HARDCOVER VOORKANT
Veldgids Bodembeheer Regio NO-Brabant
Bernheze Boxmeer Boxtel Landerd Maasdonk Mill & Sint Hubert Schijndel Sint Anthonis Sint-Michielsgestel Uden Veghel
Landerd
Bodembeheer Regio NO-Brabant
pag. 1
Inhoudsopgave Inleiding ............................................................................ 3 Regionale bodemkwaliteitskaart...................................... 4 Spelregels voor grondverzet ............................................ 5 Ontgraven ..................................................................... 5 Transport .................................................................... 12 Tijdelijke opslag .......................................................... 13 Toepassen................................................................... 14 Tijdelijke uitname ................................................... 14 Standaard bodemtoepassing ................................. 15 Grootschalige bodemtoepassing............................ 16 Toepassingen in wegbermen ................................. 17 Stroomschema's ............................................................. 19
Bodembeheer Regio NO-Brabant
pag. 2
Bodembeheer Regio NO-Brabant
pag. 3
Inleiding De milieuhygiënische kwaliteit van de bodem speelt een belangrijke rol bij het uitvoeren van bouwplannen en civieltechnische werken, het herinrichten van stadsdelen, maar ook bij het verlenen van milieuvergunningen. De verschillende partijen die bij dit soort activiteiten zijn betrokken, zoals gemeenten, aannemers, projectontwikkelaars, bedrijven en burgers, hebben behoefte aan duidelijke regels voor het omgaan met de bodemkwaliteit en het toepassen van partijen grond en baggerspecie. In 2011 is door de gemeenten Bernheze, Boxmeer, Boxtel, Landerd, Maasdonk, Mill & Sint Hubert, Schijndel, Sint Anthonis, Sint-Michielsgestel, Uden en Veghel nieuw bodembeleid vastgelegd in een regionale Nota bodembeleid. In deze nota bodembeleid zijn onder meer alle regels en procedures beschreven die betrekking hebben op het hergebruik en tijdelijk opslaan van schone en licht verontreinigde grond en baggerspecie. De volledige nota en de bijbehorende bodemkwaliteitskaarten zijn te vinden op de websites van de deelnemende gemeenten en op www.rmbodemloket.nl. Deze veldgids beschrijft in het kort het bodembeleid dat vanaf begin 2012 geldt binnen de hierboven genoemde gemeenten.
Bodembeheer Regio NO-Brabant
pag. 4
Regionale bodemkwaliteitskaart Voor de deelnemende gemeenten is een regionale bodemkwaliteitskaart opgesteld als onderdeel van de Nota bodembeleid. Deze regionale bodemkwaliteitskaart bestaat uit twee regionale ontgravingskaarten en een regionale toepassingskaart. In deze veldgids zijn de regionale ontgravingskaarten van de bovengrond (van 0,0 tot 0,5 meter minus maaiveld) en ondergrond (vanaf 0,5 m tot 2,0 meter minus maaiveld) op pagina 11 en 12, en de regionale toepassingskaart op pagina 17 opgenomen. De ontgravingskaarten geven de kwaliteit van de boven- en ondergrond in de aangegeven regio weer, waarbij drie bodemkwaliteitsklassen worden onderscheiden: Natuur en Landbouw (AW 2000); Wonen; Industrie De regionale bodemkwaliteitskaart kan onder strikte voorwaarden als bewijsmiddel worden gebruikt voor de gemiddelde kwaliteit van de vrijkomende grond en/of de ontvangende bodem. Hiermee wordt het uitvoeren van bodemonderzoeken en of partijkeuringen overbodig en kan worden bespaard op onderzoekskosten. De bodemkwaliteitskaart kan niet als bewijsmiddel worden gebruikt voor: Vliegveld Volkel: voor dit gebied is een aparte bodemkwaliteitskaart opgesteld door het Ministerie van Defensie Oevers Dommel: te weinig gegevens voorhanden voor betrouwbare bepaling kwaliteit Enkele kleine buurtschappen/kernen (zie digitale versies van bodemkwaliteitskaarten op websites): te weinig gegevens voorhanden voor betrouwbare bepaling kwaliteit Bermen langs provincie-, rijks- en spoorwegen: te weinig gegevens voorhanden voor betrouwbare bepaling kwaliteit Rivierbed en uiterwaarden van de Maas: betreft bodem in watersysteem Overige waterbodems (sloten, kanalen, vijvers, beken etc.) Aan het gebruik van de bodemkwaliteitskaarten als bewijsmiddel voor grondverzet zijn bepaalde voorwaarden verbonden. Deze zijn uitgebreid beschreven in paragraaf 3.2 van de nota bodembeleid en samengevat verderop in deze veldgids.
