VERIFIEERBARE FEITEN
Milieu
Een evaluatie van de kwaliteit van de academische opleidingen Milieu aan de Vlaamse universiteiten
www.vluhr.be/kwaliteitszorg Brussel – mei 2015
VERIFIEERBARE FEITEN Algemeen Hoofdstuk I Bezoekschema Per instelling Hoofdstuk II Lijst met de opleidingsspecifieke leerresultaten in relatie tot de gevalideerde domeinspecifieke leerresultaten opgesteld volgens de handleiding van de VLUHR; Hoofdstuk III Schematisch programmaoverzicht met vermelding van het aantal studiepunten per opleidingsonderdeel; Hoofdstuk IV Omvang van het ingezette personeel in VTE, ingedeeld naar categorie van aanstelling; Hoofdstuk V Instroomgegevens, doorstroomgegevens en totaal aantal studenten; Hoofdstuk VI De studieduur tot het behalen van het diploma per instromende cohorte en de gemiddelde studieduur per afstuderende cohorte; Hoofdstuk VII Overzicht van de belangrijkste activiteiten van de opleiding met betrekking tot internationalisering conform de visie van de opleiding, met minimaal de mobiliteit op basis van internationaal aanvaarde definities
Bezoekschema Visitatie Milieu Universiteit Antwerpen 4/11/14 start 14:00 14:00
einde 16:00
16:00
17:30
17:30 18:30 18:45 19:45 20:00
18:30 18:45 19:45 20:00
5/11/14 start 8:30 9:00 10:15
einde 9:00 10:15 10:30
10:30
11:45
11:45
12:00
12:00
12:45
12:45 14:00 15:00 15:30 18:00
14:00 15:00 15:30 18:00
duur ontvangst commissie 2:00 intern beraad visitatiecommissie + inkijken materiaal opleidingsverantwoordelijken, opstellers van het zelfevaluatierapport + studenten en docenten betrokken bij onderwijskundig overleg (max. 5-6 1:30 personen) 1:00 bezoek opleidingsspecifieke infrastructuur en mediatheek 0:15 intern overleg 1:00 werkveld en alumni; max. 12 personen, representatief voor de opleiding 0:15 intern overleg avondmaaltijd visitatiecommissie
duur 0:30 intern overleg + inzage lesmateriaal 1:15 studenten; max. 12 personen, representatief voor de opleiding, inclusief de studenten betrokken bij onderwijskundig overleg 0:15 intern overleg docenten (inclusief eindwerkbegeleiders), max. 12 personen, representatief voor de opleiding, inclusief de personen betrokken bij onderwijskundig 1:15 en/of beleidsoverleg 0:15 intern overleg 0:45 ondersteunende functies op opleidingsniveau (trajectbegeleiding, studieadvies, ombudsdienst, internationalisering) 1:15 middagmaal + inzage lesmateriaal 1:00 vrij spreekuur (Anniek gaat door) 0:30 gesprek met de opleidingsverantwoordelijke(n) 2:30 intern beraad visitatiecommissie en voorbereiding mondelinge rapportering mondelinge rapportering
Bezoekschema Visitatie Milieu Universiteit Gent 16/11/14 start 17:00 19:00
einde 19:00
duur 2:00 intern beraad visitatiecommissie avondmaaltijd visitatiecommissie
17/11/14 start 9:00
einde 9:30
9:30
11:00
11:00 11:15 12:15 13:45 15:15 15:30 16:30 17:30 18:30
11:15 12:15 13:45 15:15 15:30 16:30 17:30 18:30 18:45
18:45
19:15
19:15 19:45
19:45
duur 0:30 inkijken documenten opleidingsverantwoordelijken sanitation, opstellers van het zelfevaluatierapport + studenten en docenten 1:30 betrokken bij onderwijskundig overleg 0:15 intern werkoverleg + inzage cursussen, nota's en examenopgaven 1:00 studenten sanitation, inclusief studenten betrokken bij het onderwijskundig overleg 1:30 middagmaal + inzage cursussen, nota's en examenopgaven 1:30 bezoek commissieleden onderwijsruimten, practicumlokalen, bibliotheek e.d. 0:15 intern werkoverleg 1:00 zelfstandig academisch personeel sanitation inclusief ZAP betrokken bij onderwijskundig overleg 1:00 nabespreking, extra gelegenheid tot inzage cursussen, nota's en examenopgaven 1:00 gesprek met de afgestudeerden + beroepenveld sanitation 0:15 intern werkoverleg opleidingsverantwoordelijken sanitation, opstellers van het zelfevaluatierapport + studenten en docenten 0:30 betrokken bij onderwijskundig overleg (afsluitend) 0:30 informele ontmoeting avondmaaltijd commissie
18/11/14 start 9:00
einde 10:00
10:00
11:30
11:30 12:30 13:30 14:30 14:45 15:45 16:00
12:30 13:30 14:30 14:45 15:45 16:00 17:00
duur 1:00 inkijken documenten opleidingsverantwoordelijken milieusanering opstellers van het zelfevaluatierapport + studenten en docenten 1:30 betrokken bij onderwijskundig overleg 1:00 studenten milieusanering inclusief studenten betrokken bij het onderwijskundig overleg 1:00 middagmaal + inzage cursussen, nota's en examenopgaven 1:00 zelfstandig academisch personeel milieusanering inclusief ZAP betrokken bij onderwijskundig overleg 0:15 intern werkoverleg 1:00 vrij spreekuur milieusanering & sanitation 0:15 intern werkoverleg 1:00 gesprek met de ondersteuners milieusanering & sanitation
17:00
18:00
18:00
18:30
18:30 19:30
19:30
19/11/14 start 9:00
Kortrijk einde 11:00
11:00
12:30
12:30 14:00 15:00 15:15 16:15 17:15 17:45 18:45 19:00 20:00
14:00 15:00 15:15 16:15 17:15 17:45 18:45 19:00 20:00
20/11/14 start 9:00 10:30 11:30 12:30 13:30 14:00 16:30
Kortrijk einde 10:30 11:30 12:30 13:30 14:00 16:30
1:00 gesprek met de afgestudeerden + beroepenveld milieusanering opleidingsverantwoordelijken milieusanering opstellers van het zelfevaluatierapport + studenten en docenten 0:30 betrokken bij onderwijskundig overleg 1:00 verplaatsing naar Kortrijk + inchecken in het hotel avondmaaltijd commissie duur 2:00 intern beraad visitatiecommissie + inkijken cursussen, nota's en examenopgaven opleidingsverantwoordelijken, opstellers van het zelfevaluatierapport + studenten en docenten betrokken bij 1:30 onderwijskundig overleg 1:30 middagmaal + inzage cursussen, nota's en examenopgaven 1:00 studenten bachelor, inclusief student betrokken bij het onderwijskundig overleg 0:15 intern werkoverleg 1:00 studenten master, inclusief student betrokken bij het onderwijskundig overleg 1:00 zelfstandig academisch personeel bachelor, inclusief ZAP betrokken bij onderwijskundig overleg 0:30 intern werkoverleg 1:00 zelfstandig academisch personeel master, inclusief ZAP betrokken bij het onderwijskundig overleg 0:15 nabespreking, extra gelegenheid tot inzage cursussen, nota's en examenopgaven 1:00 gesprek met de afgestudeerden + beroepenveld avondmaaltijd commissie
duur 1:30 1:00 1:00 1:00 0:30 2:30
bezoek commissieleden onderwijsruimten, practicumlokalen, bibliotheek e.d. ondersteuners spreekuur en aanvullende gesprekken op uitnodiging van de commissie middagmaal gesprek met de opleidingsverantwoordelijken intern beraad van de commissie, voorbereiding mondelinge rapportering mondelinge rapportering
KENGETALLEN UNIVERSITEIT ANTWERPEN Master of Science in de milieuwetenschap
1.4
Vergelijkend overzicht van de kerncompetenties in relatie tot de gevalideerde domeinspecifieke leerresultaten UAntwerpen kiest vanuit haar visie op onderwijs voor het competentiegericht invullen van de leerresultaten. Dit betekent dat alle opleidingen hun leerresultaten omschrijven als kerncompetenties: geïntegreerde gehelen van kennis, vaardigheden en attitudes. In het ZER wordt het begrip ‘leerresultaten’ enkel gebruikt bij letterlijk citeren uit het visitatieprotocol en verwijzing naar VHLUR-richtlijnen. In de context van de Universiteit Antwerpen wordt steeds gesproken over de kerncompetenties. 2 1.4.1 Kerncompetenties van de opleiding Een master in de Milieuwetenschap: LR1. heeft de competentie om een (complex) milieuvraagstuk te herkennen, kritisch te analyseren in al zijn deelaspecten en een probleemstelling terzake te formuleren; LR2. kan milieuvraagstukken in de maatschappelijke (beleidsmatige, juridische, economische, technologische) en wetenschappelijke context plaatsen; LR3. is in staat om gericht actuele informatie en documentatiemateriaal over het milieukundig probleem op te zoeken, te ontsluiten en te verwerken; LR4. kan geïntegreerde voorstellen formuleren als bijdrage in het oplossen èn voorkomen van de milieuproblemen; LR5. kan vlot samenwerken in een multidisciplinaire setting; LR6. kan deskundig, wetenschappelijk verantwoord, kritisch en doelgroepgericht verslag uitbrengen en rapporteren, zowel mondeling als schriftelijk; LR7. is in staat beleidsplannen, beheersvoorstellen en implementatiemaatregelen kritisch te analyseren en een bijdrage te leveren aan het opstellen ervan; LR8. kan (milieu)onderzoeksprojecten uitwerken en opzetten. 1.4.2 Domeinspecifieke leerresultaten van de opleiding Leerresultaten 1 tem. 8 zijn in consensus uitgeschreven door de master in de Milieuwetenschap (UAntwerpen), de master in de milieusanering en het milieubeheer (UGent) en de master in Environmental Sanitation (UGent). In de volgende acht kernleerresultaten wordt een gezamenlijk leerresultatenkader geschetst voor de academische milieuopleidingen: dit kader is geïnspireerd door het Nederlands-Vlaams referentiekader voor academische milieuopleidingen. Leerresultaat 9 is enkel van toepassing op de master MW en vormt dus een opleidingsspecifieke aanvulling op de gemeenschappelijke stam. De afgestudeerde: DLR1. Heeft de competentie om een (complex) milieuvraagstuk als mens-milieuprobleem te herkennen, kritisch te analyseren en een probleemstelling terzake te formuleren. DLR2. Kan milieuvraagstukken in een dynamisch, maatschappelijk (zoals beleidsmatig, juridisch, economisch, technologisch) en wetenschappelijk perspectief plaatsen, van lokaal tot mondiaal en geïnspireerd door een context van duurzame ontwikkeling. DLR3. Is in staat zelfstandig relevante informatie over een afgelijnd milieuvraagstuk te ontsluiten en onderzoek naar dat milieuvraagstuk op te zetten, uit te voeren, daarover te rapporteren en aanbevelingen te formuleren voor interventie en voor verder onderzoek. DLR4. Is in staat om op basis van verworven inhoudelijke en methodische kennis en vaardigheden ten aanzien van kennisintegratie, een verdiepende bijdrage op academisch niveau te leveren die relevant is voor het oplossen en voorkomen van milieuproblemen. 2
UAntwerpen Departement Onderwijs, ZER-Bouwstenen.
Universiteit Antwerpen
ZER Master in de Milieuwetenschap 2014 - Bijlagen 6
DLR5. Is geoefend om in een multidisciplinaire setting samen te werken. Beschikt over de vereiste sociale en communicatieve vaardigheden (zowel mondeling als schriftelijk) om in een team te werken. DLR6. Is in staat in een zowel wetenschappelijke als niet-wetenschappelijke context te communiceren over milieuvraagstukken en hun aanpak, en daarover wetenschappelijk verantwoorde standpunten in te nemen en te bediscussiëren. DLR7. Geeft in het reflecteren over milieuvraagstukken en de actuele bijdrage van milieuwetenschappers hieraan blijk van een open, creatieve en kritische geest en attitude. DLR8. Is geoefend om binnen de grenzen van de eigen competenties op een gestructureerde wijze een autonome rol op te nemen als milieuprofessional, bijvoorbeeld als onderzoeker, adviseur en/of medewerker bij zowel academische, overheids- als private (profit en non-profit) organisaties. DLR9. Is in staat beleidsinitiatieven te analyseren en onderbouwde suggesties te formuleren voor beleidsontwikkeling of maatschappelijke interventie. 1.4.3 Congruentie van de domeinspecifieke leerresultaten en de kerncompetenties MW De afgestudeerde: DLR1. Heeft de competentie om een (complex) milieuvraagstuk als mens-milieuprobleem te herkennen, kritisch te analyseren en een probleemstelling terzake te formuleren. Kerncompetentie MW LR1. heeft de competentie om een (complex) milieuvraagstuk te herkennen, kritisch te analyseren in al zijn deelaspecten en een probleemstelling terzake te formuleren. DLR2. Kan milieuvraagstukken in een dynamisch, maatschappelijk (zoals beleidsmatig, juridisch, economisch, technologisch) en wetenschappelijk perspectief plaatsen, van lokaal tot mondiaal en geïnspireerd door een context van duurzame ontwikkeling. Kerncompetentie MW LR2. kan milieuvraagstukken in de maatschappelijke (beleidsmatige, juridische, economische, technologische) en wetenschappelijke context plaatsen. DLR3. Is in staat zelfstandig relevante informatie over een afgelijnd milieuvraagstuk te ontsluiten en onderzoek naar dat milieuvraagstuk op te zetten, uit te voeren, daarover te rapporteren en aanbevelingen te formuleren voor interventie en voor verder onderzoek. Kerncompetentie MW LR3. is in staat om gericht, actuele informatie en documentatiemateriaal over het milieukundig probleem op te zoeken, te ontsluiten en te verwerken; Kerncompetentie MW LR4. kan geïntegreerde voorstellen formuleren als bijdrage in het oplossen èn voorkomen van de milieuproblemen; Kerncompetentie MW LR8. kan (milieu)onderzoeksprojecten uitwerken en opzetten. Voor het rapporteren moet specifiek verwezen naar een andere vaardigheid: Kerncompetentie MW LR6. kan deskundig, wetenschappelijk verantwoord, kritisch en doelgroepgericht verslag uitbrengen en rapporteren, zowel mondeling als schriftelijk; DLR4. Is in staat om op basis van verworven inhoudelijke en methodische kennis en vaardigheden ten aanzien van kennisintegratie, een verdiepende bijdrage op academisch niveau te leveren die relevant is voor het oplossen en voorkomen van milieuproblemen. Kerncompetentie MW LR4. kan geïntegreerde voorstellen formuleren als bijdrage in het oplossen èn voorkomen van de milieuproblemen; De basis voor die kennisintegratie wordt mede gelegd door:
Universiteit Antwerpen
ZER Master in de Milieuwetenschap 2014 - Bijlagen 7
Kerncompetentie MW2. kan milieuvraagstukken in de maatschappelijke (beleidsmatige, juridische, economische, technologische) en wetenschappelijke context plaatsen. DLR5. Is geoefend om in een multidisciplinaire setting samen te werken. Beschikt over de vereiste sociale en communicatieve vaardigheden (zowel mondeling als schriftelijk) om in een team te werken. Kerncompetentie MW LR5. kan vlot samenwerken in een multidisciplinaire setting. De gewenste vaardigheden waarnaar wordt verwezen zitten vervat in het adjectief ‘vlot’. DLR6. Is in staat in een zowel wetenschappelijke als niet-wetenschappelijke context te communiceren over milieuvraagstukken en hun aanpak, en daarover wetenschappelijk verantwoorde standpunten in te nemen en te bediscussiëren. Kerncompetentie MW LR6. kan deskundig, wetenschappelijk verantwoord, kritisch en doelgroepgericht verslag uitbrengen en rapporteren, zowel mondeling als schriftelijk. Dat het daarbij zowel om een wetenschappelijke als niet-wetenschappelijke context gaat wordt vervat in de term ‘doelgroepgericht’. DLR7. Geeft in het reflecteren over milieuvraagstukken en de actuele bijdrage van milieuwetenschappers hieraan blijk van een open, creatieve en kritische geest en attitude. Kerncompetentie MW LR2. kan milieuvraagstukken in de maatschappelijke (beleidsmatige, juridische, economische, technologische) en wetenschappelijke context plaatsen; Niet alleen de wetenschappelijke context maar ook inzicht in de maatschappelijke verwevenheid en hoe daar mee om te gaan is essentieel voor milieuprofessionals; Kerncompetentie MW LR6. kan deskundig, wetenschappelijk verantwoord, kritisch en doelgroepgericht verslag uitbrengen en rapporteren, zowel mondeling als schriftelijk. DLR8. Is geoefend om binnen de grenzen van de eigen competenties op een gestructureerde wijze een autonome rol op te nemen als milieuprofessional, bijvoorbeeld als onderzoeker, adviseur en/of medewerker bij zowel academische, overheids- als private (profit en non-profit) organisaties. Kerncompetentie MW LR8. kan (milieu)onderzoeksprojecten uitwerken en opzetten. Of het nu gaat om onderzoek, om advisering of de implementatie van oplossingen: de (onderzoeks)processen moeten strategisch voorbereid en professioneel worden opgezet. DLR9. Is in staat beleidsinitiatieven te analyseren en onderbouwde suggesties te formuleren voor beleidsontwikkeling of maatschappelijke interventie. Kerncompetentie MW LR4. kan geïntegreerde voorstellen formuleren als bijdrage in het oplossen èn voorkomen van de milieuproblemen; Het inzicht in geïntegreerde oplossingsrichtingen stelt de milieuprofessional immers beter in staat bestaand of gepland beleid te beoordelen. Kerncompetentie MW LR7. is in staat beleidsplannen, beheersvoorstellen en implementatiemaatregelen kritisch te analyseren en een bijdrage te leveren aan het opstellen ervan.
Universiteit Antwerpen
ZER Master in de Milieuwetenschap 2014 - Bijlagen 8
1.4.4
Aftoetsing van het domeinspecifieke leerresultatenkader aan de Vlaamse regelgeving m.b.t. kwalificaties
Legende: +: Het leerresultaat is een domeinspecifieke concretisering van de in de Vlaamse Kwalificatiestructuur generiek omschreven descriptor. Descriptoren VKS 7 kennis en inzichten uit een
complexe nieuwe
complexe, geavanceerde en/of innovatieve
handelen in
eindverantwoordelij
specifiek domein of op het
vaardigheden toepassen,
raakvlak tussen verschillende
gelieerd aan zelfstandig,
domeinen integreren en
gestandaardiseerd
herformuleren
onderzoek
1
+
+
+
+
2
+
+
+
+
3
+
+
+
+
+
4
+
+
+
+
+
LO
probleemoplossende technieken en methodes kritisch beoordelen en toepassen
onvoorspelbare,
volledig autonoom
kheid opnemen voor
complexe en
functioneren met
het bepalen van
gespecialiseerde
beslissingsrecht
collectieve
contexten
resultaten
5
+
+
+
+
6
+
+
+
+
7
+
+
+
+
+
+
+
8
+
+
9
+
+
+
+
Universiteit Antwerpen
ZER Master in de Milieuwetenschap 2014 - Bijlagen 9
1.6
Schematisch programmaoverzicht Verplichte Basismodule (33sp)
NATUURWETENSCHAPPELIJKE ANALYSE (12sp) Biosfeer: lucht, water, bodem en biota; Ecosysteembeheer; Milieugezondheidskunde 1 Milieutechnologie 1
BELEIDSWETENSCHAPPELIJKE ANALYSE (9sp) Milieubeleid; Milieueconomie; Milieurecht
GEINTEGREERDE ANALYSE EN BEHEER (12sp) Duurzame Ontwikkeling; GeCase; Methoden en Technieken voor Interdisciplinair Onderzoek; Projectmanagement
Milieuthema’s (vrije keuzeruimte voor 12sp) • • • • • • • •
Milieu en Ruimte: Ruimtelijke Ordening, Landschapsecologie, MER Milieu en Gezondheid: Milieugezondheidskunde 2, Xenobiotica in de Voeding, Ecotoxicologie Milieu en Bedrijf: Milieutechnologie 2, Bedrijfsinterne Milieuzorg en Milieuzorgsystemen, Duurzame Procestechnologie, Milieugevaarlijke stoffen Geïntegreerde Milieuthema’s: Integraal Waterbeheer, Global Change, Integraal Waterbeheer Case River 21 Europa en Milieu: EU-Milieubeleid Milieu-educatie Duurzame Ontwikkeling Capita Selecta Duurzame Ontwikkeling Capita Selecta Masterproef (15sp)
Een overzicht van het masterprogramma, met vermelding van het aantal studiepunten, is beschikbaar via www.uantwerpen.be/master-milieuwetenschap.
Universiteit Antwerpen
ZER Master in de Milieuwetenschap 2014 - Bijlagen 13
1.9
Omvang van het ingezette personeel
Tabel A: omvang van het ingezette personeel, ingedeeld naar categorie van aanstelling (academische opleidingen) Academiejaar 2013-2014
Ambt Gewoon hoogleraar
Hoogleraar
Naam 1 Ronny Blust
FW/Biologie/SPHERE
Ecotoxicologie
100,00
1,5
3 Guido Erreygers
FTEW/Algemene economie
100,00
6
Duurzame Ontwikkeling, D.O.- capita selecta
4 Patrick Meire
FW/Biologie/ECOBE
100,00
7
Ecosysteembeheer, GeCase, IWB, River 21
5 Peter Van Petegem
IOIW/Opleidings- en Onderwijswetensch.
100,00
3
Milieueducatie
6 Marc van Sprundel
FGEN/Sociale geneeskunde
100,00
7
Milieugezondheidskunde 1& 2, GeCase
7 Aviel Verbruggen
FTEW/Technologiemanagement
100,00
3
Milieueconomie
1 Peter Bursens
FPSW/Politieke Wetenschappen
100,00
1,5
EU-milieubeleid
2 Pegie Cool
FW/Chemie/
100,00
3
3 Wim Hafkamp*
FW/IMDO/Milieu&Omgeving
4 Ivan Janssens
FW/Biologie/
100,00
5 Ilse Loots
FPSW/Sociologie/Milieu&Omgeving
100,00
8,5
Milieubeleid, GeCase, EU-Milieubeleid, R.O.
FW/Biologie/SPHERE
100,00
1,5 ZAPBOF
Ecotoxicologie
5,00
Global change
Milieugevaarlijke stoffen
3 * sinds 2013-2014 Bedrijfsinterne Milieuzorg en Milieuzorgsystemen Biosfeer-Bodem 1 ZAPBOF
2 Ann Carette
Faculteit Rechten/ Algemeen
10,00
3
Milieurecht
3 Silvia Lenaerts
FW/Bio-ingenieurswetenschap/Duel
100,00
1
Biosfeer-Lucht
4 Ruurd van Diggelen
FW/Biologie/ECOBE
100,00
3
Landschapsecologie
1 Ludo Diels
FW/Bio-ingenieurswetenschap/Duel
20,00
6
Milieutechnologie 1 & 2
2 Marcel Goemans
FPSW/IMDO/Sociologie
5,00
3
Duurzame Procestechnologie
3 Fleur Marchand*
FW/IMDO/ECOBE
4 Stefan Van Damme* FW/IMDO/ECOBE Extern docent Assistent
Opleidingsonderdeel MW
2 Reinhart Ceulemans FW/Biologie/PLECO
Hoofddocent 1 Lieven Bervoets
Docent
Faculteit/ Departement / Vakgroep (Instelling)
Aantal VTE aan sp aan de Specificatie de instelling opleiding 100,00 1,5
5,00 10,00
6 * sinds 2013-2014 Methoden & Techn. Interd. Onderzoek, MER 4 * sinds 2013-2014 Biosfeer-Water, Integraal Waterbeheer, River 21
1 1
Universiteit Antwerpen
ZER Master in de Milieuwetenschap 2014 - Bijlagen 23
Andere
1 Jelle Boeve-de Pauw IOIW/Opleidings- en Onderwijswet.
100,00
BAP, pst-dcFWO
Andere
2 Hans De Boeck
FW/Biologie/PLECO
100,00
1,5 BAP, pst-dcFWO1
3 Ludo Diels
FW/Bio-ingenieurswetenschap/Duel
100,00
BAP, navorser
4 Harry Robberecht
FFBD/Farmaceutische Wetenschappen
10,00
3 BAP, vrijw. med.
5 Stefan Van Damme
FW/Biologie/ECOBE
50,00
6 Michel Van Gorp 7 Dick van Straaten
Milieueducatie Global change Milieutechnologie 1 & 2 Xenobiotica in de voeding
BAP, postdoc nav.
