VEREENVOUDIGD PROSPECTUS ROLINCO N.V. (hierna Rolinco N.V. of de Beleggingsinstelling) INSCHRIJVINGEN KUNNEN SLECHTS GESCHIEDEN OP GROND VAN HET PROSPECTUS, IN COMBINATIE MET DE LAATSTE DRIE JAARVERSLAGEN EN DE LAATSTE DRIE JAARREKENINGEN VAN DE VENNOOTSCHAP, EVENTUEEL AANGEVULD MET HET LAATSTE HALFJAARBERICHT, INDIEN DAT LATER IS GEPUBLICEERD. A •
•
•
•
• •
• • • •
Korte weergave van de Beleggingsinstelling Rolinco N.V., de "Beleggingsinstelling", is een beleggingsmaatschappij met veranderlijk kapitaal die is opgericht naar Nederlands recht bij akte van 2 juni 1965 met statutaire zetel te Coolsingel 120, 3011 AG Rotterdam (Postbus 973 3000 AZ Rotterdam, Tel. +31 (0)10 224 1224) De Beleggingsinstelling is een beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal zonder compartimenten die heeft geopteerd voor beleggingen die niet voldoen aan de voorwaarden van de richtlijn 85/611/EEG; De Beleggingsinstelling is een bevek die een beheervennootschap heeft aangesteld (de “Beheerder”), zijnde Robeco Fund Management B.V., een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid die werd opgericht op 18 augustus 1994 en met statutaire zetel te Coolsingel 120, 3011 AG Rotterdam (Postbus 973, 3000 AZ Rotterdam, Tel. +31 (0)10 – 224 1224) Het maatschappelijk kapitaal van deze vennootschap bedraagt 91.000 EUR. De directieleden zijn Drs. E.J. Siermann, Drs. V. Wytzes en Dr. P.J.J. Ferket. De Beheerder is tevens de enige statutair bestuurder van de Beleggingsinstelling. Robeco Fund Management B.V. heeft een vergunning ontvangen van de stichting Autoriteit Financiële Markten om als beheerder in de zin van artikel 2:65 lid 1 en 2 Wet op het financieel toezicht op te treden en kwalificeert alzo als beheermaatschappij in de zin van de richtlijn 85/611/EEG tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten, als gewijzigd. De vergunning kan worden geraadpleegd op www.robeco.com/rfm. De accountant van Robeco Fund Management B.V. is Ernst & Young Accountants. Robeco Fund Management B.V. neemt het beheer waar van een groot aantal beleggingsinstellingen. Voor een lijst van deze beleggingsinstellingen kunt u terecht in de Belgische bijlage tot het prospectus, bij Robeco Fund Management B.V. of op www.robeco.com/rfm. De Beheerder heeft ten behoeve van de Beleggingsinstelling een overeenkomst gesloten met RIAM (Robeco Institutional Asset Management B.V. met zetel te Coolsingel 120 te 3011 AG Rotterdam) op grond waarvan aan RIAM is uitbesteed: (1) de uitvoering van het beleggingsbeleid, (2) het voeren van de financiële administratie van de Beleggingsinstelling en (3) de marketing en distributie van de Beleggingsinstelling. De Beleggingsinstelling heeft bij overeenkomst Robeco Securities Lending B.V. opgedragen lending transacties voor rekening van de Beleggingsinstelling af te sluiten tegen een marktconforme vergoeding, die 30% van de bruto-inkomsten uit deze securities lending transacties bedraagt.. In de jaarrekening van de Beleggingsinstelling wordt nadere informatie opgenomen over de financiële resultaten van deze activiteiten. De Beleggingsinstelling werd voor onbepaalde duur opgericht. De bewaarder van de Beleggingsinstelling (uitsluitend belast met de materiële bewaring van de activa van de Beleggingsinstelling) is CitibankN.A. (National Association), een kredietinstelling naar het recht van de staat van New York, handelend via haar bijkantoor in Londen, gevestigd te Citigroup Centre, Canada Square, Canary Wharf, London E14 5LB; Ernst & Young Accountants, Wassenaarseweg 80, 2596 CZ Den Haag (Postbus 90636, 2509 LP Den Haag – Tel. +31 (0)70 328 6666) is benoemd tot accountant van de Beleggingsinstelling. Hoofdbetaalkantoor: ABN AMRO Bank N.V. te Amsterdam; De Financiële Groep die de Beleggingsinstelling promoot, betreft Robeco Groep N.V. Perso(o)n(en) verantwoordelijk voor de inhoud van het prospectus en het vereenvoudigd prospectus (m.i.v. de Belgische bijlage) en hun bijwerkingen: Robeco Fund Management B.V. als bestuurder van de Beleggingsinstelling, vertegenwoordigd door de directie van Robeco Fund Management B.V. (zijnde Drs. E.J. Siermann, Drs. V. Wytzes en Dr. P.J.J. Ferket ). De directie verklaart dat, voor zover haar bekend, de gegevens in het prospectus en het vereenvoudigd prospectus in overeenstemming zijn met de werkelijkheid en dat geen gegevens zijn weggelaten waarvan de vermelding de strekking van het prospectus en het vereenvoudigd prospectus zou wijzigen.