Bodembeheer Regio NO-Brabant
pag. 5
Spelregels voor grondverzet In de keten van grondverzet zijn de volgende schakels te onderscheiden: ontgraven transport (tijdelijke) opslag toepassen / hergebruik In de volgende paragrafen wordt nader in gegaan op de schakels in de keten van grondverzet in relatie tot het regionale bodmebeleid, en hoe u als burger of bedrijf hierin dient te handelen. Achterin deze veldgids zijn voor de meest voorkomende situaties per schakel in deze keten handige stroomschema’s opgenomen. Met behulp van schema 1 Afweging toetsingskader op pagina 20 kunt u zelf bepalen welke situatie / toetsingskader verder voor u van toepassing is.
Ontgraven Hoe toon ik de kwaliteit aan? Voordat grond wordt ontgraven, moet de initiatiefnemer nadenken over de afvoerbestemming. De afvoerbestemming bepaalt namelijk of en hoe de grond moet worden onderzocht. Voor grond die wordt ontgraven, zijn de volgende afvoerbestemmingen mogelijk: hergebruik op of nabij de ontgravingslocatie (tijdelijke uitname); op een toepassingslocatie binnen de regio; op een toepassingslocatie buiten de regio; tijdelijke opslag; naar een inrichting (grondbank, aannemer). In de onderstaande tabel is per afvoerbestemming een overzicht gegeven van de mogelijke manieren waarop de kwaliteit van de vrijkomende grond kan worden aangetoond. Dit zijn de zogenaamde bewijsmiddelen. Vervolgens is per bewijsmiddel een toelichting gegeven.
Bodembeheer Regio NO-Brabant
pag. 6
Tabel 1: Overzicht bewijsmiddelen Afvoerbestemming te ontgraven grond
Hergebruik op/nabij ontgravingslocatie Toepassing binnen regio NO-Brabant Toepassing buiten regio NO-Brabant Tijdelijke opslag
Bodemkwaliteitskaart (BKK)
Partijkeuring
Erkende kwaliteitsverklaring of Fabrikanteigen -verklaring
3)
Bodemonderzoek
3)
1) 3)
3)
Inrichting (grond2) bank, aannemer Verklaring: : bewijsmiddel toegestaan, mits locatie onverdacht is m.b.t. bodemverontreiniging : bewijsmiddel niet toegestaan : bewijsmiddel toegestaan onder voorwaarden: 1) Alleen mogelijk als gemeente waar toepassing plaatsvindt, de bodemkwaliteitskaart van de regio heeft geaccepteerd. 2) Alleen mogelijk als dit past binnen acceptatie-eisen inrichting. 3) Alleen mogelijk als sprake is van een onverdachte locatie Geen bewijsmiddel nodig mits de grond niet wordt bewerkt en onder dezelfde condities wordt toegepast.
Randvoorwaarden gebruik bodemkwaliteitskaart De beide ontgravings kaarten zijn zoal reeds aangegeven opgesteld op basis van bodemkwaliteitsgegevens afkomstig van alleen die locaties die niet verdacht zijn met betrekking tot het voorkomen van lokale bodemverontreiniging. Mocht wel sprake zijn van lokale bodemverontreiniging, dan mogen de ontgravingskaarten en dus de bodemkwaliteitskaart niet worden gebruikt. In dat geval dient de milieuhygiënische kwaliteit op een andere wijze, bijvoorbeeld door het laten uitvoeren van een partijkeuring AP04, te worden aangetoond. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van één van de andere toegestane bewijsmiddelen. Dit geldt ook voor de niet-gezoneerde gebieden ('witte vlekken') op de ontgravingskaarten.
