Verbinding in verantwoordelijkheid
Jaarverslag 2013
4
Inhoud Voorwoord College van Bestuur
5
DEEL I
7
Algemene informatie
7
I Het ROC ID College II Raad van Toezicht III Ondernemingsraad IV Studentenraad V Vooruitblik 2014
8 12 16 18 19
DEEL II
23
Inhoudelijke ontwikkelingen
23
VI VII VIII IX
24 36 42 44
Onderwijs en begeleiding Medewerker in ontwikkeling Verbinding met de regio Een goede bedrijfsvoering
DEEL III
51
De onderwijsdomeinen
51
X XI XII XIII XIV XV XVI
53 57 61 65 69 73 77
Domein Bedrijfsopleidingen Domein Dienstverlening Domein Economie Domein Gezondheidszorg Domein Oriëntatie en Toeleiding Domein Techniek & ICT Domein Welzijn
DEEL IV
81
Continuïteitsparagraaf 82 Financieel jaarverslag 98
DEEL V
106
Jaarrekening 106 contactgegevens 137
5
Voorwoord College van Bestuur Wij zijn, zoals dat heet, een maatschappelijke onderneming. Wij voeren met publieke middelen een maatschappelijke taak uit. Voor ons betekent dit dat we ernaar streven dat al onze studenten een diploma halen waar zij iets aan hebben en dat wij een belangrijke rol spelen bij het versterken van de economie en de samenleving in onze omgeving. Om het anders te zeggen: wij willen van betekenis zijn door waarde toe te voegen aan onze studenten en onze regio. We hebben daarbij een stevige ambitie: uiteindelijk willen wij bij de top 3 van best presterende ROC’s behoren.
In 2013 hebben we een belangrijke stap gezet in de richting van deze ambities en doelstellingen. Alle eerste- en tweedejaars studenten zijn gestart met een opleiding die is ontworpen volgens ons eigen unieke onderwijsmodel. Hierin staat de beroepspraktijk centraal en krijgen de studenten veel persoonlijke aandacht. De inhoud van ons onderwijs geven we zoveel mogelijk vorm in nauwe samenwerking met bedrijven en maatschappelijke instellingen. Wij geven ze de kans om mee te denken over de kennis en vaardigheden die studenten nodig hebben om op de arbeidsmarkt aan de slag te kunnen. Wij bieden hen hiermee ook de mogelijkheid om een belangrijke rol te spelen bij de beoordeling van de praktijkopdrachten en praktijkexamens. Die samenwerking is belangrijk. Zo vergroten we de kans dat onze studenten goede en zelfbewuste vakkrachten worden of succesvol doorstromen naar het hbo. Ook in een ander opzicht was 2013 een bijzonder jaar. Na jarenlange voorbereidingen, hebben we in Leidschendam-Voorburg een nieuwe school geopend. Het is een modern en licht gebouw dat is voorzien van de laatste ICT-voorzieningen. De studenten en medewerkers voelen zich helemaal thuis in de school.
6
Het bijzondere is dat we deze school delen met een vmbo-school en de bibliotheek. Dit levert mooie kruisbestuivingen op. In Leiden hebben we een belangrijke stap gezet naar de realisatie van een nieuw schoolgebouw. We hebben grond in het hartje van de historische binnenstad gekocht en na een openbare aanbesteding een architect en aannemer gecontracteerd. De verwachting is dat we de nieuwe school over drie jaar kunnen betrekken. In Woerden hebben we een huurcontract voor een nieuw pand gesloten. Ook daar ontwikkelen we een school die aansluit bij de leefwereld van de studenten en de eisen die het werkveld aan een school stelt. Dit jaarverslag hebben we de titel ‘Verbinding in verantwoordelijkheid’ gegeven. Enerzijds benadrukken we daarmee het belang dat we hechten aan de samenwerking met bedrijven, maatschappelijke instellingen en lokale overheden. Aan de andere kant geven we zo aan dat het onze verantwoordelijkheid is het beste uit studenten te halen en hen optimaal voor te bereiden op een snel veranderende samenleving. Otto Jelsma en Oege de Jong
DEEL I Algemene informatie
7
I Het ID College Kernactiviteiten ID College Het ID College is een regionaal opleidingencentrum met vestigingen in Alphen aan den Rijn, Gouda, Leidschendam-Voorburg, Leiden, Katwijk, Woerden en Zoetermeer. Het ID College verzorgt middelbaar beroepsonderwijs, cursussen en educatietrajecten in de domeinen Bedrijfsopleidingen, Dienstverlening (Uiterlijke Verzorging, Sport & Veiligheid, Bakkerij & Horeca), Economie, Gezondheidszorg, Oriëntatie & Toeleiding, Techniek & ICT en Welzijn. De letters ID staan voor individu en identiteit. Wij leggen met onze naam de nadruk op de individuele ontwikkelingsmogelijkheden van onze studenten. Zij maken hun eigen keuzes. Keuzes die bij hen passen, die hen ontwikkelen en waar ze trots op kunnen zijn. Studenten en cursisten leren bij ons niet alleen een vak, maar ontwikkelen zich ook persoonlijk en leren hun weg te vinden in de maatschappij.
Onze missie Wij bereiden jongeren en volwassenen optimaal voor op de arbeidsmarkt, op vervolgonderwijs en op participatie in de samenleving. Ook ondersteunen wij hen in het kader van een leven lang leren. Daarom bieden wij vraaggericht en uitstekend georganiseerd (beroeps)onderwijs aan. Het motto dat wij daarbij hanteren is: ‘Kies voor ontwikkeling, kies voor het ID College’.
Onze ambitie Wij willen trots zijn op het ID College als onderwijsinstelling. Wij willen een zo hoog mogelijk maatschappelijk rendement nastreven. Wij willen dat alle studenten die het ID College verlaten een diploma hebben. Wij willen een belangrijke onderwijspartner in de regio zijn en een lerende organisatie die openstaat voor veranderingen en permanent streeft naar verbetering van het onderwijs en van de ondersteunende processen. Deze ambities realiseren we binnen de kaders van een solide bedrijfsvoering.
Onze kernwaarden Wij leren studenten een vak en zorgen ervoor dat ze het ID College met een diploma verlaten. Hierbij laten we ons leiden door zes kernwaarden. Die waarden zijn de toetssteen van ons dagelijks handelen. Ze bepalen hoe we onze missie en ambitie waarmaken en op welke manier we omgaan met studenten en collega’s. Deze kernwaarden verbinden ons met elkaar, maar scheppen ook verplichtingen. Wij spreken elkaar aan op het naleven van deze waarden en helpen elkaar om ze scherp te krijgen en te houden. • • • • • •
8
Bezieling Integriteit Veiligheid Verantwoordelijkheid Verbinding Vertrouwen
Strategisch programma In 2013 heeft het ID College zich scherp gericht op het nog verder versterken van het onderwijs. Hiervoor hebben we een speciaal strategisch programma in het leven geroepen. Dit programma werkt aan een leeromgeving waarin de studenten een studie kunnen volgen die helemaal past bij hun drijfveren en mogelijkheden. Dat betekent heldere processen waarin iedereen weet wat hij van anderen kan verwachten. Het betekent ook roosters die kloppen en onderwijs waarbij studenten weten waar ze aan toe zijn. Daarnaast zorgt het programma ervoor dat we het verzuim van studenten efficiënt kunnen registreren en afwezige studenten goed kunnen begeleiden om voortijdig schooluitval te voorkomen. Het programma is er bovendien op gericht ons assortiment aan te laten sluiten op de arbeidsmarkt. Het programma Flex-ID zorgt er dus voor dat docenten zich helemaal kunnen richten op het geven van onderwijs en het begeleiden van onze studenten.
Onderwijsmodel Flex-ID Alle projecten en activiteiten binnen het strategisch programma zijn erop gericht ons onderwijsmodel Flex-ID te realiseren. Flex-ID kenmerkt zich door vijf onderdelen: Iedere student krijgt een persoonlijk intakegesprek. Hierin onderzoeken we wat hij kan, weet en wil. We nemen testen af en bespreken zijn interesses en plannen. Samen met de student zoeken we naar een opleiding die helemaal past bij zijn talenten en drijfveren. Elke student heeft een vaste studieloopbaanbegeleider die zijn studievoortgang volgt en hem helpt bij het plannen van zijn studie, stage en examens. Deze begeleider bespreekt vier keer per jaar de voortgang van zijn opleiding en persoonlijke ontwikkeling. De praktijk staat centraal in het onderwijs. De student krijgt authentieke leeractiviteiten waarin hij intensief bezig is met de beroepspraktijk. Deze opdrachten kan hij binnen de school uitvoeren, maar ook in een bedrijf of instelling. Rondom deze authentieke leeractiviteiten groeperen we kennisgerichte cursussen en vaardigheidsgerichte trainingen. De kennis en vaardigheden die een student hierin opdoet, kan hij meteen toepassen in de authentieke leeractiviteiten. Zo leert hij zijn toekomstige beroep goed kennen. Flex-ID geeft een student de ruimte om keuzes te maken. Hij kan keuzeblokken kiezen om zijn kennis en ervaring te verdiepen. Zo leren wij hem een vak dat past bij zijn karakter, ambities en mogelijkheden. In Flex-ID geven we een student veel structuur. We verdelen het jaar in vier periodes van tien weken. Elke dag kent vaste studieblokken. Zo weet de student waar hij aan toe is.
9
Het onderwijsontwerp We hebben Flex-ID gebouwd volgens de principes van het 4C/ID model. In de praktijk betekent dit dat ons onderwijs is opgebouwd uit authentieke leeractiviteiten (ALA’s), kennisgerichte cursussen en vaardigheidsgerichte trainingen. In elke ALA werkt de student aan een situatie uit de beroepspraktijk. Een ALA kan bijvoorbeeld een demonstratie, een casus of een simulatieopdracht zijn. De ALA voeren de studenten uit op school, in de Beroepspraktijkvorming (BPV) of in een andere realistische of reële omgeving. De ALA’s worden omringd door één of meer cursussen en trainingen. Hierin leren de studenten de kennis en vaardigheden die ze nodig hebben om de ALA met succes te kunnen uitvoeren. Daarnaast heeft de docent begeleidingsinformatie (Just-in-Time-information: JIT) tot zijn beschikking. Een volledige opleiding bestaat uit meerdere taakklassen. In een taakklasse zitten verschillende ALA’s met dezelfde moeilijkheidsgraad. De eerste ALA in de taakklasse voert de student met veel sturing en begeleiding door de docent uit; daarna neemt de sturing en begeleiding af en moet de student steeds meer zelfstandig werken. De taakklassen hebben dus een oplopende moeilijkheidsgraad. De taakklasse op het hoogste complexititeitsniveau komt overeen met het niveau van de beginnende beroepsbeoefenaar. Na afsluiting van deze laatste taakklasse ontvangt de student zijn diploma.
De onderwijslogistiek Om Flex-ID mogelijk te maken hebben we duidelijke kaders en spelregels vastgesteld voor alle belangrijke bedrijfsprocessen. Deze afspraken hebben we vormgegeven volgens de principes van het Triple A-referentiekader. Per proces hebben we beschreven welke stappen we moeten doorlopen, welke medewerkers bij welke stappen betrokken zijn, welke rol zij vervullen en welke resultaten (prestatie-indicatoren) we willen behalen. Deze afspraken geven richting en structuur. Bovendien maken de spelregels duidelijk wat we van anderen kunnen verwachten.
10
Organisatie ROC ID College is vormgegeven in een stichting aangestuurd door een College van Bestuur en met een Raad van Toezicht die daarop toeziet. De organisatie bestaat uit de volgende organisatorische onderdelen: • • • • •
College van Bestuur Domeinen Onderwijsteams Strategische stafdiensten Shared Service Centre
Raad van Toezicht Ondernemingsraad College van Bestuur Studentenraad Staf CvB Human Resource Management
Planning & Control
Marketing & Communicatie
Onderwijs & Begeleiding
Afdeling 1
Afdeling 1
Afdeling 1
Afdeling 1
Afdeling 2
Afdeling 2
Afdeling 2
Afdeling 2
Afdeling ...x
Afdeling ...x
Afdeling ...x
Afdeling ...x
domein
domein
domein
domein
domein
domein
domein
Economie
Gezondheidszorg
Welzijn
Dienstverlening
Techniek & ICT
Oriëntatie & Toeleiding
Bedrijfs opleidingen
onderwijs team 1
onderwijs team 1
onderwijs team 1
onderwijs team 1
onderwijs team 1
onderwijs team 1
onderwijs team 1
afdeling 1
onderwijs team 2
onderwijs team 2
onderwijs team 2
onderwijs team 2
onderwijs team 2
onderwijs team 2
onderwijs team 2
afdeling 2
onderwijs team....x
onderwijs team....x
onderwijs team....x
onderwijs team....x
onderwijs team....x
onderwijs team....x
onderwijs team....x
afdeling....x
Shared Service Centre
11
II Raad van Toezicht Scheiding tussen bestuur en toezicht De Raad van Toezicht is belast met het interne toezicht op het ID College. De Raad van Toezicht vervult zijn toezichthoudende rol binnen de context van de branchecode ‘Goed bestuur in de bve-sector’. Naast toezichthouder is de Raad van Toezicht werkgever van het College van Bestuur, het bevoegd gezag van de instelling. Als toezichthouder en werkgever heeft de Raad van Toezicht onder andere de volgende taken op zich genomen: • toezicht houden op het beleid van het College van Bestuur vanuit de maatschappelijke doelstelling van het ID College en de daaraan verbonden onderwijsdoelstellingen; • toezicht houden op de algehele gang van zaken binnen het ID College, zoals de onderwijskwaliteit, het personeelsbeleid, het financieel beleid, de huisvesting en de ICT; • gevraagd en ongevraagd adviseren van het College van Bestuur en fungeren als klankbord voor het College van Bestuur. Op grond van deze taakstelling heeft de Raad van Toezicht in 2013 onder meer de beleidsrijke begroting 2014-2018 vastgesteld en de jaardocumenten 2013 besproken, beoordeeld en goedgekeurd.
Belangwekkende thema’s Het College van Bestuur rapporteert periodiek aan de Raad van Toezicht over de stand van zaken en ontwikkelingen binnen het strategische programma Flex-ID. Dit programma werkt aan een leeromgeving waarin de studenten een studie kunnen volgen die helemaal past bij hun drijfveren en mogelijkheden. Door het realiseren van een transparante leeromgeving, toegeruste medewerkers, een op het werkveld toegesneden assortiment en heldere processen verlaten studenten het ID College gekwalificeerd, succesvol en tevreden met zicht op eigen competenties en toekomstmogelijkheden. Binnen het programma heeft het realiseren van het actieplan ‘Focus op vakmanschap’ van de Minister van Onderwijs, Cultuur & Wetenschappen een eigen plek. Ook de onderzoeken en de rapporten van de Inspectie van het Onderwijs zijn altijd onderwerp van gesprek tussen Raad van Toezicht en College van Bestuur. In het bijzonder noemen we de eindrapportage van het omvattende onderzoek de ‘Staat van de instelling’. In de rapportage toont de inspectie vertrouwen in de wijze waarop het ID College de kwaliteit van het onderwijs en de ondersteunende processen optimaliseert. De inspectie meldt wel dat de kwaliteit van het onderwijs bij twee opleidingen en de examinering bij drie opleidingen een belangrijk punt van aandacht is en blijft. Tevens geeft de inspectie aan dat het systeem van kwaliteitszorg op orde is, maar dat de borging van de uitvoering van de kwaliteitszorg een punt van zorg is. De Raad van Toezicht volgt nauwgezet de verbeteracties die het ID College heeft ingezet. Het strategisch huisvestingsprogramma van het ID College is een terugkerend gespreksonderwerp met het College van Bestuur. Het betreft hier dan vooral de in 2013 gerealiseerde nieuwbouw in Leidschendam en de voorbereiding en uitvoering van de nieuwbouw van de unilocatie in Leiden en de verhuizing van onze vestigingslocatie in Woerden. In ieder overleg met het College van Bestuur bespreken we de resultaten op de strategische kernprestatieindicatoren. Het gaat hierbij onder andere over de scores op studenttevredenheid, jaarresultaat, uitval, ziekteverzuim, medewerkerstevredenheid, groei aantal studenten, solvabiliteit, rentabiliteit en liquiditeit.
12
Governance code Voor de Raad van Toezicht van ROC ID College is goed bestuur en toezicht een belangrijk aandachtspunt. Om die reden is “governance” dan ook een vast agendapunt op het overleg van de Raad van Toezicht met het College van Bestuur. Dit komt voort vanuit de gedeelde overtuiging dat goed bestuur en toezicht ten diensten staan van kwalitatief goed onderwijs en een gezonde en vitale organisatie. De code ‘Goed bestuur in de bve-sector’ is voor het ID College hierbij een belangrijke leidraad. Het ID College voldoet aan deze branchecode. Bestuur en toezicht zijn bij ROC ID College organiek gescheiden. De taken en de werkwijze van de Raad van Toezicht en het College van Bestuur zijn ingevuld conform de afspraken in de code. In de functionerings- en beoordelingsgesprekken met het College van Bestuur en in de zelfevaluatie van de Raad van Toezicht is nagegaan of ook de uitvoering van taken en werkwijze plaats heeft gevonden zoals deze zijn vastgelegd. Om zo goed mogelijk te kunnen voldoen aan de eisen van de branchecode, is de zelfevaluatie van de Raad van Toezicht begeleid door een onafhankelijke derde. Verder heeft het ID College een vastgestelde en goedgekeurde klachtenregeling, een bestuursreglement en een klokkenluidersregeling. Deze regelingen zijn voor alle betrokkenen goed toegankelijk. De integriteitscode is in concept gereed. Samen met het College van Bestuur heeft de Raad van Toezicht een advies gegeven over de nieuwe branchecode ‘Goed bestuur in het mbo’. De Raad van Toezicht onderschrijft in algemene zin de inhoud van deze branchecode, waaraan het ID College zich moet committeren om lid te kunnen blijven van de mbo-raad.
Vergaderingen De Raad van Toezicht is in 2013 vijfmaal bijeen geweest voor het reguliere overleg. De inhoud van deze vergaderingen werd, op de voor hen relevante onderwerpen, voorbereid door de onderwijs- en auditcommissie van de Raad van Toezicht. Ook heeft een delegatie van de Raad van Toezicht tweemaal overleg gevoerd met de ondernemingsraad en de studentenraad. Daarnaast heeft de Raad van Toezicht in het kader van het onderwerp “Focus op vakmanschap’ een werkbezoek aan twee vestigingen gebracht en een themabijeenkomst ‘Strategische ontwikkelingen’ bijgewoond.
13
Samenstelling Raad van Toezicht In 2013 kende de Raad van Toezicht de volgende samenstelling: • • • • • •
de heer H.W.J. Elbers (voorzitter, lid remuneratiecommissie) de heer W.E. van Hulsenbeek (voorzitter auditcommissie) de heer C. Slingerland (voorzitter onderwijscommissie) de heer M.J. Stroop (lid auditcommissie) mevrouw H. Tichler-Schlemper (vice-voorzitter, lid remuneratiecommissie) mevrouw V.Th. Tjon A Ten (lid onderwijscommissie)
In 2014 zal de huidige voorzitter, de heer Elbers, aftreden vanwege het verlopen van zijn tweede zittingstermijn. In 2013 hebben we de werving en selectie in gang gezet van een nieuw beoogd voorzitter voor de Raad van Toezicht. De uitkomsten van de jaarlijkse zelfevaluatie van de Raad van Toezicht lagen ten grondslag aan deze werving en selectie. Dit leidde tot een generiek profiel van de Raad van Toezicht en een profiel voor de te werven voorzitter. Deze profielen zijn voorgelegd aan de ondernemingsraad, de studentenraad en het College van Bestuur. Met ondersteuning van een extern bureau is de selectiecommissie van de Raad van Toezicht gekomen tot een voordracht aan de Raad van Toezicht. In de decembervergadering van de Raad van Toezicht is besloten om de heer B.J.F. Fransen te benoemen tot beoogd voorzitter. De heer Fransen maakt vanaf 1 januari 2014 als lid deel uit van de Raad van Toezicht en zal in juni 2014 de voorzittershamer overnemen.
Nevenfuncties van de leden van de Raad van Toezicht De heer ir. H.W.J. Elbers • Lid Raad van Toezicht van het Meridiaan College in Amersfoort. • Voorzitter bestuur Samenwerkingsverband Amsterdam-Noord. • Lid bestuur Samenwerkingsverband Amsterdam-Diemen. • Lid bestuur coöperatieve vereniging Breedbandnetwerk Onderwijs Amsterdam (BOA). De heer B.J.F. Fransen • Voorzitter Bestuur Edventure (Brancheorganisatie voor School Advies Diensten/Den Haag). • Voorzitter KNVB Amateurverenigingen. De heer drs. W.E. van Hulsenbeek • Lid Raad van Toezicht Stichting Kinderopvang Humanitas. • Commissaris Bafuca B.V. • Commissaris IBL International B.V. • Commissaris NOVEK Group B.V. • Commissaris Rollepaal B.V. • Commissaris Jamacad B.V./Autohaas Groep. • Commissaris Tauw B.V. • Voorzitter Curatorium Postgraduate Accountantopleiding Vrije Universiteit.
14
De heer ing. C. Slingerland • Voorzitter van de stichting Vrienden van de Bonifaciuskerk. • Voorzitter van de stichting Herdenking Joodse Vervolgingsslachtoffers 1940-1945 te Alphen aan den Rijn. • Secretaris van de stichting Wiesenthal Fonds. • Voorzitter van het Comité Herdenkingen Alphen aan den Rijn. • Lid van het Comité van Aanbeveling van de stichting Gilde Alphen Promotie. • Jaarlijks wisselende functie in de Rotaryclub Alphen aan den Rijn. De heer drs. M.J. Stroop: • Financieel Bestuurder Vluchtelingen Werk Midden-Nederland. • Financieel Bestuurder Nederlandse Handboogbond. • Accountant voor Jong Ondernemen, begeleiding HBO & MBO groepen. • Expert voor PUM: Project Uitzending Managers. • Schuldhulpmaatje Stichting Schuldhulpverlening Alphen aan den Rijn. • Penningmeester Stichting IofC Pensioen 65plus. • Penningmeester Stichting Hart voor Alphen. • Freelancer bij Berenschot o.a. Projecten Onderwijs Caribisch Nederland. • Expert bij de Utrechtse Ondernemers Associatie. Mevrouw dr. Varina Th. Tjon A Ten • Ambassadeur Bookids te Den Haag. • Voorzitter van Stichting Hulpverlening en Opvang Prostituees (SHOP) (Den Haag). • Secretaris van de Stichting WASTE, Advisers on Urban Environment and Development (Gouda). Mevrouw H. Tichler-Schlemper • Lid van de Raad van Commissarissen van Stichting Humanitas te Rotterdam. • Lid van het bestuur van Stichting Hospice Lansingerland en van het bestuur van de Vrienden van Stichting Hospice Lansingerland. • Lid van het bestuur van Vereniging Humanitas Lansingerland.
15
III Ondernemingsraad Samenstelling De Ondernemingsraad van het ID College bestond op 1 januari 2013 uit 11 leden. Door het vertrek van twee leden in het begin van het jaar, bestond de raad vanaf eind februari uit 9 leden. Dit aantal is gedurende 2013 ongewijzigd gebleven. Lidwien Meijer (voorzitter) en Margreet Barth (secretaris) vormden het dagelijks bestuur van de OR. Omdat de zittingsperiode van de OR-leden per 1 februari 2014 eindigde, stond 2013 in het teken van de OR–verkiezingen, die in november 2013 plaatsvonden.
Vizier op de toekomst De Ondernemingsraad heeft veel aandacht besteed aan het verbeteren van het eigen functioneren. Hierbij is de Ondernemingsraad uitgegaan van de bepalingen van de Wet op de Ondernemingsraden. In 2013 hebben de Ondernemingsraad en het College van Bestuur duidelijke afspraken gemaakt over hun samenwerking. Deze afspraken hebben ze op 14 mei 2013 bezegeld met het tekenen van de notitie ‘Het vizier op de toekomst’. Naar aanleiding van deze afspraken heeft de Ondernemingsraad vaste commissies in het leven geroepen en de werkgroepen Financiën, Arbo, HRM en Onderwijs en Organisatie opgeheven. Op 1 december hebben we de Ondernemingsraad versterkt met de aanstelling van een ambtelijk secretaris.
Vergaderingen De Ondernemingsraad heeft in 2013 in totaal 19 keer vergaderd. Ook heeft de Ondernemingsraad acht keer overlegd met het College van Bestuur. In deze vergaderingen hebben de Ondernemingsraad en het College van Bestuur vooral gesproken over de onderlinge samenwerking, de werkdruk, de werk- en rusttijdenregeling, de spreiding van werkzaamheden voor het onderwijzend personeel en het werkverdelingsbeleid. Bij dit laatste onderwerp hebben de Ondernemingsraad en het College van Bestuur veel aandacht besteed aan de invulling van de scholingstijd van het onderwijzend personeel. Bij twee vergaderingen met het College van Bestuur was een afvaardiging van de Raad van Toezicht aanwezig. In deze overleggen is toen vooral gesproken over de herinrichting van de strategische stafdiensten, het Shared Service Centra en de bestuursstaf. De Ondernemingsraad heeft verschillende commissies die regelmatig vergaderden. Ter voorbereiding op deze bijeenkomsten, spraken de commissieleden op gezette tijden met de directeuren van de diensten.
