VB_1706_P01 12-09-2006 10:46 Pagina 1
Onafhankelijk verzekeringsmagazine sinds 1910
WWW.VBNET.NL
VB-Branchedag grootser dan ooit WGA vraagt snelle actie Allianz Inkomensverzekeringen gestart
96e jaargang 14 september 2006 nr. Het Verzekeringsblad verschijnt elke veertien dagen op donderdag
John van Hoof (algemeen directeur Maetis)
... eerst riskmanagement, dan een polis Hoe klantgericht bent u?
17
VB_1706_P03 12-09-2006 10:49 Pagina 3
hoofdredactioneel
colofon
■ hoofdredactie
Jan Aikens Andriessen, Alex Klein, Wouter van Kooten (eindred.), Elly Gravendeel (red.ass.) ■ redactie Postbus 23, 7400 GA Deventer, tel. 0570-647730, fax 0570-647815, e-mail
[email protected], internet www.vbnet.nl ■ vragen van abonnees worden gratis beantwoord ■ uitgave van Kluwer, Postbus 23, 7400 GA Deventer, tel. 0570-648999 ■ uitgever Elieg Akkermans ■ marketing Claudia Simoons (adverteerders), Marjolein Spronk (abonnees) ■ abonnementen en verzending Kluwer Afdeling Klantcontacten, Postbus 878, 7400 AW Deventer, tel. 0570-673444, automatische bestellijn tel. 0570-673511, fax 0570-691555 e-mail
[email protected] ■ abonnementsprijs 2006 € 91,50 incl. btw. Collectieve abonnementen meer dan 20 exemplaren 10% reductie. Annulering abonnement is mogelijk tot 3 maanden voor het begin nieuwe abonnementsperiode ■ losse nummers Losse nummers € 5,90 excl. btw; VB-interactief Gidsen € 11,25 excl. btw. ■ advertenties Kluwer, Postbus 23, 7400 GA Deventer. Advertentie acquisitie: Erik Meester, Marieke van der Veer, tel. 0570-648912, fax 0570-619179, e-mail
[email protected] Media order: Toos Schurink, tel. 0570-648685, fax 0570-649819, sluitingsdatum: dinsdag 9 dagen voor het verschijnen. Zet- en lithokosten worden doorberekend ■ ontwerp Finedesign concept en ontwerpbureau Bno, Deventer vormgeving Mediabuilders, Zutphen druk Plantijn Casparie Den Haag ■ ISSN 0165-7909 ■ redacteuren Rienk
Kluwer BV legt uw gegevens vast voor de uitvoering van de (abonnements-) overeenkomst. De gegevens kunnen door Kluwer, of zorgvuldig geselecteerde derden, worden gebruikt om u te informeren over relevante producten en diensten. Indien u hier bezwaar tegen heeft, kunt u contact met ons opnemen.
Gedeelde vreugd is dubbele smart De consument zal de komende tijd de naam NBVA herhaaldelijk tegenkomen. In niet minder dan duizend advertenties verschijnt dan het beeldmerk van de betrokken adviseur. Tegelijkertijd gaat de branchevereniging haar website onderhanden nemen en omtoveren tot wat de portal bij uitstek moet worden voor verzekeringen minnend Nederland. Uiteraard zal de website in de advertenties niet onvermeld blijven Tijdens het vorige week gehouden congres werden de leden bijgepraat over de op handen zijnde publiciteitsgolf. Doel is natuurlijk om de eindklant ervan te overtuigen dat zijn financiële belangen het best kunnen worden behartigd door een NBVA-adviseur. Deze mag immers "als bewijs van betrouwbaarheid, vakbekwaamheid en betrokkenheid het NBVA-keurmerk voeren". Om deze boodschap in voldoende mate te laten landen is een grootschalige actie nodig, waarvoor de NBVA diep in de buidel zal moeten tasten. Enige maanden geleden heeft ook de NVA aangekondigd een groot reclame-offensief voor te bereiden. Een aantal bureaus is uitgenodigd voor een ‘pitch’. De winnaar krijgt de lucratieve opdracht een aantal tv-commercials te produceren. Daarin wordt de NVA-adviseur geafficheerd als een deskundig, professioneel en betrouwbaar kantoor. Een assurantieadviseur die lid is van de NVA voldoet immers "aan de strenge eisen van kwaliteit en vakbekwaamheid die de NVA aan haar leden stelt". Ook de NVA sleutelt hard aan haar website, die in de tv-spots ruime aandacht zal krijgen. Gezien deze plannen mogen we ervan uit gaan dat het publiciteitsbudget van de NVA die van de NBVA nog zal overtreffen. Natuurlijk hebben beide organisaties het volste recht, ja zelfs de plicht tegenover