Verordening voorzieningen gehandicapten 2005 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als de vervaldatum is vastgesteld) Onderwerp
gemeente Oosterhout Verordening voorzieningen gehandicapten 2005 Verordening voorzieningen gehandicapten gemeente Oosterhout 2005 gemeenteraad
Opmerkingen m.b.t. de regeling Geen.
Grondslagen 1. Wet voorzieningen gehandicapten, art. 2 2. Gemeentewet, art. 149
Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving) 1. Uitvoeringsbesluit voorzieningen gehandicapten gemeente Oosterhout 2005.
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen Datum inwerkingtreding
Terugwerkende kracht
Betreft
Ontstaansbron: Inwerkingtreding: Voorstel datum ondertekening; datum ondertekening; gemeenteraad bron bekendmaking bron bekendmaking
17-3-2005
1-1-2005
nieuwe regeling
22-2-2005 22-2-2005 0005010 Weekblad Weekblad Oosterhout, 2005-03- Oosterhout, 2005-0309 09
1
Geconsolideerde tekst van de regeling Verordening voorzieningen gehandicapten 2005 De raad van de gemeente Oosterhout, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 januari 2005; gelet op artikel 2 van de Wet voorzieningen gehandicapten; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; overwegende dat het noodzakelijk is het verstrekken van voorzieningen aan gehandicapten bij verordening te regelen; besluit: a. in te trekken de Verordening voorzieningen gehandicapten 2004; b. vast te stellen de navolgende Verordening voorzieningen gehandicapten 2005: Afdeling l Algemeen HOOFDSTUK 1
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1:1 Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet voorzieningen gehandicapten b. voorziening: een woonvoorziening, een vervoersvoorziening of een rolstoel. c. inkomen: 1. het netto-inkomen, conform de berekening zoals aangegeven in het Uitvoeringsbesluit voorzieningen gehandicapten; 2. het gezamenlijk netto-inkomen, conform de berekening zoals aangegeven. In het Uitvoeringsbesluit voorzieningen gehandicapten van de ouders of pleegouders van de gehandicapte, indien de gehandicapte jonger is dan 18 jaar en geen echtgenoot heeft in de zin van artikel 1 van de Wet; 3. het gezamenlijk netto-inkomen, conform de berekening zoals aangegeven. In het Uitvoeringsbesluit voorzieningen gehandicapten van de gehandicapte en zijn echtgenoot, indien de gehandicapte een echtgenoot heeft in de zin van artikel 1 van de Wet. d. Woonwagen: een wagen als bedoeld in artikel 1 , eerste lid onder f van de Woningwet. e. Standplaats: een standplaats als bedoeld in artikel 1 , eerste lid onder e van de Woningwet. f. Woonschip: een vaartuig als bedoeld in artikel 1 , eerste lid onder c van de Woningwet. g. Ligplaats: een ligplaats als bedoeld in artikel 1 , eerste lid onder d van de Woningwet. h. Hoofdverblijf: de woonruimte waar de gehandicapte zijn vaste woon- en verblijfplaats heeft en waar de gehandicapte in de gemeentelijke basisadministratie als zodanig staat ingeschreven; i. Gemeenschappelijke ruimte: gedeelte(n) van een woongebouw, niet behorende tot de onderscheiden woningen, bestemd en noodzakelijk om de woning van de gehandicapte vanaf de toegang van het woongebouw te bereiken; j. Woningaanpassing: ingreep van bouwkundige of woontechnische aard die: 1 gericht is op het opheffen of verminderen van ergonomische beperkingen die een gehandicapte ondervindt bij het normale gebruik van zijn woonruimte; of 2 betrekking heeft op een uitraasruimte. k. Woningaanpassing Categorie 1: wc-potten, beugels en douchezitjes en bouwkundige ingrepen tot € 5.000,-- (incl. BTW); Woningaanpassing Categorie 2: trapliften in de woning (evt. in combinatie met categorie 1);
2
l. m.
n o.
p.
q. r. s.
