Veiligheid van lichtapparaten en verlichting Catherine Lootens KAHO Sint-Lieven – Laboratorium voor Lichttechnologie Groen Licht Vlaanderen Mei 2012 ENERGIECOORDINATOR IN SCHOLEN en CENTRA
1
Agenda • • • • • • • • • •
Groen Licht Vlaanderen Motivatie Licht Grootheden Door-lichting Elektrische apparaten Energiebesparing met beter Licht Wetgeving Normen Financiering GreenLight Programme
2
GROEN LICHT VLAANDEREN
3
Groen Licht Vlaanderen
Energiebesparing met beter Licht • Sensibiliseren rond – Energiezuinige verlichting – Innovatie
4
Groen Licht Vlaanderen - Achtergrond
• • • •
Kyoto protocol Ecodesign richtlijn REG decreet EPR sinds 1 januari 2006 – EPU: kantoren en scholen
• Prijsstijgingen elektriciteit • Jaarlijkse stijging verbruik: 1%-3%
5
Groen Licht Vlaanderen - Opdracht
• Kennisverspreiding – Promoten, stimuleren, sensibiliseren • Professionelen • Particulieren
– Vertrouwen brengen in nieuwe technologieën – Advies uitbrengen – Organiseren posthogeschool opleiding (4de editie): “specialisatie verlichtingstechnologie” – 21 weken, modulair
• Innovatie stimuleren in Vlaanderen – Synergie bevorderen in de verlichtingsector 6
Groen Licht Vlaanderen - Doelgroepen
• Voorschrijvers: – Bouwheren, Facility Managers, Technische diensten, Bouwpromotoren, Financiële instellingen – Architecten, Installateurs, Aannemers, Ingenieurs, Studiebureaus – Overheden, Lokale besturen, Instellingen, Huisvestingsmaatschappijen – Energiedeskundigen, Preventieadviseurs,..
• Potentiële innovatie: – – – –
Verlichtingsfabrikanten Ontwikkelaars Designers Federaties
7
Groen Licht Vlaanderen - Folders
www.groenlichtvlaanderen.be/folders
8
Wat betekent power-factor?
•
www.groenlichtvlaanderen.be/folder
9
Groen Licht Vlaanderen - Contact
• KAHO Sint-Lieven (Technologiecampus Gent) Laboratorium voor Lichttechnologie Gebroeders De Smetstraat 1 9000 Gent
• WTCB (Energie en Klimaat) Laboratorium Licht&Gebouw Avenu Pierre Holoffe, 21 1342 Limelette
Website: www.groenlichtvlaanderen.be Contact:
[email protected] Contactpersoon: Catherine Lootens (09/265.87.13)
10
Groen Licht Vlaanderen - Financiering
• IWT: Agentschap voor innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen • Vlaams Innovatienetwerk (VIN) • TIS project: Thematische Innovatie Stimulering • Financiering – 80% IWT/ 20% Consortium Groen Licht Vlaanderen
• 2004-2008, 2008-2012 • Nieuw project: Groen Licht Vlaanderen 2020 (tot 2016)
11
Consortium – 20% financiering Vlaamse Innovatie Samenwerkingsverband (# 39)
12
MOTIVATIE
13
Motivatie
Globaal verbruik verlichting per sector Openbare Verlichting Diensten
Industrie
Residentieel 14
Motivatie
• Aandeel verlichting tot totaal elektrisch verbruik: – – – –
35-45% in kantoren en horeca tot 70% in scholen ~30% in industrie ~16% in woningen
• Besparingspotentieel kan gemakkelijk oplopen tot 50% (kW) en meer… • Reële terugbetalingstermijn: – gemiddeld 5 jaar – afh. van o.a. aantal branduren
15
Motivatie •
1/3 van de straatverlichting in Europa gebruikt oude, achterhaalde en inefficiënte technologie – – –
•
Meer dan 75% van de kantoorverlichting is nog altijd inefficiënt – – –
•
Renovatiegraad bedraagt slechts 3% per jaar gemiddelde ouderdom van de installaties = 40 jaar nieuwe technologie bestaat nochtans die energie-efficiënter is en een beter lichtcomfort oplevert
Renovatiegraad bedraagt slechts 7% per jaar gemiddelde ouderdom van de installaties = 25 jaar Grote verschillen in efficiëntie tussen de oude en de nieuwe systemen (energiebesparing 30-80%)
Ongeveer 85% van de lampen die vandaag in de EU woningen voorkomen zijn energieverslinders.
16
Motivatie
• Gemiddeld verbruik gezin: 4500kWh/jaar (VEA) – 16% gaat gemiddeld naar verlichting – Gemiddeld 720kWh/jaar van het verbruik gaat naar verlichting (€158 met 0,22€/kWh)).
• In woningen zijn vandaag gemiddeld 29 lampen (Enquête VEA 2009) – – – – –
8 compact fluolampen, 3 TL lampen 9 gloeilampen 8 halogeenlampen en 1 LED
• VEA: Vlaams Energie Agentschap – www.energiesparen.be 17
VEA – enquête 2011
18
Motivatie
• 9 gloeilampen vervangen naar 9 spaarlampen ( i.e. compact fluolampen-CFL of LED) – Vermogen 4 à 5 maal lager – Levert met CFL een besparing op van €65 per jaar (berekent over 10 jaar, inclusief de aankoop van nieuwe lampen)
19
Motivatie • Impact verlichting op E-peil
E70 voor scholen 20
LICHT GROOTHEDEN
21
Grootheden Licht
Niet richtbare lampen
F Lichtstroom = lumen (lm)
I Lichtsterkte = candela (cd) E Verlichtingssterkte = lux (lumen/m²) L Luminantie = candela/m²
22
Grootheden Licht
Richtbare lampen (spots)
F Lichtstroom = lumen (lm) I Lichtsterkte = candela (cd) E Verlichtingssterkte = lux (lumen/m²) L Luminantie = candela/m²
Lichtsterkte
23
Grootheden Licht
Resultaat
F Lichtstroom = lumen (lm)
I Lichtsterkte = candela (cd) E Verlichtingssterkte = lux (lumen/m²) L Luminantie = candela/m²
24
Grootheden Licht
Resultaat: helderheid (verblinding)
F Lichtstroom = lumen (lm)
I Lichtsterkte = candela (cd) E Verlichtingssterkte = lux (lumen/m²) L Luminantie = candela/m²
25
Afgeleide parameter
• Lichtrendement – Energie-efficiëntie – Lumen/Watt (lm/W) – Hoe hoger het lichtrendement, hoe beter de lamp het opgenomen elektrisch vermogen omzet in licht.
• Voorbeelden: – Gloeilamp: 15W geeft 120 lumen (8 lm/W) – Compacte fluolamp: 15W geeft 950 lumen (63 lm/W) – LED: 17W geeft 1100lumen (65 lm/W)
• Lichtrendement afhankelijk van vermogen van lamp – Een compacte fluolamp van 20W is efficiënter dan één van 5W. Toch krijgen beiden lampen een energielabel klasse A. – Een T5 HE ( tot 35 W max) heeft een hogere rendement dan T5 HO (vanaf 24W tot >100W) 26
Motivatie
Lichtrendement huishoudelijke lampen * cijfers najaar 2011 Min. rendement in lm/W
Max. rendement in lm/W 105 67
8 13
12 15
12
21
14
26
21
40
28
67
58
50
36
A C
C
60
A A
A 27
DOOR-LICHTING
28
Door-Lichting
• Inefficiënte lampen? – – – –
• • • •
Gloeilampen Halogeenlampen Oude fluorescentielampen T12, T8 (kleur 33) - halofosfors Hoge druk kwikdamp lampen Ontbrekend comfort:
Kapotte Lampen? Keukens: breukvrije lampen (HACCP)? Lampen van verschillende kleur? Lampen met korte levensduur?
