Verdraagzaamheidbeleid
EDUGO campus Lochristi Informatiebrochure Beleid tegen pesten Schooljaar 2012-2013
Inhoudsopgave Woord vooraf
4
Uitgangspunten
6
□
Geschiedenis van het verdraagzaamheidbeleid
□
Doel van het verdraagzaamheidbeleid
□
Plaats van het verdraagzaamheidbeleid binnen “GOK”
10
Pesten □
Verschil tussen pesten en plagen
□
Vormen van pesten
□
Pesten in een “nieuw” jasje
□
Enkele vooroordelen
□
De pester
□
De gepeste
□
De meelopers
□
De oorzaken en gevolgen van pesten
Beleid
24 □
Sensibiliseren
□
Signaleren
□
Interveniëren 28
Aanpak □
De vijfsporenaanpak
Waar willen we naartoe? □
Perspectieven
31
1. Woord vooraf
Dit is het pestprotocol van EDUGO, campus Lochristi. Enerzijds bevat het richtlijnen bij geconstateerd pestgedrag, anderzijds staan er ook voorwaarden en activiteiten in die pesten kunnen voorkomen.
Veel van wat er in dit boekje staat, wordt al meerdere jaren toegepast op onze school. In die jaren hebben we opnieuw gemerkt, dat alles wat we willen doen voor onze leerlingen valt of staat bij de signalering en/of melding van pestgedrag. En die signalering en melding schieten nog te vaak tekort, zodat de leerling met zijn probleem alleen blijft staan.
Dit pestprotocol is erop gericht om alle ouders en personeelsleden op de hoogte te brengen van alles wat op school gedaan wordt om een zo veilig mogelijk
schoolklimaat
te
scheppen,
zoals
ook
beschreven
in
de
hoofddoelstelling en droom van EDUGO campus Lochristi.
De acties die we ondernemen zijn niet statisch. Afhankelijk van nieuwe ontwikkelingen binnen de school zal ook het handelen rond pesten zich verder ontwikkelen. In dit geval zal dit pestprotocol ook aangepast worden.
De acties die we ondernemen zijn niet statisch. Afhankelijk van alle andere ontwik- kelingen binnen de school, zal ook het handelen rond pesten zich verder ontwik- kelen. In dat geval zal dit protocol aangepast worden.
Voor de tekst van dit protocol is gedeeltelijk gebruik gemaakt van het pestprotocol van Damstede en het Don Bosco College te Volendam, die weer gebruik hebben gemaakt van pestprotocollen van andere scholen. De aanpak van pesten heeft echter een duidelijk eigen karakter.
4
2. Uitgangspunten □ Geschiedenis van het verdraagzaamheidbeleid □ Doel van het verdraagzaamheidbeleid □ Plaats van het verdraagzaamheidbeleid binnen “GOK”
□ Geschiedenis van het verdraagzaamheidbeleid Pesten blijft doorheen de jaren steeds evolueren. Als school merkten we ook op dat pesten steeds frequenter voorkwam. Er werd binnen ons schoolbeleid beslist om tijdens het schooljaar 2007-2008 beslist om een grootschalige enquête te organiseren onder onze leerlingen. Hieruit kwam er heel duidelijk naar voor dat er heel wat leerlingen gepest werden. Het was ook in vele enquêtes duidelijk dat de leerlingen meer ondersteuning wilden op dit gebied. Vanuit deze resultaten is het idee gegroeid om een werkgroep op te starten rond pesten en welbevinden. Doorheen de jaren is deze werkgroep verder uitgebreid met allerlei initiatieven die jaarlijks georganiseerd worden zoals de pestpolitie, consequent doorvoeren van de No Blame-methode, extra scherp toezicht op pesterijen, leerlingen frequenter sensibiliseren en informeren omtrent dit onderwerp… .
