel- of intervisiegroepen en zet haar vakkennis in bij verbetertrajecten. Gebruikt waar mogelijk informatie uit wetenschappelijk onderzoek (Evidence Based Practice). Signaleert en onderzoekt nieuwe ontwikkelingen in de zorg Signaleert knelpunten of ontwikkelingen binnen de organisatie en doet voorstellen voor (beleids)wijzigingen. Onderzoek/checkt of voorstellen haalbaar zijn Komt met ideeën, standpunten en/of voorstellen en zorgt voor onderbouwing Geeft aan wat de nieuwe ontwikkelingen betekenen voor de uitvoering van de zorg en de relatie met de zorgvrager Houdt vakkennis en vaardigheden bij Draagt de eigen kennis en expertise op begrijpelijke wijze over aan collega’s en andere deskundigen Gebruikt feedback om van te leren. Stelt een persoonlijk ontwikkelplan op en voert dit uit. Neemt deel aan inhoudelijke discussies met collega's en anderen over het beroep Heeft een eigen mening en visie over het beroep en op de verpleegkundige zorg. Draagt deze visie ook uit aan anderen


66


Competenties in de werkprocessen T. Procedures en instructies opvolgen

MBO-Verpleegkundige

Prestatie-indicatoren o o o

Houdt zich aan de voorgeschreven procedures rondom kwaliteitsverbetering en aan wettelijke richtlijnen. Stimuleert anderen om zich hier ook aan te houden. Werkt mee aan kwaliteitszorgsystemen en ziet toe op naleving van protocollen en richtlijnen van de organisatie Kan kwaliteitsinstrumenten toepassen en naar aanleiding van de verkregen informatie de verpleegkundige zorg aanpassen


67


MBO-Verpleegkundige

STARTBEKWAME ACTIVITEITEN Ondersteuningsmagazijn Beroepstaak E School/ Praktijk

Activiteiten Alle activiteiten zijn verplicht E.start.1.1 Deskundigheidsbevordering en professionalisering: actuele ontwikkelingen Ketenzorg

Startbekwaam

datum

school

praktijk

E.start.1.2 Deskundigheidsbevordering en professionalisering: actuele ontwikkelingen Zorgpad E.start.1.3 Deskundigheidsbevordering en \ professionalisering: actuele ontwikkelingen Nieuwe uitgangspunten E.start.2.1 Kwaliteitszorg Knelpunten en kwaliteitsinstrumenten E.start.3.1 Werkbegeleiding geven Werkbegeleiding geven Samenhangend leren Intervisie Onderzoeksvaardigheden


68


E.start.1.1

MBO-Verpleegkundige

Deskundigheidsbevordering en professionalisering: actuele ontwikkelingen

Ketenzorg Resultaat

Werkprocessen Competenties op startbekwaam niveau

De student heeft zich verdiept in ketenzorg. De student kan vertellen welke rol de verpleegkundige in de keten heeft. De student geeft een klinische les over ketenzorg op school. 2.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep (K)

Activiteit Kies een zorgcategorie waarbij ketenzorg gegeven wordt. Onderzoek hoe de zorg voor deze zorgcategorie georganiseerd is en wat de rol is van de verpleegkundige. Je maakt een verslag en je geeft een klinische les op school. School Schrijf een verslag over een zorgvrager op je afdeling waarbij ketenzorg is uitgestippeld. Onderzoek de volgende vragen: 1. Wie is er verantwoordelijk voor de coördinatie van de zorgketen. 2. Welke instanties zijn erbij betrokken. 3. Hoe ziet het financiële plaatje eruit: wie betaald wat? 4. Hoe is de ICT bij dit verhaal betrokken: hoe is de verslaglegging geregeld. 5. Hoe is de communicatie tussen onderlinge partijen. 6. Hoe wordt de ketenzorg gemonitord. Je maakt bij de uitwerking gebruik van minimaal twee evidence based bronnen Je gaat een klinische les voorbereiden over ketenzorg en geven aan je klasgenoten op school. Je verslag van school is je uitgangspunt. Verwacht wordt dat de klinische les wordt uitgewerkt volgens een lesplan (zie bijlage 7) . Na goedkeuring van de docent kun je de klinische les gaan geven. Criteria voor deze activiteit - Je hebt een verslag geschreven over ketenzorg . - Je verslag voldoet aan de criteria: bijlage 6 verslag schrijven. - Je hebt een klinische les uitgewerkt volgens een lesplan. Deze is goedgekeurd door de docent - Je hebt een klinische les gegeven over ketenzorg op school. - Je hebt de werkprocessen en competenties voldoende uitgevoerd. Product school - Verslag over ketenzorg - Uitgewerkte klinische les volgens lesplan - Ingevuld feedbackformulier E Evalueren met docent Spreek deze activiteit na met je docent met behulp van feedbackformulier E en je reflectieverslag. Beoordeel samen of je voldoende kennis hebt opgedaan over dit onderwerp. De werkprocessen die horen bij deze activiteit moet je voldoende hebben uitgevoerd.


69


MBO-Verpleegkundige

FEEDBACKFORMULIER KLINISCHE LES OVER KETENZORG Naam student:

Datum:

Opleiding:


Ik wil graag feedback op:

Het geven van een klinische les over Ketenzorg Competenties

Ik wil feedback ontvangen over de volgende prestatie-indicatoren:

I Presenteren

o o o o o o o o o o o o o o

K Vakdeskundigheid

o o o o


o

P Leren

o o o

o

Start de klinische les volgens ODAT Legt het onderwerp duidelijk en correct uit Geeft duidelijk informatie Maakt gebruik van afwisselende werkvormen De keuze van de werkvormen is in overeenstemming met de doelstellingen van de klinische les Betrekt collega’s actief bij de klinische les Maakt oogcontact Zoekt in haar stijl van communiceren aansluiting bij de doelgroep Spreekt duidelijk en verstaanbaar Straalt deskundigheid en betrouwbaarheid uit. Controleert regelmatig of de informatie duidelijk is overgekomen Sluit de klinische les af met een samenvatting Evalueert de klinische les op product en proces Checkt of doelstelling bereikt is Draagt kennis en expertise op begrijpelijke wijze over aan collega’s en andere deskundigen Brengt verpleegkundige aspecten van het onderwerp voldoende naar voren Nodigt uit tot het stellen van vragen Kan vragen beantwoorden Kiest en gebruikt voorlichtingsmaterialen, hulpmiddelen of instructiematerialen die aansluiten bij het onderwerp en de doelgroep. Zet op juiste wijze materialen en middelen in om een klinische les te geven aan collega’s Maakt gebruik van actuele vakkennis en bronnen Geeft en ontvangt feedback volgens de regels Toont vakkennis over gekozen onderwerp en de rol van de verpleegkundige


70


MBO-Verpleegkundige

Feedback: Tops

Tips

Naam en paraaf beoordelaar:

Naam en paraaf student:


71


MBO-Verpleegkundige

E.start.1.2 Deskundigheidsbevordering en professionalisering, actualisering Zorgpaden Resultaat

Werkproces Competenties op startbekwaam niveau

De student heeft: - zich verdiept in zorgpaden en/of zorgtrajecten. - heeft een verslag geschreven waarin hij/zij haar mening heeft onderbouwd 2.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep (K )

Activiteit: Onderzoek of er in jouw instelling wordt gewerkt met zorgpaden en schrijf een verslag over een zorgpad of beschrijf een zorgtraject. Analyseer je gegevens en bespreek de uitkomsten met je begeleider. School Verdiep je in zorgpaden en/of zorgtrajecten met behulp van de volgende vragen: 1. Wat is een zorgpad? 2. Welke instellingen werken met zorgpaden? 3. Zijn er voordelen voor het werken met zorgpaden? 4. Zijn er nadelen voor het werken met zorgpaden? 5. Welke disciplines kunnen er allemaal betrokken zijn bij een zorgpad? 6. Geef je mening over het instellen van zorgpaden. 7. Bereid je voor op de praktijkopdracht. Criteria voor deze activiteit (school) - Je hebt een verslag geschreven, dat is goedgekeurd door de docent op school - Je verslag voldoet aan de criteria: bijlage 6 verslag schrijven. - De uitkomst van je het onderzoek is theoretisch onderbouwd met behulp van vakliteratuur - Je hebt minimaal twee evidence based bronnen gebruikt en vermeld Product school - Uitgewerkt verslag over zorgpaden en/of zorgtrajecten Praktijk Mogelijkheid 1: Er zijn wel zorgpaden op jouw afdeling: - Kies in overleg met je begeleider een zorgpad uit en verdiep je in het stroomdiagram. Geef aan welke ‘stations’ onderdeel zijn van dit pad. - Welke afspraken zijn er gemaakt tussen de verschillende onderdelen van het zorgpad? - Bereid interviews voor met medewerkers van verschillende onderdelen van het zorgpad en met twee zorgvragers die ervaring met dit zorgpad hebben. - Probeer te achterhalen waar medewerkers en zorgvragers tevreden over zijn en waar men aangeeft dat er nog verbeteringen mogelijk zijn. - Geef aan wat er nodig zou zijn om die verbeteringen in praktijk te brengen.


72


MBO-Verpleegkundige

Mogelijkheid 2: Er zijn (nog) geen zorgpaden op jouw afdeling: - Overleg met je begeleider van welke zorgvrager je de hele route, van binnenkomst in jouw instelling tot en met het ontslag, in kaart gaat brengen. - Welke afzonderlijke onderdelen kan je in die route aanwijzen? - Welk onderdeel (of resultaat van dat onderdeel) is voorwaarde om verder te kunnen in de route? - Hoe lang heeft jouw zorgvrager op de verschillende onderdelen moeten wachten voordat hij of zij verder kon? - Zijn er binnen jouw instelling afspraken over de snelheid waarmee verschillende disciplines voor elkaar werken? - Op welk moment is de behandeldiagnose gesteld? - Op welk moment werd het verwachte ontslag bekend? - Wanneer is je zorgvrager daadwerkelijk met ontslag gegaan? - Wie is verantwoordelijk voor het verloop van de route? Analyseer je gegevens: - Op welk punt heeft de route langer geduurd dan strikt noodzakelijk was voor het behandelen van deze zorgvrager? - Wat is ervoor nodig om een dergelijke stagnatie in het traject te voorkomen? - Wat zijn de voordelen voor alle betrokken partijen? - Zie je ook nadelen? Onderbouw met behulp van vakliteratuur. Voor beide mogelijkheden geldt: zet je gegevens in een verslag. Criteria praktijk - Je hebt vooraf overleg gehad over de gekozen zorgpad/ zorgtraject met je begeleider. - Je hebt een verslag geschreven, deze is goedgekeurd door je begeleider - De uitkomst van je het onderzoek is theoretisch onderbouwd met behulp van evidence based bronnen en vakliteratuur Product praktijk - Uitgewerkt verslag over zorgpaden en/of zorgtrajecten Evalueren met begeleider in de praktijk Spreek deze activiteit na met je begeleider met behulp van feedbackformulier E De werkprocessen die horen bij deze activiteit moet je voldoende hebben uitgevoerd.


73


MBO-Verpleegkundige

E.start.1.3 Deskundigheidsbevordering en professionalisering: actuele ontwikkelingen (Nieuwe) uitgangspunten/ ontwikkelingen in de zorg Resultaat


De student heeft een ( nieuw) uitgangspunt of ontwikkeling in de zorg bestudeerd en onderzocht wat de gevolgen hiervan zijn voor het verpleegkundig handelen. De student heeft een klinische les gegeven op de stageplaats. 2.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep (K)

Activiteit Je bestudeert een nieuw uitgangspunt of een actuele ontwikkeling in de zorg en onderzoekt wat de gevolgen zijn voor het verpleegkundig handelen. Je geeft een klinische les op je stageplek aan collega’s. Als verpleegkundige is het belangrijk dat je je blijft verdiepen in veranderende uitgangspunten en ontwikkelingen in de zorg en deze nieuwe informatie kunt delen met collega’s. School 1. Kies een nieuw uitgangspunt of ontwikkeling welke een relatie heeft met de zorgvragers op je stageplek. Maak gebruik van artikelen uit de vakbladen of resultaten van werkgroepen op je stageplaats. Maak een keuze uit de volgende onderwerpen of kies zelf in overleg met de docent een thema bijvoorbeeld: Voor GGZ en GHZ : - Integratie en normalisatie - Autonomie en empowerment - Vraaggerichte zorg - Persoonsgerichte/belevingsgerichte zorg - Presentietheorie - Gastvrije zorg (ggz) - Rehabilitatie - Community care/ACT - Ambulantisering - Herstelondersteunende zorg - Kleinschalig wonen - Multiculturele samenleving - Toename mondigheid en eigen verantwoordelijkheid - Resultaat gericht werken -

ZH en VVT - Buurtzorg - Kortdurende zorg en dagbehandeling - Patiënt veiligheid - Nieuwe accenten binnen de doelgroepen bijv. de zorgvrager met obesitas - Prestatie-indicatoren ziekenhuizen - Evidence based practice werken Albeda College Branche Gezondheidszorg

74


-

2. -

3.