1
•
• •
Contactpunt waar, indien nodig, aanvullende inlichtingen kunnen worden ingewonnen tijdens de kantooruren op elke bankwerkdag in Nederland: Robeco Fund Management B.V., Coolsingel 120, 3011 AG Rotterdam (Postbus 973 3000 AZ Rotterdam, Tel. +31 (0)10 224 7000)(De Toezichtslijn kan op werkdagen worden gebeld van 09.00 tot 17.00 uur). De Autoriteit Financiële Markten houdt toezicht op de Beleggingsinstelling, gevestigd te Vijzelgracht 50, 1017 HS Amsterdam, Nederland, Tel. +31 (0)20 797 2000, website www.afm.nl; Exemplaren van de jaar- en halfjaarverslagen, het prospectus, de financiële bijsluiter-vereenvoudigd prospectus, de statuten, alsmede alle overige relevante documenten, kunnen kosteloos worden verkregen bij de Beleggingsinstelling, de Rabobanken alsmede op de website www.robeco.com en ten kantore van Robeco Groep N.V. te Rotterdam;
Onderhavig vereenvoudigd prospectus wordt, samen met de Belgische bijlage, gepubliceerd na goedkeuring door de CBFA, overeenkomstig artikel 135 j.o. artikel 53, § 1er van de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles. Deze goedkeuring houdt geen beoordeling in van de opportuniteit en de kwaliteit van het aanbod noch van de toestand van de persoon die ze verwezenlijkt. B •
•
Beleggingsgegevens: doel en beleid Doel: De Beleggingsinstelling is een wereldwijd aandelenfonds dat voornamelijk belegt, hetzij indirect (via deelnemingsrechten van andere beleggingsinstellingen), hetzij direct in goed verhandelbare groei-aandelen waarbij ze als doelstelling heeft een goed gespreide, wereldwijde aandelenportefeuille te bieden, die gericht is op groeiaandelen, en waarbij gestreefd wordt naar een hoger rendement dan de Benchmark, zijnde de MSCI World All Countries Index. Het beheer van Rolinco is evenwel niet op de benchmark afgestemd: de benchmark zal enkel als referentie worden gebruikt in het kader van het risicobeheer van Rolinco, alsook voor de berekening van de eventueel verschuldigde performance fee. De Beleggingsinstelling zal hoofdzakelijk in Verbonden Beleggingsinstellingen beleggen, zijnde beleggingsinstellingen die behoren tot de Robeco Groep of beheerd worden door de Beheerder of een andere entiteit van de Robeco Groep. Beleggingen: De aandelenselectie van Rolinco is gericht op de aandelen van ondernemingen wereldwijd die bovengemiddelde groeipotentie hebben. Indien en voorzover de Beleggingsinstelling belegt in een Verbonden Beleggingsinstelling vindt de aandelenselectie plaats binnen die Verbonden Beleggingstelling. De Beleggingsinstelling hanteert een thema benadering met betrekking tot wereldwijd beleggen. De beleggingsinstelling gebruikt een ‘top-down‘ benadering (gebaseerd op een combinatie van kwantitatieve en fundamentele analyse) om de allocatie over de verschillende thema’s te bepalen. De volgende beleggingsrestricties zijn van toepassing: Indien de Beleggingsinstelling belegt in beleggingsinstellingen zal dit uitsluitend plaatsvinden: (1) in rechten van deelneming in ICBE’s, indien de betreffende ICBE’s volgens hun statuten of fondsreglementen niet meer dan tien procent van hun beheerde vermogen beleggen in rechten van deelneming in andere beleggingsinstellingen; (2) voor maximaal 30% van het Fondsvermogen (zijnde alle activa van de Beleggingsinstelling