TUNE Adapt
20130214
Gebruikershandleiding – Versie 6.0
Functionaliteit
De handterminal mag niet worden verwisseld met de unit die bij de GOLD-luchtbehandelingsunit is geleverd. Deze draait namelijk op andere software.
Standaard wordt Tune Adapt met een Engelse handleiding geleverd. Handleidingen in extra talen (overeenkomend met de beschikbare taalpakketten) zijn te downloaden op www.swegon.com. Voor specifieke informatie over beschikbare talen en taalinstellingen in de software, zie het gedeelte TAAL/LANGUAGE.
Aansluiting
TUNE Adapt is een handterminal voor het instellen en bekijken van de waarden van alle ADAPT-producten.
Knopfuncties Naam PIJL omhoog / omlaag
ENTER
+/–
Plus/Min KRUIS
Als de unit op een product wordt aangesloten, wordt de communicatie met de SuperWise/GBS onderbroken.
Figuur 2. Voor het openen van de sensormodule gebruikt u een schroevendraaier. Wees voorzichtig bij het terugplaatsen van de module om schade aan de positiepennen te voorkomen.
Figuur 1. Handterminal, TUNE Adapt.
Symbool
De unit wordt aangesloten met een RJ12-kabel en ook gevoed door het product waarop deze wordt aangesloten. Zie de figuren 2-4 voor aansluitvoorbeelden.
Functie Scrolt omhoog en omlaag door de menu's in het display. Bevestigt een keuze: – Erop drukken om een submenu te openen. – In de instelmenu's wordt ENTER herhaaldelijk ingedrukt om een variabele te wijzigen. De bereikte variabele kan dan vervolgens worden gewijzigd. – In deze gevallen wordt een waarde direct gewijzigd. Op ENTER drukken is niet nodig. Verhoogt/verlaagt waarden. Terug/naar vorig menu of vorige step teruggaan.
Ingebouwde LED De unit heeft een ingebouwde rode LED. Als de LED bij aansluiting op een product brandt of knippert, geeft dat aan dat de communicatie verbroken is of dat de voedingsspanning te laag is. Wacht ongeveer twee minuten en sluit daarna TUNE Adapt opnieuw aan. Voor informatie over LED-bediening van sensormodules of producten waarop de unit kan worden aangesloten, zie de gedeelten over de menu's; LED INDICATOR en ALARM MENU.
Figuur 3.TUNE Adapt kan met behulp van het RJ12-contact op de printplaat op een luchtverdeler worden aangesloten.
Compatibiliteit TUNE Adapt in versie 6.0 is achterwaarts compatibel met eerdere versies van ADAPT-producten. Voor versies ouder dan 6.0 geldt het volgende: • TUNE Adapt van een oudere versie kan altijd een nieuwer luchtvoerend ADAPT-product lezen. De nieuwere variabelen ontbreken dan echter in de TUNE Adapt-unit. • TUNE Adapt van latere versies kunnen geen oudere versies van ADAPT-producten lezen.
Figuur 4. TUNE Adapt kan worden aangesloten op een kanaalklep door de RJ12-kabel direct in het enkele contact aan de zijkant van de klep te steken.
TUNE Adapt Display en menustructuur
Het TUNE Adapt-scherm kan slechts vier rijen tekst weergeven. In deze handleiding worden menuvoorbeelden in grijs weergegeven als ze buiten het scherm vallen en in zwart als ze op het scherm verschijnen.
TOEVOER TEMP Toont de waarde van de ingebouwde temperatuursensor. In bepaalde toepassingen, zoals een ADAPT Damper voor retourlucht, kan de temperatuur niet worden getoond. De waarde -1 wordt dan gegeven.
TU N E A D A P T V 6 . 0 G EBR U IK E R S M E N U ALAR MEN M E N U IN BED R IJ F S T E L L E N TAAL /LAN GU A GE EXPER T M E N U TEST MENU
Bij het opstarten geeft de unit een lijst met beschikbare menu's weer. De bovenste rij is altijd gereserveerd voor de naam van het momenteel weergegeven menu. Op root-niveau toont de bovenste rij een Swegon-header, in latere versies ook inclusief de software-versie van de handterminal. Scrol met de pijlknoppen om naar het gewenste menu te gaan. Een geselecteerde rij wordt aangegeven door gemarkeerde tekst met een donkere achtergrond. Gebruik ENTER om de geselecteerde optie te bevestigen of door te gaan in een gewenst submenu. In enkele gevallen is een bevestiging vereist (JA/NEE) voordat u naar het geselecteerde submenu kunt gaan. Helemaal rechts op het display geeft een schuifbalk aan of er meer menu-rijen toegankelijk zijn in de lijst. Gebruik de pijlknoppen om omhoog of omlaag in de lijst te scrollen.