□ Doel van het “Verdraagzaamheidbeleid” Jongeren moeten op school optimale groeikansen krijgen zowel op intellectueel als op emotioneel vlak. Het welbevinden, het “zich-goed-voelen” van de jongere is hier het uitgangspunt. Zowel leerkrachten als de jongeren zelf zijn verantwoordelijk voor een positief schoolklimaat waarin het de gewoonte is dat men elkaar helpt als alles even tegenzit. Geweld en pesten gaan volkomen in tegen het “zich-goed-voelen” van de jongeren op school. De gevolgen zijn voor de betrokkenen niet te onderschatten. Ons schoolteam is zich daar goed van bewust en daarom werd besloten om samen op zoek te gaan naar een actieplan, om pestgedrag op onze school een halt toe te roepen. Dit project kan enkel slagen als zowel leerkrachten, ouders en leerlingen hun schouders onder dit project zetten. Iedereen is namelijk vanuit hun eigen specifieke positie medeverantwoordelijk voor het welslagen van een constructief beleid. Dit moet uitmonden in een gedragscode: wat is pesten, wat wordt niet getolereerd en het opstellen van een interventieplan.
6
Deze visie rond verdraagzaamheidbeleid sluit aan bij de hoofddoelstelling en de droom van EDUGO: -
Ervoor zorgen dat zowel leerlingen als leerkrachten zich goed voelen op school.
-
Wezenlijk bijdragen aan een wereld waar niet alleen kennis, maar ook sociale waarden belangrijk zijn om mensen te waarderen.
Deze visie sluit aan bij onze christelijke eigenheid. Vanuit deze eigenheid geloven we in de eigenwaarde van iedere leerling: -
Wij bieden houvast en maken ze weerbaar door onze begeleiding te richten op het ontdekken en ontwikkelen van kennis, vaardigheden en attitudes.
-
Wij respecteren de eigenwaarde van iedereen in hun denken en handelen.
Vanuit deze eigenheid creëren we een warm-menselijke schoolomgeving: -
Wij tonen zorg voor iedereen.
-
We hebben ook oog voor de zwakkere in onze maatschappij.
-
Wij streven hartelijkheid na in onze relaties met leerlingen, ouders en omgeving en bewaken tezelfdertijd het respect voor elkaar.
-
Beleefdheid is voor ons een dagdagelijkse realiteit.
-
Wij
passen
onze
waarden
en
normen
rechtvaardig
en
consequent toe. -
Gelijkwaardigheid betekent voor ons dat iedereen in gelijke mate belangrijk is.
-
Eerlijkheid is voor ons een fundament.
7
Vanuit
deze
eigenheid
verwachten
wij
van
iedereen
zin
voor
verantwoordelijkheid en initiatief: -
Zowel personeel, ouders als leerlingen bouwen mee aan de toekomst van EDUGO.
-
Wij zijn allen verantwoordelijk voor ons denken en handelen.
□ Plaats van het “Verdraagzaamheidbeleid” binnen GOK. Ons verdraagzaamheidbeleid is ingebed in ons Gelijke Kansenonderwijs. Gelijke onderwijskansen voor iedereen! Dat is wat wij beogen met onze GOKwerking op EDUGO Lochristi. Goed presteren op school kan pas als je je goed voelt op school en in de klas. We besteden extra aandacht aan onze jongeren die extra zorg nodig hebben, dus ook die jongeren die het slachtoffer worden van pesterijen. Een goed GOK-beleid wil ook deze jongeren maximale kansen bieden om binnen hun mogelijkheden een succesvolle en leuke schoolloopbaan uit te bouwen. Een aantal GOK-uren wordt dus ook gebruikt om initiatieven uit te denken en te voeren om het pesten op onze school te voorkomen. Als het kwaad reeds geschied is, zijn er ook initiatieven om het slachtoffer te begeleiden bij het verwerken van de feiten. Deze visie sluit ook volledig aan bij de hoofddoelstelling van EDUGO: alle leerlingen niet alleen op intellectueel en spiritueel vlak maximaal laten ontplooien, maar ook op sociaal en emotioneel vlak.