hun leden, om deze acties te ontplooien. Iemand die de bedrijfstak enigszins kent, zal van deze aankondigingen dan ook niet vreemd opkijken. Toch kunnen er vraagtekens gezet worden bij deze solitaire initiatieven. Meer dan eens hebben wij op deze plaats betoogd, dat het de intermediaire bedrijfskolom als geheel is, die moet optornen tegen de aanbieders die hun producten op andere wijze aan de man brengen. Natuurlijk is er sprake van concurrentie tussen adviseurs onderling, maar de grootste strijd speelt zich af tussen de intermediaire branche enerzijds en de banken, direct writers en alternatieve afzetkanalen, waaronder grootwinkelbedrijven en internet, anderzijds. Desalniettemin kiezen de intermediaire organisaties ervoor hun eigen merknaam te promoten in plaats van met elkaar in samenwerking met de intermediaire maatschappijen het adviesbelang in het algemeen onder de aandacht van de eindklant te brengen. De gemiddelde consument zal er weinig van begrijpen wanneer zowel NVA als NBVA claimt het kwaliteitsmonopolie te bezitten, wat de kans kleiner maakt dat deze door de campagnes zijn koopgedrag laat beïnvloeden. Daarnaast is het een gegeven, dat in een tijdperk waarin transparantie centraal staat, de concurrentie op prijs zal toenemen. Hetgeen betekent, dat de nog steeds niet super efficiënt opererende intermediaire bedrijfstak nog meer op het kostenaspect moet gaan letten. En dat staat haaks op de aankondiging dat macro gezien voor intermediaire promotie dubbele kosten gemaakt gaan worden. De lachende derden zijn niet alleen de marketingondernemingen, reclamebureaus en internetbedrijven, maar ook de banken, direct writers en alternatieve aanbieders.
Jan Aikens
[email protected]
nummer 17 - 14 september 2006
3
VB_1706_P05 12-09-2006 11:11 Pagina 5
inhoud
14
Allianz Inkomensverzekeringen start
Rubrieken
Met het congres ‘Inkomenszekerheid in 2012’ is Allianz Inkomensverzekeringen officieel van start gegaan. Tijdens het congres stond de vraag centraal welke inkomenszekerheden er nog in 2012 zullen zijn. Algemene teneur van de uitgenodigde topsprekers: die zekerheid zal alleen maar minder worden, of om in pensioentermen te spreken: de overheid zal zich steeds meer beperken tot de eerste pijler, de basisvoorziening. Alles daarboven zal moeten worden ingevuld door de markt.
Hoofdredactioneel
3
VB-Branchedag
7
Nieuws
Wfd
19
9
Onder meer: - UWV basispremie WGA wordt 0,28% - Beleggen A via inhaalprogramma
NBVA-congres
- Uitbreiding transponeringstabel
Meerwaarde benutten. Daar gaat het om als je de riante positie van het intermediair verder wil uitbouwen. Tijdens het NBVAcongres werd weer eens duidelijk hoe sterk de positie van het intermediair wel is en wat er moet gebeuren om deze te benutten. De NBVA zet daarom zwaar in op centrale ondersteuning van haar leden, onder meer met een grote reclamecampagne.
Wia
21 24
- AEGON’s WGA-antwoord - De Goudse Verzuim Congres
Fiscaal/juridisch
26
Drs Eugène van ’t Hooft: - Het verschil tussen wens en werkelijkheid
Co-assurantie
28
- De invloed van het klimaat
22
VB-gesprek met John van Hoof “All-inMaetis betekent eerst riskmanagement en dan een polis. Door deze volgorde maak je al werk van verzuim voordat het verzuim is en kan het intermediair zich richting het MKB veel beter profileren als dé risicoadviseur. Verzuimverzekeraars leggen de nadruk op het verzekeringsproduct en voegen daarna een stukje Arbo-dienstverlening toe.”
42
Processen AXA afgestemd op intermediair AXA wil dé intermediair maatschappij bij uitstek zijn. En daarvoor is meer dan gewoon goede service aan het intermediair noodzakelijk. Excellente service is nodig wil het intermediair je echte partner zijn. Goede producten alleen is niet voldoende. AXA Leven heeft daarom alles op alles gezet om haar achterstanden weg te werken, heeft goed geluisterd naar het intermediair en geeft harde servicegaranties af.