Biosfeer-Water, Integraal Waterbeheer, River 21
IMDO
gastlesgever
Bedrijfsinterne Milieuzorg en Milieuzorgsystemen
IMDO
gastlesgever
MER
Tabel B: omvang van het ingezette personeel naar geslacht en leeftijd (academische opleidingen) Academiejaar 2013-2014
AANTALLEN ZAP AAP
3
Geslacht
Leeftijdscategorie
M
V 20-29 30-39 40-49 50-59 60-65
15
5
1
7
2
1
7
Totaal
5
20
2
5
Mandaat-assistent Praktijk-assistent Doctor-assistent
BAP buiten werkingskredieten
5
ANDEREN (ondersteuning en begeleiding)
2
TOTAAL
22
3
2 5
3
8
2 9
7
27
Bij de categorie AAP worden ook de praktijkassistenten en doctor-assistenten binnen de eigen werkingskredieten (BAP-statuten) opgenomen.
Universiteit Antwerpen
ZER Master in de Milieuwetenschap 2014 - Bijlagen 24
Instelling: Universiteit Antwerpen Opleiding: milieuwetenschap MA 60 studiepunten Studieomvang:
Benchmark rapport Hoger Onderwijs Academiejaar 2012 - 2013 Laatste update gegevens: 23-nov-2013
Toelichting: Doelstelling Dit rapport dient ter ondersteuning van de kwaliteitszorg in het Hoger Onderwijs. Meer specifiek dient het als ondersteuning bij de zelfevaluaties van de opleidingen in de hogescholen en universiteiten. Het rapport biedt informatie over een opleiding in een vergelijkend perspectief. Elke opleiding kan zich aan de hand van de ingevulde indicatoren spiegelen aan Vlaamse gemiddeldes en zich zo een genuanceerder beeld vormen van de eigen sterktes en zwaktes. Indicatoren zoals gebruikt in dit rapport dienen uiteraard geïnterpreteerd te worden in de context van de eigen instelling en opleiding. Een afwijking van een gemiddelde is slechts een aanzet om te gaan zoeken naar onderliggende verschillen. Dit rapport wil vooral informatie aanreiken die het de instellingen en opleidingen mogelijk maakt om meer gericht te gaan zoeken naar verklaringen voor zowel goede als mnder goede resultaten in het kader van de eigen doelstellingen.
Werkwijze Elk rapport wordt gegenereerd met een voorgedefinieerd standaardsjabloon uit het datawarehouse voor Hoger Onderwijs van het ministerie van Onderwijs en Vorming op basis van de gegevens zoals ze zijn doorgegeven aan de Databank Hoger Onderwijs. Het is dus voor elke instelling/opleiding identiek in opbouw, berekeningswijze en definities.
Inhoud Het rapport bevat 8 thema's: - Geografische spreiding. - Individueel marktaandeel van de inrichtende instellingen. - aantal actieve inschrijvingen per inrichtende instelling. - Verdeling geslachten. - Kengetallen. - Studierendement. - Studieduur (time to graduation). - Ongekwalificeerde uitstroom (drop-out-rate) Elk van deze thema's kan berekend worden op verschillende aggregatieniveaus of profielen. Er worden rapporten voorzien voor elk van deze profielen. Op deze manier kan elke opleiding zich benchmarken met de gemiddelde waarde voor deze opleiding in heel Vlaanderen. Dit rapport bevat de meest gedetailleerde informatie, namelijk die voor de opleidingen zelf. De profielen zijn: - Soort opleiding - Studiegebied - Opleiding Ook kunnen alle indicatoren zowel berekend worden voor een specifieke instelling als over de instellingen heen. De kengetallen en het studierendement kan bovendien berekend worden tot op het niveau van de vestigingsplaats waar de studenten zijn ingeschreven. De aggregaatniveaus zijn: - Alle instellingen - Instelling - Vestiginsplaats De rapporten hebben betrekking op afgesloten academiejaren (dwz. alle data die gebruikt wordt uit de bronsystemen (DHO) werd gevalideerd door de instellingen) of de laatst beschikbare status van de niet afgesloten academiejaren. De teldatum is steeds terug te vinden op het voorblad van het rapport en onder de tabellen waar niet-afgesloten gegevens gebruikt worden.
Definities Hieronder vindt men de definities van de gehanteerde velden/begrippen in het rapport.
Kengetallen Inschrijvingen: In dit rapport tellen we enkel actieve inschrijvingen (dwz inschrijvingen waarvoor men nadien uitschreef werden niet meegeteld) - Voltijds: Inschrijvingen voor 54 studiepunten of meer worden beschouwd als voltijdse inschrijvingen. - Niet-voltijds: Inschrijvingen voor 53 studiepunten of minder worden beschouwd als deeltijdse inschrijvingen. - Mannelijk: Alle actieve inschrijvingen van mannen - Vrouwelijk: Alle actieve inschrijvingen van vrouwen - Generatiestudent: Aantal inschrijvingen van studenten die zich voor de eerste maal inschrijven in het hoger onderwijs in Vlaanderen
voor een academische of professionele bachelor. - Beursstudent: Alle actieve inschrijvingen van studenten die een studietoelage van de Vlaamse Gemeenschap hebben ontvangen. (enkel data voor de beschikbare jaren) - Aantal trajectstarters: Voor elke student in een opleiding wordt telkens het eerste academiejaar opgezocht waarin hij/zij een inschrijving had voor de opleiding. Aangezien het datawarehouse HO maar teruggaat tot het academiejaar 2005-2006, zijn de eerste betrouwbare 'eerste inschrijvingen' die vanaf academiejaar 2006-2007. Deze cijfers over trajectstarters worden ook gebruikt om in de kruistabellen voor studieduur en drop-out de cohortes samen te stellen. Daar vertrekken we in de linkerkolom telkens van de trajectstarters met een eerste inschrijving in hetzelfde jaar. - Diploma behaald: Aantal inschrijvingen waarvoor een diploma werd behaald in het desbetreffende jaar. - Herkomst secundair onderwijs: Voor elke ingeschreven student gaan we na of we een match vinden in de databanken voor secundair onderwijs in Vlaanderen. Dit gebeurt in twee stappen. Eerst zoeken we een match op basis van een diploma secundair onderwijs. Indien gekend nemen we de onderwijsvorm (ASO/TSO/KSO/BSO) voor dit diploma. Indien we geen diploma terugvinden maar wel een match op INSZ-nummer nemen we de onderwijsvorm van de laatst gekende inschrijving in het secundair onderwijs. - Herkomst ASO : Het aantal inschrijvingen dat aan de hand van bovenvermelde methode gekoppeld kon worden aan een ASOdiploma - of inschrijving - in het secundair onderwijs. - Herkomst TSO : Het aantal inschrijvingen dat aan de hand van bovenvermelde methode gekoppeld kon worden aan een TSOdiploma - of inschrijving - in het secundair onderwijs. - Herkomst BSO : Het aantal inschrijvingen dat aan de hand van bovenvermelde methode gekoppeld kon worden aan een BSOdiploma - of inschrijving - in het secundair onderwijs. - Herkomst KSO : Het aantal inschrijvingen dat aan de hand van bovenvermelde methode gekoppeld kon worden aan een KSOdiploma - of inschrijving - in het secundair onderwijs. - Herkomst Andere : Het aantal inschrijvingen dat aan de hand van bovenvermelde methode niet gekoppeld kon worden aan een onderwijsvorm in het secundair onderwijs.
Studierendement - Studierendement: De ratio van het totaal aantal verworven studiepunten ten opzichte van het totaal aantal opgenomen studiepunten met impact op leerkrediet in een opleiding. (dwz: waarvoor niet tijdig werd uitgeschreven om leerkrediet terug te krijgen). Het studierendement wordt dus berekend met de geaggregeerde studiepunten op het niveau van de opleiding.
Studieduur (time to graduation) Instroomcohorte Deze tabel geeft het aandeel studenten weer dat binnen het weergegeven aantal jaren zijn of haar diploma heeft behaald binnen de opleiding. We berekenen dus welk percentage studenten na x aantal jaren zijn diploma behaalde sinds de eerste inschrijving in een bepaalde opleiding. Voor de profielen: soort opleiding & studiegebied wordt dan de gemiddelde studieduur berekend van alle opleidingen binnen het profiel. Voor alle duidelijkheid: er wordt dus niet berekend hoeveel studenten er na x academiejaren een academisch bachelordiploma hebben behaald. Er wordt wel berekend hoeveel studenten er na x academiejaren een academisch bachelordiploma hebben behaald voor een bepaalde opleiding sinds de start aan die specifieke opleiding. De verschillende componenten van deze kruistabel zijn alsvolgt ingevuld: - Academiejaar van start traject = het eerste jaar in de opleiding. Dit kan aan een andere instelling zijn dan de instelling waar de student zijn diploma behaalt. Zij- instromers worden dus mee geteld in de cijfers voor de instelling waarover gerapporteerd wordt. - Aantal academiejaren tot diploma: geeft het aantal jaren weer waarbinnen men zijn diploma heeft behaald. Iemand die in de kolom met 1 academiejaar terecht komt heeft dus zijn diploma behaald in hetzelfde academiejaar als zijn eerste inschrijving voor dit traject. - De noemer is het totaal van alle studenten die een eerste inschrijving in het traject hebben genomen in het vermelde academiejaar. Uitstroomcohorte Deze tabel geeft het aandeel studenten weer per jaar van afstuderen. Het betreffen dus allemaal afgestudeerde studenten. We berekenen dus welk percentage studenten afstudeert op x-jaar ten opzichte van alle afgestudeerde studenten in de opleiding aan de instelling. We tellen de studenten bij de instelling waar ze hun diploma hebben behaald. Studenten kunnen dus wel begonnen zijn aan hun traject aan een andere instelling. De verschillende componenten van deze kruistabel zijn alsvolgt ingevuld: - Academiejaar van start traject = het eerste jaar in de opleiding. Dit kan aan een andere instelling zijn dan de instelling waar de student zijn diploma behaald. Zij- instromers worden dus mee geteld in de cijfers voor de instelling waarover gerapporteerd wordt. - Aantal academiejaren tot diploma: geeft het aantal jaren weer waarbinnen men zijn diploma heeft behaald. Iemand die in de kolom met 1 academiejaar terecht komt heeft dus zijn diploma behaald in hetzelfde academiejaar als zijn eerste inschrijving voor dit traject. - De noemer is het totaal van alle studenten die een diploma hebben behaald in het traject (aan de instelling waarover gerapporteerd wordt) in het vermelde academiejaar.
Laatst gekende inschrijving (drop- out) - Drop out: Deze tabel geeft het aandeel studenten weer dat binnen het weergegeven aantal jaren zonder diploma is uitgestroomd uit
de opleiding. We kijken daarvoor naar de laatst gekende inschrijving van de ongekwalificeerde studenten. Indien er in het academiejaar van die laatst gekende inschrijving geen diploma is uitgereikt beschouwen we de student het jaar nadien als ongekwalificeerde uitstroom. (in theorie kan hij natuurlijk naar het buitenland zijn gegaan waar we de student niet kunnen traceren) Sabbatjaren worden alsvolgt opgevangen: Stel dat iemand als drop out wordt gerekend in 2010-2011 omdat de laatst gekende inschrijving genomen is in 2009-2010 (en de student geen diploma heeft ontvangen). Als deze student nu in 2011-2012 opnieuw een inschrijving neemt in het betreffende traject zal hij bij herberekening van het rapport ook geen drop out meer zijn in 2010-2011. Uiteraard kunnen we dit pas herberekenen als de finale gegevens van 2011-2012 beschikbaar zijn. De verschillende componenten van deze kruistabel zijn alsvolgt ingevuld: - Academiejaar van start traject = het eerste jaar in de opleiding in de instelling (de instelling van de eerste inschrijving in het traject. Let op: hij kan zijn diploma wel behaald hebben in een andere instelling) - Aantal academiejaren tot drop out: geeft het aantal jaren weer dat men een inschrijving had in het traject. Iemand die in de kolom met 1 academiejaar terecht komt heeft dus slechts 1 academiejaar een inschrijving gehad in het betreffende traject. Het jaar nadien werd geen inschrijving van deze student teruggevonden. Er wordt telkens gerekend met 'actieve' inschrijvingen op het einde van het academiejaar. Studenten die reeds uitschrijven in de loop van het academiejaar worden in deze tabellen dus niet als 'drop-out' beschouwd. - De noemer is het totaal van alle studenten die hun eerste inschrijving in het traject hebben genomen aan de betreffende instelling. zij instromers worden dus niet meegeteld in de cijfers van de instellingen.
Profiel opleiding milieuwetenschap MA (milieuwetenschap MA - 0505
60)
Academiejaar 2012 - 2013 Geografische spreiding inrichtende instellingen
Proportioneel marktaandeel van de inrichtende instellingen Instellingen Universiteit Antwerpen
Aantal inschrijvingen
Verdeling geslachten
Aantal inschrijvingen instellingen Instelling Universiteit Antwerpen
40
Aantal inschrijvingen 72
Aantal inschrijvingen
35
Aantal inschrijvingen
30 25 20 15
39 33
10 5 0
Mannelijk
Vrouwelijk Geslacht
Benchmarkrapport versie 4.4.5
Pagina 5 van 12
30-nov-2013
Opleiding milieuwetenschap MA - Instelling Universiteit Antwerpen Kengetallen Aantal inschrijvingen en diploma's Cijfers voor niet afgesloten academiejaren betreffen de status op 23-nov-2013 Universiteit Antwerpen Voltijds
Niet-voltijds
Mannelijk
Generatiestudenten
Vrouwelijk
Beursstudenten
Diploma behaald
Herkomst ASO
Herkomst TSO
Herkomst BSO
Herkomst KSO
Herkomst Andere
Totaal aantal inschrijvingen
Academiejaar 2007 - 2008*
18
4
14
8
0
nvt
13
12
2
0
0
8
22
Academiejaar 2008 - 2009
11
13
13
11
0
2
15
12
4
0
0
8
24
Academiejaar 2009 - 2010
22
25
34
13
0
8
23
24
7
0
0
16
47
Academiejaar 2010 - 2011
46
35
47
34
0
9
48
44
11
0
0
26
81
Academiejaar 2011 - 2012
39
44
58
25
0
13
44
54
11
0
0
18
83
Academiejaar 2012 - 2013
31
41
33
39
0
nvt
34
49
12
0
0
11
72
Academiejaar 2013 - 2014 **
33
47
45
35
0
nvt
0
40
21
0
1
18
80
* = Brondata afkomstig uit Databank Tertiair Onderwijs. Let op: definities voor data kunnen verschillend zijn met gegevensdefinities uit de huidige databank DHO (vanaf 2008-2009). ** = Cijfers voor niet afgesloten academiejaren. Status op 23-nov-2013
Alle instellingen Voltijds
Niet-voltijds
Mannelijk
Generatiestudenten
Vrouwelijk
Beursstudenten
Diploma behaald
Herkomst ASO
Herkomst TSO
Herkomst BSO
Herkomst KSO
Herkomst Andere
Totaal aantal inschrijvingen
Academiejaar 2007 - 2008*
18
4
14
8
0
nvt
13
12
2
0
0
8
22
Academiejaar 2008 - 2009
11
13
13
11
0
2
15
12
4
0
0
8
24
Academiejaar 2009 - 2010
22
25
34
13
0
8
23
24
7
0
0
16
47
Academiejaar 2010 - 2011
46
35
47
34
0
9
48
44
11
0
0
26
81
Academiejaar 2011 - 2012
39
44
58
25
0
13
44
54
11
0
0
18
83
Academiejaar 2012 - 2013
31
41
33
39
0
nvt
34
49
12
0
0
11
72
Academiejaar 2013 - 2014 **
33
47
45
35
0
nvt
0
40
21
0
1
18
80
* = Brondata afkomstig uit Databank Tertiair Onderwijs. Let op: definities voor data kunnen verschillend zijn met gegevensdefinities uit de huidige databank DHO (vanaf 2008-2009). ** = Cijfers voor niet afgesloten academiejaren. Status op 23-nov-2013
Universiteit Antwerpen
Alle instellingen
Aantal trajectstarters
Benchmarkrapport versie 4.4.5
Aantal trajectstarters
2007
22
2007
22
2008
20
2008
20
2009
39
2009
39
2010
68
2010
68
2011
59
2011
59
Pagina 6 van 12
30-nov-2013
Opleiding milieuwetenschap MA - Instelling Universiteit Antwerpen Studierendement Evolutie alle beschikbare academiejaren 97,0% 97,0%
100%
Huidige instelling Alle instellingen
89,2% 87,2% 85,5% 86,5% 89,2% 87,2% 85,5% 86,5%
82,9% 82,9%
Studierendement
80%
60%
40%
20%
0%
0,0% 0,0% 2007 2008
2008 2009
2009 - 2010 - 2011 2010 2011 2012 Academiejaren
2012 2013
Verdeling per geslacht in 2012 - 2013 100% 93,3%
93,3%
2013 2014
Verdeling per beursstudent J/N in 2012 - 2013 100%
Huidige instelling Alle instellingen
Huidige instelling Alle instellingen 86,5%
76,6%
76,6%
60%
40%
20%
0%
86,5%
80%
Studierendement
Studierendement
80%
60%
40%
20%
Mannelijk
Vrouwelijk Geslacht
Benchmarkrapport versie 4.4.5
0%
N Studietoelage ontvangen
Pagina 7 van 12
30-nov-2013
Studieduur (Time-to-graduation) Instroomcohortes Aantal afgestudeerden per studieduur Universiteit Antwerpen Aantal gediplomeerden per instroomcohorte Academiejaar van start traject
Aantal academiejaren tot diploma 1
2
3
Totaal
2007
13
4
2
19
2008
11
3
2
16
2009
18
11
2
31
2010
35
13
2011
29
48 29
Alle instellingen Aantal gediplomeerden per instroomcohorte Academiejaar van start traject
Aantal academiejaren tot diploma 1
2
3
Totaal
2007
13
4
2
19
2008
11
3
2
16
2009
18
11
2
31
2010
35
13
2011
29
48 29
Percentage afgestudeerden per studieduur Universiteit Antwerpen Time-to-graduation ratio instroom Academiejaar van start traject
Aantal academiejaren tot diploma 1
2
3
Totaal
2007
59,09%
18,18%
9,09%
86,36%
2008
55,00%
15,00%
10,00%
80,00%
2009
46,15%
28,21%
5,13%
79,49%
2010
51,47%
19,12%
2011
49,15%
70,59% 49,15%
Alle instellingen Time-to-graduation ratio instroom Academiejaar van start traject
Benchmarkrapport versie 4.4.5
Aantal academiejaren tot diploma 1
2
3
Totaal
2007
59,09%
18,18%
9,09%
86,36%
2008
55,00%
15,00%
10,00%
80,00%
2009
46,15%
28,21%
5,13%
79,49%
2010
51,47%
19,12%
2011
49,15%
70,59% 49,15%
Pagina 8 van 12
30-nov-2013
Studieduur (Time-to-graduation): Uitstroomcohortes Aantal afgestudeerden per studieduur Universiteit Antwerpen Aantal gediplomeerden per uitstroomcohorte Academiejaar van diploma
Aantal academiejaren tot diploma 1
2
3
Totaal
2007 - 2008
13
2008 - 2009
11
4
13
2009 - 2010
18
3
2
23
2010 - 2011
35
11
2
48
2011 - 2012
29
13
2
44
15
Alle instellingen Aantal gediplomeerden per uitstroomcohorte Academiejaar van diploma
Aantal academiejaren tot diploma 1
2
3
Totaal
2007 - 2008
13
2008 - 2009
11
4
13
2009 - 2010
18
3
2
23
2010 - 2011
35
11
2
48
2011 - 2012
29
13
2
44
15
Percentage afgestudeerden per studieduur Universiteit Antwerpen Time-to-graduation ratio uitstroom Academiejaar van diploma
Aantal academiejaren tot diploma 1
2
3
Totaal
2007 - 2008
100,00%
2008 - 2009
73,33%
26,67%
100,00%
2009 - 2010
78,26%
13,04%
8,70%
100,00%
2010 - 2011
72,92%
22,92%
4,17%
100,00%
2011 - 2012
65,91%
29,55%
4,55%
100,00%
100,00%
Alle instellingen Time-to-graduation ratio uitstroom Academiejaar van diploma
Benchmarkrapport versie 4.4.5
Aantal academiejaren tot diploma 1
2
3
Totaal
2007 - 2008
100,00%
2008 - 2009
73,33%
26,67%
100,00%
2009 - 2010
78,26%
13,04%
8,70%
100,00%
2010 - 2011
72,92%
22,92%
4,17%
100,00%
2011 - 2012
65,91%
29,55%
4,55%
100,00%
Pagina 9 van 12
100,00%
30-nov-2013
Laatst gekende inschrijving zonder diploma (Drop-outs) Aantal niet-gediplomeerde studenten per eerste academiejaar traject en jaren tot eventuele uitstroom. Universiteit Antwerpen Aantal academiejaren tot drop out
Aantal drop outs Academiejaar van start traject
1
2
3
2007
3
2008
3
1
2009
6
1
2010
9
11
2011
30
Totaal 3 4 1
8 20 30
Alle instellingen Aantal academiejaren tot drop out
Aantal drop outs Academiejaar van start traject
1
2
3
2007
3
2008
3
1
2009
6
1
2010
9
11
2011
30
Totaal 3 4 1
8 20 30
Percentage drop out per academiejaar Universiteit Antwerpen Aantal academiejaren tot drop out
Drop-out-ratio Academiejaar van start traject
1
2
3
2007
13,64%
2008
15,00%
5,00%
2009
15,38%
2,56%
2010
13,24%
16,18%
2011
50,85%
Totaal 13,64% 20,00% 2,56%
20,51% 29,41% 50,85%
Alle instellingen Aantal academiejaren tot drop out
Drop-out-ratio Academiejaar van start traject
Benchmarkrapport versie 4.4.5
1
2
3
2007
13,64%
2008
15,00%
5,00%
2009
15,38%
2,56%
2010
13,24%
16,18%
2011
50,85%
Totaal 13,64% 20,00% 2,56%
20,51% 29,41% 50,85%
Pagina 10 van 12
30-nov-2013
Opleiding milieuwetenschap MA - Instelling Universiteit Antwerpen Vestiging Prinsstraat, Antwerpen Kengetallen Aantal inschrijvingen en diploma's Universiteit Antwerpen, Prinsstraat, Antwerpen Voltijds
Deeltijds
Mannelijk
Vrouwelijk
Generatiestudenten
Beursstudent
Diploma behaald
Herkomst ASO
Herkomst TSO
Herkomst BSO
Herkomst KSO
Herkomst andere
Totaal aantal inschrijvingen
Academiejaar 2007 - 2008*
18
4
14
8
0
0
13
12
2
0
0
8
22
Academiejaar 2008 - 2009
11
13
13
11
0
2
15
12
4
0
0
8
24
Academiejaar 2009 - 2010
22
25
34
13
0
8
23
24
7
0
0
16
47
Academiejaar 2010 - 2011
46
35
47
34
0
9
48
44
11
0
0
26
81
Academiejaar 2011 - 2012
39
44
58
25
0
13
44
54
11
0
0
18
83
Academiejaar 2012 - 2013
31
41
33
39
0
0
34
49
12
0
0
11
72
Academiejaar 2013 - 2014 **
33
47
45
35
0
0
0
40
21
0
1
18
80
* = Brondata afkomstig uit Databank Tertiair Onderwijs. Let op: definities voor data kunnen verschillend zijn met gegevensdefinities uit de huidige databank DHO (vanaf 2008-2009). ** = Cijfers voor niet afgesloten academiejaren. Status op 23-nov-2013
Benchmarkrapport versie 4.4.5
Pagina 11 van 12
30-nov-2013
Opleiding milieuwetenschap MA - Instelling Universiteit Antwerpen Vestiging Prinsstraat, Antwerpen Studierendement Evolutie alle beschikbare academiejaren 97,0% 97,0%
100%
Huidige vestiging Alle instellingen
89,2% 87,2% 85,5% 86,5% 89,2% 87,2% 85,5% 86,5%
82,9% 82,9%
Studierendement
80%
60%
40%
20%
0%
0,0% 0,0% 2007 2008
2008 2009
2009 - 2010 - 2011 2010 2011 2012 Academiejaren
2012 2013
Verdeling per geslacht in 2012 - 2013 100% 93,3%
93,3%
2013 2014
Verdeling per studietoelage J/N in 2012 - 2013 100%
Huidige vestiging Alle instellingen
Huidige instelling Alle instellingen 86,5%
76,6%
76,6%
60%
40%
20%
0%
86,5%
80%
Studierendement
Studierendement
80%
60%
40%
20%
Mannelijk
Vrouwelijk Geslacht
Benchmarkrapport versie 4.4.5
0%
N Studietoelage ontvangen
Pagina 12 van 12
30-nov-2013
1.3 Overzicht van de belangrijkste activiteiten qua internationalisering De masteropleiding MW verweeft internationale oriëntatie doorheen de kerncompetenties en dus ook in de onderdelen van het programma. Tijdens het 2e semester is er uitwisselingsgelegenheid via het Erasmusprogramma en 10% van het studieaanbod is internationaal georiënteerd en/of verloopt via internationale samenwerking (o.a. EU-Milieubeleid, River 21). River 21 is internationaal opgezet wat betreft programma, docenten en studenten en includeert grensoverschrijdende uitstappen. In de opleidingsonderdelen DO is globalisering en de Noord-Zuid dimensie voortdurend aan de orde. De opleiding hanteert uiteraard ook Engelstalige handboeken en artikels. Voor de masterproeven worden internationale cases opgenomen. MW werkt daarvoor succesvol samen met het IOB; ook buitenlands veldwerk in functie van de masterproef komt voor (Mali, Zuid-Amerika). 1.3.1
Totaaloverzicht studentenmobiliteit binnen de opleiding
Academiejaar
Erasmus
Erasmus
uitgaand
inkomend
2007-2008
Masterproef
European
Integraal
in het
Virtual
Waterbeheer
buitenland
Seminar
case River 21
1
4
2008-2009
5
3
2009-2010
3
1
2010-2011
1
2011-2012
1
2012-2013
1
2013-2014
1
Totaal
4
1.3.2
Totaal
1
2
6
9
2
2
5
11
4
1
9
15
5
7
8
11
37
61
1 2 4
11
5
Overzicht uitgaande studenten die credit mobility1 in het buitenland behaald hebben Academiejaar
# behaalde
# studenten dat CM
% studenten dat CM
diploma’s
behaalde
behaalde
2010-2011
48
1
2,08%
2011-2012
44
1
2,27%
2012-2013
34
1
2,94%
126
3
2,38%
Totaal aantal studenten MW
1
Definitie Credit Mobility (CM) volgens VLUHR: een student heeft op individuele basis, per studiecyclus (bachelor of master) minimum 15 credits verworven in een buitenlandse opleiding of minder dan 15 credits tijdens een verblijf in het buitenland van 3 opeenvolgende maanden.