• kleurweergave • te weinig licht • gelijke kleurtemperatuur
29
Door-Lichting
• Inefficiënte armaturen? Ontbrekend comfort vanwege: • verkeerd stralingsprofiel • voldoende verlichtingssterkte • beperkte uniformiteit • te grote verblinding • te grote contrasten
30
Door-Lichting
• Inefficiënte voorschakelapparaten? – Elektromagnetische ballast • B-Klasse: Low loss • C-Klasse: Conventional • D-Klasse: High loss Ontbrekend comfort vanwege: • lage frekwentie • flikkering bij opstart • blijvend pinken einde levensduur • stroboscopische effecten • geen automatisatie
31
Door-Lichting
• Wordt het aantal branduren beperkt? – Wordt het licht uitgeschakeld bij afwezigheid? – Wordt het licht uitgeschakeld bij voldoende daglicht? • Aandacht vragen met stickers, posters • Automatisatie Ontbrekend comfort vanwege: • Onderverdeling in zones • manueel uitdoven lichten
• Wordt het vermogen beperkt (dimming)? – Wordt er rekening gehouden met de daglichttoetreding? • Automatisatie • Verschillende circuits?
• Wordt het lokaal verduisterd wegens storend daglicht? • Zonneblinden (kunnen ook retro-reflecterend zijn) 32
Door-Lichting
• Is er een onderhoud gepland? – Groepsvervanging lampen – Poetsbeurt armaturen
• Zijn de muren en plafond proper en geschilderd in een heldere kleur? Ontbrekend comfort vanwege: • te donker
33
Door-Lichting
• Oude armatuur (1 lamp 58W en 1 ballast): –
58W +11,6W= 69,6W
• Volledig lokaal (24 armaturen): –
Indien vermogen van de ballast niet is gekend: lampvermogen X 1,2
24×69,6W = 1670,4W
• Jaarlijkse energieverbruik (1504 uren): –
1504 × 1670,4W = 2512,3kWh/jaar
• Kostprijs elektriciteit: –
0,22€ / kWh×2512,3kWh ≅ 523€ / jaar
34
Door-Lichting Te laag voor avondonderwijs Streven naar 500 lux
• Lokaal: 7mx8m: 56m2 • Verlichtingssterkte: 400lux • Geïnstalleerd vermogen voor: 1670,4W – 29,82 W/m2 – 7,4 W/m2.100lux
Te hoog: Streven naar ≤10 W/m2 ≤2W/m2.100lux
35
ELEKTRISCHE APPARATEN
36
Kantoorapparaten
37
Kantoorapparaten PC´s + Schermen • Schakel scherm + printer uit tijdens middagpauzes • Screensaver energiebesparing • Bij aankoop nieuw scherm: LCD-flatscreen • Verkies labtops • Advanced Configuration and Power Interface (ACPI) – Zie ook “Green computing” (wikipedia)
Schermgrootte
Monitor
Flat-screen
Besparing
17”
75 W
45 W
40 %
19”
130 W
50 W
62 %
38
Kantoorapparaten Kopieerapparaat • Worden op temperatuur gehouden verbruiken energie • Handleiding nalezen: instellen na gebruiksuren uitschakelen • Schakelklok voorzien (kost = 25 EUR) •
Mogelijke besparing indien afdelingskopieermachine wordt uitgeschakeld tijdens vakanties en na gebruiksuren t.o.v. enkel uitschakelen tijdens vakanties: 70 EUR
39
Sanitair warm water
• Elektrische boiler – Goedkoop in aankoop, maar duur in gebruik – ´s Nachts (en weekends): onnodig om op temperatuur te houden – Weekklok plaatsen (vakantieplanning)
Inhoud elek. boiler (l) 10 50 100 200
Besparing (EUR) 75 150 188 263
40
Drankautomaten • • •
Verlichting uitschakelen of vervangen door LED Automaat buiten gebruiksuren uitschakelen via tijdsklokje Mogelijke besparing: 90 EUR
•
Koffiemachines!
41
Drankautomaten: verlichting uitschakelen
Berekende besparing
Aantal automaten
# lampen per automaat
Vermogen per lamp
Ballastfactor
Totaal vermogen
Vermogen
90
2
50
1,25
11250
W
Aantal branduren per jaar
8750
h
Totale besparing [kWh]
98550
kWh
Bron: KU Leuven
42
Drankautomaten
Gemeten waarde=berekende waarde (2x50Wx1,25) Metingen
Vermogen [W]
gemeten in gebruik zonder koeling
157
gemeten in gebruik zonder koeling of lampen
22
koelend met lampen
577
Koelend zonder lampen
460
Bron: KU Leuven
Verschil [W]
Gemiddeld verschil [W]
135
117
126
43
ENERGIEBESPARING MET BETER LICHT 44
Energiebesparing met beter licht
• Beperken van vermogen én branduren • 3 ankers – Daglicht – Kunstlicht – Automatisatie
45
Energiebesparing met beter licht
• Daglichttoetreding • Oriëntatie gebouw • Oppervlak (m²) vensters
• Energiezuinige Verlichtingsinstallatie • • • •
Efficiënte lichtbronnen Optieken/armaturen met een hoog rendement Elektronische voorschakelapparatuur Optimalisatie van de lichtuitstraling, goed lichtplan
• Automatisatie: Schakelen en/of Dimmen • Tijd • Aanwezigheidsdetectie • Daglichtdetectie 46
Daglicht • Meer dan enkel licht binnen laten – Gecontroleerd – Verblinding vermijden – Oververhitting vermijden
• Grote glasoppervlakken leiden tot
Winter
Zomer
– Meer koeling nodig (zomer) – Meer verwarming nodig (winter)
• Automatisatie van – Daglichttoetreding via zonneblinden – Verlichting
47
Daglichtregeling
• Waar is daglichtregeling mogelijk? Hoogte venster x 2 • Wordt in rekening gebracht in EPU • Gemiddeld besparing op verbruik verlichting? 20 – 40% (soms tot 60%) • Is functie van de daglichtfactor • Is na te gaan via simulatie
48
Daglichtfactor
• •
Verhouding van de hoeveelheid licht binnen en de hoeveelheid licht buiten Bij een daglichtfactor van 5 is er door daglicht een verlichtingssterkte van 500 lux gedurende 70% van de kantooruren
49 49
Daglicht becijferen
• Redelijk moeilijk! • Daglichttoetreding is dynamisch (wijzigt constant: zonverplaatsing, veranderende bewolking, ...). • Het daglicht binnenin een gebouw is dus afhankelijk van : – – – – – – –
het type hemel de periode van het jaar het uur van de dag de geografische ligging (breedtegraad) de openingen (oriëntatie, vorm, helling, samenstellende materialen) de omgeving van het gebouw (maskering, schaduwvorming, ...) de ruimte (vorm, reflectiecoëfficiënten wanden, ...).
