VERENIGING VRIENDEN STADSHERSTEL
ANNO
Amstelveld 10 - 1017 JD Amsterdam
2008
Nieuwsbrief nr. 66 maart 2008
Vereniging Vrienden van Stadsherstel Amsterdam De Vereniging Vrienden van Stadsherstel ondersteunt de restauratiewerkzaamheden van Stadsherstel Amsterdam. De Vereniging zorgt er met haar bijdragen voor dat onder andere sierhekken, gevelstenen, stoepbankjes en lantaarns, die buiten de begroting vallen, toch gerestaureerd of gereconstrueerd worden. De Vrienden dragen op die manier bij aan een positieve uitstraling van de (binnen)stad.
Stadsherstel Amsterdam
Lidmaatschap
Amsterdam is in het bezit van een van de meest waardevolle historische binnensteden ter wereld. Stadsherstel Amsterdam levert al meer dan vijftig jaar een bijdrage aan het behoud van dit erfgoed. Vooral daar waar karakteristieke woonhuizen met sloop bedreigd worden, grijpt Stadsherstel in; het belang van de volkshuisvesting speelt daarbij een grote rol. Zo’n 450 panden zijn in de loop der tijd op deskundige wijze in oude staat hersteld. Sinds de fusie met het Amsterdams Monumenten Fonds (AMF) in 1999 is er een taak bijgekomen, namelijk het restaureren van monumentale openbare gebouwen, zoals kerken. De monumenten blijven na herstel in eigen beheer, zodat deze door het uitvoeren van regelmatig onderhoud in de staat blijven waarin zij door restauratie gebracht zijn. Hierdoor is het effect van de restauraties blijvend.
U kunt de werkzaamheden van Stadsherstel Amsterdam steunen door een lidmaatschap van de Vereniging Vrienden van Stadsherstel. Een lidmaatschap kost (minimaal) e 25,– per jaar. Als vriend ontvangt u drie keer per jaar een nieuwsbrief over de activiteiten van Stadsherstel. Daarnaast organiseert de Vereniging ieder jaar een stadswandeling en een rondvaart langs projecten van Stadsherstel. Bovendien is er in aansluiting op de jaarlijkse ledenvergadering een powerpointpresentatie te zien over de in dat jaar opgeleverde panden, restauraties in uitvoering en de bijdragen van de Vereniging aan die restauraties. Om lid te worden, kunt u gebruik maken van het aanmeldingsformulier dat u in deze nieuwsbrief aantreft, of u kunt contact opnemen met de Vereniging: tel. 020 5200075.
Inhoud Nieuwsbrief nr. 66 Hoe staat het toch met de herbouw van de Haringpakkerstoren? 1 Stadsherstel in Suriname 3 Stadsherstel herstelt ook hier de Stelling van Amsterdam 7
Stadsherstel herstelt ook hier een bouwblok 20 Het gemaal in het Flevopark 26 Waar is Stadsherstel Amsterdam toch allemaal mee bezig in Haarlem? 28 Projecten in uitvoering 30
Op het omslag: uitsnede van de presentatietekening van de nieuwbouw in de Oudezijds Armsteeg (Rappange & Partners Architecten)
Colofon Nieuwsbrief nr. 66, maart 2008 Een uitgave van de Vereniging Vrienden van Stadsherstel Bestuur ir. J.D. Doets, voorzitter mr. R.J.C. van Helden, secretaris/penningmeester mevr. dr. W.Chr. Pieterse mevr. D. van der Waerden mr. H.J. Bunjes G.J.A. van der Lugt C.B.S. Reinders Folmer Redactie Peter Prins Medewerkers Stella van Heezik Gijs Hoen André van Houten Jaap Hulscher Paul Morel Adres Amstelveld 10 1017 JD Amsterdam tel: (020) 52 000 75 fax: (020) 638 20 40 Postbank 5659267 Vormgeving en productie Joh. Enschedé Amsterdam
Hoe staat het toch met de herbouw van de Haringpakkerstoren?
De huidige situatie aan het begin van het Singel en een computersimulatie van de toekomstige situatie; uit de Hoogbouw Effect Rapportage van de Dienst Ruimtelijke Ordening, mei 2007.
1
Het is al enige tijd betrekkelijk stil rondom de herbouw van de Haringpakkerstoren, terwijl juist bij de aankondiging van dit geschenk aan de stad Amsterdam direct veel discussie en deining was in kringen van architecten, stedenbouwers, (kunst)historici en ‘gewone’ Amsterdammers. Dat neemt niet weg dat in de Amstelkerk hard wordt doorgewerkt aan de plannen. Met de toevoeging van een nieuwe architectenster aan het firmament werken de ‘samenwerkende architecten SatijnPlus/Van Well’ stevig door. SatijnPlus uit Born (Limburg), is bekend door onder andere de herbestemming van de Kruiskerk tot hotel en – in samenwerking met Merkx + Girod Architecten – de Dominicanerkerk tot boekwinkel, beide in Maastricht. Zij weten zich ondersteund in de constructies door Van Rossum, voor de installaties door Thijs Linsse adviseurs en qua bouwfysica door Lichtveld Buijs en Partners. In het najaar is het plan voorgelegd aan de Welstandcommissie voor de binnenstad. Daarna is het ontwerp gepresenteerd in de plenumvergadering, waar ook de commissies die over de stadsdelen gaan zitting in hebben. In dit plenum worden de meer complexe plannen behandeld. De confrontatie met Welstand pakte niet onverdeeld gunstig uit. De middeleeuwse toren, de Kruistoren, die deel uitmaakte van de stadswal, is op diverse plattegronden afgebeeld. Deze zijn als plattegrond van de stad redelijk betrouwbaar, maar er zijn geen details van de toren uit op te maken. Omdat daardoor een geloofwaardige herbouw niet mogelijk is, was in het ontwerp gekozen voor een vorm van modern metsel2
werk en dito raam- en deuropeningen. De achthoek en spits, zoals die in 1607 naar ontwerp van (waarschijnlijk) Hendrick de Keyser op deze middeleeuwse toren werden gebouwd, zijn wel in detail vastgelegd. In 1813 werd de opbouw vervangen door een afgeronde beëindiging. Tijdens die operatie werd de achthoek en spits door de toenmalige stadsbouwmeester Abraham van der Hart op tekening vastgelegd, waardoor een waarachtige reconstructie mogelijk is. De Commissie heeft ons nu verzocht het onderste deel van de toren ook in meer historische zin te herbouwen, waarbij de Schreierstoren als referentie kan dienen. Daar wordt aan gewerkt. Het ontwerp en de materialisatie van de huisjes eromheen, de ‘rok’ zoals wij die zijn gaan noemen, leidden tot meer discussie. Aangezien het perceel waarop ze gebouwd worden nu anders is qua vorm en grootte, kunnen de huisjes niet exact als vroeger worden herbouwd. Daarom zijn wij ze gaandeweg in een meer hedendaagse stadsarchitectuur gaan zien. Deze moderne en enigszins abstraherende benadering werd door de Commissie weliswaar positief ontvangen, maar men was tevens van mening dat de architect in het materiaalgebruik was doorgeschoten en dat de huisjes daardoor te zeer in het straatbeeld zouden opvallen en de toren te veel concurrentie aan zouden doen. De architectuur ervan was eenvoudigweg te overheersend, dus werd ook hier om een aanpassing gevraagd, met name in het materiaalgebruik. Men adviseerde ons weer uit te gaan van het in de omgeving gebruikelijke baksteen, hout, zink en keramische dakpannen.