MBO-Verpleegkundige

Vergrijzing Werken met een EPD en de gevolgen hiervan voor de zorgvrager en de verpleegkundige Innovatie in de zorg Robotica in thuiszorg Preventie en zelfdiagnostiek, controle op afstand Nieuwe weten regelgeving en de gevolgen daarvan voor MBO verpleegkundige en zorgvrager. Zorgindicaties stellen in de thuiszorg Participatie van mantelzorg Kleinschalig wonen Multiculturele samenleving Toename mondigheid en eigen verantwoordelijkheid Resultaat gericht werken

Werk het onderwerp schriftelijk uit waarbij je in ieder geval gebruik maakt van de volgende vragen: wat wil je te weten komen over het onderwerp van je keuze? ( formuleer je leervragen). wat zijn de gevolgen voor het verpleegkundig handelen? wat zijn de voor- en nadelen van deze ontwikkeling voor de zorgvrager? wat zijn de gevolgen voor de zelfredzaamheid van de zorgvrager? wat zijn de gevolgen voor de relatie tussen de verpleegkundige en de zorgvrager? welke bronnen ga je gebruiken? (minimaal 3 verschillende bronnen waaronder vakbladen). Lever de uitwerking in bij de docent.

Criteria school - Je hebt een verslag gemaakt van minimaal/maximaal 4 pagina’s - Je verslag voldoet aan de criteria: bijlage 6 verslag schrijven. - De uitkomst van je het onderzoek is theoretisch onderbouwd met behulp van minimaal 3 evidence based bronnen en vakliteratuur Product school - Een verslag over een actuele ontwikkeling, waar bij de onderbouwing in het verslag is verwerkt. Praktijk 1. Je gaat naar aanleiding van je literatuur studie een klinische les voorbereiden volgens een lesplan (zie bijlage 7) en geven aan collega’s en andere geïnteresseerden. In de les moet ook naar voren komen wat het werken volgens deze nieuwe ontwikkeling of uitgangspunt betekent voor het verpleegkundig handelen en de relatie met de zorgvrager. Maak gebruik van verschillende werkvormen, denk aan een stelling of vragen aan je toehoorders. 2.

Spreek ruim van tevoren met je begeleider af hoe en wanneer je de activiteit gaat uitvoeren. Je laat door minimaal 2 toehoorders en je begeleider het bijbehorende feedbackformulier invullen.


75


MBO-Verpleegkundige

Criteria praktijk Je hebt een klinische les uitgewerkt volgens lesplan en uitgevoerd in de praktijk De klinische les wordt beoordeeld a.d.h.v. het feedbackformulier Klinische les geven over actuele ontwikkelingen. Je hebt drie ingevulde feedbackformulier gekregen van toehoorders Product - Uitgewerkt lesplan voor de klinische les op de afdeling - Ingevuld feedbackformulier E van minimaal 2 toehoorders en je begeleider - Reflectieverslag volgens het STARRT-model

Reflecteren praktijk Schrijf een reflectieverslag volgens het STARRT-model naar aanleiding van de klinische les Evalueren in de praktijk Product : Bespreek met je begeleider de inhoud van de presentatie adhv de ingevulde feedbackformulieren. Proces : Bespreek met je begeleider het reflectieverslag.


76


MBO-Verpleegkundige

FEEDBACKFORMULIER KLINISCHE LES OVER ACTUELE ONTWIKKELINGEN Naam student:

Datum:

Opleiding: Verpleegkunde


Ik wil graag feedback op:

Het geven van een klinische les over actuele ontwikkelingen in de zorg Competenties H. Overtuigen en beinvloeden

I Presenteren

K Vakdeskundigheid


De student laat de volgende prestatie-indicatoren zien tijdens de klinische les o Heeft gekozen voor een actuele ontwikkeling welke een relatie heeft met de zorgvragers op zijn/haar stageplek. o Bespreekt met collega’s de actuele ontwikkelingen in de zorg o Kan de actuele ontwikkeling onderbouwen met argumenten o Geeft aan wat de nieuwe ontwikkelingen betekenen voor de uitvoering van de zorg en de relatie met de zorgvrager o Gebruikt waar mogelijk informatie uit wetenschappelijk onderzoek (Evidence Based Practice) o Start de klinische les volgens de ODAT (openen van de klinisch les, doelstelling, aanpak en tijd benoemen) o Legt het onderwerp duidelijk en correct uit o Geeft duidelijk informatie o Maakt gebruik van afwisselende werkvormen o De keuze van de werkvormen is in overeenstemming met de doelstellingen van de klinische les o Betrekt collega’s actief bij de klinische les o Maakt oogcontact o Zoekt in haar stijl van communiceren aansluiting bij de doelgroep o Spreekt duidelijk en verstaanbaar o Straalt deskundigheid en betrouwbaarheid uit. o Controleert regelmatig of de informatie duidelijk is overgekomen o Sluit de klinische les af met een samenvatting o Evalueert de klinische les op product en proces o Checkt of doelstelling bereikt is o Draagt kennis en expertise op begrijpelijke wijze over aan collega’s en evt. andere deskundigen o Toont vakkennis over gekozen onderwerp en de rol van de verpleegkundige o Nodigt uit tot het stellen van vragen o Kan vragen beantwoorden o Heeft een eigen mening en visie over het onderwerp en op de verpleegkundige zorg. Draagt deze visie ook uit aan anderen o Kiest en gebruikt voorlichtingsmaterialen, hulpmiddelen of instructiematerialen die aansluiten bij het onderwerp en de doelgroep. o Zet op juiste wijze materialen en middelen in om een klinische te geven aan collega’s over actuele ontwikkelingen


77


MBO-Verpleegkundige

Feedback: Tops

Tips

Naam en paraaf begeleider:

Naam en paraaf student:


78


E.start.2.1

MBO-Verpleegkundige

Kwaliteitszorg

Knelpunten en kwaliteitsinstrumenten Resultaat


De student: heeft zich verdiept in kwaliteitsverbetering in de praktijk. - kan problemen analyseren, verbeterpunten aandragen en zijn standpunt onderbouwen. 2.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg (H, T)

Activiteit Onderzoek welke activiteiten er worden ondernomen ten aanzien van kwaliteitsverbetering op de locatie waar je stage loopt en welke rol jij daar als verpleegkundige in kan spelen. School 1. Bespreek met medestudenten en je docent de knelpunten t.a.v. de directe zorgverlening en/of de organisatie van de zorg binnen je organisatie. 2. Onderzoek welke kwaliteitsverbeterprojecten nu gaande zijn binnen je instelling. Aan welke projecten levert jouw afdeling een bijdrage? In welke welkgroep kun je participeren? 3. Onderzoek welke kwaliteitmeetinstrumenten voorkomen binnen jouw organisatie en hoe resultaten gerapporteerd worden. 4. Kies 1 project uit en beantwoord alle hierna volgende vragen. a. Wat zijn de doelstellingen? Waar komen deze vandaan? Zijn deze gekoppeld aan landelijke ontwikkelingen? b. Hoe is het tijdspad? c. Hoe wordt het proces gemonitord? d. Hoe wordt geëvalueerd? e. Hoe liggen de verantwoordelijkheden? f. Wie beoordeelt de resultaten? g. Welke bijdrage zou jij kunnen leveren? Praktijk Aan de slag met verbeteren in de praktijk Bespreek je verslag van school met je begeleider en leg dit, na goedkeuring, voor aan je collega’s tijdens een overleg moment. - Kies in overleg met je begeleider een bestaande werkgroep voor kwaliteitsverbetering binnen je instelling (of een al ingezet veranderproces op je afdeling om de kwaliteit van zorg te verhogen) om aan deel te nemen. Participeer actief in deze werkgroep en schrijf een verbeterplan. - Als er geen bestaande werkgroep is waaraan je kunt deelnemen, kies je in overleg met je begeleider een knelpunt waarvoor je een verbeterplan schrijft. Spreek met je begeleider af aan welke criteria het verbeterplan moet voldoen.


79


MBO-Verpleegkundige

Criteria voor deze activiteit: - Je hebt je verdiept in kwaliteit meetinstrumenten. - Je hebt een verslag geschreven van maximaal 2 A4-tjes over de activiteit van school en je hebt dit besproken met je docent. Je verslag voldoet aan de criteria van bijlage 6 verslag schrijven - Je hebt onderzoek gedaan naar verbetertrajecten binnen je instelling. - Je hebt geparticipeerd in een werkgroep, een verbeterplan geschreven en deze voorgelegd aan het team - Indien je niet hebt kunnen participeren in een bestaande werkgroep: je hebt a.d.h.v. een knelpunt een verbeterplan geschreven en voorgelegd aan het team - Je hebt ideeën, standpunten en/of voorstellen aangedragen en kan deze onderbouwen Product theorie - Een verslag van maximaal 2 A4-tjes over de activiteit van school Product praktijk - Een verbeterplan van minimaal/maximaal 4A4-tjes - Reflectieverslag volgen STARRT-model, waarin beschreven wordt wat jouw bijdrage is geweest aan het verbetertraject Evalueren met docent Spreek deze activiteit na met je docent met behulp van feedbackformulier E en je reflectieverslag. De werkprocessen behorende bij deze activiteit op je feedbackformulier moet je voldoende hebben uitgevoerd.


80


E.start.3.1

MBO-Verpleegkundige

Werkbegeleiding geven

Resultaat

De student heeft nieuwe collega’s, studenten en/of stagiaires werkbegeleiding gegeven

Werkproces Competenties op startbekwaamniveau

2.3 Geeft werkbegeleiding (C)

Activiteit Begeleid een student en/of een nieuwe medewerker gedurende een vooraf vastgestelde periode Voorbereiding activiteit Kies samen met je begeleider een geschikte kandidaat om werkbegeleiding te gaan geven. Bepaal welke kennis en richtlijnen/protocollen je nodig hebt om werkbegeleiding te geven. Stel in overleg met je begeleider vast binnen welke periode jij deze student en/of nieuwe medewerker gaat begeleiden. Maak voor deze periode een plan van aanpak en bespreek dit met je begeleider. Praktijk Inwerken van een nieuwe medewerker: - Bespreek met je begeleider welke nieuwe medewerker jij gaat inwerken. Geef aan welke ondersteuning jij daarbij nodig hebt. - Bespreek met de nieuwe medewerker welke begeleiding zij nodig heeft en hoe jij deze kan invullen. - Begeleid de nieuwe medewerker bij het inwerken. Maak, als dat aanwezig is, gebruik van een inwerkprogramma. - Vraag feedback aan je begeleider over de wijze waarop jij de nieuwe medewerker hebt ingewerkt. Begeleiden van een student: - Bespreek met je begeleider welke student jij gaat begeleiden. Geef aan welke ondersteuning jij daarbij nodig hebt. - Bepaal de beginsituatie van de student. - Bespreek met de student zijn/haar Pop en werkplan - Bespreek met de student welke begeleiding zij nodig heeft en hoe jij deze kan invullen. - Ga samen met de student na welke leerstijl zij heeft en pas je begeleidingsstijl hierop aan. - Pas begeleidingsmethodieken toe, zoals het geven van instructie en aanwijzingen, het geven van feedback en het samen terugkijken met de student hoe zij functioneert. - Voer een begeleidings- en/of voortgangsgesprek met de student. - Voer een beoordelingsgesprek met de student over haar functioneren en doe dit in overleg met je begeleider (keuze) - Vraag feedback aan je begeleider over de wijze waarop jij de student hebt begeleid.


81


MBO-Verpleegkundige

Criteria voor deze activiteit - Je hebt een plan van aanpak gemaakt, besproken met begeleider en uitgevoerd. - Je hebt een student en/of nieuwe medewerker begeleidt volgens de richtlijnen van de afdeling. - Je hebt een reflectieverslag geschreven - Je hebt de werkprocessen en competenties voldoende uitgevoerd Reflecteren praktijk Kijk terug naar hoe je werkbegeleiding hebt gegeven Schrijf een reflectie volgens het STARR-model of kies een ander reflectiemodel. Het reflectieverslag vormt de input voor het evaluatiegesprek met je begeleider Evalueren met begeleider Spreek deze activiteit na met je begeleider met behulp van feedbackformulier E en je reflectieverslag. De werkprocessen die horen bij deze activiteit moet je voldoende hebben uitgevoerd.