8
3. Pesten □ Verschil tussen pesten en plagen □ Vormen van pesten □ Pesten in een “nieuw” jasje □ Enkele vooroordelen □ De pester □ De gepeste □ De meelopers □ De oorzaken van pesten □ De gevolgen van pesten
10 □
Verschil tussen pesten en plagen
Het is heel belangrijk een duidelijk onderscheid te maken tussen pesten en plagen. Dit is tevens een moeilijk item. Veel leerkrachten vermeldden op de enquêtes dat het moeilijk is een onderscheid tussen deze twee vormen te maken. Daarom is het ook van groot belang duidelijkheid hierrond te scheppen. Op deze manier kan er ingegrepen worden wanneer het nodig is en moet men zich niet meer de vraag stellen of er nu gepest of geplaagd wordt. Pesten:
Het systematisch uitoefenen van psychische en/of fysische mishandeling door één of meerdere individuen op een persoon, die niet in staat is zichzelf te verdedigen. Bij pesten is de macht ongelijk verdeeld. Pesten heeft negatieve gevolgen voor het slachtoffer. Deze mag niet voor zichzelf opkomen noch zich verweren. Doet hij/zij dit wel, kan dit voor de pester(s) een reden zijn om hem/haar nog harder aan te pakken. Plagen:
Bij plagen is er sprake van incidenten. Een persoon zegt iets, een ander zegt iets terug en meestal is het afgelopen. Vaak is het een kwestie van elkaar voor de gek houden. De machtsverhouding is gelijk. Plager(s) en geplaagde(n) hebben een gelijke of bijna gelijke macht. Bij plagen loopt de geplaagde geen blijvend psychische en/of fysische schade op en is men in staat zich te verweren.
□
Vormen van pesten Verbale pesterijen: · schelden/scheldnamen geven · bijnamen geven · kwalijke opmerkingen, zoals: “Doe niet zo dom, sukkel”. · na-apen, praten met dezelfde intonatie en woordkeuze · naroepen/uitlachen/belachelijk maken
Fysieke pesterijen: · trekken aan het haar · schoppen, slaan, krabben · prikken met de pen · pootje haken · kopje onder duwen in het zwembad · omduwen bij het fietsen · vechten
Materiële pesterijen: · stukmaken/afpakken/verstoppen van eigendommen, bijvoorbeeld: - fietsbanden leeg laten lopen - pen vernielen of verstoppen in het kastje van een ander - tas afpakken - snoep/brood afhandig maken en snel zelf opeten
Mentale pesterijen: · bedreigingen of dingen laten doen
Sociale pesterijen: · uitsluiten · nadoen, imiteren (bij voorkeur: sterk overdreven) bijvoorbeeld: - achter iemand aanlopen - bekken trekken
Steaming:
11
In 2005 zijn in België 612 gevallen van steaming geregistreerd door de politie. Dat zijn er bijna twee per dag. De actuele cijfers zijn waarschijnlijk nog niet helemaal correct, aangezien een heel aantal slachtoffers het vaak niet durven vertellen. Ze zijn beschaamd of hebben gewoonweg schrik voor wraakacties. Uit onderzoek blijkt dat de slachtoffers steeds jonger worden en dat het ook meer om geld of duurdere spullen gaat. Steaming gebeurt vooral op openbare plaatsen: straten, de bushalte, pleinen, parken, stationsbuurten, zelfs in de sportzaal en vooral op de speelplaats. Daders van steaming zijn vooral jongens tussen 10 en 20 jaar die graag de baas spelen. Ze hangen rond in groep en met hun stoere gedrag willen ze aanzien verwerven in die groep. Ze steamen om hun slachtoffers te vernederen en hun eigen macht aan te tonen. Soms doen ze het ook om een ander probleem op te lossen. Ze krijgen bijvoorbeeld geen zakgeld en persen dan anderen af om toch maar dure spullen te kopen. Naast de echte daders heb je ook de meelopers. Ze voelen zich beschermd door de groep en ze zijn bang om zelf gepest te worden. De slachtoffers zijn vaak voorzichtige, verlegen en brave leerlingen die makkelijk te isoleren zijn.
□
Pesten in een nieuw “jasje” Cyberpesten: Een manier van pesten die de laatste jaren helaas erg in populariteit is toegenomen is het cyberpesten: pesterijen die via het internet (e-mail, chat, MSN…) en de gsm gepleegd worden. Deze stijging hoeft ons niet te verbazen: hoe beter jongeren hun weg kennen online, hoe meer ze dat gebied zullen gebruiken voor pesterijen. Uit onderzoek blijkt dat één op tien jongeren tussen elf en vijftien wel eens gepest wordt via internet of gsm. Cyberpesten bestaat in verschillende vormen. Op de website van het tijdschrift Klasse worden vijf types onderscheiden:
Verbaal
pesten:
beledigende,
agressieve,
vernederende,
bedreigende, vijandige of seksueel suggestieve boodschappen via mail, gsm, sms, chatten…
12
Non-verbaal pesten: obscene foto‟s doorsturen, foto‟s van het slachtoffer bewerken en op het web zetten…
Fysiek pesten: schade aanrichten aan de computer door virussen op te sturen, iemands mailadres hacken en zijn paswoord veranderen, supergrote bestanden doorsturen…
Sociaal pesten: uitsluiten uit onlinegroepen…
Indirect pesten: private of gênante informatie over een slachtoffer verspreiden, online privégesprekken opslaan en doorsturen, de elektronische
identiteit
van
het
slachtoffer
overnemen,
populariteitstesten of pestsites op een website plaatsen… Cyberpesten is om verschillende redenen pijnlijker en harder dan „gewoon‟ pesten. Hieronder zetten we enkele gegevens, geciteerd uit een persmededeling van Klasse (27 februari 2006), op een rijtje:
Cyberpesten gebeurt anoniem. De daders voelen zich veilig, ongenaakbaar, er is weinig drempelvrees: «Ze kunnen mij toch niet vinden.»