Ook dit nemen wij ons ter harte. Daarnaast waren er vragen over de invulling van het ensemble en de positionering van de toren daarbinnen én over de beleving binnenin de toren, het ervaren van de dikte van de torenmuren etc. De Haringpakkerstoren is dan wel een gebouw uit het verleden, bestaand in ons geheugen vanwege het enorme aantal prenten dat vanaf het IJ is gemaakt, maar het gaat wel om nieuwbouw en dus de bouwregelgeving die daarbij hoort. De aard en samenstelling van de primaire waterkering – een oud dijklichaam onder de Prins Hendrikkade waar in de vorige nieuwsbrief al over werd geschreven – is ondertussen bekend en daarmee is ten langen leste de vorm van de kelder bepaald. Er is nog geen definitief ontwerp, maar we zijn er dichtbij. In de loop van maart hopen we het plan opnieuw aan de Welstandcommissie voor te leggen. Als het dan wél
goed verloopt, kunnen we snel daarna de aanvraag voor de bouwvergunning indienen. Bevond zich in de 18e eeuw ‘een hoerhuis onder de Haringpakkerstoren’, waar de hoofdpersoon haar diensten aanbood aan zeelieden die in maanden geen vrouw hadden gezien, maar wel over een volle beurs beschikten, aldus Arthur Japin in zijn boek Een schitterend gebrek, in de nieuwe toren komt zeker geen bordeel. Wel komen er kleine, geheel gefaciliteerde kantoortjes, waar bedrijven voor maximaal een jaar op flexibele wijze een ruimte kunnen huren. In de huisjes eromheen komt horeca met een prachtig terras op het zuiden. Als de toren met rok er weer staat, ziet de uit het Centraal Station komende reiziger in één oogopslag de uiteinden van middeleeuws Amsterdam gemarkeerd door de Schreiers- en de Haringpakkerstoren. Een herinnering is dan hersteld door een nieuw gebouw. (PM)
Stadsherstel in Suriname Jaap Hulscher, adjunct directeur van Stadsherstel, was onlangs weer enkele dagen in Suriname. Er zijn twee zaken waar hij in dat land bij betrokken is. Allereerst bij het opzetten van een vorm van een Stadsherstel Paramaribo en voorts bij het nieuw leven inblazen in het openluchtmuseum Fort Nieuw Amsterdam. Hieronder een verslag van zijn bezoek. Het centrum van Paramaribo is al sinds enige jaren door de Unesco aangewezen als werelderfgoed site en ligt daarmee dus voor op Amsterdam. Maar ook buiten het centrum zijn vele prachtige plekken en huizen te
vinden. En zoals in vele steden die een snelle ontwikkeling doormaken, bestaat vaak de neiging oude “monumenten” te vervangen door nieuwe moderne gebouwen, zeker als de staat van onderhoud door verwaarlozing 3
slecht is. Er is wel een vorm van monumentenzorg, maar net als in Nederland is er weinig te doen tegen mensen die hun gebouw gewoon laten wegrotten. Een Stadsherstel dat bedreigde panden kan opkopen en restaureren voor een nieuwe toekomst kan in die monumentenzorg een belangrijke taak gaan vervullen. Al tien jaar wordt getracht een dergelijke organisatie op te richten, maar door allerlei omstandigheden is het er steeds niet van gekomen. Mij is door de Surinaamse overheid gevraagd of ik dat proces kan versnellen. Daar ligt dus de eerste reden van mijn nu al weer vierde bezoek sinds januari 2007, waarbij ik niet mag vergeten te vermelden dat dit initiatief in nauwe samenwerking met de Stichting Herstelling en de gemeente Amsterdam tot stand is gekomen. De bemoeienis met het openluchtmuseum vraagt een wat langere uitleg, want wat heeft
een stadshersteller daar te zoeken? Daarom eerst wat achtergrondinformatie. Paramaribo ligt aan de Surinamerivier, ongeveer 23 kilometer van de zee. Enkele kilometers stroomafwaarts komt de rivier samen met de Commewijnerivier, om daarna gezamenlijk in de oceaan uit te monden. Paramaribo zelf werd eerst verdedigd door het 17e-eeuwse Fort Zeelandia, dat aan de rivier, naast het centrum van de stad ligt. Daarachter lagen vroeger de stad en de plantages. Toen ook langs de Commewijnerivier plantages werden aangelegd, was een meer stroomafwaartse verdediging noodzakelijk. Men koos hiervoor de plaats waar de twee rivieren samenkomen. Daar werd Fort Nieuw Amsterdam midden in het moeras aangelegd – het kwam gereed in 1747 – met aan weerszijden aan de andere oevers hulpforten. Het fort ligt vanuit Paramaribo gezien aan de overzijde van de Surinamerivier en is via een hoge brug pas
Aanblik op het houten huis Gravenstraat 18, dat in slechte staat verkeert. Een typisch Stadsherstelpand dus. (foto Stadsherstel/ Jaap Hulscher)
4
sinds enkele jaren voor auto’s vanuit de hoofdstad bereikbaar. Fort Nieuw Amsterdam is een stervormig fort, bestaande uit aarden wallen met vijf lunetten en met van binnen kruithuizen. Een klassiek Europees fort dus, denk maar aan het Nederlandse Willemstad. Aan het eind van de 19e eeuw is er een grote gevangenis gebouwd en is er een commandantpost gekomen. In de jaren zestig is het fort openluchtmuseum geworden, met een actief zelfstandig bestuur. Het was zeer populair onder de Surinaamse bevolking. Na de verzelfstandiging van Suriname in 1975 is het museum weer onder beheer van de overheid gekomen. Toen trad een periode van stilstand en langzame achteruitgang in. De huidige Surinaamse overheid zag dit verval met lede ogen aan en vroeg in 2006 de directeur van het Zuiderzeemuseum, Erik Schilp, advies om tot een revival van het fort te komen. Deze reisde in januari 2007 met het gezelschap van Amsterdammers mee naar Suriname. En door hem werd ik betrokken bij vragen rond de historische bebouwing op het fort. In de onderzoeken naar levensvatbaarheid van een Stadsherstel en van een openluchtmuseum bleek al snel dat particuliere partijen afhaken met financiële ondersteuning indien de overheid een meerderheidsbelang heeft in een dergelijk initiatief. Men staat daar zeer wantrouwend tegenover. Daarom is in beide ontwikkelingen gekozen voor een vorm waarbij de overheid wel participeert, maar geen alleenzeggenschap kan doen gelden. Als eerste is op instigatie van Erik Schilp het museum verzelfstandigd in een nieuwe
stichting. Wel blijven de ambtenaren die op het fort werken daar gedetacheerd op kosten van de overheid. Bovendien reserveert de overheid middelen voor het onderhoud, die aan de stichting ter beschikking worden gesteld. Hiervoor heeft de overheid in aanvang drie bestuursleden in de stichting, waarnaast vier onafhankelijke bestuursleden zijn benoemd. Eén daarvan is Erik Schilp, vanzelfsprekend vanuit zijn museale achtergrond, en één ben ikzelf geworden, vanuit mijn restauratie achtergrond. De gemeente Amsterdam levert de komende drie jaar een directeur voor het museum en er is een samenwerkingsovereenkomst getekend met het Zuiderzeemuseum. De Nederlandse ambassade is er bij betrokken vanwege de culturele samenwerking. De contracten zijn tijdens ons verblijf met alle partijen afgestemd en het bestuur is officieel benoemd. Ook dit keer reisde ik weer met Erik Schilp, die, als aardige bijkomstigheid, intussen is benoemd tot commissaris van Stadsherstel als opvolger van Ronald de Leeuw. We kwamen aan op donderdagavond, 24 januari. De volgende dag was het vanaf 10 uur de hele dag vergaderen en ten slotte ’s avonds met betrokkenen eten om de contacten aan te halen. Daarbij was ook al aanwezig de door de gemeente Amsterdam beoogde directeur van het openluchtmuseum. Zaterdag was een vrije dag, die gebruikt werd om contracten bij te stellen en om over Stadsherstel Paramaribo te praten. Zondag hebben we de hele dag een werkbezoek gebracht aan het fort met de aanstaande directeur en de directeur Werk en Inkomen van de gemeente Amsterdam, om 5
Eén van de kruithuizen van het fort Nieuw Amsterdam. (foto Stadsherstel/ Jaap Hulscher)
zaken te documenteren en een werkvolgorde vast te stellen. Vervolgens zijn op maandag op de klipper Stad Amsterdam, die toevallig in Paramaribo lag, de contracten ondertekend. Daartoe was tout Paramaribo op het schip uitgenodigd. Iedereen met een binding met het culturele leven, met het bedrijfsleven en met de financiële wereld was er, alsmede het betrokken ambtelijke apparaat van Suriname en Nederland. Zo waren daar ondermeer de minister van Cultuur van Suriname en de ambassadeur van Nederland. De klipper voer op de motor naar het fort en ging daar voor anker. Nadat de feestelijke handelingen waren verricht, werd de terugtocht met gehesen zeilen gemaakt. Prachtig, en ondertussen aldoor maar netwerken. Vooral ook om met Stadsherstel verder te komen nu toch al de betrokken partijen aan boord waren. Dinsdag hebben we ten slotte de eerste bestuursvergadering gehad, waarbij we de 6
directeur officieel hebben benoemd. En in de middag vertrokken we weer naar het vliegveld. Als ik dit alles zo teruglees, lijkt het alsof er geen tijd was voor ontspanning, maar iedere morgen kon ik even zwemmen in het zwembad en iedere middag was er aan het einde tijd voor een plezierige zit met een drankje, en dat bij gemiddeld 25 graden Celsius. Mij zul je niet horen klagen over dit bezoek. Integendeel, Paramaribo en Suriname wil ik iedereen aanbevelen (en vooral ook een bezoek aan het openluchtmuseum). De komende tijd wordt in Nederland verder gewerkt aan Stadsherstel Paramaribo en aan de werkopzet van het museum. Dit alles in nauwe samenwerking met de gemeente Amsterdam en Stichting Herstelling, die een rol gaat spelen bij de ‘herstelling’ van het openluchtmuseum. Maar daarover later meer. (JH)
STADSHERSTEL HERSTELT OOK HIER DE STELLING VAN AMSTERDAM Het werkterrein van Stadsherstel is zich aan het verplaatsen. Hield de maatschappij zich tientallen jaren alleen bezig met het restaureren van panden in de binnenstad, de laatste jaren werd gaandeweg steeds meer bezit in de
omliggende stadsdelen verkregen. Tegenwoordig wordt zelfs buiten de stadsgrenzen gewerkt. Het hele gebied van de Stelling van Amsterdam wordt nu door Stadsherstel als haar werkterrein gezien.
