Verandering van de koopkracht van chronisch zieken en gehandicapten in 2014 Nibud, september 2013
Verandering van de koopkracht van chronisch zieken en gehandicapten in 2014 Nibud, september 2013
In opdracht van de CG-Raad en Platform VG
Dit onderzoek is mede mogelijk gemaakt door het Revalidatiefonds, partner van de CG-Raad.
Inhoud 1
INLEIDING .................................................................................. 4
2
BELANGRIJKSTE VERANDERINGEN IN 2014 .......................... 5
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Inkomsten .................................................................................... 5 Belastingtarieven en heffingskortingen ......................................... 5 Prijzen ......................................................................................... 6 Toeslagen .................................................................................... 6 Zorgkosten .................................................................................. 6
3 3.1 3.2
KOOPKRACHTPLAATJES ......................................................... 7 Zonder zorgkosten ....................................................................... 7 Met zorgkosten ............................................................................ 9
1
Inleiding
De Chronisch Zieken en Gehandicapten Raad (CG-Raad) en Platform VG hebben het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) gevraagd om de koopkracht voor chronisch zieken en gehandicapten inzichtelijk te maken. De koopkrachtmutatie laat de verandering van de inkomsten en uitgaven zien van jaar op jaar. Dit zogenaamde koopkrachtplaatje is uitgewerkt voor huishoudens waarbij behalve de gemiddelde verandering in het inkomen, het bruto-nettotraject en de inflatie niets verandert. Daarom hebben we het hierbij over statische koopkrachtmutaties. Naar aanleiding van de Miljoenennota presenteert het Nibud elk jaar koopkrachteffecten. Hierdoor kunnen huishoudens een beeld krijgen van de te verwachten veranderingen en daarop eventueel anticiperen. In dit rapport zijn voor verschillende huishoudens koopkrachtveranderingen voor het jaar 2014 doorgerekend ten opzichte van 2013. Het gaat om voorbeeldhuishoudens zonder en met extra zorgkosten. In 2014 vervalt een aantal inkomensondersteunende regelingen voor chronisch zieken en gehandicapten. Het Nibud heeft eerder voor de CG-Raad inzichtelijk gemaakt wat de 1 inkomenseffecten hiervan zijn . In dit rapport zijn naast die inkomenseffecten ook de overige veranderingen voor volgend jaar uitgewerkt. Net zoals in het onderzoek over de inkomenseffecten geldt ook in dit rapport dat er geen rekening is gehouden met mogelijke compensatie van gemeenten voor extra zorgkosten, omdat nog niet duidelijk is hoe deze compensatie uitgewerkt wordt. De voorbeeldhuishoudens zijn zodanig gekozen dat deze herkenbaar zijn voor wat betreft samenstelling, inkomen en uitgaven in verband met zorg. Dit geeft een doorsnede van de effecten, maar pretendeert niet representatief of volledig te zijn.
1
“Inkomenseffecten van het afschaffen van de Wtcg, CER en de Regeling specifieke zorgkosten”, Nibud, 2013 4 / Verandering van de koopkracht van chronisch zieken en gehandicapten in 2014
Belangrijkste veranderingen in 2014
2
Hieronder worden de belangrijkste wijzigingen voor 2014 besproken.
2.1
Inkomsten
De verwachte gemiddelde loonstijging is 1,5%.
Het minimumloon en de uitkeringen stijgen met 1,25%. Voor ambtenaren geldt een nullijn.
De koopkrachttegemoetkoming oudere belastingplichtigen (MKOB) wordt verlaagd met 18 euro per jaar.
De MKOB zal per 1 juli 2014 niet meer meetellen in de middelentoets. Mensen met onvolledige AOW kunnen die dan ook krijgen.
De aanvullende pensioenen worden gemiddeld genomen gekort met 0,75%. Iedereen die te maken krijgt met een korting ervaart een grotere koopkrachtdaling.
De AOW-leeftijd schuift 1 maand op (65 jaar en 2 maanden)
Er komt een eenmalige tegemoetkoming voor huishoudens tot een inkomen van 110% van het minimum. Paren krijgen 100 euro per jaar. Alleenstaande ouders krijgen 90 euro per jaar en alleenstaanden 70 euro per jaar.