Bodembeheer Regio NO-Brabant
pag. 7
Toets herkomst Om te controleren of de locatie verdacht is, moet een 'toets herkomst' worden gedaan. Voorbeelden van verdachte locaties zijn bodembedreigende bedrijfsactiviteiten, lokale gevallen van bodemverontreiniging, (sloot)dempingen en halfverhardingen zoals puinpaden. In deze veldgids is een formulier voor de 'toets herkomst' opgenomen. Om gebruik te kunnen maken van de bodemkwaliteitskaart als bewijsmiddel dient de initiatiefnemer dit formulier volledig in te vullen en mee te sturen met de melding. Overige uitsluitingen: Wanneer op de locatie van herkomst recentelijk een partijkeuring of verkennend bodemonderzoek is uitgevoerd, mag GEEN gebruik worden gemaakt van de bodemkwaliteitskaart als bewijsmiddel. Een bodemonderzoek of partijkeuring geeft meer zekerheid over de milieuhygiënische kwaliteit van een te ontgraven partij grond dan de bodemkwaliteitskaart. In dat geval moet worden uitgegaan van de resultaten van het lokaal uitgevoerde onderzoek. Indien tijdens de ontgraving bodemverontreiniging wordt aangetroffen, bijvoorbeeld olie, asbest, en of (sterke) bijmengingen van bodemvreemd materiaal, is het gebruik van de bodemkwaliteitskaart niet meer mogelijk en dient aanvullend onderzoek of een partijkeuring plaats te vinden.
Bodembeheer Regio NO-Brabant
pag. 8
Formulier 'Toets herkomst' t.b.v. vrij grondverzet GEGEVENS HERKOMSTLOCATIE Adres Postcode en plaats Kadastrale gegevens
Naam eigenaar Adres eigenaar Postcode en plaats Telefoonnummer Diepte ontgraving
Kwaliteitsklasse volgens bodemkwaliteitskaart (ontgravingskaart) Wat is het huidig gebruik van de locatie?
Wat is het voormalig gebruik van de locatie?
Is op de locatie sprake van een geval van bodemverontreiniging waarvoor de provincie het bevoegd gezag is? Is er op de locatie een bedrijf gevestigd (geweest)?
Is/zijn er op de locatie gedempte sloten aanwezig?
Zijn er op de locatie boven- en of ondergrondse opslagtanks en/of leidingen voor vloeibare brandstof aanwezig (geweest)? Hebben er calamiteiten, morsingen of lekkages van vloeistoffen plaats gevonden? Is de locatie in het verleden opgehoogd?
gemeente: sectie: nummer:
0,0-0,5 m -mv. 0,5-2,0 m -mv. anders, namelijk m -mv. schoon (AW2000) wonen industrie wonen bedrijfsterrein infrastructuur openbaar groen landbouw natuur wonen bedrijfsterrein infrastructuur openbaar groen landbouw natuur geen Wbb locatie (of niet-ernstig) Wbb locatie (ernstig), Wbb-code: onbekend nee ja, namelijk onbekend nee ja, dan locatie aangeven op tekening onbekend nee ja, dan locatie aangeven op tekening onbekend nee ja, dan locatie aangeven op tekening onbekend nee ja, met zo ja, locatie aangeven op tekening onbekend
Bodembeheer Regio NO-Brabant
pag. 9
Formulier 'Toets herkomst' t.b.v. vrij grondverzet (vervolg) GEGEVENS HERKOMSTLOCATIE (vervolg) Zijn er opstallen met asbesthoudend materiaal aanwezig of gesloopt of is er in het verleden asbesthoudend materiaal aanwezig geweest? Is op de locatie bodemonderzoek verricht?
Is op de locatie een verharding en of halfverhardingslaag aanwezig?
Is er asbestverdacht materiaal waarneembaar op het maaiveld? Vinden er op naastgelegen percelen activiteiten plaats (of hebben plaatsgevonden) die tot bodemverontreiniging op de herkomstlocatie kunnen leiden? Is er andere informatie beschikbaar met betrekking tot mogelijke bodemverontreiniging?
nee ja, dan locatie aangeven op tekening onbekend nee ja, dan bodemonderzoek bijvoegen onbekend nee ja, namelijk tegels/klinkers beton asfalt teerhoudend ja / nee / onbekend puin slakken anders, namelijk nee ja, namelijk onbekend nee ja, namelijk onbekend nee ja, namelijk
Eventuele opmerking(en) ……………………………………………………………………………………………………………..…… ……………………………………………………………………………………………………………..…… ………………………………………………………………………………………………………………..… ………………………………………………………………………………………………………………..… ……………………………………………………………………………………………………………….…
Ondertekening initiatiefnemer Naam: …………………………………………………………………………………….………………………………………… Datum:
Handtekening:
……………………………
…………………………..