82




Theorie Locatie Evaluatie Werkproces Competentie

MBO-Verpleegkundige

Intervisie De student reflecteert op zijn/ haar handelen - bij het stellen van een zorgindicaties in de VVT of - m.b.t. het verlenen van zorg en begeleiding binnen de multiculturele verpleging - m.b.t. het ondersteunen van zelfmanagement bij zorgvragers De student heeft aan minimaal 4 a 5 intervisie-bijeenkomsten actief deelgenomen Plan in overleg intervisie-bijeenkomsten, dit is afhankelijk van groepsgrootte Maak afspraken/planning over wie wanneer iets inbrengt Ieder groepslid brengt minimaal 1x iets in en kiest zelf zijn onderwerp uit (zie resultaat). Zij bereidt zich volgens afspraak voor op het intervisiemoment. Verdiep je in de verschillende intervisiemethoden (Bijvoorbeeld Balint-methode, incidentmethode, ABC) Theorielokaal/studieruimte Je kunt reflecteren op je handelen 2.1 Deskundigheidsbevordering en professionalisering (K)

Reflecteer op je handelen bij het stellen van een zorgindicatie in de VVT Intervisie Voer tijdens de begeleide uren op school intervisie. Doe dit in een groepje van 4 a 5 studenten. Plan 4 a 5 intervisie momenten en maak werkafspraken. Kies een intervisiemethode ( ABC, incidentmethode, Balint) Verdiep je in de gekozen intervisiemethode Gebruik je reflectieverslag van een indicatiestelling vanuit de BPV. Criteria - Je hebt je reflectieverslag van een indicatiestelling uit de BPV ingebracht Reflecteer op je handelen m.b.t. de zorg en ondersteuning binnen het multicultureel verplegen Intervisie Voer tijdens de begeleide uren op school intervisie. Doe dit in een groepje van 4 a 5 studenten. Plan 4 a 5 intervisie momenten en maak werkafspraken. Kies een intervisiemethode Verdiep je in de gekozen intervisiemethode Maak gebruik van je ervaring m.b.t. multicultureel verplegen


83


MBO-Verpleegkundige

Reflecteer op je handelen m.b.t. het ondersteunen van zelfmanagement bij zorgvragers Voer tijdens de begeleide uren op school intervisie. Doe dit in een groepje van 4 a 5 studenten. Plan 4 a 5 intervisie momenten en maak werkafspraken. Kies een intervisiemethode Verdiep je in de gekozen intervisiemethode Maak gebruik van je ervaring en uitwerking over het ondersteunen van zelfmanagement van zorgvragers in de praktijk


84



Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie

Werkproces competentie Verplicht/keuze

MBO-Verpleegkundige

Onderzoeksvaardigheden. De : - beheerst de begrippen m.b.t. de onderzoeksmethoden. - kan een onderzoeksopzet maken ten behoeve van kwaliteitsverbetering op de werkvloer - kan een onderzoeksvraag/onderwerp vanuit de praktijk signaleren en een vraagstelling formuleren m.b.t. de PICO De leerling heeft literatuur m.b.t. onderzoeksmethodologie bestudeerd en heeft kennisgemaakt met de verschillende onderzoeksmethoden Boek Deskundigheid, professionalisering en kwaliteitszorg en literatuur in ondersteuningsmagazijn School Stel je zelf elke keer de vraag: Kan ik het geleerde uit deze activiteit toepassen in de verschillende start bekwame opdrachten? 2.1 Deskundigheidsbevordering en professionalisering (K) Verplicht

Toelichting Om mee te kunnen doen aan verbetering van kwaliteit, kun je niet om “onderzoek” heen. Zonder onderzoek kun je wel acties ondernemen, maar ze zijn niet onderbouwd en je weet nooit of het de juiste acties zijn. Ook krijg je collega’s nooit gemotiveerd tot veranderen als je geen helder en onderbouwd stappenplan hebt. Zorg dus vooraf altijd voor een helder plan als je knelpunten op de werkvloer wilt verbeteren of als je erachter wil komen wat de beste werkwijze is (evidence based practice) van een situatie uit de verpleegkundige beroepspraktijk. Activiteit 1: In deze opdracht ga je op zoek naar de betekenis van de begrippen die gebruikt worden in de onderzoeksmethodiek. Onderstaande begrippen zijn deels behandeld in vorige fasen van de opleiding, maar het is goed om deze kennis op te frissen. Schrijf de betekenis van de begrippen zó op dat je zelf precies weet wat er mee bedoelt wordt. -empirische cyclus -pico analyse -klinisch redeneren -triangulatie -evidence based practice -validiteit -betrouwbaarheid -steekproef verschillende soorten onderzoek -pareto analyse -waarom-waarom diagram -SWOT analyse -observatie onderzoek -onderzoek m.b.v. een checklist -case study


85


MBO-Verpleegkundige

Activiteit 2: 1. Lees blz. 214 t/m 217 nog eens goed door en vraag de docent desgewenst om een les over afdelingsgebonden kwaliteitstoetsing. 2. Je gaat daarna in tweetallen brainstormen over een probleem/knelpunt op de werkvloer. 3. Maak een keuze uit één van de problemen/knelpunten en zet dit probleem/knelpunt vervolgens op papier. Werk een opzet uit volgens de stappen van de afdelingsgebonden kwaliteitstoetsing. Kies elk één methode uit om het probleem/knelpunt verder te analyseren. Je kunt er ook voor kiezen om beide onderstaande methodes met elkaar uit te werken. 4. Maak gebruik van het waarom diagram (Thieme Meulenhoff blz. 216) om achter de oorzaak van het probleem te komen. Zet ook dit op papier en bespreek dit probleem/knelpunt met de docent. 5. Stel een pareto analyse op (literatuur vind je op Portaal in het OM Beroepstaak E) en ze de verschillende mogelijke oorzaken op een rij Vergelijk jullie resultaten en maak een uiteindelijke keuze met welk probleem/knelpunt je aan de slag wilt. Formuleer het probleem zo helder mogelijk. Met behulp van activiteit 3, 4 en 5 kun je de werkelijke situatie in kaart brengen Activiteit 3: 1. Je kiest ervoor om een observatie onderzoek (literatuur zie OM beroepstaak E) te doen. Als een observatie onderzoek niet bij je onderzoeksvraag past, beantwoordt dan eerst vraag 2. Als een observatie onderzoek wel bij je probleem/knelpunt analyse past, sla vraag 2 over en beantwoordt vraag 3 en 4. 2. Bedenk een voorbeeld van een knelpunt op de afdeling, waarbij observatie onderzoek een geschikte methode zou zijn 3. Welke stappen moet je ondernemen voor een observatie onderzoek? 4. Geef kort weer per stap wat je in je observatie onderzoek doet bij bovenstaand bedacht voorbeeld 5. Maak een checklist bij het door jullie gekozen probleem/knelpunt (welke punten ga je checken om de werkelijke situatie in kaart te brengen?) Activiteit 4: 1. Je kiest ervoor om een enquête én een interview te houden 2. Noem een aantal verschillen tussen een enquête en een interview 3. Wanneer kies je voor het één? Wanneer kies je voor het ander? 4. Stel een lijstje samen van enquête/interviewvragen en brainstorm met elkaar over de kwaliteit van de vragen. Kijk ook kritisch naar de vragen of ze geschikt zijn voor een enquête of voor een interview Mogelijke Websites of verder internetonderzoek: https://sites.google.com/site/jaapwilmink/1e-leerjaar/module-1-2/professioneleontwikkelingslijn/observaties/observatie-onderzoek-plan-van-aanpak Literatuur OM beroepstaak E op Portaal


86


MBO-Verpleegkundige

Evidence Based Practice De methodiek van EBP bestaat uit vijf stappen: 1. een (klinisch) probleem vertalen in een beantwoordbare vraag; Nadat je de waarde van de vraag hebt bepaald, specificeer je je vraag aan de hand van het PICO systeem 2. het efficiënt zoeken naar het beste bewijsmateriaal. Waarbij je je richt op gedrukte bronnen, systematische reviews en primaire onderzoeken. Indien niet beschikbaar ga je uit van beste praktijkvoering. 3. het gevonden bewijs beoordelen op methodologische kwaliteit en toepasbaarheid; 4. het resultaat toepassen in de praktijk; 5. Het regelmatig evalueren van het proces en het resultaat. Activiteit 5: Neem een aantal PICO voorbeelden door. (bijvoorbeeld uit Nursing). Maak een eigen PICO aan de hand van een beschreven klinisch probleem/knelpunt. Bespreek deze PICO met de docent om te zien of jullie op de goede weg zitten. Beschrijf de uiteindelijke onderzoeksvraag. Activiteit 6: Deze onderzoeksvraag is te onderzoeken in de praktijk d.m.v. theorie onderzoek aan de ene kant en door praktijkonderzoek aan de andere kant. Je start eerst met theorie onderzoek. Hiervoor ga je zoeken in de literatuur naar onderzoek wat gedaan is over jouw klinische probleem om een brede, goede oplossing of een alternatief te vinden voor het klinische probleem. Verzamel minimaal 3 verschillende theorie onderzoeken over jullie onderwerp, recent en evidence based. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het CBO, V&VN, internetsites zoals pubmed en cochrane etc. Vermeld je bronnen! Print je bronnen uit en voeg ze toe aan jullie product. Trek met elkaar conclusies uit deze onderzoeken voor wat betreft jullie klinisch probleem en zet dit alles op papier. Trek uit dit onderzoek ook conclusies m.b.t. jullie klinisch probleem in de praktijk. Activiteit 7: Jullie hebben conclusies getrokken uit het theorieonderzoek en het praktijkonderzoek en deze doorgesproken met de docent. Maak van hieruit een aanbeveling voor de praktijk. Activiteit 8: Kwaliteitsonderzoek of EBP onderzoek: maak een keuze t.b.v. je presentatie. Presenteer jullie onderzoek, conclusies en aanbevelingen aan de groep. Kies hiervoor een interactieve methode door bijvoorbeeld het gebruik van stellingen, een debat etc. Maak afspraken wie wanneer het onderzoek gaat presenteren. Vraag feedback aan klasgenoten en docent. Activiteit 9: Je maakt individueel een reflectieverslag over deze activiteiten d.m.v. de STARRT methodiek en levert dit in bij de docent.


87


MBO-Verpleegkundige


88


MBO-Verpleegkundige

ALGEMENE INSTRUCTIE EXAMINERING BEROEPSOPDRACHT VOOR

STUDENTEN EN BEOORDELAARS

Datum: FEBR 2016 Crebo 95


89


MBO-Verpleegkundige


90


MBO-Verpleegkundige

ALGEMENE INLEIDING Elke beroepstaak bestaat uit een aantal beroepsopdrachten dat de student geacht wordt te doorlopen gedurende de opleiding. Uiteindelijk zal de student de beroepsopdrachten op startbekwaam niveau uitoefenen. Gedurende de opleiding heeft de student geoefend met de opdrachten en heeft hij feedback verzameld. In overleg met de studieloopbaanbegeleider en de begeleider/begeleider wordt besloten of de student in staat is de beroepsopdracht als examen uit te voeren. Het examen wordt uitgevoerd op een vastgesteld moment dat van te voren bij de deelnemer en de beoordelaar bekend is. De afdeling waar het examen wordt afgenomen is eveneens bekend. Op de volgende pagina’s wordt een precieze en algemene instructie beschreven voor de deelnemer en de beoordelaar. De algemene instructie geldt voor alle beroepsopdrachten die als examen uitgevoerd worden. Daar waar de instructie afwijkt, zal dat per beroepsopdracht aangegeven worden.


91


MBO-Verpleegkundige

INSTRUCTIE VOOR DE STUDENT Binnenkort ga je een beroepsopdracht als examen uitvoeren. Op deze pagina vind je de instructie voor het uitvoeren van het examen. Voorbereiding 1. Bereid je met behulp van de activiteiten uit het ondersteuningsmagazijn voor op het uitvoeren van het examen. 2. Verzamel de feedbackformulieren zodat je je goed kunt voorbereiden op het examen (wat is belangrijk voor je om op te letten/wat doe je goed/waar moet je nog wat extra aandacht aan schenken voordat je het examen gaat uitvoeren etc.) Overleg hierover ook met je SLB en je begeleider in de praktijk. 3. Vraag toestemming voor het uitvoeren van het examen aan je begeleider/ begeleider. 4. Maak een planning en schrijf de afspraken die je maakt voor de uitvoering en de beoordeling van het examen in het daarvoor bestemde formulier. (zie het afsprakenformulier examen beroepsopdracht achter in het opdrachtenboek) 5. Voeg het formulier bij het beoordelingsformulier van het examen. Uitvoering examen 1. Voer het examen uit volgens de planning

Nabespreking examen 1. Bespreek de beoordeling van het examen met de beoordelaar en vraag om eventuele toelichting op de beoordeling. 2. Bij een voldoende beoordeling:  vraag de beoordelaar het beoordelingsformulier af te tekenen en te voorzien van een stempel van de praktijkorganisatie.  zet zelf ook de handtekening op het beoordelingsformulier Stel je POP en PAP in overleg met je studieloopbaanbegeleider / beoordelaar bij. Maak daarbij gebruik van de argumentatie waarop de beoordeling gebaseerd is.   

Bij een onvoldoende beoordeling: vraag de beoordelaar om een beschrijving van de beoordeling maak een plan voor de voorbereiding van de herkansing start opnieuw de voorbereiding van het examen

Voldoende beoordeling Het examen is voldoende als ALLE werkprocessen met VOLDOENDE zijn beoordeeld.


92


MBO-Verpleegkundige

INSTRUCTIE VOOR DE BEOORDELAAR VAN HET EXAMEN Binnenkort gaat u een student beoordelen die een beroepsopdracht als examen zal uitvoeren. In deze beroepsopdracht beoordeelt u ook de relevante onderdelen van beroepsgericht Nederlands en rekenen, welke geïntegreerd zijn in de beschreven werkprocessen. Op deze pagina vindt u de instructie voor het beoordelen van het examen. Voorbereiding 1. Bespreek met de student de planning en leg samen met de student de afspraken voor de uitvoering en beoordeling van het examen vast in het daarvoor bestemde formulier. (Zie het afsprakenformulier examen beroepsopdracht achter in het opdrachtenboek)

Uitvoering en beoordeling van de het examen 1. Observeer de uitvoering van het examen. 2. Beoordeel aan de hand van het beoordelingsformulier de uitgevoerde werkprocessen met voldoende/onvoldoende.  

Voldoende = de student zet de genoemde competenties en prestatie-indicatoren bij de uitvoering van het werkproces in samenhang in. Het werkproces wordt hierdoor adequaat en met positief resultaat uitgevoerd. Onvoldoende = de student geeft niet of te weinig blijk van de competenties en prestatie-indicatoren, die nodig zijn voor de adequate uitvoering van dit werkproces.

3. Vervolgens geeft u het totaal oordeel aan op het formulier. De beroepsopdracht is voldoende als alle werkprocessen met een voldoende zijn beoordeeld. Het is belangrijk dat u uw beoordeling onderbouwt en toelicht met voorbeelden van uw waarnemingen. 4. Beargumenteer en beschrijf uw beoordeling op het beoordelingsformulier. Maak daarbij gebruik van de competenties en prestatie-indicatoren zoals die op het overzicht van de beroepstaak worden genoemd. Nabespreking van het examen 1. Bespreek de beoordeling van het examen met de student binnen 2 dagen na afname van het examen. Bij een voldoende beoordeling:  tekent u het examen af met handtekening en stempel van de organisatie;  laat de student eveneens het beoordelingsformulier tekenen. Bij een onvoldoende beoordeling:  evalueert u uitvoerig de resultaten van het examen met de student en geeft u toelichting op de beschreven beoordeling;  maakt u met de student afspraken m.b.t. de voorbereiding en uitvoering van de herkansing.