Cyberpesten is directer en brutaler. De dader en het slachtoffer zijn niet fysiek aanwezig, waardoor de pester zich niet geremd voelt.
De pestkop hoeft niet fysiek of sociaal sterk te staan, het is via zijn cyberkennis (technopower) dat hij in een machtspositie komt.
Het slachtoffer is vogelvrij. Hij is nergens en nooit veilig, ook thuis niet.
Het aantal toeschouwers bij cyberpesten is veel groter dank zij het medium (internet).
Cyberpesten is onomkeerbaar : het is erg moeilijk om pestgedrag op het web ongedaan te maken.
13
□
Enkele vooroordelen
Er leven nog steeds hardnekkige vooroordelen in verband met pesten bij ouders, leerkrachten en leerlingen. Hieronder vind je enkele “bekende” vooroordelen. "Pesten hoort nu eenmaal bij het leven." Hier mag men zich niet zomaar bij neerleggen: we moeten er tegen vechten. Pesten is geen verschijnsel dat 'nu eenmaal bij het leven hoort'. Onschuldige plagerijen komen in het dagelijks leven wel voor, maar langdurig en herhaaldelijk pesten van iemand kan en moet voorkomen worden! "Pesten gaat vanzelf wel over." Talrijke getuigenissen bewijzen dat dit zeker niet waar is. Pesterijen zijn heel moeilijk te stoppen en hebben bovendien de neiging om steeds brutaler en gemener te worden. Als er niet tegen pesten gereageerd wordt, krijgen de pesters de indruk dat alles mag en gaan ze steeds verder in hun pesterijen... "Van pesterijen word je hard." Dit is je reinste onzin! Gepeste kinderen krijgen juist door al die pesterijen een negatief zelfbeeld. Velen denken dat het hun eigen schuld is, waarbij ze naast schuldgevoelens ook nog gevoelens van schaamte krijgen. Je kan je indenken welke gevolgen dit heeft voor de ontwikkeling van deze kinderen (sociale -, emotionele- en intellectuele ontwikkeling), de gepeste kinderen geraken overtuigd van hun minderwaardigheid en ze sluiten zich af van de anderen. "Het gaat telkens om één pester en één gepeste." Dit kan, maar meestal gaat het om een groep die zich richt tegen één persoon. Het is zelfs zo dat diegene die de aanzet tot pestgedrag geeft, soms enkel tot actie durft overgaan met de steun van anderen. "Wie terugslaat wordt niet gepest." Terugslaan helpt niet altijd en ligt niet in de aard van de gepeste. Bovendien kan hij of zij het toch niet halen tegen de groep. Wel is het goed als de gepeste een aantal vriendjes heeft waar deze kan op steunen. Op die manier wordt het patroon van 'allen tegen één' doorbroken.