Woningaanpassing Categorie 3: bouwkundige ingrepen vanaf € 5.000,-- (incl. BTW) niet vallend onder categorie 1 en/of 2; Bezoekbaar aanpassen: een woningaanpassing die de gehandicapte in staat stelt de woonruimte, de woonkamer en één toilet te bereiken en te gebruiken; Bejaardenoord: een woongebouw dat, bij uitsluiting van andere bewoners, bewoond wordt door daartoe in het kader van de AWBZ geïndiceerde bewoners alsmede de bij dat woongebouw behorende aanleunwoningen; Financiële tegemoetkoming: een tegemoetkoming in de kosten van een voorziening welke kan worden afgestemd op het inkomen van de gehandicapte; Forfaitaire vergoeding: een bijdrage ineens die los van het inkomen en los van de werkelijke kosten van een voorziening wordt verstrekt, al dan niet met inachtneming van een inkomensgrens; Gemaximeerde vergoeding: een vergoeding in de kosten van een voorziening die tot een vastgesteld maximum wordt verstrekt, al dan niet met inachtneming van een inkomensgrens; Voorziening in natura: een voorziening die niet in de vorm van een geldsom wordt verstrekt; Normbedrag: een forfaitaire of gemaximeerde vergoeding. Norminkomen: het norminkomen als bedoeld in artikel 1 aanhef en onder c van de Regeling inzake financiële tegemoetkomingen en tegen bijdragen WVG.
Artikel 1:2
Beperkingen
1. Een voorziening kan slechts worden toegekend voor zover: a. deze in overwegende mate op het individu is gericht; b. deze langdurig noodzakelijk is om diens beperkingen op het gebied van het wonen of zich innen of buiten de woning verplaatsen op te heffen of te verminderen; c. deze, naar objectieve maatstaven gemeten, als de goedkoopst nog toereikende voorziening kan worden aangemerkt; d. een voorziening bedoeld in de Regeling hulpmiddelen in het kader van de Ziekenfondswet en/of de Regeling hulpmiddelen Zorgverzekeraars Nederland geen oplossing biedt voor de ondervonden belemmeringen; 2. Met uitzondering van hetgeen in het eerste lid onder a is gesteld, kan een voorziening worden verstrekt in de vorm van het gebruik van een collectief vervoerssysteem als bedoeld in artikel 5:1 aanhef en onder a. 3. Geen voorziening wordt toegekend: a. indien de voorziening naar het oordeel van burgemeester en wethouders als algemeen gebruikelijk moet worden aangemerkt en niet uitsluitend bestemd is voor het gebruik door gehandicapten; b. voor zover op grond van enige andere wettelijke regeling of enige privaatrechtelijke overeenkomst of verbintenis aanspraak op de voorziening bestaat; c. indien de voorziening eerder aan de gehandicapte is toegekend en de voorziening geheel of gedeeltelijk verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die naar het oordeel van burgemeester en wethouders aan de gehandicapte en/of zijn wettelijk vertegenwoordigers zijn toe te rekenen; d. voor zover de aanvraag een voorziening betreft waarvoor de kosten zijn gemaakt dan wel de voorziening is gerealiseerd voordat de aanvraag bij burgemeester en wethouders is ingediend en dezen een beslissing op de aanvraag hebben genomen. Artikel 1:3 Intrekking / beëindiging Burgemeester en wethouders kunnen in elk geval een beschikking genomen op grond van deze verordening geheel of gedeeltelijk intrekken dan wel de daarin genoemde voorziening geheel of gedeeltelijk beëindigen indien: a. niet voldaan is aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens deze verordening;
3
b. niet voldaan is aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens het uitvoeringsbesluit voorzieningen gehandicapten gemeente Oosterhout; c. niet voldaan is aan de in de beschikking gestelde aanvullende voorwaarden; d. gebleken is dat de gegevens op basis waarvan de beschikking is genomen onjuist waren en zo de juiste gegevens beschikbaar waren geweest er een andere beschikking was genomen; e. gebleken is dat de omstandigheden van de gehandicapte dan wel het aanbod van nog toereikende voorzieningen zodanig zijn/is veranderd, dat de noodzaak voor de verstrekte voorziening is komen te vervallen c.q. kan worden volstaan met een hulpmiddel als bedoeld in de Regeling hulpmiddelen en in het kader van de Ziekenfondswet en/of de Regeling hulpmiddelen Zorgverzekeraars dan wel een goedkopere nog toereikende voorziening; f. indien blijkt dat een financiële tegemoetkoming dan wel een gemaximeerde vergoeding niet binnen een periode van zes maanden na besluit tot toekenning is aangewend voor de bekostiging van de voorziening waarvoor deze was verleend. Artikel 1:4 Terugvordering 1. Ingeval van omstandigheden bedoeld bij artikel 1.3 aanhef en onder a, b, c en f vorderen burgemeester en wethouders de als gevolg daarvan onverschuldigd betaalde (voorschotten van) financiële tegemoetkomingen, forfaitaire vergoedingen en gemaximeerde vergoedingen volledig terug. 