93


MBO-Verpleegkundige


94


MBO-Verpleegkundige

OPLEIDING tot MBO-VERPLEEGKUNDIGE

EXAMEN BEROEPSOPDRACHT

Ondersteunen bij Verpleegkundige (Basis)zorg

Beroepstaak B Verpleegkundige (Basis)zorg

Startbekwaam niveau

Datum: AUG 2014 Crebo 95


95


MBO-Verpleegkundige


96


MBO-Verpleegkundige

INLEIDING Binnenkort ga je het examen “Ondersteunen bij verpleegkundige (basis)zorg ” afleggen. Wat je moet doen en hoe je je kunt voorbereiden op dit examen lees je in de “ALGEMENE INSTRUCTIE EXAMEN BEROEPSOPDRACHT VOOR STUDENTEN EN BEOORDELAARS” achter het tabblad examens van het opdrachtenboek. Wat er van de beoordelaar bij het examen verwacht wordt staat ook beschreven in deze algemene instructie.

Beroepsopdracht

Beroepstaak B

Startbekwaam

Je werkt als leerling-verpleegkundige op een verpleegafdeling in een verpleeghuisverzorgingshuis of in de thuiszorg Je leidinggevende geeft je de opdracht om, gedurende een aantal dag en/of avonddiensten zelfstandig verpleegkundige zorg te verlenen aan zorgvragers in verschillende zorgsituaties. Je stelt het aantal zorgvragers vast volgens de afspraken van de afdeling en in overleg met je begeleider. Het gaat hierbij om zorgvragers met een aantal verschillende stoornissen, beperkingen of handicaps, die elkaar gedeeltelijk beïnvloeden. De zorgsituatie kenmerkt zich door onvoorspelbare (snelle) wisselingen in de gezondheidstoestand van de zorgvrager. . Je voert de opdracht zelfstandig uit en de evt. voor of - nabespreking gebeurt op jouw initiatief. Je geeft zelf sturing aan het leerproces en laat een pro-actieve leerhouding zien. Het accent ligt op het bieden van persoonlijke verzorging en het uitvoeren van verpleegtechnische handelingen. Je biedt de zorgvragers psychosociale begeleiding bij de voorbereiding op verschillende operaties, therapieën, behandelingen of onderzoeken. Je verzamelt gegevens over dreigende of bestaande gezondheidsproblemen, stelt op basis hiervan een verpleegplan op en bespreekt dit met de zorgvrager en betrokkenen. Je biedt op basis van het verpleegplan de verpleegkundige zorg, observeert en monitort voortdurend veranderingen in de gezondheidstoestand en het welbevinden van de zorgvrager. Je houdt daarbij rekening met de omstandigheden, wensen en behoeften van de zorgvrager. Je rapporteert verkregen gegeven in het dossier en stelt zo nodig het verpleegplan bij. Je evalueert de verleende zorg met zorgvrager en begeleider. Je plant werkzaamheden voor de zorgverlening in een logische volgorde, stelt prioriteiten en zorgt ervoor dat betrokkenen hiervan op de hoogte zijn. Je draagt zo nodig werkzaamheden over en zorgt voor duidelijke en relevante informatie/instructies voor collega’s. Je raadpleegt indien nodig andere deskundigen en overlegt tijdig en regelmatig met hen. Daarnaast speel je een actieve rol in de coördinatie van zorg en de daarvoor relevante overlegvormen en collegiale consultatie. Je herkent crisissituaties, handelt adequaat en waarschuwt anderen wanneer zich een crisissituatie voordoet.


97


MBO-Verpleegkundige


-

Rekentaken -

5

Kan observatie- en vragenlijsten lezen Kan voorschriften / procedures/instructies/protocollen/een planning/een overdracht/ een dossier/een verpleegplan/rapportage/vakliteratuur/leerplan lezen, interpreteren en toepassen Kan een verpleegplan opstellen, bespreken en evalueren Kan verpleegdoelendoelen/begeleidingsdoelen/en verpleegplan formuleren en bijhouden(wijzigingen vastleggen). Kan instructies opvolgen en opdrachten uitvoeren Kan een leidinggevende of andere disciplines waarschuwen Kan een overdracht geven, verslag doen van gebeurtenissen Heeft numerieke vaardigheden m.b.t. vochtlijst en vochtbalans Kan ondersteunen bij bewegen en verplaatsen Kan de weg vinden en uitleggen in een instelling

Indien de student deze beroepsopdracht uitvoert, werkt hij tevens aan bovenstaande taal en rekentaken Albeda College Branche Gezondheidszorg

98


MBO-Verpleegkundige

BEOORDELINGSFORMULIER EXAMEN BEROEPSOPDRACHT B Naam student:

Datum:



Werkprocessen Beroepstaak B Startbekwaam niveau 1.1 De mbo-verpleegkundige heeft op basis van anamnese gegevens en verpleegkundige diagnose het verpleegplan opgesteld. Zij heeft het verpleegplan besproken met de zorgvrager en betrokkenen en instemming gekregen (A, D, H, J, K, M) 1.2 De mbo-verpleegkundige heeft monitoring, ondersteuning bij de persoonlijke verzorging en zonodig terminale zorg op een professionele wijze uitgevoerd. Zij heeft daarbij rekening gehouden en de omstandigheden van de zorgvrager en betrokkenen (E, F, J, K, R,V) 1.4 De mbo-verpleegkundige heeft de zelfredzaamheid van de zorgvrager gestimuleerd, om een zo optimaal mogelijke mate van autonomie te bereiken. Zij heeft op passende wijze de zorgvrager en naasten begeleidt (C, D, R) 1.7 De mbo-verpleegkundige pakt crisissituaties of een onvoorziene situaties op professionele wijze aan. Ze volgt de geldende procedures en regelgeving (E, T, V) 1.8 De mbo-verpleegkundige heeft de zorgverlening gecoördineerd, besproken en afgestemd met betrokken. Ze heeft collega’s geconsulteerd en deelgenomen aan overlegsituaties, waardoor de continuïteit van ze zorgverlening gewaarborgd is (B, E, Q) 1.9 De mbo-verpleegkundige heeft de zorgverlening regelmatig en zorgvuldig geëvalueerd. Zij heeft zonodig het verpleegplan bijgesteld. De mboverpleegkundige heeft een (eind) evaluatie opgesteld van het totale verpleegproces (D, J, M)

O

Totaal Oordeel Beroepsopdracht B

Onvoldoende

Voldoende

V

Argumentatie beoordeling (verplicht invullen) Bij onvoldoende: Wat maakt dat de student een onvoldoende heeft voor dit examen? Bij voldoende: Wat maakt dat de student een voldoende heeft voor dit examen? Onderbouw uw beoordeling met behulp van de competenties en prestatie-indicatoren zoals benoemd in het overzicht van de beroepstaak op de volgende bladzijde. Illustreer uw argumenten met uw waarnemingen. De uitvoering van de bij de werkprocessen behorende taal- en rekentaken voldoet aan het niveau van de beroepsvereisten


99


MBO-Verpleegkundige

BEOORDELINGSFORMULIER EXAMEN BEROEPSOPDRACHT B Naam student:

Datum:



Argumentatie beoordeling (verplicht invullen)

Afspraak:

Naam beoordelaar:

Paraaf beoordelaar: Paraaf student:

Stempel praktijkorganisatie* *paraaf door stempel


100


MBO-Verpleegkundige

OVERZICHT BEROEPSTAAK B

Beroepstaak B B. ‘Verpleegkundige zorg’

Competenties

Beroepsproducten B.1 plannen van verpleegkundige zorg B.2 basis zorg B.3 crisissituaties A, B, C, D, E, F, H, J, K, M, Q, R, T, V

Werkprocessen 1.1, 1.8, 1.9 1.2, 1.4, 1.8 en 1.9 1.7

Competenties in Prestatie-indicatoren de werkprocessen A o Herkent relevante veranderingen in de gezondheidstoestand van de Beslissen en zorgvrager en anticipeert hierop. activiteiten initiëren o Neemt in zorgsituaties zelfstandig, maar zo nodig in overleg met de behandelaar, op tijd de nodige beslissingen o Maakt zelfstandig een afweging van de risico’s, zodat de juiste verpleegkundige interventies kunnen worden ingezet o Zorgt ervoor dat veiligheid en gezondheid van de zorgvrager en anderen niet in gevaar komen B o Zorgt ervoor dat collega’s en betrokkenen weten wat de doelen en Aansturen prioriteiten van de zorgverlening zijn o Zorgt voor duidelijke en relevante informatie/instructies voor collega’s en betrokkenen, zodat zij concreet weten wat er van hen wordt verwacht o Delegeert werkzaamheden aan collega’s C o Biedt een sturende, motiverende of activerende begeleiding bij het Begeleiden handhaven van de zelfredzaamheid op psychosociaal en maatschappelijk gebied. o Stimuleert en motiveert de zelfredzaamheid en autonomie van de zorgvrager en benadrukt het belang ervan aan de zorgvrager en diens naasten o Motiveert de zorgvrager zoveel mogelijk de regie over zijn eigen leven te voeren. o Begeleidt de zorgvrager bij de verwerking en hantering van de gevolgen van ziekte, ingreep, beperking, therapie en/of behandeling o Ondersteunt naasten bij angst, onzekerheid, slecht nieuws en let daarbij op signalen van overbelasting o Geeft naasten gerichte adviezen hoe ze hun draagkracht kunnen versterken, zodat ze niet overbelast raken D o Luistert en kijkt aandachtig naar de gezondheidsproblemen, Aandacht en zorgbehoeften en leefomstandigheden van de zorgvrager en naasten begrip tonen. o Toont betrokkenheid bij het fysieke en mentale welzijn van de zorgvrager o Toont empathie in de gevoelens van zorgvrager en naasten o Behandelt de zorgvrager met respect en geduld ter vergroting van de zelfredzaamheid en autonomie o Betrekt zorgvrager en naasten bij het opstellen van het verpleegplan o Vraagt de zorgvrager en andere betrokkenen naar hun ervaringen, ideeën en gevoelens over de geboden zorg en begeleiding. Vraagt zo nodig door.


101


Competenties in de werkprocessen E Samenwerken en overleggen

Prestatie-indicatoren o o o o o o

F Ethisch en integer handelen

o o o o o


o o o o


o o o o o


o o o o o

M Analyseren

MBO-Verpleegkundige

o o o

Consulteert en schakelt zonodig andere zorgverleners in, zodat de expertise van de betrokkenen optimaal wordt ingezet. Overlegt tijdig met ander zorgverleners Informeert alle betrokkenen volledig en meldt tijdig belangrijke zaken Draagt zorg voor een professionele samenwerking rondom de persoonlijke verzorging en monitoring Roept bij calamiteiten tijdig hulp in van andere deskundigen Raadpleegt in het kader van de coördinatie van de zorgverlening andere deskundigen en overlegt tijdig met hen. Heeft een actieve rol bij overlegmomenten Handelt volgens ethische maatstaven van de beroepsgroep, beroepscode en de organisatie Toont zich eerlijk, betrouwbaar en respecteert vertrouwelijkheid Accepteert en respecteert verschillen tussen zorgvragers in normen en waarden, seksuele voorkeur, culturele achtergrond en levensbeschouwing Communiceert duidelijk verbaal en non-verbaal, zodat de de zorgvrager respectvol wordt behandeld bij de persoonlijke verzorging en in voorkomende gevallen bij terminale zorg Gaat discreet om met gevoelige zaken Leidt het anamnese/overplaatsing/-ontslag gesprek met de zorgvrager in goede banen aan de hand van een standaard-vragenlijst Inventariseert de verschillende belangen en mogelijkheden m.b.t. de verpleegkundige zorg en bespreekt deze met de zorgvrager Streeft overeenstemming na en creëert draagvlak, zodat alle betrokkenen met het verpleegplan kunnen instemmen Verwerkt gegevens correct en accuraat Formuleert zelfstandig verpleegdoelen, activiteiten en interventies t.b.v. het verpleegplan en bespreekt dit met de zorgvrager Zorgt ervoor dat het verpleegplan/zorgleefplan voor alle betrokkenen inzichtelijk en begrijpelijk is Formuleert scherp, kernachtig en op logische gestructureerde wijze Zorgt ervoor dat alle betrokkenen beschikken over een volledige en actuele verslaglegging over de zorgverlening en gezondheidstoestand van de zorgvrager Past haar kennis over ziektebeelden, stoornissen, beperkingen, functioneringsproblemen en gezondheidsproblemen over verschillende doelgroepen toe Neemt deel aan inhoudelijke, beroepsgerelateerde discussies Gebruikt de beperkingen en mogelijkheden van de zorgvrager voor het opstellen van verpleegkundige diagnosen en doelen. Neemt tijdens observaties snel en veel relevante informatie in zich op, zodat de monitoring op een professionele wijze wordt uitgevoerd. Heeft kennis over de laatste ontwikkelingen m.b.t. het begeleiden van zorgvragers in de laatste levensfase Verzamelt gegevens met de juiste methodiek Legt verbanden tussen de verzamelde gegevens en trekt logische conclusies Kan de verpleegkundige diagnose en het verpleegplan op adequate wijze opstellen en verantwoorden


102


Competenties in de werkprocessen Q Plannen en organiseren

Prestatie-indicatoren o o o o o


o o o o

T Instructies en procedures opvolgen

o o o o

V Met druk en tegenslag omgaan

MBO-Verpleegkundige

o o o o

Voert handelingen geroutineerd en gecombineerd uit Stelt prioriteiten in het eigen handelen en de taken op de afdeling Plant en regelt in een logische volgorde de werkzaamheden voor de zorgverlening Organiseert de benodigde capaciteit, materialen, middelen en zo nodig apparatuur Zorgt ervoor dat alle werkzaamheden binnen de beschikbare tijd en mogelijkheden kunnen worden uitgevoerd. Richt zich zoveel mogelijk op de behoeften en verwachtingen van de zorgvrager Houdt zich aan de gemaakte afspraken Controleert of er aan de verwachtingen en wensen van de zorgvrager en naasten wordt voldaan Checkt regelmatig of de zorgvrager en diens naasten nog tevreden zijn en blijven over de zorgverlening en begeleiding bij de zelfredzaamheid. Handelt adequaat volgens de voorgeschreven procedures die in de zorgverlening gelden voor onvoorziene of crisissituaties Houdt zich aan de wettelijke richtlijnen die gelden voor onvoorziene of crisissituaties, zodat de kwaliteit van de uitgevoerde interventies gewaarborgd zijn. Heeft routine in het gebruik van regels, procedures en richtlijnen Wijkt indien nodig van de voorgeschreven procedures/protocollen/richtlijnen en kan dit motiveren Maakt op correcte wijze haar grenzen kenbaar tijdens de uitvoering van de zorg in stressvolle situaties. Komt met mogelijke alternatieven. Handelt effectief en professioneel in acute of onder emotionele omstandigheden. Blijft in stressvolle situaties gericht op werk en de zaken die gedaan moeten worden Reflecteert op eigen emoties, gevoelens en gedrag. Stuurt dit zonodig zelfstandig bij.


