opm verlichting en terreur8-9
08-09-2005
VERLICHTING
12:05
EN TERREUR
JOHN GRAY
MET ESSAYS VAN
GER GROOT, MACHIEL KARSKENS EN
Pagina 3
ERIK BORGMAN
opm verlichting en terreur8-9
08-09-2005
12:05
Pagina 5
Inhoud Ger Groot Hovaardige honden John Gray en het lot van de mensheid Een inleiding
7
John Gray Verlichting en terreur Thomas More Lezing 2004
20
Ger Groot De waarheid van de zondeval Gedachtewisseling met John Gray
37
Machiel Karskens Verlichting en heil: over fanatisme en onbedoelde gevolgen Een commentaar op de Thomas More Lezing van John Gray: Enlightenment and Terror
60
Erik Borgman Religie en terreur Het innerlijk verzet van de islam tegen terroristisch gebruik
73
Personalia
95
opm verlichting en terreur8-9
08-09-2005
12:05
Pagina 7
Hovaardige honden John Gray en het lot van de mensheid Een inleiding Ger Groot Wie als Engelse politicoloog schrijft dat de belangrijkste stromingen in de Angelsaksische filosofie zichzelf hebben veroordeeld tot politieke onbeduidendheid en intellectuele steriliteit, is er niet op uit zichzelf te voegen in een collegiaal conventionalisme van weldenkendheid. Wie bij herhaling vaststelt dat de seculiere traditie in de Verenigde Staten zwakker is dan die in Turkije, strijkt de antireligieuze gevoelens van de westerse intelligentsia tegen de haren in. Wie met stoïcijnse vasthoudendheid volhoudt dat de mondialisering geen wereldwijde liberale cultuur zal brengen, dat marktdenken en democratie met elkaar op gespannen voet staan en dat Al-Qaida een bij uitstek modern verschijnsel vormt, begint de trekken aan te nemen van een politiek incorrecte provocateur. En wie tenslotte het mensengeslacht zelf neerzet als een diersoort die een ramp is gebleken voor het leven op aarde, lijkt het zelfs te willen opnemen tegen de species ‘homo sapiens’ in haar geheel. Toch vormt deze korte bloemlezing van tegendraadse meningen een redelijk representatieve dwarsdoorsnede van het werk van John Gray, voormalig fellow van Jesus College in Oxford en inmiddels hoogleraar ‘Europees denken’ aan de prestigieuze London School of Economics. Bovenal is hij de schrijver van een onophoudelijke stroom politieke en filosofische analyses die de huidige wereldsituatie met schroeiende tegendraadsheid onder de loep nemen, en van een twintigtal boeken waarin hij zijn blikveld van het politieke discours – en daarbinnen vooral het liberale denken – gaandeweg uitbreidde tot de discoursen van de cultuurfilosofie en van de culturele antropologie. In Straw Dogs (Strohonden), het boek waarmee hij in 2002 internationaal doorbrak en dat in het daaropvolgende jaar ook in het Ne7
opm verlichting en terreur8-9
08-09-2005
12:05
Pagina 8
derlands verscheen, betrad hij dat laatste gebied en het werd voor de mensensoort – homo rapiens (‘de rovende mens’) in Grays terminologie – geen vleiend portret. Dat alles maakte hem even populair bij sceptici van het mondiale monsterverbond tussen neoliberalisme en neoconservatisme als verdacht bij de supporters van een Verlichtingstraditie die in de huidige globaliseringsbeweging eindelijk de hele mensheid onder haar vleugels verenigd zien. Niet toevallig karakteriseerde Frits Bolkestein de spelbreker Gray in zijn Grensverkenningen: dagboek van een euro-commissaris als “wat verward”. Gray zelf zal dat niet verbazen, gewend als hij is aan de heftigheid waarmee zijn kritiek op het Verlichtingsproject en op de utopie van een wereldwijde liberaaldemocratische cultuur gewoonlijk wordt onthaald. Die heftigheid, zo wordt hij niet moe uit te leggen, is alleen te verklaren door de bijna religieuze aura waarmee deze idealen omgeven zijn geraakt. De verdedigers van deze idealen hebben zich losgemaakt van de (zelf)kritische zin waarop ze niettemin luidruchtig prat gaan en ze hebben hun eigen inzichten uitgeroepen tot universele waarheden, die alleen een dwaas nog zou kunnen tegenspreken. Een dergelijke zelfbenoemde dwaas tegenover de koningsdenkers van een in werkelijkheid naakt monsterverbond tussen wetenschap, liberalisme en Verlichting wil Gray graag zijn. 1. Rechts, links en verder Helemaal vanzelf ging dat niet. Gray, ooit een aanhanger van de Britse New Right, begon zich vanaf de jaren tachtig intensief bezig te houden met de vraag op welke politieke en filosofische grondslagen het in die dagen van Margaret Thatcher en Ronald Reagan triomferende liberalisme zich kon beroepen. Een reeks studies over de grote inspiratoren van het liberale denken, vooral John Stuart Mill en F.A. Hayek, bracht hem tot steeds grotere twijfels omtrent de houdbaarheid van deze politieke leer, die zichzelf na de val van de Berlijnse Muur in 1989 als eindoverwinnaar in de strijd der ideologieën begon te zien. Terwijl het marktdenken victorie kraaide, het politieke liberalisme zich als enige intellectueel respectabele politieke op8