GEBRUIKERS MENU TU NE A D A P T V 6 . 0 G EBR U IKER S M E N U AL AR MEN* M UUIKER MENU * GE N BR INAC BED IJ FS T.RVO L UTMEEL L E N 0l/s TAAL/LAN GU GE SETP. VO L UAM E 00/s EXPER T EK ME N UM P VER TR TE TEST MEN U TEMP TO EVO ER
00.0°c
C O 2 VER T R E K
0ppm
C AC N IVE A U
00.0°c 0%
C AC C O 2 E QV
0ppm
AC TU ELE R V
0%
KO U D EVRA A G
0%
W AR MTEV R A A G
0%
W AR MTEK L E P P OS
0%
SL AVE VO L %
0%
EXTER N E I N P U T
0%
SO FTW AR E V R S SER IEN U M M E R
voor toevoerlucht, kan de ruimtetemperatuur niet worden getoond. In dit geval wordt de waarde -1 gegeven. Bij levering zijn de producten vooraf ingesteld op de inbedrijfstellingsmodus, ingesteld op max. luchtstroom, waardoor de ruimte koud kan worden, zie TEST MENU, achterin deze handleiding.
0000 00000
ACT. VOLUME Toont de huidige luchtstroom in l/s. SETP. VOLUME Toont het luchtstroom-setpoint in l/s. VERTREK TEMP Toont de gemeten ruimtetemperatuur in °C van de ingebouwde sensor, externe DETECT SME of DETECT T. In bepaalde toepassingen, bijvoorbeeld ADAPT Damper
CO2 VERTREK Als DETECT Q wordt aangesloten en APPLICATIE MENU: APPLICATIE wordt ingesteld op DETECT Q (overeenkomend met parameter 2 in oudere versies), wordt de CO2-waarde in de ruimte weergegeven. CAC NIVEAU / CAC CO2 EQV Als Clean Air Control wordt ingeschakeld, worden de waarde luchtkwaliteit (CAC NIVEAU) en de overeenkomende waarde herberekend in CO2 [ppm] (CAC CO2 EQV) hier weergegeven. Een goede luchtkwaliteit komt in dit geval overeen met een CAC-waarde lager dan 35%. ACTUELE RV Bij gebruik van een vochtigheidssensor wordt de actuele waarde in procenten weergegeven. KOUDEVRAAG Geeft de koelwaarde (0-100%) weer, waarbij 0% overeenkomt met de min. stroom in de afwezigheids- of aanwezigheidsmodus en 100% overeenkomt met de max. stroom. Als 2-staps koeling wordt geactiveerd, is het bereik 0-200%, waarbij de 100-200% het werkgebied van de koelklep toont. WARMTEVRAAG Geeft de verwarmingswaarde in procenten weer als het product voor verwarmingsregeling is ingesteld. De verwarmingsregeling is tijdproportioneel, wat inhoudt dat de klep alleen open is gedurende dat deel van de tijdcyclus waarmee de warmtebelasting overeenkomt. Voorbeeld – Warmtebelasting 50%: de klep wordt 50% van 350 sec. (= 175 sec.) gesloten en opent daarna gedurende 175 sec.
WARMTEKLEP POS (vanaf software-versie 4 of later) Geeft de verwarmingswaarde van de klep-output in procenten weer. Als de functie anti-koudeval wordt ingeschakeld, kan de verwarmingswaarde 0% zijn, terwijl de klep-output bijv. 20% kan zijn. SLAVE VOL % Geeft de luchtstroom van de slave-output weer. 0% komt overeen met een minimale of afwezigheidsstroom, terwijl 100% overeenkomt met de maximale luchtstroom. EXTERNE INPUT Geeft het signaalniveau van de externe input in procenten (0-100%) weer. Dit komt overeen met 0-10V DC voor de toepassing EXTERN 0-10V (variabele waarde 1 in eerdere versies) en 2-8V DC voor de toepassing SLAVE (variabele waarde 3 in eerdere versies). De waarde wordt alleen voor deze twee parameters gerapporteerd. De weergegeven waarde voor alle resterende toepassingen is 0.
2 Swegon behoudt zich het recht voor om specificaties te wijzigen. 20130214
www.swegon.com
TUNE Adapt SOFTWARE VRS Geeft de huidige software-versie van de controller in het product weer.
INBEDRIJFSTELLEN: DEBIETEN Menu's voor het instellen van alle setpoints van de controller. TUNE ADAPT V6.0
SERIENUMMER Geeft het serienummer van het product weer.
GEBRUIKERS MENU ALARMEN MENU INBEDRIJFSTELLEN
ALARM MENU
TAAL/LANGUAGE * INBEDRIJFSTELLEN *
Deze parameters in dit menu tonen de waarde 1 als iets abnormaal is in het ADAPT-product. Tegelijkertijd is de LED in de sensormodule rood.
