Verhalen uit Het geheugenpaleis Navigeren naar de Middeleeuwen Sporen van een machtige vrouwenabdij (1179–1598) De Da Vinci van het Noorden Jan van Scorel (1495–1562) Imagebuilding in de Gouden Eeuw Johan van Oldenbarnevelt (1547–1619) Daar was laatst een meisje loos Vrouwen en de VOC (1602–1795) Een Haagse Affaire Het schandaalproces tegen Sophia van Noortwijck (1700–1701) Naar de Barbiesjes gaan! Pieter Groen gaat naar de West (1792–1794) Oorlog in de diplomatenwijk van Peking Het jongleren van een gezant en zijn commandant (1909–1919) Held tegen wil en dank Een Haagse agent in oorlogstijd (1944–1946) Opgevangen in de spruitjeslucht Indische repatrianten in Nederlandse contractpensions (1945–1970) Europapa’s Op weg naar Europese eenwording (1948–1957) Scheiden doet lijden Wat een nieuwe wet teweeg brengt (1965-1971)
Navigeren naar de Middeleeuwen Sporen van een machtige vrouwenabdij (1179–1598) Rond 1130 sticht Petronilla, gravin van Holland, de vrouwenabdij van Rijnsburg. De meisjes die intreden in het klooster zijn afkomstig uit adellijke families en nemen vaak grond uit hun familiebezit mee. Zo vergroot de abdij snel haar grondbezit. Het meeste land wordt verpacht of in leen gegeven. De abdis (kloostermoeder) heeft een machtige positie en de graven van Holland onderhouden graag een goede relatie met haar. De nonnen verzekeren de adel via hun gebeden van een plekje in de hemel. Veel graven en gravinnen laten zich begraven in de abdijkerk. Aan het begin van de zestiende eeuw klinken de eerste protestantse geluiden in Rijnsburg. Waarschijnlijk door goede connecties van abdis Elburg van Langerak ontkomt de abdij aan de verwoestingen door de Beeldenstorm. In 1574 maken Spaanse troepen de abdij alsnog met de grond gelijk. Van de ooit zo machtige abdij rest weinig meer dan papier en perkament in de archieven. Maar wie vandaag de dag goed naar het landschap kijkt, ontdekt daar de sporen van de abdij.
Het Nationaal Archief bewaart de archieven van tientallen kloosters in Zuid-Holland. Dat van Rijnsburg is een van de belangrijkste en grootste in de collectie. Woordlandschap Bruno Doedens vergelijkt het Nationaal Archief met een landschap: een bewaarplaats waar het alledaagse leven steeds nieuwe bladzijden aan toevoegt. Hij maakte van het oudste document van het Nationaal Archief een landschap van woorden. Zijn creatie is een waar monnikenwerk. Door de schaalvergroting creëert hij vervreemding waardoor u met andere ogen naar het heden en verleden kijkt. Bruno Doedens is landschapsarchitect en artistiek leider van SLeM, Stichting Landschapskunst en Meer. Het werk van SLeM is een mengvorm van landschapsarchitectuur, locatietheater en film. Het wil daarmee ruimte scheppen voor verbeelding en sporen in het landschap én in de hoofden van mensen achterlaten.
De Da Vinci van het Noorden Jan van Scorel (1495–1562) Jan van Scorel is in de zestiende eeuw een beroemdheid en alleskunner. Hij is niet alleen een succesvol kunstschilder, maar ook kanunnik, dichter, musicus, ondernemer en ingenieur. Als ingenieur neemt Van Scorel het initiatief tot de bedijking van De Zijpe, vlakbij zijn geboortedorp Schoorl. Dit kustgebied in Noord-Holland is erg kwetsbaar voor overstromingen. Hij benut zijn schilderskwaliteiten bij het maken van een indrukwekkende kaart van het gebied. Met deze kaart vraagt hij een vergunning om dit grote droogmakingsproject uit te mogen voeren. Keizer Karel V verleent deze vergunning en het werk kan beginnen. Maar er zijn veel tegenslagen: de dijken blijven doorbreken en uiteindelijk stapt Van Scorel uit het project. Pas in 1597, vijftig jaar na aanvang, lukt het om de bedijking te realiseren. Dit project is een van de grootste en vroegste droogmakingsprojecten in Nederland. Het heeft het verlies van land aan de zee gestopt en Noord-Holland zijn huidige kustlijn gegeven. De kaart van Van Scorel is een van de mooiste en oudste in de kaartencollectie van het Nationaal Archief. 3D-kaart Los Digitalos laat u met andere ogen naar de kaart van Van Scorel kijken. De oude kaart is in een panoramafoto van een vergelijkbaar bestaand gebied geplaatst. Door de 3D-visualisatie van de kaart worden de bijzondere details van de werkzaamheden voor de bedijking goed zichtbaar. Los Digitalos is een collectief gespecialiseerd in interactieve driedimensionale omgevingen. Anco Dijkman, Axe Kooi en Hein de Jong maakten diverse producties gebaseerd op historische kaarten.
