Veritatis simplex oratio Seneca (de waarheid heeft niet veel woorden nodig)
inhoud Vooraf 1 Charissa 2 Moord en brand 3 Het liquidatieproces 4 Emily 5 Waxine 6 Sigarenzaak 7 Uit beeld 8 De Pool 9 Zuil 10 Boze Peter 11 Ajax 12 Autohandel 13 De Koektrommelmoord 14 Emiel Pardijs 15 Greg R. 16 Het Hofnarretje 17 De lijfwacht 18 Ski-moord 19 Friese baby’s 20 Verona 21 Onlusten 22 Boek-houder 23 Vastgepind 24 Brother Thomas 25 Het grenslijk 26 De paardenman 27 Piraten 28 Witwassen
9 14 18 25 30 36 42 48 55 59 67 74 82 91 101 109 118 127 131 138 143 150 155 160 166 170 183 192 199
Extra I Andrea Luten II Lieke van L.
208 229
vooraf
Iemand die wordt verdacht van een misdrijf komt in eerste instantie in een cel op een politiebureau. Soms meldt iemand zichzelf, soms wordt hij aangehouden op de plaats van het delict, soms wordt hij aangehouden met een zwaarbewapend arrestatieteam: ’s morgens vroeg van huis gehaald of klemgereden op de openbare weg. Een verdachte kan twee keer drie dagen op het politiebureau worden vastgehouden (inverzekeringstelling). Binnen drie dagen en vijftien uur moet hij worden voorgeleid aan de rechter-commissaris. Die doet twee dingen: toetsen of de inverzekeringstelling terecht is en zo ja, dan kan de inverzekeringstelling één keer met drie dagen worden verlengd of er volgt meteen inbewaringstelling: maximaal veertien dagen. Dit moet officieel in een huis van bewaring, maar bij plaatsgebrek is dat ook weleens op het politiebureau. Daarna moet de raadkamer (dat zijn drie rechters) beoordelen of de termijn van voorlopige hechtenis moet worden verlengd. Dat mag maximaal drie keer dertig dagen, dan moet er een openbare rechtszitting volgen. Als het onderzoek nog niet is afgerond, wordt dat een pro-formazitting. Daar maakt de officier van justitie bekend wat de verdenking is tegen de verdachte en wat het bewijs is. Als het bewijs niet overtuigend lijkt of als het om een niet al te ernstig delict gaat, kan de advocaat verzoeken om opheffing of schorsing van de voorlopige hechtenis. Een enkele keer wordt dat toegewezen. De verdachte kan dan naar huis, in afwachting van de rechtszaak. Er kunnen verschillende voorwaarden aan worden verbonden. Tijdens de opheffing of schorsing mag geen strafbaar feit worden gepleegd, de verdachte moet zich op afroep melden bij politie of justitie. Er kan een contact- of straatverbod worden opgelegd. Zo’n opheffing of schorsing wordt eerder toegewezen als het om langlopend onderzoek gaat, waarbij de te verwachten straf in de buurt komt van de tijd dat iemand
9
1
charissa
Woensdag 24 november 2010. Bij de rechtbank in Rotterdam dient de zaak tegen twee personen die worden verdacht van betrokkenheid bij de dood van een 46-jarige Venezolaanse man die tijdelijk in Nederland verbleef. Uit het onderzoek bleek dat er vlak voor zijn dood een vechtpartij had plaatsgevonden. Niet veel later werden er drie verdachten opgepakt: de 26-jarige Thugy A., zijn 23-jarige vriendin Selma, en de 42-jarige Charissa R. Selma werd al snel op vrije voeten gesteld, de andere twee bleven vastzitten. Voor Serge Weening, de advocaat van Charissa, begint de zaak met een verrassing. Dat de officier van justitie de originele tenlastelegging – diefstal met geweld, met de dood tot gevolg - had gewijzigd, was hem bekend. Van de nieuwe tenlastelegging had hij al een conceptversie ontvangen. Als de voorzitter van de rechtbank aan hem en aan de advocaat van Thugy, Jeroen Broers, vraagt of ze met de nieuwe tenlastelegging akkoord gaan, stemmen ze er dan ook allebei mee in. Totdat de advocaat de definitieve tenlastelegging, die hij net krijgt toegeschoven, eens goed doorleest. Deze wijkt af van de conceptversie die hem was toegestuurd, en met de nieuwe versie kan hij niet akkoord gaan. Volgens hem is het gebaseerd op ‘onjuiste juridische gronden’, maar de voorzitter van de rechtbank vindt dat de advocaat daar nu echt te laat mee is en wijst het verzoek om zijn akkoord in te trekken af. De rechtbank laat allereerst twee deskundigen aan het woord. Uit hun rapportages komt naar voren dat het slachtoffer een slecht hart had en dat er een behoorlijke concentratie cocaïne in zijn bloed werd aangetroffen. De combinatie van cocaïne en een slecht hart is sowieso al niet een optimale, maar als iemand zich dan ook nog eens in een stressvolle situatie begeeft, wordt het helemaal kielekiele. De
14
2
moord en brand
Woensdag 8 december 2010. Bij de rechtbank in Utrecht gaat de zitting verder tegen Aryan R., die verdacht wordt van het in brand steken van de 23-jarige Narges Achikzei uit Zeist, op 7 december 2009, waarna zij overleed. Net als bij de vorige zittingen is het ook vandaag erg druk. In de zaal en op de publieke tribune zit het vol met nabestaanden van Narges, familie van de verdachte, pers en politie. De rechtbank begint waar ze op 15 september 2009 gestopt was, met de behandeling van feiten. Tijdens het eerste gedeelte van deze zitting trilt Aryan over haar hele lichaam. Ze zit in elkaar gedoken op haar stoel en geeft heel zacht antwoord op de vragen die de rechter haar stelt. Ze antwoordt veelal ontkennend: zij heeft Narges niet in brand gestoken, ze is nog nooit bij haar thuis geweest en ze weet niet wat er gebeurd is. De familie van Narges laat van achter uit de zaal duidelijk merken dat ze haar niet geloven. Op de vraag waarom ze dan in januari toch zelf naar de politie is gestapt zegt ze: “Ik zag de beelden op televisie en ik las het signalement in de krant. Toen dacht ik, dat kan ik wel zijn.” Bij de politie verklaarde ze: “Ik heb daar iets mee te maken. Ik heb daarover gedroomd. Ik kan het moeilijk uitleggen, maar er was iets met een brand.” Ze heeft het er steeds over dat ze wel beelden in haar hoofd ziet van wat er gebeurd is. Ze zegt dat ze zich niet kan voorstellen dat ze Narges dit echt heeft aangedaan. Ook geeft ze aan dat ze daar absoluut geen reden toe had. Volgens een verklaring van Aryans beste vriendin ligt dit anders. Zij zegt dat Aryan al een tijdje verliefd was op Haroen, de verloofde van Narges, en dat ze het niet kon verkroppen dat Narges met hem ging trouwen. Toen ze hoorde dat Narges en Haroen zouden trouwen barstte ze zelfs in huilen uit: ze haatte Narges.