EXPERT MENU DEBIETEN TEST MENU LUCHT KW ALITEIT * DEBIETEN * AANW EZIGHEID
TUNE ADAPT V6.0
MIN
10l/s
MAX
40l/s
GE B R U IK ERS MENU
AFW EZIGHEID
A LA RME N MENU * ALARMEN MENU * INB E DRIJFSTELLEN
EL. KAN. VERW ARM
A LA R M NGUAGE F UNCTIE: TA A L/LA E XKLEP P E R TEINDSTANDEN MENU ORNU ALARM T EMOT S T ME DRUKSENSOR
MIN MIN
0 0 0
V E RT REK TEMP
0
T OE V OER TEMP
0
SETPOINT FOUT
0
CAC SENSOR FOUT
0 0
LU C H T KWALITEIT
0
RV > MAX. DEV
0
KLEP EINDSTANDEN Geeft een klepslagfout aan; bij het opstarten voert het product een slagcontrole uit, waarbij de klep volledig open en dicht wordt gestuurd. Als deze controle mislukt, wordt er een alarm geactiveerd. MOTOR ALARM Dit functiealarm wordt geactiveerd als de actuator van het product niet de kleppositie binnen het gedetecteerde klepslaggebied kan bereiken. DRUKSENSOR Als de druksensor onredelijke waarden verstuurt of als de communicatie met deze sensor ophoudt, wordt er een alarm geactiveerd. VERTREK TEMP Verwijst naar een defect van de ingebouwde temperatuursensor of de temperatuursensor in de sensormodule. TOEVOER TEMP Verwijst naar een defect van de ingebouwde temperatuursensor in de toevoerluchtstroom van het product. SETPOINT FOUT Er wordt een alarm geactiveerd als de setpoints voor verwarmen en koelen elkaar kruisen. Het setpoint voor verwarmen moet altijd lager zijn dan het setpoint voor koelen. CAC SENSOR FOUT Geeft aan dat de ingebouwde sensor defect is of ontbreekt. COMFORT ALARM Er wordt een alarm geactiveerd bij activering van het comfortalarm wanneer de temperatuur (TEMPERATUUR), CO2-waarde (LUCHT KWALITEIT) of luchtvochtigheid (RV > MAX. DEV) meer afwijkt dan de ingestelde grenswaarden.
0l/s
ACT VOLUME
14l/s
SETP. VOLUME
15l/s
KLEP POSITIE
32%
CONFIGURATIE MAX VOLUME VENTIEL COMM. INACTIEF
COMF ORT ALARM: T E MP E RATUUR
51l/s
DRUKSENSOR STAT. DRUK
45.2Pa
0-CALIBRATI
1.4Pa
KLEP SLAGLENG.
55mm
DEBIETEN: AANWEZIGHEID Deze functie is voor het instellen van de MIN. en MAX. luchtstromen in l/s voor het huidige product in de aanwezigheidsmodus. Een product met “Standaard” in de aanduiding is een product op voorraad met standaard instellingen die hoogstwaarschijnlijk niet van toepassing zijn op de huidige installatie. DEBIETEN: AFWEZIGHEID De laagste luchtstroom tijdens de afwezigheidsmodus. DEBIETEN: EL. KAN. VERWARM. De min. luchtstroom van de elektrische kanaalverwarmer. Deze waarde is alleen van toepassing voor versie 5.1 (1024) of later. Als de functie wordt geactiveerd, d.w.z. wordt ingesteld op een waarde hoger dan 0 l/s, interpreteert de controller dit als een indicatie dat de verwarmingsbatterij in het toevoerluchtkanaal zit. Als verwarming vereist is, wordt de min. luchtstroom tot de setpoint-waarde verhoogd. De setpoint luchtstroom moet worden aangepast aan de instelling die de luchtverwarmer als zijn min. luchtstroom vereist. DEBIETEN: ACT VOLUME De actuele luchtstroom door het product, waarde in l/s. DEBIETEN: SETP. VOLUME Dit is het geschatte setpoint, berekend op basis van de koel-/warmtevraag in procenten, van het werkgebied tussen de min. en max. luchtstroom. DEBIETEN: KLEP POSITIE Geeft de huidige positie van het klepblad weer. Bij inbedrijfstelling moet u ervoor zorgen dat deze waarde minimaal 85% open is voor het ontwerpproduct in de zone.
Swegon behoudt zich het recht voor om specificaties te wijzigen. 20130214
www.swegon.com
3
TUNE Adapt DEBIETEN: CONFIGURATIE Deze functie wordt tijdens de inbedrijfstelling en de fase van de functiecontrole gebruikt. Bij levering zijn alle producten ingesteld op MAX VOLUME. Tijdens inbedrijfstelling moet elke instelling/parameter handmatig worden ingesteld. Na inbedrijfstelling moet de instelling INACTIEF worden gekozen. Het product gaat dan naar normaal bedrijf. Parameter
Uitleg/Functie
INACTIEF
Normaal bedrijf.
AFWEZIGH VOLUME
Het min. stroom-setpoint van het product in de afwezigheidsmodus.
MIN VOLUME
Het min. stroom-setpoint van het product in de aanwezigheidsmodus.
MAX VOLUME
Het max. stroom-setpoint van het product.
DEBIETEN: VENTIEL COMM. Met deze functie worden de kleppen 20 dagen volledig open gehouden (OPEN 20 DAGEN) om ventilatie toe te staan, zodat installateurs kunnen in bedrijf stellen. Deze functie kan ook voor inregelen worden gebruikt. De functie moet na het uitvoeren van de inregelen handmatig worden uitgeschakeld (INACTIEF). DEBIETEN: DRUKSENSOR Geeft de huidige stroomdruk weer (STAT. DRUK). Deze druk is bijna identiek aan de statische drukval over de luchtverdeler. Nulpuntkalibratie (0-CALIBRATI) kan worden uitgevoerd, maar dan moet u zeker weten dat er geen luchtstroom is. Het geforceerd sluiten van de klep helpt niet. Vóór levering is in de fabriek een nulpuntkalibratie uitgevoerd. DEBIETEN: KLEP SLAGLENGTE Geeft de gedetecteerde slag in millimeters voor het product weer.