Imagebuilding in de Gouden Eeuw Johan van Oldenbarnevelt (1547–1619) Johan van Oldenbarnevelt is een van de belangrijkste staatslieden uit de zeventiende eeuw. Ondanks zijn eenvoudige achtergrond schopt hij het tot landsadvocaat en raadpensionaris. In de praktijk is hij, naast stadhouder Maurits, de leider van de jonge Nederlandse Republiek. Een adellijke afkomst is in zijn positie zeer belangrijk. Uit zijn persoonlijke archief blijkt dat hij er alles aan doet om zijn imago meer adellijke allure te geven.
Een belangrijke stap is zijn huwelijk met Maria van Utrecht, afkomstig uit een rijke familie. Haar kapitaal vormt de basis van Van Oldenbarnevelts vermogen. Hij koopt land en investeert in grote inpolderingen zoals die van De Zijpe. Deze investeringen maken hem tot een van de rijkste inwoners van de Republiek. Aan het eind van zijn leven schrijft hij twee versies van zijn Remonstrantie, een autobiografisch verweerschrift. Daarin legt hij verantwoording af over zijn politieke daden en verdedigt hij zich tegen diverse beschuldigingen van politieke tegenstanders. De laatste versie schrijft hij in gevangenschap nadat stadhouder Maurits hem van landverraad heeft beschuldigd. Van Oldenbarnevelt kan zijn Remonstrantie niet voltooien. Op 13 mei 1619 wordt hij op het Binnenhof onthoofd. Monoloog Helmert Woudenberg kruipt in de huid van Johan van Oldenbarnevelt in de nacht voor zijn terechtstelling. Hij rondt in deze monoloog als het ware het verweerschrift van Johan van Oldenbarnevelt af. Helmert Woudenberg is acteur, regisseur, docent en trainer met diverse voorstellingen, films en televisieseries op zijn naam. Hij schreef een aantal solovoorstellingen, waarin hij zelf acteerde. Jan Woudenberg verzorgde de opname van de monoloog.
Daar was laatst een meisje loos Vrouwen en de VOC (1602–1795) De Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC) lijkt vooral een mannenbolwerk. Nu steeds meer materiaal uit het VOC-archief digitaal te bekijken is, komen gegevens boven water die daarvoor verborgen bleven. Hieruit blijkt dat de betrokkenheid van vrouwen bij de VOC veel groter is dan gedacht. Opmerkelijk zijn de vele vrouwen die als ronselaar voor de VOC werken. Zij werven nieuwe matrozen, zorgen voor hun zeemansuitrusting en voor tijdelijke huisvesting in volkshuizen. Op een gewiekste manier verdienen zij veel geld en laten de matrozen vaak met een schuld achter. Het bekende lied ‘Daar was laatst een meisje loos’ verwijst naar de vrouwen die verkleed als man in dienst treden van de VOC. Zij monsteren aan om bij hun geliefde te zijn of hopen als matroos Indië te bereiken en daar hun geluk te beproeven. Dit is wel riskant. Bij ontmaskering volgt vaak een fikse straf. Het VOC-bestuur geeft achterblijvende zeemansvrouwen een toelage en houdt hun zedelijk gedrag nauwlettend in de gaten: misstappen hebben financiële consequenties. Ook voert het bestuur een actieve huwelijkspolitiek. De VOC stuurt veel jonge meisjes naar Indië om met VOC-dienaars te trouwen en te zorgen voor uitbreiding van de kolonie. Modern matrozenlied Van het matrozenliedje Daar was laatst een meisje loos maakte Ricky Koole een hedendaagse variant. Ze deed dit op basis van het onderzoek naar de VOC-vrouwen. Ricky Koole is actrice en singer-songwriter. Ze maakt persoonlijke muziektheatervoorstellingen met haar eigen band. Ze heeft een voorliefde voor Amerikaanse muziek maar voor haar laatste CD Wind om het huis schreef ze Nederlandse liedjes.