Universiteit Antwerpen
ZER Master in de Milieuwetenschap 2014 - Bijlagen 4
1.3.3 Ac.jaar
Masterproeven uit de laatste drie academiejaren met studieverblijf in het buitenland Student
Cluster - Titel
Promotor / Copromotor
2010-2011 Coertjens Dries Evaluation of wetland management options - The impact of changing flow regimes on human health and livelihood in the Inner Niger Delta (IND), Mali 2010-2011 Verbeke Amy Evaluation of wetland management options Water, sanitation and health in the Inner Niger Delta, Mali: a closer look upon the situation in Mopti and Konna 2011-2012 Van de Velde Natural resources and eco-system services: an Kleo opportunity or a threat for sustainable rural development in Nicaragua - How green is labeled coffee? 2011-2012 Van Hoeck Natural resources and eco-system services: an Sebastian opportunity or a threat for sustainable rural development in Nicaragua - Opportunities, limitations and conditions under which organic coffee becomes a profitable and environmentally responsible avenue for coffee production. 2011-2012 Vandecasteele Natural resources and eco-system services: an Celine opportunity or a threat for sustainable rural development in Nicaragua - Possible manifestation of distinctive views on the ecological coffee production in Northern Nicaragua: the case of institution and agency, cooperative and farmer. 2011-2012 Lore Natural resources and eco-system services: an Lambrechts opportunity or a threat for sustainable rural development in Nicaragua - Certificatie in de wereld van de organische koffie.
1.3.4
Meire Patrick / Cools Jan
Bastiaensen Johan / Merlet Pierre, Huybrechts Frédéric
Bastiaensen Johan / Merlet Pierre, Huybrechts Frédéric
Bastiaensen Johan / Merlet Pierre, Huybrechts Frédéric
Johan Bastiaensen / Pierre Merlet/Frédéric Huybrechts
Overzicht inkomende buitenlandse studenten
label.p_nachname
Program
Study field
Home.Inst.
Bauchinger, Lisa, Ms.
Erasmus Study
Environmental Sciences, Ecology
Hechler, Max Leon,
Erasmus Study
Environmental Sciences, Ecology
A WIEN03 UNIVERSITAT FUR BODENKULTUR WIEN A WIEN03 UNIVERSITAT FUR BODENKULTUR WIEN
1.3.5
Meire Patrick / Cools Jan
Academic year 2010/2011
2012/2013
Stay from
Stay until
14.02.2011
08.07.2011
11.02.2013
05.07.2013
Overzicht groepsreizen met UA reisbeurs in de laatste drie academiejaren
Groepsreis Integraal Waterbeheer Case River 21: deelnemers vanuit MW
2011-2012
Academiejaar 2012-2013
2013-2014
9
5
8
Universiteit Antwerpen
ZER Master in de Milieuwetenschap 2014 - Bijlagen 5
KENGETALLEN UNIVERSITEIT GENT Master of Science in Environmental Sanitation
Instelling: UGent Opleiding: Environmental Sanitation Studieomvang: 120 studiepunten
Benchmark rapport Hoger Onderwijs Academiejaar 2012 - 2013 Laatste update gegevens: 7-dec-2013
Toelichting: Doelstelling Dit rapport dient ter ondersteuning van de kwaliteitszorg in het Hoger Onderwijs. Meer specifiek dient het als ondersteuning bij de zelfevaluaties van de opleidingen in de hogescholen en universiteiten. Het rapport biedt informatie over een opleiding in een vergelijkend perspectief. Elke opleiding kan zich aan de hand van de ingevulde indicatoren spiegelen aan Vlaamse gemiddeldes en zich zo een genuanceerder beeld vormen van de eigen sterktes en zwaktes. Indicatoren zoals gebruikt in dit rapport dienen uiteraard geïnterpreteerd te worden in de context van de eigen instelling en opleiding. Een afwijking van een gemiddelde is slechts een aanzet om te gaan zoeken naar onderliggende verschillen. Dit rapport wil vooral informatie aanreiken die het de instellingen en opleidingen mogelijk maakt om meer gericht te gaan zoeken naar verklaringen voor zowel goede als mnder goede resultaten in het kader van de eigen doelstellingen.
Werkwijze Elk rapport wordt gegenereerd met een voorgedefinieerd standaardsjabloon uit het datawarehouse voor Hoger Onderwijs van het ministerie van Onderwijs en Vorming op basis van de gegevens zoals ze zijn doorgegeven aan de Databank Hoger Onderwijs. Het is dus voor elke instelling/opleiding identiek in opbouw, berekeningswijze en definities.
Inhoud Het rapport bevat 8 thema's: - Geografische spreiding. - Individueel marktaandeel van de inrichtende instellingen. - aantal actieve inschrijvingen per inrichtende instelling. - Verdeling geslachten. - Kengetallen. - Studierendement. - Studieduur (time to graduation). - Ongekwalificeerde uitstroom (drop-out-rate) Elk van deze thema's kan berekend worden op verschillende aggregatieniveaus of profielen. Er worden rapporten voorzien voor elk van deze profielen. Op deze manier kan elke opleiding zich benchmarken met de gemiddelde waarde voor deze opleiding in heel Vlaanderen. Dit rapport bevat de meest gedetailleerde informatie, namelijk die voor de opleidingen zelf. De profielen zijn: - Soort opleiding - Studiegebied - Opleiding Ook kunnen alle indicatoren zowel berekend worden voor een specifieke instelling als over de instellingen heen. De kengetallen en het studierendement kan bovendien berekend worden tot op het niveau van de vestigingsplaats waar de studenten zijn ingeschreven. De aggregaatniveaus zijn: - Alle instellingen - Instelling - Vestiginsplaats De rapporten hebben betrekking op afgesloten academiejaren (dwz. alle data die gebruikt wordt uit de bronsystemen (DHO) werd gevalideerd door de instellingen) of de laatst beschikbare status van de niet afgesloten academiejaren. De teldatum is steeds terug te vinden op het voorblad van het rapport en onder de tabellen waar niet-afgesloten gegevens gebruikt worden.
Definities Hieronder vindt men de definities van de gehanteerde velden/begrippen in het rapport.
Kengetallen Inschrijvingen: In dit rapport tellen we enkel actieve inschrijvingen (dwz inschrijvingen waarvoor men nadien uitschreef werden niet meegeteld) - Voltijds: Inschrijvingen voor 54 studiepunten of meer worden beschouwd als voltijdse inschrijvingen. - Niet-voltijds: Inschrijvingen voor 53 studiepunten of minder worden beschouwd als deeltijdse inschrijvingen. - Mannelijk: Alle actieve inschrijvingen van mannen - Vrouwelijk: Alle actieve inschrijvingen van vrouwen - Generatiestudent: Aantal inschrijvingen van studenten die zich voor de eerste maal inschrijven in het hoger onderwijs in Vlaanderen
voor een academische of professionele bachelor. - Beursstudent: Alle actieve inschrijvingen van studenten die een studietoelage van de Vlaamse Gemeenschap hebben ontvangen. (enkel data voor de beschikbare jaren) - Aantal trajectstarters: Voor elke student in een opleiding wordt telkens het eerste academiejaar opgezocht waarin hij/zij een inschrijving had voor de opleiding. Aangezien het datawarehouse HO maar teruggaat tot het academiejaar 2005-2006, zijn de eerste betrouwbare 'eerste inschrijvingen' die vanaf academiejaar 2006-2007. Deze cijfers over trajectstarters worden ook gebruikt om in de kruistabellen voor studieduur en drop-out de cohortes samen te stellen. Daar vertrekken we in de linkerkolom telkens van de trajectstarters met een eerste inschrijving in hetzelfde jaar. - Diploma behaald: Aantal inschrijvingen waarvoor een diploma werd behaald in het desbetreffende jaar. - Herkomst secundair onderwijs: Voor elke ingeschreven student gaan we na of we een match vinden in de databanken voor secundair onderwijs in Vlaanderen. Dit gebeurt in twee stappen. Eerst zoeken we een match op basis van een diploma secundair onderwijs. Indien gekend nemen we de onderwijsvorm (ASO/TSO/KSO/BSO) voor dit diploma. Indien we geen diploma terugvinden maar wel een match op INSZ-nummer nemen we de onderwijsvorm van de laatst gekende inschrijving in het secundair onderwijs. - Herkomst ASO : Het aantal inschrijvingen dat aan de hand van bovenvermelde methode gekoppeld kon worden aan een ASOdiploma - of inschrijving - in het secundair onderwijs. - Herkomst TSO : Het aantal inschrijvingen dat aan de hand van bovenvermelde methode gekoppeld kon worden aan een TSOdiploma - of inschrijving - in het secundair onderwijs. - Herkomst BSO : Het aantal inschrijvingen dat aan de hand van bovenvermelde methode gekoppeld kon worden aan een BSOdiploma - of inschrijving - in het secundair onderwijs. - Herkomst KSO : Het aantal inschrijvingen dat aan de hand van bovenvermelde methode gekoppeld kon worden aan een KSOdiploma - of inschrijving - in het secundair onderwijs. - Herkomst Andere : Het aantal inschrijvingen dat aan de hand van bovenvermelde methode niet gekoppeld kon worden aan een onderwijsvorm in het secundair onderwijs.
Studierendement - Studierendement: De ratio van het totaal aantal verworven studiepunten ten opzichte van het totaal aantal opgenomen studiepunten met impact op leerkrediet in een opleiding. (dwz: waarvoor niet tijdig werd uitgeschreven om leerkrediet terug te krijgen). Het studierendement wordt dus berekend met de geaggregeerde studiepunten op het niveau van de opleiding.
Studieduur (time to graduation) Instroomcohorte Deze tabel geeft het aandeel studenten weer dat binnen het weergegeven aantal jaren zijn of haar diploma heeft behaald binnen de opleiding. We berekenen dus welk percentage studenten na x aantal jaren zijn diploma behaalde sinds de eerste inschrijving in een bepaalde opleiding. Voor de profielen: soort opleiding & studiegebied wordt dan de gemiddelde studieduur berekend van alle opleidingen binnen het profiel. Voor alle duidelijkheid: er wordt dus niet berekend hoeveel studenten er na x academiejaren een academisch bachelordiploma hebben behaald. Er wordt wel berekend hoeveel studenten er na x academiejaren een academisch bachelordiploma hebben behaald voor een bepaalde opleiding sinds de start aan die specifieke opleiding. De verschillende componenten van deze kruistabel zijn alsvolgt ingevuld: - Academiejaar van start traject = het eerste jaar in de opleiding. Dit kan aan een andere instelling zijn dan de instelling waar de student zijn diploma behaalt. Zij- instromers worden dus mee geteld in de cijfers voor de instelling waarover gerapporteerd wordt. - Aantal academiejaren tot diploma: geeft het aantal jaren weer waarbinnen men zijn diploma heeft behaald. Iemand die in de kolom met 1 academiejaar terecht komt heeft dus zijn diploma behaald in hetzelfde academiejaar als zijn eerste inschrijving voor dit traject. - De noemer is het totaal van alle studenten die een eerste inschrijving in het traject hebben genomen in het vermelde academiejaar. Uitstroomcohorte Deze tabel geeft het aandeel studenten weer per jaar van afstuderen. Het betreffen dus allemaal afgestudeerde studenten. We berekenen dus welk percentage studenten afstudeert op x-jaar ten opzichte van alle afgestudeerde studenten in de opleiding aan de instelling. We tellen de studenten bij de instelling waar ze hun diploma hebben behaald. Studenten kunnen dus wel begonnen zijn aan hun traject aan een andere instelling. De verschillende componenten van deze kruistabel zijn alsvolgt ingevuld: - Academiejaar van start traject = het eerste jaar in de opleiding. Dit kan aan een andere instelling zijn dan de instelling waar de student zijn diploma behaald. Zij- instromers worden dus mee geteld in de cijfers voor de instelling waarover gerapporteerd wordt. - Aantal academiejaren tot diploma: geeft het aantal jaren weer waarbinnen men zijn diploma heeft behaald. Iemand die in de kolom met 1 academiejaar terecht komt heeft dus zijn diploma behaald in hetzelfde academiejaar als zijn eerste inschrijving voor dit traject. - De noemer is het totaal van alle studenten die een diploma hebben behaald in het traject (aan de instelling waarover gerapporteerd wordt) in het vermelde academiejaar.
Laatst gekende inschrijving (drop- out) - Drop out: Deze tabel geeft het aandeel studenten weer dat binnen het weergegeven aantal jaren zonder diploma is uitgestroomd uit
de opleiding. We kijken daarvoor naar de laatst gekende inschrijving van de ongekwalificeerde studenten. Indien er in het academiejaar van die laatst gekende inschrijving geen diploma is uitgereikt beschouwen we de student het jaar nadien als ongekwalificeerde uitstroom. (in theorie kan hij natuurlijk naar het buitenland zijn gegaan waar we de student niet kunnen traceren) Sabbatjaren worden alsvolgt opgevangen: Stel dat iemand als drop out wordt gerekend in 2010-2011 omdat de laatst gekende inschrijving genomen is in 2009-2010 (en de student geen diploma heeft ontvangen). Als deze student nu in 2011-2012 opnieuw een inschrijving neemt in het betreffende traject zal hij bij herberekening van het rapport ook geen drop out meer zijn in 2010-2011. Uiteraard kunnen we dit pas herberekenen als de finale gegevens van 2011-2012 beschikbaar zijn. De verschillende componenten van deze kruistabel zijn alsvolgt ingevuld: - Academiejaar van start traject = het eerste jaar in de opleiding in de instelling (de instelling van de eerste inschrijving in het traject. Let op: hij kan zijn diploma wel behaald hebben in een andere instelling) - Aantal academiejaren tot drop out: geeft het aantal jaren weer dat men een inschrijving had in het traject. Iemand die in de kolom met 1 academiejaar terecht komt heeft dus slechts 1 academiejaar een inschrijving gehad in het betreffende traject. Het jaar nadien werd geen inschrijving van deze student teruggevonden. Er wordt telkens gerekend met 'actieve' inschrijvingen op het einde van het academiejaar. Studenten die reeds uitschrijven in de loop van het academiejaar worden in deze tabellen dus niet als 'drop-out' beschouwd. - De noemer is het totaal van alle studenten die hun eerste inschrijving in het traject hebben genomen aan de betreffende instelling. zij instromers worden dus niet meegeteld in de cijfers van de instellingen.