Parameter
Uitleg/Functie
MIN INST.
Ondergrens voor het starten van de luchtstroomregeling.
MAX INST.
Bovengrens, 100% luchtstroom voor de luchtstroomregeling.
PPM PER VOLT
Specificeert de verhouding tussen de gemeten CO2 en het (volt) signaal naar het product. Gewoonlijk is dit 200 ppm/V.
LUCHT KWALITEIT: CAC SETPOINTS Setpoint-waarden voor de regeling van een VOC-sensor. Parameter
Uitleg/Functie
MIN SET
Ondergrens van waar de luchtstroomstijging start om vervuiling te ventileren.
MAX SET
Bovengrens wanneer de luchtstroomstijging zijn max. waarde heeft bereikt.
LUCHT KWALITEIT: RV SETPOINTS Setpoint-waarden voor de regeling van een vochtigheidssensor. Parameter
Uitleg/Functie
MIN SET
Ondergrens voor de start van de luchtstroomstijging om vocht te ventileren.
MAX SET
Bovengrens wanneer de luchtstroom zijn max. waarde heeft bereikt.
RV PER VOLT
Specificeert de verhouding tussen het gemeten RVniveau en het (volt) signaal naar het product.
TAAL/LANGUAGE Gebruik dit menu om de taalinstellingen in TUNE Adapt te wijzigen. T UNE A DA P T V 6 . 0 G E B RUI K E RS M E NU A L A RM E N M E NU
INBEDRIJFSTELLEN: LUCHT KWALITEIT
I NB E DRI J F S T E L L E N T A A L / L A NG UA G E
TU N E A D A P T V 6 . 0
E* XTPAEART E NU L / LM A NG UA G E *
G EBR U IKER S M E N U
T EESNG T M L IESNU H
AL AR MEN M E N U
NE DE RL A NDS
IN BED R IJ FS T E L L E N
DE UT S CH
* IN B E GE D R I JF S T E L L E N * TAAL/LAN G UA
F RA NÇA I S
EXPER T MEN D EBIETE NU TEST MEN LU C HT U KWA L I T E I T * L U C H T K WA L I T E I T * C O 2 (D E T E C T Q) MIN INS T . MAX IN S T PPM P E R V OL T
800ppm 1000ppm 200ppm
C AC SET P OI N T S MIN SE T
25%
MAX S E T
35%
R V SETP OI N T S MIN SE T
65%
MAX S E T
90%
R V PE R V OL T
10%
LUCHT KWALITEIT: CO2 (DETECT Q) Dit menu is bedoeld voor het instellen van de ondergrens en eindwaarden voor de luchtstroomregelfunctie in verhouding tot de CO2-waarde.
Scrol omlaag naar de gewenste taal en druk op ENTER om de taal te wijzigen. De standaard versie*) van TUNE Adapt wordt geleverd met het volgende taalpakket: • Engels, Zweeds, Fins, Deens en Noors. TUNE Adapt kan ook met één van de volgende twee taalpakketten worden besteld*): • Engels, Ests, Russisch en Pools • Engels, Duits, Frans en Nederlands Gebruikershandleidingen in alle hierboven genoemde beschikbare talen zijn ook te downloaden op www. swegon.com. *) TUNE Adapt met taalpakketten anders dan de standaard versie moeten apart besteld worden.
4 Swegon behoudt zich het recht voor om specificaties te wijzigen. 20130214
www.swegon.com
TUNE Adapt EXPERT MENU Het menu Geavanceerd wordt hoofdzakelijk gebruikt voor implementatie en inbedrijfstelling. Wijzigingen in het geavanceerde menu moeten worden uitgevoerd door ervaren gebruikers, zoals onderhoudstechnici. TU N E A D A P T V 6 . 0 G EBR U IKE R S M E N U
VERTR. TEMP AFW Afwijking ruimtetemperatuur – het verschil tussen de actuele waarden en de berekende setpoints voor koelen/ verwarmen bij aanwezigheid of afwezigheid. Als TUNE T wordt gebruikt voor setpoint-verstelling, kan de wijziging alleen in dit menu worden afgelezen. Voorbeeld:
ALAR MEN M E N U
Het setpoint voor koelen is 23 °C en het setpoint voor verwarmen is 21 °C.
IN BED R IJ F S T E L L E N
Bij een ruimtetemperatuur van 22,5 °C wordt de waarde 0,5 °K weergegeven als afwijkende temperatuur op de temperatuurlijn voor afwijkingen.
TAAL /LAN GU A GE EXPER T M E N U TEST MENU
EXPERT MENU: TEMP. MENU Menu's voor het instellen van temperatuurinstellingen, weergegeven in °C. * EXPERT MENU * TEMP. MENU AAN W EZIG H*E T I DE M P M E N U * EL TEM C KO O MMU N ICP A TAIA EN W
23°c
VER W . TE(NOOD) M P A AMENU NW EVACUATIE
21°c
KO EL TEM P MENU AFW APPLICATIE
25°c
VER W . TE M P A F W BER . SET P OI N T VER TR . T E M P A F W N AC H TKOE L
20°c 22.0°c 0.0°c 18°c
O C H TEN D V E R W.