2. Burgemeester en wethouders vorderen voorts onverschuldigd betaalde (voorschotten van) financiële tegemoetkomingen, forfaitaire vergoedingen en gemaximeerde vergoedingen volledig terug voor zover de gehandicapte redelijkerwijs had kunnen begrijpen dat deze onverschuldigd werden betaald. Artikel 1:5 Wijze van terugbetalen 1. De terugbetaling van de als gevolg van artikel 1.4 ontstane schuld vindt plaats door verrekening met, krachtens deze verordening, nog aan debiteur verschuldigde financiële tegemoetkomingen, gemaximeerde vergoedingen en forfaitaire vergoedingen. 2. Indien geen verrekening kan plaatsvinden, vindt invordering ineens plaats van de totale schuld. 3. In bijzondere gevallen, ter beoordeling van burgemeester en wethouders, kunnen burgemeester en wethouders met de debiteur een betalingsregeling treffen. HOOFDSTUK 2 BEVOEGDHEDEN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS Artikel 2:1 Financiële tegemoetkomingen en eigen bijdragen 1. Burgemeester en wethouders stellen de hoogte van de financiële tegemoetkomingen voor woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen en rolstoelvoorzieningen vast overeenkomstig het bepaalde in de Regeling inzake financiële tegemoetkomingen en eigen bijdragen WVG. 2. Burgemeester en wethouders stellen de hoogte van eigen bijdragen voor voorzieningen in natura vast overeenkomstig het bepaalde in de Regeling inzake financiële tegemoetkomingen en eigen bijdragen WVG. 3. Burgemeester en wethouders stellen de hoogte van de forfaitaire vergoedingen behorende bij de in hoofdstuk 5 bedoelde vervoersvoorzieningen vast. 4. De door burgemeester en wethouders vastgestelde financiële tegemoetkomingen, de gemaximeerde en de forfaitaire vergoedingen worden vastgelegd in het Uitvoeringsbesluit voorzieningen gehandicapten gemeente Oosterhout. Artikel 2:2 Vaststellen van nadere regels/voorwaarden 1. Burgemeester en wethouders kunnen ter uitvoering van deze verordening nadere regels en voorwaarden vaststellen. 2. De nadere regels en voorwaarden bedoeld in het eerste lid worden vastgelegd in het Handboek WVG gemeente Oosterhout.
4
HOOFDSTUK 3
AANVRAAGPROCEDURE EN ADVISERING
Artikel 3:1 Aanvraagformulier Een aanvraag voor een voorziening dient te worden ingediend door middel van een door burgemeester en wethouders beschikbaar gesteld al dan niet elektronisch formulier. Artikel 3:2 Inlichtingen, onderzoek, advies 1. Burgemeester en wethouders kunnen, voor zover dit van belang kan zijn voor de beoordeling van het recht op een voorziening, degene die een aanvraag heeft gedaan: a. oproepen in persoon te verschijnen op een door burgemeester en wethouders te bepalen plaats en tijdstip en hem te ondervragen; b. op een door burgemeester en wethouders te bepalen plaats en tijdstip door een of meer daartoe aangewezen deskundigen te ondervragen en/of te onderzoeken. 2. Burgemeester en wethouders vragen in ieder geval aan een daartoe door hen aangewezen adviesinstantie een integraal advies. Indien de aanvraag is ingediend door een gehandicapte, voor wie nog niet eerder een voorziening als bedoeld in artikel 2 van de wet is getroffen. 3. Burgemeester en wethouders vragen in ieder geval aan een daartoe door hen aangewezen adviesinstantie een claimgericht advies indien de aanvraag is ingediend door een gehandicapte aan wie al eerder een voorziening als bedoeld in artikel 2 van de wet is getroffen. Indien: a. de aanvraag betrekking heeft op het verstrekken van een hulpmiddel, waarbij individuele aanpassingen naar verwachting noodzakelijk zijn; b. de aanvraag ook betrekking heeft op een woningaanpassing, waarvan de kosten meer zullen bedragen dan € 5.000,-- (incl. BTW); c. burgemeester en wethouders dat overigens gewenst vinden. 