16
Contact achterban De Ondernemingsraad belegde tweemaal een achterbanbijeenkomst: op 14 maart in Zoetermeer en op 7 november in Leiden. Op deze bijeenkomsten werd gesproken over de spreiding van werkzaamheden van het onderwijzend personeel, de verkiezingen voor de Ondernemingsraad, de werkkostenregeling en de herinrichting van de diensten. De Ondernemingsraad bracht achtmaal een OR-bulletin uit. Bovendien had zij via de mail een levendig contact met de achterban. Tot slot woonden de leden van de Ondernemingsraad diverse werkoverleggen van teams bij.
Verlenen instemming / geven van positief advies. De Ondernemingsraad heeft positief advies uitgebracht over: • de profielschets van de voorzitter van de Raad van Toezicht. De Ondernemingsraad heeft ingestemd met: • de werk- en rusttijdenregeling.
Verkiezingen Ondernemingsraad 21 november 2013 Op 21 november 2013 vonden verkiezingen plaats voor alle vijftien plekken van de Ondernemingsraad. Vier van de zittende leden hebben zich niet herkiesbaar gesteld. Eén lid verliet het ID College vanwege beëindiging van zijn werkzaamheden. De verkiezingen leidde tot een nieuwe samenstelling van de Ondernemingsraad: 11 nieuwe leden en vier herkozen leden. Hun nieuwe zittingsperiode begint op 1 februari 2014. Met 15 leden is de Ondernemingsraad op dit moment voltallig.
2014 De nieuw gekozen Ondernemingsraad zal met een frisse blik en nieuwe energie de medezeggenschap binnen het ID College vormgeven. Nu is al bekend dat de Ondernemingsraad zich zal buigen over de implementatie van de herinrichting van de diensten, de werkkostenregeling, de intensivering van het onderwijs, het medewerkerstevredenheidsonderzoek, het koersdocument en diverse ARBO-zaken.
17
IV Studentenraad Ook in 2013 is er binnen het ID College weer een Studentenraad actief geweest. De studentenraad heeft zich ingezet om een aantal zaken voor studenten te verbeteren. Het gaat dan onder andere om de examinering, de communicatie tussen de studenten en de docenten, de studieruimtes en het verbeteren van de website. De Studentenraad heeft in 2013 veel aandacht besteed aan het versterken van de communicatie en relatie met de achterban. In dat kader heeft de Studentenraad contact gezocht met de studentenpanels van het ID College. Op elke vestiging van het ID College is zo’n studentenpanel actief. Dit zijn groepen van studenten die meedenken over het verbeteren van de kwaliteit van het ID College. De Studentenraad heeft zijn ideeën met deze studentenpanels besproken en de feedback van de panels verwerkt in zijn voorstellen en werkplannen, die de Studentenraad elk jaar opnieuw opstelt en waar nodig bijwerkt en aanpast. Om de eigen achterban te ontmoeten, heeft de Studentenraad ook diverse vestigingen van het ID College bezocht. Tijdens deze bezoeken heeft de Studentenraad het belang van studenteninspraak benadrukt, het werk van de Studentenraad uitgelegd en studenten gemotiveerd een bijdrage te leveren aan een goed leer- en leefklimaat.
18
V Vooruitblik 2014 In 2014 is de focus van het College van Bestuur in ieder geval gericht op de volgende vier onderwerpen: • Het opstellen en uitvoeren van een nieuw koersdocument van het ID College. • De herinrichting van de strategische stafdiensten, shared service centre en de bestuursstaf. • Het verder uitvoeren van het strategische programma Flex-ID en de koppeling van dit programma aan het landelijke actieplan “Focus op vakmanschap”. • Het ontwikkelen van een strategisch assortimentsbeleid.
Opstellen en uitvoeren nieuw koersdocument Het strategisch plan 2010-2014 ‘Kies voor ontwikkeling’ loopt in 2014 ten einde. Vooruitlopend hierop zijn we eind 2013 gestart met het ontwikkelen van een nieuw koersdocument: ‘Ondernemen in ontwikkeling’. Tot nu toe schreven we elke vier jaar een strategisch beleidsplan. Echter, de samenleving en de arbeidsmarkt veranderen voortdurend en in hoog tempo. Om te voorkomen dat we ad hoc reageren op deze dynamiek, kijken we steeds vooruit en houden we rekening met de trends op korte en lange termijn. Het koersdocument beschrijft waar we in de toekomst willen staan. In ons koersdocument staan onze leidende principes. Het is ons kompas waarmee we de toekomst tegemoet treden. Elke twee jaar onderzoeken we of onze koers nog aansluit bij de maatschappelijke ontwikkelingen en mogelijk om bijstelling vraagt. Om te zorgen voor een groot draagvlak, zorgen we dat het koersdocument tot stand komt in samenwerking met een groot aantal medewerkers. We organiseren daarvoor bijeenkomsten met studenten, het onderwijzend en ondersteunend personeel, de ondernemingsraad, de Raad van Toezicht, de aanleverende scholen, bedrijven, maatschappelijke instellingen en gemeenten. Op het moment dat het koersdocument is vastgesteld, vertalen wij dit document via de kaderbrief naar concrete plannen: het strategisch programma Flex-ID en de domein- en de teamplannen. Op basis hiervan stellen we de beleidsrijke begroting op. Hiermee wordt het koersdocument een onderdeel van onze planning& controlcyclus.
Herinrichting stafdiensten, shared service centre en bestuursstaf In 2013 hebben we de herinrichting van de strategische stafdiensten, het shared service centre en de bestuursstaf ingezet. Met deze herinrichting streven we naar meer effectiviteit en een hogere kwaliteit van de advisering en ondersteuning van het College van Bestuur en de domeindirectie. De adviesvraag voor deze herinrichting hebben we eind 2013 aan de ondernemingsraad voorgelegd. Als de ondernemingsraad een positief advies uitbrengt, beginnen we in 2014 met het plaatsen van de medewerkers en, vanaf 1 april, met de uitvoering van de herinrichting. Hiermee zetten we een belangrijke stap naar een verdere professionalisering van de ondersteuning van het primaire proces. Voor het Shared Service Centre geldt dat we door het samenvoegen van gelijksoortige werkzaamheden een grotere efficiency bewerkstelligen. De hieraan gekoppelde besparingen komen ten goede aan het primaire proces, het onderwijs. De herinrichting leidt in het geval van de bestuursstaf tot een afdeling die het College van Bestuur inhoudelijk, organisatorisch en administratief ondersteunt bij de sturing op de uitvoering van de strategie en de besluitvormingsprocessen. De herinrichting zal leiden tot een betere multidisciplinaire samenwerking tussen het College van Bestuur, de domeinen, de teams, de strategische stafdiensten, het Shared Service Centre en de bestuursstaf. Bovendien brengt de herinrichting de omvang van de ondersteuning meer in balans: we reduceren de omvang van de ondersteuning ten gunste van het onderwijs.
19
Strategische programma koppelen aan “Focus op vakmanschap” In 2013 zijn alle eerstejaars- en tweedejaars studenten gestart met een opleiding die is vormgegeven volgens ons onderwijsmodel Flex-ID. In 2014 gaan wij Flex-ID verder uitbouwen en versterken. We voeren duidelijke spelregels in voor onder andere de instroom van studenten, de studieloopbaanbegeleiding, de onderwijsuitvoering, de examinering, de beroepspraktijkvorming en het plannen en roosteren. Verder bouwen we een digitale onderwijscatalogus waarin we alle leereenheden, onderwijsproducten, lesmaterialen en informatie van al onze opleidingen opslaan en toegankelijk maken voor studenten en medewerkers. We ontwerpen samenhangende onderwijsprogramma’s, bestaande uit losse leereenheden, waarmee we maattrajecten kunnen samenstellen. We bieden studenten de mogelijkheid om hun opleiding te versnellen als dat mogelijk is of te vertragen als dat nodig is. Verder kunnen studenten keuzeblokken kiezen. Zo kan een student zijn onderwijsprogramma personaliseren. Bovendien zorgen we dat het strategisch programma Flex-ID aansluit bij het landelijke actieplan ‘Focus op vakmanschap’. Dit betekent onder andere dat we de opleidingen verkorten en ons onderwijs intensiveren.
Ontwikkelen strategisch assortimentsbeleid Het ID College verzorgt onderwijs in een groot deel van Zuid-Holland. Ons voedingsgebied en onze omringende arbeidsmarkt zijn groot en divers. Tevens hebben wij aan de grenzen van onze regio direct te maken met andere ROC’s. Voor ons is het dan ook van groot belang om inzicht te hebben in de kracht en de mogelijkheden van ons opleidingenaanbod. Aan welke opleidingen hebben de studenten en het werkveld behoefte? Wat zijn de arbeidsmarktperspectieven van de opleidingen? Waar liggen de kansen? Waar kunnen wij samenwerken met andere scholen, instellingen en het bedrijfsleven? Op basis van de antwoorden op dit type vragen ontwikkelen we een aanbod aan opleidingen dat aansluit op de arbeidsmarkt, de scholingsvragen van studenten en de doelmatigheid waar we als instelling naar streven. In 2014 voert ieder domein een portfolio-analyse uit, deze analyses vormen de basis voor een strategisch assortimentsbeleid.
20
21
22
DEEL II Inhoudelijke ontwikkelingen
23
VI Onderwijs en begeleiding Bij het ID College hebben we een eigen onderwijsmodel ontwikkeld: Flex-ID. Dit onderwijsmodel geeft studenten de ruimte om keuzes in hun opleiding te maken. Zo leren wij hen een vak dat past bij hun talenten en ambities. Alle onderwijsactiviteiten richten we op de taken die studenten in hun toekomstige beroep uitvoeren. Daardoor leren ze de kennis en vaardigheden die ze nodig hebben om een goede vakkracht te worden. Maar ons onderwijsmodel gaat verder. Wij leren een studenten ook hoe ze volwaardig kunnen meedraaien in de samenleving of met succes kunnen doorstromen naar het hbo.
De student is tevreden Wij streven ernaar dat iedere student ROC ID College met een kwalificatie verlaat. Wij doen er daarom alles aan om te voorkomen dat een student voortijdig stopt met zijn studie. Daarin zijn we ambitieus. We willen dat iedere student tevreden is met zijn studie en het gevoel heeft dat hij veel geleerd heeft.
24
Onze plannen
Wat we bereikt hebben
Minimaal 70% van de studenten verlaat ROC ID College met een diploma.
In 2013 heeft 71,2% van de studenten een diploma gehaald. De komende jaren hopen we dit percentage verder te verhogen.
De voortijdige schooluitval onder studenten die jonger zijn dan 23 jaar en nog geen startkwalificatie hebben, daalt naar 8,7%.
In 2013 is het aantal voortijdig schooluitvallers gedaald tot 6,8%. We hebben daarmee de laagste uitval in onze regio.
Studenten waarderen hun opleiding met een 7,0.
Studenten waarderen hun opleiding met een 6,8. Dit is hetzelfde als in 2012 maar nog niet naar onze tevredenheid.
Studenten waarderen de school met een 7,0.
Studenten waarden de school met een 6,3. Dat is 0,3 hoger dan in 2012 maar ook hier streven we verbetering na. We verwachten dat ons nieuwe onderwijsmodel zal leiden tot een hogere waardering van studenten.
Het ongeoorloofd verzuim is teruggebracht tot 7%. Hiermee verlagen we de kans op voortijdig schooluitval.
Het ongeoorloofd verzuim is gedaald tot 11%. Dit vinden we nog te hoog. Daarom hebben we ons verzuimprotocol verder aangescherpt.
Studenten waarderen de studieloopbaanbegeleiding met een 3,6 (op een schaal van 5).
Studenten waarderen de studieloopbaanbegeleiding met een 3,3. We verwachten dat onze nieuwe spelregels voor de Studieloopbaanbegeleiding leiden tot een hogere waardering.
Goed leer- en lesmateriaal is belangrijk voor het onderwijs. Daarom willen we dat studenten het leer- en lesmateriaal minimaal met een 3,5 (op een schaal van 5) beoordelen.
Studenten waarderen het leer- en lesmateriaal met een 3,0.Dat vraagt om verbetering. In 2014 gaan we daarom meer aandacht aan de kwaliteit van het onderwijsmateriaal besteden.
Elk onderwijsteam voert minimaal twee studentenpanels per jaar uit. De verbeterpunten uit deze panels nemen alle teams op in hun beleidsplannen.
Elk onderwijsteam heeft twee studentenpanels uitgevoerd. De verbeterpunten die deze panels aangaven, hebben de teams opgenomen in hun jaarplannen.
Aansluiten op de arbeidsmarkt Door de veranderende arbeidsmarkt en technologische vernieuwingen stellen bedrijven en instellingen steeds hogere eisen aan medewerkers. Samen met deze bedrijven en instellingen zorgen we dat ons onderwijs goed aansluit op de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Dat betekent dat ook wij vernieuwen en luisteren naar wat de arbeidsmarkt van studenten vraagt. Zo bereiden wij studenten goed voor op hun toekomstige beroep of een hbo-studie. Onze plannen
Wat we bereikt hebben
Wij betrekken bedrijven en maatschappelijke instellingen bij de inhoud van ons onderwijs. Zo kunnen we studenten goed voorbereiden op de arbeidsmarkt.
Het betrekken van bedrijven en maatschappelijke instellingen hebben we geborgd in het proces onderwijsontwerp. Bedrijven en instellingen spelen ook een rol bij de vaststelling van onze onderwijsproducten.
We hebben projecten op het gebied van e-learning ontwikkeld.
We hebben met succes e-learning pilots uitgevoerd bij Taal en Rekenen en het domein gezondheidszorg. In 2014 gaan we in het hele ID College e-learning projecten ontwikkelen.
We versterken ondernemerschap en ondernemendheid binnen onze opleidingen.
We hebben samen met de Rabobank VlietstreekZoetermeer het Leidschendams Ondernemend Onderwijs Netwerk (LOON) opgericht. Deze stichting stimuleert ondernemend gedrag bij mbo-studenten. Verder zijn we binnen het ID College het project Onderneem ID gestart. Hierin wisselen docenten ervaringen uit met betrekking tot ondernemend onderwijs.
Wij willen meewerken aan het versterken van het sociaal-maatschappelijk klimaat in onze regio. Daarom ontwikkelen we een onderwijsconcept voor wijkleerbedrijven. In deze wijkleerbedrijven doen studenten buiten de muren van een school praktijkervaring op en helpen ze buurtbewoners met allerlei hand- en spandiensten.
In de gemeenten Gouda, Leiden, Katwijk en Teijlingen hebben onze studenten gewerkt in wijkleerbedrijven om praktijkervaring op te doen.
Om studenten beter voor te bereiden op de globalisering van de arbeidsmarkt, geven we meer ruimte aan internationalisering binnen het onderwijs.
Ongeveer 150 studenten hebben een internationale stage gevolgd. Circa 30 docenten hebben deelgenomen aan een internationale training of stage. Daarnaast nemen we deel aan 10 internationale netwerken ter bevordering van internationalisering in het onderwijs.
25
Vermindering verzuim studenten Het is belangrijk dat we weten hoe vaak studenten afwezig zijn. Veel afwezigheid is namelijk vaak een voorbode van ongediplomeerde uitval. Dat willen we voorkomen. Ons streven is dat elke student het ID College met een diploma verlaat. Daarom hebben we met ingang van het nieuwe schooljaar een nieuw systeem van registratie van presentie en absentie ingevoerd. Doel daarvan is studenten vooral meer aandacht geven. Hoe meer zij zich gekend voelen, hoe kleiner de kans is dat ze zonder diploma hun opleiding verlaten. Onze plannen
Wat we bereikt hebben
We hebben de aanwezigheidsregistratie vereenvoudigd.
Per 1 september 2013 registreren we de aan- en afwezigheid van studenten op digitale wijze in het leslokaal.
We verbeteren de begeleiding van studenten die afwezig zijn.
We hebben een nieuw verzuimprotocol ingevoerd. Hierin staat nauwgezet beschreven hoe we studenten begeleiden die absent zijn.
De studieloopbaanbegeleider van de student hoeft minder administratieve handelingen uit te voeren. Hierdoor heeft hij meer tijd om de student daadwerkelijk te begeleiden.
De studieloopbaanbegeleiders leggen hun gesprekken met studenten vast in een digitaal begeleidingssysteem (DBS).
We hebben het verzuim van studenten beter in beeld. Zo kunnen we eerder actie ondernemen en samen met de student oplossingen zoeken voor problemen die zijn studie belemmeren.
De informatie over de aan- en afwezigheid van de student is digitaal beschikbaar en gemakkelijk in te zien. Hiermee is het verzuim inzichtelijk en kunnen we de student sneller en beter helpen bij mogelijke problemen.
Verbetering van ons onderwijs Wij willen wetenschappelijk onderbouwd onderwijs aanbieden. Daarom zijn we een samenwerkingsverband met de Open Universiteit aangegaan. Vanaf 2013 doen we actief onderzoek naar de effecten van onze eigen onderwijspraktijk. Wat werkt? Hoe kunnen we ons onderwijs nog effectiever maken? Zo maken we het mogelijk dat we ons onderwijs voortdurend blijven verbeteren.
26
Onze plannen
Wat we bereikt hebben
We bieden studenten een duidelijke structuur.
We hebben in alle opleidingen dezelfde spelregels ingevoerd voor de werving van studenten, de studieloopbaanbegeleiding, de beroepspraktijkvorming en het plannen en roosteren.
We hebben een expertisecentrum opgericht dat docenten ondersteunt bij het verbeteren van hun onderwijs.
Zes docent-experts ondersteunen docenten bij het verbeteren van studieloopbaanbegeleiding, Loopbaan en burgerschap, beroepspraktijkvorming, praktijkonderzoek, Moderne Vreemde Talen, ICT, leerbedrijven en ondernemende onderwijsconcepten.
Onze plannen
Wat we bereikt hebben
We gaan actief aan de slag met praktijkonderzoek. Hiermee maken we een voortdurende verbetering van het onderwijs mogelijk.
We hebben een Research Lab opgezet. Hierin doen docenten onder leiding van interne experts onderzoek naar de effectiviteit van peer review en lesbezoeken. Het Research Lab heeft daarnaast een protocol voor lesbezoeken opgesteld. Op basis van dit protocol hebben teamleiders en docenten ook daadwerkelijk de lessen van docenten geobserveerd. In samenwerking met de Universiteit van Maastricht doen we bovendien onderzoek naar de effectiviteit van self-coachingsprotocollen.
We doen in elk domein een onderzoek (audit) naar de kwaliteit van het onderwijs.
We hebben audits uitgevoerd bij de domeinen Economie en Techniek & ICT. Ook hebben we een onderzoek gedaan naar de kwaliteit van onze VM2-trajecten. Dit zijn trajecten die we samen met een vmbo-school uitvoeren en waarin studenten zowel een vmbo-diploma als een mbo-diploma halen.
Taal en rekenen Alle studenten krijgen te maken met landelijke examens Nederlands en rekenen. Taal en rekenen zijn essentiële basisvaardigheden voor al onze studenten. Niveau 4-studenten moeten bovendien een landelijk examen Engels doen. Om hen goed voor te bereiden op deze examens, versterken we ons onderwijs in deze vakken. Onze plannen
Wat we bereikt hebben
We ontwikkelen een nieuwe vorm van taal- en rekenonderwijs.
In alle opleidingen kenmerkt ons taal- en rekenonderwijs zich door een drieslag: beroepsgerichte lessen, aparte lessen en remediëring.
Studenten met een taal- en/of rekenachterstand krijgen individuele begeleiding om hun tekorten weg te werken.
In alle onderwijsteams geven we remediërende begeleiding aan studenten met taal- en rekenachterstanden.
Een substantieel aantal studenten doet mee aan de pilotexamens Nederlands en rekenen.
Bij 3500 studenten op niveau 2, 3 en 4 hebben we 7000 pilotexamens afgenomen voor Nederlands en Rekenen.
27
Verbetering beroepspraktijkvorming De beroepspraktijkvorming is een belangrijk onderdeel van de opleiding. Hierin doet een student praktijkervaring in een bedrijf of instelling op en leert hij het beroep van binnenuit kennen. Dit jaar hebben we vooral ingezet op het verbeteren van de kwaliteit van de stageplaatsen voor studenten van niveau 1 en 2. Op deze manier hopen we de uitval op deze niveaus verder te verlagen en de succeskans voor studenten te vergroten. Onze plannen
Wat we bereikt hebben
Intensieve begeleiding van studenten op niveau 1 en 2 op weg naar en tijdens de stage.
In de opleidingsrichtingen Verkoper, Orde en Veiligheid, Kappers, Sport en Bewegen hebben we studenten op niveau 1 en 2 extra begeleid tijdens hun beroepspraktijkvorming. Daarnaast hebben we meer aandacht besteed aan een goede matching tussen de studenten en de leerbedrijven.
We hebben stageplaatsen gecreëerd voor studenten We hebben via de projecten Citysteward die niet in het reguliere werkveld aan de slag kunnen (beveiligingstrajecten in samenwerking met ADO Den Haag en de politie), Salon 21 (een schoonheidssalon in onze school in Leiden) en diverse wijkleerbedrijven en leerafdelingen bij instellingen en bedrijven een groot aantal stageplaatsen gerealiseerd voor studenten die niet op de gebruikelijk wijze bij externe bedrijven stage kunnen lopen. De inhoud en vorm van de beroepspraktijkvorming en de begeleiding van studenten op niveau 1 en 2 stemmen we af met de stagebedrijven en kenniscentra.
28
Alle domeinen hebben met stagebedrijven afspraken gemaakt over de begeleiding van studenten op niveau 1 en 2. Bij het domein Techniek & ICT hebben we verschillende panelbijeenkomsten gehad met het bedrijfsleven.
School-Ex programma Door de economische crisis is de jeugdwerkloosheid fors gestegen. Dat is ook het geval voor afgestudeerde mbo-studenten. Het vinden van een baan is moeilijker en duurt langer. De arbeidsmarkt vraagt om steeds hoger opgeleide medewerkers. Een startkwalificatie voldoet vaak niet meer. Daarom doen we mee aan het School-Ex programma. Hierin verstrekt de minister een aanvullende vergoeding aan onderwijsinstellingen om studenten te stimuleren een beroepsopleiding te kiezen met een goed arbeidsmarktperspectief in de regio. Onze plannen
Wat we bereikt hebben
Alle examenkandidaten stimuleren door te leren in een opleiding met een goed arbeidsmarktperspectief
3.753 examenstudenten hebben een enquête ingevuld over hun toekomstplannen. Van deze studenten kiest: • 24% een HBO opleiding • 28% een BOL opleiding • 10% een BBL opleiding • 17% gaat werken • 12% is werkzoekend • 9% is onbekend Met iedere student hebben we een gesprek gevoerd over hun plannen.
We stimuleren jongeren die zich aanmelden voor een beroepsopleiding zoveel mogelijk te kiezen voor een beroepsopleiding met een goed arbeidsmarktperspectief in de regio
We hebben een voorstel gemaakt om tijdens de intake van een potentiële student aandacht te besteden aan het arbeidsmarktperspectief van de opleiding die de student wil doen. Zo maken we hem bewust van zijn opleidingskeuze en de mogelijkheden na de opleiding. De student staat echter altijd vrij om zijn eigen opleidingskeuze te maken.
We maken studenten bewust op welke wijze ze hun kansen op de arbeidsmarkt kunnen vergroten
We hebben een voorstel gedaan hoe we binnen de studieloopbaanbegeleiding aandacht kunnen besteden aan belangrijke vaardigheden als solliciteren en netwerken. De verwachting is dat we deze plannen in 2014 gaan uitvoeren.
We ondersteunen studenten bij de keuze voor een vervolgopleiding of werk.
Studenten die wilden werken, maar nog geen baan hadden gevonden, hebben we tips gegeven hoe ze baan konden vinden en het advies gegeven naar het UWV te gaan.
29
Totaal aantal studenten 11600 11400
11368
11377
11800
11200
10724
11000 10800
2011
2012
10600 10400
2013
10200 10000 Totaal
Aantal studenten per niveau 5329 5383 5029
6000
3431 3362 3201
5000 4000
2011
2339 2267 2074
3000
2012
2000
2013
278 356 420
1000 0
Niveau 1
30
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Aantal studenten per leerweg (BOL en BBL)
2391 BOL BBL 8333
Aantal studenten per domein 4% 15%
Economie (2481 studenten) 23% Welzijn (2158 studenten)
Gezondheidszorg (2434 studenten) 15% 20%
Dienstverlening (1649 studenten)
Techniek & ICT (1583 studenten) 23% Orientae & Toeleiding (419 studenten)
31
Diplomaresultaat Het aantal studenten dat het ID College met een diploma verlaat, als percentage van het totaal aantal studenten dat in datzelfde jaar het ID College heeft verlaten.
60%
Niveau 3
66,0% 68,5% 71,2%
Niveau 2
2012 - 2013 71,4% 75,0% 75,2%
61,7% 62,0% 67,2%
80%
2011 - 2012
57,4% 62,3% 67,1%
100%
78,0% 72,3% 70,4%
2010 - 2011
40% 20% 0% Niveau 1
Niveau 4
Totaal
Jaarresultaat Het aantal schoolverlaters dat in een bepaald jaar een diploma heeft gehaald, als percentage van het totaal aantal studenten dat in datzelfde jaar het ID College verlaten heeft.