25°c
TIJ D VERWK L E P
350s
D ELTA T MAX T VE R WA R M .
±0 K +1 0 K
KOELTEMP AANW Koeltemperatuur bij aanwezigheid, d.w.z. de temperatuur waarbij de koelregeling begint. Als het systeem voldoende capaciteit heeft, is dit de maximale ruimtetemperatuur in de koelmodus. VERW. TEMP AANW Verwarmingstemperatuur bij aanwezigheid, d.w.z. de temperatuur waarbij de verwarmingsregeling begint. Dit is de laagste temperatuur van de ruimte, op voorwaarde dat het product de verwarmingsregeling aanstuurt. Als dat niet het geval is, is de waarde onbelangrijk. KOELTEMP AFW Koeltemperatuur bij afwezigheid, dezelfde functionaliteit als beschreven voor de koeltemperatuur bij aanwezigheid. VERW. TEMP AFW Verwarmingstemperatuur bij afwezigheid, dezelfde functionaliteit als beschreven voor de verwarmingstemperatuur bij aanwezigheid. BER. SETPOINT Geeft het berekende gemiddelde setpoint voor regeling weer als een waarde tussen de verwarmings- en koelcondities. De waarde is afhankelijk van de aanwezigheids- of afwezigheidsmodi. Deze temperatuurwaarden worden getoond wanneer de unit in de nachtkoelmodus of de ochtendverwarmingsmodus werkt. Als TUNE T wordt aangesloten, wordt de invloed van TUNE T weergegeven op ±3° van de berekende gemiddelde waarde.
Als TUNE T zoveel mogelijk omlaag wordt gedraaid voor gereduceerde ruimtetemperatuur, wordt het setpoint voor koelen 20 °C en de waarde 2,5 °K wordt dan getoond.
Dit betekent dat het 2,5 °K te warm is in de ruimte en dat de koelregelfunctie start.
NACHTKOEL Setpoint voor nachtkoeling. Dit setpoint is van toepassing als de nachtkoelfunctie wordt ingeschakeld vanaf een GBS en resulteert in het boosten van de luchtstroom totdat de stroom zijn max. luchtstroom-setpoint bereikt. OCHTEND VERW. Ingestelde waarde voor ochtendverwarming van panden wanneer de functie wordt ingeschakeld vanaf een GBS. TIJD VERWKLEP Geeft de tijd aan die een thermische actuator nodig heeft om vanuit een gesloten positie helemaal te openen. De tijd wordt gebruikt voor het tijdproportioneel openen wanneer de warmtebelasting <100% is. Als het product de elektrische verwarming via een halfgeleiderrelais gaat regelen, moet de tijd op max. 60 sec. worden ingesteld. DELTA T Regelgrens voor de luchtstroom – Specificeert de grens voor een acceptabele toevoerluchttemperatuur in verhouding tot de gespecificeerde ruimtetemperatuur. Een positieve waarde staat alleen een verhoogde luchtstroom toe wanneer de toevoertemperatuur lager dan de setpoint-waarde is. Een negatieve waarde staat toe dat de toevoerluchttemperatuur hoger is dan de gewenste behoefte voor koelen of verwarmen met lucht, bijv. als de waarde wordt ingesteld op -5° K, kan een verhoging van de luchtstroom worden uitgevoerd met toevoerlucht die 5° K warmer is dan de ruimtetemperatuur. Het overeenkomende principe geldt ook voor de koelmodus. De standaard waarde wordt ingesteld op 0° K, wat in de praktijk inhoudt dat de toevoerlucht slechts 0,1 °K lager hoeft te zijn om koeling te laten plaatsvinden. MAX T VERWARM. Luchtverwarming ∆T – ingestelde waarde van de maximale toevoerluchttemperatuur als het product een kanaalverwarmer regelt. De toevoerluchttemperatuur ontvangt een max. grens, ruimtetemperatuur + de ingestelde waarde (0-15 °K).
Swegon behoudt zich het recht voor om specificaties te wijzigen. 20130214
www.swegon.com
5
TUNE Adapt EXPERT MENU: AANWEZIGHEID
EXPERT MENU: COMMUNICATIE
Menu's voor instellingen van de interne aanwezigheidssensor.
Bevat de communicatie-instellingen voor het product naar SuperWISE of een GBS, zie de tabel. Let op de specifieke instellingen voor producten aangesloten op een SuperWISE-systeem.
* EXPERT MENU * TEMP. MENU AAN W EZIG H E I D
* E X P E RT M E NU *
C O MMU N IC* AATAI E N WE Z I GH E I D * EVAC AANU WATIE . N IV(ENAOOD U ) MENU 0000 APPL ES NU AANIC WATIE . ST AM TU 0 AAN W . ST A T +V E R T R AAN W VER T R U I T AAN W VER T A A N
T E M P . M E NU A A NW E Z I G HE I D CO M M UNI CA T I E
0
E V A CUA T I E ( NOMOMD) MCA E NU * CO UNI TIE * A PMPOLDB I CAUS T I EA DRE M E NU S 000
20m 0s
B A UDRA T E
AAN W EZIG H E I D AU TO /H A N D M .