18
3
het liquidatieproces
Maandag 13 december 2010, zomaar een zittingsdag in het grote, slepende liquidatieproces. De zitting begint vandaag meteen goed met het besluit van de rechtbank om de voorlopige hechtenis van Ali A. op te heffen. Het levert de voorzitter van de rechtbank een ‘klasse jongen!’ en luid applaus en gejuich op van de broer van Ali en wat vrienden. Na een korte schorsing is Ali dan ook meteen vertrokken: op naar vrouw en kinderen. Een belangrijk onderdeel in de zitting van vandaag is dat Peter la Serpe vragen mag stellen aan Jesse Remmers. De rechtbank had eigenlijk verwacht dat de vragen betrekking zouden hebben op de moord op Gerrie Bethlehem, maar La Serpes vragen gaan vooral over de verklaringen die Jesse Remmers afgelopen vrijdag tijdens de zitting over hem aflegde. Volgens Jesse heeft Peter een aantal jaar geleden tijdens een scientology-sessie aan hem bekend een prostituee te hebben vermoord, haar in foetushouding te hebben vastgebonden en haar daarna te hebben begraven. Voordat Peter begint met zijn vragenlijst geeft Jesse aan wat iedereen al verwacht had, namelijk: “Mijn microfoon blijft uitstaan als hij vragen gaat stellen. Ik geef nergens antwoord op.” Ook al geeft Jesse nergens antwoord op, Peter mag al zijn vragen neerleggen. Hij wil net beginnen als hij wordt onderbroken door de officier van justitie. Ze vraagt hem of hij wel weet dat hij niet verplicht is tot het stellen van de vragen. De voorzitter van de rechtbank is hierdoor zichtbaar geïrriteerd. “Hij wordt bijgestaan door een advocaat, hoor.” Na de eerste vraag van Peter, of Jesse nog meer moorden kan noemen die Peter op zijn geweten zou hebben, interrumpeert de officier
25
4
emily
Dinsdag 14 december 2010. In Rotterdam is de vierde zittingsdag van de zaak die gevoerd wordt tegen zeven mannen die verdacht worden van loverboypraktijken. De 23-jarige Emily is naar haar zeggen van januari 2006 tot en met mei 2007 slachtoffer geweest van loverboys. In die periode werd ze veelvuldig mishandeld, verkracht en gedwongen tot prostitutie. Vandaag treedt ze voor het eerst op in de rechtszaal. Ze ziet er wat bleek uit, wat misschien versterkt wordt doordat ze een zwarte hoofddoek en een zwarte jurk draagt: ze lijkt een echte moslima, al zou je misschien niet meteen denken als je haar Nederlandse achternaam hoort. Tijdens een van de vorige zittingen is besproken dat Emily mag aangeven of ze wil dat de verdachten in de zaal aanwezig zijn als zij door de rechtbank wordt verhoord, of dat ze liever heeft dat de mannen vanuit de advocatenkamer meeluisteren. Nog voordat de rechter de vraag heeft gesteld geeft Emily aan dat ze het absoluut niet zou aankunnen wanneer de vijf aanwezige verdachten achter haar zouden zitten. “Eén kuchje, één knipoog, één lach van hun en ik word weer teruggeschopt in die hel. Ik vraag u: confronteer mij daar niet mee.” De advocaten van de verdachten zijn allen van mening dat hun cliënten het recht hebben om overal bij aanwezig te zijn. “Mevrouw heeft toch geen ogen in haar achterhoofd,” vindt een van hen. De rechtbank gaat even in beraad en besluit dat het belang van Emily in dit geval zwaarder weegt dan de belangen van de verdachten. Bovendien kunnen zij gewoon meeluisteren. Aan het begin van de zitting stelt de rechter Emily op haar gemak. Hij legt haar heel rustig en precies uit wat er gaat gebeuren en hoe dat
30
5
waxine
Vrijdag 7 januari 2011. Schitterde Erwin L., de man die op Prinsjesdag 2010 een waxinelichthouder richting de Gouden Koets gooide, een dag eerder nog door afwezigheid, vandaag is hij wel aanwezig in de rechtszaal in Den Haag. Hij maakt op het eerste gezicht een vrij ontspannen indruk, maar zijn ogen kijken wel alle kanten op. De reden dat hij gisteren niet op zitting verscheen had te maken met een discussie over het papieren pak dat hij droeg en over de ‘ranzige kleren’ die hem als alternatief werden aangeboden. Vandaag verschijnt hij in normale kleren, ware het niet dat de broek die een groot deel van zijn bilnaad laat zien doet wensen dat hij toch maar zijn papieren pak had aangehouden. Het is duidelijk dat Erwin graag zijn verhaal wil doen. Hij heeft opvallende opvattingen die hij te pas en te onpas wil delen met de rechtbank en de aanwezigen. Op sommige momenten onderbreekt hij de voorzitter van de rechtbank, die hem een aantal keer toespreekt: “Meneer, u moet nog steeds even stil zijn.” Als hij het woord krijgt zegt hij: “U bent hier om mij te veroordelen, dan moet u ook naar mij luisteren. Ik wil dat iedereen die mij nu al beoordeelt opstaat, mij zijn naam geeft en zijn argumentatie, en dan weggaat.” Erwin heeft de zaak van politicus Geert Wilders goed gevolgd en daaruit is hem duidelijk geworden dat het belangrijk is dat de verdachte wordt gehoord. Hij heeft dan ook meteen een opmerking richting de directie van de penitentiaire inrichting in Vught: hij had zijn verweren zorgvuldig geformuleerd en uitgewerkt, maar hij mocht de stukken niet meenemen. Hij is van mening dat de directie een eerlijke rechtsgang saboteert en dat de procesvoering op deze manier wordt ge-
36
6 sigarenzaak
Woensdag 12 januari 2012. Bij de politierechter in Amsterdam dient een tweeënhalf jaar oude zaak. Wat is er gebeurd? Op 8 mei 2008, rond een uur of drie ’s middags, staan moeder Yvonne en dochter Anouk achter de toonbank van hun sigarenzaak als er een meisje aan de balie komt. Een paar minuten eerder heeft ze iets gekocht in de winkel waarvoor ze naar haar idee te weinig wisselgeld heeft gekregen. Anouk, die het meisje geholpen heeft, kan zich haar niet meer herinneren. Er ontstaat een woordenwisseling. Het meisje wordt boos en wil haar geld terug. Voor Anouk er erg in heeft haalt het meisje naar haar uit. Anouk gooit op haar beurt een geldbakje in de richting van het meisje en niet veel later ontstaat er een vechtpartij waarbij ook de vriend van het meisje en moeder Yvonne betrokken zijn. Zowel Anouk en haar moeder als het meisje en haar vriend staan nu terecht. Allen wordt (poging tot) zware mishandeling ten laste gelegd. De belangrijkste vraag van vandaag is: wie is hier de dader, en wie het slachtoffer? Voorafgaand aan de zitting ogen Yvonne en Anouk vrij ontspannen. Ze gaan ervan uit dat hen niks verweten kan worden. Tijdens de zitting zullen er beelden worden getoond die zijn opgenomen met een bewakingscamera, dus dan wordt vanzelf duidelijk hoe het zit. Het meisje, Saffira, en haar vriend zitten er iets gespannener bij. Ze praten niet met elkaar of met hun advocaten, maar kijken zwijgend voor zich uit. In de rechtszaal hangt een groot scherm waarop de beelden van de bewakingscamera worden getoond. De rechter heeft zelf de beelden nog niet gezien. Hoewel er speciaal iemand in de zaal aanwezig is die de videoapparatuur moet bedienen, gaat het er allemaal wat klungelig aan toe.