De Stelling van Amsterdam (kaart Provincie Noord-Holland)
7
De Stelling van Amsterdam is een voormalige verdedigingslinie rondom de hoofdstad met een lengte van 135 kilometer, waarin 42 forten waren opgenomen. Behalve forten maken ook liniedijken, genieloodsen, sluizen en munitiemagazijnen er deel van uit. De Stelling werd aangelegd tussen 1880 en 1920 op een afstand van 15 tot 20 kilometer van Amsterdam. Hierdoor kon de hoofdstad buiten bereik van vijandelijk kanonvuur blijven. Het gebied buiten de Stelling kon in tijden van gevaar onder water worden gezet (inundatie). Maar op sommige plekken lagen stroken hoger gelegen grond en dijken die een aanvaller de kans boden door te breken (accessen). Op die plaatsen werden de forten gebouwd. Hierdoor is de Stelling niet alleen een goed bewaard samenhangend militair verdedigingssysteem, maar tevens opmerkelijk vanwege de unieke manier waarop het Nederlandse vernuft voor waterbouwkunde is gebruikt. Door de opkomst van vliegtuigen en ander modern wapentuig was de Stelling echter al voordat de bouw was afgerond militair gezien zo goed als onbruikbaar geworden. Hoewel de Stelling van Amsterdam tijdens de twee wereldoorlogen in staat van verdediging werd gebracht, hoefde er nooit daadwerkelijk gevochten te worden. De forten werden in vredestijd nog wel door Defensie gebruikt voor opslag, maar het nut van de Stelling als verdedigingsinstrument werd klein. De meeste forten waren jarenlang voor burgers verboden terrein. Hierdoor ontwikkelde zich een bijzondere flora en fauna in de gebieden er omheen. Daarom is de Stelling van Amsterdam niet alleen cultuurhistorisch maar ook landschappelijk van grote waarde 8
en heeft deze niet alleen de status van Werelderfgoed van de Unesco maar ook van Nationaal Landschap. De Stelling van Amsterdam is steeds meer in ontwikkeling. De meeste onderdelen hebben gelukkig de tand des tijds goed doorstaan. Langzamerhand neemt de belangstelling toe en worden steeds meer forten herbestemd. De Provincie Noord-Holland wil, samen met Cultureel Erfgoed Noord-Holland, deze forten meer op de kaart zetten door te stimuleren dat de eigenaren en gebruikers de openingstijden verruimen. Verder wil men evenementen organiseren en de Stelling in zijn geheel promoten in plaats van elk fort apart. Daarnaast worden in het gebied van de Stelling veel projecten uitgevoerd of komen in uitvoering die te maken hebben met natuurrecreatie. De bewoners van Amsterdam en omstreken zijn op dit moment nog niet optimaal betrokken en bekend met deze projecten, wat jammer is, want de Stelling ligt als een groene oase om de stad. Ook Stadsherstel is eigenaar van een paar gebouwen in de Stelling van Amsterdam. De samenwerking tussen de natuur- en cultuurorganisaties die zich met de Stelling bezighouden en Stadsherstel zal in de toekomst verder ontwikkeld worden. Ook wij willen ons bezit tonen en zodoende het aanbod voor de recreant groter en aantrekkelijker maken. (SvH) Zie ook: www.stelling-amsterdam.nl www.stelling-van-amsterdam.nl www.noord-holland-tourist.nl/ stellingvanamsterdam/
De restauratie en herbestemming van Fort Diemerdam Overdiemerweg 37 te Diemen Fort Diemerdam, oorspronkelijk genoemd ‘Werk aan het IJ voor Diemerdam’ of ‘Batterij bij Diemerdam’, is één van de twee kustbatterijen van de Stelling van Amsterdam aan het IJ-meer. Het fort ligt in de gemeente Diemen, maar ook dichtbij IJburg, de grote uitbreidingswijk van Amsterdam. In de buurt van Fort Diemerdam ligt de, al eerder door Stadsherstel gerestaureerde, Kringenwetboerderij* De Zeehoeve. Dit was de eerste kennismaking tussen Stadsherstel en de Stelling van Amsterdam. In deze boerderij heeft de Stichting Herstelling nu haar Diagnosecentrum. Hier worden jongeren met een grote afstand tot de arbeidsmarkt acht weken lang gediagnosticeerd. Na die acht
weken, of soms al eerder, wordt bepaald of de jongeren geschikt zijn om bij Herstelling op de forten te werken of dat ze misschien wel meteen door kunnen stromen naar een betaalde baan. Soms wordt een deelnemer naar een sociale werkplaats doorverwezen. De Zeehoeve werd gerestaureerd door een reguliere aannemer, maar in nauwe samenwerking met Herstelling dat zich ook over het groen ontfermde. De verwaarloosde fruitboomgaard en de teruggebrachte moestuin staan er weer prachtig bij, net als de bloempotten met rode geraniums. Het is alsof de * Een Kringenwetboerderij is een boerderij die binnen de ‘verboden kring’ van een vestingwerk is gebouwd. Binnen die verboden kring was het gebruik van de grond en het plaatsen van bouwwerken aan wettelijke voorschriften onderhevig. In deze voorschriften stonden beperkende bepalingen die ervoor moesten zorgen dat er in tijd van oorlog een onbelemmerd waarnemings- en schootsveld mogelijk was vanaf het vestingwerk.
De mannen van Herstelling helpen de aannemer bij de restauratie van De Zeehoeve. (foto Stadsherstel/ Stella van Heezik)
9
boerenfamilie er nog gewoon woont. Herstelling gaat tevens Fort Diemerdam ter hand nemen, ook weer in samenwerking met een reguliere aannemer. Fort Diemerdam bestaat uit een fortgracht met daarbinnen diverse aardwerken, waaronder drie geschutsbeddingen, natuurlijk gericht op de voormalige Zuiderzee. Bij de geschutsbeddingen behoren drie munitiemagazijnen en een smalspoor, waarvan gezegd wordt dat dit het meest intacte is van de Stelling van Amsterdam. Verder staat er nog een groter munitiemagazijn, een remise en een fortwachterswoning op het terrein. Alle gebouwen en het groen zullen hersteld worden. Ook wordt een nieuw gebouwtje neergezet – ontworpen door Architectenbureau Emma – op de plaats waar eens de
woning van de conducteur heeft gestaan.* Op de begane grond van deze nieuwbouw komt een horecagelegenheid met een terras. Een verdwenen aarden bolwerk, het enige van de Stelling, wordt weer hersteld en vanaf dit bolwerk zal de multifunctionele ruimte van het nieuw te bouwen pand bereikt kunnen worden. Stadsherstel is met verschillende sociale organisaties in gesprek om te bekijken of één van deze de exploitatie van de horeca op zich kan nemen, eventueel in samenwerking met de Stichting Herstelling die ook een horecatak heeft.
* De conducteur was verantwoordelijk voor het onderhoud van het geschut.
Ontwerptekening van de nieuwbouw die op de plek komt van de verdwenen conducteurswoning. (tekening Architectenbureau Emma)
10
Het fort ligt aan de Diemerzeedijk en is onderdeel van de Natuurboulevard, één van de dertien sterprojecten van het Groene Uitweggebied, het natuurinrichtingsplan voor de corridor Schiphol-AmsterdamAlmere. Het ligt dus al in een natuurrecreatiegebied en dat zal over een paar jaar nog mooier zijn. De fiets/wandelroute van Amsterdam over de dijk naar Diemerdam wordt namelijk doorgetrokken naar Muiden. Het fort krijgt dan een nieuwe bestemming als pleisterplaats. Stadsherstel wil dat het fort toegankelijk wordt voor publiek. Dat kan als de horecaexploitant of Herstelling op het terrein aanwezig is om een oogje in het zeil te houden. In de bunkers en op het terrein geven we dan informatie over het fort, de Stelling, de recreatiemogelijkheden in de buurt, de natuur en over alle partijen die er voor zorgen dat het fort en de omgeving eromheen een mooi gebied wordt om in te verblijven. Verder willen wij stimuleren dat het terrein gebruikt gaat worden door allerlei culturele organisaties voor uiteenlopende, passende activiteiten. We denken dan aan het soort activiteiten dat daar in de afgelopen Stellingmaand heeft plaatsgevonden, zoals theatervoorstellingen, muziekvoorstellingen en tentoonstellingen. Ook zou bijvoorbeeld de scoutingclub het terrein kunnen gebruiken. Als alles goed gaat, hebben wij in het tweede kwartaal alle benodigde vergunningen aangevraagd, zodat we nog dit jaar kunnen starten. We houden u op de hoogte van dit leuke project. (SvH)
Stadsherstel werkt aan dit project samen met Provincie Noord Holland Projectbureau Stelling van Amsterdam, Provincie Noord Holland Diemer Vijfhoek en de Gemeente Diemen. Zie ook: www.herstelling.nl
Stellingmaand 2007 De Stellingmaand is een jaarlijks terugkerend evenement rond de Stelling van Amsterdam. September vorig jaar deden maar liefst 28 van de 42 forten hun deuren voor het publiek open. In de meeste opengestelde forten was er een uitgebreid en gevarieerd activiteitenprogramma. Fort Diemerdam deed voor het eerst mee en wel alle vijf de weekeinden, samen met de ernaast gelegen Kringenwetboerderij Zeehoeve. De toegang en de activiteiten waren gratis. Zo waren er onder andere theatervoorstellingen op het fortterrein, waarbij goed gebruik werd gemaakt van de charme van het terrein en de gebouwen. Het publiek speelde ook een belangrijke rol in het theaterstuk ‘Het verhaal van Dieme’. Verder was de Scoutingclub Diemen actief op het terrein; kinderen konden over een touwladder lopen en er werden heerlijke poffertjes gebakken. Er waren kunstenaars van de Vereniging Kunstzin Diemen aan het schilderen, schetsen en beeldhouwen. Het IVN gaf leuke kinderrondleidingen over de natuur en de gebouwen. De Historische Kring Diemen verzorgde een groot aantal rondleidingen op het terrein en bracht de bezoekers naar 11
De theatervoorstelling ‘Het verhaal van Dieme’ op Fort Diemerdam. (foto Stadsherstel/Stella van Heezik)
De Zeehoeve, waar Herstelling hen opwachtte en informatie gaf over het Diagnosecentrum. Daarnaast was het mogelijk om, op eigen gelegenheid, een fietstocht door Diemen te maken of een wandeling door de nabijgelegen natuurgebieden of langs andere forten van de Stelling van Amsterdam. Boekjes daarvoor waren verkrijgbaar bij het fort. De bezoekers en de vele vrijwilligers waren zeer enthousiast over het mooie terrein, de Stellingmaand en de toekomstplannen voor het fort. Dit jaar doen we weer mee, dus hou de weekeinden in september alvast vrij. (SvH) Zie ook: www.stellingmaand.nl
12
Fort bij Krommeniedijk Lagendijk 22, Uitgeest Stadsherstel kwam in 2007 in contact met de stichting Landschap Noord-Holland, een natuurbeherende organisatie. Het Landschap is sinds 1993 eigenaar van het Fort bij Krommeniedijk en is al enkele jaren voornemens de gebouwen op het fort te restaureren. Er werd gezocht naar een partner die ervaring heeft met het restaureren en herbestemmen van monumenten. In Stadsherstel denkt men nu zo een partner gevonden te hebben. De bedoeling is dat Stadsherstel het fort in langdurige – lees 50 jarige – erfpacht verkrijgt en dat het Landschap eigenaar blijft van het omliggende groen. Grote delen van het veenweidegebied ten westen van het fort zijn eveneens eigendom van het Landschap. Het Fort bij Krommeniedijk had tot taak het acces, gevormd door de weg tussen Uitgeest en Krommeniedijk en de Krommenie – een
Fort Krommeniedijk in de sneeuw. (foto Paul Paris Les Images)
uitloper van het Alkmaardermeer – af te sluiten en te verdedigen. De Krommenie was bevaarbaar en als zodanig een kwetsbaar punt in de verdediging. Oostelijk van het fort ligt een nevenbatterij. Fort Krommeniedijk is via inundatiekaden en liniedijken verbonden met de ten zuidwesten gelegen forten aan den Ham, bij Veldhuis, aan de St. Aagtendijk en Zuidwijkermeer. Het Landschap is ook eigenaar van de drie laatst genoemde complexen. De Lagendijk, de inundatiekade die van het Fort bij Krommeniedijk in de richting van het Fort aan den Ham loopt, is eveneens in beheer bij het Landschap.