50
Daglichtdetectie
51
Aanbevelingen daglicht
• SOBANE strategie voor het beheer van beroepsrisico's – Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg – http://www.werk.belgie.be/publicationDefault.aspx?id=5116
• Aanbevelingen daglicht: (Natuurlijk licht) – de vensters nemen best 20 tot 30% van de totale oppervlakte van de muren in beslag – op elke plaats in het lokaal dient de verhouding tussen de natuurlijke verlichtingssterkte binnen en de verlichtingssterkte buiten (natuurlijk daglicht) groter te zijn dan 5%. Voorbeeld: 5000 lux buiten geeft 250 lux binnen. Ter vergelijking: hoogzomer 12h00, niet bewolkt: 100.000 lux
52
Kunstlicht
• Kies enkel voor efficiënte lichtbronnen – Fluorescentie (buizen) • Lage druk kwikdamp lampen • Lineaire, circulaire, compacte
– Metaalhalide gasontlading – LEDs
• Te vermijden: – Gloeidraad lampen – Hoge druk kwikdamplampen
53
Lichtbronnen
54
Gloeidraadlampen • Lichtopwekking door thermische excitatie van moleculen en atomen (Wolfraam gloeidraad) • 95% warmte – 5% licht • Toevoeging inert gas (Stikstof, Argon, Krypton): tegen zwarting (afzetting Wolfraam op glas) • Continu spectrum • Levensduur ~ 1000 uur • Overspanning verkort de levensduur
55
Gloeidraadlampen • Halogeenlamp = Gloeilamp met extra halogeengasvulling – inert gas + halogeendamp (jodium of broom)
• Kleiner • Verhoogde gasdruk + hogere temperatuur – gloeidraad 2800-3000°C • hogere lichtstroom (+45%) • hogere luminantie
– kwartsglas 250°C • geen condensatie op wand • geen zwarting
• Levensduur >2000 uur • 12V zuiniger dan 230V – Opgelet: transfo verbruikt 10%
56
Innovaties gloeidraadlampen
• Eco-Halogeen: 30% tot 50% zuiniger door – IR(C) - technologie • IR coating op glas • Temperatuur↑
– Xenon - technologie • Wordt toegevoegd aan vulgas • Groter atomen in vulgas: warmteverliezen↓ • Temperatuur↑
• Langere levensduur
57
Fluorescentie lampen
• Lage druk kwik gasontlading • 3 types lampen – Lineaire (TL: tubular lamp) fluorescentie – Circulaire fluorescentie – Compacte fluorescentie
• Gasontlading – onder invloed van UV geven fluorescerende fosforpoeders zichtbaar licht
58
Fluorescentielampen
• Halofosfors: – Vroegere standaard – slechtere kleurweergave (kleur 33, 29,..)
• Tri-fosfor: – – – –
mengsel van 3 fosfors minder kwik betere CRI (kleur 830, 942,…) hogere lumen-output
59
Kenmerken fluorescentie lampen • Lichtstroom 45- 100 lm/W • Kleurweergave (CRI)
CRI 85
CRI 70
– 80 en meer – CRI 90 is 20% minder efficiënt
• Kleurtemperatuur (CCT) – 2500K tot 6000K – Warm-wit tot Koud-wit
• Schakelcycli: – 100.000 en meer
• Levensduur: – 6 jaar=6000 uren – Beter >10.000 uren – Soms tot 40.000 uren
60 60
Lineaire Fluorescentie
61
Lineaire fluorescentie lampen • T12 (60-78 lm/W): 38 mm • niet meer gebruiken, vervangen door T8
• T8 (52-100 lm/W): 25,4mm • Gespecificeerd bij 25°C • oudere types T8 (kleur 33,…) vervangen (830,..): <80lm/W • Let op bij lage temperaturen
• T5 (83-104 lm/W): 16mm • • • •
830: Ra 80 – CCT:3000K
Hoogste lichtopbrengst bij 35°C Echter gespecificeerd bij 25°C Let op bij lage temperaturen gebruik geen T8 naar T5 adaptor!!! – Niet veilig – Minder licht
• HE versus HO
5/8 inch= 16mm 62
Lineaire fluorescentie lampen: temperatuur
•
Speciale T5 op basis van amalgaam met breder temperatuursbereik
63 63
Mythes fluorescentie
• Is T5 steeds de beste oplossing? • Rendement • T5 HE hoog (>90lm/W) tot 35W • T5 HO lager (<90lm/W) vanaf 24W
• T5 High Output of T8 in magazijnen – Hoge plafonds en lage temperaturen – Met T5 HO 80W (bij 35°C: 7000lm) • Totaal systeemvermogen max. 88W • Lage T (bvb. 10°C): – 60% rendement voor standaard T5 80W : 4200 lm (48 lm/W) – 80% rendement met T5 amalgaam 80W : 5600 lm (64 lm/W)
– Waarom geen T8 58W met EVSA??? • Totaal systeemvermogen max. 55W • Zit bij 15°C toch nog op 90% van het rendement • 58W bij 25°C: 5200 lm, bij 10°C: 5040 lm (91 lm/W) 64
Circulaire Fluorescentie
• T8 en T5 • Vanaf 70 lm/W tot 85 lm/W • Wordt steeds meer gebruikt
65
Compact fluorescentie • CFL-i: – Met geïntegreerde ballast (E27 en E14) – Huishoudelijk gebruik – vanaf 40 lm/W (CFL-I)
• CFL-ni: – – – –
Zonder geïntegreerde ballast (steekfitting) Professioneel vanaf 70 lm/W (CFL-nI) Kies EVSA • 2 pins (wordt binnenkort verboden) • 4 pins (mogelijkheid tot dimming, mits EVSA daarvoor bestemd)
• Steeds meer modellen ter beschikking • Folders: – “Feiten en Mythes rond Spaarlampen” – “Groen Licht voor de spaarlamp”
• Voorbeelden via www.topten.be 66
Compact fluorescentie
67
Mythes CFL
• • • •
Geven te weinig licht Starten te traag op Zijn lelijk en groot Gaan snel kapot….. – Veelvuldig schakelen (bv traphallen): speciale lamp – Opgepast met gesloten armaturen, temperatuur te hoog voor ballast
• Dimming moeilijk – Stapsgewijs (via schakelaar) – Gradueel (muurdimmer)
• Invloed temperatuur: rendement daalt bij lagere temperatuur De huidige Ecodesign richtlijn voor huishoudelijke verlichting stelt ook eisen naar functionaliteiten van een lamp! 68
Metaalhalide gasontlading
• Halogeen metaaldamp • Verbeterde hoge druk kwik gasontlading • Samenstelling: – startgas (meestal Argon of Xenon) – kwik (Hg) – metaalhal(ogen)ide-zouten • jodide van zeldzame aardmetalen (dysprosium (Dy), holmium (Ho) en thulium (Tm)) en complexen van cesium (Cs) en tin (Sn).