Op 12 oktober ontvangen abonnees gratis de VB-interactief Samenwerkingsgids. Vindt u dat de vermelding van uw bedrijf daarin niet mag ontbreken, neem dan contact op met de redactie,
[email protected]
Volledige Branche-informatie = Het VB + vbnet.nl + VB-interactief + VB-Barometer (kijk iedere dag even op www.vbnet.nl)
Estate planning
32
Jelle van den Berg en Theo Hoogwout: - De bedrijfsopvolgingsfaciliteiten in de Successiewet
Column
34
H.J. Wiersema: - Multinationale verzekeringsoplossing voor het MKB
Producten
37
Beleggen
40
F.G. Jansen: - Gouden regels voor een goed beleggingsadviesgesprek
Europa
44
Manon H.R.N.Y. Cordewener: - Buitenlands faillissementsrecht
Met name(n)
47
MV&D!
48
Alexander van Loon: - Hoe klantgericht bent u?
Column
50
Joep van den Eijkel: - DIN introduceert Toolkit Internet
ICT
52
Verzekerend buitenland
53
Dat is ook waar
54
Volmachten
56
Barbier
58
nummer 17 - 14 september 2006
5
VB_1706_P07 12-09-2006 11:00 Pagina 7
branchedag
Grootste branche-evenement grootser dan ooit
Americahal te klein voor VB-Branchedag U hoeft niet bang te zijn voor een teveel aan informatie op één dag, waarvan u de helft alweer vergeten bent als u thuiskomt. Ook hier geldt, dat deze informatie mag rekenen op een zachte landing. De bezoeker krijgt na de dag alle gelegenheid om de voor haar/hem relevante elementen daaruit op te pakken die de doorstart van het kantoor, tezamen met handige, praktische ‘tools’, aanzienlijk zullen vergemakkelijken.Aanmelden kan via het invullen en verzenden van het formulier op de speciale website: www.branchedag.nl
Voor de VerzekeringsBranchedag die Het VB dit jaar op 23 november organiseert in de Americahal in Apeldoorn is de belangstelling zo groot, dat nu al vaststaat dat de Informatiemarkt de volledige hal in beslag zal nemen. Daarom wordt speciaal voor de Branchedag de hal uitgebreid met een aparte zaal, waar het hoofdprogramma zal plaatsvinden.
Landen en doorstarten De afgelopen jaren is er een lawine van informatie over de bedrijfstak heengekomen. Met name de wetgever heeft zich op dit gebied niet onbetuigd gelaten.Grote vraag is nu, wat de financiële dienstverleners met die informatie aan moeten en - veel belangrijker - hoe zij die zo profijtelijk mogelijk voor hun bedrijfsvoering kunnen aanwenden. Vandaar het thema van deze dag ‘Landen en doorstarten’. De informatie is geland; nu is het zaak deze naar de praktijk van alledag te vertalen, er uw voordeel mee te doen en zo’n goede doorstart te maken, dat uw onderneming nieuwe vleugels krijgt. Het programma van deze dag wordt daarop volledig afgestemd. Zo zijn we niet van plan om de bezoekers te gaan uitleggen hoe ingewikkeld bijvoorbeeld de Wia in elkaar zit, maar wel op welke wijze, met welke productsoorten en met welke strategie de adviseur dankzij die Wia nieuwe markten kan openen. Heel praktisch, heel duidelijk en zeer effectief. Datzelfde geldt voor andere vakgebieden, die gedomineerd worden door ofwel nieuwe regelgeving (pensioen), ofwel door veranderende marktomstandigheden (hypotheken, alternatieven voor de opdrogende lijfrentemarkt). Natuurlijk wordt op de VB Branchedag aandacht besteed aan het feit dat de adviseur moet inspelen op nieuwe regels met betrekking tot de honorering en de transparantie. Ook hier: geen lange verhandelingen over ‘hoe het zo ver heeft moeten komen’, maar praktische aanwijzingen hoe het best met de realiteit kan worden omgegaan. Of om het anders te zeggen: op welke wijze de adviseur de continuïteit van zijn onderneming kan waarborgen.Uit het vorenstaande blijkt al dat de wijze waarop al deze onderwerpen aan bod komen, geheel nieuw is.