verminderd met alle verplichtingen van de Beleggingsinstelling) in rechten van deelneming in beleggingsinstellingen met zetel in een aangewezen staat of in beleggingsinstellingen waarop het toezicht gelijkwaardig is aan de ICBE-richtlijn (85/611/EEG) en ten aanzien waarvan de samenwerking tussen de toezichthouders en de toezichthoudende instanties genoegzaam is gewaarborgd (“ICB’s”), indien: (a) de rechten van deelneming in de beleggingsinstellingen op verzoek van de deelnemers ten laste van de activa direct of indirect worden ingekocht of terugbetaald; (b) het doel van de beleggingsinstellingen uitsluitend is het beleggen in effecten, geldmarktinstrumenten, deposito’s of financiële derivaten met toepassing van het beginsel van risicospreiding; (c) de op de beleggingsinstellingen toepasselijke regels inzake scheiding van het vermogen, opnemen en verstrekken van leningen en verkopen van effecten en geldmarktinstrumenten vanuit een ongedekte positie gelijkwaardig zijn aan de voorschriften van de richtlijn beleggingsinstellingen; (d) over de activiteiten van de beleggingsinstellingen halfjaarlijks en jaarlijks wordt gerapporteerd; en (e) de beleggingsinstellingen volgens hun statuten of fondsreglementen niet meer dan tien procent van hun beheerde vermogen beleggen in rechten van deelneming in andere beleggingsinstellingen; (3) voor maximaal 10% van het Fondsvermogen in rechten van deelneming in andere Verbonden Beleggingsinstellingen en andere beleggingsinstellingen (al dan niet ICB’s), alsmede in financiële instrumenten die (mede) zijn uitgegeven door Gelieerde Partijen. Directe beleggingen Op directe beleggingen door de Beleggingsinstelling zijn de volgende beleggingsrestricties van toepassing:
2
•
•
•
•
1. De Beleggingsinstelling kan geen short verkopen in effecten aangaan, een beleggingsinstelling waarin de Beleggingsinstelling belegt kan dergelijke verkopen wel aangaan. 2. De Beleggingsinstelling kan geen leningen verstrekken aan enig persoon en ook niet ten behoeve van derde partijen optreden als borg. 3. De Beleggingsinstelling kan niet rechtstreeks beleggen in onroerend goed. Indirecte beleggingen Ingeval van beleggingen in andere beleggingsinstellingen zijn de volgende aanvullende beleggingsrestricties van toepassing: 1. De Beleggingsinstelling kan tot 20% van het Fondsvermogen beleggen in één open-end beleggingsinstelling, waarbij subfondsen van een beleggingsinstelling als separate beleggingsinstellingen worden beschouwd. 2. De Beleggingsinstelling kan het Fondsvermogen niet beleggen in een Alternatief Fonds. ICBE’s en ICB’s worden niet beschouwd als Alternatieve Fondsen. 3. De Beleggingsinstelling kan niet meer dan 30% van het Fondsvermogen beleggen in beleggingsinstellingen die worden beheerd door dezelfde fondsmanager (d.w.z. natuurlijke persoon die binnen de vennootschap die belast is met het beheer verantwoordelijk is voor het beheer van de portefeuille van de betreffende beleggingsinstelling). 4. De Beleggingsinstelling kan niet beleggen in meer dan twee beleggingsinstellingen die worden beheerd door dezelfde fondsmanager (d.w.z. natuurlijke persoon die binnen de vennootschap die belast is met het beheer verantwoordelijk is voor het beheer van de portefeuille van de betreffende beleggingsinstelling). 