• Werking – Metaalhal(ogen)iden ontbinden in de kern van de ontladingsboog, ook wel brander genoemd, waar deze metalen worden geëxciteerd om vervolgens een licht te emitteren met een intensiteit en een spectrum dat afhankelijk is van de dampdruk van deze metaalzouten en aanvullend is op dat van kwik. 69
Metaalhalide gasontlading
HID: high intensity discharge • Energiezuinige vervanging voor halogeenspots – 50W, 75W
• Winkels, tentoonstellingsruimtes, gangen, ontvangstruimtes, • Kenmerken – – – –
HID Vanaf 20W, 35W,… 400W vanaf 85lm/W (versus halogeen 25lm/W) Mini-Mastercolor CDM, Britespot, Powerball, Constantcolor CMH
70
Metaalhalide gasontlading
71
Metaalhalide gasontlading
• Voordelen – – – – – – – – – – – –
Klein Laag vermogen (20W, 35W) Hoge kleurweergave (Ra ≥85) 3000K of 4200K Levensduur: >9000 uren Ideaal voor lange branduren vergelijkbare armaturen als halogeen Minder warmte-afgifte UV-filter Lampvoet: grote variatie Verschillende modellen Crisp white light
• Nadelen – – – – –
Trage start Trage heropstart Geen dimming (Gesloten armatuur) Nieuwe armaturen nodig
72
Metaalhalide gasontlading
73
LED
• Kleur en dynamiek versus witte lichtbron • Laagvermogen versus hoogvermogen led – Efficiëntie hoogvermogen led: • Warmwit: 65 lm/w, Koud-wit: 80-100 lm/w – Lichtbron met meeste potentieel naar energie-efficiëntie
• Voordelen:dynamiek, levensduur, schokbestendigheid, verbruik, gesatureerde kleuren, ideaal bij lage temperaturen • Nadelen: warmte-afvoer, CRI, verblinding, Blue ray hazard • Folder: Led‟s toegelicht
74 74
LED
75
LED 3 methodes voor het maken van LED‟s als witte lichtbron:
76
LED
Professionele LED: Clusters, Chip on board (COB), Surface Mounted device (SMD), string, strip, …
77
LED: opbouw
78
LED – What‟s in a name
chip / die
package
COB
P0B
module
engine
lamp
armatuur
79
Mythes LED
• Mythes ivm. LED – – – – –
Geen warmteafgifte…. Enkel koud licht….. 100.000 uren levensduur…. Meest energiezuinige lichtbron…. Geen milieubelasting…
• Beperkingen vandaag – – – – – –
Thermisch beheer Grote lumenpakketten CRI Binning Kleurshift Standardisatie 80
Mythes LED
• • • •
T8 vervangen door LED-TL? Ter vervanging van oude T8 lampen Opgelet voor visueel comfort! Studie Laboratorium voor Lichttechnologie – – – –
12 merken, ≠types, nu reeds 1 jaar branden (>8000 uren) 2 volledig uitgevallen Onderscheid COB versus True hole (5mm) Goede, slechte en zeer led-tl
81
Mythes LED
T8 vervangen door LED-TL? • Vermogen daalt, maar lichtstroom daalt nog meer – T8 36W (45W incl. CVSA): 3350 lm (74,5 lm/W) – LED-TL 15W(+??: 16,5W): 975 lm (59 lm/W) – ~63% besparing maar > 70% minder licht
• Bovendien – – – – –
Levensduur: zeer zwak bij 5mm laagvermogen led Slechte warmtehuishouding Oude ballast en starter moeten meestal weg Risico op verblinding Weinig, slechte of geen volledige informatie • rond Ra-waarde, kleurtemperatuur, PF, THD
82
Test Laboratorium voor Lichttechnologie - Initiële parameters Brand
A B C D E F G H I J K L Median
Lum. Flux [lm] 1650 1535 1595 1774 754 1707 1036 1437 1605 920 1479 1185 1479
P [W] 22,8 23,6 17,8 21,2 10,3 20,9 15,2 17,7 31,6 14,5 18,3 17,6 17,8
Effic. [lm/W] 72,4 65,0 89,6 83,7 73,4 81,6 68,2 81,1 50,8 63,4 80,8 67,3 73,4
CCT [K] 4186 6876 3709 4016 4207 3194 3307 3853 3365 3678 4733 5329 3853
CRI
90 72 76 69 76 65 71 77 88 78 65 73 76
PF
0,97 0,45 0,82 0,66 0,48 0,93 0,51 0,96 0,53 0,84 0,78 0,91 0,82
THD
14 % 192 % 56 % 90 % 55 % 17 % 162 % 16 % 135 % 59 % 54 % 22 % 55 %
T8 - 36W/830: 3350 lm (93 lm/W) // T8 Eco 32W830: 3000 lm
83
Test Laboratorium voor Lichttechnologie: evolutie lichtstroom Initial value [%]
2000h
4000h
6000h
8000h
VERSCHIL
[%]
[%]
[%]
[%]
[%]
A
100
100,5
98,7
95,7
93,0
-7%
B
100
97,9
96,9
95,3
95,5
-5%
C
100
61,4
37,8
31,4
23,2
-77%
D
100
101,1
95,5
89,1
80,9
-20%
E
100
85,7
82,5
80,1
78,9
-21%
F
100
100,2
94,7
failure
failure
Dark
G
100
86,3
73,6
70,3
67,3
-33%
H
100
105,7
105,6
105,1
105,4
+5%
I
100
102,3
102,6
102,2
101,0
+1%
J
100
89,4
65,5
59,7
59,0
-41%
K
100
107,1
107,8
105,7
104,5
+5%
L
100
103,4
98,1
95,1
94,9
-5%
Brand
84
Kunstlicht
• Kies voor efficiënte armaturen – Rendement η of LOR (Light Output Ratio) – Hou rekening met het stralingsprofiel • Breedstralend/diepstralend/asymmetrisch • Indirect/direct • Alles zit vervat in de flux (CIE) codes Voorbeeld: –Lamp
:
–Rendement
58W - 5000 lm
optiek (η, LOR):
–Armatuurlichtsterkte –Lichtverlies
:
:
92% 4600 lm 400 lm 85
Efficiënte armaturen
Let op het stralingsprofiel: • Direct/indirect - breedstralend- diepstralend
86
Efficiënte armaturen
Let op het stralingsprofiel: • Asymmetrisch stralingspatroon voor schoolbordverlichting
87
UGR • in het Engels: Unified Glare Rating – Karakteristiek van een armatuur
• Vermijden van storende verblinding – door rechtstreekse lichtuitstraling van verlichtingsarmaturen – de mate van verblinding door de verlichtingsarmaturen in de ruimte wordt bepaald met behulp van de gemiddelde lichthinderwaarde UGR ( zie code van goede praktijk voor binnenverlichting)
• Uit de bepaling van de UGR volgt een schaalgetal van 10 tot 30. Een hoge waarde betekent veel verblinding, een lage waarde derhalve weinig verblinding. • Voor de UGR gelden de volgende praktijkwaarden voor een aantal ruimten: – – – – –
UGR = 16 voor tekenkamers, precisiewerk, CAD werkplekken UGR = 19 voor kantoren, vergaderruimten, klaslokalen, balies en loketten UGR = 22 voor assemblage UGR = 25 voor diverse industriële activiteiten UGR = 28 voor verkeersgebieden en gangen 88
Efficiënte armaturen
Let op verblinding en weerkaatsing: • Laag-luminante armaturen (UGR≤19)
89
Efficiënte armaturen
• Evaluatie van UGR binnen NBN-EN 12464-1
90
Veiligheid: Bescherming tegen elektrische schokken
91
Veiligheid: Bescherming tegen de indringing van vaste voorwerpen en vloeistoffen (IP-index) 1ste Cijfer
Bescherming tegen binnendringen van vaste lichamen (stof)
0 1
Niet beschermd Beschermd tegen vaste voorwerpen > 50 mm Beschermd tegen vaste voorwerpen > 12 mm Beschermd tegen vaste voorwerpen > 2,5 mm Beschermd tegen vaste voorwerpen > 1 mm Beschermd tegen stof Stofdicht
2 3 4 5 6
IP (Ingress protection )
2de Cijfer
Bescherming tegen binnendringen van vocht of water
0 1 2
Niet beschermd Beschermd tegen druppelend water Beschermd tegen vallende waterdruppels onder een hoek van max 15°
3 4 5 6 7
Beschermd tegen sproeiend water Beschermd tegen opspattend water Beschermd tegen waterstralen Beschermd tegen stortzee Beschermd tegen de gevolgen van onderdompeling
8
Beschermd tegen langdurige onderdompeling 92
Veiligheid: Beschermingsgraden tegen de toegang tot de gevaarlijke onderdelen
• uitgedrukt door de bijkomende letter
93
Veiligheid: Informatie over de aanvullende letters.
94
Voorbeeld: IP23CS •
Het eerste kenmerkende cijfer (2) betekent dat – gebruikers beschermd zijn tegen de toegang tot de gevaarlijke onderdelen met hun vingers – het materieel binnen het omhulsel beschermd is tegen de indringing van vaste vreemde voorwerpen met een diameter groter dan of gelijk aan 12,5 mm
•
Het tweede kenmerkende cijfer (3) geeft weer – dat het materieel binnen het omhulsel beschermd is tegen de schadelijke gevolgen van regen die op het omhulsel valt
•
De eerste letter (C), ook de bijkomende letter genoemd – duidt aan dat de gebruikers beschermd zijn tegen de toegang tot de gevaarlijke onderdelen indien deze gereedschap hanteren met een diameter groter dan of gelijk aan 2,5 mm en een lengte kleiner dan of gelijk aan 100 mm (het gereedschap kan over zijn gehele lengte binnendringen in het omhulsel)
•
De tweede letter (S), ook aanvullende letter genoemd – geeft aan dat de armatuur een proef ondergaan heeft om zijn bescherming tegen de schadelijke gevolgen van een waterinfiltratie na te gaan op een moment dat al zijn onderdelen in rust zijn
95
Veiligheid: Andere facetten ivm. veiligheid van verlichtingstoestellen
• Bescherming tegen mechanische schokken (IK-index) • Ontvlambaarheid • AREI – Het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (AREI) inzake huishoudelijke elektrische installaties legt eisen op in verband met de bescherming tegen elektrische schokken.