42
7
uit beeld
Woensdag 26 januari 2011. Er gingen veel zittingen en veel advocaten aan vooraf, maar nu is dan eindelijk de inhoudelijke behandeling van de zaak tegen Frans J., verdacht van de moord op en het laten verdwijnen van het lichaam van amateurfotograaf Henk Peters (41) uit Doorwerth. Er is veel belangstelling voor de zaak: de publieke tribune is afgeladen. “Het lijkt wel een invasie,” mompelt de officier van justitie als hij ziet hoe het volloopt. Het duurt even voor de zitting begint en het geroezemoes vanaf de publieke tribune, die voornamelijk gevuld wordt door bij het onderzoek betrokken politieagenten, wordt steeds luider. Totdat advocaat Frank van Ardenne (nummer zeven in de rij, Frans J. wisselde voortdurend van advocaat) en de verdachte binnenkomen. In één klap is het stil en lijkt ieders aandacht, met name die van de twee zussen van Henk - die het daarvoor nog hadden over de gordijnen in de rechtszaal die niet gestreken waren - gevestigd op de verdachte. Hij ziet er op het eerste gezicht verzorgd uit. Hij draagt een overhemd met een net jasje. Bij nader inzien is zijn overhemd niet gestreken, zit zijn haar ook niet echt netjes en is hij erg bleek. Op de tenlastelegging staan onder andere betrokkenheid bij de dood van Henk Peters in de periode van 29 april 2009 tot 25 mei 2009, moord met voorbedachte rade, diefstal, valsheid in geschrifte en het wegmaken van een lijk. Voordat de rechtbank vragen stelt aan J. gaat ze eerst in op de persoon Henk Peters. Hij wordt omschreven als een zorgzame, zwakbegaafde man die al 22 jaar voor dezelfde baas werkte, in de sociale werkvoorziening. Zijn grootste hobby was fotografie: hij fotografeerde met name treinen en ongelukken. Henk woonde bij zijn moeder en
48
er precies gebeurd is, is de vraag niet of hij het gedaan heeft, maar wat ertoe geleid heeft dát hij het deed. De belangstelling voor de zaak is groot: de publieke tribune zit vol met onder meer familieleden van de slachtoffers en hun begeleiders. Ook de (overigens vrij kleine) perstafel is helemaal bezet. Meteen bij aanvang wordt echter duidelijk dat de rechtbank vandaag waarschijnlijk niet aan de inhoudelijke behandeling zal toekomen, aangezien eerst de vraag moet worden beantwoord of nader onderzoek naar de psychische gesteldheid van de verdachte noodzakelijk is. Twee deskundigen van het Pieter Baan Centrum, psycholoog J.M. Oudejans en psychiater Grokovska zijn aanwezig om hun onderzoeken verder toe te lichten. De twee zijn het niet altijd met elkaar eens, zo blijkt gedurende de dag. Zo was er volgens de psycholoog bij Robert sprake van een paranoïde psychotische ontregeling voor en ten tijde van de moorden. De psychiater ziet het anders. “Op basis van getuigenverklaringen kom je misschien tot een paranoïde ontregeling, maar uit eigen onderzoek blijkt dat niet.” Het klinkt als een onderhuidse sneer richting de psycholoog. Volgens haar is er eerder sprake van een emotionele cognitieve ontregeling. Wat ze daar precies mee bedoelt wordt niet helemaal duidelijk, maar het is volgens haar ‘een stuk algemener’ dan de conclusie van de psycholoog. Ook over de persoonlijkheid van Robert zijn ze het niet eens. Psycholoog Oudejans ziet in hem geen zwak persoon. Het is niet iemand die uit zwakte en stress naar verdovende middelen zou grijpen, waardoor hij bijvoorbeeld in een psychose zou kunnen zijn geraakt. Psychiater Grokovska meent dat Robert wel degelijk te maken had met stress: hij had net zijn vaderland verlaten waar hij nog schulden had. Ook had hij daar problemen met zijn baas. De stress die dat veroorzaakte zou hem naar drank en drugs kunnen hebben doen grijpen, zoals dat vaker gebeurt bij Poolse mannen. De stress in combinatie met de middelen zouden dan van invloed kunnen zijn geweest op zijn persoonlijkheid. Uit toxicologisch onderzoek kan echter niet meer worden vastgesteld of er sprake zou zijn geweest van een zogenaamde alcoholpsychose. Het feit dat Robert zich veel dingen niet meer kan herinneren en
56
9
zuil
Donderdag 17 februari 2011. Voor iemand die zich niet speciaal bezighoudt met drugszaken belooft het een pittige dag te worden. Het Hof in Amsterdam begint, na de afgelopen maanden vele pro-formazittingen te hebben gehouden, eindelijk met het luisteren naar de onderzoekswensen van de advocaten en hun cliënten in het hoger beroep van de zaak-Zuil, waarna, als het goed is, snel kan worden overgegaan tot de inhoudelijke behandeling. Het is een al wat oudere zaak. Betrokkenen worden ervan verdacht deel te hebben genomen aan een criminele organisatie, in de periode van december 1996 tot juli 2008. Deze criminele organisatie, onder leiding van Dino Soerel, zou gedurende die periode drugstransporten door heel Europa hebben geregeld. Alle terechtstaande mannen, elf in totaal, worden verdacht van ofwel het organiseren van de transporten, dan wel het in- en uitvoeren van de drugspartijen of het witwassen van geld. De groep mannen, met Dino Soerel als bekendste en belangrijkste, is eerder door de rechtbank in Haarlem veroordeeld tot straffen variërend tussen twaalf maanden en vier jaar. Behalve Soerel: hem werd acht jaar opgelegd. In de Bunker zijn vandaag alle elf advocaten verschenen, maar niet alle verdachten zijn aanwezig. Dino Soerel is er wel met advocaat Marnix van der Werf; Jan L. komt opdagen met David Moszkowicz, Huub S. is er met Lars Langenberg en Arie V. met Jack Schoenmakers. Voordat de advocaten hun onderzoekswensen naar voren mogen brengen vraagt de voorzitter van het Hof of een van de advocaten-generaal nog even in het kort de tenlasteleggingen per persoon wil voorlezen, om een goed beeld te krijgen van de zaak. De kilo’s hasj, cocaïne,
59
10
boze peter
Dinsdag 22 februari 2011. Bij binnenkomst wordt de rechtszaal in Roermond, waar Peter T. terechtstaat, fel verlicht door de zon. Wellicht dat het mooie weer de reden is voor de lage opkomst: alleen de verdachte en zijn advocaat, Serge Weening, en een vertegenwoordiger van Slachtofferhulp zijn aanwezig. Peter staat terecht wegens poging tot moord c.q. doodslag op zijn ex-vriendin en haar vriendin, poging tot zware mishandeling en gijzeling van zijn ex. Hij wordt de zaal binnengebracht door twee politieagenten die geen moment van zijn zijde wijken, alsof ze wachten op een uitbarsting. Het verhaal begint in de nacht van 30 april op 1 mei 2010. De ex van Peter, Connie, haar zus Linda en een aantal vrienden staan op het station van Roermond te wachten op een trein. Ze hebben net Koninginnedag gevierd en willen terug naar huis als ze Peter tegenkomen. Hij is duidelijk boos. Hij begint te schreeuwen en achtervolgt de groep als die naar een ander perron loopt. Als Peter ziet hoe Xavier, een vriend van Linda en Connie, Connie bij haar arm pakt en haar probeert weg te houden van hem, slaat hij Xavier in zijn gezicht. Hij blijft de groep achtervolgen en blijft schreeuwen. Op een gegeven moment heeft Linda er genoeg van en zegt ze dat hij moet ophouden met haar zus lastig te vallen. Peter verklaart dat hij Linda hierop bij haar keel wegduwt, volgens Linda knijpt Peter haar keel secondenlang dicht. Als de groep in de trein zit, gaat Peter tegenover Connie zitten. De politie is dan al gebeld, maar Peter laat nog even weten dat hij haar ‘helemaal kapot’ gaat maken. Peter: “Ik deed dit uit woede, verdriet en pijn omdat ik van Connie houd.” Hun relatie was al een paar weken over, volgens Peter omdat