68,3% 71,7% 72,6%
65,9% 67,8% 71,0%
60%
61,2% 60,4% 66,6%
65,0% 68,4% 71,7%
80%
76,4% 73,4% 75,0%
100%
Niveau 4
Totaal
40% 20% 0% Niveau 1
Niveau 2
2010 - 2011
32
Niveau 3 2011 - 2012
2012 - 2013
Aantal studenten vmbo-havo-vwo (totaal 424)
73
82
VMBO HAVO VWO
269
Diplomarendement vavo 89% 87% 85% 83%
85%
85%
Havo
Vwo
82%
81% 79% 77% 75% Vmbo
33
Aantal vavo-studenten 2011-2012-2013 440
437
435 430
424
425 420 415
412
410 405 400 395 2011
2012
2013
Aantal educatiestudenten 2013 (totaal 1483) 172
84
Sociale redzaamheid
Professionele redzaamheid ongekwalificeerd Alfabesering 1227
34
Aantal educatie-studenten 2011-2012-2013 3500 3000
2910
2500 2000 1483
1500
1196
1000 500 0 2011
2012
2013
35
VII Medewerker in ontwikkeling Goed onderwijs staat of valt met de deskundigheid van onze medewerkers. Uit onderzoek blijkt dat goed opgeleide en vakbekwame medewerkers in staat zijn om de leerprestaties van studenten te verhogen en hen optimaal voor te bereiden op arbeidsmarkt of vervolgonderwijs. Daarom besteden we veel aandacht aan de ontwikkeling van alle medewerkers van het ID College zodat zij ondernemend in hun eigen vak kunnen zijn en de ruimte krijgen om betekenis te geven aan hun werk.
Tevreden medewerkers Een van onze speerpunten is het vergroten van de tevredenheid onder medewerkers. We doen er alles aan om een aantrekkelijke werkgever te zijn die investeert in de ontwikkeling van medewerkers. Medewerkers krijgen de kans om hun kennis en vaardigheden te ontwikkelen en invloed te nemen op de ontwikkeling van het onderwijs. Bovendien bieden we goede arbeidsvoorwaarden en een gezonde en veilige werkomgeving.
36
Onze plannen
Wat we bereikt hebben
We vergroten de tevredenheid onder medewerkers.
Periodiek voeren wij een medewerkerstevredenheidsonderzoek uit. Het volgende onderzoek voeren we uit in 2014. Op basis van de uitkomsten nemen we verbeteracties in de jaarplannen op. We betrekken de medewerkers bij het ontwikkelen van deze verbeteracties. Zo gaan zij zich medeverantwoordelijk voelen voor hun eigen tevredenheid.
Het ziekteverzuim onder medewerkers bedraagt maximaal 4,5%
Het gemiddelde verzuimpercentage over 2013 is 4,78%. Ten opzichte van 2012 (5,72%) betekent dit een daling van 1% waarmee we de doelstelling nagenoeg behaald hebben.
Alle medewerkers hebben een functionerings- en beoordelingsgesprek met hun leidinggevende. Op basis daarvan stellen ze ook een persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) op dat ze bespreken met hun leidinggevenden
Dit hebben we in 2013 niet bereikt. We hebben inmiddels maatregelen genomen om dit doel in 2014 wel te bereiken. Zo hebben we alle leidinggevenden getraind in het voeren van functionerings- en beoordelingsgesprekken. Daarnaast hebben we instrumenten en formats ontwikkeld die leidinggevenden en medewerkers helpen de jaarlijkse gesprekscyclus goed te kunnen voeren.
Human Resource Development Continue professionele ontwikkeling is de levensader voor onze organisatie. Daarom geven we onze medewerkers de ruimte om hun professionaliteit verder te ontwikkelen. Ze krijgen de kans hun kennis en vaardigheden te ontwikkelen. Ook stimuleren we medewerkers om het toekomstige werkveld van de studenten te verkennen. Zo zijn zij beter in staat om studenten voor te bereiden op hun latere beroep en/of op een mogelijke vervolgopleiding Onze plannen
Wat we bereikt hebben
We hebben een visie over de ontwikkeling van medewerkers vastgesteld.
In 2013 hebben we uitgangspunten voor deze visie vastgelegd. In 2014 gaan we onderzoek doen naar de ontwikkelvragen en –behoeften binnen het ID College. Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek en onze uitgangspunten stellen we in 2014 een heldere visie op over de ontwikkeling van medewerkers.
We hebben een programma uitgewerkt voor de ontwikkeling van leidinggevenden.
Alle leidinggevenden hebben deelgenomen aan een Management Development Programma. Dit programma is gericht op de ontwikkeling van leidinggevenden tot inspirerende en resultaatgerichte managers.
De bevoegdheid en bekwaamheid van alle docenten voldoen aan de wettelijke eisen.
We hebben onderzoek gedaan naar de wettelijke bevoegdheid van onze docenten. Waar nodig zijn docenten gestart met het behalen van de vereiste diploma’s en onderhouden van de noodzakelijke bekwaamheden. Hierbij heeft een groot aantal docenten gebruikt gemaakt van de lerarenbeurs. Op deze manier bereiken we dat al onze docenten zich kunnen registreren in het komende lerarenregister.
37
Strategische formatieplanning Het is belangrijk dat we de juiste medewerkers op het juiste moment, op de juiste plekken beschikbaar hebben. Welke competenties dienen medewerkers te hebben? Hoeveel medewerkers hebben we in de toekomst nodig? Daarop gaan we beter inspelen. Daarom willen we de in-, door- en uitstroom van medewerkers helder in beeld krijgen. Deze gegevens kunnen we gebruiken om daar waar nodig bij te sturen in een richting die bijdraagt aan het bereiken van onze strategische doelen. Hiermee anticiperen wij op de toekomst in plaats van te reageren op ontwikkelingen.
38
Onze plannen
Wat we bereikt hebben
We hebben een visie op strategische formatieplanning geformuleerd.
In 2013 hebben we een begin gemaakt met het ontwikkelen van een duidelijke visie over strategische formatieplanning. Hierbij doen we ook onderzoek naar de ontwikkelingen op het gebied van strategische formatieplanning in de MBO-sector. De uitkomsten van deze onderzoeken nemen we mee in onze eigen visie.
We hebben een digitaal systeem om de ontwikkeling van de medewerkers vast te leggen.
Het programma hebben we inmiddels aangeschaft. We verwachten dat we in 2014 de verslagen van de functionerings- en beoordelingsgesprekken en de persoonlijke ontwikkelplannen van medewerkers in dit programma kunnen vastleggen.
We hebben een managementinformatiesysteem waarin alle belangrijke personeelsinformatie inzichtelijk is.
De basisgegevens van onze medewerkers hebben we inmiddels opgeslagen in dit informatiesysteem. We gaan nu onderzoeken welke gegevens we nog meer in dit systeem moeten opslaan om te kunnen komen tot een goede planning van de formatie.
Herinrichting diensten We willen de kwaliteit van de strategische diensten versterken. Dat betekent dat de diensten zich meer bezig houden met strategische beleidsontwikkeling en het vergroten van onze innovatiekracht. Daarom hebben we besloten de stafdiensten op een andere manier in te richten. Naast deze stafdiensten krijgen we twee Shared Service Centra, waarbinnen medewerkers operationele, beheersmatige en administratieve werkzaamheden verrichten. Tenslotte ontwikkelen we een Bestuursstaf waarin de medewerkers organisatorische en inhoudelijke ondersteuning bieden aan het College van Bestuur. Op deze manier hopen we dat de diensten de onderwijsteams beter kunnen ondersteunen zodat de docenten hun aandacht volledig kunnen richten op het onderwijs. Onze plannen
Wat we bereikt hebben
We gaan de strategische stafdiensten op een andere manier inrichten. Deze nieuwe inrichting moet ervoor zorgen dat we het onderwijs beter kunnen ondersteunen.
Alle stafdiensten gaan we op dezelfde manier organiseren. Elke stafdienst heeft business partners (adviseurs) en experts (beleidsmedewerkers). De business partners zijn verbonden met het onderwijs en hebben regelmatig contact met de directeuren van de domeinen. De experts vervullen een back office rol en zijn verantwoordelijk voor beleidsontwikkeling en het doen van onderzoek.
We verbeteren de samenwerking tussen de diensten onderling.
Doordat alle strategische stafdiensten op dezelfde wijze zijn georganiseerd, versterken we de samenwerking tussen de diensten. De business partners en experts van de verschillende diensten werken nauw met elkaar samen. Deze multidisciplinaire samenwerking leidt tot een meer effectieve en efficiënte advisering.
We versterken de relatie tussen de stafdiensten en het werkveld.
De business partners zijn sterk gericht op de (interne) onderwijsorganisatie. De experts zijn meer extern gericht en vertalen nieuwe ontwikkelingen in hun vakgebied naar beleidsvoorstellen die passen bij de situatie van het ID College. Hiermee voorzien zij de organisatie continu met nieuwe impulsen.
39
Tabellen Verdeling mannen en vrouwen in FTE
mannelijk
341
vrouwelijk
563
Leeijdsopbouw personeel (FTE) 1% 12% 25 t/m 34 jaar 34%
35 t/m 44 jaar 20%
45 t/m 54 jaar 55 jaar en ouder Jonger dan 25 jaar
33%
40
Verdeling aanstellingen bepaalde en onbepaalde jd, per geslacht (FTE) 5% Bepaalde jd - mannelijk 32%
Onbepaalde jd - mannelijk Bepaalde jd - vrouwelijk
53%
Onbepaalde jd - vrouwelijk 9%
Verzuimpercentages 6,00%
5,50%
5,00%
5,73% 5,16%
4,50%
4,63%
4,00% 2011
2012
2013
41
VIII Verbinding met de regio We werken intensief samen met andere onderwijsinstellingen, bedrijven, overheid en maatschappelijke organisaties. Samen met hen ontwikkelen we praktijkgericht onderwijs dat aansluit op de arbeidsmarkt. Dat leidt tot minder schooluitval. Bovendien kunnen studenten dan met meer kans op succes beginnen met een baan.
Partnerships met bedrijven Het is belangrijk dat onze studenten succesvol starten op de arbeidsmarkt of in het vervolgonderwijs. We zorgen er daarom voor dat ons onderwijs aansluit op de scholingsvraag van bedrijven. We gaan strategische partnerships met bedrijven aan waarin we gezamenlijk onderwijs ontwikkelen en de regionale economie versterken. Onze plannen
Wat we bereikt hebben
Stage-instellingen waarderen het ID College met een Stage-instellingen waarderen ons met een 3,4. Dat 3,5 (op een schaal van 5). is minder dan we gehoopt hadden. In 2014 nemen we maatregelen om de gewenste waardering te krijgen. Elk domein voert jaarlijks een bedrijvenpanel uit. De verbeterpunten nemen we op in de domeinplannen.
We hebben bedrijvenpanels uitgevoerd bij Techniek & ICT en ons domein Bedrijfsopleidingen. De overige domeinen hebben verschillende werkveldbijeenkomsten georganiseerd.
Doorlopende leerlijn Onze opleidingen sluiten goed aan op het vmbo en het hbo. Zo realiseren we een doorlopende leerlijn waarin studenten hun talenten optimaal kunnen ontwikkelen en op een zo hoog mogelijk niveau een diploma kunnen behalen.
42
Onze plannen
Wat we bereikt hebben
We ontwikkelen doorlopende leerlijnen met vmboscholen voor onze opleidingen op niveau 2 en 3. Deze leerlijnen leggen we vast in formele samenwerkingsovereenkomsten.
We hebben 30 doorlopende leerlijnen gerealiseerd met 13 verschillende VMBO-scholen. Verder hebben we een keuzemenu ontwikkeld met 5 varianten van doorlopende leerlijnen. Op basis van deze varianten kunnen we snel nieuwe trajecten met het vmbo ontwikkelen. We zijn klaar om in 2014 te starten met de vakmanschapsroute, technologieroute en het vakcollege.
We ontwikkelen doorlopende leerlijnen met hboinstellingen voor onze opleidingen op niveau 4. 1Deze leerlijnen leggen we vast in formele samenwerkingsovereenkomsten.
We hebben een keuzemenu ontwikkeld met verschillende varianten van doorlopende leerlijnen met het hbo. Op basis van deze varianten kunnen we snel nieuwe trajecten met het hbo ontwikkelen.
Groei van het aantal studenten Wij versterken onze positie in de regio. In sommige gemeentes van onze regio gaat minder dan de helft van het aantal vmbo-studenten naar ROC ID College. Dat gaan we veranderen. Wij zijn straks het eerste ROC waaraan studenten denken als ze naar het mbo willen gaan. Onze plannen
Wat we bereikt hebben
We hebben een marktaandeel van meer dan 2,2%.
Ons marktaandeel bedroeg 2,12%. Dat is een daling ten opzichte van 2012, toen ons marktaandeel 2,21% bedroeg.
Het aantal studenten groeit met 1% ten opzichte van 2012.
Het aantal studenten is met 5,7% gedaald. Dat is een fikse teleurstelling ook al omdat ons marktaandeel kleiner geworden is. We ontwikkelen daarom een nieuwe marketing- en wervingsstrategie.
We versterken onze online marketingcommunicatie.
We hebben verschillende Direct Mailings verstuurd naar de bezoekers van onze beursstands, open dagen en website. Door op deze manier contact met hen te onderhouden, vergroten we de kans dat zij zich aanmelden voor een opleiding bij het ID College.
We versterken onze social media strategie.
We hebben een Facebookpagina voor het ID College aangemaakt. Daarnaast zijn vijf onderwijsdomeinen een eigen Facebookpagina gestart. In 2013 zijn deze pagina’s in totaal 1300 keer geliked. Deze likes vergroten de naamsbekendheid van het ID College.
43
IX Een goede bedrijfsvoering Goed onderwijs vraagt om uitstekende ICT-voorzieningen, veilige en goede gebouwen en een financieel gezonde organisatie. Daarnaast is het belangrijk dat we heldere afspraken over ons handelen maken zodat studenten weten wat ze van ons kunnen verwachten. Daarnaast staat doelmatigheid voorop. Ons onderwijs moet immers ook betaalbaar blijven.
Gezonde financiële basis We staan er op dit moment financieel goed voor. Het is onze focus deze gezonde financiële bedrijfsvoering verder te versterken. Hierbij hanteren we als uitgangspunt dat we binnen de begroting blijven. Bovendien stellen we zoveel mogelijk financiële middelen beschikbaar voor het geven van kwalitatief goed onderwijs. Onze plannen
Wat we bereikt hebben
We halen de begroting
ROC ID College heeft de begroting ruimschoots gehaald
Onze jaarrekening voldoet aan de geldende richtlijnen.
We hebben in 2013 de Kordesaward voor ons jaarverslag gewonnen. Wij hadden met andere woorden het beste jaarverslag van alle onderwijsinstellingen in Nederland.
De solvabiliteit bedraagt meer dan 0,2.
De solvabiliteit bedraagt op 31 december 2013 0,38.
De liquiditeit bedraagt meer dan 0,5
De liquiditeit bedraagt op 31 december 2013 1,0.
De rentabiliteit bedraagt meer dan 0,2.
De rentabiliteit bedraagt op 31 december 2013 2,49.
Digitale dienstverlening We zorgen dat onze digitale infrastructuur op orde is. Het netwerk is snel en alle programma’s werken zonder problemen. Iedere medewerker, student en externe relatie heeft altijd en overal toegang tot het netwerk en onze onderwijsproducten. De ICT-voorzieningen vergemakkelijken bovendien de onderlinge contacten. Onze plannen
Wat we bereikt hebben
We vervangen het ICT-netwerk (het LAN-netwerk) tussen alle vestigingen door een sneller en stabieler netwerk.
We hebben de lokale netwerken in al onze gebouwen vervangen en beter beveiligd. Alle Wi-Fi-netwerken in de gebouwen zijn nu geschikt voor 25 gelijktijdige gebruikers in ieder klaslokaal. Met de Wi-Fiuitbreiding hebben we een belangrijke stap gezet richting het principe dat straks iedere student en medewerker zijn eigen computer mee naar school neemt (bring your own device).
44
Onze plannen
Wat we bereikt hebben
Om modern onderwijs aan te kunnen bieden, We hebben de vaste computers en laptops voor voorzien we onze lokalen van moderne ICT-middelen. studenten vervangen en het aantal lokalen met vaste computers uitgebreid. Ook hebben we het aantal digitale schoolborden uitgebreid. De komende jaren voorzien we nagenoeg alle lokalen van digiborden. Om het gebruik van digiborden te bevorderen, hebben we instructiebijeenkomsten voor docenten georganiseerd. We beantwoorden 90% van de binnenkomende telefoongesprekken en e-mailberichten.
We hebben 88,17% van de inkomende gesprekken beantwoord. Dat is lager dan verwacht. Volgend jaar nemen we maatregelen om het aantal beantwoordde telefoontjes te verhogen.
We hebben een digitale onderwijscatalogus ontwikkeld waarin we alle cursussen, trainingen en leeractiviteiten opslaan en vinden.
We hebben de onderwijscatalogus in het derde kwartaal opgeleverd. In het vierde kwartaal zijn de data geladen en zijn de docenten getraind. In de zomer van 2014 gaan we de catalogus daadwerkelijk gebruiken.
Om efficiënter samen te kunnen werken, Sinds de zomer van 2013 werken we met het digitaal ontwikkelen we een digitaal samenwerkingsplatform. platform SharePoint. Dit platform bevat een intranet en een samenwerkingsomgeving. Medewerkers kunnen via de samenwerkingsomgeving documenten delen en informatie uitwisselen. De omgeving is ook vanuit huis te benaderen. Daarnaast heeft iedere medewerker een persoonlijke pagina waarmee hij snel en eenvoudig de expertise van collega’s kan vinden. Hiermee maken we de aanwezige kennis transparant en vereenvoudigen we het samenwerken. Het is voor docenten belangrijk dat ze op elk moment gewenste informatie kunnen opslaan en vinden.
We hebben ons intranet in 2013 vernieuwd. Hierdoor heeft iedere medewerker eenvoudig toegang tot de meest belangrijke informatie. Redacteuren vanuit de diensten en onderwijsdomeinen zorgen dat de informatie actueel blijft. Bovendien hebben we alle medewerkers in 2013 een tablet geschonken. Hiermee kunnen ze op elke gewenste plek informatie op intranet vinden, documenten met collega’s delen en de alle applicaties rondom de studentenbegeleiding gebruiken.
45
Veilige en moderne huisvesting Wij zorgen dat studenten en docenten kunnen werken in moderne en veilige scholen. Voortdurend zijn we bezig met het verbeteren van onze gebouwen. Het is belangrijk dat ze volledig geschikt zijn om modern en goed onderwijs te geven. Bovendien verlagen we de exploitatiekosten en de energiekosten en verbeteren we de luchtkwaliteit in de gebouwen. Onze plannen
Wat we bereikt hebben
Studenten waarderen de veiligheid van de gebouwen Studenten geven de veiligheid van onze scholen met met een 4,0 (op een schaal van 5). een 3,9. In 2014 gaan we door met het nemen van maatregelen om onze scholen nog veiliger te maken. We willen ongewenste situaties zoveel mogelijk voorkomen, tegengaan en bestrijden.
46
We hebben 59 meldingen gekregen over ongewenste situaties. 52 van deze meldingen zijn behandeld door onze twee vertrouwenspersonen. Zij spelen een belangrijke rol bij het signaleren en analyseren van ongewenste gedrags- en integriteitsvraagstukken. De vertrouwens-personen bieden een luisterend oor, geven voorlichting, advies en ondersteuning aan iedere student en medewerker die hier behoefte aan heeft.
De bezettingsgraad van onze gebouwen bedraagt 65%.
De bezettingsgraad bedroeg in 2013 48%. We nemen maatregelen om deze bezettingsgraad te verhogen.
We openen een moderne nieuwe school in Leidschendam.
Op 1 september hebben we een nieuwe school in Leidschendam geopend. Dit pand delen we met STIP Dalton, een vmbo-school en de openbare bibliotheek.
We beginnen met de voorbereidingen van een verhuizing van de school in Woerden naar een ander gebouw.
We hebben in 2013 een contact gesloten met de verhuurder van het nieuwe pand afgesloten. Inmiddels zijn we met de verbouwing van het pand begonnen. In september 2014 openen we de nieuwe school.
We beginnen met de voorbereidingen voor de bouw van een nieuwe unilocatie in het hartje van historisch Leiden ter vervanging van de drie bestaande locaties.
We hebben de grond aan de Breestraat in Leiden gekocht. Daarna hebben we in samenwerking met de onderwijsdomeinen een Plan van Eisen opgesteld. Op basis daarvan hebben we een aanbestedingsprocedure uitgevoerd. Inmiddels hebben we in 2013 een aannemer en architect gecontracteerd. In 2014 starten we met de bouw van het nieuwe pand, waarvan we in 2016 de deuren openen.
Onze plannen
Wat we bereikt hebben
We plegen grootschalig onderhoud aan al onze andere gebouwen zodat wij daar modern en uitdagend onderwijs kunnen blijven geven en waarin studenten zich plezierig en veilig voelen.
We hebben in onze school in Gouda de gevelkozijnen vervangen en een mechanische en natuurlijke ventilatie aangebracht. Bovendien zijn we begonnen met het vernieuwen van de elektriciteits- en verwarmingsinstallaties om het gebouw comfortabel en energiezuinig te maken. Deze werkzaamheden ronden we in 2014 af.
47
Kwaliteitszorg Wij zorgen dat onze studenten goed onderwijs krijgen. Het is belangrijk deze kwaliteit te meten. Daarom doen we regelmatig onderzoek naar de kwaliteit en processen van ons onderwijs. Toch is volgens de onderwijsinspectie een verbeterslag nodig. Daarom optimaliseren we de planning, processen en borging van de kwaliteitszorg. Onze plannen
Wat we bereikt hebben
De onderwijsinspectie vindt onze kwaliteitssysteem en kwaliteitsborging voldoende.
Begin 2013 heeft de onderwijsinspectie het onderzoek naar de staat van onze instelling uitgevoerd. De beoordeling voor ons kwaliteitssysteem en –borging is voor de onderdelen Sturing, Beoordeling, Dialoog & Verantwoording voldoende. Voor het onderdeel Verbetering en Verankering hebben we een onvoldoende gekregen. We hebben inmiddels maatregelen genomen om ook op dit onderdeel een voldoende te scoren.
We verbeteren ons systeem van kwaliteitszorg en een methodiek voor het uitvoeren van zelfevaluaties.
In 2013 hebben zes teams een zelfevaluatie uitgevoerd. In 2014 voeren alle teams een zelfevaluatie uit.
We doen diverse interne onderzoeken naar ons rendement, de tevredenheid onder medewerkers en studenten, stabiliteit van de organisatie, kwaliteit van het onderwijs en examens, en de financiële continuïteit.
In het najaar 2013 hebben wij een instellingsbrede zelfevaluatie uitgevoerd.
We verbeteren de organisatie en structuur van onze examenprocessen.
In 2013 zijn wij een project gestart ter verbetering van de examenprocessen. De resultaten van dit proces zijn begin 2014 zichtbaar.
48
Helderheid bekostigingsregels mbo en volwasseneneducatie De notitie ‘Helderheid’ verschaft duidelijkheid in de interpretatie van de bekostigingsregels in het middelbaar beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie. Hieronder leggen we verantwoording af voor de wijze waarop we de verschillende regels hebben gehanteerd.
Onze plannen
Wat we bereikt hebben
Deelnemers voldoen niet zelf hun cursusgeld (ingeval van BBL of deeltijd BOL) of lesgeld (ingeval van voltijd BOL), maar dit geschiedt door de instelling of door een derde.
De student stemt via een schriftelijke machtiging in dat derden (een bedrijf of ander organisatie) het les- of cursusgeld voldoen. Op het inschrijfformulier staat een verklaring dat een derde, met zijn instemming, het cursusgeld zal betalen. Hier tekent de student voor en geeft zodoende schriftelijk instemming.
Uitschrijving kort na 1 oktober.
In de periode oktober en november 2013 zijn 165 studenten met diploma uitgestroomd. 2 studenten zijn uitgestroomd zonder diploma, maar met certificaten. Daarnaast stapten 27 studenten over naar een andere instelling.
De deelnemer volgt een andere opleiding dan waarvoor hij is ingeschreven.
In 2013 zijn 221 studenten tijdens het schooljaar gewisseld van opleiding, hebben 19 studenten een andere leerweg gekozen en zijn 7 studenten zowel veranderd van opleiding als van leerweg.
Uitbesteding, tegen betaling, van bekostigd onderwijs aan een andere al dan niet bekostigde instelling.
Het ID College besteedt geen bekostigd onderwijs uit tegen betaling aan een andere al dan niet bekostigde instelling.
Het verlenen van vrijstelling
Het ID College verleent vrijstellingen aan studenten conform het vrijstellingenbeleid zoals opgenomen in het handboek examinering. Studenten met vrijstellingen voldoen aan de gestelde bekostigingsregels.