103


MBO-Verpleegkundige

AFSPRAKEN VOOR DE UITVOERING VAN HET EXAMEN NAAM STUDENT:

:

………………………………………………………

OPLEIDING

:

……………………………………………………….

CURSUSJAAR

:

………………………………………………………

: :

A – B – C – D – E (omcirkel de beroepstaakletter) BEGINNER – GEVORDERD 1- GEVORDERD 2- STARTBEKWAAM

DATUM

:

……………………………………………………………

TIJDSTIP

:

VAN ………… TOT

………………………………………

TIJDSTIP NAGESPREK

:


………………………………………

AFDELING

:

……………………………………………………………..

NAAM BEOORDELAAR

:

……………………………………….……………………

DE EXAMEN BEROEPSOPDRACHT NIVEAU (omcirkel het niveau) WORDT AFGENOMEN OP:

OVERIGE RELEVANTE AFSPRAKEN:

DATUM; …………………… BEGELEIDER/BEGELEIDER:

STUDENT:

PARAAF: ………………


NAAM:

………………………………………

NAAM: …………………………………


104


MBO-Verpleegkundige

OPLEIDING tot MBO - VERPLEEGKUNDIGE EXAMEN BEROEPSOPDRACHT

Ondersteunen bij begeleiden

Beroepstaak C

STARTBEKWAAM NIVEAU

Datum: FEBR 2016 Crebo 95


105


MBO-Verpleegkundige


106


MBO-Verpleegkundige

INLEIDING Binnenkort ga je het examen “Ondersteunen bij begeleiding ” afleggen. Wat je moet doen en hoe je je kunt voorbereiden op het examen lees je in de “ALGEMENE INSTRUCTIE EXAMINERING BEROEPSOPDRACHT VOOR STUDENTEN EN BEOORDELAARS” achter het tabblad examinering van het opdrachten boek. Wat er van de beoordelaar van de examen verwacht wordt staat ook beschreven in deze algemene instructie.

Beroepsopdracht

Beroepstaak C

Startbekwaam

Je werkt als leerling-verpleegkundige op een verpleegafdeling in een verpleeghuis, verzorgingshuis of in de thuiszorg Je leidinggevende geeft je de opdracht om advies, instructie en voorlichting te geven aan zorgvragers in verschillende zorgsituaties. Dit doe je vanuit de individuele zorgbehoefte van de zorgvrager. Het gaat hierbij om zorgvragers met een aantal verschillende stoornissen, beperkingen of handicaps, die elkaar gedeeltelijk beïnvloeden. De zorgsituatie kenmerkt zich door voorspelbare (snelle) wisselingen in de gezondheid van de zorgvrager Daarnaast ondersteun en begeleid je de zorgvrager op psychosociaal gebied, gedurende een aantal dag en/of avonddiensten Je stelt het aantal zorgvragers en het aantal diensten vast volgens de afspraken van de afdeling en in overleg met je begeleider. Je voert de opdracht zelfstandig uit en de evt. voor of - nabespreking gebeurt op jouw initiatief. Je geeft zelf sturing aan het leerproces en laat een pro-actieve leerhouding zien. Wat moet je doen? Met je begeleider kies je een aantal zorgvragers uit waarbij je bovenstaande opdracht kunt uitvoeren. Ga aan de hand van het verpleegplan na wat de gevolgen zijn van de gezondheidsproblemen. Je laat zien dat je aan de zorgvragers advies, instructie en voorlichting kunt geven en kunt begeleiden op psychosociaal gebied. Je observeert hoe de zorgvrager reageert op jouw advies, instructie en voorlichting en gaat na of de informatie begrepen is. Daarnaast besteed je aandacht aan het behouden van de eigen regie door de zorgvrager en hebt aandacht voor zingevingsvragen. Je rapporteert zelfstandig je bevindingen in het verpleegkundig dossier. Tijdens het uitvoeren van de zorg werk je zoveel mogelijk zelfstandig, daarbij overleg je regelmatig met je begeleider. Wanneer er onvoorziene omstandigheden zijn, bijvoorbeeld bij gedragsproblemen roep je de hulp in van je begeleider of andere disciplines. Vervolgens los je de problemen zo zelfstandig mogelijk op.


107


MBO-Verpleegkundige


6

-Voert een slechtnieuws gesprek -Kan feedback geven en ontvangen -Kan voorlichting geven aan een individu of een groep -Kan mantelzorgers en zorgvragers informeren -Kan existentiële vragen beantwoorden -Kan reflectiegesprekken voeren -Kan individuen/ groepen coachen/ activeren/ begeleiden/ stimuleren


108


MBO-Verpleegkundige

BEOORDELINGSFORMULIER EXAMEN BEROEPSOPDRACHT C Naam student:

Datum:



Werkprocessen Beroepstaak C Startbekwaam niveau 1.1 De mbo-verpleegkundige heeft op basis van anamnese gegevens en verpleegkundige diagnose het verpleegplan opgesteld. Zij heeft het verpleegplan besproken met de zorgvrager en betrokkenen en instemming gekregen (A, D, H, J, K, M) 1.4 De mbo-verpleegkundige heeft de zelfredzaamheid van de zorgvrager gestimuleerd, om een zo optimaal mogelijke mate van autonomie te bereiken. Zij heeft op passende wijze de zorgvrager en naasten begeleidt (C, D, R) 1.6 De mbo-verpleegkundige geeft duidelijke en begrijpelijke voorlichting, advies en instructie, afgestemd op de zorgvrager of doelgroep (I, L) 1.9 De mbo-verpleegkundige heeft de zorgverlening regelmatig en zorgvuldig geëvalueerd. Zij heeft zonodig het verpleegplan bijgesteld. De mboverpleegkundige heeft een (eind) evaluatie opgesteld van het totale verpleegproces(D, J, M)

O

Totaal Oordeel Beroepsopdracht C

Onvoldoende

Voldoende

V



109


MBO-Verpleegkundige

BEOORDELINGSFORMULIER EXAMEN BEROEPSOPDRACHT C Naam student:

Datum:




Afspraak:

Naam beoordelaar:




110


MBO-Verpleegkundige

OVERZICHT BEROEPSTAAK C Overzicht : beroepstaak, beroepsproducten, werkprocessen, competenties met prestatie-indicatoren Beroepstaak C Beroepsproducten Werkprocessen Ondersteunen bij begeleiding C1: Advies, instructie en voorlichting 1.6 C2: Psychosociale begeleiding 1.1, 1.4 en 1.9 Competenties: A, C, D, H, I, J, K, L, M, R Competenties in de werkprocessen A Beslissen en activiteiten initiëren

C Begeleiden

D Aandacht en begrip tonen.


Prestatie-indicatoren o

Herkent relevante veranderingen in de gezondheidstoestand van de zorgvrager en anticipeert hierop. o Neemt in zorgsituaties zelfstandig, maar zo nodig in overleg met de behandelaar, op tijd de nodige beslissingen o Maakt zelfstandig een afweging van de risico’s, zodat de juiste verpleegkundige interventies kunnen worden ingezet o Zorgt ervoor dat veiligheid en gezondheid van de zorgvrager en anderen niet in gevaar komen o Biedt een sturende, motiverende of activerende begeleiding bij het handhaven van de zelfredzaamheid op psychosociaal en maatschappelijk gebied. o Stimuleert en motiveert de zelfredzaamheid en autonomie van de zorgvrager en benadrukt het belang ervan aan de zorgvrager en diens naasten o Motiveert de zorgvrager zoveel mogelijk de regie over zijn eigen leven te voeren. o Begeleidt de zorgvrager bij de verwerking en hantering van de gevolgen van ziekte, ingreep, beperking, therapie en/of behandeling o Ondersteunt naasten bij angst, onzekerheid, slecht nieuws en let daarbij op signalen van overbelasting o Geeft naasten gerichte adviezen hoe ze hun draagkracht kunnen versterken, zodat ze niet overbelast raken o Luistert en kijkt aandachtig naar de gezondheidsproblemen, zorgbehoeften en leefomstandigheden van de zorgvrager en naasten o Toont betrokkenheid bij het fysieke en mentale welzijn van de zorgvrager o Leeft zich in in de gevoelens van zorgvrager en naasten o Behandelt de zorgvrager met respect en geduld o Betrekt zorgvrager en naasten bij het opstellen van het verpleegplan o Vraagt de zorgvrager en andere betrokkenen naar hun ervaringen, ideeën en gevoelens over de geboden zorg en begeleiding. Vraagt zo nodig door Groep zorgvragers o Heeft begrip voor ieders houding en standpunten o Begrijpt waarom anderen zich op een bepaalde manier gedragen in de groep o Toont bezorgdheid over het fysieke en mentale welzijn, zodat er een goed groepsklimaat ontstaat, waardoor alle groepsleden zich op passende wijze behandeld en gewaardeerd voelen o Inventariseert de verschillende belangen en mogelijkheden m.b.t. de verpleegkundige zorg en bespreekt deze met de zorgvrager o Streeft overeenstemming na en creëert draagvlak, zodat alle betrokkenen met het verpleegplan kunnen instemmen


111


Competenties in de werkprocessen I Presenteren.

Prestatie-indicatoren o o o o


o o o o


o o o


o o o o

M. Analyseren

o o o


MBO-Verpleegkundige

o o o o o

Geeft voorlichting, advies en instructie gericht op het behouden of vergroten van de zelfstandigheid van de zorgvrager(s) en gericht op de mogelijkheden om met ziekte of beperkingen om te gaan Legt onderwerpen duidelijk en correct uit, waarbij ze in haar stijl van communiceren rekening houdt met de zorgvrager of doelgroep Controleert regelmatig of de informatie en/of instructie goed is overgekomen, zodat de zorgvrager of groep beschikt over relevante informatie en deskundig advies Instrueert zonodig de zorgvrager (en) en evt. naasten een handeling uit te voeren of een hulpmiddel te gebruiken. Straalt deskundigheid en betrouwbaarheid uit Formuleert zelfstandig verpleegdoelen, activiteiten en interventies t.b.v. het verpleegplan en bespreekt dit met de zorgvrager Zorgt ervoor dat het verpleegplan voor alle betrokkenen inzichtelijk en begrijpelijk is Formuleert scherp, kernachtig en op logische gestructureerde wijze de actuele gezondheidstoestand van de zorgvrager. Past haar kennis over ziektebeelden, stoornissen, beperkingen, functioneringsproblemen en gezondheidsproblemen over verschillende doelgroepen toe Gebruikt de beperkingen en mogelijkheden van de zorgvrager voor het opstellen van verpleegkundige diagnosen en doelen. Neemt tijdens observaties snel en veel relevante informatie in zich op, zodat de monitoring op een professionele wijze wordt uitgevoerd. Kiest en gebruikt voorlichtingsmaterialen, hulpmiddelen of instructiemiddelen die aansluiten bij het onderwerp Houdt rekening met mogelijkheden, beschikbaarheid en bijbehorende kosten Zet op juiste wijze materialen en middelen in om voorlichting, instructie en advies aan de zorgvrager te verhelderen Bevorderd de zelfredzaamheid van de zorgvrager door materialen en middelen gericht in te zetten. Verzamelt gegevens met de juiste methodiek Legt verbanden tussen de verzamelde gegevens en trekt logische conclusies Kan de verpleegkundige diagnose en het verpleegplan op adequate wijze opstellen Herkent en bespreekt met de zorgvrager in zorgsituaties zijn behoeften en verwachtingen. Bespreekt de mogelijkheden en beperkingen van de zorgverlening met de zorgvrager. Houdt zich aan de gemaakte afspraken Controleert of er aan de verwachtingen en wensen van de zorgvrager en naasten wordt voldaan Checkt regelmatig of de zorgvrager en diens naasten nog tevreden zijn over de zorgverlening en begeleiding bij de zelfredzaamheid.


112


MBO-Verpleegkundige


:

………………………………………………………

OPLEIDING

:

……………………………………………………….