Bodembeheer Regio NO-Brabant
pag. 10
Regionale ontgravingskaart bovengrond (0-0,5 m -mv.)
Bodembeheer Regio NO-Brabant
pag. 11
Regionale ontgravingskaart ondergrond (van 0,5 m tot 2,0 m-mv.)
Bodembeheer Regio NO-Brabant
pag. 12
Transport Voor het transport van (vrijkomende) grond moet worden voldaan aan de Wegenverkeerswet, het Reglement verkeersregels en verkeerstekens en de wetgeving met betrekking tot het transporteren van afvalstoffen, waaronder het Besluit melden. Als de grond wordt hergebruikt, al dan niet via tijdelijke opslag, of rechtstreeks van de leverancier komt, zijn voor het transport de volgende documenten vereist: 1. een vrachtbrief in het kader van transportwetgeving (de standaard begeleidingsbrief is ook als vrachtbrief te gebruiken); 2. een gewaarmerkt kopie van het certificaat voor vervoer (NIWO: Nationale en Internationale Wegvervoer Organisatie); 3. een verwijzing naar kwaliteitsgegevens. In het geval de grond niet kan worden hergebruikt, maar wordt afgevoerd naar een verwerkingsinrichting, is sprake van een afvalstof en dienen de volgende documenten bij het transport aanwezig te zijn: 1. 2. 3. 4.
een volledig ingevulde en ondertekende ‘standaard begeleidingsbrief; het vermelden van een afvalstroomnummer is afhankelijk van de bestemming (gaat de partij wel of niet naar een inrichting) een gewaarmerkt kopie van het certificaat voor vervoer (NIWO) een verwijzing naar kwaliteitsgegevens (deze kwaliteitsgegevens moeten op de locatie van herkomst of de locatie van toepassing aanwezig zijn).
Meer informatie over het transport van grond/bagger c.q. afvalstoffen is te vinden in de brochure 'Transport van Afval" (Stichting Vervoeradres: www.beurtvaartadres.nl/Lists/Media/4601_info.pdf). Verder kan de website van het Landelijk Meldpunt Afvalstoffen worden geraadpleegd (LMA): www.lma.nl.
Bodembeheer Regio NO-Brabant
pag. 13
Tijdelijke opslag Tijdelijke opslag van grond en baggerspecie is in het kader van het Besluit bodemkwaliteit niet milieuvergunningsplichtig op grond van de Wabo en de Waterwet, mits voldaan wordt aan de voorwaarden uit de volgende tabel. Ook moet bij tijdelijke opslag de zorgplicht in acht worden genomen. Tabel 2: Vormen van tijdelijke opslag en bijbehorende voorwaarden Vorm van tijdelijke opslag Kortdurende opslag Tijdelijke opslag op landbodem
Voorwaarden tijdelijke opslag Maximale duur Kwaliteitseisen Meldingsplicht1) 6 maanden Ja 3 jaar Kwaliteit moet voldoen Ja, aan de kwaliteitsklasse met voorziene duur van de ontvangende van opslag en bodem eindbestemming Weilanddepot 3 jaar Alleen baggerspecie die Ja, (opslag van baggerspecie voldoet aan de normen met voorziene duur op aangrenzend perceel) voor verspreiding over van opslag en aangrenzende percelen eindbestemming Opslag bij tijdelijke Looptijd van de Nee uitname werkzaamheden 1) Melding tijdelijke opslag door initiatiefnemer, dient minimaal 5 dagen van te voren via het Meldpunt bodemkwaliteit (www.meldpuntbodemkwaliteit.nl) plaats te vinden door het invullen van het Meldingsformulier tijdelijke opslag
Voorafgaand aan de tijdelijke opslag van grond of baggerspecie, moet ook een toets op het bestemmingsplan plaatsvinden. Dit om uit te kunnen sluiten dat de tijdelijke opslag overlast voor de omgeving oplevert. Opbulken/samenvoegen van partijen grond van verschillende herkomst Het opbulken c.q. samenvoegen van partijen grond van verschillende herkomst, zoals dat gebeurt in (gemeentelijke) gronddepots, mag uitsluitend worden uitgevoerd door een bedrijf dat is erkend voor de BRL 9335. Voor het samenvoegen van kleine partijen is een uitzondering gemaakt. Deze uitzondering houdt in dat het bij elkaar brengen van partijen grond met verschillende herkomst is toegestaan indien de omvang van de 3 samengevoegde partij niet groter is / wordt dan 25 m . Deze partij moet vervolgens worden afgevoerd naar een inrichting die erkend is voor de BRL 9335. In schema 5 op pagina 24 wordt uitgebreid ingegaan op het toetsingskader van tijdelijke opslag met de hierin voorkomende situaties.