Bekostiging van maatwerktrajecten ten behoeve van Het ID College voert geen maatwerktrajecten uit bedrijven waarbij een derde een bijdrage betaalt voor het op maat maken van trajecten voor het eigen personeel. Buitenlandse deelnemers en onderwijs in het buitenland
Het ID College voert het onderwijs voor buitenlandse deelnemers en voor deelnemers in het buitenland uit conform de wet- en regelgeving.
Geïntegreerde trajecten educatie- en beroepsonderwijs.
Het ID College voert geen geïntegreerde trajecten educatie- en beroepsonderwijs uit.
Samenwerkingsverbanden VO-BVE
Het ID College kent verschillende samenwerkingsovereenkomsten met het VO in het kader van doorlopende leerlijnen. De uitvoering van deze overeenkomsten is in overeenstemming met de reguliere bekostigingsafspraken.
49
Risicobeheersing Om de continuïteit van het ID College te waarborgen, zorgen we dat we mogelijke risico’s tijdig herkennen en hiertegen passende maatregelen nemen. We voeren een integrale risicoanalyse uit, niet alleen op financieel gebied, maar ook als het gaat om de kwaliteit van ons onderwijs en onze examens, en de tevredenheid van studenten en medewerkers. Risicomanagement is echter ook een houding. Daarom investeren we met trainingen in de kwaliteit van ons management.
Onze plannen
Wat we bereikt hebben
We voeren een integrale risicoanalyse uit.
In 2013 hebben het College van Bestuur, de directie en de Raad van Toezicht gezamenlijk een integrale risico-inventarisatie uitgevoerd. Behalve het benoemen van risico’s zijn ook de maatregelen besproken die we moeten nemen als deze risico’s zich daadwerkelijk voordoen.
We informeren alle medewerkers over de kwaliteitsborging binnen onze organisatie.
We hebben via het intranet en de nieuwsbrief FLITS medewerkers regelmatig geïnformeerd over de wijze waarop wij de kwaliteitsborging hebben vormgegeven.
In het scholingsprogramma voor het management besteden we aandacht aan het herkennen van risico’s en het nemen van maatregelen om de kans op deze risico’s te verkleinen.
Dit is tot op heden nog niet gerealiseerd. Het staat wel gepland voor 2014.
50
DEEL III De onderwijsdomeinen
51
52
X Domein Bedrijfsopleidingen De techniek en arbeidsmarkt veranderen in hoog tempo. Het is daarom belangrijk dat werknemers zich voortdurend bijscholen. We spelen hierbij een belangrijke rol. In onze regio zijn we dé onderwijspartner voor gemeenten, bedrijven, instellingen en de individuele student. Wij hebben een groot en gevarieerd aanbod van cursussen, deeltijdopleidingen en bij- en nascholingen voor particulieren, bedrijven, overheid en maatschappelijke instellingen. Hiermee zorgen we dat studenten hun kansen op de arbeidsmarkt verbeteren en hun kennis en vaardigheden ontwikkelen.
Marktgerichte bedrijfsopleidingen We ontwikkelen incompany opleidingen voor bedrijven, maatschappelijke instellingen en overheden. We spelen hierbij snel, flexibel en servicegericht in op de vraag van ondernemers en instellingen. Ook zorgen we dat onze trainingen en opleidingen van hoog niveau zijn. Op deze manier willen we uitgroeien tot het toonaangevend instituut voor na- en bijscholingen in de regio. Onze plannen
Wat we bereikt hebben
We onderhouden intensief contact met alle ondernemersverenigingen in onze regio.
We zijn aangehaakt bij de ondernemingsvereniging van Gouda en hebben nieuw contact gelegd met de Lions afdeling Leidschendam-Voorburg.
We versterken de relatie met bedrijven en instellingen in de techniek en gezondheidszorg.
We hebben twee accountmanagers aangesteld: één voor techniek en één voor zorg. Zij hebben inmiddels contacten gelegd met alle belangrijke werkgevers in de regio.
De deelnemers waarderen onze cursussen en trainingen met een 7,0 op een schaal van 10.
De deelnemers geven een 7,8 voor de cursussen. Hier zijn we zeer trots op.
We ontwikkelen cursussen en trainingen die goed aansluiten bij de scholingsvragen van bedrijven en instellingen en bijdragen aan het versterken van onze regionale economie.
De opdrachtgevers (bedrijven en instellingen) waarderen onze cursussen met een 7,0.
We ontwikkelen in samenwerking met bedrijven de derde leerweg: niet door de overheid bekostigde BBL-opleidingen.
We hebben een aantal opleidingen geselecteerd waar deze variant zinvol voor kan zijn. We hebben een aanvraag ingediend om deze opleidingen in de niet bekostigde BBL-leerweg aan te kunnen bieden.
We hebben 90% van onze offertes binnengehaald.
We hebben 60% van onze offertes binnengehaald. Dat is minder dan wij beoogden, maar vergelijkbaar met de resultaten van onze concurrenten.
We hebben een jaaromzet van € 260.000.
Deze omzet is in 2013 gerealiseerd.
53
Vavo versterken Bij het ID College kunnen mensen in één of twee jaar alsnog hun vmbo-t (mavo), havo- of vwo-diploma halen. We positioneren ons als het toonaangevende instituut in de omgeving voor deze vorm van tweede kans voortgezet onderwijs. Dat doen we door de samenwerking met de middelbare scholen in onze regio te versterken, duale trajecten met het mbo te ontwikkelen en beter in te spelen op de toekomstplannen van de studenten. Onze plannen
Wat we bereikt hebben
We gaan onze vavo-opleidingen in meer vestigingen uitvoeren.
Uitbreiding assortiment VAVO met VWO en planning start Woerden 2014-2015.
Wij versterken onze relatie met vmbo-scholen.
Met alle grote toeleverende scholen hebben we contact gehad op zowel directie- als decanenniveau.
We vergroten het aantal educatiestudenten .
Het aantal vavo-studenten is gestegen van 412 naar 424.
We ontwikkelen duale trajecten havo - mbo
Op de locatie Leiden hebben we het afgelopen schooljaar een VAVO biologie klas op HAVO niveau gerealiseerd, die parallel loopt met de MBO opleiding Tandartsassistent.
We ontwikkelen duale trajecten mbo-vavo om de doorstroom naar het hbo beter te laten verlopen.
Niveau 4-studenten in de zorg kunnen bij ons een havo-certificaat Biologie en Scheikunde volgen. Hiermee kunnen ze met meer kans op succes naar het hbo doorstromen.
54
Tweedekansonderwijs We hebben in 2013 diverse trajecten volwasseneneducatie verzorgd. Zo willen wij de maatschappelijke positie van studenten versterken en hun kansen op de arbeidsmarkt verbeteren. Wij sluiten aan op hun individuele talenten en mogelijkheden en helpen hen het beste uit zichzelf te halen. Hierbij is de aanpak van de laaggeletterdheid in de regio een van onze speerpunten. Onze plannen
Wat we bereikt hebben
De deelnemers waarderen onze cursussen met een 7,0 op een schaal van 10.
De deelnemers geven een 7,8 voor de cursussen.
We ontwikkelen cursussen die goed aansluiten bij de verwachtingen van de opdrachtgevers (gemeenten).
De opdrachtgevers waarderen onze cursussen met een 7,0 op een schaal van 10.
80% van de studenten rondt een traject succesvol af.
We zijn zeer verheugd dat 85% van de studenten zijn traject met succes heeft afgesloten.
We vervullen een actieve rol bij de aanpak van laaggeletterdheid in onze regio.
Samen met 40 andere organisaties hebben we het convenant Regionaal bondgenootschap geletterdheid ondertekend. In het convenant hebben we met de andere organisatie afspraken gemaakt om de laaggeletterdheid in de regio te bestrijden. Gemeenten, bedrijven, bibliotheken en diverse partijen op het gebied van gezondheid en onderwijs hebben het convenant ondertekend.
55
56
XI Domein Dienstverlening Het domein Dienstverlening bestaat uit verschillende studierichtingen: Bakkerij en Horeca, Orde en Veiligheid, Sport en Bewegen, en Uiterlijke Verzorging. De speerpunten van het domein zijn het terugdringen van het voortijdig schooluitval, het verhogen van de tevredenheid van studenten en een betere kwaliteit van het onderwijs. Dat is wat studenten namelijk verdienen. Dat is waar het werkveld om vraagt.
Hogere tevredenheid van studenten Zoveel mogelijk studenten sluiten hun opleiding succesvol af. Dit willen we bereiken door de kwaliteit van het onderwijs verder te verbeteren. We focussen ons hierbij op het verbeteren van de begeleiding van studenten. Onze plannen
Wat we bereikt hebben
We willen dat zoveel mogelijk studenten hun opleiding succesvol afsluiten.
We hebben de studenten meer persoonlijke begeleiding gegeven. Dat heeft ertoe geleid dat het aantal studenten dat de opleiding met een diploma haalt gestegen is van 70% in 2012 naar 74% in 2013.
We verbeteren de begeleiding van studenten.
Iedere student heeft een vaste studieloopbaanbegeleider. Met iedere student hebben we vier keer per schooljaar een persoonlijk gesprek gevoerd over zijn ontwikkeling.
Betere monitoring van de ontwikkeling van studenten.
De teamleiders hebben regelmatig gesprekken met de studieloopbaanbegeleiders gevoerd over de resultaten, het verzuim en de uitstroom van de studenten. De directie heeft vergelijkbare kwartaalgesprekken met de teamleiders gevoerd. In deze gesprekken hebben we afspraken gemaakt over het beter volgen van de ontwikkeling van studenten.
Betere begeleiding van studenten die dreigen uit te vallen.
Zodra een student te maken kreeg met factoren die zijn studie belemmerden, hebben we de begeleiders van het Onderwijs Servicecentrum ingeschakeld. Zij hebben de noodzakelijke tweedelijns begeleiding gegeven. Deze extra ondersteuning bleek erg succesvol.
Betere ondersteuning van studenten die moeilijk een stageplaats kunnen vinden.
We hebben in de school een eigen kap- en schoonheidssalon die erkend is als stagebedrijf. Studenten, die moeilijk een stageplaats kunnen vinden, hebben we met succes voldoende praktijkervaring op laten doen in dit interne leerbedrijf.
57
Onze plannen
Wat we bereikt hebben
We willen het gevoel van veiligheid bij studenten van de opleiding Bakkerij en Horeca vergroten.
We hebben met alle studenten persoonlijke gesprekken over hun veiligheidsgevoel gevoerd. Op basis van hun adviezen hebben we de schoolomgeving aangepast en meer ontspanningsruimtes voor studenten gerealiseerd. Dit heeft ervoor gezorgd dat studenten dit onderdeel in de JOB-enquête een voldoende hebben gegeven. Bovendien hebben onze Bakkerij- en Horecaopleidingen op het gebied van veiligheid de tweede plaats behaald in de MBO keuzegids.
Kwalitatief goede docenten Bij het domein willen we goed opgeleide en vakbekwame medewerkers. Zij zijn in staat de prestaties van studenten te verhogen en hen optimaal voor te bereiden op de arbeidsmarkt. Dat is ook waar het werkveld om vraagt. Bovendien willen we voldoen aan de eisen die de overheid aan ons stelt. Daarom besteden we veel aandacht aan de ontwikkeling van docenten.
58
Onze plannen
Wat we bereikt hebben
Docenten die voldoen aan de wettelijke bevoegdheidseisen.
Alle docenten die nog geen hbo-diploma hebben, zijn ofwel gestart met een hbo-opleiding, ofwel begonnen met een assessment waarin ze aan kunnen tonen dat ze op hbo-niveau kunnen werken.
We verbeteren de expertise van de studieloopbaanbegeleiders
Alle studieloopbaanbegeleiders hebben een scholing op het gebied van gespreks- en begeleidingstechnieken gevolgd. Daarnaast hebben we alle studieloopbaanbegeleiders getraind in het verwerken van de studieloopbaangesprekken in het digitale leerlingvolgsysteem.
Het versterken van de resultaatgerichtheid van medewerkers.
Alle teamleiders zijn getraind in resultaatgericht werken. Daardoor hebben we de beschikbare middelen beter in kunnen zetten en ons onderwijs op een hoger niveau kunnen brengen. Dit heeft ertoe geleid dat we op bijna alle opleidingen een hoger rendement hebben gerealiseerd ten opzichte van 2012.
59
60
XII Domein Economie We kozen ook in 2013 doelbewust voor een breed aanbod aan economische opleidingen. We vinden het belangrijk dat deze aansluiten bij de ambities en talenten van studenten en dat ze bijdragen aan de lokale bedrijvigheid. Om dat te bereiken werken we samen met bedrijven en ondernemersverenigingen in de regio. Samen met hen realiseren we modern onderwijs dat onze studenten een goede basis voor hun werkende leven verschaft en de commerciële en administratieve kracht van de bedrijven in onze regio versterkt.
Kwaliteit onderwijs versterken We werken continu aan het verbeteren van de kwaliteit van onze opleidingen. Daarnaast brengen we de ongediplomeerde uitval van studenten terug. Dat doen we door de kwaliteit van de opleiding te vergroten en de opleidingen beter aan te laten sluiten bij de interesses en ambities van de studenten. Belangrijke kernwoorden daarbij zijn: persoonlijke aandacht, investeren in het ondernemerschap van onze leerlingen en het bieden van stage-mogelijkheden in het buitenland. We zijn ervan overtuigd dat deze ambities het onderwijs leuker en effectiever maken. Onze plannen
Wat we bereikt hebben
We investeren continu in de kennis en vaardigheden van docenten op het gebied van pedagogisch en didactisch handelen.
Onze docenten zijn actief betrokken bij het ontwikkelen van nieuw onderwijs. Daarnaast werken de teamleiders voortdurend aan kennisuitwisseling en professionalisering van de teams. Speciale aandacht daarbij krijgt de link met de beroepspraktijk. Hoe maak je het onderwijs zo realistisch mogelijk?
We verbeteren de intake van studenten.
Alle eerstejaarsstudenten hebben een persoonlijk intakegesprek gehad. Hierin hebben we ze een digitale test af laten nemen om hun affiniteit met het beroep in beeld te brengen.
We geven de studenten meer keuzemogelijkheden in de opleiding zodat hun studiemotivatie vergroot.
Alle studenten konden zich dit jaar inschrijven in een keuzeblok, passend bij hun ontwikkeling en interesse. De onderwerpen varieerden van hardlopen tot bijles rekenen, van persoonlijke effectiviteit tot het aanvragen van een hypotheek.
We bieden de studenten de kans om internationale ervaring op te doen om zo hun kennis en ervaringen te verbreden.
Tientallen studenten hebben in het buitenland stage gelopen. Het leerrendement van deze stages was hoog. Studenten leerden niet alleen een vak, maar groeiden ook als zelfstandige persoonlijkheid.
We vergroten de ICT-toepassingen in het onderwijs. Hiermee sluiten we beter aan bij de belevingswereld van studenten. Bovendien bereiden we ze zo beter voor op een arbeidsmarkt die in snel tempo digitaliseert.
Docenten maken veel gebruik van digitale hulpmiddelen zoals digiborden. Daarnaast werken we in veel praktijklessen met digitale simulaties van de beroepspraktijk. Zo gebruiken we bijvoorbeeld een softwareprogramma dat erg lijkt op de boekhoudpakketten die bedrijven in het werkveld gebruiken.
61
Onze plannen
Wat we bereikt hebben
We verbeteren de taal- en rekenvaardigheden van onze studenten.
We hebben op verschillende fronten geïnvesteerd in generiek en beroepsspecifiek taal- en rekenonderwijs. We hebben vooral veel aandacht besteed aan het koppelen van het taal- en rekenonderwijs aan de beroepspraktijk. Zo leren we studenten geen algemene gespreksvaardigheden maar bijvoorbeeld verkoopgesprekken. Op dezelfde wijze koppelen we rekenen aan kassawerkzaamheden. Studenten reageren positief over deze koppelingen.
Versterken ondernemerschap We geven het ondernemerschap een belangrijke rol binnen onze economische opleidingen. Enerzijds doen we dat door studenten te leren een eigen bedrijf te starten. Aan de andere kant helpen we studenten een ondernemende houding aan te nemen. Dat betekent dat we ze prikkelen om initiatief te nemen, lef te tonen en kansen te pakken. Dat zet studenten in hun kracht. Hoe meer ze uitdagingen aangaan en welbewuste besluiten nemen, hoe sterker hun positie op de arbeidsmarkt is. Onze plannen
Wat we bereikt hebben
In de ondernemersacademie starten derdejaars studenten tijdens de opleiding een eigen onderneming. Wij gaan deze ondernemersacademie sterker positioneren in de regio.
Dit jaar heeft de gerenommeerde ondernemer Leen Zevenbergen de studenten ondersteund bij het opstarten van hun eigen onderneming. Verschillende studentbedrijven hebben een succesvolle start gemaakt.
We versterken het ondernemerschap in het reguliere We hebben de ondernemendheid van leerlingen een onderwijs. impuls gegeven met behulp van het MBOCOprogramma. Dit programma is gericht op het versterken van de ondernemende kwaliteiten van studenten.
62
Versterken verbinding in de regio Wij willen echt een netwerkorganisatie zijn. Daarom gaan we strategische partnerships met belangrijke bedrijven aan. Daarnaast werken we intensief samen met de vmbo-scholen in onze regio. We verkleinen de overstap van het vmbo naar het mbo en zorgen dat we beter inspelen op de mogelijkheden en het leerproces van studenten. Verder halen we de banden met het hbo aan. Zo maken we het onderwijs aantrekkelijk voor de betere studenten en vergemakkelijken we de doorstroom naar het hbo. Onze plannen
Wat we bereikt hebben
We ontwikkelen doorlopende leerlijnen met vmboscholen voor onze opleidingen op niveau 2 en 3.
In Woerden, Zoetermeer, Katwijk en Leiden verzorgen we doorlopende leerlijnen voor leerlingen op niveau 2. Het aantal studenten in deze trajecten is in 2013 gegroeid.
We ontwikkelen doorlopende leerlijnen met hboinstellingen voor onze opleidingen op niveau 4.
We zijn een succesvol experiment gestart met Hogeschool Leiden: studenten van economie volgen een oriëntatiemodule bij de hogeschool om de overstap te vergemakkelijken. Ook met andere hogescholen overleggen we over een betere aansluiting tussen mbo en hbo.
Samen met bedrijven maken we afspraken over de inhoud van het onderwijs en kennisdeling.
We onderhouden goede relaties met de leerbedrijven waar onze leerlingen stage lopen. We gaan regelmatig op bezoek bij deze bedrijven en bespreken dan niet alleen de ontwikkeling van de stagiairs, maar ook de kennis en vaardigheden die studenten moeten leren om succesvol in de beroepspraktijk aan de slag te kunnen.
63
64
XIII Domein Gezondheidszorg De komende jaren ontstaan grote tekorten op de arbeidsmarkt binnen de gezondheidszorg. Tegelijkertijd zorgt de daling van het aantal banen in het welzijnswerk ervoor dat medewerkers vanuit het welzijnswerk de overstap naar de zorg willen maken. ROC ID College wil hier goed op inspringen. We werken nauw samen met zorginstellingen om deze tekorten op te lossen en medewerkers vanuit de welzijnssector voldoende bij te scholen zodat ze in de zorg kunnen werken. Kwaliteit van de opleidingen staat daarbij voorop. Enerzijds moeten ze voldoen aan de eisen die het werkveld aan het onderwijs stelt. Anderzijds moeten ze aansluiten bij de ambities van studenten.
Versterken relatie met het werkveld We versterken de relatie met werkgevers in onze regio. Hiermee vergroten we de kwaliteit van het onderwijs. We spelen flexibel in op de behoeften van het werkveld en de veranderingen waarmee instellingen te maken hebben. Wat verwacht de sector van beroepskrachten? Wat moeten wij studenten leren? En op welke wijze? Om daar goed op in te kunnen spelen, geven wij het werkveld invloed op ons onderwijs. Onze plannen
Wat we bereikt hebben
We betrekken de instellingen bij de inhoud van ons onderwijs
Met het werkveld hebben we de inhoud en vorm van onze opleidingen besproken. In het kader van de voorbereiding op de invoering van Focus op Vakmanschap hebben we met het werkveld overlegd welke onderdelen van het onderwijsprogramma we kunnen verbeteren en aan welke onderwerpen we aandacht moeten besteden, gezien de veranderingen in de zorg.
We betrekken zorginstellingen bij onze examinering en examenprocessen.
Vertegenwoordigers van zorginstellingen nemen deel aan de examencommissie van het domein gezondheidszorg. Zo waarborgen we dat onze examens aansluiten bij de ontwikkelingen in de beroepspraktijk.
We verstevigen de relatie met werkgevers door het uitbreiden van het aantal samenwerkingsverbanden.
Met de instellingen Laurens De Tuinen en WZH Oosterheem zijn we samenwerkingsverbanden aangegaan. Met deze instellingen hebben we leerafdelingen ontwikkeld.
We werven meer stageplaatsen voor studenten.
Met verschillende instellingen hebben we afspraken gemaakt over een groter aantal stageplaatsen. Daarnaast hebben we nieuwe samenwerkingsverbanden afgesloten met de instellingen Careijn en Raamwerk.
We trainen medewerkers in het werkveld in de wijze waarop zij de praktijkgerichte examens moeten begeleiden en beoordelen.
We hebben een assessortraining aangeboden aan alle medewerkers van zorginstellingen die een bijdrage leveren aan de beoordeling van de studenten
We ontwikkelen een alumnibeleid.
We hebben cursussen en trainingen aangeboden waarin medewerkers van zorginstellingen zich bij kunnen scholen op het gebied van verpleegtechnische vaardigheden.
65
Onderwijskwaliteit verbeteren Wij willen dat zoveel mogelijk studenten hun opleiding met een diploma afronden. We zorgen daarvoor dat het beginniveau van de studenten zoveel mogelijk aansluit bij de inhoud en vorm van de opleiding. Hierbij gaan we zoveel mogelijk uit van de ambities van de studenten.
66
Onze plannen
Wat we bereikt hebben
We bieden onderwijs aan dat aansluit bij het niveau, de competenties en de ambities van de studenten.
In 2013 hebben we studenten voor het eerst keuzeblokken aangeboden, die aansloten bij de wensen van studenten. Verder hebben we de toelatingscriteria tot het verkorte traject van de opleiding Helpende zorg en welzijn beter omschreven, zodat we studenten en ouders beter kunnen informeren. Daarnaast hebben we het programma van deze opleiding beter afgestemd met het vmbo. Daar voorkomen we overbodige overlap.
We verbeteren de begeleiding van studenten.
Iedere student heeft een vaste studieloopbaanbegeleider. Met iedere student hebben we vier keer per schooljaar een gesprek gevoerd over zijn ontwikkeling.
We betrekken de ouders intensiever bij de opleiding van hun kind.
We hebben het aantal ouderavonden uitgebreid van één naar twee keer per jaar. Ook betrekken we ouders/verzorgers intensiever bij de vorderingen en ontwikkeling van hun kind.
We versterken de wijkleerbedrijven die we samen met zorginstellingen hebben opgezet. In deze wijkleerbedrijven lopen studenten niet alleen stage, maar leveren ze tegelijkertijd een bijdrage aan de sociale cohesie in de buurt.
We hebben zeven wijkleerbedrijven waar een groot aantal studenten stage heeft gelopen. De waardering voor deze leerbedrijven is groot. Het Oranjefonds heeft het wijkleerbedrijf in Leiden bekroond met de oorkonde Appeltjes voor Oranje.
Doorlopende leerlijnen versterken We versterken de samenwerking met vmbo-scholen in onze regio. Zo kunnen we de overgang van het vmbo naar het mbo verkleinen en beter inspelen op de talenten en mogelijkheden van studenten. Verder intensiveren we onze relaties met het hbo. Daarmee maken we het onderwijs aantrekkelijk voor de betere studenten en geven we studenten de kans op een zo hoog mogelijk niveau een diploma te halen. Onze plannen
Wat we bereikt hebben
We ontwikkelen doorlopende leerlijnen met vmboscholen voor onze opleidingen op niveau 2 en 3. Deze leerlijnen leggen we vast in formele samenwerkingsovereenkomsten.
Met verschillende vmbo-scholen (waaronder het Oranje Nassau College, Van Vredenburch College, Melanchton en het, Stedelijke College Zoetermeer) hebben we samenwerkingsverbanden of intentieverklaringen tot samenwerking ondertekend.
We ontwikkelen doorlopende leerlijnen met hboinstellingen voor onze opleidingen op niveau 4. Deze leerlijnen leggen we vast in formele samenwerkingsovereenkomsten.
In 2013 hebben we voor de opleiding Tandartsassistent speciale doorstroommodules ontwikkeld. Studenten halen hier een havocertificaat Biologie en Scheikunde. Dit vergemakkelijkt de overgang naar het hbo. Voor de opleiding Verpleegkundige hebben we oriënterende gesprekken gevoerd met de Hogeschool Leiden.
67
68
XIV Domein Oriëntatie en Toeleiding Studenten zonder diploma kunnen bij het ID College starten met een Entreeopleiding. In deze opleiding bereiden we studenten voor op doorstroom naar een niveau 2-opleiding of een duurzame positie op de arbeidsmarkt. Studenten werken aan hun persoonlijke ontwikkeling en leren werknemersvaardigheden en studievaardigheden. We geven ze veel persoonlijke aandacht en een duidelijke structuur. Bovendien bieden we hun de kans om veel succeservaringen op te doen. Dat vergroot hun zelfvertrouwen – een belangrijke voorwaarde voor succes.