De bijstandsnorm per persoon zal lager worden naarmate er meer personen in de woning aanwezig zijn (kostendelersnorm). Dit gaat per 1 juli 2014 in voor nieuwe gevallen.
De bijstand wordt niet volledig geïndexeerd door het afbouwen van de overdracht van de algemene heffingskorting. Hierdoor daalt de koopkracht van bijstandsgerechtigden iets.
Ondanks verlaging van het maximale opbouwpercentage, blijft de gemiddelde pensioenpremie ongeveer gelijk.
2.2
Belastingtarieven en heffingskortingen
De belastingschijven worden niet geïndexeerd voor inflatie; dat betekent een belastingverhoging voor degenen met een loonsverhoging. Zij vallen eerder in een hogere schijf. De derde schijf wordt wel verlengd ter compensatie van het beperken van het maximale percentage waartegen de hypotheekrente mag worden afgetrokken tot 51,5%.
De algemene heffingskorting wordt verhoogd met 99 euro per jaar en komt uit op 2100 euro voor niet AOW-gerechtigden. Voor AOW-gerechtigden bedraagt de verhoging 52 euro en de maximale algemene heffingskorting 1086 euro.
Nieuw is dat het bedrag wordt afgebouwd naarmate het inkomen hoger is. De afbouw begint vanaf het minimumloon en loopt dan voor niet AOW-gerechtigden met 2% door tot 1362 euro bij een inkomen rond de 56.500 euro. Voor AOWgerechtigden wordt de heffingskorting afgebouwd tot 706 euro. Hij wordt in 2014 dus nog niet volledig naar 0 teruggebracht.
Verandering van de koopkracht chronisch zieken en gehandicapten in 2014 / 5
Voor niet-werkende partners wordt de overdraagbaarheid van de algemene heffingskorting verder afgebouwd.
De arbeidskorting wordt voor lagere inkomens met 374 verhoogd tot 2.097 euro. Voor hogere inkomens wordt de arbeidskorting verder afgebouwd tot minimaal 367 euro. Dit laatste is nadelig voor inkomens vanaf 70.000 euro.
De overige heffingskortingen worden niet geïndexeerd.
2.3
Prijzen
De verwachte gemiddelde prijsstijging is 2%.
2.4
Toeslagen
De zorgtoeslag gaat omlaag en wordt sneller afgebouwd, dus mensen met een hoger inkomen komen er minder snel voor in aanmerking.
De kinderbijslag en het kindgebonden budget worden niet aangepast aan de inflatie. Per 1 juli 2014 wordt een begin gemaakt met het verlagen van de kinderbijslagbedragen voor kinderen boven de 6 jaar.
2.5
Zorgkosten
De gemiddelde premie voor de zorgverzekering blijft vrijwel gelijk.
Het maximale eigen risico gaat 10 euro per jaar omhoog en wordt niet inkomensafhankelijk.
Allerlei landelijke inkomensondersteunende regelingen worden afgeschaft:
De algemene tegemoetkoming Wtcg wordt afgeschaft.
De compensatie voor het verplichte eigen risico (CER) wordt afgeschaft.
De belastingaftrek voor specifieke zorgkosten wordt afgeschaft.
Het budget voor deze regelingen wordt, met een korting, overgeheveld naar gemeenten.
Voor mensen in een instelling wordt er 10.000 euro extra vermogen vrijgesteld voor de eigen bijdrage.
De berekening van de hoge eigen bijdrage AWBZ wordt versimpeld en daalt iets.
De tegemoetkoming voor arbeidsongeschikten daalt met 95 euro per jaar.