5. De beleggingsinstelling waarin de Beleggingsinstelling belegt kan niet beleggen, noch direct noch indirect, in fysieke commodities (grondstoffen), edele metalen of andere fysieke goederen (zoals kunst, antiek etc.). 6. De Beleggingsinstelling kan niet meer dan 25% van de deelnemingsrechten in één ICBE en/of ICB verwerven. Valutabeleid: Naast het eventuele actieve valutabeleid in de beleggingsinstellingen waarin de Beleggingsinstelling belegt, vindt er in de Beleggingsinstelling actief valutabeleid plaats met de euro als basisvaluta. De gewichten van de valuta’s in de Benchmark dienen als uitgangspunt. De Beleggingsinstelling kan gebruik maken van valutatermijntransacties om valutawegingen aan te passen. Het beheer van het valutarisico is onderdeel van het totale risicobeheer van de Beleggingsinstelling. Over het gevoerde valutabeleid zal in het jaarverslag en de jaarrekening van de Beleggingsinstelling verantwoording worden afgelegd. Afgeleide instrumenten: De Beleggingsinstelling kan, met inachtneming van de hiervoor genoemde beleggingsrestricties, gebruik maken van afgeleide instrumenten, technieken of structuren zoals opties, repo's, futures en swaps. Indien er in de toekomst andere instrumenten, technieken of structuren in de financiële markten beschikbaar komen, die voor de Beleggingsinstelling geschikt worden geacht voor (1) het realiseren van haar doelstelling of beleggingsbeleid of (2) efficiënt portefeuillebeheer, dan kan de Beleggingsinstelling ook dergelijke technieken, instrumenten en/of structuren gebruiken. Met het oog op (1) het dekken van valuta risico’s en rentevoet risico’s en (2) het afdekken (hedging) - waar het fund-infund beleggingen betreft - van risico’s verbonden aan directe investeringen, zal de beleggingsinstelling uitsluitend hedging technieken gebruiken met behulp van afgeleide instrumenten. De Beleggingsinstelling kan ter afdekking van het risico van ongunstige bewegingen op de aandelenmarkten, futures en call opties verkopen of put opties op indices van aandelenmarkten kopen. De Beleggingsinstelling kan onder meer als een afdekking van risico’s van schommelingen in rentetarieven (i) futures en call opties op rentetarieven verkopen of put opties op rentetarieven kopen, (ii) interest rate swaps aangaan met eersteklas financiële instellingen die gespecialiseerd zijn in dit soort transacties. Kasbeleid: De Beleggingsinstelling kan een beperkte kaspositie aanhouden, onder andere met het oog op de in- en uitstroom van vermogen. De Beleggingsinstelling kan als debiteur tijdelijke leningen aangaan tot maximaal 10% van het Fondsvermogen. Beleggen in andere beleggingsinstellingen: De Beleggingsinstelling zal - met inachtneming van de hiervoor genoemde beleggingsrestricties - in Verbonden Beleggingsinstellingen en andere beleggingsinstellingen beleggen (fund-in-fund beleggingen). De Beleggingsinstelling kan beleggen in financiële instrumenten die (mede) zijn uitgegeven door Gelieerde Partijen. Dit zal conform de terzake doende transparantievoorschriften in de jaarrekening van de Beleggingsinstelling worden vermeld. Beleggingen in Verbonden Beleggingsinstellingen vinden plaats tegen de voorwaarden zoals opgenomen in de relevante fondsdocumentatie van de betreffende Verbonden Beleggingsinstelling.
3
•
C.