Succesvolle doorstroom studenten De studenten van de Entreeopleidingen hebben veel structuur nodig. Studenten hebben dagelijks een rooster van 8.30 tot 15.30. Aan elke groep van 17 studenten hebben we een docent en een instructeur gekoppeld, soms aangevuld met een gastdocent uit het bedrijfsleven. Deze formatie zorgt voor een maximale aandacht voor de studenten. Zo kunnen we studenten goed voorbereiden op een niveau 2-opleiding of een duurzame baan. Onze plannen
Wat we bereikt hebben
Studenten beoordelen de opleiding met een 7.
Uit onderzoek blijkt dat onze studenten de opleiding met een 7,1 beoordelen. Daar zijn we erg tevreden over.
We zorgen voor een zorgvuldige en passende intake van studenten die een entreeopleiding willen volgen.
In elke vestiging hebben we een instroomteam. Hierin zitten goed getrainde intakers die werken volgens een vast protocol. Op basis van een persoonlijk gesprek met de student en testen geven ze de student een goed onderbouwd studieadvies.
De studenten starten op het juiste moment op het juiste niveau met hun opleiding.
Een student kan twee keer per jaar instromen. Een student krijgt altijd een persoonlijk intakegesprek. Hierin bespreken we zijn competenties en achtergrond. Zo kunnen we goed inschatten welke opleiding goed bij hem past.
We hebben voor iedere student een persoonlijk begeleidingsplan opgesteld.
We hebben voor elke student een persoonlijk begeleidingsdossier. Zo kunnen we de ontwikkeling van studenten goed volgen.
We betrekken de ouders van de studenten meer bij het onderwijs.
Ouders worden uitgenodigd bij de intake, twee ouderavonden en de diplomering
We hebben een onderwijsprogramma opgesteld waarin we studenten goed voorbereiden op doorstroom naar een niveau 2-opleiding of een duurzame baan.
Onderwijsprogramma’s zijn allemaal vormgegeven op basis van het Kwalificatiedossier en voor taal en rekenen wordt toegewerkt naar niveau 2F
69
70
Verbinding in de regio De helft van de studenten wil na de opleiding werken. Wij ondersteunen deze studenten bij het zoeken en vinden van een duurzame baan. Hierbij gaan wij uit van de talenten en persoonlijke interesses van de studenten. Onze plannen
Wat we bereikt hebben
We versterken de contacten met de bedrijven en maatschappelijke instellingen in onze regio.
Regionale bijeenkomsten met werkgevers en stageplaatsen voor alle niveau 1 deelnemers
We zorgen dat we de studenten goed voorbereiden op de arbeidsmarkt.
Een groot deel van de opleiding bestaat uit een begeleide stage. Zo leren de studenten de beroepspraktijk goed kennen en te functioneren als werknemer.
We versterken de relatie met praktijkscholen en werkscholen.
We hebben samenwerkingsovereenkomsten afgesloten met verschillende praktijkscholen en werkscholen in onze regio afgesloten. Hierin hebben we duidelijke afspraken gemaakt over de aansluiting tussen hun onderwijs en de opleidingen van het ID College.
Het werkveld heeft een positief oordeel over de Entree-opleidingen.
Het werkveld beoordeelt de samenwerking met de Entree-opleidingen met een 7.
Extra ondersteunende begeleiding Sommige studenten hebben extra ondersteuning nodig. Wij zorgen ervoor dat zij die extra zorg ook daadwerkelijk krijgen, mits deze geen te grote belasting voor ons is. Naar de buitenwereld communiceren we welke extra ondersteuning wij kunnen bieden. Zo weet iedere student wat hij wel en niet van ons kan verwachten. Onze plannen
Wat we bereikt hebben
Onze externe doelgroepen weten welke ondersteuning we kunnen bieden aan studenten met een extra begeleidingsvraag.
We hebben scholen voor voortgezet onderwijs, hulpverleningsinstellingen, leerplicht en het RMC geïnformeerd over de begeleiding die wij studenten bieden die extra ondersteuning nodig hebben.
In de intakeprocedure bepalen we welke ondersteuning studenten met een extra begeleidingsvraag krijgen.
In de intakegesprekken onderzoeken we of studenten extra begeleiding nodig hebben tijdens hun studie. In 2013 vond hierbij voor het laatste jaar nog indicering voor de leerlinggebonden financiering (LGF) plaats. In 2014 wordt dit systeem vervangen door een nieuw stelsel voor passend onderwijs.
We participeren in regionale (Jeugd)zorgnetwerken.
In alle regio’s zijn we betrokken bij de transitie van de jeugdzorg.
71
72
XV Domein Techniek & ICT De arbeidsmarkt in de technische sector verandert. Op de lagere mbo-niveaus verdwijnt de komende jaren een groot aantal banen. Aan de andere kant dreigt een tekort aan arbeidskrachten op de hogere niveaus in het mbo en het hbo. Opscholing en bijscholing zijn de beste manieren om dit tekort op te lossen. Het ID College speelt hier op in door doorlopende leerlijnen te ontwikkelen tussen het vmbo, mbo en hbo. Wij geven studenten de kans op zo’n hoog mogelijk niveau een diploma te halen.
Nieuw opleidingenaanbod Onze huidige techniekopleidingen zijn vooral gebaseerd op de traditionele opleidingen op niveau 2 en 3. Het bedrijfsleven vraagt echter vooral om technici op niveau 4. Daarom gaan we ons opleidingenaanbod (portfolio) opnieuw inrichten, zodat het beter aansluit bij technologische ontwikkelingen, de behoeften van de arbeidsmarkt en de doorstroom- en omscholingsmogelijkheden. Onze plannen
Wat we bereikt hebben
We ontwikkelen doorlopende leerlijnen met de vmbo-scholen in onze regio, zowel op niveau 2 en 3 (de vakmanschaproute) als op niveau 4 (de technologieroute).
We hebben in Zoetermeer een doorlopende leerlijn met het Oranje Nassau College opgezet. Met het Stedelijk College in Zoetermeer en het Meandercollege in Gouda voeren we gesprekken om ook met die scholen een doorlopende leerlijn te starten.
We zorgen dat de ouders van studenten een beter en positiever beeld over mbo-opleidingen in de techniek krijgen.
We geven ouders van vmbo-leerlingen voorlichting over de kansen die techniekonderwijs heeft. We zijn ook bezig met het opstellen van een actieplan waarmee we ouders van studenten positiever over techniekonderwijs willen laten denken.
Voor studenten met een zorgvraag ontwikkelen we een apart traject met een aangepaste vorm van onderwijs, begeleiding en toeleiding naar werk.
In samenwerking met het Onderwijs Servicecentrum bieden we studenten met een zorgvraag extra ondersteuning. Op die manier zorgen we dat ze hun opleiding met succes kunnen afronden.
We verbeteren de kwaliteit van onze ICT-opleidingen. We verwachten dat de verbeteringen van de ICTopleidingen die we hebben ingezet al in 2014 leiden tot betere jaarresultaten en diplomarendementen. We ontwikkelen aantrekkelijke doorlopende leerlijnen met hbo-instellingen voor onze opleidingen op niveau 4.
Met de hogescholen in Utrecht, Rotterdam, Den Haag, Delft en Leiden zijn we gesprekken gestart over het ontwikkelen van doorlopende leerlijnen. Met de Hogeschool Rotterdam hebben we inmiddels al een doorlopende leerlijn Automotive gestart.
73
Versterken verbinding in de regio We gaan strategische partnerships met belangrijke innoverende technische bedrijven aan. Deze samenwerkingsverbanden leggen we vast in formele samenwerkingsovereenkomsten waarin we kennis delen, samen opleidingen ontwikkelen en gezamenlijk zorgen voor versterking van de technische sector. Onze plannen
Wat we bereikt hebben
We versterken onze relatie met vmbo-scholen in onze regio.
De relatie met vmbo-scholen kunnen we beslist verbeteren. We gaan hier in 2014 dan ook meer tijd en aandacht aan besteden.
We sluiten samenwerkingsovereenkomsten met We hebben met verschillende belangrijke techniekbedrijven met afspraken over de inhoud van techniekbedrijven in onze regio gesproken over de het onderwijs en kennisuitwisseling. inhoud van ons onderwijs en de opleidingen die we aanbieden. De uitkomsten van deze gesprekken spelen een belangrijke rol bij een nieuwe invulling van ons techniekonderwijs.
74
We onderhouden goede en regelmatige contacten met het bedrijfsleven.
We hebben voor alle techniekrichtingen klankbordgroepen opgezet waarin directie en docenten van het ID College en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven gezamenlijk de kwaliteit van de opleidingen verbeteren.
We ontwikkelen opleidingstrajecten en incompany bedrijfstrainingen, in nauwe samenwerking met bedrijven.
We hebben een accountmanager techniek die veelvuldig contact heeft met de bedrijven in onze regio. Deze contacten hebben geleid tot verschillende opleidingstrajectentrajecten voor en met bedrijven.
Sterke profilering techniekopleidingen We gaan ons krachtig profileren om een groei van het aantal studenten te realiseren. We veranderen van een BBL-bolwerk naar een BOL-netwerkschool. Wij willen het techniekcollege van het Groene Hart zijn. Vanuit deze profilering maken wij ons techniekonderwijs modern, innoverend en aantrekkelijk. Daarvoor veranderen we onze marketingstrategie. Onze plannen
Wat we bereikt hebben
We participeren in regionale overlegstructuren.
We hebben in 2013 actief geweest in verschillende technieknetwerken. Hierin hebben we met een groot aantal bedrijven kennis en ideeën uitgewisseld over een betere aansluiting van het techniekonderwijs met het bedrijfsleven.
Medewerkers en studenten krijgen de kans om in het buitenland ervaring op te doen.
Zowel docenten als studenten hebben stages in het buitenland gevolgd. Daarnaast volgen studenten uit andere landen stages via het ID College. Deze buitenlandervaringen vergroten de expertise van studenten en docenten.
We maken een portfolioanalyse van ons opleidingsaanbod.
We hebben een onderzoek gedaan naar al onze techniekopleidingen. Op basis van dit onderzoek bepalen we in 2014 welke opleidingen we in de toekomst gaan aanbieden.
Op basis van de portfolioanalyse en de wensen van het werkveld bepalen we een nieuw strategisch opleidingenaanbod.
We hebben een business case geschreven voor een nieuwe opleidingenaanbod dat aansluit bij de technische topsectoren in Nederland en de regionale ontwikkelingen op techniekgebied. In het schooljaar 2014-2015 starten we met deze nieuwe opleidingen.
75
76
XVI Domein Welzijn Het welzijnswerk is sterk in ontwikkeling. Instellingen hebben te maken met een omslag naar een andere manier van werken. Dit leidt tot fusies, nieuwe vormen van samenwerking en verschuiving van werkgelegenheid. Samen met het werkveld onderzoeken we wat dit voor de toekomst betekent. We onderzoeken daarom hoe de beroepen in de welzijnssector zich zullen ontwikkelen en aan welke kennis en medewerkers de veranderende arbeidsmarkt behoefte heeft. Onze welzijnsopleidingen zullen we zodanig vormgeven dat ze optimaal goed aansluiten bij de nieuwe eisen van het werkveld en de ambities en drijfveren van studenten.
Vergroten studententevredenheid Het is belangrijk dat alle studenten een opleiding volgen die past bij hun motivatie, ambitie en kunde. Een goede intake is daarvoor een voorwaarde. Maar we zorgen ook dat we onze studieloopbaanbegeleiding versterken. Hierin besteden we veel aandacht aan de persoonlijke en beroepsmatige ontwikkeling van de studenten, zowel tijdens het onderwijs op school als tijdens de beroepspraktijkvorming in een instelling. Onze plannen
Wat we bereikt hebben
We professionaliseren de intake.
Alle eerstejaarsstudenten hebben een persoonlijk intakegesprek gehad. Hierin hebben we gekeken naar hun talenten en interesses. Op basis van dit gesprek gaven we de student een passend studieadvies.
We geven studenten intensieve begeleiding en zorgen daarbij voor voortdurende verbetering.
Iedere student heeft een vaste studieloopbaanbegeleider. Met iedere student hebben we vier keer per schooljaar een persoonlijk gesprek gevoerd over zijn ontwikkeling.
De studenten krijgen tijdig en correcte informatie over hun opleiding, rooster, examens en lesmateriaal.
We hebben de studiewijzer van elke opleiding aangevuld met een studentvriendelijke overzicht van de opleiding. Studenten krijgen verder elke periode een arrangementboekje, met daarin alle materialen die ze de komende periode nodig hebben.
We verlagen het aantal voortijdig schoolverlaters.
Het aantal voortijdig schoolverlaters is op niveau 3 gedaald van 14,33% (2012) naar 9,93%. Op niveau 4 is het aantal schoolverlaters gestegen van 7,42% (2012) naar 9,00%. Door meer intensieve begeleiding van studenten verwachten we dat dit percentage de komende jaren gaat dalen.
We ontwikkelen opleidingen voor specifieke doelgroepen.
De huidige trajecten voor 20+ studenten zetten we om naar versnelde leertrajecten die voor alle doelgroepen toegankelijk zijn, op voorwaarde dat ze aan vooraf vastgestelde eisen voldoen.
77
Onze plannen
Wat we bereikt hebben
We vragen de studenten voortdurend naar hun oordeel over de kwaliteit van hun opleiding.
We hebben in mei en november in elke vestiging een gesprek met de studentenpanels gehouden. De verbeteradviezen van de studenten hebben we overgenomen in onze verbeterplannen.
We ontwikkelen een alumnibeleid.
Bij onze voorlichting aan middelbare scholieren betrekken we onze oud-studenten die in het welzijnswerk werken. Zij zijn immers als geen ander in staat uit te leggen wat zij tijdens hun opleiding hebben geleerd en wat het werken in de praktijk inhoudt.
Versterken relatie met het werkveld In een arbeidsmarkt die sterk in ontwikkeling is en die te maken heeft met grote veranderingen in het sociale domein, is het van het allergrootste belang dat we intensief samen werken met het werkveld. Dat is in het afgelopen jaar dan ook onze focus geweest. Samen met instellingen in het welzijnswerk en scholen in het basisonderwijs ontwikkelen we onderwijs dat aansluit op de arbeidsmarkt. Daarnaast zorgen we er in nauw overleg met het werkveld voor dat er voldoende stageplaatsen voor studenten zijn. Dat zijn immers de plekken waar de studenten de beroepspraktijk het beste leren kennen.
78
Onze plannen
Wat we bereikt hebben
Iedere student heeft een stageplaats die past bij zijn ontwikkeling, talenten en ambities.
We hebben een centraal stagebureau opgericht. Hierin werken we samen met alle stagebedrijven. Hierdoor hebben we een beter overzicht van de verschillende stageplaatsen. Bovendien hebben we meer inzicht in de ontwikkelingen in het werkveld en kunnen we beter inspelen op de vragen van de instellingen.
We versterken onze relatie met instellingen in het werkveld.
We hebben in de kinderopvang convenanten met OKnu, OOK en Humanitas. In samenwerking met de stichting MOOI in Zoetermeer zetten we samen een lerend wijkcentrum op.
We betrekken de instellingen uit het welzijnswerk bij de ontwikkeling van het onderwijs.
We hebben een expertmeeting georganiseerd waarin we onze partners in het werkveld hebben gevraagd naar de veranderingen in de sector en de gevolgen voor hun toekomstige medewerkers. Op basis hiervan hebben we onze toekomstvisie verder ontwikkeld. Het werkveld is vertegenwoordigd in enkele opleidingsgroepen.
Onze plannen
Wat we bereikt hebben
We versterken de beroepspraktijkvorming voor studenten.
We hebben beoordelaars van de praktijkexamens getraind. In deze training leren wij ze hoe ze de praktijkexamens van studenten op een goede manier kunnen beoordelen. Een volgende stap is het toetsen en borgen van beoordelingen in de praktijk.
We ontwikkelen cursussen en trainingen voor werknemers van welzijnsinstellingen.
Met verschillende instellingen overleggen we over het geven van scholingen op het gebied van taal- en interactievaardigheden.
79
80
DEEL IV Continuïteitsparagraaf
81
Continuïteitsparagraaf Omgeving De dynamiek in onze maatschappij en op de arbeidsmarkt is groot. ROC ID College stemt zijn koers af op de verwachte ontwikkelingen. We willen studenten helpen naar een stevige plek in de voortdurend veranderende samenleving. In ons onlangs opgestelde koersdocument staat hoe we dit willen doen. We leren studenten niet alleen een vak. We zorgen ook dat zij met zelfvertrouwen de uitdagingen van de maatschappij kunnen aangaan. We doen ons werk in een stabiele, licht groeiende regio. Hierin opereren ook andere ROC’s. Het afgelopen schooljaar koos een deel van de potentiële studenten niet voor ons ROC. Het totale studentenvolume daalde en we hebben minder studenten dan de geambieerde 11.000. Momenteel onderzoeken we waarom studenten niet kiezen voor een opleiding aan onze school. Wij nemen hierin de uitkomsten van het imago-onderzoek mee. Ook staan we stil bij gemeten tevredenheid onder studenten, medewerkers en stakeholders. Tot slot spelen bevindingen van de inspectie een rol. Met de uitkomsten van het onderzoek stellen we onze doelen en de financiële vertaling daarvan vast. Dat doen wij in de meerjarenbegroting 2015 – 2019 die volgt in het najaar van 2014.
Beleid ROC ID College werkt aan de kwaliteit van het onderwijs. Studenten krijgen onderwijs dat is toegespitst op hun toekomstige beroep. Het is actueel en contextrijk, (h)erkennen ook onze stakeholders. Wij geven het onderwijs vorm aan de hand van Flex ID. Met dit onderwijsmodel krijgen studenten goede begeleiding. Zowel op school als tijdens hun stage in de beroepspraktijk. Studenten staan echt centraal en krijgen de aandacht die zij nodig hebben. Zij verlaten het ROC gekwalificeerd, succesvol en tevreden en hebben zicht op hun competenties en toekomstmogelijkheden. De onderwijsrendementen tonen de afgelopen twee jaar een stijgende lijn. De studententevredenheid is de laatste jaren voldoende. Wij willen echter meer. We hebben het voornemen hoger in de top te komen van goed presenterende ROC’s. De afgelopen jaren zette ROC ID College een cyclische aanpak van de beheersbaarheid in. Deze cyclus van planning and control (P&C) zetten we door. Daarbij staat onze ambitie voorop en is onze blik naar buiten gericht. Ook werken we bewust aan het creëren van bewustzijn en commitment. We stimuleren dat alle betrokkenen in de organisatie eigen verantwoordelijkheid nemen. Binnen de kaders van een solide bedrijfsvoering streven we naar een permanente verbetering van het onderwijs. En van ondersteunende processen. Zo borgen we de continuïteit van de instelling.
82
Strategische personeelsplanning ROC ID College streeft ernaar circa 72 procent van de baten te besteden aan personele lasten. De komende jaren zetten we in op vermindering van de formatie. Daarbij houden we rekening met beleid van OCW en de herinrichting van de strategische stafdiensten en Shared Service Centra. Het streven is: de juiste mensen op de juiste plaats, weten welke competenties medewerkers nodig hebben en in-, door- en uitstroom inzichtelijk maken. Dit alles zetten we af tegen de hoeveelheid mensen we nodig hebben. Denk hierbij ook de flexibele schil. In 2014 presenteren we een visie op de strategische formatieplanning. Ziekteverzuim is in de afgelopen 2 jaren afgenomen naar 4,78 procent. ROC ID College streeft naar een ziekteverzuim van 4 procent voor 2014 en voor de jaren 2015 en 2016 3,5 procent.
Strategische huisvestingplanning Onze huisvestingsvisie staat vastgelegd in het strategisch huisvestingsplan. Met dit plan bewaken we optimale benutting van de huisvesting. Het afstoten van locaties en de nieuwbouw vindt plaats conform het strategische huisvestingsplan. Als onderdeel van de P&C-cyclus stelden we een actueel portefeuilleoverzicht op. Hierin staan alle panden en de relevante gegevens per locatie. Denk aan het aantal vierkante meters (inclusief en exclusief verhuur) en de prognoses van de toekomstige huisvestingslasten. Er is ook een vastgoedvisie. Deze biedt de kaders voor de ontwikkeling van de vastgoedportefeuille gedurende vijf jaar. Het Shared Service Centre Facilitaire Dienstverlening & ICT verzorgde begin 2013 een update van de vastgoedvisie. Eind september 2013 is de ‘tussenstand’ gerapporteerd aan de Raad van Toezicht. Eind 2013 beoordeelden we alle locaties opnieuw in het kader van Focus op Vakmanschap. Er komt meer onderwijstijd en ook qua oppervlakte moeten we daar rekening mee houden. Op twee locaties ontstaat mogelijk een knelpunt. Het knelpunt op de Vijf Meilaan lossen we op met verschuivingen. We brengen een aantal studenten en docenten onder op de locaties Rapenburg en Leidschendam. Het knelpunt van de locatie Zoetermeer lossen we op met een interne verbouwing. In 2014 vindt deze verbouwing plaats om de oppervlakte beter te benutten. Het optimaliseren van de bezetting en benutting van de huidige oppervlakte is een van de speerpunten voor 2014. We hebben als doel: minder, maar kwalitatief betere vierkante meters. Dit proces loopt al in overleg met de roostermakers en de leverancier van de roostersoftware. De komende maanden voeren we op verschillende locaties pilots uit. Deze dienen als input voor het strategisch huisvestingsplan. Hiermee kunnen we op korte en lange termijn beter gefundeerde beslissingen nemen. De prijs per vierkante meter ligt met € 120 (in 2012) boven het sectorgemiddelde van € 105. Met ingang van 2016 neemt de prijs nog iets toe als gevolg van de nieuwbouw. Het worden echter duurzamere vierkante meters: hiermee besparen we op het gebied van onderhoud en energie.
83
Indicatoren
Risico voor ROC ID College: ja Wij verwachten dat de ontwikkeling van de rijksbekostiging de komende jaren onzeker blijft. Natuurlijk volgen we de stappen van de overheid nauwlettend. Bij gewijzigde inkomsten passen we de kostenstructuur aan indien noodzakelijk.
Opmerking: de totale personeelskosten in 2015 en 2016 zijn een indicatie. De ervaring leert dat dit bedrag hoger uitvalt in verband met inhuur van externen. De kosten per fte in loondienst in 2011 en 2012 hebben wij niet standaard beschikbaar. Hiervoor gebruikten we het verhoudingsgetal kosten per fte in loondienst uit 2013.
84
Risico voor ROC ID College: ja ROC ID College streeft naar een ratio ‘totale baten versus totale persoonskosten’ van circa 72 procent. Door onzekerheden rond de rijksbekostiging is het een uitdaging de kostenstructuur hierbij te laten aansluiten. We sturen onder meer sterk op het creëren van een toereikende flexibele schil. Daarnaast deden we innovaties op het gebied van onderwijslogisitiek, herinrichting strategische stafdiensten en SSC’s.
Risico voor ROC ID College: nee
Risico voor ROC ID College: nee
Risico voor ROC ID College: nee
85
Opmerking: de eigen vierkante meters ‘uitsluitend voor beroepsonderwijs’ zijn teruggelopen in 2014. Dit heeft te maken met de verkoop van een van onze panden. Risico voor ROC ID College: nee
Opmerking: de gehuurde oppervlakte ‘uitsluitend voor beroepsonderwijs’ is toegenomen. We huren het verkochte pand Rapenburg in Leiden namelijk terug tot ingebruikname van de nieuwbouw. Risico voor ROC ID College: nee
86
Opmerking: deelnemers aan een voltijdopleiding tellen volledig mee. Deelnemers aan een deeltijdopleiding (bbl en bol deeltijd) hebben een deeltijdfactor van 0,35. Dit is conform de systematiek van de benchmark middelbaar beroepsonderwijs. In 2013 was sprake van een teruggang in het aantal studenten. We gaan ervan uit dat dit een tijdelijke teruggang was. Risico voor ROC ID College: ja De demografische ontwikkeling op de middellange en lange termijn zijn niet gunstig voor de mbo-sector. ROC ID College streeft naar een constant studentenvolume. Om deze ambitie te realiseren zijn maatregelen genomen.
87
88
89
90
Opmerking: de aantallen in de jaren 2011 tot en met 2013 zijn bij benadering. Deze zijn niet exact uit onze personeelsadministratie te herleiden. Voor de jaren 2014 tot en met 2016 is hetzelfde verhoudingsgetal ‘tijdelijk personeel’ ten opzichte van ‘totaal personeel’ gebruikt als voor 2013. Uitgangspunten bovengenoemde kentallen: 1. Kentallen zijn opgesteld conform de systematiek van de financiële benchmark mbo. 2. De realisatiecijfers 2011 tot en met 2012 sluiten aan bij de financiële benchmark mbo. 3. De realisatiecijfers 2013 zijn opgesteld conform de systematiek financiële benchmark mbo. 4. De cijfers 2014 tot en met 2016 zijn gebaseerd op de meerjarenbegroting 2014 – 2018.