14
"Pesten is altijd omwille van het uiterlijk." Het uiterlijk is soms wel het onderwerp van pesterijen, maar niet de echte reden ervan. Het is eerder zo dat het 'plagen omwille van uiterlijkheden' kan uitmonden in pesten, indien de gepeste op een bepaalde manier reageert. Wanneer de gepeste bijvoorbeeld begint te huilen of gaat klikken bij de leiding, dan kan dit verdere pesterijen in de hand werken. Bovendien is pesten een complex probleem waarbij meerdere factoren als oorzaak kunnen aangeduid worden. "Bij ons wordt niet gepest." Denk niet te snel dat er op onze school niet gepest wordt. Vaak is het wel heel moeilijk precies pestgedrag te achterhalen. In de meeste gevallen vinden deze situaties plaats wanneer niemand (van de leerkrachten) het ziet. Pesten is allom tegenwoordig, het is aan ons, als opvoeder, om de signalen op te vangen en om er ook daadwerkelijk iets mee te doen. "Het zijn altijd dezelfden die pesten of gepest worden." Dit is niet noodzakelijk zo. Het is mogelijk dat een leerling gepest wordt op school omdat hij / zij geen goede resultaten haalt, maar anderzijds in de sportclub bewonderd wordt omdat hij / zij enorm goed kan sporten. Het is aan ons om al deze vooroordelen van de kaart te vegen. Dit zijn reacties die heel veel voorkomen, maar die de gepeste leerlingen niet verder helpen. Wij moeten duidelijk kunnen bewijzen dat dit niet de gepaste reacties zijn.
□
De pester
Pesters komen vaak zelfzekerder over, ze slagen er zelfs in om andere leerlingen te betrekken in hun pestactiviteiten. Je kan je echter wel afvragen waarom ze zich steeds zo zelfzeker voelen. Als leerkracht is het ook heel moeilijk om de juiste signalen op te vangen, vaak weten we niet wie pesters zijn en waarom dit gedaan wordt. Hieronder vind je enkele signalen terug die erop kunnen wijzen dat die leerling wel degelijk een pester is. Het is wel belangrijk te stellen dat niet iedereen die één van deze signalen uitstraalt, daarom dan ook meteen een pester is. Het is echter ook moeilijk om een zeer gedetailleerde beschrijving te geven van een pester.
15
Een pester: is een populair individu, een haantje-de-voorste, heeft een grote mond is ouder, rijper… kan zich niet inleven in de gevoelens van anderen is agressiever, staat positief t.o.v. geweld is extravert en impulsief komt voor eigen mening uit is eigenlijk minder zeker dan hij of zij lijkt heeft de neiging om te domineren vraagt aandacht door een heldenrol te spelen is fysiek sterker heeft moeite met regels en grenzen schat situaties en effect van gedrag verkeerd of helemaal niet in heeft het moeilijk om met stress en spanning om te gaan is soms zelf slachtoffer in een andere situatie is een stoer, tegendraads en opstandig type laat zich omringen door meelopers of gelijkgezinden, wiens hulp hij of zij nodig heeft is sterk begaan met zichzelf durft gemakkelijker te protesteren wanneer hem of haar iets niet aanstaat wil populair zijn en gezag afdwingen
□
De gepeste
Vaak is degene die gepest wordt 'anders dan de anderen'. Dit 'anders-zijn' kan je op verschillende manieren invullen. Uiterlijke kenmerken zoals een bril dragen, rood haar hebben, een beugel dragen, dik zijn, ouderwetse kleren aan hebben… kunnen een aanleiding zijn tot pesten, maar hoeven dit niet noodzakelijk te zijn. Het kan best zijn dat iemand die dik is, niet gepest wordt. Het pesten ligt zelfs meestal aan andere zaken dan het uiterlijk, zoals het niet beantwoorden aan de groepsnorm (hoe wil de groep dat ik ben?). Het kan ook gaan om het hebben van aparte hobby's, het anders zijn van het thuismilieu, het taalgebruik van het kind, de manier van omgaan met de leiding… Het gaat er immers ook om of je jezelf kan verdedigen en of je er voor kan zorgen dat de anderen je respecteren. Het is ook zo dat sommige meisjes of jongens die
16