Voor- en nadelen verbonden aan fund-in-fund beleggingen Door middel van fund-in-fund beleggingen biedt de Beleggingsinstelling een eenvoudige manier om in een gespreide portefeuille van Verbonden Beleggingsinstellingen te beleggen. Dit resulteert in een indirecte verscheidenheid van honderden aandelen. Bovendien worden de beleggingsinstellingen waarin de Beleggingsinstelling belegt beheerd door fondsmanagers of teams van portefeuille managers die specifieke expertise op een bepaald gebied hebben. Het voornaamste nadeel van een fund-in-fund structuur in vergelijking tot een traditionele fondsstructuur is dat iedere beleggingsinstelling waarin de Beleggingsinstelling belegt haar eigen kostenstructuur heeft naast de kostenstructuur van de Beleggingsinstelling. De kosten in verband met beleggingen in Verbonden Beleggingsinstellingen en met beleggingen in andere beleggingsinstellingen worden nader beschreven in het prospectus. Uitlenen van effecten: Ter verhoging van het totale beleggingsresultaat van haar beleggingsportefeuille, kan de Beleggingsinstelling met financiële instellingen transacties aangaan met betrekking tot het uitlenen van effecten. De Beleggingsinstelling gaat deze uitleentransacties nagenoeg uitsluitend aan op basis van standaardcontracten zoals die worden ontwikkeld door belangenorganisaties. De Beleggingsinstelling kan uitleentransacties aangaan tot maximaal 100% van de beleggingsportefeuille. De Beleggingsinstelling zal ervoor zorgdragen dat de door deze uitleentransacties ontstane risico's ("exposures” – onder meer tegenpartijrisico’s) zoveel mogelijk worden beperkt door strenge eisen te stellen aan de kredietwaardigheid van de financiële instelling waaraan wordt uitgeleend en door het verkrijgen van in de markt gebruikelijke zekerheden (collateral). Gebruikelijke zekerheden zijn onder meer liquiditeiten, (staats)-obligaties en aan een markt in financiële instrumenten genoteerde aandelen. Wat zijn de financiële risico’s van de Beleggingsinstelling?
De waardeontwikkeling van de rechten van deelneming in de Beleggingsinstelling is afhankelijk van ontwikkelingen op de kapitaal-, effecten-, valuta- en goederenmarkten. De mogelijkheid bestaat dat uw belegging in waarde stijgt; het is echter ook mogelijk dat uw belegging weinig tot geen inkomsten zal genereren en dat uw inleg bij een ongunstig koersverloop geheel of ten dele verloren gaat. De Beleggingsinstelling is onderhevig aan de volgende risico’s: •
• •
•
•
•
De waarde van beleggingen kan fluctueren. In het verleden behaalde rendementen bieden geen garantie voor de toekomst (algemeen beleggingsrisico). Binnen het algemeen beleggingsrisico kan een onderscheid worden gemaakt tussen marktrisico, concentratierisico en valutarisico; - marktrisico: De waarde van de aandelen is gevoelig voor marktbewegingen in het algemeen en ook voor fluctuaties in prijzen van individuele financiële instrumenten in het bijzonder. - concentratierisico: op grond van haar beleggingsbeleid kan de Beleggingsinstelling beleggen in financiële instrumenten van uitgevende instellingen die (hoofdzakelijk) opereren binnen dezelfde sector, regio of op dezelfde markt. Indien dit gebeurt zullen gebeurtenissen die van invloed zijn op deze uitgevende instellingen een sterkere invloed op het Fondsvermogen hebben dan bij een minder geconcentreerde beleggingsportefeuille. - valutarisico: de De gehele of een deel van de effectenportefeuille van de Beleggingsinstelling kan worden belegd in (financiële instrumenten luidende in) andere valuta’s dan de euro. Valutakoersschommelingen kunnen zowel een negatieve als een positieve invloed hebben op het beleggingsresultaat. De Beleggingsinstelling kan vorderingen hebben op tegenpartijen (tegenpartijrisico). De Beleggingsinstelling kan gebruik maken van afgeleide instrumenten, technieken of structuren. Deze kunnen worden toegepast voor zowel het afdekken van risico’s als efficiënt portefeuillebeheer als het realiseren van de beleggingsdoelstellingen. Daarbij kan ook sprake zijn van hefboomwerking, waardoor de gevoeligheid van het fonds voor marktbewegingen wordt vergroot (leverage risico). Het is mogelijk dat een ten behoeve van de Beleggingsinstelling ingenomen positie vanwege een (tijdelijk) gebrek aan liquiditeit in de markt in het kader van vraag en aanbod, (1) gewaardeerd zal worden tegen een verouderde koers en (2) niet (tijdig) tegen een redelijke prijs kan worden geliquideerd (liquiditeitsrisico). De Beleggingsinstelling loopt het risico, bij uitleentransacties van financiële instrumenten, dat de inlener niet aan zijn verplichtingen kan voldoen tot teruggave van de ingeleende financiële instrumenten op de afgesproken datum of tot verstrekking van gevraagde zekerheden. De Beleggingsinstelling kan niet (tijdige) of onjuiste betaling dan wel aanlevering van financiële instrumenten door een tegenpartij tot gevolg hebben dat afwikkeling via een handelssysteem niet, niet op tijd of niet conform verwachting plaatsvindt (afwikkelingsrisico).