67
11
ajax
Woensdag 2 maart 2011. Het is al vroeg druk in de Amsterdamse rechtbank. Dat komt mede door de Ajax-fans die zich verzamelen op de publieke tribune, om de vandaag terechtstaande verdachten bij te staan. Het gaat om een aantal Ajax-supporters, een vaste club uit vak 410, die verdacht worden van deelname aan een criminele organisatie. Justitie heeft deze groep vanaf begin 2010 gevolgd, en uiteindelijk op 26 november 2010 een aantal mensen aangehouden op verdenking van handel in cocaïne, xtc en mdma. De inhoudelijke behandeling van deze zaak zal later plaatsvinden, vandaag is de regiezitting. Het is de bedoeling dat eerst drie van de verdachten en hun advocaten de onderzoekswensen naar voren brengen en dat daarna de overige drie verdachten zullen verschijnen. Als Remco de S., Pieter B. en Jordi R. binnenkomen wordt er eerst uitgebreid richting de publieke tribune gelachen en gezwaaid. Daarna is het wachten op de rechtbank. Terwijl die binnenkomt gaat Pieter B. vast zitten. Een van de aanwezige politieagenten is er als de kippen bij om hem te manen nog even te blijven staan. De officier van justitie begint met het voorlezen van de tenlasteleggingen van de drie aanwezige verdachten. In principe komen die op hetzelfde neer: ze worden alle drie verdacht van deelname aan een criminele organisatie – ze zouden zich allen hebben bezig gehouden met de verkoop, handel in of het vervoer van cocaïne, xtc en mdma – en cocaïnebezit op de dag van aanhouding. Hierna is het de beurt aan Wendy Vos, de advocate van Jordi R., om haar onderzoekswensen naar voren te brengen. Ze begint met te zeggen dat ze dat eigenlijk niet allemaal nu kan doen, aangezien ze gisteren nog een heel dik aanvullend dossier heeft ontvangen. Enigszins ge-
74
12
autohandel
Donderdag 3 maart 2011. In Zutphen staat de 37-jarige Vincent E. terecht op verdenking van het vermoorden van de 48-jarige autohandelaar Henk van Ravenhorst uit Eerbeek. Van Ravenhorst verdween op maandag 29 december 2009, nadat hij een bezoek had gebracht aan collega-autohandelaar Vincent E. Twintig dagen later werd zijn stoffelijk overschot gevonden in een berm bij Hoog Soeren. E. kwam al vrij snel in beeld als verdachte. Er is veel belangstelling voor de zaak, zowel familieleden van het slachtoffer als van de verdachte hebben zich verzameld om in de zaal plaats te nemen. Vincent komt samen met zijn advocaat, Peter Plasman, binnenlopen en neemt plaats achter zijn tafel. Hij ziet er netjes uit, draagt heel toepasselijk een gestreept pak, maar oogt behoorlijk nerveus. De officier van justitie vertelt dat Vincent ervan wordt verdacht met opzet en met voorbedachte rade Henk van Ravenhorst te hebben gedood. Dit is gebeurd door middel van messteken en door het met een zwaar voorwerp slaan op het hoofd. Voordat de zitting verdergaat heeft de rechter een mededeling voor met name de familie van Henk. “Of meneer E. het nou wel of niet gedaan heeft, vast staat in elk geval dat u uw broer verloren heeft. Het is begrijpelijk dat u daarom emotioneel kunt worden, maar als u overmand wordt door emoties vraag ik u wel rustig te blijven of de zaal te verlaten. We moeten in alle rust de zaak kunnen behandelen.” De rechter vertelt dat vandaag de feitenbehandeling aan de orde komt. Het dossier van deze zaak is erg groot, dus niet alles zal vandaag behandeld kunnen worden. Morgen is dan ook het requisitoir van de officier en het pleidooi van de advocaat.
82
13
de koektrommelmoord
Vrijdag 4 maart 2011. In Leeuwarden staat Helma K. terecht omdat ze ervan wordt verdacht haar schoonmoeder om het leven te hebben gebracht. Bij binnenkomst wordt meteen duidelijk dat het vechten wordt om een goede plek: er is zo’n vijftig man publiek naar de rechtbank gekomen om de zaak van vandaag bij te wonen. Uiteindelijk lukt het nog aardig een plek te vinden vanwaar in elk geval de rechter en de verdachte te volgen zijn. Het duurt even voordat de verdachte naar binnen wordt gebracht, maar als ze dan uiteindelijk binnen komt lopen staat een man van de voorste rij van de publieke tribune op en loopt op haar af. Hij geeft haar een zoen op haar mond en als ze zich omdraait om op haar stoel te gaan zitten geeft hij haar nog een tikje op de kont na. Het is haar man, die hierna weer bij zijn zoon en dochter gaat zitten. De sfeer in de zaal lijkt haast gemoedelijk. Dat komt mede door de voorzitter van de rechtbank: hij straalt een soort opagevoel uit. Hij begint met heel rustig aan iedereen, en vooral aan de vrouw tegenover hem, uit te leggen wat er vandaag precies gaat gebeuren. Gedurende de hele zitting lijkt het zijn voornaamste doel om haar in elk geval op haar gemak te stellen. De officier van justitie vertelt kort wat de tenlastelegging inhoudt: mevrouw Helma K. wordt primair verweten dat zij op 13 maart 2010 met opzet en met voorbedachte rade haar schoonmoeder, Pietje Bouma, van het leven heeft beroofd. “Ze wordt ervan verdacht dat ze na kalm beraad met een zwaar kantig voorwerp op het lichaam van het slachtoffer heeft geslagen, en met een mes heeft gestoken en gesneden. Moord dus.” Subsidiair worden doodslag en diefstal ten laste gelegd. De voorzitter van de rechtbank legt uit dat het de bedoeling is om
91
14
emiel pardijs
Op 10 maart 2011 staat bij de rechtbank in Zutphen de 20-jarige Ricardo R. uit Steenderen terecht. Hij wordt verdacht van betrokkenheid bij de dood van de 18-jarige Emiel Pardijs, in de nacht van 8 op 9 mei 2010. Die nacht werd Emiel onderweg naar huis klemgereden door een auto met vier inzittenden en helemaal in elkaar geslagen. Hij werd – vermoedelijk bewusteloos - op straat achtergelaten, waarna de auto ervandoor ging. Nog geen minuut later kon een toevallig voorbijkomende auto de jongen niet ontwijken en werd Emiel overreden. Tien uur later overleed hij in het ziekenhuis. De belangstelling van onder andere de pers voor deze zaak is groot. Het feit dat Ricardo de enige meerderjarige verdachte is, en de behandeling van de overige verdachten achter gesloten deuren plaatsvindt, speelt daarbij een belangrijke rol. Ricardo heeft al vijf maanden in voorarrest gezeten, maar is inmiddels op vrije voeten gesteld. Hij komt dan ook tegelijk met de andere aanwezigen de zaal binnenlopen. Hij draagt een glimmend zwart vest en lijkt een beetje zenuwachtig. Na de huishoudelijke mededelingen van de voorzitter van de rechtbank leest de officier van justitie de tenlastelegging voor: primair wordt Ricardo het medeplegen van doodslag verweten, subsidiair het medeplegen van zware mishandeling met de dood tot gevolg hebbende. Voordat daadwerkelijk begonnen kan worden met de inhoudelijke behandeling van de zaak is er nog een klein verschil van mening tussen de advocate van Ricardo, Kim Schepers, en de officier. Schepers vindt dat de zitting moet worden aangehouden omdat nog niet alle onderzoeken zijn afgerond. Het gaat met name over het onderzoek dat de doodsoorzaak van Emiel moet vaststellen. Een arts van het Nederlands Forensisch Instituut had daartoe opdracht gekregen, maar de vraag-
101
15
greg r.