Bodembeheer Regio NO-Brabant
pag. 14
Toepassen Grond kan op de volgende manieren worden toegepast: 1) via het spoor voor tijdelijke uitname; 2) in een standaard bodemtoepassing; 3) in een grootschalige bodemtoepassing (GBT); Deze toepassingsmogelijkheden worden in de volgende paragrafen nader toegelicht. Toepassingen van grond in wegbermen worden apart behandeld
Tijdelijke uitname Van tijdelijke uitname is sprake als aan beide onderstaande voorwaarden wordt voldaan: 1. De grond niet wordt bewerkt. 2. De grond wordt op of nabij dezelfde plaats en onder dezelfde condities hergebruikt. Voorbeeld van tijdelijke uitname is het graven van een leidingsleuf en het vervolgens terugzetten van de grond. In het geval van tijdelijke uitname hoeft de kwaliteit van de terug te plaatsen grond niet te worden aangetoond. Het is echter mogelijk dat er, op basis van andere wet- en regelgeving zoals Arboregels, toch een onderzoeksverplichting geldt. Indien voorafgaand aan of tijdens de werkzaamheden blijkt dat sprake is van een lokale bodemverontreiniging, is wel bodemonderzoek nodig. Bij overschrijding van de interventiewaarden dient het saneringsspoor uit de saneringsregeling van de Wet bodembescherming te worden gevolgd. Onderdeel hiervan is een melding bij de provincie. Melden Het tijdelijk uitnemen, eventueel op de locatie opslaan en terugplaatsen van grond of baggerspecie hoeft niet te worden gemeld. In schema 4 op pagina 23 wordt uitgebreid ingegaan op het toetsingskader bij tijdelijke uitname met de hierin voorkomende situaties.
Bodembeheer Regio NO-Brabant
pag. 15
Standaard bodemtoepassing Bij een standaard bodemtoepassing wordt grond die vrijkomt elders op of in de bodem toegepast. Dit mag alleen als: sprake is van een functionele en nuttige toepassing (zie nota bodembeleid voor nadere omschrijving) EN de milieuhygiënische kwaliteit van de toe te passen grond voldoet aan de zonekwaliteit zoals aangegeven op de toepassingskaart. Op de regionale toepassingskaart op pagina 17 zijn de mogelijkheden voor de standaard toepassing in de regio weergegeven. De kwaliteit van de toe te passen grond moet kunnen worden aangetoond met één van de bewijsmiddelen die genoemd zijn in de paragraaf 'ontgraven' (zie blz. 6). Melden De initiatiefnemer is verplicht om de toepassing minimaal 5 dagen van te voren te melden via het Meldpunt bodemkwaliteit (www.meldpuntbodemkwaliteit.nl), tenzij: 3 sprake is van een toepassing van minder dan 50 m schone grond; of de toepasser een particulier is; of de toepassing binnen een landbouwbedrijf plaatsvindt; Om gebruik te kunnen maken van de bodemkwaliteitskaart als bewijsmiddel dient de initiatiefnemer het formulier 'Toets herkomst' volledig in te vullen en mee te sturen met de melding. Hiervoor wel altijd het Meldingsformulier toepassing Grond gebruiken, ook als het de toepassing van schone grond betreft. Bij dit formulier kan immers een bijlage worden toegevoegd. In schema 2 op pagina 21 wordt uitgebreid ingegaan op het toetsingskader van standaard bodemtoepassingen met de hierin voorkomende situaties.