Deelnemers De volgende partners staan er borg voor dat de VerzekeringsBranchedag ook dit jaar weer een succes zal worden: ABN AMRO AEGON Allianz ARAG Avéro Achmea AXA Cepari Dela Elq Hypotheken Fortis ASR Generali Klaverblad Monuta Nationale-Nederlanden Noord Nederlands Effektenkantoor Noordhollandsche van 1816 Quarré SNS Reaal Van Kampen Groep Voogd & Voogd Yarden 5Punt20 Taxatiebureau ABZ ANVA Box Finance Cardif Conservatrix DBV Erasmus Fidelity Hamer Taxaties Hypotrust
Hyprotect Infa Lancyr Meetingpoint Nationale Waarborg Netaspect NIBE-SVV Optima Sorgeloos United Capital Welke Financiële Diensten A.I. Automatisering Amedia Ariës BAE Groep Bureau von Reth Care Schadeservice Digitaal Dossier Nederland Dutch Insurance Network Eblinc ÈFDÉCÉ FinanceWorld Findicom Finsys Ibs/Astrea London Nationale Taxatie Service Omniplan Plastimap Schadetax SchadeZorg De Taxatheek Yoron
Deze lijst wordt zeker nog uitgebreid; wij houden u op de hoogte.
nummer 17 - 14 september 2006
7
VB_1706_P09 12-09-2006 12:41 Pagina 9
nieuws
Management Unirobe verkoopt haar
Regio Bank opent vestiging in Best
aandeel aan Aegon
Regio Bank heeft een nieuwe vestiging geopend in Best. Van der Wal Assurantie Groep B.V. aan de Eindhovenseweg 32 heeft zijn diensten uitgebreid met Regio Bank. Het bedrijf met twaalf medewerkers voorziet al 28 jaar in Best in een behoefte aan deskundig advies op het gebied van verzekeringen en hyopotheken, zowel zakelijk als particulier. Bancaire diensten vindt Van der Wal Assurantie Groep een perfecte uitbreiding van zijn dienstenpakket.
Met de aankoop van de resterende 55% aandelen is Aegon nu voor 100% eigenaar van Unirobe. In oktober 2003 kocht Aegon 45% van het intermediairbedrijf van AXA, de overige 55% werd gekocht door het zittend management. Door deze transactie heeft Aegon naast de volledige zeggenschap over Meeùs nu ook de volledige zeggenschap over Unirobe, de tweede intermediaire keten van ons land. Volgens directievoorzitter Johan van der Werf heeft Aegon de resterende aandelen overgenomen omdat Unirobe zich commercieel en financieel goed heeft ontwikkeld: “Bovendien is de samenwerking de afgelopen jaren goed bevallen. Professionele intermediairs zullen belangrijk blijven in de volle omvang van de financiële dienstverlening. Ik zie het allereerst als een goede investering, maar hoop natuurlijk ook dat we in staat zullen zijn meer zaken met elkaar te doen.” De Unirobe Groep bestaat uit 19 bedrijven met 36 vestigingen en ruim 900 medewerkers.
Onafhankelijk Ook volgens het management van Unirobe biedt deze transactie toegevoegde waarde aan haar relaties. “Bovendien wordt de positie van van de onderneming versterkt,” stelt Joop van Berkum, nu nog directievoorzitter van Unirobe. “Het in het verleden gevoerde succesvolle beleid ten aanzien van onze advies-onafhankelijkheid wordt ook na de overname door Aegon gehandhaafd. Dat betekent dat de kantoren van Unirobe geen verplichting hebben om productie onder te brengen bij de aandeelhouder Aegon. Dat neemt niet weg dat Aegon een belangrijke stakeholder is waar we graag zaken mee doen.”
Toetstermen Wfd-modules naar Financiën Het College Deskundigheid Financiële Dienstverlening (CDFD) heeft de toetstermen voor de Wfd-modules Gevolmachtigd Agent Schadeen Levensverzekeringen en de Basismodule in definitieve vorm aan het Ministerie van Financiën voorgelegd ter bekrachtiging. In een eerder stadium werden al de toetstermen voor de Wfd-modules Beleggen A, Consumptief krediet en Hypothecair krediet aan het ministerie verzonden. Alleen de toetstermen van de modules Schadeen Levensverzekeringen liggen nog ter beoordeling en verwerking bij het CDFD. Ook deze zullen volgens de organisatie zo spoedig mogelijk ter fiattering aan het Ministerie worden voorgelegd.
Loyalis voert Levensloopregeling politie uit
Unirobe en Meeùs blijven als eigen identiteit bestaan en houden hun eigen naam en management. Wel komt er een centrale holding die de komende maanden de mogelijkheden voor samenwerking en synergievoordelen zal bestuderen. Van totale integratie is dus geen sprake. Volgens Aegon leidt deze transactie niet tot gedwongen ontslagen. Het management van de holding bestaat uit Joop van Berkum (voorzitter), Leo Peeters Weem (vice-voorzitter, tevens directievoorzitter van Meeùs), en Han Diebels, die Van Berkum opvolgt als directievoorzitter van Unirobe. De holding wordt gevestigd in Nieuwegein, waar sinds april ook het hoofdkantoor van Meeùs is gevestigd. Meeùs en Unirobe zijn dit jaar samen goed voor een omzet van ca 300 miljoen euro en hebben samen ruim 3000 medewerkers.