91
92
93
94
95
96
97
Financieel jaarverslag Financiele ontwikkelingen 2013 Baten en lasten regulier (alle bedragen in € 1.000) Werkelijk 2013
Werkelijk in % van begroting 2013
Begroting 2013
Werkelijk 2012
Begroting 2014
85.832
106%
80.610
84.335
82.830
3.1 Rijksbijdragen
77.612
105%
73.915
73.157
76.858
3.2 Overige overheidsbijdragen en subsidies
3.494
107%
3.271
5.860
2.507
148
111%
133
159
47
3.4 Baten werk in opdracht van derden
1.823
142%
1.285
2.686
1.587
3.5 Overige baten
2.756
137%
2.007
2.473
1.831
83.029
104%
79.530
82.589
81.851
62.777
108%
58.304
62.288
62.028
6.319
101%
6.266
6.301
6.604
4.3 Huisvestingslasten
4.909
104%
4.733
4.782
4.184
4.4 Overige lasten
9.024
88%
10.228
9.218
9.035
Baten
3.3 College-, cursus-, les- en examengelden
Lasten 4.1 Personele lasten 4.2 Afschrijvingen
Financiële baten en lasten Resultaat uit gewone bedrijfsvoering
-667
76%
-874
-719
-708
2.136
205
1.027
270
Balans (alle bedragen in € 1.000)
2013
2012
Activa
70.016
62.642
1.2 Materiële vaste activa
52.089
51.007
41
80
3.419
2.909
14.468
8.646
Passiva
70.016
62.642
2.1 Eigen vermogen
26.859
24.723
5.734
3.514
2.3 Langlopende schulden
19.500
14.500
2.4 Kortlopende schulden
17.923
19.904
1.3 Financiële vaste activa 1.5 Vorderingen 1.7 Liquide middelen
2.2 Voorzieningen
Het begrote resultaat voor 2013 was € 0,2 miljoen. We sloten het jaar echter af met een positief resultaat van € 2,1 miljoen. Enerzijds komt dit voort uit een gezonde financiële bedrijfsvoering. Anderzijds uit eenmalige positieve posten. Hieronder volgt een nadere toelichting op de exploitatie en balans op hoofdlijnen.
98
Hogere baten In 2013 waren de totale baten € 5,2 miljoen hoger dan de begroting. De rijksbijdrage vanuit OCW was bijna € 2 miljoen hoger. Onder meer dankzij: • de extra middelen vanuit het herfstakkoord • de compensatieregeling educatie • bijna € 1 miljoen aan overige subsidies van OCW, bijvoorbeeld de regelingen: • voortijdig school verlaten (VSV) • salarismix • bekwaamheden en professionalisering (BEP) • de hogere inkomsten vanuit de lerarenbeurs De overige overheidsbijdragen en subsidies waren € 0,2 miljoen hoger. De educatiegelden vanuit de gemeenten vielen € 0,5 miljoen hoger uit. Daartegenover staan lagere inkomsten vanuit vo-scholen voor vavo en het leerwerkcentrum. De baten uit werk in opdracht van derden waren € 0,5 miljoen hoger dan begroot, in verband met overige projecten. De overige baten waren in totaal € 0,8 miljoen extra. Zo ontvingen we meer inkomsten uit detachering van medewerkers. Bovendien verkochten we het pand Rapenburg te Leiden voor € 0,9 miljoen. De baten voor leermiddelen en andere bijdragen van deelnemers vielen wel lager uit: circa € 0,5 miljoen.
Hogere lasten Ook de totale lasten waren in 2013 hoger dan de begroting. Namelijk € 3,5 miljoen. De personele lasten kwamen € 4,5 miljoen hoger uit dan begroot. De brutolonen en -salarissen waren € 0,3 miljoen lager maar daartegenover staan de kosten voor ingehuurd personeel (niet in loondienst). Deze kosten waren € 3,5 miljoen hoger. Daarnaast vormden we de voorziening herinrichting strategische stafdiensten, shared service centra en bestuursstaf. Dit kostte € 2,9 miljoen. De noodzakelijke dotatie wachtgeld was wel lager dan begroot en we kregen meer uitkering voor ziekengeld en levensloop. Ook de kosten voor scholing OP waren lager. Deze vond plaats met middelen vanuit de projecten salarismix en BEP. Scholing van onderwijsondersteunend personeel drukte zwaarder: de scholingskosten OBP waren hoger dan begroot. De afschrijvingslasten overschreden de begroting met € 0,1 miljoen. Dit komt door lagere reguliere afschrijvingen en een waardevermindering van twee panden: Nieuwe Duinweg te Katwijk en Essenlaan te Woerden. Ook de huisvestingslasten waren hoger : € 0,2 miljoen. Energie- en waterkosten waren aanzienlijk door nagekomen afrekeningen over 2012. Het koude voorjaar in 2013 speelde ook een rol. Door sloop van twee gymzalen in Gouda vielen ook kosten voor terreinen en tuinen hoger uit. De huurlasten waren lager.
99
De overige lasten waren € 1,2 miljoen lager. We gaven bijvoorbeeld minder uit aan werving en voorlichting. Ook de uitgaven voor contributies, projectkosten materiaal en leermiddelen vielen lager uit. En in plaats van een dotatie te doen aan de voorziening debiteuren, lieten we een deel van deze voorziening vrijvallen. Wel deden we extra uitgaven voor automatisering uit de stelpost ‘overige’. Het ging hierbij vooral om de aanschaf van tablets voor de medewerkers. Deze zijn nodig om de medewerkers continu toegang te geven tot programma’s als aanwezigheidsregistratie en Sharepoint.
Rentebaten en rentelasten Tijdelijke liquiditeitsoverschotten hebben we in 2013 weggezet op rentedragende deposito’s. Dat leverde een rente op van € 0,1 miljoen. De rentelasten waren juist € 0,1 miljoen lager dan begroot. Dit vanwege een aanpassing in de financiering: medio 2012 zetten we de swaption om naar een swap met gunstigere rente.
Vergelijking balansposten met 2012 De materiële vaste activa namen met € 1,1 miljoen toe. We investeerden in nieuwbouw in Leidschendam (€ 2 miljoen), in masterplan Gouda (€ 1,3 miljoen), in nieuwbouw in Leiden (€ 0,3 miljoen) en in hard- en software (€ 3,2 miljoen). Waardevermindering van de panden te Katwijk en Woerden zorgde voor een afname van € 0,3 miljoen. Daarnaast verkochten we het pand Rapenburg te Leiden. De boekwaarde op het moment van verkoop bedroeg € 0,6 miljoen. Stichting ROC ID College heeft 100 procent deelneming in Holding ID College B.V. Op 25 februari 2013 richtten we deze bv op. In de bv vindt nog geen activiteit plaats en dat is voorlopig ook niet te verwachten. Daarom heeft er geen consolidatie plaatsgevonden. De vorderingen namen toe met € 0,5 miljoen. Onze debiteurenbewaking wist deze toename te beperken met € 0,4 miljoen. Het voornaamste nog te ontvangen bedrag is de verkoopsom van het pand Rapenburg (€ 1,6 miljoen). Nog terug te ontvangen basispremie WAO/WIA is ook hoog: € 0,2 miljoen. De liquide middelen bedroegen € 14,5 miljoen aan het eind van 2013. Dankzij lagere investeringskosten is dat circa € 9,2 miljoen gunstiger dan begroot. Zo waren de uitgaven voor de nieuwbouw in LeidschendamVoorburg lager, namelijk € 2,4 miljoen. Dit had te maken met een hoger uitgavenpatroon in 2012. Bij de nieuwbouw in Leiden gaven we € 3,4 miljoen minder uit dan begroot. Het ging hier om een vertraging, dus de kosten volgen in latere jaren. De einddatum van het project blijft overigens gelijk. Het eigen vermogen is verhoogd met het positieve bedrijfsresultaat over 2013. De voorzieningen namen toe met € 2,2 miljoen. We verhoogden de voorziening wachtgeld en vormden bovendien een nieuwe voorziening: herinrichting strategische stafdiensten, shared service centra en bestuursstaf. Het totaalbedrag van de verhogingen is € 4,3 miljoen. Tegenover de verhogingen staan onttrekkingen van € 1,7 miljoen en een vrijval van € 0,3 miljoen. De kortlopende schulden namen af met € 2 miljoen, door een daling van de post crediteuren. Vorig jaar stond onder deze post een eenmalige aanschaf van ICT-middelen.
100
Investeringenbeleid In plaats van de begrote € 13,4 miljoen gaven we uiteindelijk € 6,5 miljoen uit aan investeringen. De fasering verliep anders dan begroot, vooral door een afwijkend uitgavenpatroon bij bouwprojecten. Zodoende verliepen ook de investeringsactiviteiten anders dan gepland. Het gaat om de nieuwbouw in Leiden, nieuwbouw in Leidschendam-Voorburg en ook ICT.
Treasurymanagement In 2013 was de gerealiseerde cashflow gunstiger dan begroot. Dat is te zien in de eerdere vergelijking van balansposten met het vorige jaar. De liquiditeitsratio geeft een gunstiger beeld, zoals te zien is in het onderdeel kengetallen verderop. Er waren in 2013 geen wijzigingen in de kredietfaciliteit. De hoogte van de huidige lening is €19,5 miljoen. Dit bedrag ontvingen we in drie delen in 2011, 2012 en 2013. Daarnaast is een flexibele faciliteit van € 8,5 miljoen beschikbaar. Dit in verband met de kosten voor de unilocatie in Leiden. Voor deze € 8,5 miljoen geldt een renteplafond voor € 2 miljoen vanaf 2014 en € 6,5 miljoen vanaf 2015. Deze flexibele kredietfaciliteit is niet opgenomen in de liquiditeitsbegroting 2014. Stichting Waarborgfonds BVE borgt de totale faciliteit en de aflossing van het krediet start vanaf 2016.
Beheersing renterisico Om de gevolgen van een toekomstige rentestijging te mitigeren, hebben we een aantal renteproducten (derivaten). Onderstaande tabel vat samen hoe we het renterisico beheersen. Tranche
Derivaat
Tranche 1: € 6,5 miljoen
Swap
Tranche 2: € 8,0 miljoen
Swap
Tranche 3: € 5.0 miljoen
Swap
Variabel: € 8,5 miljoen
Cap
Totaal: € 28.000.000 We vinden het gebruik van rente-instrumenten toelaatbaar om renterisico’s te reduceren. Om renterisico’s ten aanzien van de hypothecaire leningen af te dekken, maken we gebruik van derivaten. Dit op een zodanige manier dat risico’s minimaal zijn. De swaps zijn hierbij gekoppeld aan de daadwerkelijke leningen voor de renovatie- en nieuwbouwprojecten in Gouda, Leidschendam en Leiden. We gebruiken deze middelen uitsluitend om de rente voor een langere tijd op een bepaald niveau te fixeren. Zo zijn de rentepercentages voor de bestaande leningen vastgelegd. De renteonzekerheid ten aanzien van het variabele deel is afgedekt met een cap (renteplafond).
101
De Raad van Toezicht was nauw betrokken bij de totstandkoming van de kredietfaciliteit. De auditcommissie adviseerde vooraf positief over de genomen stappen. Doordat de swaps zijn gekoppeld aan onderliggende leningen, beïnvloeden stijgingen en dalingen van de marktrente onze financiële positie niet. Hierover zijn ook nadrukkelijk afspraken gemaakt met de verstrekkende bank. De geld- en kapitaalmarktrentes stegen nog niet in de afgelopen periode. Zodoende had de swap op 31 december 2013 een negatieve marktwaarde. Deze negatieve marktwaarde houdt een latente verplichting aan de bank in, maar daadwerkelijke betaling vindt slechts plaats bij vervroegde aflossing. Daarvan is op dit moment geen sprake. De rentecap heeft een positieve marktwaarde.
Treaurystatuut en –commissie Voor beslissingen op het gebied van treasury-activiteiten stelden we een treasurystatuut op. De ‘Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek’ gold daarbij als vertrekpunt. In het statuut liggen de hoofdlijnen van het treasurybeleid vast. De bevoegdheden en verantwoordelijkheden rond de uitvoering van het beleid zijn erin beschreven. Ook de manier van informatievoorziening aan de diverse partijen staat erin. Het treasurystatuut is begin 2012 door de Raad van Toezicht goedgekeurd. Elke vier jaar toetsen we de actualiteitswaarde van het statuut en passen het zo nodig aan. Bij het vaststellen van het treasurystatuut richtten we ook de treasurycommissie op. Deze bestaat uit College van Bestuur, Directeur Planning & Control, Hoofd Business Control, Directeur SSC Facilitair Bedrijf en Hoofd Financiële Administratie. De treasurycommissie bereidt de besluitvorming rond het treasurybeleid voor en ondersteunt deze. In 2013 kwam de treasurycommissie twee keer bij elkaar. Op de agenda stonden de voortgang van de liquiditeitspositie en het jaarlijkse treasuryplan. De doelstellingen van het treasurybeleid van Stichting ROC ID College luiden als volgt: 1. Toegang tot de financiële markten verkrijgen en handhaven, tegen zo gunstige mogelijke condities. 2. Kosten rond het beheer van geldstromen en financiële posities minimaliseren. Het gaat hierbij om zowel interne verwerkingskosten als externe kosten. 3. Risico’s op het gebied van rente, valuta, koersen, liquiditeiten en kredieten vermijden. 4. Rendement op beschikbare liquide middelen optimaliseren, met minimale risico’s.
102
Begrotingscijfers 2014 en meerjarenperspectief (toekomstparagraaf) We baseerden het meerjarenperspectief op de doelen en ambities uit het strategisch beleidsplan 2010-2014. Voor de begroting 2014 gebruikten we daarnaast nog andere input. Namelijk: de (deel)begrotingen en meerjarenplannen van de domeindirecties, de directeuren van de Shared Service Centra (SSC) en de stafdirecteuren. Het was complex een volledige en juiste meerjarenraming te doen voor de jaren 2015 tot en met 2018. Met name door ontwikkelingen in de mbo-sector en de onvoorspelbaarheid van de rijksbijdragen. Denk aan: implementatie van Focus op Vakmanschap, waaronder het intensiveren en verkorten van opleidingen; • invoering van een nieuwe bekostigingssystematiek in 2015; • herijking van de onderwijseindtermen via kwalificatiedossiers; • macrodoelmatigheid; • wijzigingen rondom het passend onderwijs; • afronding van de overgangsregeling van de VAVO-bekostiging in 2015; • het wegvallen van de verplichte winkelnering bij ROC’s voor de educatieve middelen in 2015; • het onlangs afgesloten nationaal onderwijsakkoord; • de lopende Cao-onderhandelingen en de recente begrotingsafspraken tussen kabinet en oppositiepartijen naar aanleiding van de miljoenennota 2014. Voor zover de gegevens voorhanden waren, hielden we met deze ontwikkelingen rekening in de begroting. Op basis hiervan zijn de begroting 2014 en het meerjarenperspectief zo reëel en evenwichtig mogelijk. In de begroting 2014 zijn de rijksbijdragen toegenomen ten opzichte van 2013. Dit komt enerzijds omdat het Rijk meer middelen beschikbaar stelde. Anderzijds wisten wij een groter marktaandeel binnen de mbo-sector te realiseren. In 2015 en 2016 verwachten we een daling van de rijksbekostiging: het aantal studenten liep per 1 oktober aanzienlijk terug. We voorzien dat dit een tijdelijke dip is. We nemen maatregelen om dit tekort op te vangen voor 2015 en 2016. Verder zoeken we in de komende periode naar innovatieve vormen van aanpak. Zo willen we Focus op Vakmanschap zorgvuldig vertalen binnen ons onderwijsconcept Flex-ID. Bovendien willen we met innovaties ons onderwijs betaalbaar houden. Op termijn nemen de inkomsten vanuit het Rijk af. Met de herinrichting van de Strategische Diensten en SSC’s (periode 2014 - 2018) voorzien we verder in een reductie van de overhead. We reserveerden circa € 1 miljoen in de begroting 2014 voor strategische vernieuwing en innovatie. Daarnaast namen we investeringen voor strategische vernieuwing op in de investeringsbegroting. Het investeringsvolume voor 2014 bedraagt € 14 miljoen. Circa 80 procent van dit investeringsvolume houdt verband met onderhoud, verbouwingen en nieuwbouw van vastgoed. We investeren nu circa 15 procent in ICT (hard- en software) en circa 5 procent in facilitaire zaken. Na oplevering van de nieuwbouw in Leiden daalt het aandeel (onderhoud ) van vastgoed naar 20 procent. Vanaf dan is bijna 70 procent van de investeringsruimte bestemd voor ICT. We voorzien voor 2018 een totaal investeringsvolume van circa € 3 miljoen.
103
In 2014 wordt de unilocatie-strategie verder gerealiseerd met de start van nieuwbouw in Leiden, verbetering van de locatie Zoetermeer en de ontwikkeling van satelliet Woerden. Naast de hogere kwaliteit van gebouwen, heeft het onderwijs baat bij een betere M2-bezetting. Het op orde krijgen van de infrastructurele voorzieningen, is in 2014 de focus van ICT. Het meerjarenperspectief 2014 - 2018 geeft een sluitende begroting met op termijn een klein rendement. De ambitie blijft om op termijn 2 procent rendement te realiseren voor een gezonde financiële huishouding. De ontwikkelingen die we in deze paragraaf schetsten, hebben een belangrijke impact. We voorzien dat ze de financiële cijfers zowel in positieve als in negatieve zin beïnvloeden. Toch ziet Stichting ROC ID College de toekomst gecontroleerd tegemoet.
Vooralsnog geen segmentatie publiek en privaat vermogen Volgens de Richtlijn Jaarverslaggeving (RJ 660) mogen wij de jaarrekening van het eigen vermogen segmenteren. Namelijk in een publiek deel en een privaat deel. In de onderliggende jaarrekening is inderdaad een zeer beperkt deel van het eigen vermogen ondergebracht in een private bestemmingsreserve. Dit bedrag van € 54.000 ontvingen wij van boekenleveranciers in de jaren 2002 tot en met 2006. Verdere segmentatie heeft bijzondere invloed op de inrichting en de verplichting en brengt inspanning met zich mee voor het herleiden van historische gegevens. Daarom kiezen we vooralsnog voor een ongedeelde opstelling, met uitzondering van de genoemde kleine bestemmingsreserve. In 2013 vond geen dotatie of onttrekking plaats ten laste van het privaat vermogen.
Kengetallen De solvabiliteit is het eigen vermogen gedeeld door het totale vermogen. Omdat het vreemd vermogen toenam, daalt de solvabiliteit van 0,39 naar 0,38. We ontvingen namelijk het derde deel van de eerdergenoemde lening. De liquiditeit (vlottende activa gedeeld door vlottende passiva) steeg van 0,58 naar 1,00. De rentabiliteit steeg van 1,22 naar 2,49. Dit vanwege een hoger exploitatieresultaat. Signaleringswaarden OCW
2012
2013
Solvabiliteit
0,2 – 0,6
0,39
0,38
Liquiditeit
hoger dan 0,5
0,58
1,00
Rentabiliteit
hoger dan 0
1,22
2,49
Alle waarden bevinden zich binnen de signaleringsgrenzen van OCW voor de mbo-sector.
104
Verantwoording Taal en Rekenen Om het taal- en rekenonderwijs te intensiveren, startten we op 1 januari 2010 het project Taal en Rekenen. Het projectteam initieert, ondersteunt en monitort de uitvoering van de taal- en rekenactiviteiten. In 2013 deden we de volgende projectactiviteiten: • Aanpassing in de didactiek en pedagogiek om het taal- en rekenbeleid te intensiveren Tot 1 augustus 2013 zijn vijfentwintig taal- en rekencoaches aangestuurd. Zij ondersteunen activiteiten voor hun teams op het gebied van taal en rekenen. Denk hierbij aan taal- en rekenontwikkeling in vaklessen, aparte taal- en rekenlessen en remediëring. Om uitvoering van de meerjarenplannen 2014 – 2018 te ondersteunen, stelden zes van deze coaches adviezen op. Dit deden zij vanaf augustus onder begeleiding van het projectteam, voor hun eigen domeinen. Ze verbonden reeds behaalde resultaten vanuit het project Taal en Rekenen aan (nieuwe) extra aandachtspunten. De projectleider en de taal- en rekencoach bieden dit advies aan bij directie en/of teamleiders. • Toetsing van studenten Alle eerstejaarsstudenten doen aan het begin van een opleiding een entreetoets Nederlands en rekenen. Gedurende de opleiding krijgen alle studenten diagnostische toetsen voor taal en rekenen. • Onderwijstijd Nederlands en rekenen binnen de 850 of 300 klokuren Alle studenten van Stichting ROC ID College maken gebruik van dezelfde methode voor Nederlands en rekenen. Hiervoor zijn vaste uren ingeroosterd in het lesprogramma. • Onderwijstijd Nederlands en rekenen buiten de 850 of 300 klokuren Tot 1 augustus hebben we op negen locaties extra voorzieningen ingericht voor remediërend onderwijs. Vakbekwame taal- en rekendocenten geven hier extra begeleiding aan studenten die dreigen uit te vallen. Per week zijn circa 70 klokuren extra begeleiding mogelijk. In 2013 waren er 1463 contactmomenten. Tot slot deden 200 studenten mee aan een pilot E-learning. • Remediërende activiteiten binnen de 850 of 300 klokuren Zeven vakbekwame taal- en rekendocenten geven ook extra ondersteuning vanuit het project binnen de reguliere klassensituatie. Dit doen zij drie tot twaalf klokuren per week. • Examens studenten In 2013 namen we 7.000 landelijke pilotexamens af voor Nederlands en rekenen op niveau 2, 3 en 4. Voor financiële verantwoording van de projecten, zie bijlage G in de jaarrekening.
105
Jaarrekening 2013 Stichting ROC ID College We stelden deze jaarrekening op met inachtneming van de Regeling jaarverslaggeving OCW, de RJO-richtlijnen en de inrichtingsvereisten van boek 2, titel 9 van het Burgerlijk Wetboek (BW). RJO is het sectorspecifieke hoofdstuk dat samen met de nieuwe Regeling Jaarverslag OCW de inrichtingseisen regelt van het jaarverslag van alle bekostigde onderwijsinstellingen.
1. Grondslagen van waardering activa en passiva en de resultaatsbepaling 1.1 Algemeen Grondslagen voor de waardering van de activa, passiva en resultaatbepaling zijn gebaseerd op historische kosten. Voor zover niet anders vermeld, waardeerden we de activa en passiva tegen nominale waarde. Een actief komt op de balans als de toekomstige economische voordelen waarschijnlijk naar de organisatie toevloeien en als we de waarde daarvan betrouwbaar kunnen vaststellen. Een verplichting komt op de balans als de afwikkeling daarvan waarschijnlijk gepaard gaat met een uitstroom van middelen, en als we de omvang van het bedrag betrouwbaar kunnen vaststellen. We rekenen de baten en lasten toe aan de periode waarop zij betrekking hebben. Alle bedragen in de tabellen van deze jaarrekening luiden in euro’s en zijn in duizendtallen weergegeven, tenzij anders vermeld. Bedragen in de lopende tekst staan niet in duizendtallen weergegeven.
1.2 Waarderingsgrondslagen voor de balans Vaste activa Materiële vaste activa Materiële vaste activa (roerende en onroerende goederen) zijn gewaardeerd op verkrijgings- of vervaardigingsprijs en verminderd met (cumulatieve) afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. We berekenden de afschrijvingen volgens de lineaire methode op basis van de geraamde economische levensduur. Activeringsgrens - voor roerende goederen ligt de activeringsgrens op een aanschafprijs van meer dan € 1.000. De afschrijving vindt plaats naar rato van het jaar en de maand van aanschaf. - voor onroerende goederen is geen activeringsgrens benoemd. De eerste afschrijving voor nieuwbouw vindt plaats na ingebruikname. Bij renovaties, verbouwingen of groot onderhoud vindt afschrijving plaats naar rato van de voortgang van de werkzaamheden gedurende het jaar. Gebouwen en terreinen Gebouwen en/of terreinen waarvan in het kader van de OKF-97 operatie het economisch claimrecht is verkregen, zijn gewaardeerd tegen de normatieve restwaarde zoals deze door het ministerie van OCW is bepaald bij de uitvoering van de OKF. Dit onder aftrek van toegepaste afschrijvingen. Afschrijving vond vanaf 2006 plaats op basis van de geschatte economische levensduur zoals deze is aangegeven bij de uitvoering van de OKF. Namelijk dertig jaar.
106
Onder de deelcategorie gebouwen vonden nieuwe activeringen plaats. Afschrijving van deze investeringen vindt plaats op basis van de geschatte economische levensduur. Wanneer de geschatte economische levensduur wijzigt, verwerken we de nieuwe afschrijvingslasten in hetzelfde onderdeel van de winst- en verliesrekening als de oorspronkelijke schatting. Kosten die direct zijn verbonden aan het onderhoud van een materieel vast actief, verwerken we in de kostprijs ervan. Afschrijving vindt plaats op basis van gelijke termijnen als het actief. Wanneer de geschatte levensduur niet overeenkomt, hanteren we voor het onderhoud de componentenbenadering. Hierbij merken we de kosten van groot onderhoud aan als afzonderlijke componenten, ineens bij ingebruikname van het actief. Deze afzonderlijke componenten schrijven we vervolgens af in de periode tot aan het moment van uitvoeren van het groot onderhoud.