Bodembeheer Regio NO-Brabant
pag. 16
Grootschalige bodemtoepassing Voor de aanleg van grote grondlichamen kan de initiatiefnemer gebruik maken van het kader voor grootschalige toepassingen. Voorwaarde is dat sprake is van een nuttige en functionele toepassing. Toepassing: laagdikte > 2 m* EN omvang > 5000 m3 % bodemvreemd ≤ 20% * uitzondering voor (spoor)wegen: laagdikte ≥ 0,5 m)
grond/bagger als leeflaag toepassing oorspronkelijke bodem
Leeflaag van minimaal 0,5 meter toetsing aan kwaliteitsklasse ontvangende bodem toetsing aan bodemfunctieklasse Toepassing maximaal klasse industrie geen toetsing aan kwaliteit of functie ontvangende bodem
Een grootschalige bodemtoepassing moet aan de volgende voorwaarden voldoen: Minimaal volume: het minimaal volume van de grootschalige 3 toepassing bedraagt 5.000 m grond of baggerspecie Toepassingshoogte: de minimale toepassingshoogte bedraagt 2 meter. Voor wegen en spoorwegen waarop een laag bouwstoffen is toegepast, geldt een minimale toepassingshoogte van 0,5 meter. Milieuhygiënische kwaliteit: de kwaliteit van de toe te passen grond mag niet slechter zijn dan de kwaliteitsklasse industrie. Omdat er geen toetsing plaatsvindt aan de kwaliteit van de ontvangende bodem, moet de uitloging voldoen aan de geldende emissiewaarden. Leeflaag: de toepassing moet worden afgedekt met een leeflaag van minimaal 0,5 meter dikte. De kwaliteitsklasse van deze leeflaag moet voldoen aan de kwaliteit zoals aangegeven op de toepassingskaart. Uitzondering hierop vormen grootschalige toepassingen onder wegen. Beheer: de toepassing moet blijvend worden beheerd. Dit betekent dat er een aanwijsbare beheerder moet zijn die de toepassing in stand houdt in de vorm en hoeveelheid waarin deze is toegepast en staat geregistreerd. Melden De initiatiefnemer is verplicht om de toepassing minimaal 5 dagen van te voren te melden via het Meldpunt bodemkwaliteit (www.meldpuntbodemkwaliteit.nl) middels het Meldingsformulier toepassing Grond. In schema 3 op pagina 22 wordt uitgebreid ingegaan op het toetsingskader van grootschalige bodemtoepassingen met de hierin voorkomende situaties.
Bodembeheer Regio NO-Brabant
pag. 17
Toepassingen in wegbermen Voor de begrenzing van de bermen wordt aangesloten bij de volgende figuren.
Wegbermen binnen de bebouwde kom Voor wegbermen binnen de bebouwde kom geldt het uitgangspunt dat de bodemkwaliteit hiervan overeenkomt met die van de omgeving, zoals weergegeven op de ontgravingskaart. Wegbermen buiten bebouwde kom De bermen van de doorgaande gemeentelijke wegen buiten de bebouwde kom zijn als zone opgenomen in de bodemkwaliteitskaart. Dit betekent dat de bodemkwaliteitskaart als bewijsmiddel kan worden gebruikt voor de uit deze bermen vrijkomende grond alsmede de ontvangende bodem. Voor het toepassen in bermen geldt het generieke beleid waarbij de bermen de functieklasse industrie hebben gekregen. Voor de bermen van de overige gemeentelijke wegen buiten de bebouwde kom c.q. de onverharde wegen geldt, net als bij de wegbermen binnen de bebouwde kom, het uitgangspunt dat de bodemkwaliteit overeenkomt met die van de omgeving. Provinciale wegen, rijkswegen en spoorwegen De bermen van de provinciale wegen, rijkswegen en de spoorzones worden tot witte vlekken (uitgesloten gebieden) in de bodemkwaliteitskaart gerekend.