Het Fort bij Krommeniedijk ligt in de gemeente Uitgeest, direct ten westen van het dorp Krommeniedijk, dat in de gemeente Zaandijk ligt. Het bevindt zich in de Uitgeesterbroekpolder en is omgeven door graslanden en meren. Het fort ligt dichtbij de A9 en twee NS stations, dat van Uitgeest en Krommenie. Vanaf de stations is het circa 15 minuten fietsen om er te komen. Verder ligt het fort op de route van het NoordHollandpad en de zeer populaire pontjesroute (70.000 passanten per jaar). Het is door zijn ligging interessant voor strandvakantiegangers die eens een dagje iets anders willen 13
en voor recreanten die gebruik maken van het Alkmeerder- en Uitgeestermeer (jaarlijks 1.000.000). Stadsherstel kwam bij een eerder project in contact met Roads (Regionale Organisatie voor Arbeid, Dagbesteding en Scholing), een organisatie die mensen met een psychisch probleem ondersteunt bij het vinden van een volwaardige plek in de samenleving. Wij waren zeer gecharmeerd van deze organisatie en concludeerden dat Roads een goede huurder zou kunnen zijn. Na een bezoek aan Roads dacht het Landschap er gelukkig net zo over. Het Fort aan de Krommeniedijk wordt gerestaureerd met behoud van zoveel mogelijk monumentale onderdelen. De bijzondere ruimten – zoals de keelkazematten, de toiletten, de keuken en de uitkijkpost in het wachtlokaal – worden, waar mogelijk, voor het publiek toegankelijk gemaakt. De bedoeling is om ook in dit complex informatie te geven over het fort en zijn omgeving, de Stelling en de natuur- en cultuurrecreatiemogelijkheden in de buurt. Er wordt een ruimte ingericht waar vergaderingen, lezingen, educatie van scholieren en daarnaast ook bruiloften plaats kunnen vinden. Het fort zal gaan dienen als pleisterplaats voor wandelaars, fietsers en kanoërs en zal ruime openingstijden kennen. Roads is, als gezegd, de beoogde huurder en is van plan om in het fort de volgende projecten op te zetten: Restaurant Freud, het Appeltaart Imperium, een Grafisch Atelier, een Kreatief Atelier, een kunstverhuur, een fietsenwerkplaats en het Pitstop hotel. Het fortterrein wordt op dit moment een 14
paar maal per jaar opengesteld voor publiek dankzij een enthousiaste groep vrijwilligers, de Vrijwilligerswerkgroep Fort bij Krommeniedijk. Zij voeren er ook diverse onderhoudswerkzaamheden uit. Zo hebben zij in 2004 het groen verwijderd, zodat de contouren van het terrein en het fort zelf weer zichtbaar zijn geworden. De Vrijwilligerswerkgroep zal in een deel van het fort een tentoonstelling inrichten over het fort en de Stelling. Na, en misschien ook wel tijdens, de restauratie zal men rondwandelingen verzorgen voor scholen en geïnteresseerden. Op en rondom het fort is ook plaats voor de natuur. Het groen aan de voorzijde zal niet toegankelijk zijn – of alleen bij speciale gelegenheden en in bepaalde perioden – zodat de natuur zich daar in alle rust kan ontwikkelen. We zijn aan het onderzoeken of we van één van de door de Duitsers deels opgeblazen hefkoepels een vogelobservatiepost kunnen maken. Stadsherstel heeft architect Piet Hein Eek gevraagd om een eigentijds gebouw neer te zetten op de plek waar eens een fortwachterswoning stond. Het moet echter wel doen herinneren aan – en dus min of meer herkenbaar zijn als – een fortwachterswoning. Ook willen we de brug met poort over de fortgracht reconstrueren. Dit alles om de herkenbaarheid van het fort in het landschap te vergroten. Wij hopen voor dit project in het tweede kwartaal de vergunningen in te dienen, zodat we aan het eind van dit jaar kunnen starten met de restauratie en herbestemming. (SvH)
Stadsherstel werkt aan dit project samen met Landschap Noord Holland, Stichting ROADS, Vrijwilligerswerkgroep Fort bij Krommeniedijk en de Provincie Noord Holland Projectbureau Stelling van Amsterdam. Zie ook: www.landschapnoordholland.nl www.fortbijkrommeniedijk.nl www.roadshelpt.nl
De Oude Molen van Osdorp Zwarte pad 33, Amsterdam-Osdorp Op de prachtige Ringvaartdijk in AmsterdamOsdorp staat een zwaar vervallen monument, een molenstomp. Stadsherstel wil deze stomp redden en een passende functie geven. In
samenwerking met de Stichting De Oude Molen is het plan tot stand gekomen om de molen een pleisterplaats te maken. In de molen komt een koffie- en theeschenkerij in combinatie met een informatiepunt over de Groene-AS, de Linie/ Stelling van Amsterdam en de lokale waterstaatkundige geschiedenis. De begane grond wordt rolstoeltoegankelijk gemaakt en hier wordt tevens een invalidentoilet gerealiseerd. Het is nadrukkelijk de bedoeling dat de molen ook een buurtfunctie krijgt. Het koffie/theehuis zal, zoals het er nu naar uitziet, worden opgezet met een horecabemiddelingsbureau voor 55-plussers, tezamen met een sociaal-maatschappelijke instelling. Het informatiepunt komt in handen van de Stichting De Oude Molen. Men is daarbij van plan om vanuit de molen ook schoolcontacten en rondwandelingen te organiseren. In de molen zelf bestaat de unieke kans om ter plekke te zien hoe de polderbe-
De Oude Molen (foto Stadsherstel/ Stella van Heezik)
15
maling en de inundatie van het omliggende gebied werkte. Langs de molenstomp voert een mooie fietsen wandelroute van de Groene-AS, de ecologische en recreatieve verbindingszone tussen Amstelland en Spaarnwoude en verbindend element tussen de groene lobben. Bovendien gaat de provincie de fietsroute van de Stelling van Amsterdam langs de molenstomp leiden. Over de Ringvaart willen de samenwerkende partijen een voet/fietspontje laten varen, zodat er een directe verbinding komt met Badhoevedorp en de nabij liggende forten van de Stelling (onder andere in de gemeente Haarlemmermeer), waardoor diverse interessante fiets- en/of wandellussen ontstaan. De molen in Osdorp kan dienen om Amsterdammers en de regiobewoners te informeren over, maar ook om ze te enthousiasmeren voor de recreatiemogelijkheden binnen de Stelling van Amsterdam en de Groene-AS. Het is noodzakelijk om de restauratie van de molenstomp zo snel als mogelijk te beginnen, want het gebouwtje wordt steeds meer door vandalen vernield. Om, na restauratie, dit vandalisme zo veel mogelijk uit te sluiten, wordt in de molen op de eerste verdieping een woning gerealiseerd. Helaas is er voor dit project nu nog een financieel tekort, waardoor wij niet kunnen beginnen en de molenstomp steeds verder achteruit gaat. (U hebt vorig jaar misschien het Avro-programma Restauratie gezien, waarin Stadsherstel tevergeefs meedong naar de hoofdprijs van één miljoen Euro, om de molen te restaureren.) 16
De bouw- en monumentenvergunningen zijn evenwel al verleend, dus we kunnen meteen starten zodra dit financiële tekort gedekt is. (SvH) Zie ook: www.akermolen.nl www.groene-as.nl
Seizoenstart Stelling van Amsterdam bij de Molen van Osdorp De start van het seizoen van de Stelling van Amsterdam zal dit jaar bij de molen van Osdorp plaatsvinden. We willen die dag, als het tekort tenminste gedekt is, de restauratie officieel beginnen. Dit gecombineerde evenement zal plaatsvinden in het weekeinde van 29 en 30 maart. In dit weekeinde staat de natuur, het landschap en het wandelen en fietsen binnen de Stelling centraal. Wij zijn zeer verheugd dat het evenement, dat voor het eerst gehouden gaat worden, plaats zal vinden bij een Stellingpand van Stadsherstel. Dit is dan immers meteen een mooie kans om de Stelling van Amsterdam en de Groene-AS meer onder de aandacht te brengen bij de Amsterdammers en de bewoners van de regio. Op die manier kunnen de mensen bewuster worden gemaakt van het zo gevarieerde natuur- en cultuurschoon in en rondom de stad en van de mooie recreatiemogelijkheden binnen de Stelling en de Groene-AS. (SvH)
‘De Oude Molen’, de Linie en de Stelling van Amsterdam Op de Ringvaartdijk van de Haarlemmermeer halverwege de nieuwbouwwijk ‘De Aker’ staat een zwaar in verval geraakte molenstomp met boven de deurpost vermeld ‘De Oude Molen’. Sinds de eeuwwisseling beijveren Stadsherstel en een stichting zich intensief voor behoud en restauratie ervan. Het gebouw heeft sinds enige jaren de officiële status van stedelijk monument. Daar ging wel het een en ander aan vooraf. De toenmalig portefeuillehouder van het stadsdeel Osdorp en de toenmalige DWR* wilden in eerste instantie de historische stomp het liefst weg hebben, aangezien ‘de bouwval’ toch geen waterstaatkundige functie meer vervulde. Maar een groep bewoners dacht anders over het slopen van het oudste gebouw in de voormalige Middelveldsche Akerpolder en trok onder bijval van vele Osdorpers aan de bel bij de stadsdeelraad. De sympathiserende dorpsraad Sloten-Oud Osdorp had inmiddels ter bescherming de rijksmonumentenstatus voor de molenstomp aangevraagd. Om een lang verhaal kort te maken, de raad zag behoud unaniem wel zitten, Stadsherstel meldde zich op het juiste moment als geïnteresseerde restaurateur en de procedure-molens voor het verkrijgen van de status van gemeentelijk of rijksmonument begonnen – zij het in kalm tempo – te draaien. In dat proces van verkrijging van de gewenste monumentenstatus werd uit archiefonderzoek steeds duidelijker dat de molenstomp meer dan alleen een interessante waterstaatkundige historie had, maar dat hij
ook verbonden bleek met de verdedigingslinies rondom Amsterdam in de 19e eeuw. Dit leidde ertoe dat uiteindelijk de nationale Raad voor Cultuur, ondersteund door een drietal adviezen – van de Amsterdamse Raad voor Monumenten, het toenmalige stedelijke Bureau Monumentenzorg en het stadsdeelbestuur van Osdorp – de verantwoordelijke staatssecretaris positief adviseerde over toewijzing van de rijksmonumentenstatus. Dit gebeurde op grond van vooral cultuurhistorische overwegingen. De staatssecretaris ging echter volkomen onverwacht contraire en wees de aanvraag af: niet nog een stomp. Ook in beroep sneuvelde de aanvraag, nu op puur esthetische gronden. De aanvraag voor stedelijk monument ontmoette verder geen problemen. Wat maakt de molenstomp nu zo bijzonder, dat al die positieve adviezen ontstonden? Daarvoor gaan we ruim twee eeuwen terug in de tijd, als enigszins willekeurig startpunt in onze zoekactie. In tijd van oorlog beschikte de stad Amsterdam toentertijd over een waterlinie ver van de stadsrand. Deze linie bestond deels uit natuurlijke wateroppervlakken (Zuiderzee, de Haarlemmermeer, het IJ) en deels uit dras te zetten gebieden met her en der verdedigde doorgangen. Dit maakte de oversteek te voet of per boot voor de vijand nagenoeg onmogelijk. Het nauwkeurig dras zetten gebeurde met behulp van sluisjes, verlaten en watermolens en was een taak van Defensie. * Dienst Waterbeheer en Riolering van de gemeente Amsterdam.