4
•
• • •
• •
•
Bij beleggen in andere beleggingsinstellingen wordt de Beleggingsinstelling mede afhankelijk van de kwaliteit van dienstverlening en het risicoprofiel van de beleggingsinstellingen waarin zij belegt. Dit risico wordt beperkt door een zorgvuldige selectie van beleggingsinstellingen waarin de Beleggingsinstelling zal beleggen. De Beleggingsinstelling heeft een open-end karakter en kan in theorie op ieder moment worden geconfronteerd met een groot aantal uittredingen (inflexibiliteitrisico). De Beleggingsinstelling kan beleggen met geleend geld. Het gebruik van geleend geld voor het doen van beleggingen vergroot niet alleen de kans op winst, maar ook de kans op verlies. De Beleggingsinstelling loopt een risico dat als gevolg van liquidatie, faillissement, insolventie, nalatigheid of fraudeleuze handelingen van de door haar benoemde (onder)bewaarnemer, bij die (onder)bewaarnemer in bewaring gegeven activa van de Beleggingsinstelling verloren gaan (bewaarnemingsrisico). Als gevolg van inflatie kunnen de reële beleggingsopbrengsten worden aangetast (inflatierisico). Ook dient er rekening gehouden te worden met het gegeven dat financiële en fiscale wet- en regelgeving aan verandering onderhevig zijn en dat een gunstige omstandigheid ten tijde van toetreding ten nadele kan wijzigen, al dan niet met terugwerkende kracht (fiscaal risico). Onder specifieke omstandigheden kan de uitgifte en inkoop van aandelen worden gelimiteerd of opgeschort. Aandeelhouders lopen het risico dat zij niet altijd op korte termijn aandelen kunnen aan- of verkopen.
Een uitgebreide beschrijving van de risico’s kunt u nalezen in het prospectus van de Beleggingsinstelling. D.
Risicoprofiel van de belegger?
De Beleggingsinstelling is geschikt voor beleggers die beleggingsinstellingen beschouwen als een gemakkelijke manier om in te spelen op ontwikkelingen op de aandelenmarkt. De belegger moet aanzienlijke, tijdelijke verliezen kunnen opvangen. De belegger dient ervaring te hebben met volatiele producten. De Beleggingsinstelling is geschikt voor beleggers die het zich kunnen veroorloven het door hen in de Beleggingsinstelling belegde kapitaal voor ten minste vijf jaar opzij te zetten. E. •
•
•
•
•
Bedrijfsinformatie De kostenratio van de Beleggingsinstelling bedroeg over het boekjaar 2009 1,01%. Deze kostenratio omvat alle kosten die in een boekjaar ten laste van het Fondsvermogen zijn gebracht, exclusief de kosten die de Beleggingsinstelling moet betalen in verband met haar portefeuilletransacties, de interestkosten en de provisies en kosten die rechtstreeks door de belegger worden betaald. De kostenratio over de afgelopen jaren was: 2008 1,09% 2007 1,14% 2006 1,13% 2005 1,20% 2004 1,05% 2003 0,98% 2002 0,92% 2001 0,68% 2000 0,65% Daarnaast dient u rekening te houden met de volgende kosten: 1. Aan- en verkoopkosten, evenals bewaarloon. Deze tarieven variëren, afhankelijk van de bank of effecteninstelling waar de transactie plaatsvindt. 2. Op- en afslagpercentages van maximaal 0,35% die ten opzichte van de intrinsieke waarde bij uitgifte en inkoop van eigen aandelen kunnen worden gehanteerd. Dit dient ter dekking van de transactiekosten verbonden aan het inkopen en plaatsen van eigen aandelen door de Beleggingsinstelling. De omloopfactor bedroeg over het boekjaar 2009 bedroeg 89%. Deze factor geeft een indicatie van de omloopsnelheid van de portefeuille. Op deze manier kan een indruk worden verkregen van de mate waarin er actief beheer plaatsvindt. De Beleggingsinstelling maakt via de Beheerder gebruikt van commission sharing arrangementen. Voor meer informatie wordt verwezen naar het prospectus en de jaarrekening.