Bodembeheer Regio NO-Brabant
pag. 18
Regionale toepassingskaart
Bodembeheer Regio NO-Brabant
pag. 19
Stroomschema's Het beleid met betrekking tot grondverzet is vertaald naar een aantal handige stroomschema's: Schema 1: Afweging toetsingskader Schema 2: Standaard bodemtoepassing Schema 3: Grootschalige bodemtoepassing Schema 4: Tijdelijke uitname Schema 5: Tijdelijke opslag Met schema 1 kan worden bepaald welk toetsingskader in een specifieke situatie gehanteerd moet worden. Dit schema verwijst vervolgens naar het schema van het desbetreffende toetsingskader. Uitleg stroomschema's In de schema's zijn verwijzingen opgenomen naar artikelen van het Besluit bodemkwaliteit en de bijbehorende Nota van Toelichting (NvT). Hierdoor is het mogelijk om achterliggende informatie op te zoeken.
Bodembeheer Regio NO-Brabant
pag. 20
Schema 1: Afweging toetsingskader is sprake van grond/bagger?
NEE
is sprake van een bouwstof? (art. 1+26)
(art. 1+34)
NEE
JA
JA
dit valt buiten het kader van de bodembeheernota
wordt de grond/baggerspecie tijdelijk uitgenomen en weer teruggeplaatst?
JA
zie schema 4 voor vervolg
(art. 36)
NEE wordt de grond/baggerspecie functioneel toegepast?
NEE
(art. 5)
toepassen niet toegestaan volgens Besluit bodemkwaliteit
JA is sprake van een nuttige toepassing?
NEE
(art. 35 )
JA wordt de grond/baggerspecie toegepast in een standaard bodemtoepassing?
JA
(art. 54-61)
zie schema 2 voor vervolg
NEE wordt de grond/baggerspecie verwerkt in een grootschalige bodemtoepassing?
JA
(art. 62-64)
zie schema 3 voor vervolg
NEE wordt de grond/baggerspecie tijdelijk opgeslagen? (art. 35 h+i)
NEE toepassen niet toegestaan volgens Besluit bodemkwaliteit
JA
zie schema 5 voor vervolg
Bodembeheer Regio NO-Brabant
pag. 21
Schema 2: Standaard bodemtoepassing conclusie: uit schema 1 blijkt dat de grond/baggerspecie in een standaard bodemtoepassing wordt toegepast
conclusie toepassen is toegestaan, melding is niet nodig
NEE
ga terug naar schema 1 voor vervolg
JA toon de kwaliteit van de toe te passen grond/baggerspecie aan
(art. 42 lid 8c+11a)
toepassen niet toegestaan volgens Besluit bodemkwaliteit
(art. 38+41+57)
(art. 59 lid 3)
JA JA wordt minder dan 50 m3 grond/bagger toegepast? NEE
is sprake van schone grond/bagger?
JA
NEE is sprake van grond?
overschrijden de gehalten de interventie waarden landbodem?
JA
(art. 1+34)
NEE
NEE conclusie de kwaliteit van de grond/baggerspecie betreft klasse 'wonen' of 'industrie'
conclusie het betreft baggerspecie, in geval van klasse A of B, dient deze klasse omgerekend te worden naar de klasse 'wonen' of de klasse 'industrie'
check op de toepassingskaart of toepassing mogelijk is (art. 40+41+55+57)
conclusie toepassen is toegestaan
JA
(art. 42 lid 9)
voldoet de kwaliteit van de toe te passen grond/baggerspecie aan de kwaliteitsklasse op de toepassingskaart? (art. 59 lid 2)
NEE melding verrichten (art. 42 + par. 4.3.4 NvT )
zie schema 3 voor grootschalige bodemtoepassing
JA
is een grootschalige bodemtoepassing een optie? (art. 62-64)
NEE toepassen niet toegestaan volgens Besluit bodemkwaliteit (art. 59 lid 3)
Bodembeheer Regio NO-Brabant
pag. 22
Schema 3: Grootschalige bodemtoepassing conclusie: uit schema 1 blijkt dat de grond/ baggerspecie in een grootschalige bodemtoepassing wordt verwerkt
is de grond/bagger bestemd voor een nuttige toepassing zoals bedoeld in art. 35 lid a, c, d of e?
NEE
JA toepassen niet toegestaan volgens Besluit bodemkwaliteit
toon de kwaliteit van de grond/bagger aan (art. 38+41)
overschrijden de gehalten de normen van de bodemkwaliteitsklasse ‘industrie’?