opm verlichting en terreur8-9
08-09-2005
12:05
Pagina 20
Verlichting en terreur Thomas More Lezing 2004 John Gray 1. Het vooruitgangsgeloof van de Verlichting In tijden van onzekerheid en conflicten is het normaal om te zoeken naar een eenvoudig credo, waar we op kunnen terugvallen en dat ons als gids kan dienen. Tegenwoordig zien we dan ook wijdverbreide pogingen om terug te grijpen naar de flets geworden zekerheden van de Verlichting. Het verloren geloof van het begin van de eenentwintigste eeuw is niet het christendom. Het is het geloof in de mensheid: het geloof dat de mensheid, door gebruik te maken van de toenemende kennis die de wetenschap levert, voor zichzelf een toekomst kan creëren die beter zal zijn dan wat er in het verleden ooit is geweest. Dit was het geloof – want het is een geloof, niet de conclusie van rationeel onderzoek – dat de denkers van de Verlichting inspireerde, dat het marxisme en het liberalisme bezielde, dat op de een of andere manier de grote oorlogen en tirannieën van de twintigste eeuw overleefde en dat nu eindelijk begint te wankelen. Geen enkele Verlichtingsdenker heeft de wereld waarin wij vandaag leven voorzien. Allemaal verwachtten zij dat wanneer de invloed van de wetenschap op het menselijk leven zou toenemen, de religie zou verdwijnen, of zou veranderen in een seculier surrogaat zoals bijvoorbeeld Comtes ‘religie der mensheid’. De geschiedenis heeft laten zien wat sommigen van het begin af aan hadden vermoed: dat deze seculiere credo’s veel irrationeler zijn dan welke religie dan ook. Nu zijn ze overal op de terugtocht, aangezien op veel plaatsen in de wereld nieuwe vormen van fundamentalisme zijn opgekomen. In deze omstandigheden is het onvermijdelijk dat de Verlichting een eigen fundamentalistische beweging voortbrengt. Fundamentalisten proberen een verloren gegaan geloof nieuw leven in te blazen door 20
opm verlichting en terreur8-9
08-09-2005
12:05
Pagina 21
middel van een wilsbesluit. Geloof is echter geen product van de wil en de poging om het terug te krijgen wanneer het eenmaal is verdwenen, lijkt – om een metafoor van Wittgenstein te gebruiken – op de poging een spinnenweb te repareren met je blote handen. Fundamentalisme ontstaat alleen wanneer traditionele geloofsstructuren verloren zijn gegaan. Evenals hun christelijke en islamitische tegenhangers proberen de Verlichtingsfundamentalisten een geloof te herstellen dat door de geschiedenis is vernietigd. Het geloof dat tegenwoordig verloren is gegaan, is het geloof in de vooruitgang. Lang niet alle Verlichtingsdenkers geloofden dat vooruitgang onvermijdelijk is, of dat eenmaal tot stand gebrachte vooruitgang onomkeerbaar is. Spinoza en Freud verwachtten dat de verbeteringen in la condition humaine slechts marginaal en heel fragiel zouden zijn. Dat is ook de reden dat zij behoren tot de Verlichtingsdenkers van wie we nog steeds iets kunnen leren. Zelfs de Verlichtingsdenkers die geloofden dat de sinds onheuglijke tijden bestaande gebreken van het menselijk bestaan ongedaan gemaakt konden worden, geloofden dat een dergelijke transformatie geenszins onvermijdelijk was. Karl Marx verlangde naar een tijd waarin oorlog en armoede overwonnen zouden zijn en zelfs de georganiseerde macht van de staat verdwenen zou zijn, maar het communistische Utopia kon alleen totstandkomen wanneer wetenschap en technologie vooruitgang bleven boeken. John Stuart Mill zag uit naar een liberaal Utopia waarin wetenschap en technologie gebruikt zouden worden om de kwaliteit van het bestaan te verhogen, maar hij accepteerde dat wanneer de groei van kennis zou vertragen of tot stilstand zou komen, dit ook zou gelden voor de verbetering van de maatschappij. Waar geen enkele Verlichtingsdenker ooit aan heeft getwijfeld, is de overtuiging dat de groei van kennis de motor van de vooruitgang vormt. De kern van de vooruitgangsgedachte is de bevrijdende werking van kennis. Het is een oud geloof, dat teruggaat tot de grondlegger van de Europese filosofie. Socrates geloofde dat kennis en deugd hand in hand gingen; het goede leven is het onderzochte leven. Voor Socrates – tenminste zoals Plato hem weergeeft – was de kennis die aan het goede leven ten grondslag ligt, zelfkennis: een begrijpen van zijn eigen ware aard. Tegenwoordig is de basis van 21