17
De Linie van Amsterdam werd meerdere malen in gebruik gesteld. Onder andere de polders tussen Halfweg, Sloten en Amstelveen maakten er deel van uit. De zuidflank werd beschouwd als zwakste schakel, wat was gebleken toen bij de inval van de Pruisen in 1787 de vijand de Haarlemmermeer overstak en daardoor bij Sloten en de Schinkel door wist te breken.
De toch al relatief zwakke zuidflank van de Linie, en daarmee de verdediging van Amsterdam, onderging een drastische verzwakking met de drooglegging van de Haarlemmermeer (1848-1852), waarbij het noordelijk deel van de nieuwe polder nog wel als additioneel inundatiegebied werd aangewezen en ingericht. Er volgden vele militaire studies naar versterking van de zuidflank van
De Linie van Amsterdam op een kaart uit 1808. (Universiteitsbibliotheek Amsterdam)
18
de Linie. Uiteindelijk ging de Linie door de Vestingwet van 1874 gedurende de daaropvolgende decennia over in de Stelling van Amsterdam. De oorspronkelijke zuidflank van de Linie bleef als schaduwlinie officieel deel uitmaken van de Stelling. Terug naar de molenstomp, deze werd in 1874 als schepradmolen van elders aangekocht door het polderbestuur en nog in hetzelfde jaar opgebouwd. Hij verving de kleinere voorganger, de Ackermolen, welke reeds lang deel uitmaakte van de waterstaatkundige werken binnen de Linie. Dit blijkt uit een inspectierapport uit 1871 van de Genie-afdeling van Defensie aangaande de toestand van de twaalf inundatiewerken in de polders tussen Halfweg en Amstelveen. Deze taak moest dus in 1874 door de schepradmolen worden overgenomen. Briefwisseling tussen het toenmalige polderbestuur en het ministerie van Binnenlandse Zaken maakt duidelijk dat Defensie voorwaarden stelde aan de ‘nieuwe’ molen, met betrekking tot de inzetbaarheid in de Linie. De zeggenschap van Defensie valt nog vele jaren later ook in het onderhoudscontract van de molen terug te lezen. De schepradmolen heeft tot 1896 als zodanig dienst gedaan en is na afloop van de vervening van de Middelveldsche Akerpolder omgebouwd tot vijzelmolen en vervolgens in 1921 van zijn bovenbouw ontdaan, bij de overgang op elektrische bemaling. Zowel de schepradgang – welke tevens dienst deed als de militair vereiste inlaat bij inundatie – als de vijzelgang onder en achter de molen zijn intact gebleven. Wat echter in het eerdergenoemde positieve advies van de Raad van
Cultuur voor toekenning van de rijksstatus de doorslag gaf, was het feit dat de molenstomp thans nog het enige overgebleven waterstaatkundige werk is tussen Halfweg en Amstelveen, binnen de zuidflank van de voormalige Linie van Amsterdam, voorloper van de Stelling. Han Stricker*
* Han Stricker is vrijwilliger bij stichting De Oude Molen.
19
STADSHERSTEL HERSTELT OOK HIER EEN BOUWBLOK
Oudezijds Voorburgwal 30-34 oude en nieuwe toestand. (foto’s Stadsherstel/Stella van Heezik)
Al enige jaren is Stadsherstel actief in het bouwblok Oudezijds Voorburgwal/Oudezijds Armsteeg/Warmoesstraat/Heintje Hoekssteeg. We verwierven daar allereerst het voorhuis van Oudezijds Voorburgwal 30 en enige jaren later het bijzondere achterhuis. Vervolgens is het binnenterrein aangekocht met daarop het zogenaamde Veilinghuisje. Na enig archiefonderzoek bleek het een bijzonder huisje te zijn, zodat wij de gemeentelijke monumentenstatus aanvroegen. Intussen heeft het die status gekregen. Oudezijds Voorburgwal 34 werd daarna verworven, een gat in de gevelwand met op de 20
begane grond een opslagruimte. Om de herbouw van dit in de hongerwinter verdwenen pand mogelijk te maken, zijn ook de verdiepingen van het belendende pand verworven. Ten slotte is ook meer dan de helft van de even zijde van de Oudezijds Armsteeg aangekocht, waar eens zes panden stonden. Stadsherstel heeft de architect de opdracht gegeven om voor de steeg een licht, verassend en spectaculair ontwerp te maken, wat gelukt is en sinds kort ook vergund. (SvH)
Oudezijds Voorburgwal 32 en 34 Architect:
Rappange & Partners Architecten BV/ Kees Doornenbal Aannemer: JC Nieuwenhuizen BV Constructeur: Pieters Bouwtechniek Utrecht BV Tijdens de voorbereidingen van de herbouw van nummer 34 is een funderingsonderzoek uitgevoerd ter plaatse van Oudezijds Voorburgwal 32. Al gauw bleek dat de gezamenlijke fundering zich in zo een slechte staat bevond dat het gegraven gat onmiddellijk gedicht moest worden. Om het restaurant dat op de begane grond van nummer 32 gevestigd is niet te belasten met funderingsherstel in het pand zelf werd aangeboden om de werkzaamheden vanuit de belendingen 30 en 34 – de panden van Stadsherstel – te realiseren. Dit gaf Stadsherstel tegelijk aanleiding om de gesprekken over verwerving van de bovenverdiepingen van het pand, die vier jaar eerder al gevoerd werden, nieuw leven in te blazen. Wegens persoonlijke omstandigheden wilde de eigenaar graag van zijn bezit af en Stadsherstel zag met het verwerven van de verdiepingen van nummer 32 meer mogelijkheden voor het zeer smalle perceel Oudezijds Voorburgwal 34. Bij de planvoorbereiding voor herbouw van nummer 34 bleek namelijk dat er erg weinig ruimte overbleef als in dat pand een trappenhuis gerealiseerd moest worden. Het trappenhuis van nummer 32 ligt aan de zijde van 34 en dat schiep de mogelijkheid om beide panden via één trap te
ontsluiten. De aankoop van de bovenverdiepingen van het rijksmonument Oudezijds Voorburgwal 32 is dus vooral een strategische geweest. Bij aankoop van Oudezijds Voorburgwal 32 en 34 was het al de bedoeling om na restauratie de appartementen te verkopen. Verhuur van de woningen was helaas niet mogelijk, omdat het aankoopbedrag te hoog was om daar redelijke huurprijzen voor te vragen. Wij vonden het wel belangrijk om de twee panden aan te kopen, omdat er op nummer 34 al sinds de Tweede Wereldoorlog alleen een onderstuk was en nummer 32 al tientallen jaren op de verdiepingen leeg stond. Wij wilden dus erg graag dit zeer verloederde stukje Amsterdam opknappen en het gevelbeeld op de gracht herstellen. Weliswaar was het interieur van nummer 32 geheel verdwenen, maar resten van het oude houtskelet zijn gelukkig op sommige plaatsen behouden. Met de krakers die bij aankoop al in het pand zaten, was overeengekomen dat zij tot aan de restauratie konden blijven zitten. Het rijksmonument nummer 32 heeft een 18e-eeuwse halsgevel. Op meerdere plaatsen is het 16e-eeuwse houtskelet met prachtige zwanenhalskorbelen nog zichtbaar. De reconstructie op nummer 34 heeft een tuitgevel met oeil-de-boeufs, oftewel koeienogen. Dat zijn de ronde raampjes bovenin de gevel. De herbouw vond plaats aan de hand van oude foto’s. In de twee panden zijn zeven appartementen gerealiseerd. Begin 2008 werden deze te koop aangeboden. De verkoop ervan is een unieke kans om een woning van Stadsherstel in bezit te krijgen, want gerestaureerde 21
panden worden in de regel niet van de hand gedaan. In dit geval worden de huizen wel verkocht, zodat weer geïnvesteerd kan worden in de rehabilitatie van dit mooie stukje oud-Amsterdam. Samen met de gemeente en diverse andere partijen worden het achtergelegen gebied en de stegen weer opgeknapt en komt er zodoende meer levendigheid en bedrijvigheid. Verschillende bedrijfjes, winkels en een proeflokaal willen zich in het bouwblok gaan vestigen. Ook zullen meerdere woningen worden gebouwd in de Oudezijds Armsteeg. (SvH)
Oudezijds Voorburgwal 28 Veilinghuisje Architect:
Rappange & Partners Architecten BV/ Kees Doornenbal Aannemer: JC Nieuwenhuizen BV Constructeur: Pieters Bouwtechniek Utrecht BV De restauratie van het pand Oudezijds Voorburgwal 30 betekende het begin van de rehabilitatie van het bouwblok Oudezijds Voorburgwal/Oudezijds Armsteeg/ Warmoesstraat/Heintje Hoekssteeg. Het achterhuis moest nog vóór het begin van de restauratie wegens instortingsgevaar gesloopt
Het veilinghuisje op het binnenterrein. De schutting links op de foto staat langs de Oudezijds Armsteeg. Hier komt de nieuwbouw. (foto Stadsherstel/Stella van Heezik)
22
worden. Van het houten skelet werden zoveel mogelijk onderdelen bewaard om deze later terug te plaatsen. In het pand zijn drie woningen en een bedrijfsruimte op de begane grond gerealiseerd.* In de bedrijfsruimte van Oudezijds Voorburgwal 30 komt een proeflokaal. Voorlopig zal deze ruimte echter door de aannemer gebruikt blijven worden. Met hetzelfde team als waarmee het pand gerestaureerd is, werd namelijk de nieuwbouw op nummer 34 en de restauratie van nummer 32 tot uitvoering gebracht. De aannemer is onlangs begonnen met de restauratie van het Veilinghuisje en het bouwen van de daaraan gekoppelde zinken nieuwbouw. In dit oudste deel van de stad waren de binnenterreinen van de bouwblokken in de loop der eeuwen geheel volgebouwd. Met name industriële activiteiten waren hier gesitueerd. Op ons binnenterrein stond al in het begin van de 17e eeuw een suikerbakkerij, mogelijk op de plek van het Veilinghuisje. Vandaar dat de steeg die naar het terrein voert de naam Suikerbakkerssteeg heeft. Daarmee komt deze naam twee keer voor in de binnenstad. De suikerbakkerij bleef hier bestaan tot in de eerste helft van de 19e eeuw.