AUTO
P A RI T E I T
AAN W /A F WE Z
A F W.
STOPBITS
AANW. NIVEAU Geeft het signaalniveau van de ingebouwde aanwezigheidssensor aan. Als de waarde van de sensor hoger dan 250 is, wordt aanwezigheid gedetecteerd. Voor ADAPT Damper met DETECT SME is de detectiegrens 100. AANW. STATUS*) Geeft de status van de ingebouwde aanwezigheidssensor weer, 1 = aanwezigheid. De waarde keert na 1 minuut terug naar 0 als er geen nieuwe aanwezigheid wordt gedetecteerd. AANW. STAT+VERTR De aanwezigheidsmodus inclusief de vertraging. De waarde is van toepassing op het complete systeem van verbonden master/ slave-luchtverdelers, inclusief externe aanwezigheidssensoren. AANW VERTR UIT*) Uitschakelvertraging aanwezigheid – Vertragingstijd totdat de controller naar de afwezigheidsmodus gaat, op voorwaarde dat er geen nieuwe aanwezigheidsdetectie heeft plaatsgevonden.
Bij een ADAPT Damper in de master-versie, zonder een ingebouwde aanwezigheidssensor, moet deze waarde worden ingesteld op continue aanwezigheid als er geen DETECT O is aangesloten. LET OP: Als er een slave-klep van het type ADAPT Damper wordt gebruikt, moet de overeenkomende instelling ook in de slave worden uitgevoerd. *) De beschrijving verwijst naar een ingebouwde aanwezigheidsdetector en geldt niet voor externe detectoren zoals de DETECT O. AANW VERT AAN en AANW VERTR UIT moeten in de externe detector zijn ingesteld, zie de aparte instructies voor het specifieke product. AANW. STATUS geeft geen gegevens van externe detectoren weer, alleen AANW. STAT+VERTR wordt weergegeven als 0 of 1.
1
Instelbare parameters in het communicatiemenu Parameter
Functie en te selecteren modi
MODBUS ADRES
Instelling van het modbus-adres: 1-248
BAUDRATE*)
Communicatiesnelheid – instelbaar op drie niveaus: 9,6 k/19,2 k/38,4 k
PARITEIT*)
Pariteitscontrole: NONE / ODD / EVEN
STOPBITS*)
0 of 1
Een product aangesloten op SuperWise moet altijd de volgende instellingen hebben: BAUDRATE: 38.4k / PARITEIT: NONE / STOPBITS: 1
*)
EXPERT MENU: EVACUATIE (NOOD) MENU Met dit menu kunnen noodinstellingen worden afgelezen of getest. * E X P E RT M E NU * T E M P . M E NU A A NW E Z I G HE I D CO M M UNI CA T I E E V A CUA T I E M E NU
AANW VERT AAN*) Inschakelvertraging aanwezigheid – Vertragingstijd voordat de controller naar de aanwezigheidsmodus gaat. Deze moet altijd zijn ingesteld op 0 als de verlichtingsregeling moet worden gebruikt. In andere gevallen is de aanbevolen waarde 30 sec. AANWEZIGHEID Staat geforceerde regeling van de aanwezigheidsmodus toe van automatisch (AUTO) naar handmatig (HANDM.). Als de handmatige modus wordt geselecteerd, moet AANW/AFWEZ ook handmatig worden ingesteld op afwezig (AFW.) of aanwezig (AANW.).
38,4k NO NE
A P P L I CA T*I EE VMAECUA NU T I E M E NU * I N G E V A L V A N NO O D RE G E L I NG
UI T
I NS T E L L I NG E N MASTER SLAVE
DI CHT GELIJK
Functies – EVACUATIE MENU Menu
Functie
REGELING
UIT / AAN – Activeert de noodtest. Tijdens de test knippert de LED oranje. Vergeet niet om REGELING te resetten naar UIT als de test is afgerond.
INSTELLINGEN
Verwijst naar de uitgevoerde actie bij noodactivering: sluiten of openen van kleppen.
MASTER
DICHT / OPEN – Alleen instelbaar als TUNE Adapt op een master-verdeler wordt aangesloten.
SLAVE
GELIJK / INVERSE – Alleen instelbaar als TUNE Adapt op een slave-verdeler wordt aangesloten. Het wijzigen van de parameter terwijl aangesloten op een masterverdeler heeft geen effect op andere slave-verdelers in het systeem, aangezien voor elke slave de parameter afzonderlijk moet worden ingesteld.
6 Swegon behoudt zich het recht voor om specificaties te wijzigen. 20130214
www.swegon.com
TUNE Adapt EXPERT MENU: APPLICATIE MENU Wordt gebruikt voor het instellen van de primaire functies in het product. De schermvoorbeelden laten een geactiveerde LUCHTKOELING-modus zien.