Profiel opleiding Environmental Sanitation MA (Environmental Sanitation MA - 1024 120) Academiejaar 2012 - 2013 Geografische spreiding inrichtende instellingen
Proportioneel marktaandeel van de inrichtende instellingen Instellingen UGent
Aantal inschrijvingen
Verdeling geslachten
Aantal inschrijvingen instellingen Instelling UGent
45
Aantal inschrijvingen 78
Aantal inschrijvingen
40
Aantal inschrijvingen
35 30 25 42
20 36 15 10 5 0
Mannelijk
Vrouwelijk Geslacht
Benchmarkrapport versie 4.4.9
Pagina 5 van 12
10-dec-2013
Opleiding Environmental Sanitation MA - Instelling UGent Kengetallen Aantal inschrijvingen en diploma's Cijfers voor niet afgesloten academiejaren betreffen de status op 7-dec-2013 UGent Voltijds
Niet-voltijds
Mannelijk
Generatiestudenten
Vrouwelijk
Beursstudenten
Diploma behaald
Herkomst ASO
Herkomst TSO
Herkomst BSO
Herkomst KSO
Herkomst Andere
Totaal aantal inschrijvingen
Academiejaar 2007 - 2008*
22
1
16
7
0
nvt
0
0
0
0
0
23
23
Academiejaar 2008 - 2009
43
3
27
19
0
nvt
18
0
0
0
0
46
46
Academiejaar 2009 - 2010
45
6
26
25
0
nvt
16
0
0
0
0
51
51
Academiejaar 2010 - 2011
51
7
32
26
0
2
21
0
0
0
0
58
58
Academiejaar 2011 - 2012
52
15
30
37
0
2
25
1
0
0
0
66
67
Academiejaar 2012 - 2013
68
10
36
42
0
nvt
26
1
0
0
0
77
78
Academiejaar 2013 - 2014 **
55
16
41
30
0
nvt
0
1
0
0
0
70
71
* = Brondata afkomstig uit Databank Tertiair Onderwijs. Let op: definities voor data kunnen verschillend zijn met gegevensdefinities uit de huidige databank DHO (vanaf 2008-2009). ** = Cijfers voor niet afgesloten academiejaren. Status op 7-dec-2013
Alle instellingen Voltijds
Niet-voltijds
Mannelijk
Generatiestudenten
Vrouwelijk
Beursstudenten
Diploma behaald
Herkomst ASO
Herkomst TSO
Herkomst BSO
Herkomst KSO
Herkomst Andere
Totaal aantal inschrijvingen
Academiejaar 2007 - 2008*
22
1
16
7
0
nvt
0
0
0
0
0
23
23
Academiejaar 2008 - 2009
43
3
27
19
0
nvt
18
0
0
0
0
46
46
Academiejaar 2009 - 2010
45
6
26
25
0
nvt
16
0
0
0
0
51
51
Academiejaar 2010 - 2011
51
7
32
26
0
2
21
0
0
0
0
58
58
Academiejaar 2011 - 2012
52
15
30
37
0
2
25
1
0
0
0
66
67
Academiejaar 2012 - 2013
68
10
36
42
0
nvt
26
1
0
0
0
77
78
Academiejaar 2013 - 2014 **
55
16
41
30
0
nvt
0
1
0
0
0
70
71
* = Brondata afkomstig uit Databank Tertiair Onderwijs. Let op: definities voor data kunnen verschillend zijn met gegevensdefinities uit de huidige databank DHO (vanaf 2008-2009). ** = Cijfers voor niet afgesloten academiejaren. Status op 7-dec-2013
UGent
Alle instellingen
Aantal trajectstarters
Benchmarkrapport versie 4.4.9
Aantal trajectstarters
2007
25
2007
25
2008
27
2008
27
2009
32
2009
32
2010
29
2010
29
2011
32
2011
32
Pagina 6 van 12
10-dec-2013
Opleiding Environmental Sanitation MA - Instelling UGent Studierendement Evolutie alle beschikbare academiejaren 100%
93,4% 93,4%
80%
Studierendement
Huidige instelling Alle instellingen
88,9% 87,1% 88,0% 85,8% 88,9% 87,1% 88,0% 85,8% 81,3% 81,3%
60%
40%
20%
0%
0,0% 0,0% 2007 2008
2008 2009
2009 - 2010 - 2011 2010 2011 2012 Academiejaren
2012 2013
Verdeling per geslacht in 2012 - 2013 100%
Verdeling per beursstudent J/N in 2012 - 2013 100%
Huidige instelling Alle instellingen 86,9%
2013 2014
Huidige instelling Alle instellingen
86,9% 82,2%
74,5%
60%
40%
20%
0%
82,2%
80%
74,5%
Studierendement
Studierendement
80%
60% 50,0%
50,0%
40%
20%
Mannelijk
Vrouwelijk Geslacht
Benchmarkrapport versie 4.4.9
0%
/
N Studietoelage ontvangen
Pagina 7 van 12
10-dec-2013
Studieduur (Time-to-graduation) Instroomcohortes Aantal afgestudeerden per studieduur UGent Aantal gediplomeerden per instroomcohorte Academiejaar van start traject
Aantal academiejaren tot diploma 2
3
4
2007
18
2
2008
14
2
2009
19
5
2010
19
Totaal 20 1
17 24 19
Alle instellingen Aantal gediplomeerden per instroomcohorte Academiejaar van start traject
Aantal academiejaren tot diploma 2
3
4
2007
18
2
2008
14
2
2009
19
5
2010
19
Totaal 20 1
17 24 19
Percentage afgestudeerden per studieduur UGent Time-to-graduation ratio instroom Academiejaar van start traject
Aantal academiejaren tot diploma 2
3
4
2007
72,00%
8,00%
2008
51,85%
7,41%
2009
59,38%
15,62%
2010
65,52%
Totaal 80,00% 3,70%
62,96% 75,00% 65,52%
Alle instellingen Time-to-graduation ratio instroom Academiejaar van start traject
Benchmarkrapport versie 4.4.9
Aantal academiejaren tot diploma 2
3
4
2007
72,00%
8,00%
2008
51,85%
7,41%
2009
59,38%
15,62%
2010
65,52%
Pagina 8 van 12
Totaal 80,00% 3,70%
62,96% 75,00% 65,52%
10-dec-2013
Studieduur (Time-to-graduation): Uitstroomcohortes Aantal afgestudeerden per studieduur UGent Aantal gediplomeerden per uitstroomcohorte Academiejaar van diploma
Aantal academiejaren tot diploma 2
3
4
2008 - 2009
18
2009 - 2010
14
2
2010 - 2011
19
2
2011 - 2012
19
5
Totaal 18 16 21 1
25
Alle instellingen Aantal gediplomeerden per uitstroomcohorte Academiejaar van diploma
Aantal academiejaren tot diploma 2
3
4
2008 - 2009
18
2009 - 2010
14
2
2010 - 2011
19
2
2011 - 2012
19
5
Totaal 18 16 21 1
25
Percentage afgestudeerden per studieduur UGent Time-to-graduation ratio uitstroom Academiejaar van diploma
Aantal academiejaren tot diploma 2
3
4
2008 - 2009
100,00%
2009 - 2010
87,50%
12,50%
2010 - 2011
90,48%
9,52%
2011 - 2012
76,00%
20,00%
Totaal 100,00% 100,00% 100,00% 4,00%
100,00%
Alle instellingen Time-to-graduation ratio uitstroom Academiejaar van diploma
Benchmarkrapport versie 4.4.9
Aantal academiejaren tot diploma 2
3
4
2008 - 2009
100,00%
2009 - 2010
87,50%
12,50%
2010 - 2011
90,48%
9,52%
2011 - 2012
76,00%
20,00%
Totaal 100,00%
Pagina 9 van 12
100,00% 100,00% 4,00%
100,00%
10-dec-2013
Laatst gekende inschrijving zonder diploma (Drop-outs) Aantal niet-gediplomeerde studenten per eerste academiejaar traject en jaren tot eventuele uitstroom. UGent Aantal drop outs Academiejaar van start traject
Aantal academiejaren tot drop out 1
2
3
4
Totaal
2007
1
4
5
2008
9
1
10
2009
5
1
2010
2
8
2011
32
2
8 10 32
Alle instellingen Aantal drop outs Academiejaar van start traject
Aantal academiejaren tot drop out 1
2
3
4
Totaal
2007
1
4
5
2008
9
1
10
2009
5
1
2010
2
8
2011
32
2
8 10 32
Percentage drop out per academiejaar UGent Drop-out-ratio Academiejaar van start traject
Aantal academiejaren tot drop out 1
2
3
2007
4,00%
16,00%
2008
33,33%
3,70%
2009
15,62%
3,12%
2010
6,90%
27,59%
2011
100,00%
4
Totaal 20,00% 37,04%
6,25%
25,00% 34,48% 100,00%
Alle instellingen Drop-out-ratio Academiejaar van start traject
Benchmarkrapport versie 4.4.9
Aantal academiejaren tot drop out 1
2
3
2007
4,00%
16,00%
2008
33,33%
3,70%
2009
15,62%
3,12%
2010
6,90%
27,59%
2011
100,00%
Pagina 10 van 12
4
Totaal 20,00% 37,04%
6,25%
25,00% 34,48% 100,00%
10-dec-2013
Opleiding Environmental Sanitation MA - Instelling UGent Vestiging Sint-Pietersnieuwstraat, Gent Kengetallen Aantal inschrijvingen en diploma's UGent, Sint-Pietersnieuwstraat, Gent Voltijds
Deeltijds
Mannelijk
Vrouwelijk
Generatiestudenten
Beursstudent
Diploma behaald
Herkomst ASO
Herkomst TSO
Herkomst BSO
Herkomst KSO
Herkomst andere
Totaal aantal inschrijvingen
Academiejaar 2007 - 2008*
22
1
16
7
0
0
0
0
0
0
0
23
23
Academiejaar 2008 - 2009
43
3
27
19
0
0
18
0
0
0
0
46
46
Academiejaar 2009 - 2010
45
6
26
25
0
0
16
0
0
0
0
51
51
Academiejaar 2010 - 2011
51
7
32
26
0
2
21
0
0
0
0
58
58
Academiejaar 2011 - 2012
52
15
30
37
0
2
25
1
0
0
0
66
67
Academiejaar 2012 - 2013
68
10
36
42
0
0
26
1
0
0
0
77
78
Academiejaar 2013 - 2014 **
55
16
41
30
0
0
0
1
0
0
0
70
71
* = Brondata afkomstig uit Databank Tertiair Onderwijs. Let op: definities voor data kunnen verschillend zijn met gegevensdefinities uit de huidige databank DHO (vanaf 2008-2009). ** = Cijfers voor niet afgesloten academiejaren. Status op 7-dec-2013
Benchmarkrapport versie 4.4.9
Pagina 11 van 12
10-dec-2013
Opleiding Environmental Sanitation MA - Instelling UGent Vestiging Sint-Pietersnieuwstraat, Gent Studierendement Evolutie alle beschikbare academiejaren 100%
93,4% 93,4%
80%
Studierendement
Huidige vestiging Alle instellingen
88,9% 87,1% 88,0% 85,8% 88,9% 87,1% 88,0% 85,8% 81,3% 81,3%
60%
40%
20%
0%
0,0% 0,0% 2007 2008
2008 2009
2009 - 2010 - 2011 2010 2011 2012 Academiejaren
2012 2013
Verdeling per geslacht in 2012 - 2013 100%
Verdeling per studietoelage J/N in 2012 - 2013 100%
Huidige vestiging Alle instellingen 86,9%
2013 2014
Huidige instelling Alle instellingen
86,9% 82,2%
74,5%
60%
40%
20%
0%
82,2%
80%
74,5%
Studierendement
Studierendement
80%
60% 50,0%
50,0%
40%
20%
Mannelijk
Vrouwelijk Geslacht
Benchmarkrapport versie 4.4.9
0%
/
N Studietoelage ontvangen
Pagina 12 van 12
10-dec-2013
KENGETALLEN UNIVERSITEIT GENT Master of Science in de milieusanering en het milieubeheer (manama)
Instelling: UGent Opleiding: milieubeheer en milieubeheer 60 studiepunten Studieomvang:
Benchmark rapport Hoger Onderwijs Academiejaar 2012 - 2013 Laatste update gegevens: 7-dec-2013
Toelichting: Doelstelling Dit rapport dient ter ondersteuning van de kwaliteitszorg in het Hoger Onderwijs. Meer specifiek dient het als ondersteuning bij de zelfevaluaties van de opleidingen in de hogescholen en universiteiten. Het rapport biedt informatie over een opleiding in een vergelijkend perspectief. Elke opleiding kan zich aan de hand van de ingevulde indicatoren spiegelen aan Vlaamse gemiddeldes en zich zo een genuanceerder beeld vormen van de eigen sterktes en zwaktes. Indicatoren zoals gebruikt in dit rapport dienen uiteraard geïnterpreteerd te worden in de context van de eigen instelling en opleiding. Een afwijking van een gemiddelde is slechts een aanzet om te gaan zoeken naar onderliggende verschillen. Dit rapport wil vooral informatie aanreiken die het de instellingen en opleidingen mogelijk maakt om meer gericht te gaan zoeken naar verklaringen voor zowel goede als mnder goede resultaten in het kader van de eigen doelstellingen.
Werkwijze Elk rapport wordt gegenereerd met een voorgedefinieerd standaardsjabloon uit het datawarehouse voor Hoger Onderwijs van het ministerie van Onderwijs en Vorming op basis van de gegevens zoals ze zijn doorgegeven aan de Databank Hoger Onderwijs. Het is dus voor elke instelling/opleiding identiek in opbouw, berekeningswijze en definities.
Inhoud Het rapport bevat 8 thema's: - Geografische spreiding. - Individueel marktaandeel van de inrichtende instellingen. - aantal actieve inschrijvingen per inrichtende instelling. - Verdeling geslachten. - Kengetallen. - Studierendement. - Studieduur (time to graduation). - Ongekwalificeerde uitstroom (drop-out-rate) Elk van deze thema's kan berekend worden op verschillende aggregatieniveaus of profielen. Er worden rapporten voorzien voor elk van deze profielen. Op deze manier kan elke opleiding zich benchmarken met de gemiddelde waarde voor deze opleiding in heel Vlaanderen. Dit rapport bevat de meest gedetailleerde informatie, namelijk die voor de opleidingen zelf. De profielen zijn: - Soort opleiding - Studiegebied - Opleiding Ook kunnen alle indicatoren zowel berekend worden voor een specifieke instelling als over de instellingen heen. De kengetallen en het studierendement kan bovendien berekend worden tot op het niveau van de vestigingsplaats waar de studenten zijn ingeschreven. De aggregaatniveaus zijn: - Alle instellingen - Instelling - Vestiginsplaats De rapporten hebben betrekking op afgesloten academiejaren (dwz. alle data die gebruikt wordt uit de bronsystemen (DHO) werd gevalideerd door de instellingen) of de laatst beschikbare status van de niet afgesloten academiejaren. De teldatum is steeds terug te vinden op het voorblad van het rapport en onder de tabellen waar niet-afgesloten gegevens gebruikt worden.
Definities Hieronder vindt men de definities van de gehanteerde velden/begrippen in het rapport.
Kengetallen Inschrijvingen: In dit rapport tellen we enkel actieve inschrijvingen (dwz inschrijvingen waarvoor men nadien uitschreef werden niet meegeteld) - Voltijds: Inschrijvingen voor 54 studiepunten of meer worden beschouwd als voltijdse inschrijvingen. - Niet-voltijds: Inschrijvingen voor 53 studiepunten of minder worden beschouwd als deeltijdse inschrijvingen. - Mannelijk: Alle actieve inschrijvingen van mannen - Vrouwelijk: Alle actieve inschrijvingen van vrouwen - Generatiestudent: Aantal inschrijvingen van studenten die zich voor de eerste maal inschrijven in het hoger onderwijs in Vlaanderen
voor een academische of professionele bachelor. - Beursstudent: Alle actieve inschrijvingen van studenten die een studietoelage van de Vlaamse Gemeenschap hebben ontvangen. (enkel data voor de beschikbare jaren) - Aantal trajectstarters: Voor elke student in een opleiding wordt telkens het eerste academiejaar opgezocht waarin hij/zij een inschrijving had voor de opleiding. Aangezien het datawarehouse HO maar teruggaat tot het academiejaar 2005-2006, zijn de eerste betrouwbare 'eerste inschrijvingen' die vanaf academiejaar 2006-2007. Deze cijfers over trajectstarters worden ook gebruikt om in de kruistabellen voor studieduur en drop-out de cohortes samen te stellen. Daar vertrekken we in de linkerkolom telkens van de trajectstarters met een eerste inschrijving in hetzelfde jaar. - Diploma behaald: Aantal inschrijvingen waarvoor een diploma werd behaald in het desbetreffende jaar. - Herkomst secundair onderwijs: Voor elke ingeschreven student gaan we na of we een match vinden in de databanken voor secundair onderwijs in Vlaanderen. Dit gebeurt in twee stappen. Eerst zoeken we een match op basis van een diploma secundair onderwijs. Indien gekend nemen we de onderwijsvorm (ASO/TSO/KSO/BSO) voor dit diploma. Indien we geen diploma terugvinden maar wel een match op INSZ-nummer nemen we de onderwijsvorm van de laatst gekende inschrijving in het secundair onderwijs. - Herkomst ASO : Het aantal inschrijvingen dat aan de hand van bovenvermelde methode gekoppeld kon worden aan een ASOdiploma - of inschrijving - in het secundair onderwijs. - Herkomst TSO : Het aantal inschrijvingen dat aan de hand van bovenvermelde methode gekoppeld kon worden aan een TSOdiploma - of inschrijving - in het secundair onderwijs. - Herkomst BSO : Het aantal inschrijvingen dat aan de hand van bovenvermelde methode gekoppeld kon worden aan een BSOdiploma - of inschrijving - in het secundair onderwijs. - Herkomst KSO : Het aantal inschrijvingen dat aan de hand van bovenvermelde methode gekoppeld kon worden aan een KSOdiploma - of inschrijving - in het secundair onderwijs. - Herkomst Andere : Het aantal inschrijvingen dat aan de hand van bovenvermelde methode niet gekoppeld kon worden aan een onderwijsvorm in het secundair onderwijs.
Studierendement - Studierendement: De ratio van het totaal aantal verworven studiepunten ten opzichte van het totaal aantal opgenomen studiepunten met impact op leerkrediet in een opleiding. (dwz: waarvoor niet tijdig werd uitgeschreven om leerkrediet terug te krijgen). Het studierendement wordt dus berekend met de geaggregeerde studiepunten op het niveau van de opleiding.
Studieduur (time to graduation) Instroomcohorte Deze tabel geeft het aandeel studenten weer dat binnen het weergegeven aantal jaren zijn of haar diploma heeft behaald binnen de opleiding. We berekenen dus welk percentage studenten na x aantal jaren zijn diploma behaalde sinds de eerste inschrijving in een bepaalde opleiding. Voor de profielen: soort opleiding & studiegebied wordt dan de gemiddelde studieduur berekend van alle opleidingen binnen het profiel. Voor alle duidelijkheid: er wordt dus niet berekend hoeveel studenten er na x academiejaren een academisch bachelordiploma hebben behaald. Er wordt wel berekend hoeveel studenten er na x academiejaren een academisch bachelordiploma hebben behaald voor een bepaalde opleiding sinds de start aan die specifieke opleiding. De verschillende componenten van deze kruistabel zijn alsvolgt ingevuld: - Academiejaar van start traject = het eerste jaar in de opleiding. Dit kan aan een andere instelling zijn dan de instelling waar de student zijn diploma behaalt. Zij- instromers worden dus mee geteld in de cijfers voor de instelling waarover gerapporteerd wordt. - Aantal academiejaren tot diploma: geeft het aantal jaren weer waarbinnen men zijn diploma heeft behaald. Iemand die in de kolom met 1 academiejaar terecht komt heeft dus zijn diploma behaald in hetzelfde academiejaar als zijn eerste inschrijving voor dit traject. - De noemer is het totaal van alle studenten die een eerste inschrijving in het traject hebben genomen in het vermelde academiejaar. Uitstroomcohorte Deze tabel geeft het aandeel studenten weer per jaar van afstuderen. Het betreffen dus allemaal afgestudeerde studenten. We berekenen dus welk percentage studenten afstudeert op x-jaar ten opzichte van alle afgestudeerde studenten in de opleiding aan de instelling. We tellen de studenten bij de instelling waar ze hun diploma hebben behaald. Studenten kunnen dus wel begonnen zijn aan hun traject aan een andere instelling. De verschillende componenten van deze kruistabel zijn alsvolgt ingevuld: - Academiejaar van start traject = het eerste jaar in de opleiding. Dit kan aan een andere instelling zijn dan de instelling waar de student zijn diploma behaald. Zij- instromers worden dus mee geteld in de cijfers voor de instelling waarover gerapporteerd wordt. - Aantal academiejaren tot diploma: geeft het aantal jaren weer waarbinnen men zijn diploma heeft behaald. Iemand die in de kolom met 1 academiejaar terecht komt heeft dus zijn diploma behaald in hetzelfde academiejaar als zijn eerste inschrijving voor dit traject. - De noemer is het totaal van alle studenten die een diploma hebben behaald in het traject (aan de instelling waarover gerapporteerd wordt) in het vermelde academiejaar.
Laatst gekende inschrijving (drop- out) - Drop out: Deze tabel geeft het aandeel studenten weer dat binnen het weergegeven aantal jaren zonder diploma is uitgestroomd uit
de opleiding. We kijken daarvoor naar de laatst gekende inschrijving van de ongekwalificeerde studenten. Indien er in het academiejaar van die laatst gekende inschrijving geen diploma is uitgereikt beschouwen we de student het jaar nadien als ongekwalificeerde uitstroom. (in theorie kan hij natuurlijk naar het buitenland zijn gegaan waar we de student niet kunnen traceren) Sabbatjaren worden alsvolgt opgevangen: Stel dat iemand als drop out wordt gerekend in 2010-2011 omdat de laatst gekende inschrijving genomen is in 2009-2010 (en de student geen diploma heeft ontvangen). Als deze student nu in 2011-2012 opnieuw een inschrijving neemt in het betreffende traject zal hij bij herberekening van het rapport ook geen drop out meer zijn in 2010-2011. Uiteraard kunnen we dit pas herberekenen als de finale gegevens van 2011-2012 beschikbaar zijn. De verschillende componenten van deze kruistabel zijn alsvolgt ingevuld: - Academiejaar van start traject = het eerste jaar in de opleiding in de instelling (de instelling van de eerste inschrijving in het traject. Let op: hij kan zijn diploma wel behaald hebben in een andere instelling) - Aantal academiejaren tot drop out: geeft het aantal jaren weer dat men een inschrijving had in het traject. Iemand die in de kolom met 1 academiejaar terecht komt heeft dus slechts 1 academiejaar een inschrijving gehad in het betreffende traject. Het jaar nadien werd geen inschrijving van deze student teruggevonden. Er wordt telkens gerekend met 'actieve' inschrijvingen op het einde van het academiejaar. Studenten die reeds uitschrijven in de loop van het academiejaar worden in deze tabellen dus niet als 'drop-out' beschouwd. - De noemer is het totaal van alle studenten die hun eerste inschrijving in het traject hebben genomen aan de betreffende instelling. zij instromers worden dus niet meegeteld in de cijfers van de instellingen.