* Zie over deze restauratie Nieuwsbrief 57 ** De historische gegevens zijn gebaseerd op de ‘Beschrijving van Oudezijds Voorburgwal 28’ van Vincent van Rossum van Bureau Monumenten & Archeologie, 15 april 2004.
Vanaf 1832 stond er op de plek van het Veilinghuisje een pakhuis. In 1882 kreeg het gebouw zijn huidige vorm, toen boekhandelaar H.G. Blom het liet verbouwen tot veilinghuis en kunstzaal, behorend bij zijn winkel in het huidige Warmoesstraat 35. Volgens Bureau Monumenten & Archeologie geeft juist de situering op het binnenterrein het Veilinghuisje zijn bijzondere betekenis, omdat het “herinnert aan de oorspronkelijke en zeer dicht bebouwde structuur van het oudste deel van de binnenstad”.** (SvH)
Oudezijds Armsteeg Architect: Rappange & Partners Architecten BV/Kees Doornenbal
Delfts blauw in de Oudezijds Armsteeg. De Bolshuisjes die de KLM sinds jaar en dag uitdeelt aan business classpassagiers, worden op vele plaatsen in de wereld verzameld en vormen op die manier voor velen het clichébeeld van de typische Hollandse architectuur uit de 17e en 18e eeuw met klok-, hals- en lijstgevels. Als object zijn ze een vertaling van die typisch Hollandse architectuur in een materiaal dat al even oud en befaamd is, het Delftse porselein. In de beroemde wit- en blauwtinten wordt in een slechts rudimentaire detaillering een herinnering opgeroepen aan onze grachtenpanden en vreemd genoeg is die vertaling overtuigend geslaagd, gezien de populariteit van de huisjes. In de Oudezijds Armsteeg moest na de sloop van een groot aantal onderstukken in de 23
Presentatietekening van de nieuwbouw in de Oudezijds Armsteeg. (tekening Rappange & Partners Architecten)
zuidelijke gevelwand een nieuwe invulling worden ontwikkeld. Hierbij zocht de gemeente naar een aansprekend ontwerp, dat niet te donker zou zijn in deze al nauwe steeg. De nieuwbouw moest deze steeg interessant maken om in te slaan vanaf de Warmoesstraat. Stadsherstel werd gevraagd of zij, in aanvulling op haar activiteiten in het bouwblok, deze nieuwbouw zou kunnen verzorgen. Het toeval wilde dat deze vraag, tezamen met de hiervoor genoemde ontwerpuitgangspunten, gesteld werd op het moment dat een reis naar Paramaribo zou worden gemaakt en dat de uren in het vliegtuig een rustig moment vormden om over deze vraagstelling na te denken. Tijdens de vlucht werd plots zo’n Hollands huisje uitgereikt. Met dat 24
huisje in de hand ontstond de gedachte om deze Dutch Original weer terug te vertalen in een aantal echte huizen in de Armsteeg. Immers, met hun specifieke witte geglazuurde voorkomen met de frisse blauwe kleuren zouden ze een duidelijke oplichting van deze plek betekenen en voor velen aanleiding kunnen vormen om de steeg in te slaan. Architect Kees Doornenbal van Rappange & Partners werd gevraagd om vorm te geven aan dit idee. Hij ontwierp zijn “Out of the blue”, waarvoor intussen een bouwvergunning is ontvangen, zodat dit idee werkelijkheid gaat worden. Met geglazuurde stenen in wit en blauw, met topjes en lijsten, met individuele pandjes, elk op eigen vlucht gebouwd, moet het een opwaardering worden voor deze vervallen steeg. (JH)
De huurder: Stichting Bierbrouwerij de Prael Het idee voor de Stichting Bierbrouwerij de Prael is medio 2000 vanuit de GGZ Buitenamstel te Amsterdam ontwikkeld. Dit idee omvatte een bedrijfsvorm voor mensen met een langdurig psychiatrische handicap. Men wilde een bedrijf dat tot de verbeelding zou spreken en, vanwege de kwetsbaarheid van de doelgroep, tevens een persoonlijke en prettige werkplek zou garanderen. Dit leidde tot de keuze van een kleinschalige ambachtelijke bierbrouwerij in de Helicopterstraat te Amsterdam, waar een kwalitatief hoogstaand product diende te worden gebrouwen. Vanaf het voorjaar 2002 is de bierbrouwerij operationeel en op dit moment werken er 43 mensen met een vrijwillig parttime dienstverband en twee via een gesubsidieerde detachering. Verschillende mensen zijn inmiddels doorgestroomd naar betaald werk. Met de oude brouwinstallatie werd 1000 liter speciaalbier per week gebrouwen. Onlangs is de brouwerij verkocht aan Brouwerij Praght te Dronten, een brouwerij met dezelfde sociale doelstelling. In afwachting van de ingebruikname van de nieuwe locatie blijft De Prael voorlopig op de oude plek, zodat de mensen hun eigen bieren kunnen blijven brouwen van dezelfde kwaliteit. De reden dat De Prael op zoek ging naar een nieuw gebouw was dat er een toenemende vraag is naar werkplekken binnen het traject. De nieuwe locatie biedt de mogelijkheid om meer bier te produceren en er zullen meer werkplekken beschikbaar door een uitbreiding in diverse soorten ander werk. Zo wil De Prael in de bedrijfsruimte op
de Oudezijds Voorburgwal 30 haar speciaalbierwinkel gaan runnen, het Veilinghuisje met de nieuwbouw ernaast gaat als kleinschalig ambachtelijk brouwhuis dienen en in twee bedrijfsruimten aan de Oudezijds Armsteeg wordt een proeflokaal gevestigd, met kijkgaten naar het Veilinghuisje. De Prael wil daarbij ook een culturele functie gaan vervullen. Zo zullen er onder andere rondleidingen worden gegeven in de brouwerij en kan men een eigen biertje brouwen. Stadsherstel is zeer onder de indruk van deze organisatie en de prettige werksfeer die zij in beginsel voor ogen had, is zeker voelbaar als je bij De Prael binnen komt. Wethouder Els Ieping van Stadsdeel Centrum was na een bezoek aan De Prael ook voor het creëren van een plek voor de organisatie in het bouwblok. En na een buurtvergadering nodigde De Prael, buurman in spé, de buurtbewoners uit om te laten zien wat voor organisatie zij eigenlijk is; ook de omwonenden waren enthousiast. De Prael is een zeer belangrijke toekomstige huurder voor het bouwblok. De brouwerij en de winkels zullen een positieve impuls geven aan dit gebied, dat nu vooral gedomineerd wordt door zwervers, junks en dealers die urineren en gebruiken in de Oudezijds Armsteeg. Geen prettige leefomgeving dus. Door De Prael en het bijzondere ontwerp van de zes geveltjes nodigt de steeg uit om er in te lopen. Daardoor willen meer bedrijfjes zich er gaan vestigen en wordt het er alleen maar leuker op. Bovendien geeft de speciaalbierwinkel een positieve uitstraling aan de Oudezijds Voorburgwal. Het fantastische is dat het Veilinghuisje in dit plan ook beter tot 25
zijn recht komt. Vanuit het proeflokaal is het namelijk te aanschouwen en tijdens rondleidingen is het toegankelijk. We zijn zeer benieuwd hoe het er uit zal zien als er straks weer prachtig daglicht door de grote dakramen naar beneden schijnt en je vanaf de galerij op de bovenste verdieping neer kan kijken op de glimmende brouwketels. We hopen zeer dat dit project, dat vele
hobbels heeft gekend – en bij het schrijven van deze nieuwsbrief nog steeds kent – heel snel alleen maar positieve berichten zal krijgen en dat u het project binnenkort met veel genoegen kunt bezoeken. (SvH) Zie ook: www.deprael.nl
Het gemaal in het Flevopark Stadsherstel heeft al twee gemalen in bezit, beide rioolgemalen. Het zogenaamde rioolgemaal F aan de Ruysdaelkade en het gemaal Zeeburg aan de Zeeburgerdijk. Dat laatste is trouwens geen bezit, het hoort toe aan Waternet, maar dat heeft de exploitatie bij Stadsherstel neergelegd. Na de rioolgemalen gaan we nu ook in de pompgemalen. Daar is natuurlijk de oude molen, de stomp in Osdorp, een monument van de waterhuishouding van de polder De Aker, en daar is ook het gemaal in het Flevopark, dat Stadsherstel begin 2007 heeft overgenomen van Stadsdeel Zeeburg. Beide gemalen zijn niet meer in functie, al is hun ligging onmiskenbaar verbonden met de waterhuishouding van het gebied waar ze aan de rand van staan.
geen stroming meer is en waar zodoende in zomerdagen een onaangename stank heerst. Het gemaal bestaat uit een ruimte voor de machines – ooit was het een stoomgemaal met een hoge schoorsteen, die al lang verdwenen is – en een dienstwoning, want het moest wel steeds werkzaam zijn. In die dienstwoning zit nog een keukenkast, waar tijdens de Tweede Wereldoorlog vier onderduikers hun schuilplaats hebben gevonden. Nu wordt het gebouw omgevormd tot een distilleerderij met proeflokaal en schenkerij met een lekker terrasje en een bedrijfswoning. Die metamorfose zal het komende half jaar plaatsvinden, waarna weer een nieuw bijzonder bedrijfspand aan het rijke bezit van Stadsherstel zal zijn toegevoegd.