FUNCTIE Het bedieningsmenu bevat instellingen voor de extra functies in het product. Mogelijkheden
Functie indien geactiveerd
LUCHTKOELING
Luchtvoerende koeling, eventueel in combinatie met radiatorverwarming.
LUCHT KOEL.&VERW.
Luchtvoerende koeling en luchtvoerende verwarming.
EVAC U ATIE M E N U
2 TRAPS KOELING
APPLICATIE MENU * APPLICATIE MENU *
Periodiek lucht en water, verwarming is niet mogelijk.
–
Niet te selecteren in de huidige versie.
* EXPERT MENU * TEMP. MEN U AAN W EZIG H E I D C O MMU N IC A T I E
APPLIC AT I E N O R MA A L FU N C TIE L U C H TK OE L I N G LED IN D ICA T OR FU N C TI E TEMP SENS OR S E L E C TYPE
0
VER W AR M I N G AAN G ES L OT E N AC TU AT OR T Y P E N /C
LED INDICATOR Hier kunt u selecteren of de LED van het product waarop u bent aangesloten (in toepasselijke gevallen, d.w.z. producten met een sensormodule), moet worden uitgeschakeld of gebruikt om functionaliteit of comfortalarm aan te geven, zie ook ALARM MENU. Mogelijkheden
Functionaliteit
UIT
De LED op het product wordt uitgeschakeld.
FUNCTIE
De LED geeft normaal bedrijf aan maar niet het comfortalarm (standaard instelling).
COMFORT
De LED geeft alleen het comfortalarm aan.
FUNC & COMFORT
De LED geeft zowel normaal bedrijf als het comfortalarm aan.
UIT BIJ AFW.
De LED geeft normaal bedrijf aan, maar wordt in de afwezigheidsmodus uitgeschakeld.
GEEN ALARM IND.
De LED geeft normaal bedrijf aan. Er worden geen functiealarm aangegeven.
ANTI KOUDEVAL STAR TNI V E A U
00%
STO P BI J K OE L
50%
KL EP EXE R C I T I E TIJ D IN T E R V A L
5d
C AC AC TI V E R E N N IET A C T I E F VEN T BO O S T AAN VER TRA GI N G TIJ D
72h 5m
C AC /C O 2 B I J A F W. IN AC TIE F
APPLICATIE Selecteer de toepassing die overeenkomt met de beschrijving in de tabel. De toepassing definieert hoe de externe input-regeling van het master-product wordt gebruikt (in oudere versies wordt de toepassing alleen aangeduid met cijfers (0-7), maar de order komt overeen met de onderstaande tabel, bijv. SLAVE = 3).
APPLICATIE
Uitleg/Functie
NORMAAL
Temperatuurregeling van de interne sensor.
EXTERN 0-10V
Externe regeling met een 0-10 V DC signaal.
DETECT Q
Luchtkwaliteit en interne temperatuursensor.
SLAVE
Slave-product.
TUNE T
Regelaar setpoint externe ruimtetemperatuur.
DETECT T
Externe ruimtetemperatuursensor.
DETECT RH
Vochtigheidssensor & interne temperatuursensor.
– *)
Deze functie wordt in een standaard set-up niet gebruikt.
Modusaanduidingen van de WISE-sensormodule LED-kleur
Uitleg
Groen, constant
Bij normale functionaliteit, tijdens nacht -koeling, ochtendverwarming en vent-boost.
Groen, knipperend
Tijdens opstarten (boot-sequentie).
Oranje, constant
Inbedrijfstellingsmodus, max. luchtstroom
Oranje, knipperend
Tijdens geforceerde regeling, bijv. de inbedrijfstellingsmodus (geforceerde max. luchtstroom), geforceerde min. luchtstroom, geforceerde aanwezigheid, noodgeval of handmatig positioneren van een klep.
Rood, constant
Voedingsspanning is te laag of een functiealarm.
Rood/Groen, wisselend
Comfortalarm, te hoge of lage ruimtetemperatuur of onvoldoende luchtkwaliteit.
TEMP SENSOR SELEC (vanaf software-versie 5 of later) Deze variabele definieert hoe de ingebouwde temperatuursensoren worden gebruikt. Deze functie wordt in de fabriek geprogrammeerd. Variabele waarde
In sommige configuraties kan deze toepassing worden gebruikt als een ventilatiefunctie, d.w.z. externe knop voor stroom-boost. *)
Swegon behoudt zich het recht voor om specificaties te wijzigen. 20130214
Uitleg/Functie
0
ADAPT-toevoerluchtverdeler en ADAPT Damper voor toevoerlucht met DETECT SME of DETECT T.
1
ADAPT Extract en Damper voor retourlucht.
2
ADAPT Damper voor toevoerlucht.
3
ADAPT Damper voor retourlucht met DETECT T.
4
ADAPT Damper voor retourlucht met DETECT SME.
5-9
Wordt in de huidige versie niet gebruikt.
www.swegon.com
7
TUNE Adapt VERWARMING (vanaf software-versie 4 of later) Als de ADAPT-controller wordt gebruikt voor het regelen van radiatoren, moet deze functie worden ingeschakeld (AANGESLOTEN/NIET AANWEZIG). De radiatorregeling kan echter niet worden gecombineerd met 2-staps koeling. Bij ADAPT-producten met versie 3 kan het wisselen alleen worden gedaan in Modbus via variabele 0x0006 (of overeenkomende software, niet via TUNE Adapt). ACTUATOR TYPE Hier kunt u het type schakeling wijzigen. De standaard instelling is N/C.