4. Bij een volgende aanvraag voor een voorzieningen hebben burgemeester en wethouders de bevoegdheid opnieuw advies in te winnen. Artikel 3:3 Deskundigenadvies Burgemeester en wethouders stellen in het belang van de in- en externe medische advisering door deskundigen in het Uitvoeringsbesluit voorzieningen gehandicapten gemeente Oosterhout regels vast ten aanzien van: a. de eisen die aan een extern deskundige moeten worden gesteld; b. de inhoud en de reikwijdte van het advies. Artikel 3:4 Informatieplicht 1. Een gehandicapte is verplicht aan burgemeester en wethouders of de door hen aangewezen adviesinstantie die gegevens te (doen) verschaffen die noodzakelijk zijn voor de vaststelling van het recht op een voorziening. 2. Degene aan wie krachtens deze verordening een voorziening is toegekend, is verplicht aan burgemeester en wethouders mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening. 3. Burgemeester en wethouders stellen een aanvraag om een voorziening buiten behandeling of trekken een voorziening in, indien aan het gestelde bij lid 1 en 2 van dit artikel niet of naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet voldoende is voldaan. Afdeling II Voorzieningen HOOFDSTUK 4 WOONVOORZIENINGEN Artikel 4:1
Uitsluiting woonvoorzieningen
5
1. De bepalingen van dit hoofdstuk zijn niet van toepassing op het treffen van voorzieningen aan- en/of verhuizing van en/of naar: a. hotels/pensions; b. trekkerswoonwagens; c. bejaardenoorden; d. vakantiewoningen; e. tweede woningen; f. kamers (kamerverhuur); g. overige woonruimten die naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet bestemd zijn om het gehele jaar te worden bewoond; h. gemeenschappelijke ruimten die een gehandicapte moet passeren teneinde zijn woning te bereiken, indien het gaat om het aanbrengen van een voorziening gericht op het overbruggen van het niveauverschil tussen één of meerdere verdiepingen van een woongebouw. 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kunnen burgemeester en wethouders een voorziening bedoeld bij artikel 4:2 eerste lid aanhef en onder a toekennen indien de verhuizing plaatsvindt naar een nieuwe aanleunwoning en voorts is voldaan aan bepalingen van artikel 4:3. 3. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kunnen burgemeester en wethouders een voorziening bedoeld bij artikel 4:2 eerste lid aanhef en onder b toekennen indien de voorziening moet worden getroffen aan een aanleunwoning en die voorziening niet is: a. elektrisch bedienbare deuren (centrale hal en gangen); b. dagmaat deuren 100 cm; c. verhoogde toiletpot (6+); d. beugels bij het toilet; e. antislipvloer in de badkamer; f. opklapbaar douchezitje; g. beugels bij het douchzitje; h. een-handle-mengkraan. 4. De bepalingen van dit hoofdstuk zijn eveneens niet van toepassing indien: a. aan de gehandicapte, binnen een periode van zeven jaar onmiddellijk voorafgaande aan de aanvraagdatum, reeds een vergelijkbare voorziening op grond van deze of eerdere regeling is verstrekt; b. de belemmeringen, ter opheffing of vermindering waarvan thans een voorziening wordt gevraagd, het gevolg zijn van het betrekken van een naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet-geschikte woonruimte; c. de belemmeringen worden ondervonden als gevolg van het niet voldoen van de woonruimte aan de eisen van deze tijd dan wel achterstallig onderhoud; d. de belemmeringen voorvloeien uit de aard en de kwaliteit van de gebruikte materialen; 5. Woonvoorzieningen waarvan de kosten gelijk zijn aan of meer bedragen dan het bedrag genoemd in artikel 5, eerste lid, aanhef en onder a van de wet, worden niet verleend, tenzij weigering van die voorziening gelet op het belang dat de wet beoogt te beschermen zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard. Artikel 4:2 Type woonvoorzieningen 1. De door burgemeester en wethouders te verstrekken woonvoorziening kan bestaan uit een financiële tegemoetkoming in de kosten van: a. verhuizing; b. 1. woningaanpassing categorie 1 2. woningaanpassing categorie 2 3. woningaanpassing categorie 3 c. woonvoorzieningen van niet-bouwkundige of woontechnische aard; d. onderhoud, keuring en reparatie van onder b bedoelde voorzieningen; e. verwijdering van aanpassingen uit een woonruimte;