6 / Verandering van de koopkracht van chronisch zieken en gehandicapten in 2014
3
Koopkrachtplaatjes
3.1
Zonder zorgkosten
In tabel 1 staan de koopkrachtveranderingen weergegeven voor een aantal voorbeeldhuishoudens zonder zorgkosten. Hierbij is geen rekening gehouden met aftrek van specifieke zorgkosten, de tegemoetkoming Wtcg, de CER of een eigen bijdrage voor thuiszorg. Uit tabel valt af te lezen dat een alleenstaande met een bijstandsuitkering er volgend jaar 0,1% in koopkracht op achteruitgaat (1 euro per maand). Tabel 1: Koopkrachtverandering 2013-2014 zonder zorgkosten beschrijving
koopkrachtmutatie (%)
euro's per maand
Alleenstaand, WWB-uitkering Paar, WWB-uitkering Paar met kinderen, WWB-uitkering
-0,1% -0,4% -0,9%
€ -1 € -7 € -18
Alleenstaande, WIA
-0,8%
€ -10
Alleenstaand, 130% WWB Alleenstaand, € 32.500
1,4% 0,3%
€ 19 €5
Paar, 130% WWB Paar, 1,5 x modaal, glutenvrij dieet
0,4% -0,7%
€7 € -20
Paar met kinderen, 130% WWB Paar met kinderen, 1,5 x modaal
-1,0% -1,4%
€ -22 € -41
Alleenstaande 65+, AOW-uitkering Alleenstaande 65+, AOW + € 5.000 pensioen Alleenstaande 65+, AOW + € 15.000 pensioen
-0,1% -0,9% -2,0%
€ -1 € -13 € -39
Echtpaar 65+, AOW-uitkering Echtpaar 65+, AOW-uitkering + € 10.000 pensioen Echtpaar 65+, AOW-uitkering + € 30.000 pensioen
-0,7% -1,6% -1,8%
€ -12 € -36 € -57
Voor alleenstaanden met een bijstandsuitkering zien we dat de uitkering iets stijgt en dat er recht is op de eenmalige uitkering van 70 euro per jaar, De zorgtoeslag daalt met 6 euro per maand. Het inkomen stijgt onvoldoende om de verwachte prijsstijging t e compenseren. Bij paren met een bijstandsuitkering is de koopkrachtdaling met 0,4 procent groter dan bij alleenstaanden. Dit heeft te maken met de afbouw van de overdraagbaarheid van de algemene heffingskorting in het referentieminimumloon. Bij paren met kinderen is de koopkrachtdaling met 0,9 procent nog iets groter door het gelijkblijven van het kindgebonden budget en de verlaging van de kinderbijslag.
Verandering van de koopkracht chronisch zieken en gehandicapten in 2014 / 7
Het huishouden met een arbeidsongeschiktheidsuitkering rond minimumloon ervaart een koopkrachtdaling van 0,7 procent. De uitkering stijgt minder dan de prijzen. Het netto inkomen is wel iets hoger door de verhoging van de algemene heffingskorting, maar dit voordeel wordt teniet gedaan door de lagere zorgtoeslag. Alleenstaanden met een inkomen van 130 procent van de bijstandsnorm (iets minder dan minimumloon) ervaren een koopkrachtstijging van 1,4 procent. Dit komt door de hogere algemene heffingskorting en arbeidskorting. Voor paren waarvan een van de partners werkt is een inkomen van 130 procent van de bijstandsnorm hoger dan voor alleenstaanden, omdat de bijstandsnorm voor een paar hoger ligt dan voor een alleenstaande. Daardoor zijn de zorgtoeslag en de algemene heffingskorting lager en daarbij wordt de overdraagbaarheid ervan ook afgebouwd. Paren met kinderen waarvan een van de partners werkt hebben vanwege hun leeftijd waarschijnlijk te maken met de versnelde afbouw van de overdraagbaarheid van de algemene heffingskorting. Mede hierdoor en door de verlaging van de kinderbijslag en het gelijkblijven van het kindgebonden budget daalt hun koopkracht met 1 procent. Alleenstaanden met een modaal inkomen kennen een lichte koopkrachtstijging. Weliswaar is de algemene heffingskorting door de inkomensafhankelijke afbouw lager, de hogere arbeidskorting zorgt ervoor dat er minder belastingen betaald hoeven te worden. Gezinnen met een inkomen van anderhalf keer modaal ervaren een koopkrachtdaling die wordt veroorzaakt doordat men eerder in een hogere belastingschijf valt en door de afbouw van de algemene heffingskor ting en arbeidskorting. De koopkracht van alleenstaande AOW -gerechtigden met alleen een AOW -uitkering daalt met 1 euro per maand. Die van echtparen met 12 euro per maand (0,6 procent). De AOW-uitkering stijgt licht ondanks de verlaging van de MKOB. Daarn aast ontvangt men de eenmalige uitkering van respectievelijk 70 en 100 euro. Ouderen met een aanvullend pensioen ervaren een koopkrachtdaling, die voornamelijk wordt veroorzaakt door de korting van het aanvullend pensioen. Daarnaast wordt de algemene heffingskorting en de zorgtoeslag afgebouwd.