Profiel opleiding milieubeheer en milieubeheer MNM (milieubeheer en milieubeheer MNM 0796 60) Academiejaar 2012 - 2013 Geografische spreiding inrichtende instellingen
Proportioneel marktaandeel van de inrichtende instellingen Instellingen UGent
Aantal inschrijvingen
Verdeling geslachten
Aantal inschrijvingen instellingen Instelling UGent
16
Aantal inschrijvingen 27
Aantal inschrijvingen
14
Aantal inschrijvingen
12 10 8
16
6
11
4 2 0
Mannelijk
Vrouwelijk Geslacht
Benchmarkrapport versie 4.4.9
Pagina 5 van 12
10-dec-2013
Opleiding milieubeheer en milieubeheer MNM - Instelling UGent Kengetallen Aantal inschrijvingen en diploma's Cijfers voor niet afgesloten academiejaren betreffen de status op 7-dec-2013 UGent Voltijds
Niet-voltijds
Mannelijk
Generatiestudenten
Vrouwelijk
Beursstudenten
Diploma behaald
Herkomst ASO
Herkomst TSO
Herkomst BSO
Herkomst KSO
Herkomst Andere
Totaal aantal inschrijvingen
Academiejaar 2005 - 2006*
26
8
18
16
0
nvt
23
0
0
0
0
34
34
Academiejaar 2006 - 2007*
27
14
18
23
0
nvt
29
15
2
0
0
24
41
Academiejaar 2007 - 2008*
29
13
23
19
0
nvt
28
30
1
0
0
11
42
Academiejaar 2008 - 2009
5
14
10
9
0
nvt
12
11
1
0
0
7
19
Academiejaar 2009 - 2010
15
5
10
10
0
nvt
18
15
1
0
0
4
20
Academiejaar 2010 - 2011
23
2
13
12
0
1
21
18
3
0
0
4
25
Academiejaar 2011 - 2012
17
14
15
16
0
nvt
20
26
1
0
0
4
31
Academiejaar 2012 - 2013
15
12
16
11
0
nvt
19
23
1
0
0
3
27
Academiejaar 2013 - 2014 **
13
11
16
8
0
nvt
0
20
3
0
0
1
24
* = Brondata afkomstig uit Databank Tertiair Onderwijs. Let op: definities voor data kunnen verschillend zijn met gegevensdefinities uit de huidige databank DHO (vanaf 2008-2009). ** = Cijfers voor niet afgesloten academiejaren. Status op 7-dec-2013
Alle instellingen Voltijds
Niet-voltijds
Mannelijk
Generatiestudenten
Vrouwelijk
Beursstudenten
Diploma behaald
Herkomst ASO
Herkomst TSO
Herkomst BSO
Herkomst KSO
Herkomst Andere
Totaal aantal inschrijvingen
Academiejaar 2005 - 2006*
26
8
18
16
0
nvt
23
0
0
0
0
34
34
Academiejaar 2006 - 2007*
27
14
18
23
0
nvt
29
15
2
0
0
24
41
Academiejaar 2007 - 2008*
29
13
23
19
0
nvt
28
30
1
0
0
11
42
Academiejaar 2008 - 2009
5
14
10
9
0
nvt
12
11
1
0
0
7
19
Academiejaar 2009 - 2010
15
5
10
10
0
nvt
18
15
1
0
0
4
20
Academiejaar 2010 - 2011
23
2
13
12
0
1
21
18
3
0
0
4
25
Academiejaar 2011 - 2012
17
14
15
16
0
nvt
20
26
1
0
0
4
31
Academiejaar 2012 - 2013
15
12
16
11
0
nvt
19
23
1
0
0
3
27
Academiejaar 2013 - 2014 **
13
11
16
8
0
nvt
0
20
3
0
0
1
24
* = Brondata afkomstig uit Databank Tertiair Onderwijs. Let op: definities voor data kunnen verschillend zijn met gegevensdefinities uit de huidige databank DHO (vanaf 2008-2009). ** = Cijfers voor niet afgesloten academiejaren. Status op 7-dec-2013
UGent
Alle instellingen
Aantal trajectstarters
Benchmarkrapport versie 4.4.9
Aantal trajectstarters
2006
38
2006
38
2007
38
2007
38
2008
8
2008
8
2009
17
2009
17
2010
23
2010
23
2011
28
2011
28
Pagina 6 van 12
10-dec-2013
Opleiding milieubeheer en milieubeheer MNM - Instelling UGent Studierendement Evolutie alle beschikbare academiejaren 100%
98,5% 96,1% 98,5% 93,0% 96,1% 90,4% 90,2% 89,4% 88,9% 93,0% 87,6% 90,4% 90,2% 89,4% 88,9% 87,6%
Huidige instelling Alle instellingen
Studierendement
80%
60%
40%
20%
0%
0,0% 0,0% 2005 - 2006 - 2007 - 2008 - 2009 - 2010 - 2011 - 2012 - 2013 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 Academiejaren
Verdeling per geslacht in 2012 - 2013 100% 89,7%
91,8%
89,7%
91,8%
Verdeling per beursstudent J/N in 2012 - 2013 100%
Huidige instelling Alle instellingen
90,4%
60%
40%
20%
0%
Huidige instelling Alle instellingen
80%
Studierendement
Studierendement
80%
90,4%
60%
40%
20%
Mannelijk
Vrouwelijk Geslacht
Benchmarkrapport versie 4.4.9
0%
N Studietoelage ontvangen
Pagina 7 van 12
10-dec-2013
Studieduur (Time-to-graduation) Instroomcohortes Aantal afgestudeerden per studieduur UGent Aantal gediplomeerden per instroomcohorte Academiejaar van start traject
Aantal academiejaren tot diploma 1
2
3
4
Totaal
2006
22
4
4
2007
24
3
1
30
2008
4
2
2009
15
1
16
2010
20
1
21
2011
18
28 1
7
18
Alle instellingen Aantal gediplomeerden per instroomcohorte Academiejaar van start traject
Aantal academiejaren tot diploma 1
2
3
4
Totaal
2006
22
4
4
2007
24
3
1
30
2008
4
2
2009
15
1
16
2010
20
1
21
2011
18
28 1
7
18
Percentage afgestudeerden per studieduur UGent Time-to-graduation ratio instroom Academiejaar van start traject
Aantal academiejaren tot diploma 1
2
3
4
Totaal
2006
57,89%
10,53%
10,53%
2007
63,16%
7,89%
2,63%
78,95%
2008
50,00%
25,00%
2009
88,24%
5,88%
94,12%
2010
86,96%
4,35%
91,30%
2011
64,29%
73,68% 12,50%
87,50%
64,29%
Alle instellingen Time-to-graduation ratio instroom Academiejaar van start traject
Benchmarkrapport versie 4.4.9
Aantal academiejaren tot diploma 1
2
3
4
Totaal
2006
57,89%
10,53%
10,53%
2007
63,16%
7,89%
2,63%
78,95%
2008
50,00%
25,00%
2009
88,24%
5,88%
94,12%
2010
86,96%
4,35%
91,30%
2011
64,29%
73,68% 12,50%
87,50%
64,29%
Pagina 8 van 12
10-dec-2013
Studieduur (Time-to-graduation): Uitstroomcohortes Aantal afgestudeerden per studieduur UGent Aantal gediplomeerden per uitstroomcohorte Academiejaar van diploma
Aantal academiejaren tot diploma 1
2
3
4
Totaal
2006 - 2007
22
2007 - 2008
24
4
22
2008 - 2009
4
3
4
11
2009 - 2010
15
2
1
18
2010 - 2011
20
1
2011 - 2012
18
1
28
21 1
20
Alle instellingen Aantal gediplomeerden per uitstroomcohorte Academiejaar van diploma
Aantal academiejaren tot diploma 1
2
3
4
Totaal
2006 - 2007
22
2007 - 2008
24
4
22
2008 - 2009
4
3
4
11
2009 - 2010
15
2
1
18
2010 - 2011
20
1
2011 - 2012
18
1
28
21 1
20
Percentage afgestudeerden per studieduur UGent Time-to-graduation ratio uitstroom Academiejaar van diploma
Aantal academiejaren tot diploma 1
2
3
4
Totaal
2006 - 2007
100,00%
2007 - 2008
85,71%
14,29%
100,00%
2008 - 2009
36,36%
27,27%
36,36%
100,00%
2009 - 2010
83,33%
11,11%
5,56%
100,00%
2010 - 2011
95,24%
4,76%
2011 - 2012
90,00%
5,00%
100,00%
100,00% 5,00%
100,00%
Alle instellingen Time-to-graduation ratio uitstroom Academiejaar van diploma
Benchmarkrapport versie 4.4.9
Aantal academiejaren tot diploma 1
2
3
4
Totaal
2006 - 2007
100,00%
2007 - 2008
85,71%
14,29%
100,00%
2008 - 2009
36,36%
27,27%
36,36%
100,00%
2009 - 2010
83,33%
11,11%
5,56%
100,00%
2010 - 2011
95,24%
4,76%
2011 - 2012
90,00%
5,00%
Pagina 9 van 12
100,00%
100,00% 5,00%
100,00%
10-dec-2013
Laatst gekende inschrijving zonder diploma (Drop-outs) Aantal niet-gediplomeerde studenten per eerste academiejaar traject en jaren tot eventuele uitstroom. UGent Aantal drop outs Academiejaar van start traject
Aantal academiejaren tot drop out 1
2
2006
6
2007
9
2008
1
2009
1
3
4
Totaal
2
8
1
10 1 1
2010
2
2011
2
10
10
Alle instellingen Aantal drop outs Academiejaar van start traject
Aantal academiejaren tot drop out 1
2
2006
6
2007
9
2008
1
2009
1
3
4
Totaal
2
8
1
10 1 1
2010
2
2011
2
10
10
Percentage drop out per academiejaar UGent Drop-out-ratio Academiejaar van start traject
Aantal academiejaren tot drop out 1
2
2006
15,79%
2007
23,68%
2008
12,50%
2009
5,88%
3
4
Totaal
5,26%
21,05%
2,63%
26,32% 12,50% 5,88%
2010
8,70%
2011
8,70%
35,71%
35,71%
Alle instellingen Drop-out-ratio Academiejaar van start traject
Aantal academiejaren tot drop out 1
2
2006
15,79%
2007
23,68%
2008
12,50%
2009
5,88%
2010 2011
Benchmarkrapport versie 4.4.9
3
4 5,26%
2,63%
Totaal 21,05% 26,32% 12,50% 5,88%
8,70% 35,71%
8,70% 35,71%
Pagina 10 van 12
10-dec-2013
Opleiding milieubeheer en milieubeheer MNM - Instelling UGent Vestiging Sint-Pietersnieuwstraat, Gent Kengetallen Aantal inschrijvingen en diploma's UGent, Sint-Pietersnieuwstraat, Gent Voltijds
Deeltijds
Mannelijk
Vrouwelijk
Generatiestudenten
Beursstudent
Diploma behaald
Herkomst ASO
Herkomst TSO
Herkomst BSO
Herkomst KSO
Herkomst andere
Totaal aantal inschrijvingen
Academiejaar 2005 - 2006*
26
8
18
16
0
0
23
0
0
0
0
34
34
Academiejaar 2006 - 2007*
27
14
18
23
0
0
29
15
2
0
0
24
41
Academiejaar 2007 - 2008*
29
13
23
19
0
0
28
30
1
0
0
11
42
Academiejaar 2008 - 2009
5
14
10
9
0
0
12
11
1
0
0
7
19
Academiejaar 2009 - 2010
15
5
10
10
0
0
18
15
1
0
0
4
20
Academiejaar 2010 - 2011
23
2
13
12
0
1
21
18
3
0
0
4
25
Academiejaar 2011 - 2012
17
14
15
16
0
0
20
26
1
0
0
4
31
Academiejaar 2012 - 2013
15
12
16
11
0
0
19
23
1
0
0
3
27
Academiejaar 2013 - 2014 **
13
11
16
8
0
0
0
20
3
0
0
1
24
* = Brondata afkomstig uit Databank Tertiair Onderwijs. Let op: definities voor data kunnen verschillend zijn met gegevensdefinities uit de huidige databank DHO (vanaf 2008-2009). ** = Cijfers voor niet afgesloten academiejaren. Status op 7-dec-2013
Benchmarkrapport versie 4.4.9
Pagina 11 van 12
10-dec-2013
Opleiding milieubeheer en milieubeheer MNM - Instelling UGent Vestiging Sint-Pietersnieuwstraat, Gent Studierendement Evolutie alle beschikbare academiejaren
100%
98,5% 96,1% 98,5% 93,0% 96,1% 90,4% 90,2% 89,4% 88,9% 93,0% 87,6% 90,4% 90,2% 89,4% 88,9% 87,6%
Huidige vestiging Alle instellingen
Studierendement
80%
60%
40%
20%
0%
0,0% 0,0% 2005 - 2006 - 2007 - 2008 - 2009 - 2010 - 2011 - 2012 - 2013 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 Academiejaren
Verdeling per geslacht in 2012 - 2013 100% 89,7%
91,8%
89,7%
91,8%
Verdeling per studietoelage J/N in 2012 - 2013 100%
Huidige vestiging Alle instellingen
90,4%
60%
40%
20%
0%
Huidige instelling Alle instellingen
80%
Studierendement
Studierendement
80%
90,4%
60%
40%
20%
Mannelijk
Vrouwelijk Geslacht
Benchmarkrapport versie 4.4.9
0%
N Studietoelage ontvangen
Pagina 12 van 12
10-dec-2013
KENGETALLEN UNIVERSITEIT GENT Bachelor en master of Science in de industriële wetenschappen: milieukunde
A.3. Het onderwijsconcept van de UGent en de link met de DLR van IWM Tabel A.3.1. Stellingen binnen het UGent-onderwijsconcept “creatieve kennisontwikkeling” CK1
Kennis is het fundament van creativiteit
CK2
Het ontwikkelen van kennis is een competentie
CK3
Creativiteit vraagt steeds een kritische houding tegenover de (eigen) kennis
CK4
Het onbekende is eerder een uitdaging dan een bedreiging
CK5
Communicatie leidt tot kennisontwikkeling
CK6
Creativiteit veronderstelt levenslange kennisontwikkeling
CK7
Diversiteit bevordert creativiteit
ZER Bachelor en Master of Science in de industriële wetenschappen: milieukunde
Pagina 20 van 85
DLR2
Toepassingsgerichte kennis, inzicht en vaardigheden hebben op het gebied van de ingenieurswetenschappen en ingenieurstechnieken.
X
X
DLR3
Vanuit inzicht in de basistheorie en -methoden voor het schematiseren en modelleren van processen of systemen, praktische ingenieurstechnische problemen oplossen.
X
X
X
X
X
X
X
X
X
DLR4 DLR5 DLR6
DLR7 DLR8
DLR9
DLR10 DLR11 DLR12 DLR13 DLR14
DLR15
DLR16
DLR17 DLR18
Implementatiegericht en analytisch probleemoplossend denken, ontwerpen, ontwikkelen en creatief innoveren met aandacht voor de operationele implicaties van de specifieke casus. Doelgericht wetenschappelijke en technische informatie opzoeken, evalueren en verwerken, en er correct naar refereren. Uitgaande van het verworven inzicht, onderzoek-, ontwerp- en oplossingsmethoden selecteren, adequaat toepassen en de resultaten ervan wetenschappelijk en doelmatig verwerken. Binnen een afgelijnd kader een probleemstelling formuleren en zelfstandig een ingenieursproject plannen en uitwerken, met aandacht voor de randvoorwaarden voor de technische realisatie ervan en de implicaties voor het leefmilieu. Blijk geven van een onderzoeksattitude: nauwkeurigheid, kritische reflectie, wetenschappelijke en technische nieuwsgierigheid, verantwoording van gemaakte keuzes. Blijk geven van een ingenieursattitude: aandacht voor planning, voor technische, economische en maatschappelijke randvoorwaarden en voor bedrijfskundige implicaties en implicaties voor het leefmilieu, inschatting van risico’s en haalbaarheid van de voorgestelde benadering of oplossing, gerichtheid op resultaat en het bereiken van effectieve oplossingen, innovatief denken. Wetenschappelijke en discipline-eigen terminologie correct hanteren in de voor de opleiding relevante talen. Resultaten van technisch en wetenschappelijk werk zowel mondeling en schriftelijk als grafisch communiceren en presenteren aan de peergroep. Functioneren als lid van een team in verschillende rollen en inzicht hebben in het eigen functioneren; medeverantwoordelijkheid opnemen voor het bepalen en behalen van de doelstellingen van het team. Ethisch en maatschappelijk verantwoord handelen met aandacht voor technische, economische, humane en duurzaamheidsaspecten. Theoretische kennis en achtergrond hebben van ecologie en milieugerelateerde problemen in de compartimenten bodem, water en lucht en deze toepassen om oorzakelijke verbanden te identificeren en de gevolgen voor mens, natuur en economie in te schatten. Binnen een wetenschappelijk zowel als wetgevend kader relevante milieugerichte analyses en meettechnieken in het domein van bodem, slib, water, lucht en afval selecteren en uitvoeren en de bekomen data (waar nodig statistisch) verwerken en interpreteren. Opdrachten uitvoeren voor het toepassen van de Best Beschikbare Technieken voor preventie, beperking en verwijderen van milieuverontreiniging en milieuhinder en voor een duurzaam materialenbeheer, met vlot gebruik van vakliteratuur en codes van goede praktijk, met aandacht voor relevante milieu- en kwaliteitsnormen/-voorwaarden en bovendien rekening houdend met het algemene People Planet Profit principe. Functioneren op het niveau van milieucoördinator B, waaronder het aanvragen van een milieuvergunning, het uitvoeren van bedrijfsinterne controles in het kader van de naleving van de milieuwetgeving, en het toepassen van bedrijfsinterne milieuzorg. Elementaire kennis, inzicht en vaardigheden hebben op het vlak van economische bedrijfsvoering.
X
X
X X
X X
CK7
X
CK6
X
CK5
Diepgaande, toepassingsgerichte kennis, inzicht en praktische vaardigheden hebben met betrekking tot wiskunde en de natuurwetenschappen - in het bijzonder (micro)biologie en chemie en fysica - met het oog op ingenieurstoepassingen.
CK4
CK2
DLR1
Bachelor Industriële Wetenschappen: Milieukunde
CK3
CK1
Tabel A.3.2. Aftoetsing van de DLR van de Bachelor of Science in de industriële wetenschappen: milieukunde met het onderwijsconcept van UGent
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X X
X
X X
X X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X 9
ZER Bachelor en Master of Science in de industriële wetenschappen: milieukunde
X 10
10
4
4
8
9
Pagina 21 van 85
DLR1
DLR2
DLR3
DLR4
DLR5
DLR6
DLR7 DLR8 DLR9
DLR10
DLR11
DLR12 DLR13 DLR14 DLR15
DLR16
Gevorderde, creatieve en toepassingsgerichte kennis, inzicht en vaardigheden hebben van de specialismen duurzame energie, afvalwaterbehandeling en milieuveiligheid en gezondheidskunde met aandacht voor de actuele ontwikkelingen van de technologie en techniek. Gevorderd, toepassingsgericht inzicht hebben in geavanceerde theorieën en -methodes voor het schematiseren en modelleren van processen of systemen en aanwending ervan bij het oplossen van milieuvraagstukken. Zelfstandig integreren en uitdiepen van eerder verworven kennis met het oog op innovatie van praktische implementatiemogelijkheden en hierbij de grenzen van de eigen competenties kennen. Oplossingsgericht formuleren en analyseren van complexe milieuvraagstukken, deze desgevallend herleiden tot beheersbare deelproblemen, en hiervoor implementatiegericht oplossingen ontwerpen met aandacht voor de concrete context en hierbij de grenzen van de eigen competenties kennen en in staat zijn om te delegeren naar deskundigen. Zelfstandig een ingenieursproject concipiëren, plannen en uitvoeren op het niveau van een beginnende onderzoekende professional. Een literatuuronderzoek uitvoeren en kritisch interpreteren volgens wetenschappelijke standaarden en vanuit het perspectief van de toepassingsmogelijkheden. Uitgaande van het verworven disciplinespecifiek en vakoverschrijdend inzicht, geavanceerde onderzoeks-, ontwerp- en oplossingsmethoden selecteren, aanpassen of desgevallend ontwikkelen, adequaat toepassen en de resultaten ervan wetenschappelijk verwerken; de gemaakte keuzes argumenteren op grond van toepassingsgericht inzicht en de eisen van de bedrijfscontext. Handelen vanuit een onderzoeksattitude: creativiteit, nauwkeurigheid, kritische reflectie, nieuwsgierigheid, gemaakte keuzes verantwoorden op grond van oplossingsgerichte argumenten. Innovatie- en operationeel gericht ontwerpen van systemen, producten, diensten en processen, interpoleren en experimenteren in de bedrijfscontext. Beheersen van systeemcomplexiteit met behulp van kwantitatieve methoden. Voldoende parate kennis, inzicht en ervaring met de praktijkomgeving bezitten om resultaten kritisch te toetsen. Binnen een hoofdzakelijk vakspecifieke context handelen vanuit een ingenieursattitude: resultaatgerichtheid, aandacht voor planning en technische, economische, milieu-juridische en maatschappelijke randvoorwaarden zoals duurzaamheid, voldoen aan de relevante regelgeving, inschatting van risico’s en haalbaarheid van de voorgestelde benadering of oplossing, gerichtheid op resultaat en het bereiken van effectieve oplossingen, innovatief denken. Projectmatig werken aan duurzame oplossingen voor het voorkomen, beperken of verwijderen van milieuverontreiniging: doelstellingen formuleren, einddoelen en ontwikkeltraject in het oog houden, functioneren als een flexibel, zelfsturend en creatief lid van een (inter- en multidisciplinair) team, beginnend leiding geven, een brugfunctie vervullen naar de werkvloer, opereren in een internationale of interculturele omgeving, gericht rapporteren. Bedrijfskundig en economisch inzicht hebben om de bijdrage aan een proces of aan de oplossing van een probleem te situeren in de ruimere bedrijfscontext. Specificaties en randvoorwaarden afwegen en omzetten in een kwaliteitsvol systeem, product, dienst of proces. Extraheren van bruikbare informatie uit onvolledige, tegenstrijdige of redundante gegevens. Schriftelijk en mondeling communiceren over het eigen vakgebied in de opleidingstaal en de voor het specialisme relevante taal of talen. Over het vakgebied talig en grafisch communiceren en presenteren aan vakgenoten en aan leken. Functioneren op het niveau van een milieucoördinator A, als sleutelfiguur in de uitbouw van bedrijfsinterne en –externe milieuzorg en verantwoordelijkheid nemen voor de promotie, implementatie en evaluatie van een proactief milieubeleid. Dit omhelst ook het voeren van zowel externe als interne milieucommunicatie, inhoudelijk afgestemd op het doelpubliek.
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X
X
CK7
CK6
CK5
CK4
CK3
CK2
CK1
Tabel A.3.3. Aftoetsing van de DLR van de Master of Science in de industriële wetenschappen: milieukunde met het onderwijsconcept van UGent
X
X
X
X
X
X
X
X
X X
X
X X X
3
ZER Bachelor en Master of Science in de industriële wetenschappen: milieukunde
8
8
X
X
X
X
6
5
7
6
Pagina 22 van 85
Figuur A.3.4. Aftoetsing van de DLR van de Bachelor en Master of Science in de industriële wetenschappen: milieukunde met het onderwijsconcept van UGent
ZER Bachelor en Master of Science in de industriële wetenschappen: milieukunde
Pagina 23 van 85
A.4. Het competentiemodel van de UGent en de link met de DLR van IWM Tabel A.4.1. Competentiegebieden uit het UGent competentiemodel CM1
Competentie in één of meer wetenschappen
CM2
Wetenschappelijke competentie
CM3
Intellectuele competentie
CM4
Competentie in samenwerken en communiceren
CM5
Maatschappelijke competentie
CM6
(optioneel) Beroepsspecifieke competentie
ingenieurscompententie
ZER Bachelor en Master of Science in de industriële wetenschappen: milieukunde
Pagina 24 van 85
DLR1 DLR2 DLR3 DLR4 DLR5 DLR6 DLR7 DLR8
DLR9
DLR10 DLR11 DLR12 DLR13 DLR14
DLR15
DLR16
DLR17 DLR18
Diepgaande, toepassingsgerichte kennis, inzicht en praktische vaardigheden hebben met betrekking tot wiskunde en de natuurwetenschappen - in het bijzonder (micro)biologie en chemie en fysica - met het oog op ingenieurstoepassingen. Toepassingsgerichte kennis, inzicht en vaardigheden hebben op het gebied van de ingenieurswetenschappen en ingenieurstechnieken. Vanuit inzicht in de basistheorie en -methoden voor het schematiseren en modelleren van processen of systemen, praktische ingenieurstechnische problemen oplossen. Implementatiegericht en analytisch probleemoplossend denken, ontwerpen, ontwikkelen en creatief innoveren met aandacht voor de operationele implicaties van de specifieke casus. Doelgericht wetenschappelijke en technische informatie opzoeken, evalueren en verwerken, en er correct naar refereren. Uitgaande van het verworven inzicht, onderzoek-, ontwerp- en oplossingsmethoden selecteren, adequaat toepassen en de resultaten ervan wetenschappelijk en doelmatig verwerken. Binnen een afgelijnd kader een probleemstelling formuleren en zelfstandig een ingenieursproject plannen en uitwerken, met aandacht voor de randvoorwaarden voor de technische realisatie ervan en de implicaties voor het leefmilieu. Blijk geven van een onderzoeksattitude: nauwkeurigheid, kritische reflectie, wetenschappelijke en technische nieuwsgierigheid, verantwoording van gemaakte keuzes. Blijk geven van een ingenieursattitude: aandacht voor planning, voor technische, economische en maatschappelijke randvoorwaarden en voor bedrijfskundige implicaties en implicaties voor het leefmilieu, inschatting van risico’s en haalbaarheid van de voorgestelde benadering of oplossing, gerichtheid op resultaat en het bereiken van effectieve oplossingen, innovatief denken. Wetenschappelijke en discipline-eigen terminologie correct hanteren in de voor de opleiding relevante talen. Resultaten van technisch en wetenschappelijk werk zowel mondeling en schriftelijk als grafisch communiceren en presenteren aan de peergroep. Functioneren als lid van een team in verschillende rollen en inzicht hebben in het eigen functioneren; medeverantwoordelijkheid opnemen voor het bepalen en behalen van de doelstellingen van het team. Ethisch en maatschappelijk verantwoord handelen met aandacht voor technische, economische, humane en duurzaamheidsaspecten. Theoretische kennis en achtergrond hebben van ecologie en milieugerelateerde problemen in de compartimenten bodem, water en lucht en deze toepassen om oorzakelijke verbanden te identificeren en de gevolgen voor mens, natuur en economie in te schatten. Binnen een wetenschappelijk zowel als wetgevend kader relevante milieugerichte analyses en meettechnieken in het domein van bodem, slib, water, lucht en afval selecteren en uitvoeren en de bekomen data (waar nodig statistisch) verwerken en interpreteren. Opdrachten uitvoeren voor het toepassen van de Best Beschikbare Technieken voor preventie, beperking en verwijderen van milieuverontreiniging en milieuhinder en voor een duurzaam materialenbeheer, met vlot gebruik van vakliteratuur en codes van goede praktijk, met aandacht voor relevante milieu- en kwaliteitsnormen/-voorwaarden en bovendien rekening houdend met het algemene People Planet Profit principe. Functioneren op het niveau van milieucoördinator B, waaronder het aanvragen van een milieuvergunning, het uitvoeren van bedrijfsinterne controles in het kader van de naleving van de milieuwetgeving, en het toepassen van bedrijfsinterne milieuzorg. Elementaire kennis, inzicht en vaardigheden hebben op het vlak van economische bedrijfsvoering.
CM6
CM5
CM4
CM3
X X
X X
X
X
X
X X X
X
X
X
X
X
X
X X X X X
X
X
X
X
X
X
4
5
X
X 6
ZER Bachelor en Master of Science in de industriële wetenschappen: milieukunde
CM2
CM1
Tabel A.4.2. Aftoetsing van de DLR van de Bachelor of Science in de industriële wetenschappen: milieukunde met het competentiemodel van UGent
4
4
6
Pagina 25 van 85
DLR1
DLR2 DLR3
DLR4
DLR5
DLR6
DLR7 DLR8 DLR9
DLR10
DLR11
DLR12 DLR13 DLR14 DLR15 DLR16
Gevorderde, creatieve en toepassingsgerichte kennis, inzicht en vaardigheden hebben van de specialismen duurzame energie, afvalwaterbehandeling en milieuveiligheid en -gezondheidskunde met aandacht voor de actuele ontwikkelingen van de technologie en techniek. Gevorderd, toepassingsgericht inzicht hebben in geavanceerde theorieën en -methodes voor het schematiseren en modelleren van processen of systemen en aanwending ervan bij het oplossen van milieuvraagstukken. Zelfstandig integreren en uitdiepen van eerder verworven kennis met het oog op innovatie van praktische implementatiemogelijkheden en hierbij de grenzen van de eigen competenties kennen. Oplossingsgericht formuleren en analyseren van complexe milieuvraagstukken, deze desgevallend herleiden tot beheersbare deelproblemen, en hiervoor implementatiegericht oplossingen ontwerpen met aandacht voor de concrete context en hierbij de grenzen van de eigen competenties kennen en in staat zijn om te delegeren naar deskundigen. Zelfstandig een ingenieursproject concipiëren, plannen en uitvoeren op het niveau van een beginnende onderzoekende professional. Een literatuuronderzoek uitvoeren en kritisch interpreteren volgens wetenschappelijke standaarden en vanuit het perspectief van de toepassingsmogelijkheden.