Financiële vaste activa Deelnemingen Deelnemingen in groepsmaatschappijen en overige deelnemingen waarmee we invloed van betekenis kunnen uitoefenen op het zakelijke en financiële beleid, waarderen we volgens de nettovermogenswaardemethode. Invloed van betekenis wordt in ieder geval verondersteld aanwezig te zijn bij een aandeelhoudersbelang groter dan 20 procent van de aan de aandelen verbonden stemrechten. We berekenen de nettovermogenswaarde volgens de grondslagen die gelden voor Stichting ROC ID College. Voor deelnemingen waarvan onvoldoende gegevens beschikbaar zijn voor aanpassing aan deze grondslagen, gaan we uit van de waarderingsgrondslagen van de betreffende deelneming. Conform de nettovermogenswaardemethode, nemen we de deelnemingen in de balans op tegen het aandeel van Stichting ROC ID College in de nettovermogenswaarde. Dit vermeerderd met ons aandeel in de resultaten van de deelneming vanaf het moment van verwerving, verminderd met ons aandeel in de dividenduitkeringen van de deelneming. In de winst-en-verliesrekening staat het aandeel van Stichting ROC ID College in het resultaat van de deelnemingen. Indien en voor zover Stichting ROC ID College niet zonder beperking uitkering van de positieve resultaten kan bewerkstelligen, nemen we de resultaten op in een wettelijke reserve. Dat doen we ook met ons aandeel in de rechtstreekse vermogensvermeerderingen en –verminderingen van de deelnemingen. Als de waardering van een deelneming volgens de nettovermogenswaarde negatief is, waarderen we deze op nihil. Hierbij nemen we ook andere langlopende belangen in de deelneming mee die feitelijk worden aangemerkt als een onderdeel van de netto-investering. Indien en voor zover Stichting ROC ID College in deze situatie geheel of deels instaat voor de schulden van de deelneming of het stellige voornemen heeft de deelneming tot betaling van haar schulden in staat te stellen, nemen we een voorziening op.
Overige vorderingen De overige vorderingen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde. Vervolgens waarderen we deze tegen de geamortiseerde kostprijs, die gelijk is aan de nominale waarde onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen. We voldoen aan de gewijzigde voorschriften van de RJ 290 Financiële instrumenten met ingang van 2013.
107
Vlottende activa Vorderingen en overlopende activa We nemen de vorderingen en overlopende activa bij eerste verwerking op tegen de reële waarde. Vervolgens waarderen we deze tegen de geamortiseerde kostprijs. De reële waarde en geamortiseerde kostprijs zijn gelijk aan de nominale waarde. Noodzakelijk geachte voorzieningen voor het risico van oninbaarheid brengen we in mindering. We bepalen deze voorzieningen op basis van individuele beoordeling van de vorderingen.
Liquide middelen We nemen de liquide middelen op tegen nominale waarde.
Eigen vermogen Onder het eigen vermogen staan de algemene reserve en de bestemmingsreserves gepresenteerd. De algemene reserve is de reserve die ter vrije beschikking staat van Stichting ROC ID College. Indien een beperktere bestedingsmogelijkheid door de organisatie is aangebracht, is het aldus afgezonderde deel van het eigen vermogen aangeduid als bestemmingsreserve. Hierbij maken we onderscheid tussen reserves die zijn opgebouwd uit publieke dan wel uit niet-publieke (private) middelen.
Voorzieningen Onder de voorzieningen zijn de personele voorzieningen, voorziening verlieslatende contracten en de overige voorzieningen gepresenteerd. Tenzij anders is aangegeven, zijn de voorzieningen opgenomen tegen nominale waarde. Dotaties (oftewel toevoegingen) aan de voorzieningen vinden plaats ten laste van de exploitatierekening. Onttrekkingen (oftewel uitgaven) vinden plaats ten laste van de voorzieningen. We nemen voorziening in verband met verplichtingen uitsluitend op als: - Stichting ROC ID College op de balansdatum een huidige, in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting heeft op grond van een gebeurtenis uit het verleden; - een uitstroom van middelen waarschijnlijk is vereist om de verplichting af te wikkelen; - we een betrouwbare schatting kunnen doen van het bedrag van de verplichting. Stichting ROC ID College heeft voor haar werknemers een toegezegd-pensioenregeling. Werknemers die hiervoor in aanmerking komen hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen. Dit is gebaseerd op het gemiddeld verdiende loon berekend over de jaren dat de werknemer pensioen opbouwde bij Stichting ROC ID College. De verplichtingen die voortvloeien uit deze personeelsrechten, brachten we onder bij het bedrijfstakpensioenfonds ABP. Stichting ROC ID College betaalt hiervoor 70 procent van de premies, de werknemer betaalt 30 procent. De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voor zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds (het vermogen van het pensioenfonds gedeeld door zijn financiële verplichtingen) dit toelaat. Naar de stand van ultimo december 2013 is de dekkingsgraad van het pensioenfonds 105,9 procent (bron: www.abp.nl, 31-01-2014). Toezichthouder DNB stelt de minimaal vereiste dekkingsgraad op 104,2 procent voor het ABP. Stichting ROC ID College is niet verplicht aanvullende bijdragen te doen in geval van een tekort bij het pensioenfonds, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. We verantwoorden daarom alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening.
108
Langlopende schulden Schulden met een resterende looptijd van langer dan één jaar gelden als langlopend. Het aflossingsbedrag van het lopende jaar staat onder de kortlopende schulden. Langlopende schulden waarderen we tegen geamortiseerde kostprijs. Op de afdekking van de renterisico’s van de langlopende schulden is kostprijshedge-accounting toegepast.
Kortlopende schulden Dit betreffen schulden met een op balansdatum resterende looptijd van ten hoogste één jaar. Kortlopende schulden nemen we bij eerste verwerking op tegen de reële waarde en vervolgens waarderen we deze tegen de geamortiseerde kostprijs. De reële waarde en geamortiseerde kostprijs zijn gelijk aan de nominale waarde van de schuld.
Overlopende passiva Overlopende passiva betreffen vooruitontvangen bedragen (waaronder geoormerkte bijdragen) en nog te betalen bedragen ter zake van lasten die aan een verstreken periode zijn toegekend. Vrijval ten gunste van de exploitatierekening geschiedt naar rato van de besteding.
1.3 Resultaatbepaling Het jaarresultaat ontstaat door de baten te verminderen met de lasten over dezelfde periode. Daarbij rekenen we baten aan het verslagjaar toe voor zover de betreffende prestaties zijn verricht in het verslagjaar. We bepalen de lasten en baten met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen. We rekenen de baten en lasten toe aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. We berekenen de afschrijvingen lineair op basis van de levensduur die is vermeld onder de grondslagen van waardering.
Rijksbijdragen De ontvangen (normatieve) rijksbijdrage en de niet-geoormerkte OCW-subsidies (vrij besteedbare doelsubsidies zonder verrekeningsclausule) verwerken we in het jaar waarop de toekenningen betrekking hebben volledig als bate in de staat van baten en lasten. Geoormerkte OCW-subsidies met een vrij besteedbaar overschot (doelsubsidies waarbij het overschot geen verrekeningsclausule heeft) staan verantwoord ten gunste van de staat van baten en lasten, naar rato van de voortgang van de gesubsidieerde activiteiten. Het deel van de subsidies waar nog geen activiteiten voor zijn verricht per balansdatum staan onder de overlopende passiva. Geoormerkte OCW-subsidies (doelsubsidies met verrekeningsclausule) staan verantwoord ten gunste van de staat van baten en lasten, in het jaar ten laste waarvan de gesubsidieerde lasten komen. Niet bestede middelen staan onder de overlopende passiva zolang de bestedingstermijn nog niet is verlopen. Niet bestede middelen worden verantwoord onder de kortlopende schulden zodra de bestedingstermijn is verlopen op balansdatum.
109
Overige exploitatiesubsidies Overige exploitatiesubsidies brengen we ten gunste van de staat van baten en lasten in het jaar ten laste waarvan de gesubsidieerde lasten komen, waarin de opbrengsten zijn gederfd of waarin het exploitatietekort zich heeft voorgedaan. We rekenen de opbrengsten Inburgering (WI) aan het verslagjaar toe onder aftrek van een voorziening. Deze vormen we door alle studenten die nog geen diploma hebben behaald en/of die het traject nog niet volledig hebben afgerond te voorzien, op basis van de nog te factureren waarde en onze inschatting van een succesvol afgerond traject.
Overig Ten behoeve van het inzicht zijn zonodig de vergelijkende cijfers van het vorig boekjaar aangepast.
1.4 Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode.
110
2. Balans per 31 december 2013 (bedragen in € 1.000) (na resultaatbestemming)
STICHTING ROC ID COLLEGE TE GOUDA 31-12-13 €
31-12-12 €
€
€
Vaste activa 1.2
Materiële vaste activa
1.3
Financiële vaste activa
52.089
51.007
41
80
52.130
51.087
3.419
2.909
14.468
8.646
Vlottende activa 1.5
Vorderingen
1.7
Liquide middelen
17.887
11.555 70.016
Totaal Activa
62.642
Eigen vermogen 2.1
Eigen vermogen
26.859
24.723 26.859
24.723
5.734
3.514
2.2
Voorzieningen
2.3
Langlopende schulden
19.500
14.500
2.4
Kortlopende schulden
17.923
19.904
Totaal Passiva
70.016
62.642
111
3. Staat van baten en lasten over 2013 (bedragen in € 1.000)
STICHTING ROC ID COLLEGE TE GOUDA 2013 €
Begroting 2013 €
€
€
2012 €
€
Baten 3.1
Rijksbijdragen
77.612
73.915
73.157
3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.494
3.271
5.860
3.3
College-, cursus-, les- en examengelden
148
133
159
3.4
Baten werk in opdracht van derden
1.823
1.285
2.686
Overige baten
2.756
3.5
2.007 85.832
Totaal Baten
2.473 80.610
84.335
Lasten 4.1
Personeelslasten
4.2
Afschrijvingen
4.3
Huisvestingslasten
4.4
Overige instellingslasten
62.288
6.319
6.266
6.301
4.909
4.733
4.782
9.024
10.228
9.218 79.530
82.589
2.803
1.079
1.747
Financiële baten en lasten
-667
-874
-719
Nettoresultaat
2.136
205
1.027
Saldo baten en lasten
112
58.304
83.029
Totaal lasten
5
62.777
4. Kasstroomoverzicht over 2013
(bedragen in € 1.000)
STICHTING ROC ID COLLEGE TE GOUDA 2013 €
2012 €
€
€
Kasstroom uit operationele activiteiten 2.803
Saldo baten en lasten
1.747
Aanpassingen voor: • afschrijvingen
5.812
6.285
• mutaties voorzieningen
2.220
-1.140 8.032
5.146
Veranderingen in vlottende middelen • Voorraden • Vorderingen • Kortlopende schulden
0
0
-510
346
-1.981
-8.341
Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest
-2.491
-7.995
8.344
-1.103
141
130
-808
-849
Totale kaststroom uit operationele activiteiten
-667
-719
7.677
-1.822
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa Desinvesteringen in materiele vaste activa Mutatie in financiele vaste activa
-13.825
-14.861
6.931
5.172
40
40
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten
-6.854
-9.649
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Nieuw opgenomen leningen Aflossing langlopende schulden Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten Mutatie in de liquide middelen
5.000
8.000
0
0 5.000
8.000
5.823
-3.471
113
5. Toelichting op de balans per 31 december 2013 1.2 Materiele vaste activa Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen €
Aanschafprijs €
Boekwaarde 1 januari 2013 €
Investeringen €
1.2.1
Gebouwen en terreinen
72.978
33.558
39.420
6.215
1.2.2
Inventaris en apparatuur
29.651
21.644
8.007
3.672
1.2.3
Andere vaste bedrijfsmiddelen
1.2.4
In uitvoering en vooruitbetalingen
1.2.5
Niet aan het proces dienstbare mva
De afschrijvingstermijnen bedragen voor: Terreinen Gebouwen Renovaties, verbouwingen en groot onderhoud Machines/installaties Hard- en software Hard- en software deelnemer-informatiesysteem Audiovisuele hulpmiddelen School- en kantoormeubilair Vervoersmiddelen
98
54
44
0
3.536
0
3.536
3.939
0
0
0
0
106.263
55.257
51.007
13.825
Geen afschrijving 30 jaar 10 jaar 10 jaar 4 jaar 7 jaar 4 jaar 10 jaar 5 jaar
Materiële vaste activa nog in uitvoering betreft het project masterplan in Gouda en de opstartfase van de nieuwbouw in Leiden. De nieuwbouw Leidschendam-Voorburg is in 2013 afgerond en per 1 augustus 2013 geactiveerd. Tevens is de deeloplevering masterplan Gouda geactiveerd. De totale OZB-waarde van onze gebouwen bedraagt in 2013 circa € 51 miljoen. Op basis van de verwachte (lagere) marktwaarde bij het afstoten van de gebouwen Nieuwe Duinweg te Katwijk en Essenlaan te Woerden, vond in 2013 een bijzondere waardevermindering ter grootte van € 0,3 miljoen plaats.
114
Desinvesteringen €
Afschrijvingen op desinvesteringen €
Afschrijvingen €
Aanschafprijs €
Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen €
Boekwaarde 31 december 2013 €
1.125
4.037
508
78.068
37.088
40.980
0
2.269
0
33.323
23.913
9.410
0
12
0
98
67
31
5.806
0
0
1.668
0
1.668
0
0
0
0
0
0
6.931
6.319
508
113.157
61.068
52.089
115
1.3 Financiele vaste activa
1.3.1
Boekwaarde 1 januari 2013
Investeringen en verstrekte leningen / groepsmaatschappijen
Desinvesteringen en afgeloste leningen
Boekwaarde 31 december 2013
€
€
€
€
Groepsmaatschappijen
0
1
0
1
0
0
0
0
80
0
40
40
80
1
40
41
1.3.5 Vorderingen op OCW 1.3.7
Overige vorderingen
Met ingang van 25 februari 2013 verkreeg Stichting ROC ID College een 100 procent belang in Holding ID College B.V. Aangezien op dit moment geen activiteiten plaatsvinden in deze bv, is afgezien van consolidatie. Het ministerie OCW erkent de vordering van scholen beroepsonderwijs uit hoofde van de te vorderen loonheffing en premie ABP over de maand juli 1991. Uitkering daarvan vindt slechts plaats bij opheffing van de school. De vorderingen zijn afgewaardeerd tot € 2. De nominale vordering voor de Stichting ROC ID College bedraagt € 364.202. Op 24 juni 2005 is een overeenkomst gesloten met Stichting Carmel College over de huur van ruimtes. De huur is voor 10 jaar vastgesteld op € 400.000. Deze valt in 10 jaar voor € 40.000 vrij.
1.5 Vorderingen 2013 € 1.5.1
Debiteuren
1.5.2
OCW
1.5.5 1.5.6
2012 € 672
1.033
-
-
Studenten / deelnemers / cursisten
417
860
Overige overheden
299
565
Vooruitbetaalde kosten Verstrekte voorschotten Overige 1.5.8
Overlopende activa
1.5.9
Af: Voorzieningen wegens oninbaarheid
433
820
25
2
1.967
164 2.426
986
-394
-534
3.419
2.909
Bovenstaand overzicht betreft vorderingen die op balansdatum ten hoogste één jaar uitstaan.
116
Door een verbeterde debiteurenbewaking is het openstaand saldo per 31 december 2013 gedaald. Tevens heeft bijstelling van de voorziening dubieuze debiteurenvorderingen plaatsgevonden. Onder de post ‘Overige’ is onder andere de verkoopopbrengst van het pand Rapenburg te Leiden opgenomen. Het verloop van de voorziening wegens oninbaarheid is als volgt:
Voorziening dubieuze debiteurenvorderingen
2013
2012
€
€
Stand per 1 januari Onttrekking Dotatie Stand per 31 december
284
305
-200
-21
60
0
144
284
2013 Voorziening WI
2012
€
€
Stand per 1 januari
250
371
Onttrekking
-147
-157
147
36
250
250
Dotatie Stand per 31 december
1.7 Liquide middelen
1.7.1
Kasmiddelen
1.7.2
Tegoeden op bank- en girorekeningen
1.7.3
Deposito’s
2013
2012
€
€ 9
7
13.638
739
821
7.900
14.468
8.646
Onder de deposito’s zijn opgenomen: bankgaranties, partnershiprekening en een bouwdepot. Deze deposito’s zijn niet vrij opneembaar. De overige liquide middelen staan ter vrije beschikking van Stichting ROC ID College.
117
2.1 Eigen vermogen
2.1.1
Algemene reserve
2.1.2 2.1.3
Stand per 1 januari 2013
Resultaat
Overige mutaties
Stand per 31 december 2013
€
€
€
€
24.669
2.136
0
26.805
Bestemmingsreserve (publiek)
0
0
0
0
Bestemmingsreserve (privaat)
54
0
0
54
24.723
2.136
0
26.859
Met ingang van het verslagjaar 2008 maken we conform RJ 660 onderscheid tussen reserves die zijn opgebouwd uit publieke middelen en niet-publieke (private) middelen. Het bestuur koos ervoor om een deel van de algemene reserve, te weten € 54.000 af te zonderen naar een private bestemmingsreserve. Deze middelen ontvingen wij in de jaren 2002 tot en met 2006 van boekleveranciers.
2.2 Voorzieningen Stand per 1 januari 2013
Dotaties
Onttrekkingen
Vrijval
Stand per 31 december 2013
Resterende looptijd < 1jr.
Resterende looptijd > 1jr.
€
€
€
€
€
€
€
2.2.1
Personeelsvoorzieningen
2.871
4.296
1.174
258
5.734
2.365
3.369
2.2.2
Voorziening verlieslatende contracten
0
0
0
0
0
0
0
2.2.3
Overige voorzieningen
643
0
574
69
0
0
0
3.514
4.296
1.748
327
5.734
2.365
3.369
2.2.1 Onder de personeelsvoorzieningen vallen de voorzieningen wachtgeld, jubileumrechten, langdurig zieken, (pre-)FPU, Educatie, overige personeelsvoorzieningen, Taal en Rekenen en herinrichting.
Voorziening wachtgeld, stand per 31 december 2013: € 2.125.284 De voorziening wachtgeld is gebaseerd op een opgave van KPMG. Voorheen deed Loyalis deze opgave. KPMG berekende voor ons de totale te verwachten kosten voor de komende vijf jaar voor bovenwettelijke wachtgelduitkeringen. KPMG deed de berekening op individueel niveau voor personen die voor 100 procent ten laste van Stichting ROC ID College komen. Voor dit wettelijke wachtgeld ontvangen wij reguliere bekostiging van het ministerie van OCW.
118
Voorziening jubileumrechten, stand per 31 december 2013: € 390.231 Conform CAO BVE hebben jubilerende werknemers aanspraak op een jubilieumgratificatie. Deze bedraagt bij een 25-jarig dienstverband 50 procent en bij een 40-jarig dienstverband 100 procent van de bezoldiging per maand. In deze voorziening bepalen we de jubileumrechten per individu, rekening houdend met de periode in dienst. Bij de berekening van de voorziening hielden we rekening met een ‘blijfkans’ van het huidige personeel. Voor de voorzieningen wachtgeld en jubileumrechten zijn de verplichtingen contant gemaakt tegen een disconteringsvoet van 3 procent. Deze disconteringsvoet is lager dan vorig jaar omdat de marktrentes ook gedaald zijn (zie onderdeel 2.3, Langlopende schulden).
Voorziening langdurig zieken, stand per 31 december 2013: € 50.748 Deze voorziening betreft de loonkosten vanaf 2013 voor medewerkers die per 31 december 2013 een jaar ziek zijn, en die naar verwachting niet in 2014 terugkeren in het arbeidsproces bij Stichting ROC ID College. Voorziening (pre-)FPU, stand per 31 december 2013: € 90.235 Het College van Bestuur heeft in 2010 besloten alle medewerkers geboren voor 1 januari 1950 een pre-FPUregeling aan te bieden. Niet alle medewerkers geboren voor 1950 komen in aanmerking voor pre-FPU. Daarbij is er een nadelig effect voor de hoogte van het uitkeringspercentage. Dit komt door gewijzigde regelgeving rondom FPU, pensioenuitkeringspercentage van deze regeling en de komst van de middelloonregeling. Er zijn drie verschillende regelingen uitgewerkt om alle medewerkers geboren voor 1 januari 1950 een aantrekkelijke vertrekbevorderende regeling aan te bieden. In de berekening van de voorziening gingen we ervan uit dat 65 procent hiervan gebruikmaakt. In overleg met het ABP zijn de kosten voor drie verschillende regelingen aangeboden: 1. Voor medewerkers in de leeftijd van 60, 61 en 62 jaar die voldoen aan de voorwaarden voor FPU bestaat een pre-FPU-regeling. 2. Voor medewerkers die op 1 augustus 2010 in aanmerking komen voor FPU, kopen we extra pensioenjaren in ter compensatie van het gemis van pensioenopbouw. 3. Voor de overige medewerkers van 60 jaar en ouder die niet in aanmerking komen voor FPU, kopen we extra ouderdomspensioen in.
Voorziening Educatie, stand per 31 december 2013: € 0 Het College van Bestuur besloot in 2011 het aantal formatieplaatsen van het domein Educatie in lijn te brengen met het opbrengstenniveau voor het jaar 2011 en verder. De verwachte uitgaven bestonden vooral uit het begeleiden van medewerkers naar het mbo of buiten de organisatie. De voorziening was ook voor vergoedingen bij het voortijdig beëindigen van de arbeidsovereenkomst. In 2013 vond de laatste afwikkeling plaats, zodat we deze voorziening volledig konden opheffen. Voorziening overige personeelsvoorzieningen stand per 31 december 2013: € 0 In 2012 besloot het College van Bestuur het aantal formatieplaatsen in lijn te brengen met het opbrengstenniveau voor het jaar 2013 en verder. De verwachte uitgaven bestonden met name uit het begeleiden van medewerkers buiten de organisatie evenals uit vergoedingen voor het voortijdig beëindigen van de arbeidsovereenkomst. In 2013 vond de laatste afwikkeling plaats, zodat deze voorziening volledig is opgeheven.
119
Voorziening Taal en Rekenen stand per 31 december 2013: € 122.732 In 2012 is besloten een voorziening op te nemen om het aantal formatieplaatsen in lijn te brengen met de aflopende inkomsten voor het project Taal en Rekenen. De verwachte uitgaven bestaan met name uit het begeleiden van medewerkers naar buiten de organisatie. Voorziening herinrichting stand per 31 december 2013: € 2.955.000 Het College van Bestuur heeft in 2013 de voorziening herinrichting gevormd in verband met de herinrichting van de strategische stafdiensten, shared services centra en bestuursstaf. De verwachte uitgaven bestaan met name uit begeleiden van medewerkers naar een nieuwe functie binnen of buiten de organisatie. De voorziening was ook voor vergoedingen voor het voortijdig beïndigen van de arbeidsovereenkomst.
2.2.3 Onder de overige voorzieningen valt de voorziening leegstand.
Voorziening leegstand, stand per 31 december 2013: € 0 In 2009 is besloten om het huurcontract van Bredewater 22 op te zeggen. Voor deze locatie in Zoetermeer gold gedurende de leegstandperiode tot en met december 2013 een contractuele huurverplichting. Voor de huurlasten over deze gehele periode is een voorziening getroffen. Eind 2013 verliep deze leegstandperiode. Het resterende bedrag van € 68.917 viel vrij in het resultaat, waardoor deze voorziening volledig is opgeheven.
2.3 Langlopende schulden Stand per 1 januari 2013
Aan gegane leningen 2013
Af lossingen 2013
Stand per 31 december 2013
Res terende looptijd > 1jr.
Res terende looptijd > 5jr.
€
€
€
€
€
€
2.3.3
Krediet instellingen
14.500
5.000
0
19.500
2.3.5
Overige langlopende schulden
0
0
0
0
14.500
5.000
0
19.500
Rentevoet
19.500
variabel % o.b.v. 3-mnds euribor + opslag % (0,85% en 1,35%)
0
0
0
0
19.500
In 2013 waren er geen wijzigingen in de kredietfaciliteit. De hoogte van de huidige lening is €19,5 miljoen. Dit bedrag ontvingen we in drie tranches in 2011, 2012 en 2013. Daarnaast is een flexibele faciliteit van € 8,5 miljoen beschikbaar in verband met de kosten voor de unilocatie in Leiden. Hiervoor hebben we een renteplafond afgesproken voor € 2 miljoen vanaf 2014 (3 procent) en € 6,5 miljoen vanaf 2015 (4 procent). In de liquiditeitsbegroting 2014 staat deze € 8,5 miljoen niet opgenomen vanwege voldoende liquide middelen. Stichting Waarborgfonds BVE borgt de totale faciliteit. Vanaf 2016 start de aflossing van het krediet.