8 / Verandering van de koopkracht van chronisch zieken en gehandicapten in 2014
3.2
Met zorgkosten
In tabel 2 staan de koopkrachtveranderingen weergegeven voor huishoudens met 500 euro aan specifieke zorgkosten. Hierbij is geen rekening gehouden met mogelijke compensatie van gemeenten voor het wegvallen van de inkomensondersteunende regelingen voor chronisch zieken en gehandicapten. Als huishoudens volledig gecompenseerd worden door gemeenten, dan ervaren zij een koopkrachtverandering zoals weergegeven in tabel 1. Af te lezen valt dat een alleenstaande met een bijstandsuitkering met specifieke zorgkosten van 500 euro, die de lage algemene tegemoetkoming Wtcg en CER ontvangt, er 5,2 procent op achteruit gaat. Dat is 64 euro per maand. Tabel 2: Koopkrachtverandering 2013-2014 bij 500 euro specifieke zorgkosten beschrijving
koopkrachtmutatie (%)
euro's per maand
Alleenstaand, WWB-uitkering Paar, WWB-uitkering Paar met kinderen, WWB-uitkering
-5,2% -3,9% -3,8%
€ -64 € -65 € -76
Alleenstaande, WIA
-5,7%
€ -79
Alleenstaand, 130% WWB Alleenstaand, € 32.500
-2,7% -0,6%
€ -39 € -12
Paar, 130% WWB Paar, 1,5 x modaal, glutenvrij dieet
-5,7% -1,4%
€ -115 € -40
Paar met kinderen, 130% WWB Paar met kinderen, 1,5 x modaal
-3,4% -2,0%
€ -75 € -61
Alleenstaande 65+, AOW-uitkering Alleenstaande 65+, AOW + € 5.000 pensioen Alleenstaande 65+, AOW + € 15.000 pensioen
-2,6% -4,6% -3,8%
€ -35 € -74 € -77
Echtpaar 65+, AOW-uitkering Echtpaar 65+, AOW-uitkering + € 10.000 pensioen Echtpaar 65+, AOW-uitkering + € 30.000 pensioen
-2,5% -3,6% -2,1%
€ -47 € -81 € -65
Alleenstaande, wajonguitkering zelfstandig wonend Alleenstaande, wajonguitkering intramuraal Paar met inwonend meerderjarig kind met Wajonguitkering Wajonger samenwonend met partner met WWB-uitkering Echtpaar 65+, AOW+ 10.000 1 partner intramuraal Echtpaar 65+, AOW+ 10.000 beide intramuraal Paar 1x modaal, 1x WIA-uitkering minimumloon
-4,4% -3,7% -3,8% -4,3% -3,2% -3,2% -2,9%
€ -57 € -47 € -104 € -74 € -73 € -73 € -54
Huishoudens met een bijstands- of lage arbeidsongeschiktheidsuitkering gaan er het meest op achteruit. Voor hen komt het wegvallen van de aftrek specifieke uitgaven, de tegemoetkoming Wtcg en CER ten opzichte van het inkomen het hardste aan. Het is
Verandering van de koopkracht chronisch zieken en gehandicapten in 2014 / 9
waarschijnlijk dat deze groep meer dan hogere inkomensgroepen gecompenseerd gaat worden door gemeenten. Huishoudens met een inkomen van 130 procent van de bijstandsnorm gaan er ook in koopkracht op achteruit. Naast dat zij de tegemoetkomingen moeten missen, vallen de toeslagen lager uit. Dit wordt veroorzaakt doordat het belastbaar inkomen stijgt als gevolg van het vervallen van de aftrek van specifieke zorgkosten. Huishoudens met een modaal inkomen ervaren een iets minder grote koopkrachtdaling. Hun koopkracht