Heel idyllisch ligt het gemaal aan de maalkom van het Flevopark, verstopt tussen het groen, dat nu langzaamaan wordt uitgedund om het gebouw weer iets meer in het zicht te brengen. Aan de andere zijde van het gemaal zit nog de oude afvoergoot waarin al jaren
Tot nu toe is er slechts vluchtig onderzoek gedaan naar de geschiedenis van het gemaal. De resultaten hiervan zijn dus voorlopig. Gelukkig is op dit moment Frank de Bruijne – een vrijwilliger van distilleerderij De Oude Pijl, die het complex gaat uitbaten – de histo-
26
Het gemaal in het Flevopark (foto Stadsherstel/Gijs Hoen)
rie aan het uitzoeken. Wij hopen zijn bevindingen te zijner tijd in de Nieuwsbrief te publiceren. Het vluchtige onderzoek dat Stadsherstel heeft uitgevoerd, leverde de volgende gegevens op. Het stoomgemaal is in 1880 gebouwd door de Dienst Publieke Werken ter vervanging van een ter plaatste staande afwateringsmolen uit 1629. De molen en daarna het gemaal loosde het overtollige water uit de Overamstelsche Polder, ook wel Outewaler Polder, in het
Nieuwe Diep. Het complex kwam in het Flevopark te liggen, waarvan de aanleg in 1928 is begonnen en het eerste gedeelte in september 1931 werd geopend. Het gemaal is gebouwd in chaletstijl. Het is in 1915 en 1968 verbouwd. In laatstgenoemd jaar werd de polder opgeheven en het gemaal buiten werking gesteld. De beheerderwoning werd verhuurd aan een particulier. (JH)
27
Waar is Stadsherstel Amsterdam toch allemaal mee bezig in Haarlem? Stadsherstel is op dit moment zeer actief in de hoofdstad van onze provincie, Haarlem. De restauratie van het prachtig gelegen woonhuis Spaarne 11 staat op het punt van start te gaan. Dit komt op pagina 33 van deze Nieuwsbrief aan de orde. Een ander woonhuis, Groot Heiligland 26, waar mogelijkerwijs eeuwen geleden een schuilkerk onderdak heeft gehad, wordt momenteel volledig geïnventariseerd, zodat het pand over niet al te lange tijd kan worden gerestaureerd en van een nieuwe indeling voorzien. Hierover zullen we u in de toekomst nog informeren.
Het koepeltje in de tuin van landgoed Eindenhout (foto Stadsherstel/Alex Blommenstein)
28
Dan zijn er nog twee andere juweeltjes; het ene klein, het andere groot. In de tuin van het voormalige buiten Eindenhout, grenzend aan de Haarlemmerhout, staat een klein koepeltje, een folly zogezegd, uit 1915, met heuse Ionische basementen, zuiltjes, Corinthische kapitelen, een architraaf en twee sfinxen. En dat alles gemaakt in beton, eigenlijk brikken-beton, uit het begin van de 20e eeuw. Het ronde koepeldak met beeld erop is reeds lang geleden ingestort en wat over is gebleven stond er tot voor kort gevaarlijk, bouwvallig bij. Wat lang niet lukte, staat nu door de gezamenlijke inspanningen van de stad Haarlem en Stadsherstel Amsterdam wel te gebeuren. Het bouwwerk is gestut en in nauwe samenwerking met Rescura Restauratie, Ingenieursbureau EversPartners en Dry Works maken we nu een opzet voor de restauratie van deze bijzondere folly. En dan het grote juweel, in het centrum van de stad, de laatmiddeleeuwse Bakenesserkerk. Al vele jaren aan de eredienst onttrokken en toen eigendom geworden van Minerva Vastgoed. Toen deze serieuze ontwikkelaar liet blijken de prachtige kerk wel te willen verkopen om een publieksfunctie in het gebouw mogelijk te maken, was wethouder Chris van Velzen er als de kippen bij en meldde zich namens de gemeente Haarlem als gegadigde. Tevens nam hij direct contact op
Op zijn uitnodiging hebben we al enkele malen overlegd over de samenwerking. Het is de bedoeling de kerk weer toegankelijk te maken voor een breed publiek en ook voor de buurt. Zo gaan we bekijken of we programmering kunnen uitwisselen. Programma’s en evenementen die het in onze kerken in Amsterdam goed doen, zouden ook in de ‘Bakenes’ geprogrammeerd kunnen worden, en andersom. Daarnaast zullen we onze kennis inzetten voor het maken van een onderhoud- en restauratieplan, waarbij uiteraard de financiering ervan betrokken wordt.
De toren van de Bakenesserkerk (foto Stadsherstel/Alex Blommenstein)
Op 21 maart gaat een tentoonstelling van de schilderes Ans Markus van start. Een flyer daarover is met deze Nieuwsbrief meegestuurd. Vrienden van Stadsherstel Amsterdam krijgen korting. Neem uw pas mee! Zo heeft u meteen de kans dit bijzondere gebouw te bezichtigen. (PM)
met Stadsherstel Amsterdam, omdat wij ondertussen veel ervaring hebben in het restaureren én vooral exploiteren van kerken.
Het interieur van de Bakenesserkerk (foto Stadsherstel/Alex Blommenstein)
29
Projecten in uitvoering Noorderkerkstraat 2 Architect: Aannemer:
Architectenbureau Vroom De Betonhoeve BV
Na de uitbreiding van Amsterdam in 1612 zijn ze waarschijnlijk met honderden tegelijk gebouwd in de Jordaan, van die kleine onopvallende pandjes als deze. Een winkel op de begane grond met een bescheiden woning erboven, bereikbaar via de winkel. Op de begane grond van Noorderkerkstraat 2 was rond 1900 een vleeshouwer gevestigd. Witte tegels tot aan het plafond dateren uit deze tijd. Helaas waren er zo weinig van intact gebleven, dat het niet de moeite waard was om ze te behouden. Ze zitten nu achter een stuclaag. De onderpui van het pand stamt uit 1890 en zal in die vorm, maar iets verzakt terugkeren in het straatbeeld. Het laatste gebruik was als antiekzaak: “In- Verkoop Curiosa, Glas, Porcelein, Aardewerk & inboedels” stond er in 1954 nog op de gevel. De eigenaar van het pand op nummer 4, waarmee dit monument een bouwmuur deelt, heeft de gehele fundering vernieuwd. De uitvoerende aannemer, De Betonhoeve, heeft tegelijk met deze operatie het casco van het pand van Stadsherstel hersteld. Veel balkkoppen moesten worden vervangen en ook in de kap was er veel houtrot. De kapspanten en het wurmt zijn vervangen, maar wel mét de oorspronkelijke pen-en-gat-verbindingen. Ooit is de helft van de schuine kap vervangen voor een recht deel, waardoor extra ruimte in het kleine huisje ontstond. Daarbij waren het 30
Noorderkerkstraat 2 en 4 vlak voor de restauratie. (foto Stadsherstel/Gijs Hoen)
achterhuis en de zijgevel van de twee aangrenzende panden aan de Lindengracht echter de dragers van het dak geworden. Nu staat het dak op die plekken op eigen bouwmuren. Het metselwerk van de voorgevel is hersteld en de gevelankers zijn ontroest. Met respect voor de monumentale onderdelen wordt van binnen een moderne woning gerealiseerd. (GH)
Gemeentebadhuis Zamenhofstraat Architect: Aannemer:
Architectenbureau Geusebroek Stefanova/Jeroen Steur JC Nieuwenhuizen BV
Stadsherstel is al jaren actief buiten de binnenstad van Amsterdam. In stadsdeel Noord werden reeds twee kerken gerestaureerd (die van Schellingwoude en die van Ransdorp) en ook ’t Zonnehuis en de school aan de Wingerdweg staan er weer goed bij. Dat kan nog niet gezegd worden van het voormalige badhuis aan de rand van Vogeldorp. Dit gebouwtje, een ontwerp van de Dienst Publieke Werken uit 1919, werd in 2005 overgenomen van het stadsdeel, dat er al jaren een antikraak in had wonen. Na een iets uitgelopen vergunnings- en aanbestedingstraject kon de hoognodige restauratie begin 2008 van start gaan.