Publicatie WTCB: Classificatie van armaturen http://www.bbri.be/antenne_norm/energie/pdf/Classificatie_van_armantu ren_2009.pdf
96
2. Kunstlicht
• Kies voor een Elektronisch voorschakelapparaat – Klasse A (A1: dimbaar,A2,A3) – EEI „Energy Efficiency index‟ (CELMA ballast guide) – Enkel van toepassing voor fluorescentie lampen
• Voordelen: – – – – – – – –
Verbruik 20-25% lager dan elektromagnetische ballast Kleiner in omvang en gewicht Betere cos phi Efficiëntie lampen (vb. T8): 15-20% hoger Flikkervrije ontsteking van de lampen Levensduur lamp hoger Bij einde levensduur wordt de lamp uitgeschakeld Dimming enkel met A1 ballast
97
EVSA: T8
• Een 36W T8 lamp verbruikt slechts 32W met EVSA (-22%)
98
EVSA
KVG: Conventional copper-iron ballast. VVG: Conventional low loss ballast (B) EVG: Electronic ballast (A)
99
Kunstlicht
• Kies voor een goed lichtplan • Laat u adviseren door lichtspecialisten
100 100
Software voor lichtplanning
• Gratis software (te downloaden) – Universeel • Relux: www.relux.biz • Dialux: www.dial.de
– Merkgebonden software: Fluxcalc, Calculux, EQC,..
• Databanken armaturen • Import CAD
101
102
103
Lichtplanning Bij de lichtplanning dient rekening gehouden te worden met: •
•
•
Normen: NBN-EN12464-1 – E verlichtingssterkte – UGR – Uniformiteit – Code van goede praktijk (BIV) Valkuilen (→bestekken; →subsidies) – Aantal rasterpunten – Randzone – Reflectiecoëfficiënten – Onderhoudsfactor Overdimmensionering ( →dimming) – Onderhoudsfactor – Daglichttoetreding
104
Indirecte besparingen
• Op airconditioning – dankzij lagere warmteafgifte van verlichting
• Door de langere levensduur van lampen – leidt tot lagere onderhoudskost (kost lampen + kost plaatsing)
• Voor moeilijk bereikbare armaturen ( vb. sporthall) – Kies lampen met extra lange levensduur
105
Andere aanbevelingen • Kies lichte kleuren voor plafond, vloer en muren en hou ze proper • Doe geen aanpassingen aan commercieel te verkrijgen armaturen • Zorg voor een goed onderhoudsplan van de armaturen • Gebruik lampen met goede referenties • Let op bij – Koelruimtes vanwege lage temperatuur – Hoge plafonds – Smalle gangen
106
Automatisatie
• Dimmen: beperken vermogen – – – – –
bewegingsafhankelijk tijdssturing (scenario‟s) daglichttoetreding bij overdimensionering (Ei) persoonlijke dimming
• Opgelet: – Lampen 100 uren laten inbranden zonder dimming
• Besparingspotentieel: – 35 tot 45%
• Schakelen: beperken branduren • Manual on - Automatic Off – bewegingsafhankelijk – tijdsturing (scenario‟s) – daglichttoetreding
• Opgelet: – Veelvuldig schakelen kan de levensduur van de lampen beperken 107
Automatisatie Type 1: in functie van voorziene aanwezigheid (FOD – Brussel Zuid)
Voorbeeld: • 2 bevelen : om 19h00 en om 21h00 • 2 strategieën : – Alles uit (kantoren) – 2 op 3 armaturen uitschakelen (gangen)
108
Automatisatie
Type 2: op basis van de werkelijke aanwezigheid (WTCB) – Voorbeeld: • Manueel of auto on + auto off • Belangrijke energiebesparing maar sterk afhankelijk van geval tot geval
Office number
Economy
226
1 pers.
85%
227
1 pers.
54%
230
1 pers.
37%
230a
1 pers.
37%
232
1 pers.
56%
237
2 pers.
24%
238
2 pers.
42%
Global
46%
109
Automatisatie
Type 3: Op basis van daglichttoetreding (Berlaymont)
Berlaymont : Controle per vleugel Drempelwaarde : Ehoriz > 25.000 lx
110
Automatisatie
Type 4: Combinaties - Light Management System – Types 1 tot 3 kunnen gecombineerd worden tot een samengesteld systeem, per lokaal (stand-alone), maar ook voor het hele gebouw (LMS) – Light Management System • Mogelijkheden onbegrensd + hogere complexiteit • Monitoring van lampen kan worden geïntegreerd • Kan op zijn beurt geïntegreerd worden in een Building Management System (BMS) die ook de verwarming, ventilatie, zonnewering, … bedient
111
WETGEVING
112
EPB
• EPB voor utilitaire gebouwen (EPU) – Scholen, kantoren – Verslaggeving bevat ook aandeel verlichting – 2012: E70
• Verslaggeving verlichting – Niets berekenen: waarde bij ontstentenis (hoog) – Eenvoudige berekening (op basis van Flux codes – geen databanken!) – Berekening via (geaccrediteerde) lichtplanning software
113
EPB - Verslaggeving
• Je doet niets en gebruikt de waarde bij ontstentenis voor verlichting – 20W/m2 voor L= 500 – Berekend E-peil te hoog
• Je berekent de geïnstalleerde vermogens per ruimte voor de verslaggeving – – – –
Hulpvariabele L Vermogen (vaste verlichting) Schakelende regelsystemen (reductiefactor) Modulerende regelsystemen (reductiefactor)
• Je gebruikt geaccrediteerde lichtsoftware voor de berekening
114
Sensitiviteitsanalyse op 50 kantoren: verlichting
Emax
Egem
Emin
140 120
E-peil
100 80 60 40 20 0 5
10
15
20
25
Geïnstalleerd vermogen voor 500 lux (W/m²)
waarde bij ontstentenis (20 W/m²) i.p.v. typische 12 W/m²: gemiddeld E112.1 i.p.v. E89.5 115 meer dan 20 E-punten lager!
Berekening L hulpvariabele
• Handmatig ahv. CIE Flux-codes armaturen • Flux codes kunnen steeds opgevraagd worden bij leveranciers • Aantal lampen • Lichtstroom per lamp
• Automatisch via (geaccrediteerde) lichtplanning software – Accreditatie kan nu aangevraagd worden
116
Impact automatisatie verlichting op E-peil
• Schakelende systemen fswitch :(0,9 à 1) – Reductiefactor voor het energieverbruik – Functie van de gecontroleerde oppervlakte
• Modulerende regelsystemen (dimmen) – 2 verschillende factoren: • fmod dayl: daglichtdeel ( 0,6 à 1) • fmod artif: kunstlichtdeel ( 0,8 à 1)
– Functie van gecontroleerde oppervlakte 2 grenzen: As<8m²: maximale besparing As>30m²: geen besparing meer
117
Fswitch manueel
118
Fmod dayl en Fmod artif
119
Hoe verkleint het aandeel verlichting?
• • • • •
L ↑ en P = constant → E-peil ↓ P ↓ en L = constant → E-peil ↓ fswitch ↓ en P&L = constant → E-peil ↓ fmod dayl ↓ en P&L = constant → E-peil ↓ fmod artif ↓ en P&L = constant → E-peil ↓
120
EPB
• Beperkingen vandaag – EBP verslaggever (moeite doen voor verlichting) – Voorlopig nog geen databanken verlichting – Geen geaccrediteerde software voor lichtplanning
• EPB-software: gratis te downloaden via www.energiesparen.be/energieprestatie • In opmaak: EPB voor technische installaties in bestaande gebouwen
121
Meer weten ?