CURSUSJAAR

:

………………………………………………………

: :

A – B – C – D – E (omcirkel de beroepstaakletter) BEGINNER – GEVORDERD 1 - GEVORDERD 2-STARTBEKWAAM

DATUM

:

……………………………………………………………

TIJDSTIP

:


………………………………………

TIJDSTIP NAGESPREK

:


………………………………………

AFDELING

:

……………………………………………………………..

NAAM BEOORDELAAR

:

……………………………………….……………………




STUDENT:



NAAM:

………………………………………

NAAM: …………………………………


113


MBO-Verpleegkundige


114


MBO-Verpleegkundige

OPLEIDING tot MBO - VERPLEEGKUNDIGE EXAMEN BEROEPSOPDRACHT

Uitvoeren van organisatie en professie gebonden taken

Beroepstaak E

STARTBEKWAAM NIVEAU

Datum: AUG 2015 Crebo 95


115


MBO-Verpleegkundige


116


MBO-Verpleegkundige

INLEIDING Binnenkort ga je het examen “Uitvoeren van organisatie en professiegebonden taken” afleggen. Wat je moet doen en hoe je je kunt voorbereiden op het examen lees je in de “ALGEMENE INSTRUCTIE EXAMINERING BEROEPSOPDRACHT VOOR STUDENTEN EN BEOORDELAARS” achter het tabblad examinering van het opdrachten boek. Wat er van de beoordelaar van het examen verwacht wordt staat ook beschreven in deze algemene instructie.

Beroepsopdracht

Beroepstaak E

Startbekwaam

Je werkt als leerling verpleegkundige op een afdeling in een zorginstelling. Je krijgt de opdracht om te werken aan het bevorderen van je deskundigheid, uitvoering te geven aan je persoonlijk ontwikkelplan en een bijdrage te leveren aan de professionalisering van het beroep. Je leest vakliteratuur en volgt en geeft klinische lessen. Je werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg door bijvoorbeeld te participeren in ontwikkel- of intervisiegroepen. Daarnaast bewaak je systematisch de kwaliteit van je werkzaamheden en signaleer je tijdig knelpunten op micro en mesoniveau. Verwacht wordt dat jij je kennis van het vakgebied inzet bij verbetertrajecten. Je geeft nieuwe collega’s, studenten en/of stagiaires passende werkbegeleiding en je neemt deel aan begeleidings- en beoordelingsgesprekken. Je stelt de periode van werkbegeleiding vast volgens de afspraken van de afdeling en in overleg met je begeleider. Wat moet je doen? Bespreek met je begeleider welke activiteiten je kan uitvoeren op de afdeling en op welk moment. Je voert de activiteiten zelfstandig uit en de voor of -nabespreking gebeurt op jouw initiatief. Je geeft zelf sturing aan het leerproces en laat een proactieve leerhouding zien. Dat wil zeggen dat je de opdracht voorbespreekt, zelfstandig uitvoert en evalueert met je begeleider. Beoordeling beroepsopdracht. Nadat alle activiteiten zijn afgerond maak je een reflectieverslag over de 3 werkprocessen van beroepstaak E volgens de STARR(T) methode. In het reflectieverslag beschrijf je 2 competenties waarvan jij kan aantonen dat jij afgelopen leerjaar bent gegroeid. In het reflectieverslag beschrijf je ook 1 of meerdere persoonlijke ontwikkelpunten gericht op de competenties van beroepstaak E voorbereidend op de proeve van bekwaamheid Je bespreekt je reflectieverslag met je begeleider en laat een beoordelingsformulier invullen. De uitvoering van de bij de werkprocessen behorende taal- en rekentaken voldoet aan het niveau van de beroepsvereisten Taaltaken7

7

-Kan actief luisteren -Kan een gesprek met diverse disciplines met vakjargon begrijpen -Kan een klinische les geven en volgen


117


MBO-Verpleegkundige

BEOORDELINGSFORMULIER EXAMEN BEROEPSOPDRACHT E Naam student:

Datum:



Werkprocessen Beroepstaak E Startbekwaam niveau 2.1. De mbo-verpleegkundige werkt aan het bevorderen van haar deskundigheid, geeft uitvoering aan haar persoonlijk ontwikkelplan en draagt bij aan professionalisering van het beroep (K) 2.2 De mbo-verpleegkundige werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg door te participeren in ontwikkel- of intervisie groepen en door haar kennis in te zetten bij verbetertrajecten. Zij bewaakt systematisch de kwaliteit van haar werkzaamheden en signaleert tijdig knelpunten (H, T) 2.3 De mbo-verpleegkundige biedt nieuwe collega’s, studenten en/of stagiaires passende werkbegeleiding. Zij neemt deel aan begeleidings- en beoordelingsgesprekken (C)

O

Totaal Oordeel Beroepsopdracht E

Onvoldoende

Voldoende

V



118


MBO-Verpleegkundige

BEOORDELINGSFORMULIER EXAMEN BEROEPSOPDRACHT E Naam student:

Datum:




Afspraak:

Naam beoordelaar:




119


MBO-Verpleegkundige

OVERZICHT BEROEPSTAAK E Overzicht : beroepstaak, beroepsproducten, werkprocessen, competenties met prestatieindicatoren Beroepstaak E Beroepsproducten Werkprocessen Uitvoering van organisatie- en E.1 Deskundigheidsbevordering 2.1 professie gebonden taken en professionalisering (K) E.2 2.2 Bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg (H,T) E.3 2.3 Geeft werkbegeleiding (C) Competenties: C, H, K, T Competenties in de werkprocessen C. Begeleiden

Prestatie-indicatoren o o o o o o o o

H. Overtuigen en beïnvloeden

o o o o o o o


o o o o o o

Biedt een optimaal leer- en werkklimaat, die leerlingen en stagiaires stimuleert zich te ontwikkelen. Stimuleert leerlingen en stagiaires de grenzen van hun mogelijkheden te verkennen. Sluit aan op de mogelijkheden en leerstijl van de leerling of stagiaire. Stelt in overleg met de leerling of stagiaire een geschikte wijze van begeleiden vast. Instrueert, geeft aanwijzingen, adviezen en coacht leerlingen en stagiaires. Geeft gevraagd en ongevraagd feedback op hun leeractiviteiten en beroepsmatig handelen. Begeleidt leerlingen en stagiaires bij het ontwikkelen van een beroepshouding. Participeert in begeleidings- en beoordelingsgesprekken van leerlingen en stagiaires. Participeert in ontwikkel- of intervisiegroepen en zet haar vakkennis in bij verbetertrajecten. Gebruikt waar mogelijk informatie uit wetenschappelijk onderzoek (Evidence Based Practice). Signaleert en onderzoekt nieuwe ontwikkelingen in de zorg Signaleert knelpunten of ontwikkelingen binnen de organisatie en doet voorstellen voor (beleids)wijzigingen. Onderzoek/checkt of voorstellen haalbaar zijn Komt met ideeën, standpunten en/of voorstellen en zorgt voor onderbouwing Geeft aan wat de nieuwe ontwikkelingen betekenen voor de uitvoering van de zorg en de relatie met de zorgvrager Houdt vakkennis en vaardigheden bij Draagt de eigen kennis en expertise op begrijpelijke wijze over aan collega’s en andere deskundigen Gebruikt feedback om van te leren. Stelt een persoonlijk ontwikkelplan op en voert dit uit. Neemt deel aan inhoudelijke discussies met collega's en anderen over het beroep Heeft een eigen mening en visie over het beroep en op de verpleegkundige zorg. Draagt deze visie ook uit aan anderen


120


Competenties in de werkprocessen T. Procedures en instructies opvolgen

MBO-Verpleegkundige

Prestatie-indicatoren o o o

Houdt zich aan de voorgeschreven procedures rondom kwaliteitsverbetering en aan wettelijke richtlijnen. Stimuleert anderen om zich hier ook aan te houden. Werkt mee aan kwaliteitszorgsystemen en ziet toe op naleving van protocollen en richtlijnen van de organisatie Kan kwaliteitsinstrumenten toepassen en naar aanleiding van de verkregen informatie de verpleegkundige zorg aanpassen


121


MBO-Verpleegkundige


:

………………………………………………………

OPLEIDING

:

……………………………………………………….

CURSUSJAAR

:

………………………………………………………

: :

A – B – C – D – E (omcirkel de beroepstaakletter) BEGINNER – GEVORDERD 1 - GEVORDERD 2-STARTBEKWAAM

DATUM

:

……………………………………………………………

TIJDSTIP

:


………………………………………

TIJDSTIP NAGESPREK

:


………………………………………

AFDELING

:

……………………………………………………………..

NAAM BEOORDELAAR

:

……………………………………….……………………




STUDENT:


PARAAF: …………

NAAM:

………………………………………

NAAM: …………………………………


122


MBO-Verpleegkundige

OPLEIDING Verpleegkundige niveau 4

BIJLAGEN

Albeda College Branche Gezondheidszorg Kwalificatieniveau 4 Crebo 95 Versie FEBR 2016 Fase: Startbekwaam niveau Naam student: ……………………


123


MBO-Verpleegkundige

BIJLAGEN ALGEMEEN Bijlage 1

POP en werkplan

Bijlage 2

Overzicht activiteiten theorie en praktijk

Bijlage 3

Instructie feedbackformulier

Bijlage 4

Begrippenlijst

Bijlage 5

Leerplan/leerlijn Startbekwame fase

Bijlage 6

CRITERIA VERSLAG SCHRIJVEN

Bijlage 7

Lesplan klinische les (MODEL VAN GELDER) Lesplan klinische les vijf stappen methodiek

Bijlage 8

Vaststellingsformulier kritische beroepssituatie

Bijlage 9

Beoordelingsformulier oefen BBG

Bijlage 10

Overzicht Evidence bases bronnen.


124


BIJLAGE 1

MBO-Verpleegkundige

POP en werkplanning

Naam student: ………………………………………. Groep: ……………………………………………….. Datum:…………………………………………………

Beroepsgericht leerdoel

Planning van activiteiten

Leerdoel:

Activiteiten:

omdat:

Begeleiding:

Beroepstaak, beroepsproduct:

Planning

Werkprocessen, competenties:

Bewijsvoering en evaluatie:


125


MBO-Verpleegkundige

POP en werkplanning Naam student: ………………………………………. Groep: ……………………………………………….. Datum:…………………………………………………

Persoonlijk leerdoel

Planning van activiteiten

Leerdoel:

Activiteiten:

omdat:

Begeleiding:

Planning:

Bewijsvoering en evaluatie:


126


MBO-Verpleegkundige

BIJLAGE 2 OVERZICHT ACTIVITEITEN SCHOOL EN PRAKTIJK Toelichting: In het opdrachtenboek kan de student een overzicht van de theorie en praktijkactiviteiten. Het overzicht wordt door de student ingevuld en moet aanwezig zijn in het portfolio bij alle soorten gesprekken. De student maakt hiermee voor zichzelf en zijn begeleider inzichtelijk hoever hij is met zijn activiteiten in theorie en praktijk. Naam student: ……………………………………………………………………………………….. Groep: ………………………………………………Opleiding:……………..…………………….. Fase:………………………………………………………………………………………………….. Naam SLB:………………………………………………………………………………………….. Naam BPV instelling: …………………………………………………………………………….. Naam Begeleider: …………………………………………………………………………… Ondersteuningsmagazijn School/Praktijk

Beroepstaak B

Activiteiten Alle activiteiten zijn verplicht B.start.1 “Van opname tot…..” Een casusanalyse schrijven en uitvoeren B.start.2 Aanvullende zorg

Startbekwaam

datum

Paraaf School

Paraaf Praktijk

B.start.3 Crisis- of risicovolle situaties en/of onvoorziene omstandigheden B.start.4 Continuïteit en coördinatie van zorg Coördineren en verantwoording van zorg over meerdere zorgvragers Samenhangend leren B/E

Zorgindicatie voor VVT

B/E

Multiculturele verpleging + intervisie

B/CE Interculturele communicatie + intervisie B/E

Zelfmanagement + intervisie

B/E

Professionele moed + intervisie


127


MBO-Verpleegkundige

Ondersteuningsmagazijn School/Praktijk

Beroepstaak C

Activiteiten Alle activiteiten zijn verplicht C.start.1 GVO Voorlichting, instructie en/of advies geven aan de zorgvrager

Startbekwaam

datum

Paraaf School

Paraaf Praktijk

C.start.2 Begeleiden Gespreksvaardigheden in kritische beroepssituaties C.start.3 Groepsbegeleiding Begeleiden van een groep zorgvragers of een groepsgesprek voorbereiden en uitvoeren of een groepsvoorlichting geven

Ondersteuningsmagazijn Beroepstaak E School/ Praktijk Activiteiten Alle activiteiten zijn verplicht E.start.1.1 Deskundigheidsbevordering en professionalisering: actuele ontwikkelingen Ketenzorg E.start.1.2 Deskundigheidsbevordering en professionalisering: actuele ontwikkelingen Zorgpad E.start.1.3 Deskundigheidsbevordering en professionalisering: actuele ontwikkelingen Nieuwe uitgangspunten E.start.1.4 Deskundigheidsbevordering en professionalisering Intervisie E.start.2.1 Kwaliteitszorg Knelpunten en kwaliteitsinstrumenten

Startbekwaam

datum

Paraaf School

Paraaf Praktijk

E.start.3.1 Werkbegeleiding geven Werkbegeleiding geven Samenhangend leren Intervisie Onderzoeksvaardigheden