CM6
CM5
X
X
X X
X
Uitgaande van het verworven disciplinespecifiek en vakoverschrijdend inzicht, geavanceerde onderzoeks-, ontwerp- en oplossingsmethoden selecteren, aanpassen of desgevallend ontwikkelen, adequaat toepassen en de resultaten ervan wetenschappelijk verwerken; de gemaakte keuzes argumenteren op grond van toepassingsgericht inzicht en de eisen van de bedrijfscontext. Handelen vanuit een onderzoeksattitude: creativiteit, nauwkeurigheid, kritische reflectie, nieuwsgierigheid, gemaakte keuzes verantwoorden op grond van oplossingsgerichte argumenten. Innovatie- en operationeel gericht ontwerpen van systemen, producten, diensten en processen, interpoleren en experimenteren in de bedrijfscontext. Beheersen van systeemcomplexiteit met behulp van kwantitatieve methoden. Voldoende parate kennis, inzicht en ervaring met de praktijkomgeving bezitten om resultaten kritisch te toetsen. Binnen een hoofdzakelijk vakspecifieke context handelen vanuit een ingenieursattitude: resultaatgerichtheid, aandacht voor planning en technische, economische, milieu-juridische en maatschappelijke randvoorwaarden zoals duurzaamheid, voldoen aan de relevante regelgeving, inschatting van risico’s en haalbaarheid van de voorgestelde benadering of oplossing, gerichtheid op resultaat en het bereiken van effectieve oplossingen, innovatief denken. Projectmatig werken aan duurzame oplossingen voor het voorkomen, beperken of verwijderen van milieuverontreiniging: doelstellingen formuleren, einddoelen en ontwikkeltraject in het oog houden, functioneren als een flexibel, zelfsturend en creatief lid van een (inter- en multidisciplinair) team, beginnend leiding geven, een brugfunctie vervullen naar de werkvloer, opereren in een internationale of interculturele omgeving, gericht rapporteren. Bedrijfskundig en economisch inzicht hebben om de bijdrage aan een proces of aan de oplossing van een probleem te situeren in de ruimere bedrijfscontext. Specificaties en randvoorwaarden afwegen en omzetten in een kwaliteitsvol systeem, product, dienst of proces. Extraheren van bruikbare informatie uit onvolledige, tegenstrijdige of redundante gegevens. Schriftelijk en mondeling communiceren over het eigen vakgebied in de opleidingstaal en de voor het specialisme relevante taal of talen. Over het vakgebied talig en grafisch communiceren en presenteren aan vakgenoten en aan leken.
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Functioneren op het niveau van een milieucoördinator A, als sleutelfiguur in de uitbouw van bedrijfsinterne en –externe milieuzorg en verantwoordelijkheid nemen voor de promotie, implementatie en evaluatie van een proactief milieubeleid. Dit omhelst ook het voeren van zowel externe als interne milieucommunicatie, inhoudelijk afgestemd op het doelpubliek.
2
ZER Bachelor en Master of Science in de industriële wetenschappen: milieukunde
CM4
CM3
CM2
CM1
Tabel A.4.3. Aftoetsing van de DLR van de Master of Science in de industriële wetenschappen: milieukunde met het competentiemodel van UGent
3
9
X
X
X
X
X
X
5
6
11
Pagina 26 van 85
Figuur A.4.4. Aftoetsing van de DLR van de Bachelor en Master of Science in de industriële wetenschappen: milieukunde met het competentie van UGent
ZER Bachelor en Master of Science in de industriële wetenschappen: milieukunde
Pagina 27 van 85
B.1. Schematisch overzicht van het programma van de Bachelor of Science in de industriële wetenschappen: milieukunde Het programma kan online geraadpleegd worden via de studiegids van de UGent: http://www.studiegids.ugent.be/2014/NL/FACULTY/I/BACH/IB6MIL/IB6MIL.html De studiefiches kunnen eveneens via deze links geraadpleegd worden of kunnen opgevraagd worden door in de elektronische versie van dit document te klikken op de namen van de vakken in onderstaande tabellen.
Nr Cursus
Semester
Mt1
Mt2
Vakgroep
Lesgever
Contact
Studietijd
SP
1. Algemene opleidingsonderdelen Bachelor (129 SP) – geldig voor academiejaar 2014-2015
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
Wiskunde I Algemene chemie Mechanica Elektriciteit Biologie van de micro-organismen Elektrische en elektronische bouwstenen Analytische chemie I Milieubeheer Toegepaste chemie Fysica Wiskunde II
1 1 1 1 1 2 2 2 2 2 2
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 1 1 2 2 2 2 2 2 1 1
TW19 LA16 TW19 TW19 LA16 TW19 LA16 LA16 LA16 TW19 TW19
Philippe Bocher Jan De Smet Michael Monte Kurt Stockman Jan De Smet Kurt Stockman Ann Dumoulin Diederik Rousseau Christophe Wille Michael Monte Philippe Bocher
60 60 60 60 60 60 60 30 30 60 60
180 180 180 180 180 180 180 90 90 180 180
6 6 6 6 6 6 6 3 3 6 6
12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23
Organische chemie I Statistiek Toegepaste stromings- en energieleer Analytische chemie II Materialen Ontwerptools I Sterkteleer Organische chemie II Statistische data-analyse Basisprincipes automatisering Informatica Multidisciplinair ingenieursproject
1 1 1 1 1 1 1 2 2 2 2 2
2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2
3 4 3 3 4 4 4 3 4 4 4 4
LA16 TW19 TW19 LA16 TW19 TW19 TW19 LA16 TW19 TW19 TW19 TW19
Stijn Van Hulle Philippe Bocher Bruno Vanslambrouck Ann Dumoulin Jan Detand Olivier Rysman Michael Monte Stijn Van Hulle Cristina Ciocci Johannes Cottyn Jan Devos Ria Callens
60 30 60 30 24 36 30 60 30 60 60 30
180 90 180 90 90 90 90 180 90 180 180 90
6 3 6 3 3 3 3 6 3 6 6 3
1 1 2
3 3 3
5 5 5
LA16 Ann Dumoulin TW19 Ludo Poelaert LA16 Ann Dumoulin
60 60 60
180 180 180
6 6 6
25 Spectroscopische analysen 26 Bedrijfsbeleid 24 Chromatografische technieken
ZER Bachelor en Master of Science in de industriële wetenschappen: milieukunde
Pagina 30 van 85
Mt2
Vakgroep
2 2 2 3 3 3 3 3 3 3
3 3 3 5 6 6 6 5 6 6
LA16 LA16 LA16 LA16 LA16 LA16 LA16 LA16 LA16 LA16
SP
Mt1
1 2 2 1 1 1 2 2 2 2
Studietijd
Semester
Inleiding milieurecht Microbiële ecologie Bodemkunde Macro-ecologie en ecotechniek Milieuveiligheid en gezondheid Watertechnologie Luchtbehandeling Afvalverwerking Bodem- en grondwatersanering Stage
Contact
Cursus
1 2 3 5 6 7 8 9 10 11
Lesgever
Nr
2. Specifieke opleidingsonderdelen Bachelor (51 SP) – geldig voor academiejaar 2014-2015
Wim Audenaert Diederik Rousseau Diederik Rousseau Diederik Rousseau Diederik Rousseau Stijn Van Hulle Wim Audenaert Pascal Dejans Diederik Rousseau Jan De Smet
30 30 30 60 60 60 60 60 60 60
90 90 90 180 180 180 180 180 180 180
3 3 3 6 6 6 6 6 6 6
ZER Bachelor en Master of Science in de industriële wetenschappen: milieukunde
Pagina 31 van 85
B.2. Schematisch overzicht van het programma van de Master of Science in de industriële wetenschappen: milieukunde Het programma kan online geraadpleegd worden via de studiegids van de UGent: http://www.studiegids.ugent.be/2014/NL/FACULTY/I/MABA/IM6MIL/IM6MIL.html De studiefiches kunnen eveneens via deze links geraadpleegd worden of kunnen opgevraagd worden door in de elektronische versie van dit document te klikken op de namen van de vakken in onderstaande tabellen.
TW19 LA16 LA16 LA16 LA16
SP
1 1 2 1 2
Studietijd
1 1 1 1 1
Contact
Mt1 Mt2
2 2 2 2 2
Bedrijfsmanagement Gevorderde afvalwaterbehandeling Geïntegreerde milieuprojecten Duurzame energie Milieuzorg en MER
Lesgever
Semester
1 2 3 4 5
Vakgroep
Nr Cursus
1. Algemene opleidingsonderdelen Master (30 SP)*
Ludo Poelaert Stijn Van Hulle Diederik Rousseau Han Vervaeren Wim Audenaert
72 60 60 60 60
180 180 180 180 180
6 6 6 6 6
*Dit programma van de master gaat pas in vanaf academiejaar 2015-2016. In de huidige vorm staat Milieuzorg en MER niet in de Master geprogrammeerd, maar staat daar nog een extra keuzevak.
Mt1 Mt2 1 2
LA16 LA16 LA16 LA16 LA16
SP
Semester J
1 1 1 1 1
Studietijd
1 1 1 1 1
Contact
Mt1 Mt2
1 1 1 1 1
Moleculaire celbiologie Microbiologische processen Proceswater Anorganische processen Corrosieverschijnselen
Lesgever
Semester
1 2 3 4 5
Vakgroep
Nr Cursus
2. Keuzeopleidingsonderdelen Master (12 SP): 12 studiepunten te selecteren uit de onderstaande lijst (opleidingsonderdelen Campus Kortrijk) en/of maximum 2 keuzeopleidingsonderdelen uit het volledige aanbod van UGent en alliantiepartner VUB waaronder de universiteitsbrede keuzevakken, maximum 1 taalvak (6 SP) uit dit aanbod is toegestaan. Na goedkeuring door de faculteit.
Christophe Wille Christophe Wille Pascal Dejans Pascal Dejans Pascal Dejans
60 60 60 30 30
180 180 180 90 90
6 6 6 3 3
Studietijd
SP
Lesgever
ZER Bachelor en Master of Science in de industriële wetenschappen: milieukunde
Contact
1 Masterproef
Vakgroep
Nr Cursus
3. Masterproef (18 SP)
150
540
18
Pagina 32 van 85
B.7. Personeel Tabel B.7.1. Omvang personeelsbestand Bachelor (per 1/2/2014)
Type hoogleraar hoofddocent
docent
gastprofessor
doctor-assistent postdoctoraal medewerker werkleider hoofdlector
lector
assistent
doctoraatsbursaal
cat
M/V
Faculteit/ Vakgroep
SP
cursussen E610021 I620008, I630001, I630003, I610009 E610015, E620037 I610008, I610003, E620037 E610015, E610014, E620037 I620002, I620001 E610021 E610005, E610004, E620021 E610019 E620032, E610013 E610013, E610016, E620039, E620037 I610011, I620013, I620011, I630029 I610003 E630001, E610021, E620006 E630001 E610014, E610021 I620002, I610010, E620037, I610008, I620001, I610011 E620006 I630013, I630029, I620012, I620006, I630014 I620002, I630013, I630029, I620012, I620006, I620001, I630014 E610005, E610004, E620022 I620008, I630014, I610009 E610015 E620006 I630014, I630013, I620006 E620032, I630013 I610010, I610003 E620006 E610015 E610013, E610016, E610014, E620037
1 2 1 2 3 4 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2
De Pauw Dumoulin Stevens De Smet Stockman Van Hulle Devos Bocher Detand van den Broek Monte Rousseau Sampers Cottyn Poelaert Cottegnie
Filip Ann Chris Jan Kurt Stijn Jan Philippe Jan Martijn Michael Diederik Imca Johannes Ludo Wesley
2 2 3 3 3 3 5 5 5 5 5 5 5 5 6 6
M V M M M M M M M M M M V M M M
TW19 LA16 TW19 TW19 TW19 TW19 TW19 TW19 TW19 TW19 TW19 LA16 LA16 TW19 TW19 TW19
6 21 18 30 15 12 6 15 3 12 36 15 6 18 12 24
3
Vandenbussche
Caroline
6
V
LA16
27
4
Vervaeke
Heinz
6
M
TW19
6
5
Wiels
Danny
6
M
LA16
27
6
Audenaert
Wim
6
M
LA16
39
1 2 1 2 1 1 2 3 4 1
Ciocci Vervaeren Declercq Derammelaere Dejans Vanslambrouck Wille Capoen Vanwalleghem Callens
Cristina Han Frederick Stijn Pascal Bruno Christophe Henk Bart Ria
12 12 13 13 40 40 40 40 40 40
V M M M M M M M M V
TW19 LA16 TW19 TW19 LA16 TW19 LA16 TW19 TW19 TW19
15 30 12 6 18 12 9 6 6 21
2 3 4
Grimmelprez Sweertvaegher Rysman
Carl Isabel Olivier
40 40 40
M V M
TW19 TW19 TW19
3 24 3
5
Verheust
Yannick
40
M
LA16
24
6 7 8
Samyn Vandenhoeke Dereyne
Benjamin Dieter Steve
40 40 40
M M M
TW19 TW19 TW19
6 12 6
1
Decostere
Bjorge
10
M
LA16
27
2 3 1 2
Ceuppens Duyck Auvinen Vanveerdeghem
Jurgen Rein Hannele Peter
10 10 22 30
M M V M
TW19 TW19 LA16 TW19
3 6 12 6
E620037 E610015, E610021, E610014, E620006 E610018 I620008, I630001, E620037, I630003, I610009 E610015 E620006, E610021 E610015 I630014, I620011, I630013, I630029, I620006 E610018 E610005 I610011, I620013, I610008 E610015
ZER Bachelor en Master of Science in de industriële wetenschappen: milieukunde
Pagina 45 van 85
Tabel B.7.2. Gender en leeftijdsverdeling personeelsbestand Bachelor (per 1/2/2014)
MAN
1-ZAP
2-AAP
3-EXT
4Andere
VROUW
20-29
30-39
40-49
50-59
60-65
2-hoogleraar
0
0
0
0
1
3-hoofddocent
0
1
1
2
5-docent
0
2
2
3
6-gastprofessor
1
2
0
Totaal van categorie
1
5
3
TOT
20-29
30-39
40-49
50-59
1
0
0
0
1
1
2
0
4
0
0
0
0
0
4
0
7
0
1
0
0
1
8
1
0
4
0
1
0
0
1
5
6
1
16
0
2
0
1
3
19
10-assistent
0
2
1
0
0
3
0
0
0
0
0
3
12-doctor-assistent
0
1
0
0
0
1
0
0
1
0
1
2
13-postdoctoraal medewerker
1
1
0
0
0
2
0
0
0
0
0
2
Totaal van categorie
1
4
1
0
0
6
0
0
1
0
1
7
22-extern lesgever
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Totaal van categorie
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
30-doctoraatsbursaal
1
0
0
0
0
1
1
0
0
0
1
2
40-hoofdlector
0
1
1
2
0
4
0
0
0
0
0
4
40-lector
0
5
1
0
0
6
0
1
1
0
2
8
40-werkleider
0
0
0
1
0
1
0
0
0
0
0
1
Totaal van categorie
1
6
2
3
0
12
1
1
1
0
2
14
Algemeen totaal
3
15
6
9
1
34
1
ZER Bachelor en Master of Science in de industriële wetenschappen: milieukunde
3
2
1
7
41
Pagina 46 van 85
Tabel B.7.3. Omvang personeelsbestand master (per 1/2/2014)
Type hoogleraar hoofddocent
cat
M/V
Faculteit /vakgroep
SP
cursussen
extern lesgever H-HOWEST doctoraatsbursaal
1 1 2 1 2 3 4 5 1 2 1 2 1 2 1
Dumoulin De Smet Van Hulle Bocher Knockaert Rousseau Sampers Cottyn Poelaert Audenaert Ciocci Vervaeren Dermaux Demeyer Chys
Ann Jan Stijn Philippe Jos Diederik Imca Johannes Ludo Wim Cristina Han Anna Frederiek Michael
2 3 3 5 5 5 5 5 6 6 12 12 22 22 30
V M M M M M V M M M V M V M M
BW16 BW16 BW16 TW19 TW19 BW16 BW16 TW19 TW19 BW16 TW19 BW16 HOWEST Laborelec BW16
6 12 18 3 6 6 15 6 12 6 3 36 6 6 9
I620004 I610012 I630021, I640020, I620007, I630023 I630019 I640022 I640021 I630027, I630006, I630009 E640001 E640001 I640021 I630019 I640022, I640020, I640021 E640001 I640022 I630023, I620004
werkleider
1
Dejans
Pascal
40
M
BW16
21
hoofdlector lector
1 1 2
Wille Hogie Verheust
Christophe Joël Yannick
40 40 40
M M M
BW16 BW16 BW16
18 30 15
I630021, I630004, I630024, I640021, I620009 I610012, I630006, I630009 I630023, I620004, I630004 I630021, I630024, I620009, I620007
docent
gastprofessor doctor-assistent
Tabel B.7.4. Gender en leeftijdsverdeling personeelsbestand Master (per 1/2/2014) MAN
1-ZAP
2-AAP
3-EXT
4Andere
VROUW
20-29
30-39
40-49
50-59
2-hoogleraar
0
0
0
0
3-hoofddocent
0
1
0
5-docent
0
3
6-gastprofessor
1
0
Totaal van categorie
1
12-doctor-assistent Totaal van categorie
TOT
30-39
40-49
50-59
0
0
0
1
1
1
1
2
0
0
0
0
2
0
1
4
1
0
0
1
5
0
1
2
0
0
0
0
2
4
0
3
8
1
0
1
2
10
0
1
0
0
1
0
1
0
1
2
0
1
0
0
1
0
1
0
1
2
22-extern lesgever H-HOWEST
0
1
0
0
1
0
1
0
1
2
Totaal van categorie
0
1
0
0
1
0
1
0
1
2
30-doctoraatsbursaal
1
0
0
0
1
0
0
0
0
1
40-hoofdlector
0
0
0
1
1
0
0
0
0
1
40-lector
0
1
1
0
2
0
0
0
0
2
40-werkleider
0
0
0
1
1
0
0
0
0
1
Totaal van categorie
1
1
1
2
5
0
0
0
0
5
2
7
1
5
15
1
2
1
4
19
Algemeen totaal
ZER Bachelor en Master of Science in de industriële wetenschappen: milieukunde
Pagina 47 van 85
Aggregaat/Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid
Basisdocententraining/posthogeschoolvorming Initiële onderwijskundige vorming voor het hoger onderwijs
Presentatietechnieken
Seminaries onderwijskunde AUGent of sessies Howest
Externe opleidingssessies
Tabel B.7.5. Onderwijsvaardigheid docenten Bachelor Milieukunde
4 5 9
2 4 6
5 2 7
7 10 17
1 5 6
# FBW lesgevers dat de desbetreffende training heeft gevolgd # FEA lesgevers dat de desbetreffende training heeft gevolgd # lesgevers dat de desbetreffende training heeft gevolgd
Basisdocententraining/posthogeschoolvorming Initiële onderwijskundige vorming voor het hoger onderwijs
Presentatietechnieken
Seminaries onderwijskunde AUGent of sessies Howest
Externe opleidingssessies
# FBW lesgevers dat de desbetreffende training heeft gevolgd # FEA lesgevers dat de desbetreffende training heeft gevolgd # lesgevers dat de desbetreffende training heeft gevolgd
Aggregaat/Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid
Tabel B.7.6. Onderwijsvaardigheid docenten Master Milieukunde
3 1 4
2 0 2
5 1 6
7 2 9
1 1 2
Op eenvoudig verzoek van de visitatiecommissie kan de volledige lijst van bijscholingen ter beschikking gesteld worden.
ZER Bachelor en Master of Science in de industriële wetenschappen: milieukunde
Pagina 48 van 85
Instelling: Hogeschool West-Vlaanderen Opleiding: ind. wet.: milieukunde Studieomvang: 180 studiepunten
Benchmark rapport Hoger Onderwijs Academiejaar 2012 - 2013 Laatste update gegevens: 14-dec-2013
Toelichting: Doelstelling Dit rapport dient ter ondersteuning van de kwaliteitszorg in het Hoger Onderwijs. Meer specifiek dient het als ondersteuning bij de zelfevaluaties van de opleidingen in de hogescholen en universiteiten. Het rapport biedt informatie over een opleiding in een vergelijkend perspectief. Elke opleiding kan zich aan de hand van de ingevulde indicatoren spiegelen aan Vlaamse gemiddeldes en zich zo een genuanceerder beeld vormen van de eigen sterktes en zwaktes. Indicatoren zoals gebruikt in dit rapport dienen uiteraard geïnterpreteerd te worden in de context van de eigen instelling en opleiding. Een afwijking van een gemiddelde is slechts een aanzet om te gaan zoeken naar onderliggende verschillen. Dit rapport wil vooral informatie aanreiken die het de instellingen en opleidingen mogelijk maakt om meer gericht te gaan zoeken naar verklaringen voor zowel goede als mnder goede resultaten in het kader van de eigen doelstellingen.
Werkwijze Elk rapport wordt gegenereerd met een voorgedefinieerd standaardsjabloon uit het datawarehouse voor Hoger Onderwijs van het ministerie van Onderwijs en Vorming op basis van de gegevens zoals ze zijn doorgegeven aan de Databank Hoger Onderwijs. Het is dus voor elke instelling/opleiding identiek in opbouw, berekeningswijze en definities.
Inhoud Het rapport bevat 8 thema's: - Geografische spreiding. - Individueel marktaandeel van de inrichtende instellingen. - aantal actieve inschrijvingen per inrichtende instelling. - Verdeling geslachten. - Kengetallen. - Studierendement. - Studieduur (time to graduation). - Ongekwalificeerde uitstroom (drop-out-rate) Elk van deze thema's kan berekend worden op verschillende aggregatieniveaus of profielen. Er worden rapporten voorzien voor elk van deze profielen. Op deze manier kan elke opleiding zich benchmarken met de gemiddelde waarde voor deze opleiding in heel Vlaanderen. Dit rapport bevat de meest gedetailleerde informatie, namelijk die voor de opleidingen zelf. De profielen zijn: - Soort opleiding - Studiegebied - Opleiding Ook kunnen alle indicatoren zowel berekend worden voor een specifieke instelling als over de instellingen heen. De kengetallen en het studierendement kan bovendien berekend worden tot op het niveau van de vestigingsplaats waar de studenten zijn ingeschreven. De aggregaatniveaus zijn: - Alle instellingen - Instelling - Vestiginsplaats De rapporten hebben betrekking op afgesloten academiejaren (dwz. alle data die gebruikt wordt uit de bronsystemen (DHO) werd gevalideerd door de instellingen) of de laatst beschikbare status van de niet afgesloten academiejaren. De teldatum is steeds terug te vinden op het voorblad van het rapport en onder de tabellen waar niet-afgesloten gegevens gebruikt worden.
Definities Hieronder vindt men de definities van de gehanteerde velden/begrippen in het rapport.