gepest worden daar niet snel over gaan praten. Ze willen niet als een klikspaan beschouwd worden, ze zijn bang of voelen zich beschaamd. Vaak wordt een gepeste niet meteen herkend. Vele leerkrachten geven ook duidelijk aan dat ze in vele gevallen niet zien dat er iemand gepest wordt. Toch zijn er heel wat signalen die ons duidelijk maken dat een leerling gepest wordt. Hieronder vind je een hele reeks van deze signalen terug, wel is het heel belangrijk rekening te houden met het feit dat niet alle signalen meteen wijzen op pesten. Het is ook onmogelijk te stellen dat één persoon al deze signalen zal vertonen. Een gepeste leerling: staat afkerig tegenover geweld, conflicten of agressief taalgebruik en weet niet hoe ermee om te gaan is fysiek zwakker is in zichzelf gekeerd en onzeker in sociale contacten durft niet opkomen voor zichzelf en heeft een lage zelfdunk is angstiger is vaker eenzaam wijkt op bepaalde manieren af van de groepsnorm (draagt andere kleren, is slecht in sport, houdt van andere muziek…) reageert niet efficiënt onder druk (gaat dan bijvoorbeeld klikken, wenen) heeft meestal een pestverleden keert zich bij pesten ofwel in zichzelf en reageert niet, of gaat juist overdreven reageren en kwaad worden heeft weinig vrienden en wordt vaak laatst gekozen bij het vormen van groepjes zoekt het gezelschap van de leerkrachten en andere instanties op om zo wat bescherming te krijgen is vaker afwezig of komt zelfs niet meer opdagen op de bijeenkomsten zijn of haar kledij is beschadigd, spulletjes zijn vaak vernield of gestolen wordt met een scheldnaam aangesproken probeert zichzelf weg te stoppen en zo min mogelijk op te vallen voelt zich beschaamd
□
De “meelopers”
17
Tot de middengroep behoort iedereen die zelf geen pester is of zelf geen slachtoffer is van pesterijen. Bij het aanpakken van pestsituaties is deze groep heel belangrijk. Eén van de mogelijke kenmerken van een pester is immers populair willen zijn. Wanneer de middengroep stopt met meepesten of er tegen reageert is de kans dus groot dat de pester, die dan alleen staat, zal ophouden. Binnen de middengroep kan je nog verschillende kleinere groepjes herkennen. Sommigen van deze middengroep sluiten zich aan bij de pester en vormen zo een pestgroepje. Dit kan komen door de bewondering die zij hebben voor de leidinggevende pester, of omdat ze er zelf voordeel uit kunnen halen. Een andere mogelijke reden is dat ze bang zijn om zelf gepest te worden. Of ze gebruiken het meepesten als uitlaatklep voor hun eigen frustraties. Sommige kinderen zien dan weer helemaal niet dat er gepest wordt in hun groep. Aan de andere kant zijn er ook kinderen die het pesten wel zien, maar er niets aan doen, het laat hen totaal onverschillig. Door niets te doen, houden ze wel het pestprobleem mee in stand. Het zijn slechts enkelingen die de gepeste in bescherming durven nemen en tegen de stroom ingaan. Uit onderzoek blijkt dat tachtig procent van de middengroep zich schuldig voelt en het niet fijn vindt als er gepest wordt.
□
De oorzaken van pesten Een van de meeste redenen dat er gepest wordt, is omdat iemand er anders uitziet. Vaak zijn dit dingen zoals rood haar, een beugel, een bril, iemand die scheel kijkt, iemand die andere kleding draagt of omdat iemand een andere nationaliteit heeft. Een tweede oorzaak is dat pesters vaak jaloers zijn op diegene die zij pesten. De personen die zij pesten hebben vaak spullen waarvan pesters niet in het bezit zijn. Of soms hebben de personen die gepest worden karakteristieken die de pesters ook graag zouden hebben. De pester oogt in vele gevallen heel zelfzeker, maar diep vanbinnen kan deze zelf ook onzeker zijn. Het is uit deze onzekerheid dat iemand beslist bepaalde personen te pesten.
18
De bekendste en belangrijkste oorzaak is “meelopen”. Vaak pesten meelopers iemand omdat zij bang zijn om zelf ook gepest te worden. Indien de meelopers tegen het pestgedrag in zouden gaan, zou het pesten in vele gevallen niet meer doorgaan.
□
De gevolgen van pesten Pesten is een zwaar probleem en heeft heel wat gevolgen voor de pester, gepeste en ook voor de rest van de klas.
Gevolgen als je zelf gepest bent: Je voelt je minder dan anderen. Je hebt het gevoel dat je niets goed kunt doen. Je bent soms heel alleen. Anderen vinden je misschien wel anders en vreemd. Het gaat minder goed op school. Je bent bang om naar school te gaan. Je gaat liever niet naar school. Je bent bang om nieuwe vrienden te maken. Je kunt niet goed meer slapen omdat je ligt te piekeren over het pesten. Je voelt je heel somber. Je gaat geloven wat de pesters over je zeggen. Gevolgen voor de klasgroep: Er is een ongezellige sfeer in de klas. Sommige klasgenoten halen slechtere cijfers omdat ze het niet leuk meer vinden in de klas. Klasgenoten voelen zich schuldig. Ze vinden dat ze iets tegen het pesten zouden moeten doen, maar durven niet omdat ze bang zijn zelf gepest te worden.