120
Stichting ROC ID College maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van financiële instrumenten die de stichting blootstellen aan renterisico’s, kredietrisico’s en liquiditeitsrisico’s. Deze financiële instrumenten zijn in de balans opgenomen. Financiële derivaten waarbij de onderliggende waarde niet beursgenoteerd is, staan tegen kostprijs opgenomen. Stichting ROC ID College past kostprijshedge-accounting toe op basis van de individuele hedge-relatie. De hedge-relatie is effectief en wordt tegen kostprijs gewaardeerd. Er is geen sprake van een ineffectief deel. Het renterisico is afgedekt door middel van renteswaps van de variable 3-maands euribor naar een vast rentepercentage. Voor tranche één tot en met drie is een renteswap afgesloten. De marktwaarde van de renteswap bedraagt op 31 december 2013 € 2,6 miljoen negatief. Het variabele deel van de kredietfaciliteit (€ 8,5 miljoen) is deels afgedekt met een rentecap (de marktwaarde hiervan is per 31 december 2013 € 66.000 positief). Deze marktwaarden liggen onder het met de Rabobank afgesproken bedrag van € 4,9 miljoen. Dit bedrag is een inschatting van de Rabobank ten aanzien van de mogelijke (negatieve) waardeontwikkeling van de renteswap. De Rabobank acht de huidige waarde van de zekerheden voldoende om een dergelijke latente verplichting (ter hoogte van het afgesproken bedrag) te kunnen dragen. Tranche Tranche 1: Tranche 2: Tranche 3: Variabel:
Bedrag € 6,5 miljoen € 8,0 miljoen € 5.0 miljoen € 8,5 miljoen
Totaal:
€ 28 miljoen
Derivaat Rentepercentage (excl. opslagpercentage) Swap 3,74% Swap 3,74% Swap 1,53% Cap gemiddelde van het 1-maands euribortarief verhoogd met opslagpercentage 1,15%
Stichting ROC ID College heeft nadrukkelijk niet de intentie om de investeringsfaciliteit (vervroegd) af te lossen. Daarom komt de negatieve marktwaarde niet tot uitdrukking in de jaarrekening. Omdat het een tijdelijk waarderingsverschil betreft, bestaat er geen risico op uitstroom van liquide middelen.
121
2.4 Kortlopende schulden
2.4.1
Kredietinstellingen
2.4.2
Vooruitgefactureerde termijnen OHW
2.4.3
Crediteuren
2.4.4
OCW Premies sociale verzekeringen en loonheffing Omzetbelasting
2.4.7
Belastingen en premies sociale verzekeringen
2.4.8
Schulden terzake van pensioenen Overige
2.4.9
2012
€
€ 0
0
0
0
3.028
5.083
0
94
2.524
2.449
28
22 2.552
2.471
816
770
431
Overige kortlopende schulden Vooruitontvangen college- en lesgelden
1.106 431
1.106
15
61
820
839
Vooruitontvangen termijnen
5.036
6.482
Vakantiegeld en –dagen
2.305
2.242
Accountants- en administratiekosten
90
120
Rente
135
111
Nog te betalen personeelskosten
199
191
2.497
334
Vooruitontvangen subsidies OCW geoormerkt
Overige 2.4.10
2013
De overlopende passiva
11.097
10.380
17.923
19.904
De crediteurenpositie is aanmerkelijk lager door aflopende bouwprojecten. Bovendien betaalden we geen huurkosten voor het pand Bredewater te Zoetermeer. Vorig jaar bevatte deze post ook een grote aanschaf van computers. Onder de post ‘Overige’ bij 2.4.10 staat de verplichting met betrekking tot facturen die we ontvingen in 2014 maar die betrekking hebben op werkzaamheden of leveringen in 2013. Voor een verdere toelichting op de geoormerkte en niet-geoormerkte subsidie, zie onderstaand overzicht.
122
5.1 Overzicht geoormerkte en niet geoormerkte doelsubsidies OCW Model G: Overige subsidies G1. Verantwoording van subsidies zonder verrekeningsclausule Toewijzing Jaar
Kenmerk
Bedrag van toewijzing
Ontvangen t/m De prestatie is ultimo verslag verslagjaar jaar confrom de subsidiebeschik king geheel uitgevoerd en € afgerond
€ Bekwaamheden en professionali sering
85246
2012
466963-1
477
477
N
Bekwaamheden en professionali sering
85246
2013
493125-1
760
760
J
1.237
1.237
Bedrag van toewijzing
Saldo 31-12-2012/ Beginsaldo 2013 €
Totaal
G2. Verantwoording van subsidies met verrekeningsclausule
G2-A geoormerkt aflopend per ultimo 2013 Toewijzing Jaar
Kenmerk
€
Ontvangsten in verslagjaar 2013
Lasten 2013
Totale lasten t/m 31-12-2013
Te verrekenen ultimo verslag jaar
€
€
€
€
Stagebox 2012
85352
2012
10936M
0
366
0
366
366
0
Schoolmaatschappelijk werk 2010
85292
2010
1770M
0
15
0
15
15
0
Schoolmaatschappelijk werk 2012
85292
2012
80123M
0
224
0
224
224
0
2012
39511
0
74
0
74
74
0
0
678
0
678
678
0
Saldo nog te besteden ultimo verslag jaar €
Lerarenbeurs ´12-´13 Totaal
G2-B geoormerkt doorlopend na 2013 Toewijzing Jaar
Kenmerk
Bedrag van toewijzing
Saldo 31-12-2012/ Beginsaldo 2013 €
€
Ontvangsten in verslag jaar 2013
Lasten 2013
Totale lasten t/m 31-12-2013
€
€
€
Taal en Rekenen 2013
85234
2013
BEK-12/77479 M
1.059
-292
1.059
745
1.039
21
Schoolmaatschappelijk werk 2013
85292
2013
BEK-2013/135 M
273
0
273
131
146
142
VSV-plusvoorziening 2013-2015
85248
2013
OND/ODB2012/48742-U
1.000
207
1.000
802
802
405
Zij-instromers ´12-´13
2012
413270-1
0
261
0
154
154
107
Zij-instromers ´13-´14
2013
501613-1
78
0
78
0
0
78
Lerarenbeurs ´13-´14
2013
501824-1
Totaal
115
0
115
48
48
67
2.525
175
2.525
1.880
2.189
820
123
5.2 Niet in de balans opgenomen verplichtingen Stichting ROC ID College heeft voor een bedrag van circa € 0,8 miljoen aan meerjarige huurcontracten afgesloten. In het kader hiervan is voor € 157.900 aan bankgaranties afgegeven. Andere langlopende verplichtingen betreffen: Einde looptijd
Verplichting per jaar
Looptijd (jaren) incl. optiejaren
Huur van kopieerapparatuur en repro
€ 800.000
5
1/9/2015
Schoonmaakkosten (incl. glasbewassing)
€ 1.100.000
7
30/11/2015
Verzekeringskosten
€ 70.000
2
31/7/2015
Inkoop kantoorartikelen
€ 100.000
4
31/10/2016
Onderhoudskosten beveiligingsapparatuur
€ 20.000
1
31/12/2014
Kosten afvalbeheer en afvoer
€ 60.000
2
31/12/2015
- LAN beheer
€ 85.000
5
22/4/2018
- WAN beheer
€ 194.000
15
17/9/2029
- KRD
€ 209.000
4
4/10/2015
- Overige
€ 283.000
Inkoop papier
€ 60.000
4
31/10/2016
Energie
€ 625.000
4
31/12/2016
Uitzendkrachten
€ 250.000
4
14/11/2017
E&W onderhoud
€ 200.000
4
31/8/2017
Bouwkundig onderhoud
€ 300.000
4
31/8/2016
Huur locatie Leiden
€ 140.000
3
1/9/2016
Totale verplichting
Looptijd
Einde looptijd
€ 15.000.000
project
1/9/2016
Onderhoudskosten automatisering/internet/data enz.
Bouwkundig nieuwbouw Leiden
Ten behoeve van de langlopende schulden is in totaal € 28 miljoen aan gebouwen in onderpand gegeven. In het kader van deze langlopende schuld is er een verpande spaarrekening van € 0,5 miljoen. Stichting ROC ID College heeft een akte van borgtocht van € 28 miljoen afgegeven aan Stichting Waarborgfonds Bve (Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie) voor de gehele looptijd van het investeringskrediet en de lening van de Rabobank.
124
5.3 Overzicht verbonden partijen Model E: Verbonden partijen Naam
Juridsche vorm 2013
Statutaire zetel
Code Eigen activiteiten vermogen 31-12-2013
Resultaat jaar 2013
Art. 2:403 BW
Deelname
Con solidatie
VVE Fluitpolderplein 5-9
Vereniging
LeidschendamVoorburg
3
€-
€-
Nee
40%
Nee
Holding ID College B.V.
B.V.
Gouda
4
€-
€-
Nee
100%
Nee
ID College Bedrijfsopleidingen I B.V.
B.V.
Gouda
4
€-
€-
Nee
100%
Nee
ID College Bedrijfsopleidingen B.V.
B.V.
Gouda
4
€-
€-
Nee
100%
Nee
ID College VAVO B.V.
B.V.
Gouda
4
€-
€-
Nee
100%
Nee
ID College Personeel B.V.
B.V.
Gouda
4
€-
€-
Nee
100%
Nee
Vrijstelling geconsolideerde jaarrekening ID College Op grond van artikel 2:407 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek mogen groepsmaatschappijen in sommige gevallen buiten de geconsolideerde jaarrekening blijven. De verplichting tot consolidatie geldt niet voor gegevens van in de consolidatie te betrekken maatschappijen wier gezamenlijke betekenis te verwaarlozen is op het geheel.
125
6. Toelichting op de staat van baten en lasten 31 december 2013 In de tekstuele toelichtingen hieronder wordt de vergelijking gemaakt tussen de bedragen die we begroot hadden voor 2013 en de daadwerkelijke kosten.
3.1 Rijksbijdragen 2013 € 3.1.1
Rijksbijdrage OCW
70.799
Geoormerkte OCW-subsidies
3.627
Niet-geoormerkte OCW-subsidies
3.185
3.1.2
Overige subsidies OCW
3.1.3
Af: inkomensoverdrachten
Begroting 2013 €
2012 €
68.592 3.022
65.344 4.198
2.301
3.615
6.813
5.323
7.813
0
0
0
77.612
73.915
73.157
Rijksbijdragen: We hebben een bijna € 2 miljoen hogere rijksbijdrage vanuit OCW ontvangen. Deze bestaat voornamelijk uit de extra middelen vanuit het herfstakkoord (€ 1,4 miljoen) en de compensatieregeling Educatie. We hebben bijna € 1 miljoen meer overige subsidies van OCW ontvangen, hieronder vallen de regelingen Voortijdig School Verlaten (VSV), salarismix, bekwaamheden en professionalisering (BEP). De inkomsten vanuit de lerarenbeurs zijn € 0,2 miljoen hoger.
3.2 Overige overheidsbijdragen en - subsidies 2013 €
Begroting 2013 €
2012 €
Gemeentelijke bijdrage educatie
2.419
1.863
4.516
Overige gemeentelijk bijdragen en subsidies
1.075
1.408
1.344
3.2.1
Gemeentelijke bijdragen en subsidies
3.2.2
Overige overheidsbijdragen
3.494
3.271
5.860
0
0
0
3.494
3.271
5.860
Gemeentelijke bijdragen en subsidies: De overige overheidsbijdragen en subsidies waren € 0,2 miljoen hoger. De educatiegelden vanuit de gemeenten waren € 0,5 miljoen hoger. Daartegenover staan lagere inkomsten van vo-scholen voor vavo (€ 0,3 miljoen) en het leerwerkcentrum (€ 0,1 miljoen).
126
3.3 College-, cursus-, les en examengelden 2013 € 3.3.2
Cursusgelden sector BE
3.3.5
Examengelden
3.3.7
Vrijval onderwijsverplichtingen
Begroting 2013 €
2012 €
126
107
110
21
26
48
0
0
0
148
133
159
3.4 Baten werk in opdracht van derden 2013 € 3.4.1
Contractonderwijs
3.4.1.1
Gemeentelijke bijdrage inburgering
3.4.3
Overige baten
Begroting 2013 € 262
2012 €
260
234
69
35
1.028
1.491
990
1.424
1.823
1.285
2.686
Overige baten: Hieronder zijn de hogere baten van € 0,5 miljoen opgenomen vanuit de overige projecten.
3.5 Overige baten 2013 € 3.5.1
Verhuur
3.5.2
Detachering personeel
3.5.6
Overige
Begroting 2013 € 71
2012 €
60
65
451
293
472
2.235
1.654
1.936
2.756
2.007
2.473
Overige baten: De overige baten waren € 0,8 miljoen hoger. De baten voor leermiddelen en andere bijdragen van deelnemers zijn lager uitgevallen (circa € 0,5 miljoen). We ontvingen echter meer inkomsten vanuit detachering van medewerkers (€ 0,2 miljoen). Onder de overige baten is tevens het verkoopresultaat van € 0,9 miljoen opgenomen, dat ontstond na verkoop van het pand Rapenburg te Leiden.
127
4.1 Personeelslasten 2013 € Brutolonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies 4.1.1
Begroting 2013 €
2012 €
39.945
51.468
42.664
5.107
0
4.851
6.097
0
5.791
Lonen en salarissen
51.149
51.468
53.306
Dotaties personele voorzieningen
4.224
2.202
818
Personeel niet in loondienst
6.077
2.577
5.536
1.791
2.181
2.997
Overig 4.1.2
Overige personele lasten
4.1.3
Af: uitkeringen
12.092
6.960
9.351
-464
-124
-369
62.777
58.304
62.288
De personele lasten zijn € 4,5 miljoen hoger. De brutolonen en salarissen zijn € 0,3 miljoen lager dan begroot maar daartegenover staan de kosten voor personeel niet in loondienst: deze waren € 3,5 miljoen hoger. Daarnaast vormden we de voorziening herinrichting strategische stafdiensten, shared service centra en bestuursstaf van € 2,9 miljoen. De dotatie wachtgeld was € 0,9 miljoen lager dan de begrote dotatie. De kosten voor scholing OP onder de overige personele lasten zijn € 0,8 miljoen lager, dit omdat de scholingskosten zijn gedekt uit de projecten salarismix en BEP. De kosten voor scholing OBP zijn € 0,2 miljoen hoger. We kregen € 0,3 miljoen meer uitkering voor ziekengeld en levensloop. Het overzicht ‘Bezoldigingen van bestuurders en toezichthouders’ is opgenomen onder 6.1. Voor een verdere toelichting inzake de wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) zie 6.2. Het aantal fte per 31-12-2013 is 847 (vorig jaar: 838). Hiervan is 517 fte OP, 288 fte OBP en 42 fte stagiairs.
4.2 Afschrijvingen op immateriele en materiele vaste activa 2013 € Afschrijvingslasten Boekwinst activa 4.2.2
Materiële vaste activa
Begroting 2013 €
2012 €
6.319 0 6.319
6.266
6.301
6.319
6.266
6.301
De afschrijvingslasten waren € 0,1 miljoen hoger. Dit is het gevolg van lagere reguliere afschrijvingen van € 0,3 miljoen en een waardevermindering van de panden Nieuwe Duinweg te Katwijk en Essenlaan te Woerden. Deze waardevermindering bedroeg in totaal € 0,3 miljoen.
128
4.3 Huisvestingslasten 2013 € 4.3.1
Huur
4.3.2
Verzekeringen
4.3.3
Onderhoud
4.3.4
Energie en water
4.3.5
Schoonmaakkosten
4.3.6
Heffingen
4.3.7
Overige
Begroting 2013 €
2012 €
1.391
1.590
1.618
81
60
66
493
430
495
782
650
730
1.073
1.100
1.110
325
230
214
765
673
548
4.909
4.733
4.782
De huisvestingslasten zijn € 0,2 miljoen hoger, onder meer door hogere kosten energie en water van € 0,1 miljoen. Nagekomen afrekeningen 2012 en een koud voorjaar in 2013 zijn hiervan de oorzaak. Ook zijn de kosten voor terreinen en tuinen € 0,3 miljoen hoger in verband met de sloop van twee gymzalen in Gouda. De huurlasten zijn € 0,2 miljoen lager.
4.4 Overige lasten 2013 €
Begroting 2013 €
2012 €
4.4.1
Administratie- en beheerslasten
4.288
4.357
4.554
4.4.2
Inventaris, apparatuur en leermiddelen
2.244
2.387
2.328
4.4.3
Dotatie overige voorzieningen
-108
55
-57
4.4.4
Overige
2.600
3.429
2.392
9.024
10.228
9.218
De overige lasten waren € 1,2 miljoen lager. Er is € 0,3 miljoen minder uitgegeven aan werving- en voorlichting. De projectkosten materiaal zijn € 0,3 miljoen lager. De kosten leermiddelen zijn € 0,4 miljoen lager. We lieten een vrijval van € 0,2 miljoen van de voorziening debiteuren plaatsvinden in verband met de afname van de openstaande posten. Er zijn extra automatiseringskosten van € 0,4 miljoen gemaakt, gedekt vanuit de stelpost overige. Het ging hierbij vooral om de aanschaf van tablets voor de medewerkers. Deze zijn nodig om de medewerkers continu toegang te geven tot programma’s als aanwezigheidsregistratie en Sharepoint.
129
5 Financiële baten en lasten 2013 €
Begroting 2013 €
2012 €
5.1
Rentebaten
141
0
130
5.5
Rentelasten
-808
-874
-849
-667
-874
-719
Rentebaten: In 2013 zetten we tijdelijke liquiditeitsoverschotten weg op rentedragende deposito’s. Dit zorgde voor een rente van 0,1 miljoen. In de begroting hadden we hiermee voorzichtigheidshalve geen rekening gehouden.
Rentelasten: De rentelasten waren € 0,1 miljoen lager dan begroot als gevolg van een aanpassing die we medio 2012 in de financiering deden. We zetten toen de swaption om naar een swap met gunstigere rente.
6.1 Overzicht bezoldiging van bestuurders en toezichthouders College van Bestuur Functie
Voorzitters clausule van toepassing (J/N)
Naam
Ingangsdatum dienstverband
Voorzitter College van Bestuur
J
O. Jelsma
Lid College van Bestuur
N
J.O. de Jong
Einddatum dienst verband
Omvang dienst verband in fte
Beloning
Belastbare vaste en variabele onkosten vergoedingen
Voorzieningen beloning betaalbaar op termijn
Uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband
1/1/2013
1
165
3
24
0
1/1/2013
1
166
3
24
0
In het jaar 2013 is de beloning van het College van Bestuur hoger dan afgesproken binnen het ‘beloningsclassificatiesysteem bestuurders mbo-instellingen 2013’. Graag geeft de Raad van Toezicht een toelichting op het overzicht beloning bestuurders en toezichthouders. In het jaar 2013 is op basis van de reeds vóór 1 januari 2013 gemaakte afspraken de variabele beloning 2012 uitgekeerd aan de leden van het CvB. De variabele beloning wordt altijd toegekend over een verstreken kalenderjaar. Deze uitkering is gebaseerd op afspraken van vóór 1 januari 2013 en vallen daardoor onder het overgangsrecht zoals in de WNT beschreven. Met ingang van 1 januari 2013 mag de Raad van Toezicht niet langer een variabele beloning toekennen aan de leden van het CvB. Deze wijziging valt binnen de kaders van de Wet Normering Topinkomens. De Raad van Toezicht besloot een deel van de variabele beloning om te zetten in een vaste beloning, met terugwerkende kracht tot 1 januari 2013. De variabele beloning werd vervolgens afgeschaft. Deze aanpassing is ingevoerd na 1 januari 2013 en valt daarom onder het reguliere WNT-regime. Het totaal aan salaris van het College van Bestuur in 2013 past binnen het wettelijk maximum zoals genoemd in de Wet Normering Topinkomens.
130
Door de eenmalige uitkering van de variabele beloning over 2012 is in 2013 wel sprake van de overschrijding van het sectorale beloningskwalificatiesysteem voor bestuurders. Als branche hebben wij met elkaar afgesproken dat deze code de status ‘pas toe of leg uit’ heeft. De Raad van Toezicht wil hieraan invulling geven met bovenstaande toelichting. Vanaf 2014 zijn de bestuurdersbeloningen wel in lijn met de sectorale afspraken. De Raad van Toezicht hecht er aan dat zij met de gekozen handelswijze transparant en op correcte wijze omgaat met zowel de wettelijke als sectorale richtlijnen. De bedragen in onderstaande tabel zijn gezien de omvang niet in duizendtallen weergegeven. Raad van Toezicht
2013 (bedragen niet in duizendtallen)
Begroting 2013 (bedragen niet in duizendtallen)
2012 (bedragen niet in duizendtallen)
H.W.J. Elbers (voorzitter)
9.700
9.000
6.900
C. Slingerland
6.500
6.000
4.600
H. Tichler-Schlemper
6.500
6.000
4.600
V. Th. Tjon A Ten
6.500
6.000
4.600
W.E. van Hulsenbeek
6.500
6.000
4.600
M. Stroop
6.500
6.000
4.600
Vanaf 2013 geldt een wetswijziging met betrekking tot btw-heffing over de vergoedingen aan leden van de Raad van Toezicht. Dit houdt in dat de vergoeding verhoogd is met btw (met uitzondering van de vergoeding van dhr. M. Stroop). Voor een goede vergelijking met 2012 tonen we in dit overzicht alle bedragen exclusief btw.
6.2 Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) Stichting ROC ID College moet belastbare inkomens die in 2013 boven het bedrag van € 198.279 uitgaan, in het jaarverslag vermelden. Deze melding geldt niet alleen voor medewerkers die in dienst zijn. We noemen ook uitkeringen als gevolg van beëindiging van de arbeidsrelatie, die leiden tot belastbaar loon in het betreffende boekjaar. Geen van de medewerkers in dienst overschrijdt de genoemde grens van € 198.279.
131
6.3 Toelichting honorarium van de accountant 2013
Accountants
Overig netwerk
Totaal netwerk
€
€
€
Onderzoek van de jaarrekening
60
0
60
Andere controleopdrachten
31
0
31
Adviesdiensten op fiscaal terrein
0
0
0
0
208
208
90
208
298
Andere niet-controlediensten
2012
Accountants
Overig netwerk
Totaal netwerk
€
€
€
Onderzoek van de jaarrekening
57
0
57
Andere controleopdrachten
63
0
63
0
0
0
0
311
311
120
311
431
Adviesdiensten op fiscaal terrein Andere niet-controlediensten
Alle accountantskosten die gemaakt worden om de jaarrekening over een boekjaar te controleren, zijn toegerekend aan het boekjaar waarop de jaarrekening van toepassing is.
132
Overige gegevens Gebeurtenissen na balansdatum Er zijn geen gebeurtenissen na balansdatum die in dit kader moeten worden vermeld.
133
Resultaatbestemming Het batig saldo van € 2.135.728 is toegevoegd aan de algemene reserve.
134
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan de Raad van Toezicht van Stichting Regionaal Opleidingencentrum ID College Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de (op pagina 106 tot en met 134 in de jaarstukken, hier genoemd jaarverslag) jaarrekening 2013 van Stichting Regionaal Opleidingencentrum ID College te Zoetermeer gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2013 en de staat van baten en lasten over 2013 met de toelichting, waarin opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het College van Bestuur Het College van Bestuur van de entiteit is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en resultaat getrouw dient weer te geven, in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en de Beleidsregels toepassing Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT), alsmede voor het opstellen van het jaarverslag in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Het College van Bestuur is tevens verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen. Het College van Bestuur is voorts verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van die relevante wet- en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 2.5.3, lid 4 van de Wet educatie en beroepsonderwijs. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden, het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2013 en de Beleidsregels toepassing WNT, exclusief het Controleprotocol WNT. Dit vereist dat wij voldoen aan voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten.
135
Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan alsmede in het kader van de financiële rechtmatigheid voor de naleving van die relevante wet- en regelgeving, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de entiteit. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het College van Bestuur van de entiteit gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Regionaal Opleidingencentrum ID College per 31 december 2013 en van het resultaat over 2013 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en de Beleidsregels toepassing WNT. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2013 in alle van materieel belang zijnde aspecten voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.3.1. Referentiekader van het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2013. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393, lid 5 onder e en f van het BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 van het BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392, lid 1 onder b tot en met h van het BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391, lid 4 van het BW. Ten slotte vermelden wij dat het jaarverslag voldoet aan de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.2.5 Jaarverslag van het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2013.
Utrecht, 26 juni 2014 Deloitte Accountants B.V. Was getekend: drs. G.J. Straatman RA
136
Contactgegevens ID College www.idcollege.nl 088 – 222 1777 Alphen aan de Rijn Economie, Gezondheidszorg, Sport & Veiligheid, Welzijn Ambonstraat 1 2405 EN Alphen aan den Rijn Gouda Economie, Gezondheidszorg, ICT, Sport & Veiligheid, Techniek, Uiterlijke verzorging, Welzijn Groen van Prinsterersingel 52 2805 TE Gouda Bakkerij & Horeca Kanaalstraat 31 2801 SH Gouda
Woerden Economie, Gezondheidszorg, Welzijn, Essenlaan 3 3442 JE Woerden Zoetermeer Economie, Gezondheidszorg, ICT, Welzijn Uiterlijke verzorging, Sport & Veiligheid Van Doornenplantsoen 11 2722 ZA Zoetermeer Bestuur en Diensten Groen van Prinsterersingel 52 2805 TE Gouda
Katwijk Economie, Gezondheidszorg, Welzijn Jan Evertsenlaan 2 2224 SV Katwijk Leiden Economie, Uiterlijke verzorging Storm Buysingstraat 18-c 2332 VW Leiden Welzijn Rapenburg 23 2311 GE Leiden Gezondheidszorg, Welzijn 5 Meilaan 210 2324 XP Leiden Leidschendam-Voorburg Economie, Gezondheidszorg, Welzijn Fluitpolderplein 7 2262 ED Leidschendam- Voorburg
137
kies voor ontwikkeling