Kengetallen Inschrijvingen: In dit rapport tellen we enkel actieve inschrijvingen (dwz inschrijvingen waarvoor men nadien uitschreef werden niet meegeteld) - Voltijds: Inschrijvingen voor 54 studiepunten of meer worden beschouwd als voltijdse inschrijvingen. - Niet-voltijds: Inschrijvingen voor 53 studiepunten of minder worden beschouwd als deeltijdse inschrijvingen. - Mannelijk: Alle actieve inschrijvingen van mannen - Vrouwelijk: Alle actieve inschrijvingen van vrouwen - Generatiestudent: Aantal inschrijvingen van studenten die zich voor de eerste maal inschrijven in het hoger onderwijs in Vlaanderen
voor een academische of professionele bachelor. - Beursstudent: Alle actieve inschrijvingen van studenten die een studietoelage van de Vlaamse Gemeenschap hebben ontvangen. (enkel data voor de beschikbare jaren) - Aantal trajectstarters: Voor elke student in een opleiding wordt telkens het eerste academiejaar opgezocht waarin hij/zij een inschrijving had voor de opleiding. Aangezien het datawarehouse HO maar teruggaat tot het academiejaar 2005-2006, zijn de eerste betrouwbare 'eerste inschrijvingen' die vanaf academiejaar 2006-2007. Deze cijfers over trajectstarters worden ook gebruikt om in de kruistabellen voor studieduur en drop-out de cohortes samen te stellen. Daar vertrekken we in de linkerkolom telkens van de trajectstarters met een eerste inschrijving in hetzelfde jaar. - Diploma behaald: Aantal inschrijvingen waarvoor een diploma werd behaald in het desbetreffende jaar. - Herkomst secundair onderwijs: Voor elke ingeschreven student gaan we na of we een match vinden in de databanken voor secundair onderwijs in Vlaanderen. Dit gebeurt in twee stappen. Eerst zoeken we een match op basis van een diploma secundair onderwijs. Indien gekend nemen we de onderwijsvorm (ASO/TSO/KSO/BSO) voor dit diploma. Indien we geen diploma terugvinden maar wel een match op INSZ-nummer nemen we de onderwijsvorm van de laatst gekende inschrijving in het secundair onderwijs. - Herkomst ASO : Het aantal inschrijvingen dat aan de hand van bovenvermelde methode gekoppeld kon worden aan een ASOdiploma - of inschrijving - in het secundair onderwijs. - Herkomst TSO : Het aantal inschrijvingen dat aan de hand van bovenvermelde methode gekoppeld kon worden aan een TSOdiploma - of inschrijving - in het secundair onderwijs. - Herkomst BSO : Het aantal inschrijvingen dat aan de hand van bovenvermelde methode gekoppeld kon worden aan een BSOdiploma - of inschrijving - in het secundair onderwijs. - Herkomst KSO : Het aantal inschrijvingen dat aan de hand van bovenvermelde methode gekoppeld kon worden aan een KSOdiploma - of inschrijving - in het secundair onderwijs. - Herkomst Andere : Het aantal inschrijvingen dat aan de hand van bovenvermelde methode niet gekoppeld kon worden aan een onderwijsvorm in het secundair onderwijs.
Studierendement - Studierendement: De ratio van het totaal aantal verworven studiepunten ten opzichte van het totaal aantal opgenomen studiepunten met impact op leerkrediet in een opleiding. (dwz: waarvoor niet tijdig werd uitgeschreven om leerkrediet terug te krijgen). Het studierendement wordt dus berekend met de geaggregeerde studiepunten op het niveau van de opleiding.
Studieduur (time to graduation) Instroomcohorte Deze tabel geeft het aandeel studenten weer dat binnen het weergegeven aantal jaren zijn of haar diploma heeft behaald binnen de opleiding. We berekenen dus welk percentage studenten na x aantal jaren zijn diploma behaalde sinds de eerste inschrijving in een bepaalde opleiding. Voor de profielen: soort opleiding & studiegebied wordt dan de gemiddelde studieduur berekend van alle opleidingen binnen het profiel. Voor alle duidelijkheid: er wordt dus niet berekend hoeveel studenten er na x academiejaren een academisch bachelordiploma hebben behaald. Er wordt wel berekend hoeveel studenten er na x academiejaren een academisch bachelordiploma hebben behaald voor een bepaalde opleiding sinds de start aan die specifieke opleiding. De verschillende componenten van deze kruistabel zijn alsvolgt ingevuld: - Academiejaar van start traject = het eerste jaar in de opleiding. Dit kan aan een andere instelling zijn dan de instelling waar de student zijn diploma behaalt. Zij- instromers worden dus mee geteld in de cijfers voor de instelling waarover gerapporteerd wordt. - Aantal academiejaren tot diploma: geeft het aantal jaren weer waarbinnen men zijn diploma heeft behaald. Iemand die in de kolom met 1 academiejaar terecht komt heeft dus zijn diploma behaald in hetzelfde academiejaar als zijn eerste inschrijving voor dit traject. - De noemer is het totaal van alle studenten die een eerste inschrijving in het traject hebben genomen in het vermelde academiejaar. Uitstroomcohorte Deze tabel geeft het aandeel studenten weer per jaar van afstuderen. Het betreffen dus allemaal afgestudeerde studenten. We berekenen dus welk percentage studenten afstudeert op x-jaar ten opzichte van alle afgestudeerde studenten in de opleiding aan de instelling. We tellen de studenten bij de instelling waar ze hun diploma hebben behaald. Studenten kunnen dus wel begonnen zijn aan hun traject aan een andere instelling. De verschillende componenten van deze kruistabel zijn alsvolgt ingevuld: - Academiejaar van start traject = het eerste jaar in de opleiding. Dit kan aan een andere instelling zijn dan de instelling waar de student zijn diploma behaald. Zij- instromers worden dus mee geteld in de cijfers voor de instelling waarover gerapporteerd wordt. - Aantal academiejaren tot diploma: geeft het aantal jaren weer waarbinnen men zijn diploma heeft behaald. Iemand die in de kolom met 1 academiejaar terecht komt heeft dus zijn diploma behaald in hetzelfde academiejaar als zijn eerste inschrijving voor dit traject. - De noemer is het totaal van alle studenten die een diploma hebben behaald in het traject (aan de instelling waarover gerapporteerd wordt) in het vermelde academiejaar.
Laatst gekende inschrijving (drop- out) - Drop out: Deze tabel geeft het aandeel studenten weer dat binnen het weergegeven aantal jaren zonder diploma is uitgestroomd uit
de opleiding. We kijken daarvoor naar de laatst gekende inschrijving van de ongekwalificeerde studenten. Indien er in het academiejaar van die laatst gekende inschrijving geen diploma is uitgereikt beschouwen we de student het jaar nadien als ongekwalificeerde uitstroom. (in theorie kan hij natuurlijk naar het buitenland zijn gegaan waar we de student niet kunnen traceren) Sabbatjaren worden alsvolgt opgevangen: Stel dat iemand als drop out wordt gerekend in 2010-2011 omdat de laatst gekende inschrijving genomen is in 2009-2010 (en de student geen diploma heeft ontvangen). Als deze student nu in 2011-2012 opnieuw een inschrijving neemt in het betreffende traject zal hij bij herberekening van het rapport ook geen drop out meer zijn in 2010-2011. Uiteraard kunnen we dit pas herberekenen als de finale gegevens van 2011-2012 beschikbaar zijn. De verschillende componenten van deze kruistabel zijn alsvolgt ingevuld: - Academiejaar van start traject = het eerste jaar in de opleiding in de instelling (de instelling van de eerste inschrijving in het traject. Let op: hij kan zijn diploma wel behaald hebben in een andere instelling) - Aantal academiejaren tot drop out: geeft het aantal jaren weer dat men een inschrijving had in het traject. Iemand die in de kolom met 1 academiejaar terecht komt heeft dus slechts 1 academiejaar een inschrijving gehad in het betreffende traject. Het jaar nadien werd geen inschrijving van deze student teruggevonden. Er wordt telkens gerekend met 'actieve' inschrijvingen op het einde van het academiejaar. Studenten die reeds uitschrijven in de loop van het academiejaar worden in deze tabellen dus niet als 'drop-out' beschouwd. - De noemer is het totaal van alle studenten die hun eerste inschrijving in het traject hebben genomen aan de betreffende instelling. zij instromers worden dus niet meegeteld in de cijfers van de instellingen.
Profiel opleiding ind. wet.: milieukunde ABA (ind. wet.: milieukunde ABA - 0156 180) Academiejaar 2012 - 2013 Geografische spreiding inrichtende instellingen
Proportioneel marktaandeel van de inrichtende instellingen Instellingen Hogeschool West-Vlaande...
Aantal inschrijvingen
Verdeling geslachten
Aantal inschrijvingen instellingen Instelling Hogeschool West-Vlaanderen
14
Aantal inschrijvingen
Aantal inschrijvingen
20
Aantal inschrijvingen
12
10
8
6
13
4
7
2
0
Mannelijk
Vrouwelijk Geslacht
Benchmarkrapport versie 4.4.10
Pagina 5 van 12
16-dec-2013
Opleiding ind. wet.: milieukunde ABA - Instelling Hogeschool West-Vlaanderen Kengetallen Aantal inschrijvingen en diploma's Cijfers voor niet afgesloten academiejaren betreffen de status op 14-dec-2013 Hogeschool West-Vlaanderen Voltijds
Niet-voltijds
Mannelijk
Generatiestudenten
Vrouwelijk
Beursstudenten
Diploma behaald
Herkomst ASO
Herkomst TSO
Herkomst BSO
Herkomst KSO
Herkomst Andere
Totaal aantal inschrijvingen
Academiejaar 2005 - 2006*
18
0
14
4
7
nvt
0
10
8
0
0
0
18
Academiejaar 2007 - 2008*
21
3
17
7
3
nvt
8
18
5
0
0
1
24
Academiejaar 2008 - 2009
18
5
15
8
6
9
8
18
5
0
0
0
23
Academiejaar 2009 - 2010
19
0
14
5
6
4
3
17
1
0
0
1
19
Academiejaar 2010 - 2011
20
6
17
9
7
8
3
20
4
0
0
2
26
Academiejaar 2011 - 2012
15
4
13
6
3
5
6
14
3
0
0
2
19
Academiejaar 2012 - 2013
14
6
13
7
4
nvt
7
13
5
0
0
2
20
* = Brondata afkomstig uit Databank Tertiair Onderwijs. Let op: definities voor data kunnen verschillend zijn met gegevensdefinities uit de huidige databank DHO (vanaf 2008-2009). ** = Cijfers voor niet afgesloten academiejaren. Status op 14-dec-2013
Alle instellingen Voltijds
Niet-voltijds
Mannelijk
Generatiestudenten
Vrouwelijk
Beursstudenten
Diploma behaald
Herkomst ASO
Herkomst TSO
Herkomst BSO
Herkomst KSO
Herkomst Andere
Totaal aantal inschrijvingen
Academiejaar 2005 - 2006*
18
0
14
4
7
nvt
0
10
8
0
0
0
18
Academiejaar 2007 - 2008*
21
3
17
7
3
nvt
8
18
5
0
0
1
24
Academiejaar 2008 - 2009
18
5
15
8
6
9
8
18
5
0
0
0
23
Academiejaar 2009 - 2010
19
0
14
5
6
4
3
17
1
0
0
1
19
Academiejaar 2010 - 2011
20
6
17
9
7
8
3
20
4
0
0
2
26
Academiejaar 2011 - 2012
15
4
13
6
3
5
6
14
3
0
0
2
19
Academiejaar 2012 - 2013
14
6
13
7
4
nvt
7
13
5
0
0
2
20
* = Brondata afkomstig uit Databank Tertiair Onderwijs. Let op: definities voor data kunnen verschillend zijn met gegevensdefinities uit de huidige databank DHO (vanaf 2008-2009). ** = Cijfers voor niet afgesloten academiejaren. Status op 14-dec-2013
Hogeschool West-Vlaanderen
Alle instellingen
Aantal trajectstarters
Benchmarkrapport versie 4.4.10
Aantal trajectstarters
2006
14
2006
14
2007
10
2007
10
2008
10
2008
10
2009
13
2009
13
2010
13
2010
13
2011
6
2011
6
Pagina 6 van 12
16-dec-2013
Opleiding ind. wet.: milieukunde ABA - Instelling Hogeschool West-Vlaanderen Studierendement Evolutie alle beschikbare academiejaren 100% 86,7% 85,7% 86,7% 85,7% 80%
80,3% 80,3%
Studierendement
68,3% 68,3%
Huidige instelling Alle instellingen
87,2% 87,2% 77,0% 77,0%
72,4% 72,4%
60%
40%
20%
0%
2005 2006
2007 2008
2008 - 2009 - 2010 2009 2010 2011 Academiejaren
2011 2012
Verdeling per geslacht in 2012 - 2013 100%
96,2%
96,2%
Verdeling per beursstudent J/N in 2012 - 2013 100%
Huidige instelling Alle instellingen
80%
80%
60%
40%
20%
0%
Huidige instelling Alle instellingen
77,0%
77,0%
65,6% Studierendement
Studierendement
65,6%
2012 2013
60%
40%
20%
Mannelijk
Vrouwelijk Geslacht
Benchmarkrapport versie 4.4.10
0%
N Studietoelage ontvangen
Pagina 7 van 12
16-dec-2013
Studieduur (Time-to-graduation) Instroomcohortes Aantal afgestudeerden per studieduur Hogeschool West-Vlaanderen Aantal gediplomeerden per instroomcohorte Academiejaar van start traject
Aantal academiejaren tot diploma 2
3
4
2006
1
6
2007
1
3
2008
Totaal 7 4
2
2009
1
2010
1
1
3
4
5 1
Alle instellingen Aantal gediplomeerden per instroomcohorte Academiejaar van start traject
Aantal academiejaren tot diploma 2
3
4
2006
1
6
2007
1
3
2008
Totaal 7 4
2
2009
1
2010
1
1
3
4
5 1
Percentage afgestudeerden per studieduur Hogeschool West-Vlaanderen Time-to-graduation ratio instroom Academiejaar van start traject
Aantal academiejaren tot diploma 2
3
4
2006
7,14%
42,86%
2007
10,00%
30,00%
2008
50,00% 40,00%
20,00%
2009
7,69%
2010
7,69%
Totaal
10,00%
30,00%
30,77%
38,46% 7,69%
Alle instellingen Time-to-graduation ratio instroom Academiejaar van start traject
Aantal academiejaren tot diploma 2
3 7,14%
42,86%
2007
10,00%
30,00%
2008
Benchmarkrapport versie 4.4.10
4
2006
20,00%
2009
7,69%
2010
7,69%
30,77%
Totaal 50,00% 40,00% 10,00%
30,00% 38,46% 7,69%
Pagina 8 van 12
16-dec-2013
Studieduur (Time-to-graduation): Uitstroomcohortes Aantal afgestudeerden per studieduur Hogeschool West-Vlaanderen Aantal gediplomeerden per uitstroomcohorte Academiejaar van diploma
Aantal academiejaren tot diploma 2
3
2007 - 2008
1
2008 - 2009
1
4
Totaal 1
2009 - 2010
6
7
3
3
2010 - 2011
1
2
2011 - 2012
1
4
3 1
6
Alle instellingen Aantal gediplomeerden per uitstroomcohorte Academiejaar van diploma
Aantal academiejaren tot diploma 2
3
2007 - 2008
1
2008 - 2009
1
4
Totaal 1
2009 - 2010
6
7
3
3
2010 - 2011
1
2
2011 - 2012
1
4
3 1
6
Percentage afgestudeerden per studieduur Hogeschool West-Vlaanderen Time-to-graduation ratio uitstroom Academiejaar van diploma
Aantal academiejaren tot diploma 2
3
2007 - 2008
100,00%
2008 - 2009
14,29%
4
Totaal 100,00%
2009 - 2010
85,71%
100,00%
100,00%
100,00%
2010 - 2011
33,33%
66,67%
2011 - 2012
16,67%
66,67%
100,00% 16,67%
100,00%
Alle instellingen Time-to-graduation ratio uitstroom Academiejaar van diploma
Aantal academiejaren tot diploma 2
3
2007 - 2008
100,00%
2008 - 2009
14,29%
2009 - 2010
Benchmarkrapport versie 4.4.10
4
Totaal 100,00%
85,71%
100,00%
100,00%
100,00%
2010 - 2011
33,33%
66,67%
2011 - 2012
16,67%
66,67%
Pagina 9 van 12
100,00% 16,67%
100,00%
16-dec-2013
Laatst gekende inschrijving zonder diploma (Drop-outs) Aantal niet-gediplomeerde studenten per eerste academiejaar traject en jaren tot eventuele uitstroom. Hogeschool West-Vlaanderen Aantal drop outs Academiejaar van start traject
Aantal academiejaren tot drop out 1
2
3
4
Totaal
2006
6
1
2007
4
1
1
7 6
2008
5
1
1
7
2009
3
3
2010
5
7
2011
6
2
8 12 6
Alle instellingen Aantal drop outs Academiejaar van start traject
Aantal academiejaren tot drop out 1
2
3
4
Totaal
2006
6
1
2007
4
1
1
7 6
2008
5
1
1
7
2009
3
3
2010
5
7
2011
6
2
8 12 6
Percentage drop out per academiejaar Hogeschool West-Vlaanderen Drop-out-ratio Academiejaar van start traject
Aantal academiejaren tot drop out 1
2
3
4
Totaal
2006
42,86%
7,14%
2007
40,00%
10,00%
10,00%
50,00% 60,00%
2008
50,00%
10,00%
10,00%
70,00%
2009
23,08%
23,08%
2010
38,46%
53,85%
2011
100,00%
15,38%
61,54% 92,31% 100,00%
Alle instellingen Drop-out-ratio Academiejaar van start traject
Benchmarkrapport versie 4.4.10
Aantal academiejaren tot drop out 1
2
3
4
Totaal
2006
42,86%
7,14%
2007
40,00%
10,00%
10,00%
60,00%
2008
50,00%
10,00%
10,00%
70,00%
2009
23,08%
23,08%
2010
38,46%
53,85%
2011
100,00%
15,38%
50,00%
61,54% 92,31% 100,00%
Pagina 10 van 12
16-dec-2013
Opleiding ind. wet.: milieukunde ABA - Instelling Hogeschool West-Vlaanderen Vestiging Marksesteenweg, Kortrijk Kengetallen Aantal inschrijvingen en diploma's Hogeschool West-Vlaanderen, Marksesteenweg, Kortrijk Voltijds
Deeltijds
Mannelijk
Vrouwelijk
Generatiestudenten
Beursstudent
Diploma behaald
Herkomst ASO
Herkomst TSO
Herkomst BSO
Herkomst KSO
Herkomst andere
Totaal aantal inschrijvingen
Academiejaar 2005 - 2006*
18
0
14
4
7
0
0
10
8
0
0
0
18
Academiejaar 2007 - 2008*
21
3
17
7
3
0
8
18
5
0
0
1
24
Academiejaar 2008 - 2009
18
5
15
8
6
9
8
18
5
0
0
0
23
Academiejaar 2009 - 2010
19
0
14
5
6
4
3
17
1
0
0
1
19
Academiejaar 2010 - 2011
20
6
17
9
7
8
3
20
4
0
0
2
26
Academiejaar 2011 - 2012
15
4
13
6
3
5
6
14
3
0
0
2
19
Academiejaar 2012 - 2013
14
6
13
7
4
0
7
13
5
0
0
2
20
* = Brondata afkomstig uit Databank Tertiair Onderwijs. Let op: definities voor data kunnen verschillend zijn met gegevensdefinities uit de huidige databank DHO (vanaf 2008-2009). ** = Cijfers voor niet afgesloten academiejaren. Status op 14-dec-2013
Benchmarkrapport versie 4.4.10
Pagina 11 van 12
16-dec-2013
Opleiding ind. wet.: milieukunde ABA - Instelling Hogeschool West-Vlaanderen Vestiging Marksesteenweg, Kortrijk Studierendement Evolutie alle beschikbare academiejaren 100% 86,7% 85,7% 86,7% 85,7% 80%
80,3% 80,3%
Studierendement
68,3% 68,3%
Huidige vestiging Alle instellingen
87,2% 87,2% 77,0% 77,0%
72,4% 72,4%
60%
40%
20%
0%
2005 2006
2007 2008
2008 - 2009 - 2010 2009 2010 2011 Academiejaren
2011 2012
Verdeling per geslacht in 2012 - 2013 100%
96,2%
96,2%
Verdeling per studietoelage J/N in 2012 - 2013 100%
Huidige vestiging Alle instellingen
80%
80%
60%
40%
20%
0%
Huidige instelling Alle instellingen
77,0%
77,0%
65,6% Studierendement
Studierendement
65,6%
2012 2013
60%
40%
20%
Mannelijk
Vrouwelijk Geslacht
Benchmarkrapport versie 4.4.10
0%
N Studietoelage ontvangen
Pagina 12 van 12
16-dec-2013
Instelling: Hogeschool West-Vlaanderen Opleiding: ind. wet.: milieukunde 60 studiepunten Studieomvang:
Benchmark rapport Hoger Onderwijs Academiejaar 2012 - 2013 Laatste update gegevens: 14-dec-2013
Toelichting: Doelstelling Dit rapport dient ter ondersteuning van de kwaliteitszorg in het Hoger Onderwijs. Meer specifiek dient het als ondersteuning bij de zelfevaluaties van de opleidingen in de hogescholen en universiteiten. Het rapport biedt informatie over een opleiding in een vergelijkend perspectief. Elke opleiding kan zich aan de hand van de ingevulde indicatoren spiegelen aan Vlaamse gemiddeldes en zich zo een genuanceerder beeld vormen van de eigen sterktes en zwaktes. Indicatoren zoals gebruikt in dit rapport dienen uiteraard geïnterpreteerd te worden in de context van de eigen instelling en opleiding. Een afwijking van een gemiddelde is slechts een aanzet om te gaan zoeken naar onderliggende verschillen. Dit rapport wil vooral informatie aanreiken die het de instellingen en opleidingen mogelijk maakt om meer gericht te gaan zoeken naar verklaringen voor zowel goede als mnder goede resultaten in het kader van de eigen doelstellingen.
Werkwijze Elk rapport wordt gegenereerd met een voorgedefinieerd standaardsjabloon uit het datawarehouse voor Hoger Onderwijs van het ministerie van Onderwijs en Vorming op basis van de gegevens zoals ze zijn doorgegeven aan de Databank Hoger Onderwijs. Het is dus voor elke instelling/opleiding identiek in opbouw, berekeningswijze en definities.
Inhoud Het rapport bevat 8 thema's: - Geografische spreiding. - Individueel marktaandeel van de inrichtende instellingen. - aantal actieve inschrijvingen per inrichtende instelling. - Verdeling geslachten. - Kengetallen. - Studierendement. - Studieduur (time to graduation). - Ongekwalificeerde uitstroom (drop-out-rate) Elk van deze thema's kan berekend worden op verschillende aggregatieniveaus of profielen. Er worden rapporten voorzien voor elk van deze profielen. Op deze manier kan elke opleiding zich benchmarken met de gemiddelde waarde voor deze opleiding in heel Vlaanderen. Dit rapport bevat de meest gedetailleerde informatie, namelijk die voor de opleidingen zelf. De profielen zijn: - Soort opleiding - Studiegebied - Opleiding Ook kunnen alle indicatoren zowel berekend worden voor een specifieke instelling als over de instellingen heen. De kengetallen en het studierendement kan bovendien berekend worden tot op het niveau van de vestigingsplaats waar de studenten zijn ingeschreven. De aggregaatniveaus zijn: - Alle instellingen - Instelling - Vestiginsplaats De rapporten hebben betrekking op afgesloten academiejaren (dwz. alle data die gebruikt wordt uit de bronsystemen (DHO) werd gevalideerd door de instellingen) of de laatst beschikbare status van de niet afgesloten academiejaren. De teldatum is steeds terug te vinden op het voorblad van het rapport en onder de tabellen waar niet-afgesloten gegevens gebruikt worden.