128


Bijlage 3

MBO-Verpleegkundige

Instructie Feedbackformulier

Inleiding Tijdens het leren kun je een beroepsopdracht, of delen daarvan meerdere keren uitvoeren. Dit met het doel feedback te verzamelen m.b.t. je handelen, zodat je het uitvoeren van de opdracht steeds verder kunt verbeteren. Instructie voor de student Er zijn verschillende mogelijkheden om het feedbackformulier te gebruiken. Enkele suggesties: - Probeer een goed beeld te krijgen van de competenties en werkprocessen waarvan men verwacht dat je die laat zien. Praat erover met collega’s, met je begeleider etc. Let op hoe anderen het werk uitvoeren en wat jij daarvan kan leren. - Ga na welke competenties je al goed beheerst en met welke competenties je nog moeite hebt. Vraag collega’s, begeleiders om je op specifieke onderdelen, competenties/prestatie-indicatoren, feedback te geven. Dit kan door middel van een gesprek, een gerichte observatie etc. - Voer de opdracht meerdere keren uit en vraag verschillende begeleiders het feedbackformulier in te vullen. Bespreek de uitkomsten met je eigen begeleider. - Kruis een paar competenties/werkprocessen aan waar je extra aandacht aan wil schenken. Beschrijf zelf hoe je vindt dat je deze uitvoert en vergelijk je eigen mening met die van collega’s. - Zorg ervoor dat je voldoende feedback hebt verzameld en voeg de formulieren als bewijslast toe aan je portfolio. Gebruik de formulieren in gesprekken met je Slb bijvoorbeeld tijdens voortgangsgesprekken. Zorg er wel steeds voor dat datum, naam en paraaf van de begeleider op het formulier staan. Instructie voor de begeleider Er zijn verschillende mogelijkheden om het feedbackformulier te gebruiken. Enkele suggesties: - Samen met de student bekijkt u de inhoud van de opdracht, neemt u de werkprocessen, de competenties en prestatie-indicatoren door. Samen scherpt u het beeld aan van wat er verwacht wordt van de student en de betekenis daarvan voor uw praktijksituatie. - Samen met de student neemt u het feedbackformulier door. De student vertelt wat hij daarin moeilijk vindt, goed vindt gaan etc.. U vertelt de student wat uw bevindingen zijn. Een dergelijk gesprek levert informatie op voor het leren en begeleiden van de student. Er kan een keuze gemaakt worden om de komende tijd extra aandacht te hebben voor bepaalde werkprocessen/competenties. - U vindt dat de student al veel geoefend heeft met onderdelen van de beroepstaak. Volgens u is de student in staat de totale zorg voor bijv. 1 zorgvrager uit te voeren. U gebruikt het feedbackformulier om de student van informatie te voorzien over zijn handelen - U vindt dat de student voldoende geleerd heeft om de opdracht uit te voeren en met behulp van feedback zijn handelen te vervolmaken. U maakt een planning met hem welke zorgvragers hij wanneer gaat verzorgen en gebruikt het feedbackformulier om de student van feedback te voorzien. NB: Bij het geven van feedback is het van belang dat u het gedrag van de student (prestatieindicator) altijd bekijkt in het totaal van de opdracht en de werkprocessen. Gebruik hiervoor naast de opdracht altijd het overzicht van de werkprocessen, competenties en prestatieindicatoren


129


Bijlage 4

MBO-Verpleegkundige

Begrippenlijst

Om dit opdrachtenboek goed te kunnen lezen worden eerst begrippen uitgelegd die gebruikt worden. Begrip Assessor

Uitleg Waardeert op de ijkmomenten het portfolio en geeft advies aan de Subexamencommisie of de student verder mag gaan met de opleiding.

Beroepsopdracht

Een beroepstaak die een student uitvoert op het niveau van beginner, gevorderd en/of startbekwaam niveau. Deze opdracht meet het niveau van de student en kan in de praktijk of op school worden afgenomen. Dit staat omschreven in de opdracht.

Beroepsproduct

Een door de beroepsbeoefenaar te leveren dienst (immaterieel) of product (materieel) in de context van het beroep.

Beroepstaak

Een beroepstaak is herkenbare taak / onderdeel in het werk (beroep) en bevat een cluster van werkprocessen uit het kwalificatiedossier.

BPV

Beroepspraktijkvorming (praktijk/stage)

Casustoets

Een toets waarmee gemeten wordt of studenten in staat zijn om voor de beroepstaak specifieke kennis en inzicht in te zetten om specifieke problemen binnen die beroepstaak te analyseren en op te lossen.

Competentie

Een vermogen dat kennis (wat je moet weten), houding (gedrag) en vaardigheden (wat je moet kunnen uitvoeren) omvat, om in een concrete beroepssituatie doelen te kunnen bereiken.

Feedbackinstrumenten

Instrumenten die vanuit verschillende invalshoeken feedback geven aan de student zoals een zelftest of observatielijst.

IJkmoment

Moment waarop vastgesteld wordt waar de student zich bevindt in het leerproces en of hij/zij verder mag gaan: go/no go.

Kwalificatiedossier

Beschrijft wat de student aan het einde van de opleiding moet kennen en kunnen.


130


MBO-Verpleegkundige

Begrip Ondersteuningsmagazijn

Uitleg Een gestructureerde verzameling van middelen om het leren van de student te ondersteunen zowel op school als in de praktijk.

PAP

Persoonlijk Activiteiten Plan

Portfolio

Een map met bewijzen die laat zien hoe ver de student is in de opleiding

Prestatie-indicatoren

Indicatie om te bepalen of het gewenste resultaat van de opdracht is behaald. Deze zijn beschreven in het kwalificatiedossier.

Studieloopbaan begeleider (SLB)

De student krijgt tijdens zijn opleiding begeleiding van een SLB. Deze begeleiding betreft het leerproces en de loopbaan van de student.

Toetsmagazijn

Een gestructureerde verzameling van feedback instrumenten. Is bedoeld als evaluatie-instrument om te kunnen bekijken hoe ver iemand op een bepaald moment is.

Werkproces

Beschrijving van activiteiten die van een beroepsbeoefenaar verwacht worden. Deze zijn beschreven in het kwalificatiedossier.

Zorgsetting

Een organisatie waar zorg wordt verleend: verpleeghuis/verzorgingshuis/thuiszorg, gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg en Ziekenhuis (Klinische zorg)


131


MBO-Verpleegkundige


132

Leerplan MBO-Verpleegkundige KD 2012-2013 CREBO 95 Startbekwame fase Schooljaar 2015-2016

30 WEKEN

Beroepstaken Kennis Vaardigheden Houding B: Verpleegkundige basiszorg B1: B2: B3: C1: C: Begeleiding C2: C3: D: Verpleegtechnische handelingen

Plannen van zorg Basiszorg Crisissituaties Voorlichting, advies en instructie Psychosociale begeleiding Groepsbegeleiding

30 WEKEN

B1: B2: B3: C1: C2: C3:

30 WEKEN

Plannen van zorg B1: Basiszorg B2: Crisissituaties B3: Voorlichting, advies en instructie C1: Psychosociale begeleiding C2: Groepsbegeleiding C3:

10 WEKEN

Plannen van zorg Proeve van Bekwaamheid Basiszorg Crisissituaties Voorlichting, advies en instructie Psychosociale begeleiding Proeve van Bekwaamheid Groepsbegeleiding

Verpleegtechnische handelingen



E. Uitvoeren van professie gebonden taken

E1 Deskundigheidsbevordering en professionalisering E2 Kwaliteitszorg E3 Werkbegeleiding



Werkprocessen

1.1, 1,2, 1.3, 1,4, 1.5, 1.6, 1.7, 1.8, 1.1, 1,2, 1.3, 1,4, 1.5, 1.6, 1.7, 1.8, 1.1, 1,2, 1.3, 1,4, 1.5, 1.6, 1.7, 1.8, 1.9, 2.1, 2.2, 2.3 1.9, 2.1, 2.2, 2.3 1.9, 2.1, 2.2, 2.3 A, B, C,D,E, F, H,I, J, K, L, M, R, T A, B, C,D,E, F, H,I, J, K, L, M, R, T A, B, C,D,E, F, H,I, J, K, L, M, R, T T, Q T, Q T, Q Toetsing Beroepstaak D Bewust Bekwaam Gesprek Casustoets B, C, E

Competenties Toetsing

Proeve van Bekwaamheid

Beroepsopdracht B, C,, E Examen Nederlands Examen Rekenen Examen Engels Afsluiting Burgerschap 8: 25-30 weken 9: 39-40 weken Kun je starten met de Proeve van bekwaamheid? Kun je diploma ontvangen? Bewijsstukken volgens ijkformulier Bewijsstukken volgens examendossier

IJkmoment

b Albeda College Branche Gezondheidszorg


MBO-Verpleegkundige

BIJLAGE 5 LEERLIJN Leerlijn MBO-Verpleegkundige (BOL-BBL) KD 2015-2016 CREBO 95 Startbekwame fase 4e leerjaar

30 WEKEN

30 WEKEN

30 WEKEN

30 WEKEN

10 WEKEN

KLINISCHE Z ORG Accent op:

PSYCHIATRISCHE Z ORG Accent op:

VERPLEEGHUIS - THUISZ ORG Accent op:

GEHANDICAPTENZ ORG Accent op:

PROEVE

Zelfstandig uitvoeren van beroepstaken Zelfstandig uitvoeren van beroepstaken Zelfstandig uitvoeren van beroepstaken Zelfstandig uitvoeren van beroepstaken van Zelfstandigheid in leerproces Zelfstandigheid in leerproces Zelfstandigheid in leerproces Zelfstandigheid in leerproces bekwaamZelfstandigheid in samenwerken multidisciplinair Zelfstandigheid in samenwerken multidisciplinair Zelfstandigheid in samenwerken multidisciplinair Zelfstandigheid in samenwerken multidisciplinair heid Zelfstandigheid in coördinatie en continuïteit Zelfstandigheid in coördinatie en continuïteit Zelfstandigheid in coördinatie en continuïteit Zelfstandigheid in coördinatie en continuïteit Zelfstandigheid m.b.t. kwaliteitszorg Zelfstandigheid m.b.t. kwaliteitszorg Zelfstandigheid m.b.t. kwaliteitszorg Zelfstandigheid m.b.t. kwaliteitszorg Beroepshouding als rolmodel Beroepshouding als rolmodel Beroepshouding als rolmodel Beroepshouding als rolmodel

Beroepsopdracht B

Methodisch handelen in alle situaties Klinisch redeneren




Zorgverlening in alle situaties




Van opname tot…. Van opname tot…. Van opname tot…. Van opname tot…. Casusanalyse schrijven en uitvoeren Casusanalyse schrijven en uitvoeren Casusanalyse schrijven en uitvoeren Casusanalyse schrijven en uitvoeren Laatste levensfase: palliatief terminale zorg, Laatste levensfase: palliatief terminale zorg, Laatste levensfase: palliatief terminale zorg, Laatste levensfase: palliatief terminale zorg, pijnbestrijding, complementaire zorg pijnbestrijding, complementaire zorg pijnbestrijding, complementaire zorg pijnbestrijding, complementaire zorg Risicogedrag Risicogedrag Risicogedrag Risicogedrag Continuïteit en coördinatie van zorg: Continuïteit en coördinatie van zorg: Continuïteit en coördinatie van zorg: Continuïteit en coördinatie van zorg:

Beroepsopdracht C C1 C2 C3 Doorlopende leerlijn

GVO: individueel of groep GVO: individueel of groep Begeleiden bij dilemma's Begeleiden bij dilemma's Groepsprocessen Groepsprocessen Doorlopende leerlijn Doorlopende leerlijn Deel 8 D: Verpleegtechnische vaardigheden Eerste hulp bij ademstilstand en circulatie waaronder voorbehouden handelingen stilstand (reanimeren) (functionele zelfstandigheid*)

GVO: individueel of groep Begeleiden bij dilemma's Groepsprocessen Doorlopende leerlijn

GVO: individueel of groep Begeleiden bij dilemma's Groepsprocessen Doorlopende leerlijn

Zorgpad Ketenzorg Nieuwe ontwikkelingen in de zorg Ondernemersschap (ZZP) Knelpunten en kwaliteitsinstrumenten Financiering zorg (ZZP, PGB) Multicultureel verplegen Werkbegeleiding geven


Uitvoeren van professie gebonden taken E1 Werkt aan deskundigheidsbevordering Zorgpad en professionalisering van het beroep Ketenzorg Nieuwe ontwikkelingen in de zorg Ondernemersschap (ZZP) E2 Werkt aan bevorderen en bewaken Knelpunten en kwaliteitsinstrumenten van kwaliteitszorg Financiering zorg (ZZP, PGB) Multicultureel verplegen E3 Geeft werkbegeleiding Werkbegeleiding geven


Nederlands Rekenen Engels

Niveau bepalen TNT Niveau bepalen RNT Niveau bepalen Engels Werken aan beroepsspecifiek taal/rekenen/MVT Domeinen

Werken aan beroeps specifiek taal/rekenen/MVT Werken aan beroeps specifiek taal/rekenen/MVT Werken aan beroeps specifiek taal/rekenen/MVT Algemeen en beroeps specifiek Algemeen en beroeps specifiek Algemeen en beroeps specifiek Eindtoetsen taal/rekenen/MVT

Domeinen

Domeinen

Domeinen

Pop/Pap Reflectie Korthagen Individuele coaching Voorbereiding praktijk Intervisie Onderzoeksvaardigheden Activiteiten ter voorbereiding op beroepsopdrachten

Pop/Pap Individuele coaching Groepscoaching Voorbereiding praktijk Intervisie Onderzoeksvaardigheden Activiteiten ter voorbereiding op beroepsopdrachten beroepsopdrachten

Pop/Pap Individuele coaching Groepscoaching Voorbereiding praktijk Intervisie Onderzoeksvaardigheden Activiteiten ter voorbereiding op beroepsopdrachten

Pop/Pap Individuele coaching Groepscoaching Voorbereiding praktijk Intervisie Onderzoeksvaardigheden Activiteiten ter voorbereiding op beroepsopdrachten

Beroepsopdrachten B-C-D-E op beoordelingsniveau




Burgerschap

Studieloopbaan

Praktijk


134

BIJLAGE 6

CRITERIA VERSLAG SCHRIJVEN

Naam : …………………………………………………… Groep :…………………………………………………… Nagekeken door:……………………………………….. Functie:……………………………………………………….