Woensdag 16 maart 2011. In de Bunker in Rotterdam begint een van de twee zaken tegen ‘godfather’ Greg R. Bij de rechtbank in Amsterdam loopt een procedure omdat Italië wil dat hij wordt overgeleverd in verband met de voorbereidingen voor een cocaïnetransport vanuit Colombia via een Afrikaans land naar Antwerpen. Uit niets blijkt dat er een transport is geweest, maar in Italië is een telefoongesprek getapt waarin de naam van R. is genoemd als een van de betrokkenen die een transport zou regelen. In Rotterdam moet hij zich verantwoorden voor een drugszaak uit 2008. De zitting komt traag op gang. De meeste aanwezigen zijn al om negen uur paraat, de officiële aanvangstijd. Dat het pas drie kwartier later begint heeft alles met de locatie te maken. De behandeling had best in een gewone rechtszaal kunnen plaatsvinden, er was geen enkele reden voor extra beveiliging, maar vanwege ruimtegebrek werd uitgeweken naar de Bunker en dan gelden automatisch alle extra veiligheidsmaatregelen die heel veel tijd kosten en evenveel ergernis opleveren. In eerste instantie is er wat onduidelijkheid over de vraag of de pers in de zaal mag zitten of vanaf de publieke tribune moet meeluisteren. Na lang beraad wordt er een besluit genomen: de pers moet naar de publieke tribune. Daar blijkt het geluid zo slecht dat de voorzitter van de rechtbank, mr. Van Boven, nauwelijks te volgen is. De bode zwaait dat de pers toch in de zaal mag zitten. Slechts vier van de zeven opgeroepen verdachten zijn daadwerkelijk komen opdagen – van de anderen heeft één gisternacht een scooterongeluk gehad dus die kan wegens rugklachten niet aanwezig zijn, van de rest is het niet duidelijk. Het is bijna aandoenlijk: een stel oude mannen op een rijtje op de verdachtenbank. Greg R. is 62 jaar, hij oogt als
109
16
het hofnarretje
Donderdag 17 maart 2011. Van veraf lijkt het bij de Bunker in Amsterdam-Osdorp, om een uur of negen ’s ochtends, in eerste instantie vrij rustig. Er staan geen rijen voor de ingang, alleen een stuk of wat cameraploegen met bijbehorende busjes, en een tiental politieagenten aan het eind van de straat. Maar schijn bedriegt. Binnengekomen blijkt dat de perskamer overvol zit: alle media zijn aanwezig. En dat alles voor Robert M. en Richard van O., verdachten in de grote Amsterdamse pedofiliezaak. In de ochtend wordt de zaak van Van O., de echtgenoot van Robert M., behandeld. Vanaf de publieke tribune is hij, tussen de vier rijen pers in de zaal door, nog net te zien: een bleke man met een bril. Hij draagt een te wijd zittende rode trui. Hij lijkt op het stille jongetje uit de klas, dat geen vriendjes had en in zijn broek plaste. Op zijn tenlastelegging staat allereerst het plegen van ontuchtige handelingen met een destijds dertienjarige jongen die aan zijn zorg was toevertrouwd. Hij zou de jongen hebben gepijpt en afgetrokken. Ook wordt hij verdacht van het in bezit zijn van, en het vervaardigen en verspreiden van kinderporno. Het laatste punt op de tenlastelegging is het medeplegen van misbruik van een driejarig jongetje, te weten het broertje van de dertienjarige jongen. Hij zou samen met Robert M. op de kinderen hebben gepast. Terwijl hij met de oudste jongen in de woonkamer zat, was Robert in de slaapkamer van de jongste. Het Openbaar Ministerie verwijt Richard dat hij wist van de voorkeuren van zijn echtgenoot en dat hij dus had kunnen weten dat Robert het jongetje seksueel aan het misbruiken was. De oudere broer van het jochie verklaarde dat hij in de andere kamer zijn broertje om zijn moeder hoorde huilen.
118
17
de lijfwacht
Dinsdag 22 maart 2011. In Arnhem zou vandaag eindelijk de inhoudelijke behandeling in hoger beroep plaatsvinden in de zaak tegen Geurt R.: voormalig lijfwacht van maffiabaas Klaas Bruinsma en verdacht van afpersing. Hij wisselt nogal eens van advocaat, hij is geen gemakkelijke cliënt. Eerst werden zijn belangen behartigd door onder anderen Jan-Hein Kuijpers en Arthur van der Biezen, nu is het de beurt aan Yehudi Moszkowicz, de jongste telg uit de roemruchte advocatenfamilie. Hij is een zoon van Robert (‘Baruch’) Moszkowicz. Als iedereen al in de zaal zit duurt het even voordat de zitting kan beginnen. Er lijken wat problemen te zijn met R., die eerst nog met zijn advocaat wil spreken en dus meer tijd nodig heeft. De voorzitster van het Hof is duidelijk: “Het stond voor negen uur gepland.” Even later wordt Geurt de rechtszaal binnengebracht. In een krapzittende blauwe overall met witte vlekken neemt hij plaats. Alles aan hem lijkt groot: zijn handen, zijn schouders, zijn nek en zelfs zijn schoenen. Op zijn voorhoofd staat een bril. De bedoeling is dat begonnen wordt met de behandeling van de ontnemingszaak die in november 2010 voor het laatst is aangehouden. In de tussentijd is Geurt onderzocht door een psychiater – volgens hem doet ze zich voor als professional, maar is ze dat niet – in verband met zijn posttraumatisch stresssyndroom. Als de voorzitster vraagt of Geurt wat dichterbij de microfoon wil gaan zitten, reageert hij met: “Vind u het erg als ik dit ding uittrek?” Hij begint al aan zijn overall te sjorren. “Nou, ik weet niet wat u daaronder aanheeft,” reageert zij wat verbaasd, maar Geurt belooft dat hij de overall tot zijn middel zal aanhouden. Er volgt een komische scène als het Geurt niet lukt de strakke overall over zijn brede schouders uit te trekken. Hij vraagt of Moszkowicz hem even wil helpen. Met de
127
18
ski-moord
Dinsdag 12 april 2011. Om negen uur ’s morgens heeft zich al een behoorlijk aantal mensen verzameld in de Utrechtse rechtbank waar het proces in de zogenaamde ‘ski-moordzaak’ gaat plaatsvinden. Bij binnenkomst wordt meteen al duidelijk dat we nog zeker een uur moeten wachten voordat de zaak kan beginnen. Om iets na tienen mag dan eindelijk iedereen de zalen binnen. In de zaal waar de verdachten terecht staan is maar beperkte ruimte – voor familie en pers – waardoor andere bezoekers vanuit een andere zaal de zaak moeten volgen. Meteen valt op dat in de andere zaal het geluid beter is dan ooit: de microfoons van de advocaten en verdachten staan hard aan, waardoor iedereen de gesprekjes die normaal niet hoorbaar zijn, nu gewoon kan meeluisteren. Zo valt te horen dat verdachte Ricardo A. aan zijn advocaat, Willem-Jan Ausma, vertelt dat ze zo laat zijn omdat ze moesten wachten op iemand anders, dat duurde drie kwartier. “En daarna stonden we ook nog in de file.” De zaken van Ricardo A. en Ricardo van V. worden tegelijkertijd behandeld. Van V. wordt bijgestaan door de advocaten Robert Malewicz en Annemarie van der Velden. Ricardo A. is een kleine, brede jongen. Hij draagt een felgroene trui. Ricardo van V. is zo ongeveer het tegenovergestelde: hij is lang, mager en geheel in het zwart gehuld. De beide vrienden worden ervan verdacht dat ze op 1 februari 2010 hun vriend Mike Oostinjen in Tsjechië hebben vermoord door middel van messteken, schoppen en slaan. Voordat begonnen wordt met de behandeling van de feiten, vraagt Ausma of het mogelijk is de feitenbehandeling in de ochtend te doen: hij heeft ‘persoonlijke verplichtingen’ waardoor hij er in de middag niet bij kan zijn. De voorzitster van de rechtbank, mr. Y.M.J.I. Baauw-
131
19
friese baby’s