Definities Hieronder vindt men de definities van de gehanteerde velden/begrippen in het rapport.
Kengetallen Inschrijvingen: In dit rapport tellen we enkel actieve inschrijvingen (dwz inschrijvingen waarvoor men nadien uitschreef werden niet meegeteld) - Voltijds: Inschrijvingen voor 54 studiepunten of meer worden beschouwd als voltijdse inschrijvingen. - Niet-voltijds: Inschrijvingen voor 53 studiepunten of minder worden beschouwd als deeltijdse inschrijvingen. - Mannelijk: Alle actieve inschrijvingen van mannen - Vrouwelijk: Alle actieve inschrijvingen van vrouwen - Generatiestudent: Aantal inschrijvingen van studenten die zich voor de eerste maal inschrijven in het hoger onderwijs in Vlaanderen
voor een academische of professionele bachelor. - Beursstudent: Alle actieve inschrijvingen van studenten die een studietoelage van de Vlaamse Gemeenschap hebben ontvangen. (enkel data voor de beschikbare jaren) - Aantal trajectstarters: Voor elke student in een opleiding wordt telkens het eerste academiejaar opgezocht waarin hij/zij een inschrijving had voor de opleiding. Aangezien het datawarehouse HO maar teruggaat tot het academiejaar 2005-2006, zijn de eerste betrouwbare 'eerste inschrijvingen' die vanaf academiejaar 2006-2007. Deze cijfers over trajectstarters worden ook gebruikt om in de kruistabellen voor studieduur en drop-out de cohortes samen te stellen. Daar vertrekken we in de linkerkolom telkens van de trajectstarters met een eerste inschrijving in hetzelfde jaar. - Diploma behaald: Aantal inschrijvingen waarvoor een diploma werd behaald in het desbetreffende jaar. - Herkomst secundair onderwijs: Voor elke ingeschreven student gaan we na of we een match vinden in de databanken voor secundair onderwijs in Vlaanderen. Dit gebeurt in twee stappen. Eerst zoeken we een match op basis van een diploma secundair onderwijs. Indien gekend nemen we de onderwijsvorm (ASO/TSO/KSO/BSO) voor dit diploma. Indien we geen diploma terugvinden maar wel een match op INSZ-nummer nemen we de onderwijsvorm van de laatst gekende inschrijving in het secundair onderwijs. - Herkomst ASO : Het aantal inschrijvingen dat aan de hand van bovenvermelde methode gekoppeld kon worden aan een ASOdiploma - of inschrijving - in het secundair onderwijs. - Herkomst TSO : Het aantal inschrijvingen dat aan de hand van bovenvermelde methode gekoppeld kon worden aan een TSOdiploma - of inschrijving - in het secundair onderwijs. - Herkomst BSO : Het aantal inschrijvingen dat aan de hand van bovenvermelde methode gekoppeld kon worden aan een BSOdiploma - of inschrijving - in het secundair onderwijs. - Herkomst KSO : Het aantal inschrijvingen dat aan de hand van bovenvermelde methode gekoppeld kon worden aan een KSOdiploma - of inschrijving - in het secundair onderwijs. - Herkomst Andere : Het aantal inschrijvingen dat aan de hand van bovenvermelde methode niet gekoppeld kon worden aan een onderwijsvorm in het secundair onderwijs.
Studierendement - Studierendement: De ratio van het totaal aantal verworven studiepunten ten opzichte van het totaal aantal opgenomen studiepunten met impact op leerkrediet in een opleiding. (dwz: waarvoor niet tijdig werd uitgeschreven om leerkrediet terug te krijgen). Het studierendement wordt dus berekend met de geaggregeerde studiepunten op het niveau van de opleiding.
Studieduur (time to graduation) Instroomcohorte Deze tabel geeft het aandeel studenten weer dat binnen het weergegeven aantal jaren zijn of haar diploma heeft behaald binnen de opleiding. We berekenen dus welk percentage studenten na x aantal jaren zijn diploma behaalde sinds de eerste inschrijving in een bepaalde opleiding. Voor de profielen: soort opleiding & studiegebied wordt dan de gemiddelde studieduur berekend van alle opleidingen binnen het profiel. Voor alle duidelijkheid: er wordt dus niet berekend hoeveel studenten er na x academiejaren een academisch bachelordiploma hebben behaald. Er wordt wel berekend hoeveel studenten er na x academiejaren een academisch bachelordiploma hebben behaald voor een bepaalde opleiding sinds de start aan die specifieke opleiding. De verschillende componenten van deze kruistabel zijn alsvolgt ingevuld: - Academiejaar van start traject = het eerste jaar in de opleiding. Dit kan aan een andere instelling zijn dan de instelling waar de student zijn diploma behaalt. Zij- instromers worden dus mee geteld in de cijfers voor de instelling waarover gerapporteerd wordt. - Aantal academiejaren tot diploma: geeft het aantal jaren weer waarbinnen men zijn diploma heeft behaald. Iemand die in de kolom met 1 academiejaar terecht komt heeft dus zijn diploma behaald in hetzelfde academiejaar als zijn eerste inschrijving voor dit traject. - De noemer is het totaal van alle studenten die een eerste inschrijving in het traject hebben genomen in het vermelde academiejaar. Uitstroomcohorte Deze tabel geeft het aandeel studenten weer per jaar van afstuderen. Het betreffen dus allemaal afgestudeerde studenten. We berekenen dus welk percentage studenten afstudeert op x-jaar ten opzichte van alle afgestudeerde studenten in de opleiding aan de instelling. We tellen de studenten bij de instelling waar ze hun diploma hebben behaald. Studenten kunnen dus wel begonnen zijn aan hun traject aan een andere instelling. De verschillende componenten van deze kruistabel zijn alsvolgt ingevuld: - Academiejaar van start traject = het eerste jaar in de opleiding. Dit kan aan een andere instelling zijn dan de instelling waar de student zijn diploma behaald. Zij- instromers worden dus mee geteld in de cijfers voor de instelling waarover gerapporteerd wordt. - Aantal academiejaren tot diploma: geeft het aantal jaren weer waarbinnen men zijn diploma heeft behaald. Iemand die in de kolom met 1 academiejaar terecht komt heeft dus zijn diploma behaald in hetzelfde academiejaar als zijn eerste inschrijving voor dit traject. - De noemer is het totaal van alle studenten die een diploma hebben behaald in het traject (aan de instelling waarover gerapporteerd wordt) in het vermelde academiejaar.
Laatst gekende inschrijving (drop- out) - Drop out: Deze tabel geeft het aandeel studenten weer dat binnen het weergegeven aantal jaren zonder diploma is uitgestroomd uit
de opleiding. We kijken daarvoor naar de laatst gekende inschrijving van de ongekwalificeerde studenten. Indien er in het academiejaar van die laatst gekende inschrijving geen diploma is uitgereikt beschouwen we de student het jaar nadien als ongekwalificeerde uitstroom. (in theorie kan hij natuurlijk naar het buitenland zijn gegaan waar we de student niet kunnen traceren) Sabbatjaren worden alsvolgt opgevangen: Stel dat iemand als drop out wordt gerekend in 2010-2011 omdat de laatst gekende inschrijving genomen is in 2009-2010 (en de student geen diploma heeft ontvangen). Als deze student nu in 2011-2012 opnieuw een inschrijving neemt in het betreffende traject zal hij bij herberekening van het rapport ook geen drop out meer zijn in 2010-2011. Uiteraard kunnen we dit pas herberekenen als de finale gegevens van 2011-2012 beschikbaar zijn. De verschillende componenten van deze kruistabel zijn alsvolgt ingevuld: - Academiejaar van start traject = het eerste jaar in de opleiding in de instelling (de instelling van de eerste inschrijving in het traject. Let op: hij kan zijn diploma wel behaald hebben in een andere instelling) - Aantal academiejaren tot drop out: geeft het aantal jaren weer dat men een inschrijving had in het traject. Iemand die in de kolom met 1 academiejaar terecht komt heeft dus slechts 1 academiejaar een inschrijving gehad in het betreffende traject. Het jaar nadien werd geen inschrijving van deze student teruggevonden. Er wordt telkens gerekend met 'actieve' inschrijvingen op het einde van het academiejaar. Studenten die reeds uitschrijven in de loop van het academiejaar worden in deze tabellen dus niet als 'drop-out' beschouwd. - De noemer is het totaal van alle studenten die hun eerste inschrijving in het traject hebben genomen aan de betreffende instelling. zij instromers worden dus niet meegeteld in de cijfers van de instellingen.
Profiel opleiding ind. wet.: milieukunde MA (ind. wet.: milieukunde MA - 0157
60)
Academiejaar 2012 - 2013 Geografische spreiding inrichtende instellingen
Proportioneel marktaandeel van de inrichtende instellingen Instellingen Hogeschool West-Vlaande...
Aantal inschrijvingen
Verdeling geslachten
Aantal inschrijvingen instellingen Instelling Hogeschool West-Vlaanderen
14
Aantal inschrijvingen
Aantal inschrijvingen
17
Aantal inschrijvingen
12
10
8
6
13
4
2
0
4
Mannelijk
Vrouwelijk Geslacht
Benchmarkrapport versie 4.4.10
Pagina 5 van 12
16-dec-2013
Opleiding ind. wet.: milieukunde MA - Instelling Hogeschool West-Vlaanderen Kengetallen Aantal inschrijvingen en diploma's Cijfers voor niet afgesloten academiejaren betreffen de status op 14-dec-2013 Hogeschool West-Vlaanderen Voltijds
Niet-voltijds
Mannelijk
Generatiestudenten
Vrouwelijk
Beursstudenten
Diploma behaald
Herkomst ASO
Herkomst TSO
Herkomst BSO
Herkomst KSO
Herkomst Andere
Totaal aantal inschrijvingen
Academiejaar 2007 - 2008*
14
2
9
7
0
nvt
14
7
8
0
0
1
16
Academiejaar 2008 - 2009
12
9
15
6
0
7
17
11
7
0
0
3
21
Academiejaar 2009 - 2010
12
6
10
8
0
7
14
7
10
0
0
1
18
Academiejaar 2010 - 2011
7
7
8
6
0
4
10
11
1
0
0
2
14
Academiejaar 2011 - 2012
3
6
4
5
0
1
6
6
3
0
0
0
9
Academiejaar 2012 - 2013
9
8
13
4
0
nvt
11
10
5
0
0
2
17
* = Brondata afkomstig uit Databank Tertiair Onderwijs. Let op: definities voor data kunnen verschillend zijn met gegevensdefinities uit de huidige databank DHO (vanaf 2008-2009). ** = Cijfers voor niet afgesloten academiejaren. Status op 14-dec-2013
Alle instellingen Voltijds
Niet-voltijds
Mannelijk
Generatiestudenten
Vrouwelijk
Beursstudenten
Diploma behaald
Herkomst ASO
Herkomst TSO
Herkomst BSO
Herkomst KSO
Herkomst Andere
Totaal aantal inschrijvingen
Academiejaar 2007 - 2008*
14
2
9
7
0
nvt
14
7
8
0
0
1
16
Academiejaar 2008 - 2009
12
9
15
6
0
7
17
11
7
0
0
3
21
Academiejaar 2009 - 2010
12
6
10
8
0
7
14
7
10
0
0
1
18
Academiejaar 2010 - 2011
7
7
8
6
0
4
10
11
1
0
0
2
14
Academiejaar 2011 - 2012
3
6
4
5
0
1
6
6
3
0
0
0
9
Academiejaar 2012 - 2013
9
8
13
4
0
nvt
11
10
5
0
0
2
17
* = Brondata afkomstig uit Databank Tertiair Onderwijs. Let op: definities voor data kunnen verschillend zijn met gegevensdefinities uit de huidige databank DHO (vanaf 2008-2009). ** = Cijfers voor niet afgesloten academiejaren. Status op 14-dec-2013
Hogeschool West-Vlaanderen
Alle instellingen
Aantal trajectstarters
Benchmarkrapport versie 4.4.10
Aantal trajectstarters
2007
16
2007
16
2008
19
2008
19
2009
16
2009
16
2010
12
2010
12
2011
6
2011
6
Pagina 6 van 12
16-dec-2013
Opleiding ind. wet.: milieukunde MA - Instelling Hogeschool West-Vlaanderen Studierendement Evolutie alle beschikbare academiejaren 100,0% 99,0% 98,2% 98,1% 97,3% 96,3% 99,0% 100,0% 100% 97,3% 98,2% 98,1% 96,3%
Huidige instelling Alle instellingen
Studierendement
80%
60%
40%
20%
0%
2007 2008
2008 2009
2009 2010 2010 2011 Academiejaren
2011 2012
2012 2013
Verdeling per geslacht in 2012 - 2013 100%
100,0% 95,0%
100,0%
95,0%
Verdeling per beursstudent J/N in 2012 - 2013 100%
Huidige instelling Alle instellingen
60%
40%
20%
0%
96,3%
Huidige instelling Alle instellingen
80%
Studierendement
Studierendement
80%
96,3%
60%
40%
20%
Mannelijk
Vrouwelijk Geslacht
Benchmarkrapport versie 4.4.10
0%
N Studietoelage ontvangen
Pagina 7 van 12
16-dec-2013
Studieduur (Time-to-graduation) Instroomcohortes Aantal afgestudeerden per studieduur Hogeschool West-Vlaanderen Aantal gediplomeerden per instroomcohorte Academiejaar van start traject
Aantal academiejaren tot diploma 1
2
Totaal
2007
14
2
16
2008
15
2
17
2009
12
2
14
2010
8
3
11
2011
3
3
Alle instellingen Aantal gediplomeerden per instroomcohorte Academiejaar van start traject
Aantal academiejaren tot diploma 1
2
Totaal
2007
14
2
16
2008
15
2
17
2009
12
2
14
2010
8
3
11
2011
3
3
Percentage afgestudeerden per studieduur Hogeschool West-Vlaanderen Time-to-graduation ratio instroom Academiejaar van start traject
Aantal academiejaren tot diploma 1
2
Totaal
2007
87,50%
12,50%
100,00%
2008
78,95%
10,53%
89,47%
2009
75,00%
12,50%
87,50%
2010
66,67%
25,00%
91,67%
2011
50,00%
50,00%
Alle instellingen Time-to-graduation ratio instroom Academiejaar van start traject
Benchmarkrapport versie 4.4.10
Aantal academiejaren tot diploma 1
2
Totaal
2007
87,50%
12,50%
100,00%
2008
78,95%
10,53%
89,47%
2009
75,00%
12,50%
87,50%
2010
66,67%
25,00%
91,67%
2011
50,00%
Pagina 8 van 12
50,00%
16-dec-2013
Studieduur (Time-to-graduation): Uitstroomcohortes Aantal afgestudeerden per studieduur Hogeschool West-Vlaanderen Aantal gediplomeerden per uitstroomcohorte Academiejaar van diploma
Aantal academiejaren tot diploma 1
2
Totaal
2007 - 2008
14
2008 - 2009
15
2
14 17
2009 - 2010
12
2
14
2010 - 2011
8
2
10
2011 - 2012
3
3
6
Alle instellingen Aantal gediplomeerden per uitstroomcohorte Academiejaar van diploma
Aantal academiejaren tot diploma 1
2
Totaal
2007 - 2008
14
2008 - 2009
15
2
14 17
2009 - 2010
12
2
14
2010 - 2011
8
2
10
2011 - 2012
3
3
6
Percentage afgestudeerden per studieduur Hogeschool West-Vlaanderen Time-to-graduation ratio uitstroom Academiejaar van diploma
Aantal academiejaren tot diploma 1
2
Totaal
2007 - 2008
100,00%
2008 - 2009
88,24%
11,76%
100,00% 100,00%
2009 - 2010
85,71%
14,29%
100,00%
2010 - 2011
80,00%
20,00%
100,00%
2011 - 2012
50,00%
50,00%
100,00%
Alle instellingen Time-to-graduation ratio uitstroom Academiejaar van diploma
Benchmarkrapport versie 4.4.10
Aantal academiejaren tot diploma 1
2
Totaal
2007 - 2008
100,00%
2008 - 2009
88,24%
11,76%
100,00%
2009 - 2010
85,71%
14,29%
100,00%
2010 - 2011
80,00%
20,00%
100,00%
2011 - 2012
50,00%
50,00%
100,00%
Pagina 9 van 12
100,00%
16-dec-2013
Laatst gekende inschrijving zonder diploma (Drop-outs) Aantal niet-gediplomeerde studenten per eerste academiejaar traject en jaren tot eventuele uitstroom. Hogeschool West-Vlaanderen Aantal drop outs Academiejaar van start traject
Aantal academiejaren tot drop out 1
2
Totaal
2007
0
2008
2
2
2009
2
2
2010
1
1
2011
3
3
Alle instellingen Aantal drop outs Academiejaar van start traject
Aantal academiejaren tot drop out 1
2
Totaal
2007
0
2008
2
2
2009
2
2
2010
1
1
2011
3
3
Percentage drop out per academiejaar Hogeschool West-Vlaanderen Drop-out-ratio Academiejaar van start traject
Aantal academiejaren tot drop out 1
2
Totaal
2007
0,00%
2008
10,53%
10,53%
2009
12,50%
12,50%
2010
8,33%
8,33%
2011
50,00%
50,00%
Alle instellingen Drop-out-ratio Academiejaar van start traject
Benchmarkrapport versie 4.4.10
Aantal academiejaren tot drop out 1
2
2007
Totaal 0,00%
2008
10,53%
10,53%
2009
12,50%
12,50%
2010
8,33%
8,33%
2011
50,00%
50,00%
Pagina 10 van 12
16-dec-2013
Opleiding ind. wet.: milieukunde MA - Instelling Hogeschool West-Vlaanderen Vestiging Marksesteenweg, Kortrijk Kengetallen Aantal inschrijvingen en diploma's Hogeschool West-Vlaanderen, Marksesteenweg, Kortrijk Voltijds
Deeltijds
Mannelijk
Vrouwelijk
Generatiestudenten
Beursstudent
Diploma behaald
Herkomst ASO
Herkomst TSO
Herkomst BSO
Herkomst KSO
Herkomst andere
Totaal aantal inschrijvingen
Academiejaar 2007 - 2008*
14
2
9
7
0
0
14
7
8
0
0
1
16
Academiejaar 2008 - 2009
12
9
15
6
0
7
17
11
7
0
0
3
21
Academiejaar 2009 - 2010
12
6
10
8
0
7
14
7
10
0
0
1
18
Academiejaar 2010 - 2011
7
7
8
6
0
4
10
11
1
0
0
2
14
Academiejaar 2011 - 2012
3
6
4
5
0
1
6
6
3
0
0
0
9
Academiejaar 2012 - 2013
9
8
13
4
0
0
11
10
5
0
0
2
17
* = Brondata afkomstig uit Databank Tertiair Onderwijs. Let op: definities voor data kunnen verschillend zijn met gegevensdefinities uit de huidige databank DHO (vanaf 2008-2009). ** = Cijfers voor niet afgesloten academiejaren. Status op 14-dec-2013
Benchmarkrapport versie 4.4.10
Pagina 11 van 12
16-dec-2013
Opleiding ind. wet.: milieukunde MA - Instelling Hogeschool West-Vlaanderen Vestiging Marksesteenweg, Kortrijk Studierendement Evolutie alle beschikbare academiejaren
100,0% 99,0% 98,2% 98,1% 97,3% 96,3% 99,0% 100,0% 100% 97,3% 98,2% 98,1% 96,3%
Huidige vestiging Alle instellingen
Studierendement
80%
60%
40%
20%
0%
2007 2008
2008 2009
2009 2010 2010 2011 Academiejaren
2011 2012
2012 2013
Verdeling per geslacht in 2012 - 2013 100%
100,0% 95,0%
100,0%
95,0%
Verdeling per studietoelage J/N in 2012 - 2013 100%
Huidige vestiging Alle instellingen
60%
40%
20%
0%
96,3%
Huidige instelling Alle instellingen
80%
Studierendement
Studierendement
80%
96,3%
60%
40%
20%
Mannelijk
Vrouwelijk Geslacht
Benchmarkrapport versie 4.4.10
0%
N Studietoelage ontvangen
Pagina 12 van 12
16-dec-2013
B.10. Internationalisering Tabel B.10.1. Bestemmingen reeds bezocht door uitgaande studenten van de Master of Science in de industriële wetenschappen: milieukunde ERASMUS Instelling
Plaats
Technical University of Crete
Chania, Griekenland
Radboud Universiteit
Nijmegen, Nederland
Polytech Annecy-Chambéry
Chambéry, Frankrijk
Universitat Autònoma de Barcelona
Barcelona, Spanje
Ecole des Métiers de l'Environnement
Bruz, Frankrijk
Polytechnic Institute of Viseu
Viseu, Portugal
Technical University of Denmark
Kopenhagen, Denemarken
Technical University of Hamburg
Hamburg, Duitsland
Zheijang University of Technology
Zheijang, China
Metropolia University of Applied Sciences
Helsinki, Finland VLIR-UOS
Kinderziekenhuis Conakry
Conakry, Guinee, Afrika
Centro Universitario de Sancti Spiritus
Sancti Spiritu, Cuba, Zuid-Amerika
Soresma
Zuid-Afrika, Afrika
Tabel B.10.2 Cijfergegevens uitgaande studentenmobiliteit voor de Master of Science in de industriële wetenschappen: milieukunde ERASMUS
VLIR-UOS
Academiejaar
Inkomend
Uitgaand (masterproef)
Uitgaand
Aantal afgestudeerden
% Uitgaand
2007-2008
0
2
1
14
21%
2008-2009
0
3
0
17
18%
2009-2010
0
0
1
14
7%
2010-2011
0
1
1
10
20%
2011-2012
4
2
0
6
33%
2012-2013
4
3
0
11
27%
2013-2014
2
2
0
ZER Bachelor en Master of Science in de industriële wetenschappen: milieukunde
Pagina 56 van 85
Tabel B.10.3 Cijfergegevens uitgaande docentenmobiliteit voor de Master of Science in de industriële wetenschappen: milieukunde Docent
Instelling
Plaats
Periode Duur (d)
Reden uitwisseling
Diederik Rousseau
National University of Rwanda in Butare
Rwanda, Afrika
mrt/10
10
NUFFIC-NPT WREM capacity building program, course on "water quality assessment"
Costa Rica, San Jose
nov/10
7
SWITCH training course "Technology Selection for Sustainable Urban Wastewater Management"
Polytech Annecy- Chambéry, Frankrijk Chambéry (Université de Savoie)
dec/10
4
Cursus windenergie + uitwisselingsmogelijkheden studenten voor stage/masterproef
Diederik Rousseau
Han Vervaeren
Diederik Rousseau
Rabat, Marokko en Zeralda, Algerije
mei/11
2x3
H2020 course Wastewater Treatment and Reuse
Diederik Rousseau
Dubrovnik, Kroatië
okt/11
3
H2020 course Constructed Wetlands for Wastewater Treatment
3
Thesisverdediging Cindy De Vacht (jurylid) + uitwisselingsmogelijkheden thesisstudenten bespreken
Han Vervaeren
Technical University of Denmark
Rosskilde, Denemarken
dec/12
Diederik Rousseau
UNESCO-IHE
Delft, Nederland
Diederik Rousseau
UNA Consulting
Bihac, Bosnie en Herzegovina
mrt/12, 2 jaarlijks mrt/13, mrt/14 feb/13 7
Diederik Rousseau
Silesian University of Technology
Gliwice, Polen
mei/14
2
Design and Operation of Constructed Wetlands “Constructed wetlands for wastewater treatment” Capacity building and advanced training for sizing and design Constructed wetlands for wastewater treatment (ERASMUS)
ZER Bachelor en Master of Science in de industriële wetenschappen: milieukunde
Pagina 57 van 85