19
4. Beleid □ Sensibiliseren □ Signaleren □ Interveniëren
□
22
Sensibiliseren
Een eerste luik in ons beleid bestaat uit het sensibiliseren van zowel leerlingen, ouders als leerkrachten. Op deze manier willen we de betrokkenheid van de jongeren en volwassenen verhogen, zodat pesten niet afgewimpeld wordt. Pesten moet door de hele school ernstig genomen worden: door de directie en leerkrachtteam,
het
administratief-,
het
pedagogisch-
en
het
onderhoudspersoneel, ouders en leerlingen. Het beïnvloedt het schoolklimaat en de schoolcultuur. Het is de eerste stap om die te veranderen. Hoe proberen we de verschillende partijen te sensibiliseren? Affiches tegen pesten op duidelijk zichtbare plaatsen Slogans in elke klas: “Pesten, don‟t try this @ home!” Leerlingen (1
ste
jaars, 3
de
jaars, 5
de
jaars) krijgen “pestfolder” in het begin
van het schooljaar. Hierin is allerlei informatie te vinden over wat er gedaan wordt en wie er kan aangesproken worden wanneer er sprake is van pesten. Leerkrachten krijgen informatiefolder. Beleid wordt vermeld en toegelicht op schoolwebsite. Klasactiviteiten tegen pesten. Informatieavond voor ouders. Uitgebreid werken rond pesten tijdens de Vlaamse Week tegen Pesten. Activiteitenmap pesten Onthaal eerstejaars tijdens de eerste schooldag door de leerlingen van de leerlingenraad. Organiseren teambuildingactiviteit eerste schooldag.
□
23
Signaleren
Een tweede luik uit ons beleid bestaat uit het signaleren van pestgedrag. Dit is het melden van alle pestgedrag zodat pesten niet onbesproken voorbijgaat. Op deze manier kan dit gedrag niet escaleren. Het is tevens ook mogelijk om een vermoeden van pesten te melden. We rekenen erop dat iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt om dit te doen: ouders, leerlingen, leerkrachten, directie en ondersteunend personeel. Het is de bedoeling om de leerlingen duidelijk te maken dat dit gedrag op school samen besproken wordt, met de bedoeling tot het vinden van een oplossing. Het is ook ons doel om de communicatie over pesten op school te bevorderen. We willen ouders, leerkrachten en leerlingen stimuleren om te praten. Volgende initiatieven worden genomen om dit in goede banen te leiden: Verantwoordelijke verdraagzaamheidbeleid: Op EDUGO campus Lochristi is er een verantwoordelijke die elk pestgeval bekijkt, bespreekt en aanpakt. Pestpolitie: Enkele leerlingen uit de derde graad houden een extra oogje in het zeil. Indien ze pesten opmerken wordt dit meteen doorgegeven aan de verantwoordelijke. Open communicatie naar ouders toe. Indien er pesten wordt opgemerkt, dan worden de ouders op de hoogte gesteld van het probleem, de aanpak en de opvolging ervan. Alle meldingen worden nauwkeurig beschreven in de leerlingendossiers. Op deze manier kunnen we kordaat ingrijpen indien pesten opnieuw voorvalt. Leerlingen uit de eerste graad hebben een vertrouwensleerkracht die ze altijd kunnen aanspreken indien ze problemen hebben. Er zijn tevens heel wat aanspreekpunten voor onze leerlingen. Zo kunnen ze
steeds
terecht
vertrouwensleerkracht… .
bij
de
graadcoördinator,
titularis,
□
24
Interveniëren
Een derde luik in het beleid is het interveniëren. Hier is het doel het voorkomen van of ingrijpen bij pesten, samen met de nodige afspraken. Een effectieve interventie is afhankelijk van een gezamenlijke strategie. De school is te weinig gebaat bij een occasionele en telkens verschillende aanpak. Elke melding wordt dus op éénzelfde manier besproken, aangepakt en opgevolgd. Dit gebeurt
door
de
graadcoördinatoren
en
de
verantwoordelijke
verdraagzaamheidbeleid. We werken op EDUGO campus Lochristi via de “vijfsporenaanpak” (zie aanpak pesten).