Aan de buitenkant zal het badhuis weinig veranderen. De karakteristieke vorm blijft gelijk, maar het schilderwerk en de voegen zullen eindelijk worden vernieuwd. Aan de binnenkant blijft de hoofdruimte gehandhaafd, zodat deze voor meerdere doelen gebruikt kan worden. Het ligt voor de hand dat hier tentoonstellingen gehouden zullen worden, maar het kan ook als kantoortje worden ingericht. De stichting Museum Amsterdam Noord heeft al plannen voor het gebouwtje gemaakt, toen gebleken was dat een reïncarnatie als badhuis of hamam niet tot de mogelijkheden behoorde. De zolder van het voormalige badhuis wordt begaanbaar gemaakt, zodat ook daar een prettige werkruimte ontstaat. In de zomer van dit jaar moet het huisje er weer stralend bij staan. (GH)
Het uitslijpen van de voegen van het badhuis. (foto Stadsherstel/ Gijs Hoen)
31
Korsjespoortsteeg 17 Architect:
Adviesbureau voor Bouwen in Amsterdam bv Constructeur: Ing. A.T. Brands De restauratie van dit pand heeft een lange geschiedenis. Reeds in Nieuwsbrief 57, van augustus 2005, werd geschreven dat de werkzaamheden op het punt van beginnen stonden. In de vorige Nieuwsbrief – nummer 65,
Korsjespoortsteeg 17, het plan van de aan te brengen stutconstructies. (tekening Ingenieursbureau EversPartners)
32
augustus 2007 – wordt gemeld dat door architectuurhistorici een notitie geschreven was over de cultuurhistorische context van het pand. Deze notitie werd geschreven, nadat bij het uitpellen een gaaf houtskelet van omstreeks 1600 werd ontdekt. In de notitie staat onder andere het volgende te lezen: “Het huis Korsjespoortsteeg 17 vormt een belangrijk voorbeeld van (de helft van) een laat 16e-eeuws tweelinghuis met houtskelet, een huistype dat slechts schaars bewaard is gebleven in Amsterdam. De asymmetrische opzet van het houtskelet, met zwanenhalskorbelen aan de buitenzijde en kleinere sleutelstukken aan de gemeenschappelijke muur met de andere helft van het tweelinghuis, kan nog steeds worden afgelezen.” Tevens wordt gesteld dat het van groot belang is dat de bijzondere houtskelet-constructie voorafgaand aan de restauratie wordt gedocumenteerd. Naar aanleiding van deze notitie heeft Stadsherstel een verzoek gericht aan het Bureau Monumenten & Archeologie van Amsterdam om het pand op de Gemeentelijke Monumentenlijst te plaatsen. Dit verzoek is niet gehonoreerd. De status bleef Orde 2. Hoe nu verder, het ingediende bouwplan was immers gebaseerd op demontage en herbouw met hergebruik van zoveel mogelijk materiaal, maar onvermijdelijk ook nieuwe onderdelen. Na overleg met de architect is door Stadsherstel besloten dat het niet alleen belangrijk was om het bijzondere houtskelet te documenteren, maar tevens het nieuwe
bouwplan hierop aan te passen. Een aanvraag voor revisie van het ingediende en goedgekeurde bouwplan was niet mogelijk. Dus bleef er niets anders over dan een geheel nieuwe bouwaanvraag in te dienen, gebaseerd op de veranderde plannen. Dit leidde er uiteraard toe dat de aanvang van de restauratiewerkzaamheden ernstige vertraging opliep. In de nu beschikbaar gekomen tijd werd door de adviseur, D. Klopper, een stut- en stempelplan opgesteld dat het mogelijk maakte om na het stabiliseren van het casco nieuwe palen en een gewapende beton constructie onder het pand aan te brengen. Hierbij is tevens de nieuwe opvang van de linker bouwmuur van het pand Korsjespoortsteeg 19 opgenomen. De goedkeuring voor het stut- en stempelplan, evenals de bouwvergunning voor het nieuwe restauratieplan met funderingsherstel zijn inmiddels door de Dienst Binnenstad, sector Bouwen en Wonen, van het Stadsdeel Centrum verleend. Het geplande funderingsherstel en de restauratie zullen snel plaatsvinden, zodat er na ruim twee jaar van voorbereiding nu eindelijk gebouwd gaat worden. (AvH)
Begijnhof van Haarlem een pand gerestaureerd. Ruim 35 jaar later is in deze gemeente het volgende pand aan de beurt. Van Stadsherstel Haarlem werd het vervallen pand Spaarne 11 overgenomen, met een bijbehorend vergund restauratieplan. Het pand heeft een geschiedenis die terug gaat tot de tijd dat er aan het Spaarne diverse aan bier gerelateerde bedrijven gevestigd waren. Waarschijnlijk stond op nummer 11 al in de 14e eeuw een brouwerij. In 1744 wordt het pand in opdracht van Cornelis de Beer verbouwd tot modern woonhuis in de Lodewijk XIVe stijl. De boven de entree afgebeelde beer is overgebleven uit deze periode. In het pand zit op de begane grond een stijlkamer, waarin veel elementen nog goed geconserveerd zijn, maar wel restauratie nodig hebben. Het stucwerk is rijkelijk gedecoreerd met afbeeldingen van onder meer Apollo en Mercurius. De restauratie van deze
Spaarne 11 te Haarlem Architect: Kentie en Partners Architekten BV Aannemer: Schakel & Schrale BV STADSHERSTEL HERSTELT OOK DEZE STAD Dat Stadsherstel actief is buiten de gemeentegrenzen van Amsterdam is niet iets van de laatste jaren. Al in 1972 werd aan het
Spaarne 11 (foto Stadsherstel/Gijs Hoen)
33
Architect:
aanbiedingen kwam er tot ons genoegen een laagste inschrijfbegroting uit de bus van 587.000 Euro, van het aannemersbedrijf Konst & Van Polen. Deze prijs kwam in de buurt van de directiebegroting. Na het controleren van de aannemersbegroting kan op korte termijn een aanvang met de restauratie worden genomen. Amstel 99 heeft een gevel die dateert uit het tweede kwart van de 18e eeuw. Rond 1800 heeft het pand een rechte lijst gekregen, met trigliefen en consoles en een als kop gebeeldhouwde hijsbalk. De stoep dateert uit dezelfde tijd als de gevel, maar de gesmede hekken zijn weer van rond 1800. (AvH)
Na de beide buurpanden Amstel 95 en 97 – die reeds in 1958 door Stadsherstel waren aangekocht en respectievelijk in 1971 en 1972 gerestaureerd zijn – is nu, na 36 jaar, Amstel 99 aan de beurt om gerestaureerd te worden. Het is het laatste pand van Stadsherstel in het blok Amstel 81 t/m 101 dat nog moest worden aangepakt. Aangezien de bouwmarkt in 2006 en 2007 behoorlijk is aangetrokken, was het de grote vraag wat voor prijs er uit de enveloppe zou komen van de vier op uitnodiging inschrijvende aannemers. De architect had reeds voorspeld dat de prijzen in het afgelopen jaar met zo’n 30 procent waren gestegen. Dus het moment van het openen van de enveloppen door directeur Onno Meerstadt – voor het eerst sinds zijn indiensttreding – was zeer spannend te noemen. Na het in willekeurige volgorde openmaken van de
Amstel 99 (foto Stadsherstel/Juan Hernández)
kamer wordt als apart project behandeld en door specialist Rescura uitgevoerd. Om de rest van het pand bruikbaar te maken (er zullen zeven woningen in komen), werd een aanbesteding georganiseerd, waar Schakel & Schrale uit Amsterdam als laagste inschrijver uit naar voren kwam. Het werk zal begeleid worden door Kentie en Partners, die inmiddels in Halfweg gevestigd zijn, precies tussen Amsterdam en Haarlem in. (GH)
Amstel 99 Bernard Verheggen Architecten Aannemer: Konst & Van Polen b.v. Constructeur Ing. C.J.M. de Beurs
34
Brandweerkazerne Oud Nico Architect:
C| ASA architecten/ Willem van Gils
Dit juweeltje aan de De Ruijterkade wordt steeds kleiner. Op het Oosterdokseiland, zowel aan de noord- als zuidzijde, voltrekt zich een enorme gedaantewisseling. Aan de zuidzijde, met de bouw van het Conservatorium en de Bibliotheek, zijn de bordjes definitief verhangen. En dat is nog maar het begin. Amsterdam verandert in dit gebied van schaal door de omvang, maar vooral door de hoogte van de bouw aan de IJ-oevers. Aan de noordzijde, aan de De Ruijterkade, benutten de eigenaars van de bestaande gebouwen op dezelfde wijze het bestemmingsplan en breiden hun bezit in de hoogte uit. Hetzelfde
is al geruime tijd zichtbaar aan de Oostelijke Handelskade, waar de bestaande pakhuizen zijn ‘overbouwd’ met nieuwe appartementen. Daar werd De Zwijger steeds kleiner, omdat tijdens de renovatie ervan die nieuwbouw eromheen tot tweemaal de hoogte van het pakhuis werd opgetrokken. Hetzelfde gebeurt nu bij de voormalige brandweerkazerne met de luisterrijke bijnaam ‘Oud Nico’. Stadsherstel zou Stadsherstel niet zijn als niet gepoogd zou worden het gebouw juist met behoud van oorspronkelijke vorm en volume te revitaliseren. Architectenbureau CASA onderzoekt de kazerne minutieus op bouwkundige gebreken. Daaruit blijkt dat heel veel groot achterstallig onderhoud moet gebeuren aan gevels en daken en dat het gebouw binnen veel beter geventileerd moet worden. Maar ook zal de benedenverdieping anders
Aan de achterzijde van Oud Nico komen twee bescheiden aanbouwtjes. (CASA architecten)
35
worden ingedeeld. Bij de aankoop van de Oud Nico kregen wij de opdracht mee het gebouw ‘opener’ te maken, zodat vanaf de straat activiteiten zichtbaar zijn, liefst activiteiten die ook enigszins aanspreken; niet zomaar een kantoor, maar een galerie of een atelier waar mensen aan het werk zijn. Creatief liefst, met uitstraling naar buiten. Aan de gevel wordt niets gewijzigd, alleen de toegangspoorten, die nu dicht zijn, worden van glas voorzien. Binnenin komen acht ruimtes, die apart en gekoppeld verhuurd kunnen worden. Aan de achterzijde komen twee bescheiden transparante aanbouwen. Het stoere gebouw blijft soeverein in de vrije ruimte staan, een gebouw waar je omheen kunt lopen. Misschien dat aan de voormalige smederij, ten westen van het hoofdgebouw, nog een nieuwe uitbreiding komt, daaraan wordt nog geschetst. Het ziet er naar uit dat we in maart de aanvraag voor de bouw- en monumentenvergunning kunnen indienen. Normaal gesproken kan dan eind van dit jaar de restauratie aanvangen. (PM)
36