Dinsdag 19 april 2011. Ondanks het warme weer zijn er behoorlijk wat mensen naar Leeuwarden getogen om de zaak tegen Sietske H., de 26-jarige Friezin uit Nij Beets die vier kinderen direct na de bevalling heeft gedood, bij te wonen. Zo veel zelfs dat een aantal mensen vanuit een aparte zaal op een beamer moet meekijken. Het beeld is vrij goed, het geluid daarentegen laat nogal te wensen over. Het eerste deel van de zitting bestaat uit vragen die de rechtbank aan Sietske stelt - op sommige (belangrijke) vragen is Sietskes antwoord niet te horen. Dit tot frustratie van iedereen in de bezoekerszaal. De rechter wil weten hoe ze haar zwangerschappen steeds verborgen wist te houden voor haar omgeving, heeft die haar er nooit op aangesproken? Het had toch moeten opvallen. “Nou, niet echt,” antwoordt Sietske. “Je wordt gewoon wat dikker, wat omslachtiger.” Ze vertelt dat ze in paniek raakte op het moment dat ze dikker begon te worden, dan kwam er veel angst naar boven. Uiteindelijk is het de tandarts bij wie Sietske stage loopt die naar de politie stapt: hij vertrouwt het niet. Met een dikke buik had ze zich ziek gemeld, met een dunne buik kwam ze weer terug. Bij de politie verklaart Sietske dat ze inderdaad meer dan eens zwanger is geweest, maar dat ze de kinderen ter adoptie heeft afgestaan. Ze belooft dat ze een aantal weken later de adoptiepapieren zal laten zien. Als ze dat niet kan wordt ze in augustus 2010 aangehouden op verdenking van het te vondeling leggen van haar kinderen, het zich onttrekken aan de ouderlijke macht, of, in het ergste geval, het doden van haar kinderen. Als Sietske de eerste keer wordt verhoord gaat de politie uit van drie zwangerschappen. De lijkjes zijn dan nog niet gevonden. In eerste instantie houdt ze vol dat de kinderen nog leven, ze kan alleen niet
138
20
verona
Dinsdag 19 april 2011. Bij de rechtbank in Den Haag staat topturnster Verona van de Leur terecht, onder andere wegens afpersing en bezit van kinderporno. Samen met haar advocaat, Freek van der Brugge, komt ze de zaal binnenlopen. Ze ziet er sportief uit, met haar lange haar in een vlecht en een zwart trainingsjack op een zwarte broek. Voordat de officier van justitie aan de tenlastelegging begint wil de advocaat een verzoek doen. Hij vraagt of de behandeling van deze zaak achter gesloten deuren kan plaatsvinden. Van de Leur bevindt zich in een kwetsbare periode van haar leven, deze zaak maakt grote indruk op haar en heeft gevolgen voor haar verdere leven. “Natuurlijk is openbaarheid een groot goed,” zegt de advocaat. “Maar een openbare behandeling van deze zaak maakt een onevenredig grote inbreuk op haar privacy.” Hij vreest dat Verona niet vrijuit zal kunnen verklaren met alle media-aandacht om haar heen. De officier van justitie begrijpt het verzoek van de verdediging, maar stelt dat Verona nu 25 is, “het is niet alsof ze net meerderjarig is. Ook al ben je een bekende Nederlander, zittingen zijn openbaar.” De rechtbank gaat even in beraad om op dit verzoek te reageren. Als ze terugkomen begint de voorzitter met te zeggen dat de rechtbank het zich kan voorstellen dat Verona onaangenaam verrast moet zijn geweest toen ze die ochtend haar naam weer in de krant zag staan. Ze zien echter geen reden om de zaak achter gesloten deuren te behandelen. “Het is in dit land een groot goed dat zaken in het openbaar plaatsvinden,” vindt ook de rechtbank. Het eerste feit op de tenlastelegging van Van de Leur betreft de zogenaamde afdreiging van twee mensen, eind maart, begin april 2010. Het tweede feit betreft de kinderporno die de politie aantrof op haar
143
21
onlusten
Vrijdag 22 april 2011. Zo druk als het deze ochtend was in de Arnhemse rechtbank, vanwege de uitspraak tegen ‘super-militair’ Marco Kroon, zo rustig is het diezelfde middag bij de regiezitting in het hoger beroep tegen Ilias M. De Marokkaanse jongen werd in 2010 veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf nadat hij in de nacht van oud en nieuw was ingereden op een groep Molukse mensen. Hem werd poging tot doodslag ten laste gelegd: hij zou met opzet op de groep Molukkers, in de Diepenbrockstraat in Culemborg, zijn ingereden. Zelf verklaart hij dat zijn auto werd bekogeld met bakstenen, dat hij in paniek de auto keerde en daarbij per ongeluk een tuin in reed. Het Openbaar Ministerie eiste destijds vier jaar cel en ging in hoger beroep tegen de uitspraak. Ilias is zelf niet aanwezig, maar wordt vertegenwoordigd door zijn advocaat, Arthur van der Biezen. Het is aangenaam koel in de rechtszaal. Op de perstribune zitten – behalve deze verslaggeefster - maar twee andere mensen. Een van de rechters is al begonnen met het voorlezen van een aantal stukken voordat iedereen goed en wel een plek heeft. De advocaat wijst het hof allereerst op een vreemde uitspraak in het vonnis van de rechtbank. In het vonnis wordt aangenomen dat Ilias wegvluchtte vanwege de bakstenen die naar zijn auto werden gegooid, maar in een volgende alinea wordt gesteld dat er toch sprake is geweest van opzet. Hij had tijdens zijn vlucht de ‘aanmerkelijke kans’ moeten aanvaarden dat hij opzettelijk iemand zou doden. Nu heeft Van der Biezen al eerder, bij de rechtbank, een verzoek gedaan tot reconstructie van het gebeuren – dat werd toen afgewezen – maar hij ziet in deze uitspraak voldoende grond om opnieuw om een reconstructie te vragen. Hoe kan iemand die wegvlucht tegelijk de opzet hebben om iemand te
150
22
boek-houder
Woensdag 27 april 2011. Bij de rechtbank in Den Haag staat Emiel H. terecht. Hij wordt verdacht van ‘verduistering in dienstbetrekking’: terwijl hij voor uitgeverij Kluwer werkte zou hij 3500 boeken van Kluwer hebben verkocht en het geld in eigen zak hebben gestoken. In eerste instantie was deze zaak er een voor de politierechter, maar die vond het uiteindelijk toch te ingewikkeld. Dus nu staat Emiel hier, samen met zijn advocaat Esther Vroegh, voor de strafrechter. Hij staat er vol zelfvertrouwen: hij heeft niks verkeerd gedaan. Nadat de officier van justitie de tenlastelegging heeft voorgehouden vraagt de rechter aan Emiel wat hij ervan vindt. “Ik moet bepaalde woorden gaan inslikken,” antwoordt hij. “Ik heb geen enkel boek meegenomen, ik heb niks stiekem gedaan. Ik heb boeken ingekocht en doorverkocht – ik begrijp het probleem niet. Dit heeft allemaal te maken met een arbeidsconflict. Het is echt krankzinnig, dat meen ik oprecht. Krankzinnig.” Hij trekt even aan de mouwen van zijn grijze jasje en gaat verzitten. Hij vertelt dat hij in 2007 begint met het inkopen van boeken, die hij onder zijn eigen naam op de website bol.com doorverkoopt. Nadat het een beetje gaat lopen verkoopt hij om marketingtechnische redenen zijn boeken onder de naam ‘Readers’. Dit alles doet hij naast zijn werk, particulier, maar hij geeft wel alle inkomsten door aan de fiscus. Zijn boeken koopt hij in bij verschillende leveranciers. Zo is er een contactpersoon in België van wie hij vaak boeken koopt, en een leraar in Friesland. Ook heeft hij in Leeuwarden een keer een partij van duizend boeken in éé keer opgekocht. Op een gegeven moment wordt het account van Emiel bij bol.com geblokkeerd: Kluwer dreigt dat ze helemaal geen boeken meer aan de website zullen leveren als Emiels
155
23
vastgepind