• WTCB publicatie: EPB – Verlichting in tertiaire gebouwen – http://www.wtcb.be/homepage/index.cfm?cat=publications&sub=infof iches&pag=48&art=9
122
ARAB - verlichting
• • • •
Artikel 51ter3 (Specifiek: open lucht arbeidsplaatsen) Artikel 544 (Specifiek: vervoersnijverheid) Artikel 568 (Specifiek: autogarages) Artikel 59 tot 61 + 63 – Algemeen: eisen voor binnenklimaat, onderdeel verlichting • • • •
Voldoende daglicht, Voldoende uniform Kleur van veiligheidssignalisatie niet vervalst Geen gevaarlijke lichtuitstraling, stroboscopische effecten, oververhitting of luchtbederf
• Artikel 62: minimum verlichtingssterktes – Vage omschrijvingen, voor interpretatie vatbaar – Overleg met uw preventieadviseur! 123
ARAB – verlichting : artikel 62
124
Europese Ecodesign richtlijn 244
• Verordening (EG) Nr. 244/2009 van de Commissie van 18/03/2009 voert de eco-design richtlijn uit betreffende huishoudelijke niet-richtbare verlichting en stelt eisen rond – Energieverbruik en milieu-impact – Functionaliteit, uitzicht en gezondheid – Informatie naar de klant • Verpakking • Website
125
Europese Ecodesign richtlijn 244
• Huishoudelijke verlichting – (Voorlopig) enkel voor niet-richtbare lampen (geen reflectorlampen, geen spots) – Toepasbaar op retrofit (=vervangingslampen) – Onderscheid tussen Matte en Heldere lampen – Enkele (tijdelijke) uitzonderingen: S14, (R7, G9) – Niet voor lampen in speciale toepassingen • Gekleurde lampen (bv. Kerstverlichting) • Lampen in huishoudelijke toestellen (ovens, ijskasten,..) • Lampen voor verzorging van mens en dier (IR)
– Niet voor lampen met lichtstroom >12.000 lm en <60 lm
• (voorlopig) Beperkte eisen voor LED • Nieuwe regelgeving op komst voor – Reflectorlampen – Functionaliteiten LED
126
Richtbare en niet-richtbare lampen
127
Matte en heldere lampen
128
Eisen voor lampen • Energie (tegen 2016) • voor heldere lampen: Minstens energielabel klasse B (met tussenstap : label C tegen sept. 2012) • voor matte lampen: Minstens energielabel klasse A (sinds 1sept. 2009)
• Functionaliteit: afhankelijk van soort lamp (Stap 2: 09/2013) • • • • • • • •
Lamp overlevingsfactor Lumenbehoud # schakelcycli voor defect Ontbrandingstijd Opwarmingstijd tot 60% max. lichtstroom Kleurweergave Voortijdig defectpercentage Lamp arbeidsfactor
• Informatie (in voege sinds sept. 2010) • Verpakking • Website (indien kwik) 129
Eis 1: energie-efficiëntie
• Enkel voor lampen >4W • Ook voor LED • Gerelateerd aan het energielabel – Afh. Van lichtstroom en vermogen van een lamp – Richtlijn energielabel (1998) blijft voorlopig geldig – Nieuwe regelgeving ecolabel op komst • • • •
Tot op heden geen energielabel voor reflectorlampen Veel LED hebben vermogen <4W Na 2012: enkel lampen in de energieklassen A tot C Na 2016: enkel lampen in de energieklassen A et B
– Nieuwe eco-design reflectorlampen gepland vanaf 2012), zal ook eisen stellen aan functionaliteiten van LED
130
Eis 2: Functionaliteiten
• Kleurweergave (CRI) – 80 en meer
• Aantal aan- en uitschakelingen – 100.000 en meer
• Levensduur: – 6 jaar=6000 uren – Beter >10.000 uren
• Kleurtemperatuur (CCT) – 2700K tot 6000K – warm-wit tot koud-wit
• Eis…. nog niet van toepassing voor LED;
nieuwe richtlijn verwacht in loop 2012
131
Functionaliteiten Compacte fluolamp Functionaliteit
Stap 1
Stap 5 (2013)
lamp overlevingsfactor bij 6000 u
≥0,5
≥0,7
lumenbehoud bij 2000 u 6000 u
≥0,85 (0,80: 2de omhulsel)
≥0,88 (0,83: 2de omhulsel) ≥0,70
# schakelcycli voor defect
≥1/2 levensduur (in uur) ≥10000 (bij *>0,3 s)
≥ levensduur (in uur) ≥30000 (bij *>0,3 s)
ontbrandingstijd*
<2.0 s
<1.5 s (P<10W) <1.0 s (P≥10W)
opwarmingstijd tot 60% max. lichtstroom
<60.0 s <120.0 s (kwikamalgaam)
<40.0 s <100.0 s (kwikamalgaam)
voortijdig defectpercentage
≤ 2% bij 200 uur
≤ 2% bij 400 uur
uv A + uv B
≤ 2 mW/klm
≤ 2 mW/klm
uv C
≤ 0,01 mW/klm
≤ 0,01 mW/klm
lamp arbeidfactor
≥ 0,50 (P<25W) ≥ 0,90 (P≥25W)
≥ 0,55 (P<25W) ≥ 0,90 (P≥25W)
kleurweergave
≥ 80
≥ 80
132
Functionaliteiten andere lampen (excl.CFL,LED)
Functionaliteit
Stap 1
Stap 5 (2013)
opgegeven levensduur
>1000 u
≥2000 u
lumenbehoud
≥0,85% bij 75% levensduur
≥0,85% bij 75% levensduur
# schakelcycli voor defect
≥ 4x levensduur (in uur)
≥ 4x levensduur (in uur)
ontbrandingstijd
<0,2 s
<0,2 s
opwarmingstijd tot 60% max. lichtstroom
≤1s
≤1s
voortijdig defectpercentage
≤ 5% bij 100 uur
≤ 5% bij 200 uur
uv A + uv B
≤ 2 mW/klm
≤ 2 mW/klm
uv C* (G9 R7)
≤ 0,01 mW/klm
≤ 0,01 mW/klm
lamp arbeidfactor
≥ 0,95
≥ 0,95
133
Eis 3: Informatie
Energielabel Vermogen
Lichtstroom (lumen)
Verplicht sinds 1 september 2010; zowel op verpakking als website
Levensduur (uren) # Schakelcycli Kleurtemperatuur Opwarmingstijd tot 60% lichtstroom Waarschuwing dimmen (of niet) Afmetingen Kwik (mg) indien aanwezig Lampvermogen/arbeidsfactor Lumen behoudfactor Ontbrandingstijd Kleurweergave Website: breuk lamp
134
Website
• • • • • • • •
Informatie die voorhanden is op verpakking Opgegeven vermogen Opgegeven lichtstroom Opgegeven levensduur Lampvermogen/arbeidsfactor Lumen behoudfactor Ontbrandingstijd Kleurweergave
• Bij kwik: – instructies opruimen brokstukken – aanbevelingen over verwijdering bij einde levensduur 135
Wat is een energiezuinige lamp?
• Europa gebiedt dat de naam „Spaarlamp‟ of „energiezuinige lamp‟ alleen mag gebruikt worden voor een lamp met Alabel • Enkel voor lampen met een A-label – Compacte Fluorescentie lampen – LED lampen (indien A-label)
• Voorlopig nog geen energielabel • voor spots – Maar kunnen toch al zuinig zijn – Richtlijn is in wording
136
Wat is het uitdoofscenario?