5
Voor een gedetailleerd overzicht van de kosten wordt verwezen naar het volledige prospectus. Het volledige prospectus en de jaarrekening zijn kosteloos op aanvraag verkrijgbaar bij Robeco en de Rabobanken. F.
Belastingsstelsel:
De Beleggingsinstelling is een in Nederland gevestigde naamloze vennootschap met de status van vrijgestelde beleggingsinstelling, vallend onder het regime van artikel 6a van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969. Dit betekent dat de Beleggingsinstelling, onder bepaalde voorwaarden, vrijgesteld is van de heffing van vennootschapsbelasting over de door haar behaalde resultaten en de aan haar uitgekeerde dividenden zijn vrijgesteld van de inhouding van Nederlandse dividendbelasting. Het belastingregime van de inkomsten en meerwaarden die door een belegger zijn ontvangen, is afhankelijk van het specifiek statuut dat van toepassing is op die belegger in het land van ontvangst. In geval van twijfel over het toepasselijk fiscaal regime, dient de belegger zich persoonlijk te informeren bij professionelen of bevoegde raadgevers. G. •
•
• • • •
• •
Informatie aangaande de verhandeling van de rechten van deelneming: 1
De aandelen luiden op naam . De aandelen zijn genoteerd op Eurolist van Euronext Amsterdam N.V. Daarnaast kent de Beleggingsinstelling beursnoteringen te Berlijn, Brussel, Düsseldorf, Frankfurt, Hamburg, London, Luxemburg, München, Partijs, Wenen en Zürich. Dividendenbeleid: De Beleggingsinstelling is een zogenoemde vrijgestelde beleggingsinstelling en zal wegens het ontbreken van een fiscale verplichting daartoe geen dividend hoeven uit te keren. Met inachtneming van het bepaalde in artikel 20 van de Statuten kan het Bestuur wel besluiten om dividend uit te keren. . Basisvaluta: euro Initiële inschrijvingsdag: 19 november 1965 Initiële inschrijvingsprijs: NLG 100 Berekening van de intrinsieke waarde: de intrinsieke waarde wordt vastgesteld door de som van activa en passiva te delen door het aantal uitstaande gewone aandelen, gecorrigeerd voor de winstgerechtigdheid van de uitstaande prioriteitsaandelen. De Intrinsieke Waarde wordt iedere Beursdag berekend. De Intrinsieke Waarde wordt tenminste éénmaal op iedere Beursdag vastgesteld en uitgedrukt in euro’s. Publicatie van de Intrinsieke Waarde en de Transactieprijs: de intrinsieke waarde en de transactieprijs per aandeel zijn op de websites www.robeco.com of www.robecodirect.nl, en via de Rabobanken beschikbaar. Voor de wijze waarop op de aandelen kan worden ingeschreven en waarop ze kunnen worden teruggekocht moet de belegger zich informeren bij de krediet- of effecteninstelling waarnaar de belegger zich wenst te richten voor deze transactie. Verzoeken tot inschrijving of terugkoop kunnen niet rechtstreeks bij de Beleggingsinstelling worden ingediend.
Datum waarop het vereenvoudigd prospectus is geactualiseerd: mei 2011
1
De Beleggingsinstelling heeft ook cumulatieve preferente aandelen (“Cumprefs” die recht geven op een preferent dividendrecht en een preferent recht bij liquidatie) uitgegeven die enkel genoteerd zijn op Euronext Amsterdam en in Luxemburg en prioriteitsaandelen. Elke verwijzing in het vereenvoudigd prospectus alsook in de Belgische bijlage naar het begrip "aandelen" betreft uitsluitend de gewone aandelen, en niet de cumprefs of prioriteitsaandelen.
6