gaat er zonder zorgkosten op vooruit. Bij een inkomen van anderhalf keer modaal is er geen recht op de algemene tegemoetkoming Wtcg. Het vervallen daarvan heeft daarom geen effect op het koopkrachtplaatje. De koopkracht van ouderen met extra zorgkosten daalt meer dan van vergelijkbare huishoudens zonder zorgkosten. Bij een klein aanvullend pensioen is de koopkrachtdaling groter dan bij een hoger inkomen. Bij een groter aanvullend pensioen is er geen recht op de algemene tegemoetkoming Wtcg, waardoor het vervallen daarvan geen effect heeft op het koopkrachtplaatje. Een Wajonger die volledig arbeidsongeschikt is en zelfs tandig woont, kent een grotere koopkrachtdaling door het vervallen van de Wtcg en CER dan een intramuraal verblijvende Wajonger. Dit wordt veroorzaakt door de gewijzigde eigen bijdrage AWBZ voor intramuralen en doordat intramuralen recht hebben op de lage tegemoetkoming Wtcg. De hoogte van de specifieke zorgkosten bepalen in sterke mate de koopkrachtmutatie van huishoudens die gebruik maken van de aftrekmogelijkheid. Het belastbaar inkomen stijgt meer naarmate de aftrek hoger is, waardoor er ook een groter effect op de toeslagen kan ontstaan. Dit doet zich vooral voor bij huishoudens met een inkomen net iets boven het minimum. Een en ander is af te lezen in tabel 3 waar de koopkrachtveranderingen worden weergegeven voor huishoudens met 1.000 euro aan specifieke zorgkosten.
10 / Verandering van de koopkracht van chronisch zieken en gehandicapten in 2014
Tabel 3: Koopkrachtverandering 2013-2014 bij 1.000 euro specifieke zorgkosten
beschrijving
koopkrachtmutatie (%)
euro's per maand
Alleenstaand, WWB-uitkering Paar, WWB-uitkering Paar met kinderen, WWB-uitkering
-11,0% -8,2% -7,5%
€ -64 € -65 € -76
Alleenstaande, WIA
-10,0%
€ -79
Alleenstaand, 130% WWB Alleenstaand, € 32.500
-7,6% -2,7%
€ -114 € -54
Paar, 130% WWB Paar, 1,5 x modaal, glutenvrij dieet
-6,4% -1,5%
€ -131 € -44
Paar met kinderen, 130% WWB Paar met kinderen, 1,5 x modaal
-6,9% -2,5%
€ -157 € -73
Alleenstaande 65+, AOW-uitkering Alleenstaande 65+, AOW + € 5.000 pensioen Alleenstaande 65+, AOW + € 15.000 pensioen
-5,0% -8,4% -5,9%
€ -69 € -140 € -122
Echtpaar 65+, AOW-uitkering Echtpaar 65+, AOW-uitkering + € 10.000 pensioen Echtpaar 65+, AOW-uitkering + € 30.000 pensioen
-4,2% -5,6% -3,0%
€ -80 € -131 € -95
Alleenstaande, wajonguitkering zelfstandig wonend Alleenstaande, wajonguitkering intramuraal Paar met inwonend meerderjarig kind met Wajonguitkering Wajonger samenwonend met partner met WWB-uitkering Echtpaar 65+, AOW+ 10.000 1 partner intramuraal Echtpaar 65+, AOW+ 10.000 beide intramuraal Paar 1x modaal, 1x WIA-uitkering minimumloon
-8,3% -6,4% -5,1% -7,5% -3,9% -3,6% -4,3%
€ -57 € -47 € -143 € -74 € -89 € -83 € -80
Verandering van de koopkracht chronisch zieken en gehandicapten in 2014 / 11