TEST MENU Bedoeld voor verplichte ventilatieregelingen. De functies worden gebruikt voor inbedrijfstelling en prestatiecontroles. Als TEST MENU wordt geselecteerd, wordt er een waarschuwing weergegeven om u eraan te herinneren goed op te letten. Als er gegevens in deze menu's worden gewijzigd, kan dat ertoe leiden dat het regelsysteem stopt met werken. T UNE A DA P T V 6 . 0 G E B RUI K E RS M E NU A L A RM E N M E NU I NB E DRI J F S T E L L E N T A A L / L A NG UA G E
Parameter
Uitleg/Functie
E X P E RT M E NU
N/C
Normally Closed.
T E S T M E NU
N/O
Normally Open. Wordt gebruikt voor verwarmingssystemen met noodzakelijke verwarming tijdens stroomuitval.
ANTI KOUDEVAL (vanaf software-versie 4 of later) Anti-koudeval – het product kan de verwarming regelen, ook als er geen warmtebelasting is. Deze functie wordt gebruikt voor het verminderen van koudeval door de ramen (STARTNIVEAU). De verwarmingsregeling wordt ingeschakeld op het setpoint-niveau, bijv. 20%, totdat de koelbelasting 50% heeft bereikt (STOP BIJ KOEL). KLEP EXERCITIE (vanaf software-versie 4 of later) Tijdens de zomer moeten de kleppen worden getraind, zodat ze niet vast blijven zitten. Deze training kan worden ingeschakeld door de tijd tussen deze gebeurtenissen in te stellen op >0. De tijd wordt 24 uur per dag ingesteld, TIJDINTERVAL (0-14d). De training vindt plaats door de klep-output 10 minuten in te schakelen. De functie wordt standaard geactiveerd. Activering vindt na de eerste keer gedetecteerde aanwezigheid na de deadline plaats. CAC ACTIVEREN Activering van de ingebouwde luchtkwaliteitsensor in ADAPT Damper op het retourluchtkanaal (NIET ACTIEF/ ACTIEF). VENT BOOST Schakelt de functie voor geforceerde luchtstroom gedurende een kortere periode (5 minuten) in wanneer het product langer dan de ingestelde tijd (72 uur) in de afwezigheidsmodus heeft gewerkt. Parameter
Uitleg/Functie
AAN/UIT
Activering van geforceerde luchtstroom
VERTRAGING
Tijdlimiet voor activering van de functie ventilatieboost.
TIJD
Tijdsduur voor geforceerde luchtstroom in minuten.
CAC/CO2 BIJ AFW. Voorziening voor het inschakelen van de CAC/CO2-functie wanneer het ventilatiesysteem in de afwezigheidsmodus werkt (INACTIEF/ACTIEF).
* T E S T M E NU * CONFIGURATIE M A X V O L UM E L UCHT V O L UM E TEST POSITIE K L E P P O S HA NDM
000l/s UI T 0%
NA CHT K O E L A UT O / HA NDM .
A UT O
O CHT E ND V E RW . A UT O / HA NDM . I NT E RNE DC
A UT O 29,3V
HE RS T A RT RE G E L A A R NE E / J A
NE E
CONFIGURATIE Deze functie wordt tijdens de inbedrijfstelling en de fase van de prestatiecontrole gebruikt. CONFIGURATIE is ook bereikbaar via INBEDRIJFSTELLEN: DEBIETEN: CONFIGURATIE. Voor meer details over deze functie, zie het gedeelte DEBIETEN: CONFIGURATIE op pagina 4. TEST POSITIE Test van de kleppositie (KLEP POS HANDM). Met deze functie kan de kleppositie handmatig worden aangestuurd naar een vaste waarde tussen 0 en 100%. Vergeet niet om na het uitvoeren van een test de testmodus terug te zetten naar de instelling UIT. Als de testmodus is geschakeld, knippert de product-LED oranje. NACHTKOEL Deze functie wordt gebruikt voor het aflezen van de status en voor het testen van de nachtkoelfunctie. Vergeet niet om deze functie na de test op AUTO in te stellen. OCHTEND VERW. Deze functie wordt gebruikt voor het aflezen van de status en voor het testen van de ochtendverwarmingsfunctie. Vergeet niet om deze functie na de test op AUTO in te stellen. INTERNE DC Geeft het interne spanningsniveau van de controller weer. Voor de juiste functionaliteit moet de waarde tussen 29 en 36 V DC liggen. HERSTART REGELAAR Met deze functie kunt u een herstart van de controller in het product uitvoeren als deze niet presteert zoals verwacht (NEE/JA), bijv. doordat er te veel functies zijn gewijzigd. Door het herstarten via deze functie worden de gewijzigde/ingestelde functies niet gereset.
8 Swegon behoudt zich het recht voor om specificaties te wijzigen. 20130214
www.swegon.com