5. Aanpak □ De Vijfsporenaanpak
□ De “Vijfsporenaanpak” Het beleid tegen pesten volgt steeds dezelfde consequente en gezamenlijke aanpak. Deze aanpak steunt op het samen naar oplossingen zoeken. We proberen steeds beide partijen op een rustige manier aan te spreken. Zeer belangrijk in deze gesprekken is dat we niet de kaart trekken van het bestraffen van het gedrag, maar de kaart van het oplossen van het probleem. Deze aanpak is afgeleid van de “No Blamemethode” waarin de leerlingen de verantwoordelijkheid krijgen, mits begeleiding, het probleem op te lossen. Pesters krijgen dus de kans om hun gedrag goed te maken. Er wordt tevens wel verondersteld dat deze kans aangegrepen wordt. Indien dit niet het geval zou zijn, dan kunnen er wel sancties volgen. Deze werkwijze wordt beschreven in de “Vijfsporenaanpak”.
Stap 1: Gesprek met de gepeste leerling(en). Gesprek wordt gevoerd aan de hand van een leidraad.
Stap 2: Gesprek met de pester(s) en medepester(s) Gesprek wordt gevoerd aan de hand van een leidraad.
Stap 3: Gesprek met beide partijen Het doel is elkaar duidelijk maken wat men voelt en waarom deze situatie zich voordeed. Focus ligt op het zoeken naar oplossingen. Leerlingen krijgen de kans om deze oplossingen uit te voeren. Er wordt van beide partijen verwacht dat ze dit daadwerkelijk ook doen. De leerlingen krijgen de kans om hieraan te werken. Na een tweetal weken volgt er een evaluerend gesprek. De leerlingen worden gedurende deze tijdspanne wel opgevolgd.
26
27
Stap 4: Evaluerend gesprek met beide partijen:
o
Hoe is de situatie verder verlopen?
o
Hebben jullie de werkpunten uitgevoerd?
o
Is de situatie opgelost?
o
Wat is jullie gevoel op dit moment?
Stap 5:
Indien de situatie is opgelost wordt dit afgesloten. Indien dit niet het geval is wordt er bijgestuurd. Deze bijsturing kan op verschillende manieren: o
Nieuwe kans om hier verder aan te werken.
o
Bij het herhaaldelijk mislukken van de aanpak kunnen er verschillende maatregelen genomen worden:
Indien de pester(s) hardnekkig hun gedrag volhouden, dan kunnen er bestraffende
maatregelen
gegeven
worden.
Dit
is
uiteraard
afhankelijk van geval tot geval. Volgende bestraffende maatregelen kunnen genomen worden:
Sancties: Opdrachten rond pesten maken en bespreken bij de graadcoördinator.
Waarschuwing: Indien de pester(s) steeds hervalt / hervallen in hetzelfde gedrag, bestaat de mogelijkheid tot het uitreiken van een officiële waarschuwing voor leefhouding.
Schorsing: Indien de pester(s) blijft / blijven volhouden, ook na een sanctie of waarschuwing, kan er een schorsing volgen.
Uitsluiting: Wanneer de leerling ondanks alle inspanningen van de betrokken partijen koppig blijft volharden in het ongewenste pestgedrag liggen er geen perspectieven meer tot verandering.
6. Waar willen we naartoe? □ Perspectieven
□
Waar willen we naartoe?
“Het enige wat ik wil is dat iedereen me accepteert zoals ik ben”. Deze gedachte vat goed samen waar we als school naar toe willen op het gebied van verdraagzaamheid. Nog al te vaak worden leerlingen gekleineerd en anders behandeld omwille van hun uiterlijk, intellectuele capaciteiten, gevoelens… . Leerlingen moeten elkaar leren accepteren. We kunnen niet verlangen dat iedereen een vriendschappelijke band met elkaar heeft, maar we kunnen wel streven naar een verdraagzame school. Een school waarin iedereen zich veilig en gelukkig voelt. We moeten streven naar het vervolmaken van onze droom namelijk ervoor zorgen dat zowel leerlingen als leerkrachten zich goed voelen op school. Hierbij willen we ook wezenlijk bijdragen aan een wereld waar niet alleen kennis, maar ook sociale waarden belangrijk zijn om mensen te waarderen.
29