Vrijdag 29 april 2011. Bij de rechtbank in Breda staat Danny R. terecht. In augustus 2010 kwam de 25-jarige Tilburger uit de gevangenis. Hij had vrijwel niks meer. Twee dagen na zijn vrijlating ging hij op gesprek bij de gemeente. Die wilde hem wel helpen: hij kreeg onder meer een speciale bankpas waarmee hij maximaal 150 euro per dag kon opnemen, om zo een nieuw bestaan op te bouwen. Een paar maanden later deed de SNS-bank aangifte bij de politie: er was in september heel veel geld opgenomen, een bedrag van in totaal 473.680 euro. Uit onderzoek blijkt dat de pas waarmee dat bedrag is gepind de gelimiteerde pas van Danny was. In januari 2011 werd Danny opgepakt en kwam hij vast te zitten. Nu moet hij zich daarvoor verantwoorden. Hij wordt bijgestaan door zijn advocaat, Jan-Hein Kuijpers. De officier van justitie, die erg zacht en binnensmonds praat, leest de tenlastelegging voor. Danny wordt ervan verdacht dat hij tussen 15 en 20 september 2010 een bedrag van 473.680 euro heeft gepind, door gebruik te maken van een zogenaamde valse sleutel. Subsidiair worden hem oplichting en verduistering ten laste gelegd. In de tenlastelegging is een wijziging aangebracht, waarvan Danny’s advocaat niet op de hoogte is. De wijziging houdt in de wijze waarop er van de valse sleutel gebruik is gemaakt, namelijk ‘tezamen of in vereniging met een ander of anderen’. Kuijpers noemt het ‘opvallend’ dat de officier van justitie de medeplegingvariant invoert. Danny kijkt wat nors van zich af, maar zit er verder verzorgd bij. Op zijn linkerhand is een tatoeage zichtbaar. Hij draagt een donkere spijkerbroek en een geblokt overhemd, met daaroverheen een zwarte spencer. Daar kan zijn advocaat niet aan tippen: diens witte bef is
160
24 brother thomas
Vrijdag 29 april 2011. Onderweg naar Arnhem waar de rechtszaak tegen de Engelse Thomas F. wordt voortgezet, krijgt advocaat JanHein Kuijpers een telefoontje. Zijn cliënt belt: hij is deze morgen niet meegenomen door het transportbusje dat hem naar de rechtbank zou brengen. Vanwege personeelstekort kon niemand hem naar beneden brengen en is het busje doorgereden. Hij baalt ervan, hij wil altijd zijn zaken bijwonen. Er wordt afgesproken dat ze gaan kijken of hij alsnog vanuit Zoetermeer naar Arnhem kan worden gebracht, en anders moet hij een afstandsverklaring tekenen. Bij de rechtbank aangekomen weet de bode ook al dat Thomas niet komt. Hem is verteld dat Thomas had getreuzeld in de douche en dat het busje niet zo lang wilde wachten. De officier van justitie vindt dat de zitting gewoon door kan gaan. “Meneer wist ervan, hij stond gewoon te lang onder de douche.” De enige belangstellenden die zijn komen opdagen zijn twee mannen van rond de veertig: een Engelsman en een Nederlander. De Nederlandse man legt steeds fluisterend aan de Engelsman uit wat er gebeurt en wat er gezegd wordt. Thomas F. is in 2009 in Engeland aangehouden op verdenking van deelname aan een criminele organisatie – die van Charles Zwolsman – die tienduizenden kilo’s drugs zou hebben verhandeld. Kuijpers noemt de zaak een ‘hoofdpijndossier voor de verdediging’. De zaak sleept zich nu al maanden voort en elke keer is er wel weer wat. In januari 2010 had hij al een verzoek gedaan om Charles Zwolsman als getuige te horen, in maart van dat jaar nog een keer. Daar werd steeds geen gehoor aan gegeven, en inmiddels is deze – belangrijkste – getuige dood. De enige reden dat Thomas vastzit is omdat een onderzoekster van de
166
25
het grenslijk
Donderdag 9 juni 2011. In Breda begint de rechtszaak tegen RobbertJan B., de man die wordt verdacht van de moord op zijn vrouw, de Russische Katharina Kanyak. Ze verdween in april 2007, in februari 2008 werd haar stoffelijk overschot gevonden in een ingesealde, met purschuim gevulde kliko, in het echtelijk huis in Baarle-Nassau. Robbert-Jan ontkent dat hij iets met de dood van zijn vrouw te maken heeft. De rechtbank heeft zes dagen uitgetrokken voor deze zaak. Vandaag draait het om de getuige-deskundigen die de doodsoorzaak van Katharina hebben proberen vast te stellen. Verschillende deskundigen hebben zich over het lijk gebogen, zowel deskundigen van het Nederlands Forensisch Instituut als in het buitenland gediplomeerde forensisch artsen. Hun bevindingen lopen nogal uiteen. Voordat de eerste getuige-deskundige, Danny Spendlove, mag komen opdraven heeft Jan-Hein Kuijpers, de advocaat van de verdachte, een aantal opmerkingen over de deskundigheid van Spendlove. Bij een zaak in Den Haag, waar Spendlove ook als getuige-deskundige optrad, zijn er twijfels gerezen over zijn deskundigheid. Naar aanleiding daarvan is een strafrechtelijk onderzoek ingesteld. Kuijpers haalt een brief aan die de procureurs-generaal naar de leden van het Openbaar Ministerie hebben gestuurd, waarin ze stellen dat het OM zich moet verzetten tegen het gebruik van Spendlove als getuige-deskundige in een zaak. Het heeft allemaal te maken met de titel die Spendlove voert: in Duitsland is hij forensisch specialist, in Nederland staat hij slechts geregistreerd als basisarts. Alle reden om te twijfelen aan zijn deskundigheid en hem in deze zaak niet als getuige-deskundige te laten optreden. Hoogstens als getuige, maar nog liever helemaal niet.
170
26
de paardenman
Op woensdag 29 juni 2011 staan bij het Gerechtshof in Leeuwarden drie jonge mannen in hoger beroep terecht wegens betrokkenheid bij de dood van Marinus Ooms uit Haulerwijk, in oktober 2006. De drie worden ervan verdacht dat ze hem tijdens een overval in zijn woning – ze dachten dat er bij hem veel geld te halen viel – bij de enkels en voeten hebben gekneveld, tape over zijn mond hebben geplakt, hem hebben geschopt, geslagen en gestompt en een vuurwapen hebben afgeschoten vlakbij zijn gezicht. Tot slot is er een mes in zijn rug gestoken waarna hij overleed. Marinus Ooms werkte als maatschappelijk werker voor het ministerie van Defensie. Hij stond bekend als paardenliefhebber. Bij de woning had hij een paardenbak, enkele maanden voor zijn dood was hij hier met de ‘Twin Acres Ranch’ begonnen. Eerst een terugblik. De 23-jarige hoofdverdachte Reggy K. wekte in april 2008 bij de rechtbank in Leeuwarden heel veel irritatie op bij iedereen. Door zijn hardnekkig ontkennen tegen beter weten in. Zo kwam het althans over. Het hielp hem ook niets: hij werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van achttien jaar. In een commentaar op internet werd hij omschreven als een ‘lege’ en levensgevaarlijke agressieve Surinamer. Het verschil met het slachtoffer kon niet groter zijn: “Hij was van plan 100 te worden en hij was al op de helft, dat waren z’n eigen woorden. Marinus Ooms was een man die je nooit meer van je harde schijf kreeg als je hem eenmaal had leren kennen. Zijn goedheid en humor waren zijn handelsmerken. Hij was een groot dieren- en mensenvriend.” Zo stond het op de website van Marinus Ooms. Hij was weliswaar geen geboren en getogen Fries, hij kwam uit Den Haag, maar in zijn woonplaats Haulerwijk mochten ze hem graag. Na zijn dood reageerde de gemeenschap geschokt en verslagen. Wat het extra
183
27
piraten