Een Haagse Affaire Het schandaalproces tegen Sophia van Noortwijck (1700–1701)
Het proces tegen de rijke weduwe Sophia van der Maa en haar dochter Sophia van Noortwijck zorgen begin achttiende eeuw voor opschudding in de Haagse society. De moeder zou haar dochter hebben aangezet tot diverse buitenechtelijke relaties. De aanleiding lijkt het testament van de grootouders van Sophia van Noortwijck te zijn. Hierin is bepaald dat moeder Sophia het vruchtgebruik van 80.000 gulden houdt zolang haar dochter ongetrouwd blijft. De Haagse society reageert met hoon en minachting op het losbandige gedrag. Met spotliedjes en gedichten worden de Sophia’s sociaal buitenspel gezet. In de liefdesbrieven van Sophia aan haar minnaar Salomon Pereira is te lezen hoe zij hieronder lijdt. Het Hof van Holland veroordeelt de moeder tot levenslange opsluiting in het tuchthuis van Gouda en het betalen van een torenhoge boete. Haar dochter wordt vrijgesproken maar moet ook een boete betalen. Met de bewijsstukken, zoals liefdesbrieven en gedichten, de verklaringen en het vonnis uit het rechterlijk archief van het Hof van Holland is het mogelijk om deze Haagse affaire te reconstrueren. Hoorspel Het verhaal van het schandaalproces rond de Haagse Sophia en haar moeder hebben Stout & Smits vertaald naar een audiovisuele installatie die de bezoeker van nu meeneemt naar de Haagse society aan het eind van de Gouden Eeuw. Jeroen Stout (radiomaker en filmjournalist) en Ineke Smits (filmmaker) produceren films, radioproducties en crossmediale projecten, onder andere voor het Filmfestival Rotterdam en de publieke omroep.
Naar de Barbiesjes gaan! Pieter Groen gaat naar de West (1792–1794) In 1792 vertrekt Pieter Groen, een negentienjarige koopmanszoon, naar Berbice, een Nederlandse kolonie ten westen van Suriname. Berbice staat bekend als een gevaarlijk oord. Wie ‘naar de Barbiesjes gaat’, loopt kans zijn ondergang tegemoet te gaan: de vochtige hitte is er slopend en er heersen dodelijke epidemieën. In Berbice worden koffie, suiker en katoen verbouwd. Plantagehouders hopen snel munt te slaan uit de verkoop van deze gewassen. Slaven doen het werk op de plantages. Veel planters behandelen hun slaven ronduit slecht. Dit leidt tot een grote slavenopstand in 1763 die bijna de ondergang van de kolonie betekent. Dertig jaar later ziet Pieter Groen dat de hoofdstad eindelijk weer wordt hersteld. In zeven dagboekjes vertelt Pieter Groen over zijn reis, zijn inspecties van de plantages, zijn wandelingen door koloniale stadjes én over al zijn seksuele avonturen met zowel blanke welgestelde dames als zwarte slavinnen. Zijn egodocument laat het leven op de plantages zien en vormt een persoonlijke aanvulling op de administratieve gegevens uit de overheidsarchieven. Tragikomedie Passages uit de dagboeken van Pieter Groen komen tot leven in een historische tragikomedie van Jaime Ibanez: een mix van gesproken woord, bewegende machines en illustraties. De ritmisch gelaagde muziek van Jornt Duyx maakt de vertelling compleet. Afgelopen zomer was deze voorstelling op het festival Oerol te zien. Hij bewerkte deze voorstelling tot vier films die hier te zien zijn. De performances van Jaime Ibanez doen denken aan historische animatievoorstellingen: met een verteller, voorbij rollende tekeningen, schaduwspellen, poppetjes aan touwtjes en mechanische geluidseffecten.