Fase 1
Datum
Lampen die niet meer worden toegelaten
1 september 2009 Alle matte gloeilampen en matte halogeenlampen (indien geen energielabel A) Alle compacte fluolampen met energielabel B of slechter Alle lampen met energielabel F en G Heldere gloeilampen ≥100W met energielabel D of slechter Halogeenlampen ≥75W met energielabel D of slechter
2
1 september 2010 Heldere gloeilampen 75W met energielabel D en E
Halogeenlampen 60W met energielabel D en E 3
1 september 2011 Heldere gloeilampen 60W met energielabel D en E Halogeenlampen 40W met energielabel D en E
4
1 september 2012 Heldere gloeilampen 25W en 40W met energielabel D en E Halogeenlampen 25W met energielabel D en E
5
1 september 2013 Alle lampen met voet S14, S15, S19
6
1 september 2016 Alle heldere lampen met energielabel C (behalve G9 en R7 voet)
137
Kan LED de oplossing bieden? • Retrofit LED lampen – – – – – – – – – –
Zowel (richtbare) spots als niet richtbare lampen Zowel voor heldere als matte lampen Vandaag tot ±67lm/W (12W - 806 lumen) Nu ook vervanging voor klassieke gloeilamp 75W Levensduur 15.000 à 25.000 branduren Keuze in kleurtemperatuur (2700K-6000K) Kleurweergave meestal nog niet opgegeven en dikwijls slecht Betere elektronica, beter thermisch beheer Helaas nog relatief duur Iedere maand worden nieuwe producten gelanceerd • Nieuwe reflectortypes (AR111, MR16, R63,…) • Nieuwe lampvoeten: GU53, G4,…
• Let op met eerste generatie producten op basis van 5mm LED – Slechte levensduur, slechte elektronica (power factor), slechte kleurweergave – Worden nu verkocht tegen dumpprijzen
138
Wat zijn de alternatieven voor gloeilampen?
• Vergelijk in lumen, koop in Watt! • Probeer bij de aankoop van een energiezuinige lamp wel steeds een vergelijkbare lichtstroom (lumen) te bekomen (=hoeveel licht). • Methode 1: referentie gloeilamp
→
±10lm/W
– 60W gloeilamp geeft ± 600 lumen – Zoek een energiezuinige lamp met zelfde of lichtstroom!
• Methode 2: besparingsfactor – Gloeilamp (vb. 60W) →naakte CFL (12W): factor 5 (80%)
139
Alternatieven voor matte gloeilampen Alle alternatieven bezitten A-label Vanaf nu ook de vervanging van 60W matte gloeilamp naar LED mogelijk! Eco-
halogeen Niet toegelaten want geen A-Label
40W Gloeilamp 415 lumen
CFL -75% à -80% 8W CFL 8W CFL 440 lumen 380 lumen
LED LED -80% -80% à -90% 6W LED 400 lumen 140
Alternatieven heldere kaarslampen
Eco-Halogeen -30% 60W wordt 42W 40W wordt 28W 25W wordt 18W
LED -80% 15W wordt 3W 25W wordt 5W 141
Alternatieven matte kaarslampen Eco-halogeen Niet toegelaten want geen A-Label
CFL -75% 40W wordt 10W
LED* -80% 10W wordt 2,5W
142
Alternatieven halogeen 230V GU10 reflector R50
CFL -75% (???) 15W wordt 7W
Eco-halogeen -30% 50W wordt 35W
LED -85% 35W wordt 3W 50W wordt 7W
Opgelet met CFL • andere bundel • ≠ hoogte in functie van vermogen 143
Alternatieven halogeen 12V reflector MR16
Eco-Halogeen -30% 50W wordt 35W
LED -70% 36°, 35W,1000Cd 35W wordt 10W 144
Alternatieven Halogeen 230V G9 en R7
300W wordt 240W C-Label !!
50W wordt 42W
Eco-Halogeen -20%
145
Nieuw: G9, G4, AR111, GX53, kopspiegellampen, LedLinestra ..
146
Wat met de kwik in CFL?
• • • • •
Max. 5 mg (RoHS) – meestal < 2 mg Recyclagebijdrage Procedure bij gebroken lampen Kwik-Amalgaam ! – vaste vorm Compact fluolampen met omhulsel !
147
Mijn CFL is gebroken – wat nu?
Stap 1
Help, mijn compacte fluolamp is gebroken, en nu Doe de ramen open, en verlaat de ruimte voor minstens 15 minuten. Kom dan pas terug.
Stap 2
Gebruik wegwerphandschoenen en veeg de scherven samen met een kleine veegborstel. Gebruik geen stofzuiger!
Stap 3
Veeg al de scherven en het poeder op een stuk papier en breng alles over in een afsluitbare plastiekzak.
Stap 4
Breng de plastiekzak met alle restanten van de kapotte lamp naar het containerpark
Stap 5
De veegborstel en de wegwerphandschoenen opbergen in een gesloten plastiekzak en weggooien in de restfractie van het huisvuil.
Stap 6
Na het ruimen , steeds de handen wassen
148
Wat met dimmers en sensoren?
• Enkel indien vermeld wordt dat dimming mogelijk is – Eco-halogeen – LED – Compacte fluolamp • Stapsgewijs met aan -en uitknop
• Gradueel
• Lineaire fluorescentielampen: enkel indien dimbare elektronische ballast • Bewegingssensor: enkel met speciale CFL
149
www.energiesparen.be
150
www.e-lumen.eu
151
Folder WTCB
• http://www.wtcb.be/homepage/download.cfm?dtype=publ&d oc=Het_einde_van_de_gloeilamp.pdf&lang=nl
152
NORMEN
153
Normen
• • • • •
NBN-EN12464-1 NBN-EN12464-2 NBN-EN12193 EN-15193 NBN-EN 1838 + NBN-EN50174
154
NBN EN 12464-1
• Licht en verlichting Werkplekverlichting – Deel 1: Binnenwerkplekken – – – –
Verlichtingssterkte E Verblinding UGR Kleurweergave Ra Uniformiteit
– ≠ ARAB • veiligheid - wetgeving
– Gereviseerd (Juli 2011)
Vervangt oude NBN 13-006 155
Catherine Lootens
156
Aanbevelingen daglicht
• NBN EN12464-1 (rev 2011) – Norm werkplekverlichting - binnen – Verlichtingseisen kunnen worden voldaan door gebruik te maken van daglicht mits rekening wordt gehouden met de gestelde randvoorwaarden • De intensiteit en de spectrale verdeling van het daglicht veranderen zowel over de dag als door het jaar heen. Aanvulling met kunstlicht om het werk ook bij avond en verminderd daglicht te kunnen blijven uitvoeren, blijft nodig • Afscherming voorzien tegen mogelijke verblinding en hinderlijke reflecties op beeldschermen • Daglichtberekeningen: rekening houden met de reductie van het daglicht onder invloed van de licht doorlaatbaarheid van het glas en eventuele zon- en helderheidwering.
157
NBN EN12464-1
• • • •
Code van goede praktijk Definities Taakoppervlakken – onmiddellijk aangrenzende zone Interpretatie – Em=500 lux (eis norm) op taakoppervlak – MF=0,85 – Ei=500x0,85=588lux (bij nieuwe installatie)
• Meting luxmeter in één punt is 454lux Te laag? Voldoet de installatie aan de norm?