6
2. Burgemeester en wethouders kunnen de in het eerste lid onder b1 en b2 en c genoemde voorziening ook als voorziening in natura verstrekken. Artikel 4:3 Het recht op een verhuiskostenvergoeding 1. Een gehandicapte kan voor een woonvoorziening bedoeld in artikel 4:2 eerste lid aanhef en onder a in aanmerking worden gebracht wanneer aantoonbare beperkingen als gevolg van ziekte of gebrek, het normale gebruik van de woning belemmeren en die belemmeringen “slechts” kunnen worden weggenomen door middel van een woonvoorziening bedoeld in artikel 4:2, eerste lid aanhef onder b3. 2. In afwijking tot het eerste lid kunnen burgemeester en wethouders de verhuiskostenvergoeding ook toekennen aan de persoon die, op schriftelijk verzoek van burgemeester en wethouders, een reeds aangepaste woning ten behoeve van een gehandicapte ontruimd. Artikel 4:4 Voorwaarden voor toekenning van een verhuiskostenvergoeding Burgemeester en wethouders verlenen slechts een vergoeding bedoeld in artikel 4:2 eerste lid aanhef en onder a indien: a. de verhuizing niet heeft plaatsgevonden voordat burgemeester en wethouders hebben beschikt op een aanvraag om toekenning van een woonvoorziening; b. de gehandicapte verhuist van zelfstandige woonruimte naar zelfstandige woonruimte en de verlaten woonruimte leeg wordt opgeleverd; c. de te betrekken woonruimte, naar het oordeel van burgemeester en wethouders, geschikt is voor de gehandicapte, dan wel dat de te betrekken woonruimte met aanzienlijk minder middelen is aan te passen dan ingeval van aanpassing van de te verlaten woonruimte. Artikel 4:5 Hoogte van de verhuiskostenvergoeding Burgemeester en wethouders leggen de hoogte van de verhuiskostenvergoeding vast. In het uitvoeringsbesluit voorzieningen gehandicapten gemeente Oosterhout. Artikel 4:6 Het recht op een vergoeding voor woningaanpassing 1. Een gehandicapte kan voor een woonvoorzienig bedoeld als in artikel 4:2 eerste lid aanhef en onder b1 en b2 in aanmerking worden gebracht indien de kosten van de aanpassing het door burgemeester en wethouders in het Uitvoeringsbesluit voorzieningen gehandicapten gemeente Oosterhout vastgestelde drempelbedrag overstijgen. 2. Een gehandicapte kan voor een woonvoorziening bedoeld in artikel 4:2 eerste lid aanhef en onder b3 in aanmerking worden gebracht indien de in artikel 4:2 eerste lid aanhef en onder a genoemde voorziening niet te realiseren is of niet de goedkoopst nog toereikende oplossing is. 3. Burgemeester en wethouders verbinden voorts aan het bepaalde in het eerste en tweede lid van dit artikel de voorwaarden dat: a. de kosten van de aanpassing het door burgemeester en wethouders in het Uitvoeringsbesluit voorzieningen gehandicapten gemeente Oosterhout vastgestelde drempelbedrag overstijgen; b. de uit de voeren aanpassingen toereikend worden/zijn verzekerd; c. de gehandicapte zijn hoofdverblijf heeft of zal hebben in de woonruimte waaraan de voorziening wordt getroffen; d. in afwijking van het gestelde onder c kan een financiële vergoeding worden verleend in de kosten van het bezoekbaar aanpassen van één woonruimte indien de gehandicapte zijn hoofdverblijf in een AWBZ-instelling heeft; e. de woonruimte waaraan de voorziening wordt getroffen behoort tot het gebied van de gemeente Oosterhout; f. niet reeds een begin is gemaakt met de werkzaamheden, waarop de gevraagde financiële tegemoetkoming betrekking heeft, zonder schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders;
7
g. aan door burgemeester en wethouders aangewezen personen toegang is verschaft tot de aan te passen woning; h. aan de onder g genoemde personen inzicht is geboden in bescheiden en tekeningen welke betrekking hebben op de woningaanpassing; i. aan de onder g genoemde personen gelegenheid is geboden de uitgevoerde woningaanpassing te controleren; j. er overeenstemming is bereikt over de wijze van financiering van het niet gesubsidieerde deel van de aanpassingskosten en daarvan schriftelijk kennis is gegeven aan burgemeester en wethouders. 