Oorlog in de diplomatenwijk van Peking Het jongleren van een gezant en zijn commandant (1909–1919) Als de Eerste Wereldoorlog uitbreekt, lopen in de internationale diplomatenwijk van Peking de spanningen op. Het neutrale Nederland heeft een speciale taak in de diplomatenwijk. De gezant (tegenwoordig de ambassadeur) jonkheer Frans Beelaerts van Blokland ziet toe op de naleving van de internationale regels. Commandant van de gezantschapswacht Haro baron van Hemert tot Dingshof bewaakt de Duitse en Oostenrijkse bezittingen in de wijk. Als blijkt dat nota bene zijn eigen mariniers een grote hoeveelheid Duits geld stelen, treedt de commandant streng op. Buiten de muren van de wijk is er een andere strijd gaande. Zes jaar na het einde van het keizerrijk probeert de Chinese generaal Zhang Xun het keizerlijk gezag te herstellen. Als die actie mislukt, vraagt de generaal asiel aan bij de Nederlanders. Uiteindelijk verblijft hij anderhalf jaar in de diplomatenwijk. Het verhaal over de diplomatenwijk is gereconstrueerd uit de vele archiefstukken uit het overheidsarchief, aangevuld met foto’s en persoonlijke documenten uit de privéarchieven van de gezant en de commandant. Graphic novel Josse Pietersma schreef een scenario over de gebeurtenissen in Peking waarin hij feiten, bestaande foto’s en documenten combineert. Vervolgens heeft Fred de Heij het verhaal op een realistische en trefzekere manier getekend. Deze ‘graphic novel’ is een samenwerking van het Nationaal Archief met uitgeverij Xtra. Uitgeverij Xtra maakt strips met een uitdagende vorm en een maatschappelijke, politieke, historische of persoonlijke inhoud.
Held tegen wil en dank Een Haagse agent in oorlogstijd (1944–1946) De Haagse politieagent Henk Kompagne stelt begin 1944 zijn huis open als onderduikadres voor de gedeserteerde SS’er Jan Bakker. Hier krijgt Jan een relatie met Marietje Rijp en al snel trekt hij bij haar in. Marietjes moeder Dora is echter fel tegen deze relatie en geeft Jan aan bij de Sicherheitsdienst (SD). Ook geeft ze een briefje dat ze in Jans portemonnee vindt, aan de SD. Het is een lijst met onderduikadressen. Het adres van Henk Kompagne wordt hierdoor bekend bij de SD en op 10 mei 1944 wordt hij gearresteerd. Vanuit de strafgevangenis in Scheveningen wordt Henk op transport gesteld. Hij overlijdt op 11 januari 1945 in concentratiekamp Neuengamme. Archivaris Jan Kompagnie, neef van Henk Kompagne, start zijn onderzoek in het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging. Dit archief telt een half miljoen dossiers van alle personen die na de oorlog werden verdacht van samenwerking met de Duitse bezetter. Stap voor stap reconstrueert Jan Kompagnie de laatste maanden van het leven van zijn oom. Held tegen wil en dank is een zoektocht naar sporen in archieven, naar tekens van leven in voormalige kampen en motieven van slachtoffers en daders. Documentaire Een korte documentaire van Ad van Liempt laat zien hoe Jan Kompagnie het verhaal van zijn oom achterhaalt. Janny, de weduwe van Jan Kompagnie, reconstrueert de zoektocht die zij eerder samen met haar echtgenoot maakte.
Ad van Liempt is auteur, journalist en programmamaker. Hij is de bedenker van het geschiedenisprogramma Andere Tijden en eindredacteur van de documentaireserie De Oorlog. Hij was als onderzoeker van de Tweede Wereldoorlog verbonden aan het Nationaal Archief.
Opgevangen in de spruitjeslucht Indische repatrianten in Nederlandse contractpensions (1945–1970) Het definitieve einde van het koloniale Nederlands-Indië na de Tweede Wereldoorlog vormt het begin van een noodgedwongen verhuizing van 300.000 (Indische) Nederlanders naar Nederland. Hier heerst, vooral na de Tweede Wereldoorlog, armoede en woningnood. Voor de opvang van deze repatrianten bedenkt het ministerie van Maatschappelijk Werk een noodoplossing: contractpensions. De meeste repatrianten moeten flink bijdragen in de kosten voor de opvang in contractpensions. De kwaliteit van de pensions verschilt sterk. Met strikte regels voor pensionhouder en repatriant, zoals een exacte omschrijving van de hoeveelheid eten, de wekelijkse douchebeurt en het verbod op de kamers te koken, probeert het ministerie klachten te voorkomen. Dit lukt niet altijd. Van de repatrianten wordt verwacht dat ze zich volledig aanpassen aan Nederlandse gewoonten en gebruiken. Huisvrouwen moeten tot in detail leren hoe zij een zuinige Nederlandse huishouding kunnen voeren. Als er een woning beschikbaar komt, kijkt een maatschappelijk werkster of het gezin ‘er klaar voor is’. In 1970 is voor vrijwel alle repatrianten een eigen huis gevonden en sluiten de laatste contractpensions hun deuren. Quiz Het boekje Djangan Loepah (Vergeet ’t niet) geeft huishoudelijke voorlichting aan de huisvrouwen onder de repatrianten. Dit boekje inspireerde Cristina Garcia Martin tot het maken van een retro-quiz. Slaagt u voor de huisvrouwentest? Cristina Garcia Martin is illustrator en animator. In haar onderscheidende stijl weet zij complexe onderwerpen helder en luchtig te brengen. Voor deze quiz werkte zij samen met creatief programmeur en gameontwikkelaar Sander Hasseling.