Dinsdag 12 juli 2011. In Rotterdam begint de inhoudelijke behandeling van de zaak tegen de vijf Somalische piraten die in november 2010 door het Nederlandse marineschip Hr. Ms. Amsterdam werden aangehouden. Ze zouden voor de kust van Somalië de Choizil, een plezierjacht, hebben gekaapt. Twee opvarenden daarvan worden vermist. De kaping vond plaats in oktober 2010, een maand later werden de mannen opgepakt. Aan hen wordt ten laste gelegd dat ze zich schuldig hebben gemaakt aan zeeroof en het gebruiken van geweld tegen personen en goederen. Bij de term piraten stelt men zich wat anders voor dan de vijf kleine, magere en jongensachtige mannen die vandaag terechtstaan. Ze druppelen een voor een de zaal binnen en kijken wat afwachtend voor zich uit, niet goed wetend waar te gaan zitten. Twee van hen dragen een zwarte jas – het is behoorlijk koud in de rechtszaal – twee anderen zijn gekleed in een polo en de vijfde draagt een trainingsjack van Adidas. Voordat met de inhoudelijke behandeling kan worden begonnen is het aan advocaat Rob Heemskerk om een preliminair verweer te voeren. Althans, hij noemt het een preliminair verweer, in feite doet hij een verzoek tot aanhouding van de zaak. Er zijn in het beginstadium van deze zaak, direct nadat de mannen op volle zee zijn aangehouden, gesprekken geweest tussen een inlichtingenofficier van het ministerie van Defensie en een belangrijke getuige. Aangezien deze gesprekken niet zijn gevoerd door een opsporingsbeambte, maar door iemand die daar voor militaire doeleinden was, vallen de gesprekken onder staatsgeheim en kunnen ze niet worden vrijgegeven. De verdediging heeft echter het idee dat er overleg is geweest tussen het Openbaar Ministerie en de inlichtingenofficier – de officieren van justitie zouden volgens de
192
28
witwassen
Woensdag 18 augustus 2011. Het regent op de dag dat de 51-jarige Saïd B. in Haarlem voor de rechter moet komen, al zal hij daar zelf weinig last hebben gehad: hij wordt vanuit het transportbusje rechtstreeks naar de cel onder de rechtbank gebracht. Saïd is geboren en getogen in Brazilië, maar woont al een aantal jaren in Libanon. Er is daarom zowel een tolk Portugees als een tolk Libanees naar Haarlem gekomen. Blijkbaar wordt vooraf niet besproken wat Saïd nodig heeft, want als na ruim een uur wachten de rechtszaak begint, blijkt dat Saïd een tolk Libanees wil: de andere tolk kan onverrichter zake naar huis. Voordat de zitting begint wil de rechter weten of Saïd vandaag antwoord gaat geven op vragen. Zijn advocate, Mariëlle van Essen staat op: “Cliënt zal zich op zijn zwijgrecht beroepen omdat de verdediging een groot aantal verweren heeft die zien op de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie en bewijsuitsluiting. Zo dienen onder meer zijn eerder afgelegde verklaringen te worden uitgesloten van bewijs. Dit betekent dat hij niet alsnog op zitting diezelfde verklaring kan afleggen, omdat ik in dat geval voor niets dat verweer heb gevoerd.” De rechter geeft een kort knikje en vraagt de officier van justitie de tenlastelegging voor te houden. Saïd wordt verweten dat hij tussen 6 mei en 8 mei van dit jaar bedragen van 707.330 euro en 990.960 euro wilde witwassen. Hij zou deze bedragen Nederland hebben binnengebracht zonder daarvan aangifte te doen. Het verhaal dat de rechter Saïd voorhoudt gaat als volgt: op 6 mei 2011 komt hij aan op Schiphol en gaat van daaruit naar een Van der Valk-hotel. De volgende dag verlaat hij het hotel en komt met een taxi weer terug. Op het moment dat hij de taxi uitstapt wordt hij overvallen
199
extra
De verslagen in het voorgaande deel zijn in de periode van oktober 2010 tot september 2011 gemaakt door Anna Korterink. Misdaadjournalist Hendrik Jan Korterink (tevens vader van Anna) verdiepte zich de afgelopen jaren onder meer in twee bijzondere (rechts)zaken. De moord op de vijftienjarige scholiere Andrea Luten uit Ruinen, in 1993, was een van de meest geruchtmakende onopgeloste misdrijven van de laatste decennia. Pas zeventien jaar later, in april 2010, volgende er een verrassende match met de dader. Tijdens de rechtszitting werden veel vragen beantwoord, behalve die ene: hoe is het mogelijk dat deze dader nooit eerder in beeld is gekomen? Een andere intrigerende rechtszaak was die tegen Lieke van L. uit Oploo. Ze was achttien jaar toen ze samen met haar vriend haar gewelddadige en drankzuchtige vader om het leven bracht, in een dramatische nacht. Hier is het vooral de strafmaat die tot nadenken stemt. In hoger beroep luidde het vonnis: vijftien jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
207
I
andrea luten
Locatie: rechtbank Assen Tijd: Dinsdag 7 december 2010, van 10.00 tot 15.00 uur. Behandeling moordzaak Andrea Luten. Op 10 mei 1993 fietst het vijftienjarig meisje uit Ruinen van haar school in Hoogeveen terug naar huis. In de buurt van Gijsselte, vijf kilometer van Ruinen, kwam ze Hendrik F. tegen, rond vier uur ‘s middags. De volgende dag werd het lichaam van Andrea in het bos gevonden. President van de rechtbank is mr. Jan Schoemaker, de verdachte is Hendrik F., geboren op 23 januari 1969 in Hoogeveen. Aan het begin van de zitting gaat de rechter ‘terug in ieders herinnering’ naar wat er op 10 mei 1993 is gebeurd. Hendrik F. werkte bij een bedrijf dat betonmallen maakte, maar hij zat in de ziektewet, hij had een vinger doormidden gezaagd met een cirkelzaag, zijn rechterhand zat in het verband. Het was mooi weer, in de eerste weken van mei 1993. Rechter: Wat deed u overdag zo? Hendrik: Een beetje rondfietsen, gewoon lekker in de buitenlucht, geen bijzonder doel. Rechter: U hield ook van vissen Hendrik: De ene keer ging ik vissen, de andere keer fietsen. Rechter: Hoe ver? Hendrik: Toch wel vrij redelijk ver. Rechter: Wanneer vertrok u? Hendrik: Net na de middag Rechter: Reed u steeds zelfde route? Hendrik: Nee, elke keer een andere. Rechter: Die route van 10 mei, had u die al vaker gereden? Hendrik: Nee, nog nooit. Ik heb vroeger in een werkplaats in Ruinen
208
II
lieke
“Tegen de verdachten in de Oploose moordzaak is vrijdag in hoger beroep respectievelijk vijftien en twaalf jaar cel geëist. In mei 2007 zouden de twee verdachten, een 21-jarige Oploose en haar 25-jarige vriend uit Eindhoven, haar vader vermoord hebben. Ze wurgden hem met de capuchon van een regenjack. Daarna staken ze de slaapkamer, waar het gebeurde, in brand. Als het aan het openbaar ministerie ligt, gaat de Eindhovenaar 15 jaar de gevangenis in, en de Oploose 12 jaar.” Een bericht in De Gelderlander van zaterdag 5 december 2009. Twee dagen eerder was ik aanwezig bij het drie dagen durende proces in Den Bosch. Die donderdag was dochter Lieke aan de beurt. Het is een van de meest dramatische zaken waar ik de afgelopen jaren mee te maken heb gehad. Ik meende zelfs even te zien dat de president van de rechtbank het te kwaad kreeg. Wat wil je, met een tegen hun tranen vechtende moeder en dochter voor je in zo’n oneindig treurig familiedrama? Met Jan van L. was niet te leven. Hij was zwaar alcoholist, met een verkeerde dronk: hij werd agressief. Alleen: de buitenwereld zag daar niet veel van, daar hield hij de schijn nog op. Zijn vrouw, Marjo Vos, had de moed al opgegeven en was in Frankrijk gaan wonen. Van de kinderen bekommerde alleen Lieke zich nog om hem, ze wilde ‘ons pap’ toch niet helemaal in de steek laten. Veel liefde kreeg ze er niet voor terug. Met zijn benevelde brein vervloekte hij zijn eigen kinderen, riep hij dat hij nooit kinderen had gewild en dat ze niet van hem waren. Een paar jaar geleden, toen hun dochtertje van dertien onverwacht overleed aan een acute aandoening, moest hij ‘s nachts naar huis komen en reed hij met zijn dronken kop tegen een lantaarnpaal.
229