JA
(art. 63 lid 1a ii)
NEE
uitloogonderzoek uitvoeren
JA
(art. 38+41)
overschrijden de gemiddelde gehalten de emissietoetswaarden? (art. 63 NvT)
NEE wordt voldaan aan de maximale emissiewaarden? (art. 63 lid 1a i+2)
NEE
toepassen niet toegestaan volgens Besluit bodemkwaliteit
JA
wordt minimaal 5.000 m3 toegepast?
bedraagt de laagdikte minimaal 2 m?
JA
(art. 63 lid 1)
NEE
(art. 63 lid 1)
NEE
melding verrichten (art. 42)
JA conclusie grootschalige bodemtoepassing toegestaan
zie schema 2 voor kwaliteit leeflaag
Bodembeheer Regio NO-Brabant
pag. 23
Schema 4: Tijdelijke uitname conclusie: uit schema 1 blijkt dat de toe te passen grond/baggerspecie tijdelijk wordt uitgenomen en teruggeplaatst
NEE
JA wordt de grond/baggerspecie tussen het moment van uitnemen en terugplaatsen bewerkt?
JA
(art. 27 lid 2 of art. 36 lid 3)
NEE wordt de grond/baggerspecie op of nabij dezelfde plaats teruggeplaatst?
NEE
(art. 27 lid 2 of art. 36 lid 3)
conclusie er is geen sprake van tijdelijke uitname
JA wordt de grond/baggerspecie onder dezelfde condities teruggeplaatst? (art. 27 lid 2 of art. 36 lid 3)
ga terug naar schema 1 voor vervolg
NEE
JA
wordt de zorgplicht in acht genomen?
NEE
terugplaatsen niet toegestaan volgens Besluit bodemkwaliteit
(art. 7 en art. 27 lid 2 of 36 lid 3)
JA conclusie er is sprake van tijdelijke uitname, terugplaatsen van de grond/ baggerspecie is toegestaan, een melding is niet nodig
wordt de uitgenomen grond of baggerspecie tijdelijk opgeslagen?
JA
zie schema 5 voor vervolg
Bodembeheer Regio NO-Brabant
pag. 24
Schema 5: Tijdelijke opslag conclusie: uit schema 1 blijkt dat de grond/baggerspecie tijdelijk wordt opgeslagen is sprake van opslag bij tijdelijke uitname?
JA
(art. 36 lid 3 + par. 4.3.4 NvT)
NEE JA
melding verrichten (art. 42 + par. 4.3.4 NvT)
wordt de uitgenomen grond/bagger teruggebracht in hetzelfde werk? JA
NEE
is sprake van opslag korter dan 6 maanden? (par. 4.3.4 NvT)
tijdelijke opslag is toegestaan voor de duur van de werkzaamheden
NEE tijdelijke opslag niet toegestaan volgens Besluit bodemkwaliteit
NEE is de grond/baggerspecie bestemd voor een nuttige toepassing zoals bedoeld in art. 35 lid a t/m e?
(par. 4.3.3 NvT)
JA past de tijdelijke opslag binnen het bestemmingsplan?
NEE
JA
tijdelijke ontheffing of aanlegvergunning noodzakelijk
toon de kwaliteit van de grond/baggerspecie voor in opslag aan (art. 38+41+57)
is sprake van grond?
NEE
(art. 1+34)
JA
conclusie het betreft baggerspecie; is sprake van een weilanddepot? JA
tijdelijke opslag niet toegestaan volgens Besluit bodemkwaliteit
JA
overschrijden de gehalten de normen voor de kwaliteitsklasse 'industrie'?
NEE voldoen de gehalten aan de normen voor verspreiding? JA
NEE toon de kwaliteit van de landbodem ter plaatse van de tijdelijke opslag aan (art. 40+41+57)
JA NEE
conclusie tijdelijke opslag van grond/baggerspecie op landbodem is toegestaan voor maximaal 3 jaar
is de kwaliteitsklasse grond/baggerspecie voor in opslag gelijk aan of beter dan de kwaliteitsklasse landbodem ter plaatse van de opslag?
melding verrichten
(art. 59)
(art. 42 + par. 4.3.4 NvT)
Landerd
Bodembeheer Regio NO-Brabant
RMB Gildekamp 8 Postbus 88 5430 AB Cuijk 0485 - 338 300
[email protected] www.rmbodemloket.nl Januari 2012