Datum : …………….

Handtekening:…………………………………………… Criteria

Voldaan

Het verslag ziet er netjes verzorgd uit Het verslag is in correct Nederlands geschreven. Titelblad met: naam student, emailadres student, groepsnaam, begeleidend docent, datum - Lettertype Arial 11 - Pagina nummering - Correcte Bronvermelding - Recente bronnen - Evidence based bronnen - Deskundigheidsgebied van de verpleegkundige. (Wet Big art.33) De inhoudsopgave: De inhoudsopgave geeft een overzicht van de onderwerpen die het verslag bevat. Het heeft als doel dat de lezer er uit kan opmaken hoe het verslag is opgebouwd. 1. De inleiding De functie van een inleiding is dat je de lezer letterlijk in je verslag binnenleidt. Je vertelt de lezer wat hij kan verwachten en je noemt: - Het onderwerp - De aanleiding voor het schrijven van het verslag - Beschrijving van de kritische beroepssituatie-dilemma’s - (evt. de probleemstelling-vraagstelling) - Het doel van je verslag - De verantwoording van de werkwijze (hoe heb je het onderzoek aangepakt) - De verantwoording van de opbouw (wat kan de lezer per subtitels of kopje verwachten 2. De subtitels of kopjes. Hier beschrijf je de resultaten van je onderzoek op basis van je verzamelde gegevens. Je maakt bij het verzamelen van gegevens gebruik van evidence bases bronnen (bijvoorbeeld verpleegkundig vakliteratuur). 3. De conclusie/aanbevelingen



MBO-Verpleegkundige

Voldaan 4. Eigen visie Je beschrijft je eigen (verpleegkundige ) visie op het onderwerp. Je visie is theoretische onderbouwd met argumenten 5. De samenvatting. De belangrijkste functie van de samenvatting is dat het in het kort de belangrijkste feiten en bevindingen vertelt. Een samenvatting bevat geen nieuwe informatie. 6. Bronvermelding Benoem op correcte wijze welke bronnen je geraadpleegd hebt. Op portaal 2.0 kun je bij E een artikel vinden over het correct gebruik maken van en het verwijzen naar bronnen



BIJLAGE 7

MBO-Verpleegkundige

LESPLAN KLINISCHE LES (MODEL VAN GELDER)

Naam student:

Omschrijving van de activiteit

Studiejaar: Groep/klas:

Uitvoeringsdatum:

School:

Tijd:

Praktijk:

Plaats:

Aantal deelnemers:

1. Korte omschrijving activiteit

2. Doelstelling (RUMBA) Hoofddoel:

Subdoelen:

3. Beginsituatie van doelgroep

4. De onderwijsleersituatie 4a. De inleiding



MBO-Verpleegkundige

4b. De kern

4c. Afsluiting

5. Leer en hulpmiddelen



MBO-Verpleegkundige

6. Evaluatie 6a. Evaluatie van het proces

6b. Evaluatie van het product



BIJLAGE 7

MBO-Verpleegkundige

VIJF STAPPEN METHODIEK

Checklist: Het geven van voorlichting/het geven van een klinische les Het geven van voorlichting is binnen je werk als verzorgende / verpleegkundige een regelmatig terugkerende activiteit. Bij een voorlichtingsgesprek kan het gaan om: 







Informatie geven: je verstrekt feitelijke gegevens die voor de zorgvrager van belang zijn. Dat houdt meestal in dat je hem nieuwe kennis geeft om zijn gezondheidsprobleem te begrijpen en ermee om te gaan. Een zorgvrager moet vaak keuzen maken. Dat kan hij alleen als hij goed weet wat de keuzemogelijkheden zijn. Instructie geven: je geeft richtlijnen en leefregels die de zorgvrager moet opvolgen. Vaak moet de zorgvrager handelingen uitvoeren om beter met zijn beperkingen en handicaps om te kunnen gaan. Instructie geven betekent dat je handelingen uitlegt, demonstreert en oefent met de zorgvrager Educatie: je probeert de zorgvrager inzicht te geven in de achtergronden en gevolgen van zijn gezondheidsprobleem. Als een zorgvrager het probleem begrijpt kan hij er beter mee omgaan. Educatie heeft met onderwijs en leren te maken. Je leert een zorgvrager iets zodat hij het later zelf kan toepassen. Het doel van educatie is dat je de zelfstandigheid en de mondigheid van de zorgvrager zo groot mogelijk maakt. Begeleiding: je geeft emotionele opvang en ondersteuning aan de zorgvrager. Je helpt de zorgvrager om zijn gezondheidsprobleem zo goed mogelijk te verwerken. Acceptatie van het probleem is een voorwaarde om effectief met het probleem om te kunnen gaan. Empathie en een actieve luisterhouding zijn belangrijke voorwaarden bij het voeren van een begeleidingsgesprek.

Je kunt het geven van voorlichting het beste methodisch aanpakken. Dat wil zeggen dat je bewust, systematisch en doelgericht de voorlichting voorbereidt, uitvoert en evalueert. Een stappenplan kan je hierbij helpen. Stap 1 : bepalen van de voorlichtingsbehoefte  Verzamel gegevens over de zorgvrager8 en zijn gezondheidsprobleem  Bepaal welke vragen of behoeften de zorgvrager heeft  Stel vast wat de noodzaak is voor de zorgvrager om voorlichting te krijgen  Schat de beginsituatie van de zorgvrager in: - In hoeverre is de zorgvrager in staat de voorlichting te ontvangen? - Is hij gemotiveerd? - Hoe is zijn leer- en begripsvermogen? - Is het zinvol om de partner/familie bij de voorlichting te betrekken? Stap 2: bepalen van het voorlichtingsdoel  Bepaal wat het doel is van je voorlichting  Formuleer dit zo concreet mogelijk ( RUMBA ) Relevant Understandable Measurable Behavioral Attainable

8

Relevant Begrijpelijk Meetbaar In termen van gedrag Bereikbaar

Lees voor zorgvrager “doelgroep” wanneer je deze methodiek gebruikt voor de voorbereiding en uitvoer van een klinische les



MBO-Verpleegkundige

Stap 3: bepalen van de voorlichtingsactiviteiten  Kies activiteiten die aansluiten bij de zorgvrager en het doel van de voorlichting  Bepaal wie de voorlichting het beste kan geven ( verzorgende /verpleegkundige, arts, fysiotherapeut, diëtist e.d. )  Bepaal de voorlichtingsvorm ( gesprek, discussie, presentatie, rollenspel of film )  Maak een keuze voor ondersteunend materiaal bij de voorlichting ( plaatjes, voorwerpen, geluidsopnames, video’s )  Zoek een geschikte ruimte en bepaal het tijdstip in overleg met de zorgvrager Stap 4: uitvoeren van voorlichtingsactiviteiten  De voorlichtingsactiviteit wordt uitgevoerd Stap 5: evalueren van de voorlichting  Evalueer of het voorlichtingsdoel is bereikt ( productevaluatie )  Evalueer ook hoe voorlichting is verlopen ( procesevaluatie )  Maak afspraken over het vervolg



MBO-Verpleegkundige

BIJLAGE 8: Vaststellingsformulier kritische beroepssituatie Startbekwame activiteit:……………………………………………………………………… Werkwijze: De begeleider stelt het niveau van de gekozen kritische beroepssituatie aan de hand van de onderstaande criteria vast. Er is sprake van een kritische beroepssituatie wanneer voldaan is aan vier van de acht criteria per kritische beroepssituatie.

1 2

3 4

5 6 7 8

Criteria kritische beroepssituatie Er is in deze situatie sprake van: zoeken naar een balans tussen betrokkenheid en afstand in de relatie tot de zorgvrager9. een afweging maken tussen het naleven van de afspraken in het verpleegplan tegenover flexibel omgaan met de behoefte van de zorgvrager. evenwicht in het omgaan met normen en waarden van de zorgvrager tegenover de eigen normen en waarden. een afweging tussen de mate van begeleiden van de zorgvrager bij het uitvoeren van taken en het overnemen van die taken en verantwoordelijkheden. een afweging tussen het als verpleegkundige zelf uitvoeren van de werkzaamheden en anderen consulteren. omgaan met de belangen van de zorgvrager in relatie tot het beleid en mogelijkheden van de organisatie. een evenwicht tussen het betrekken van mantelzorgers bij de zorg of het inschakelen van professionele hulp. een balans tussen de kwaliteit van de verpleegkundige zorg en de eisen van doelmatigheid die worden gesteld vanuit de organisatie.

JA

NEE

Voor akkoord: ………………………………………………………………………….

Naam student: Naam begeleider

:

…………………………………………………………. ……………..

Naam van de instelling:

…………………………………………………………………………

Handtekening begeleider:

……………………… Handtekening student: …………………….

Datum: ………………….

9

Waar gesproken wordt over zorgvrager wordt tevens bedoeld familie/naasten of mantelzorgers



Bijlage 9:

MBO-Verpleegkundige

Beoordelingsformulier oefen BBG

Beoordelingsformulier Bewust Bekwaam Gesprek Naam student:……………………………………………………………………………….. Werkproces 1.8 Coördineert de zorgverlening Voldoende/onvoldoende V O B Aansturen

De student verantwoordt dat hij:  duidelijke en relevante informatie, instructies en aanwijzingen geeft aan collega’s, stagiaires en studenten, zodat zij concreet weten wat er van hen wordt verwacht.

E Samenwerken en overleggen

De student verantwoordt dat hij:  de zorgverlening met anderen afstemt;  met andere deskundigen overlegt en inschakelt, zodat de continuïteit van de zorgverlening wordt gewaarborgd.

Q Plannen en organiseren

De student verantwoordt dat hij:  duidelijke en concrete doelen stelt;  prioriteiten in de zorgverlening stelt;  de werkzaamheden op elkaar afstemt;  een logische tijdsplanning van de werkzaamheden maakt, zodat de coördinatie van de werkzaamheden optimaal kan verlopen

Werkproces 3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep Voldoende/onvoldoende V O K De student verantwoordt dat hij: Vakdeskundigheid  vakkennis en vaardigheden heeft onderhouden;  feedback gebruikt om te leren en verder te ontwikkelen;  zichzelf concrete doelen stelt om de eigen deskundigheid te ontwikkelen.  eigen kennis overdraagt aan collega’s en andere deskundigen;  heeft deelgenomen aan inhoudelijke, beroepsgerelateerde discussies;  een bijdrage heeft geleverd aan de professionalisering van het beroep van mboverpleegkundige.



MBO-Verpleegkundige

Werkproces 3.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg Voldoende/onvoldoende V O H. De student verantwoordt dat hij: Overtuigen en  eigen deskundigheid heeft ingezet; beïnvloeden  vanuit een eigen visie op het beroep handelt;  gebruik heeft gemaakt van de juiste kwaliteitsinstrumenten bij de aanpak van een knelpunt of dilemma;  zijn acties voldoen kwaliteitseisen die de organisatie stelt,  eigen ideeën, standpunten en/of voorstellen naar voren brengt en deze onderbouwt;  de haalbaarheid van deze voorstellen heeft onderzocht;  de verschillende betrokkenen heeft geïnformeerd;  kritisch heeft gereflecteerd op eigen handelen, zodat hij: - hij een bijdrage levert aan de kwaliteit van de zorgverlening; - als ambassadeur van de organisatie het beleid aan anderen kan overbrengen; - anderen kan overtuigen van de gemaakte keuzes; - minimaal één ontwikkelpunt kan formuleren als beginnend beroepsbeoefenaar in de ontwikkeling van verder vakmanschap (startprofiel als mboverpleegkundige). T. Procedures en instructies opvolgen

De student verantwoordt dat hij:  heeft gehandeld volgens de voorgeschreven procedures van de organisatie, zodat hij een effectieve bijdrage levert aan het bevorderen en bewaken van de kwaliteitszorg

Onderbouwing van de beoordeling Algemeen: __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________



Bijlage 10:

MBO-Verpleegkundige

Overzicht Evidence Based Bronnen

http://www.calibris.nl/CMSTemplates/Calibris/UserControls/DownloadLink.ashx?ID=212 (Kwalificatiedossier MBO-Mbo-Verpleegkundige 2012) http://www.mboraad.nl/media/uploads/companybranchgroup/gdw/profiel%20werkbegeleider %202011.pdf (profiel werkbegeleider) http://www.vmszorg.nl/ http://www.zorgvoorbeter.nl/ (Kennisplein voor verzorging en verpleging) http://www.cbo.nl/themas http://www.oncoline.nl/ http://www.kwf.nl/Pages/default.aspx http://www.kiesbeter.nl/ http://www.vilans.nl/ http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed http://geriatrie.venvn.nl/ http://www.trimbos.nl/ (ggz) http://www.zorgvoorbeter.nl/ouderenzorg/dementie-herkennen-pijn.html http://www.nursing.nl/Verpleegkundigen/Protocollen/ (o.a protocollen en richtlijnen voor delier, dementie, wondzorg, diabetes, pijn, oncologie) http://valpreventie.veiligheid.nl/valpreventie/ (valpreventie ouderen) http://www.cochranelibrary.com/

Beroepsverenigingen http://www.nursing.nl/ http://www.venvn.nl/


Verpleeghuis, verzorgingshuis en thuiszorg

Recommend Documents