3. Indien de woonvoorziening getroffen moet worden aan een woonwagen gelden naast de in het eerste lid genoemde voorwaarden de volgende aanvullende voorwaarden: a. de technische levensduur van de woonwagen moet tenminste vijfjaren bedragen; b. de standplaats mag niet binnen een periode van vijfjaren voor opheffing in aanmerking komen; c. de woonwagen waaraan de voorziening moet worden getroffen moet zich, ten tijde van de indiening van de aanvraag, op de standplaats bevinden; d. de hoofdbewoner van de woonwagen moet in het bezit zijn van een geldige bewoningsvergunning als bedoeld in de Woonwagenwet. 4. Indien de woonvoorziening getroffen moet worden aan een woonschip gelden naast de in het eerste genoemde voorwaarden de volgende aanvullende voorwaarden: a. de technische levensduur van het woonschip moet tenminste vijfjaren bedragen; b. vast dient te staan dat het woonschip nog tenminste vijfjaren op de ligplaats mag blijven liggen. Artikel 4:7 Kosten, gereedmelding en hoogte van de vergoeding van woningaanpassing Burgemeester en wethouders stellen in het Uitvoeringsbesluit voorzieningen gehandicapten gemeente Oosterhout vast: a. welke kosten van een woningaanpassing tot een woonvoorziening bedoeld in artikel 4:2 eerste lid aanhef en onder b kunnen worden gerekend; b. regels ten aanzien van het tijdstip en de gereedmelding van de woningaanpassing; c. de hoogte van de financiële vergoeding. Artikel 4:8 Anti speculatie beding 1. De eigenaar-bewoner, die krachtens deze verordening een financiële tegemoetkoming in de kosten van het treffen van een woonvoorziening heeft ontvangen, waarvan de aanpassingskosten de € 20.500,=-grens overstijgen, en die binnen een periode van 7 jaar na de datum van de gereedmelding van de aanpassingswerkzaamheden de woning verkoopt, is gehouden om binnen een week na het passeren van de akte burgemeester en wethouders hiervan schriftelijk in kennis te stellen. 2. De meerwaarde van de woning die door het treffen van de voorziening is ontstaan, dient gedeeltelijk aan de gemeente te worden teruggestort. 3. Burgemeester en wethouders leggen in het Uitvoeringsbesluit voorzieningen gehandicapten gemeente Oosterhout vast op welke wijze de meerwaarde wordt vastgesteld. 4. De restitutie als bedoeld in het tweede lid bedraagt: a. bij verkoop voor het verstrijken van een periode van één jaar na de datum van gereedmelding van de aanpassing 100% van de meerwaarde; b. bij verkoop voor het verstrijken van een periode van twee jaren na de datum van gereedmelding van de aanpassing 85% van de meerwaarde; c. bij verkoop voor het verstrijken van een periode van drie jaren na de datum van gereedmelding van de aanpassing 70% van de meerwaarde; d. bij verkoop voor het verstrijken van een periode van vier jaren na de datum van gereedmelding van de aanpassing 55% van de meerwaarde; e. bij verkoop voor het verstrijken van een periode van vijf jaren na de datum van gereedmelding van de aanpassing 40% van de meerwaarde; f. bij verkoop voor het verstrijken van een periode van zes jaren na de datum van gereedmelding van de aanpassing 30% van de meerwaarde;
8
g. bij verkoop voor het verstrijken van een periode van zeven jaren na de datum van gereedmelding van de aanpassing 20% van de meerwaarde; doch nooit meer dan 100% van de toegekende vergoeding. 5. In afwijking van het bepaalde in artikel 1:5 dient het terug te betalen bedrag ineens te worden voldaan.
Artikel 4:9 Het recht op een woonvoorziening van niet-bouwkundige en/of woontechnische aard Een gehandicapte kan voor een woonvoorziening bedoeld in artikel 4:2 eerste lid aanhef en onder c in aanmerking worden gebracht indien: a. de woonvoorziening is genoemd in het Uitvoeringsbesluit voorzieningen gehandicapten; b. de woonvoorziening niet op een andere wijze kan worden gerealiseerd. Artikel 4:10 Het recht op een vergoeding van kosten voor onderhoud/keuring/reparatie Een gehandicapte kan voor een woonvoorziening bedoeld in artikel 4:2 eerste lid aanhef en onder d in aanmerking worden gebracht indien: a. de woonvoorziening waaraan onderhoud, keuring of reparatie dient plaats te vinden, in het kader van de uitvoering van de wet dan wel de Regeling geldelijke steun huisvesting gehandicapten is verstrekt; b. de woonvoorziening voorkomt op de ten behoeve van de uitvoering van dit artikel in het Uitvoeringsbesluit voorzieningen gehandicapten vermelde lijst; c. de gehandicapte ten tijde van