158
NBN EN 12464-1
• • • •
Definitie uniformiteit U=Emin/Em In dienst U=Emin/Ei Eis norm U>0,6 Dus: – U=Emin/Ei >0,6 – Emin > 0,6xEi >0,6x 588lux >353lx – 454 lux in dat ene punt is dus conform
Emin >353lx +
Ei=588lx
159
Onderhoudsfactor MF
• Brengt de veroudering van de verlichtingsinstallatie en de ruimte in rekening • Is afh. van verschillende parameters – – – –
Veroudering lamp: lichtstroom↓ Lampen gaan kapot Vervuiling armatuur: rendement↓ Vervuiling ruimte: reflectiecoëfficiënten↓
• Opmerking: – Dimming leidt tot groot besparingspotentieel bij in gebruik name vanwege overdimmensionering
160
Impact van onderhoud
A: 2 jaarlijks onderhoud van de armaturen (2 j) + reiniging van de muren (6 j) B: 2 jaarlijks onderhoud van de armaturen (2 j) C: geen onderhoud 161
NBN EN 12464-2
Licht en verlichting Werkplekverlichting – Deel 2: Buitenwerkplekken • Verlichtingssterkte E • Uniformiteit (Emin/Emax) • Verblinding GR (Glare rating) • Kleurweergave Ra
162
163
EN 15193
• Energy performance of buildings - Energy requirements for lighting • LENI: Lighting Energy Numeric Factor • kWh/m².jaar
• Benchmark!
164
165
NBN EN 1838: Licht en verlichting – Noodverlichting
• Bepaalt de verlichtingssterkte,lichtsterkte, kleur, verblinding en plaatsing voor de diverse specifieke toepassingen van veiligheidsverlichting.
• Noodverlichting – Vervangingsverlichting – Veiligheidsverlichting • Anti-paniekverlichting • Evacuatieverlichting – Vluchtwegverlichting – Vluchtwegaanduiding
• Verlichting voor werkplekken met verhoogd risico
166
Omschrijving 1. Noodverlichting Dit is de verlichting die beschikbaar blijft wanneer de netspanning voor de normale verlichting in gebreke blijft. 2. Veiligheidsverlichting Deze levert verlichting die het veilig verlaten van een locatie toelaat of om een gevaarlijk proces stop te zetten voor de locatie te verlaten. 3. Evacuatiewegverlichting Deze veiligheidsverlichting moet toelaten de vluchtmogelijkheden effectief te herkennen en op een veilige manier te kunnen gebruiken. 4. Antipaniekverlichting Deze veiligheidsverlichting die als doel heeft paniek te voorkomen en de verlichting levert om personen toe te laten een plaats te herkennen waar een evacuatieweg kan worden herkend.
167
NBN EN 50172
• Maandelijkse functietest noodverlichting • Jaarlijkse autonomietest noodverlichting • Verlichtingsplan/Logboek noodverlichting: – registratie van de controles – registratie van het onderhoud
168
NBN EN 12193: Licht en verlichting – Sportverlichting
• Verlichting van sportinstallaties – Keuze verlichtingsklasse I, II, III • Competitie (I, II) • Trainingen (II, III) • Recreatief/Schoolsport (III)
– Parameters: verlichtingssterkte, uniformiteit en kleurweergave – Basketbal, zaalvoetbal, handbal, volleybal (III) • Egem: 200lux - Emin/ Egem :0,5 - Ra: 20
– Badminton, tafeltennis (III) • Egem: 300lux - Emin/ Egem :0,7 - Ra: 20
– Tennis (III) • Egem: 300lux - Emin/ Egem :0,5 - Ra: 20
169
FINANCIERING
170
Financiële tussenkomsten
• Premies • Subsidies • Renteloze leningen Aanvraag indienen bij • Overheid • Distributienetbeheerders (DNB) en energieleveranciers: Eandis, Infrax, Elia • Meer info via www.energiesparen.be
171
Subsidies Onderwijs
• Agion (Agentschap voor infrastructuur in het onderwijs) www.agion.be • Premie voor REG-investeringen: afgeschaft 1 februari 2012 Energiezuinige verlichting – 2,5 Watt/m².100 lux – armaturen, lampen, elektronische ballasten en regeling (dimming, aanwezigheidsdetectie, daglichtdimming, ...)
Bedrag, % ???? (max. 60%)
172
Subsidies Onderwijs
• GO! onderwijs • REG-investeringen voor scholengroepen • Relighting
173
REG premie relightingg - distributienetbeheerder
• Vernieuwd systeem „REG-premies verlichting‟ sinds 2010 • Voor elk project dient een berekening gemaakt te worden om te zien of een premie kan verkregen worden • Via excel rekenblad (op website Eandis en Infrax)
174
Zuinig ? 2 tot 2,5 W
m².100lx
175
Doelstelling
•
Hoeveel vermogen (Watt) mag ik installeren in een ruimte om • energie-efficiënt te verlichten ?
• én comfort te behouden ? • BASIS: taakoppervlakken verlichten – Willekeurige taakoppervlakken – zelf te kiezen
– Brede waaier aan toepassingen – Eenvoudig en praktisch bruikbaar
176
WAT HEBBEN WE NODIG ? Pinst
W
Apl Am
m² m²
ρpl ρm
% %
Avl
m²
ρvl
%
Behoudsfactor Taakoppervlakken Nr
Aard*
Opp (m²)
Efinaal
r (%)
1 2 3
*Aard van de taakoppervlakken a b
samenvallend met de vloer of transparant berekeningsvlak // met vloer samenvallend met muur of transparant berekeningsvlak // met muur
c
berekeningsvlak samenvallend met vlak van ingebracht meubilair
Pinstalled wordt vergeleken met Pstreef
E X C E L B E S T A N D 177
VOORBEELD: VOLLEDIG MAGAZIJN
178
REG-Premie verlichting
• Voorwaarde: Pinstalled < Pstreef • Financiële tegemoetkoming: – – – –
100 euro * (2 – (Pinstallatie/Pstreef)) * Pstreef /1000* (1,5 ) Beperkt tot 15.000 euro ( €20.000 bij automatisatie) Max 50% van factuur Niet voor Relamping (ook geen retrofit). Niet voor nieuwe gebouwen
• Eandis+Infrax: – Verhoogde subsidie bij dankzij automatisatie: €100 wordt €125, €150 of €175 bij implementatie van aanwezigheidsdetectie, daglichtdetectie of combinatie – Relighting (bestaande gebouwen met elektriciteitsaansluiting sinds 2006) – 2012: enkel nog relighting 179
Renteloze leningen „openbare besturen‟
• • • •
Via distributienetbeheerder Niet cumuleerbaar met subsidie Zelfde voorwaarden als subsidies Voor lokale besturen, vzw‟s, scholen, kerkfabrieken, rust- en verzorgingsinstellingen… • Terugbetalingstermijn: Max. 5 jaar
180
GREENLIGHT PROGRAMME
181
GreenLight Program
• Initiatief van de Europese Commissie • Vrijwillig programma waarbij: – Bedrijven en overheden zich verbinden tot het verbeteren van bestaande verlichting en het toepassen en installeren van nieuwe installaties met energiezuinige verlichting. – De energiebesparing moet de investering rechtvaardigen en de lichtkwaliteit moet minstens dezelfde blijven
182
GreenLight Partner
• Wie: – Elk bedrijf, instelling, organisatie, overheid, winkelketen
• Wat: – – – –
50% van de verlichting renoveren in de komende 5 jaar 30% reductie op het totale energieverbruik Op vrijwillige basis Geen juridische verbintenis
• Hoe: – Rapportering aan Europese Commissie – Begeleiding door GreenLight Endorser
183
GreenLight Endorser
• Wie: – Verlichtingsfabrikanten, Studiebureaus, Relighting bureaus, ESCO‟s, Federaties,…
• Wat: – Ondersteuning geven aan toekomstige Partners – Geen juridische verbintenis – Informeren, assisteren, promoten, rapporteren
• Hoe: – Via Endorser: REL-scan, Etap, Encon, Odid, Infrax, … – Groen licht Vlaanderen,…
184
185 185
GreenLight Programma
186
GreenLight Programma
187
Spieken mag: www.groenlichtvlaanderen.be/folders
188
Tot slot • Steek uw licht op • Vragen? • Dank aan – – –
IWT Vlaams Innovatienetwerk Partners consortium
189