Europapa’s Op weg naar Europese eenwording (1948–1957) Na de Tweede Wereldoorlog blijken de oorlogsschade en de dreiging van het communisme bindende factoren voor Europa. Amerika steunt de wederopbouw van Europa met het Marshallplan. In ruil voor deze miljardenhulp moeten de Europese landen samenwerken. Elk land heeft zijn eigen visie op de wijze van samenwerking. In Nederland houden de ministers Drees, Stikker, Luns en Beyen zich bezig met dit onderwerp. Drees (premier van 1948 tot 1958) is tegen een te snelle of politieke Europese integratie uit angst voor een te machtig Frankrijk en Duitsland. De ministers Stikker en Luns zijn meer gericht op de Verenigde Staten dan op Europese integratie. Vanaf 1952 is minister Beyen van Buitenlandse Zaken verantwoordelijk voor Europese integratie. Hij vindt economische samenwerking het belangrijkst, maar zet ook de deur open naar politieke samenwerking. Dit laatste is een grote wijziging van de Nederlandse houding ten opzichte van Europa. Met zijn tact lukt het om de Europese landen op één lijn te krijgen. Mede daardoor is de oprichting van de Europese Economische Gemeenschap – voorloper van de Europese Unie – in 1958 een feit. Geheugenkantoor
Het geheugenkantoor van de Europapa’s is een verhalend interieur waarin u zelf op onderzoek mag uitgaan. Bij het gedachtenbureau kruipt u in het hoofd van de vier Europapa’s: wat delen de politici en hoe denken zij over elkaar? OLa Szostak organiseert en maakt audiovisuele installaties, kunstmanifestaties, performances en voorstellingen. Willemijn Schellekens is grafisch ontwerper en illustrator en maakt verhalende ontmoetingsinstallaties. Zij initieert multidisciplinaire projecten op het gebied van theater, film en ruimtelijk ontwerp. Ook in hun gezamenlijke producties worden diverse disciplines samengebracht.
Scheiden doet lijden Wat een nieuwe wet teweeg brengt (1965-1971) Tot 1971 kent Nederland slechts vier redenen voor echtscheiding: overspel, mishandeling, curatele op grond van verkwisting en veroordeling tot een gevangenisstraf van minstens vier jaar. Als een echtpaar wil scheiden, moet een van de twee de schuld voor het mislukte huwelijk op zich nemen. In de jaren zestig van de vorige eeuw spreekt men daarom van ‘de grote leugen’: uit wanhoop geeft de man of vrouw overspel toe, terwijl dit vaak helemaal niet het geval is. De veranderende tijdgeest maakt een wetswijziging noodzakelijk. Voor de behandeling in de Tweede Kamer wordt een bijzondere commissie aangewezen die de samenleving uitnodigt om te reageren op het wetsontwerp. Veel mensen reageren en schrijven brieven aan de minister van Justitie en de koningin over hun emotionele en financiële drama’s als gevolg van de oude echtscheidingswet. Het ministerie heeft deze brieven bewaard, omdat ze getuigen van een maatschappelijke discussie en laten zien dat het wetsvoorstel breed gedragen werd. Ze maken de sociale achtergrond en de grote maatschappelijke betekenis van een wetswijziging zichtbaar. Op 6 mei 1971 wordt de nieuwe echtscheidingswet van kracht. Er wordt slechts één reden genoemd voor echtscheiding: duurzame ontwrichting. Hiervan is sprake als de verhouding binnen het huwelijk zo moeilijk is geworden dat het niet mogelijk is om nog langer bij elkaar te blijven. Theater Acteursgroep Wunderbaum dook in de wereld van vier mensen die in de jaren 60 en 70 brieven schreven over de echtscheidingswet. Zij laten de verstikkende situatie zien waarin zij verkeerden door de beperkte mogelijkheden om te scheiden. Wunderbaum is een Vlaams/Nederlands acteurscollectief en vormt met het Productiehuis Rotterdam en de Rotterdamse Schouwburg de coalitie Theater Rotterdam. Wunderbaum maakt voorstellingen over maatschappelijk actuele thema’s, waarbij sociologisch onderzoek en toneel vaak samenkomen.