het onderhoud, de keuring of reparatie de woonruimte als hoofdverblijf bewoont; d. vanaf het moment van aanbrengen van de voorziening regelmatig onderhoud heeft plaatsgevonden. Artikel 4:11 Het recht op een vergoeding voor verwijdering van een woonvoorziening Burgemeester en wethouders kunnen aan de eigenaar van een op grond van de wet dan wel de Regeling geldelijke steun huisvesting gehandicapten aangepaste woning een vergoeding toekennen voor het verwijderen die voorzieningen indien: a. de woning langer dan zes maanden leegstaat, tenzij bekend is dat binnen een periode van drie maanden na het verstrijken van die termijn een gehandicapte in aanmerking zal komen voor die woning, en b. de aanpassingen zo specifiek zijn dat het, naar het oordeel van burgemeester en wethouders, door de aanwezigheid van die voorzieningen niet mogelijk is om de woning aan een niet gehandicapte te verhuren. HOOFDSTUK 5 VERVOERSVOORZIENINGEN Artikel 5:1 Type vervoersvoorzieningen De door burgemeester en wethouders te verstrekken vervoersvoorziening kan bestaan uit: a. een collectief systeem van aanvullend al dan niet openbaar vervoer; b. een forfaitaire vergoeding van de kosten van: 1. gebruik van een individuele taxi; 2. gebruik van een individuele rolstoeltaxi; 3. gebruik van een eigen auto; c. een financiële tegemoetkoming in de kosten van de aanpassing van de eigen auto; d. een voorziening in natura in de vorm van: 1. een open elektrische buitenwagen; 2. een gesloten elektrische buitenwagen; 3. een ander verplaatsingsmiddel gericht op verplaatsing over korte afstand; 4. accessoires voor vervoersvoorzieningen in natura; e. een forfaitaire vergoeding van de kosten van begeleiding van een gehandicapte.
9
Artikel 5:2 Het recht op een vervoersvoorziening 1. Een gehandicapte kan ten behoeve van zijn deelname aan het maatschappelijke verkeer voor een vervoersvoorziening bedoeld in artikel 5:1 aanhef en onder a in aanmerking worden gebracht, wanneer aantoonbare beperkingen als gevolg van ziekte of gebrek het gebruik van het openbaar vervoer en/of het bereiken van dit vervoer onmogelijk maken. 2. Een gehandicapte kan ten behoeve van zijn deelname aan het maatschappelijke verkeer voor een vervoersvoorziening bedoeld in artikel 5:1 aanhef en onder b in aanmerking worden gebracht, wanneer: a. aantoonbare beperkingen als gevolg van ziekte of gebrek het gebruik van de voorziening bedoeld bij artikel 5:1 aanhef en onder a onmogelijk maken, en b. het inkomen bedoeld in artikel 1:1 onder b lager is of gelijk aan 1,5 maal het norminkomen bedoeld in artikel 1 sub c van de Regeling inzake financiële tegemoetkomingen en eigen bijdragen WVG. 3. Een gehandicapte kan ten behoeve van zijn deelname aan het maatschappelijke verkeer voor een vervoersvoorziening bedoeld in artikel 5:1 aanhef en onder c in aanmerking worden gebracht, wanneer: a. aantoonbare beperkingen als gevolg van ziekte of gebrek het gebruik van de voorziening bedoeld bij artikel 5:1 aanhef en onder a onmogelijk maken, en b. de auto welke moet worden aangepast op de datum van aanvraag maximaal drie jaren oud is, en c. in een periode van vijf jaren onmiddellijk voorafgaand aan de aanvraag om aanpassing van de auto geen vergoeding voor aanpassing van een auto ten behoeve van de gehandicapte is toegekend. 4. Een gehandicapte kan ten behoeve van zijn deelname aan het maatschappelijke verkeer voor een vervoersvoorziening bedoeld in artikel 5:1 aanhef en onder d1, d2 en d3 in aanmerking worden gebracht, wanneer aantoonbare beperkingen als gevolg van ziekte of gebrek het gebruik van een toegekende voorziening bedoeld in artikel 5:1 aanhef en onder a en b ontoereikend voorziet in de vervoersbehoefte van de gehandicapte. 5. Een gehandicapte kan ten behoeve van zijn deelname aan het maatschappelijke verkeer voor een vervoersvoorziening bedoeld in artikel 5:1 aanhef en onder d4 in aanmerking worden gebracht als aanvulling op de vervoersvoorziening bedoeld in artikel 5:1 aanhef en onder d1 indien: a. zonder de voorziening bedoeld in artikel 5:1 aanhef en onder d4 de vervoersvoorziening bedoeld in artikel 5:1 aanhef en onder d1 geen toereikende oplossing biedt; b. deze voorziening voorkomt op de lijst met accessoires vermeld in het Uitvoeringsbesluit voorzieningen gehandicapten gemeente Oosterhout. 6. Een gehandicapte kan ten behoeve van zijn deelname aan het maatschappelijke verkeer voor een vervoersvoorziening bedoeld in artikel 5:1 aanhef en onder e in aanmerking worden gebracht, wanneer vanwege aantoonbare beperkingen als gevolg van ziekte of gebrek de gehandicapte niet zelfstandig kan reizen. 7. In afwijking tot het gestelde in het vierde en vijfde lid, kan een voorziening bedoeld in artikel 5:1 aanhef en onder d en e niet worden toegekend aanvullend op de voorziening bedoeld in artikel 5:1 aanhef en onder b3 en c. Artikel 5:3 Hoogte van vergoedingen en wijze van verstrekking/betaling Burgemeester en wethouders stellen de hoogte van de vergoedingen en de wijze van de betaling daarvan vast in het Uitvoeringsbesluit voorzieningen gehandicapten gemeente Oosterhout. HOOFDSTUK 6
ROLSTOELVOORZIENINGEN
Artikel 6:1 Type rolstoelvoorzieningen De door burgemeester en wethouders te verstrekken rolstoelvoorziening kan bestaan uit: a. een rolstoel voor verplaatsing binnen de woning; b. een rolstoel voor verplaatsing binnen én buiten de woning; c. een tegemoetkoming in de kosten van aanschaf, onderhoud en reparatie van een sportrolstoel;
10
d. accessoires voor rolstoelen. Artikel 6:2 Het recht op een rolstoelvoorziening 1. Een gehandicapte kan voor een rolstoelvoorziening bedoeld in artikel 6:1 aanhef en onder a en b in aanmerking worden gebracht wanneer aantoonbare beperkingen als gevolg van ziekte of gebrek in overwegende mate dagelijks zittend verplaatsen noodzakelijk maken en hulpmiddelen die verstrekt worden op grond van de Algemene wet bijzondere ziektekosten een onvoldoende oplossing bieden. 2. Een gehandicapte kan voor een rolstoelvoorziening bedoeld in artikel 6:1 aanhef en onder c in aanmerking worden gebracht wanneer aantoonbare beperkingen als gevolg van ziekte of gebrek het gebruik van een sportrolstoel voor deelname aan recreatieve sportbeoefening noodzakelijk maken. 3. Een gehandicapte kan voor een rolstoelvoorziening bedoeld in artikel 6:1 aanhef en onder d in aanmerking worden gebracht indien: a. zonder deze voorziening de rolstoelvoorziening bedoeld in artikel 6:1 aanhef en onder a en b geen toereikende oplossing biedt; b. deze voorziening voorkomt op de lijst met accessoires vermeld in het Uitvoeringsbesluit voorzieningen gehandicapten gemeente Oosterhout. Artikel 6:3 Hoogte van vergoedingen en wijze van verstrekking/betaling Burgemeester en wethouders stellen de hoogte van de vergoedingen en de wijze van de verstrekking/betaling daarvan vast in het Uitvoeringsbesluit voorzieningen gehandicapten gemeente Oosterhout. Afdeling III Slotbepalingen HOOFDSTUK 7
SLOTBEPALINGEN
Artikel 7:1 Bijzondere hardheid 1. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen ten gunste van de gehandicapte afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien strikte toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt. 2. Voorafgaande aan het besluit op het al dan niet toepassen van het bepaalde in het eerste lid kunnen burgemeester en wethouders advies inwinnen. Artikel 7:2 Gevallen waarin de verordening niet voorziet In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders. Artikel 7:3 Indexering Burgemeester en wethouders kunnen jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening geldende bedragen en welke zijn opgenomen in het Uitvoeringsbesluit voorzieningen gehandicapten gemeente Oosterhout, verhogen of verlagen conform de ontwikkelingen van de prijsindex volgens het Centraal bureau voor de statistiek.
Artikel 7:4 Citeerartikel en inwerkingtreding 1. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening voorzieningen gehandicapten gemeente Oosterhout 2005. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2005. Aldus vastgesteld in de vergadering van de gemeenteraad van Oosterhout op 22-02-2005
11
6.1. Citeertitel Dit besluit kan worden aangehaald als: Uitvoeringsbesluit voorzieningen gehandicapten gemeente Oosterhout 2005. 6.2. Inwerkingtreding Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2005. BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN OOSTERHOUT, W.H. Huijbregts-Schiedon, burgemeester.
Drs. E.B.A. Lichtenberg, secretaris (wnd.).
12