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken heeft de uitvoering van de Levensloopregeling Politie gegund aan Loyalis. Dat is gebeurd in overeenstemming met de wens van de bonden en het Nederlands Politie Instituut (NPI). Via een openbare aanbestedingsprocedure hadden zes organisaties een offerte ingediend, waaruit Royalis werd gekozen. Het contract voor de uitvoering is op 1 september getekend. Gezien de fysieke en psychische belasting van het politiepersoneel wil de werkgever met de Levensloopregeling de mogelijkheid bieden dat het personeel op 60- of 61-jarige leeftijd kan stoppen met werken. Uit een recent onderzoek van TNO, in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken naar de motivatie van de oudere politiemedewerker, blijkt dat eerder stoppen met werken een belangrijk thema is voor het politiepersoneel. De politiemensen hebben de keuze uit verschillende beleggings- en spaarvarianten, variërend van een netto gegarandeerd rendement (spaarvariant met zekerheid) tot en met een beleggingsvariant met kans op een hoog rendement tegen een hoger risico.
NN vergemakkelijkt wijzigingen
Yarden tekent voor gesprek rond het
Het intermediair kan wijzigingen van gegarandeerde levenpolissen particulier van Nationale-Nederlanden nu via Mijn.NN.nl makkelijker doorvoeren. Men hoeft alleen nog maar het polisnummer en VAnummer in te voeren en heeft dan direct beschikking over alle gegevens van de betreffende polis. Vervolgens kan men direct wijzigingen doorvoeren. Hierdoor zijn geen mutatieformulieren meer nodig. Dit past in het streven van Nationale-Nederlanden om via ketenintegratie en straight through processing het verwerkingsproces snel, efficiënt en foutloos te laten verlopen.
levenseinde Yarden, Humanitas, het Humanistisch Verbond en de Stichting Humanistische Uitvaartbegeleiding hebben hun bestaande maar informele samenwerking op het gebied van voorlichting rond het levenseinde onlangs officieel bekrachtigd. Alle genoemde partijen tekenden een samenwerkingsovereenkomst. Een concreet resultaat van de samenwerkende partners is de al enkele jaren lopende activiteit ‘Praten over de dood, hoe doe je dat?’. In een serie van zeven bijeenkomsten praten belangstellenden over even zovele aspecten van het levenseinde en de uitvaart.
nummer 17 - 14 september 2006
9
VB_1706_P11 12-09-2006 10:52 Pagina 11
nieuws
ANVA-dagen over toekomst
Naamsverandering Aon Heerkens Thijssen
assurantiebranche
Aon Heerkens Thijssen heet sinds 1 september j.l. Aon Professional Services (APS). Met deze naamswijziging wil Aon het internationale karakter van dit bedrijfsonderdeel benadrukken. Aon Professional Services is gespecialiseerd in risicomanagement en verzekeringen voor vrije beroepen, zoals advocaten en notarissen, en maakt deel uit van Aon Global. Inhoudelijk heeft de naamswijziging geen gevolgen.
Softwarehuis ANVA organiseert tussen 10 en 18 oktober a.s. zijn traditionele ANVA-dagen. Daar komen de nieuwste ontwikkelingen op automatiseringsgebied aan de orde en andere ontwikkelingen die een grote stempel zullen drukken op de assurantiebranche, zoals de gewijzigde provisiestructuur bij levensverzekeringen en het toekomstperspectief van het traditionele intermediairbedrijf. Vanaf 1 januari 2007 vindt er een ingrijpende wijziging plaats in de provisiestructuur van levensverzekeringen. Hoewel hierover nog niet alles tot in detail bekend is, staat wél vast dat de doorlopende provisie, na een overgangsperiode, voortaan over een langere periode moet worden vergoed door de maatschappijen. Tijdens de ANVAdagen wordt aandacht besteed aan de gevolgen die dit heeft voor de administratie, en dus voor het ANVA-pakket. Het ‘adviesgesprek van de toekomst’ zou via on line chatprogramma’s en webcams kunnen plaatsvinden, en met behulp van GIM en ketenintegratie worden ‘digitale polismappen’ straks een peulenschil. Het Amersfoortse softwarehuis demonstreert tijdens de ANVA-dagen de middelen waarmee het intermediair gegevens via zijn eigen website ter beschikking kan stellen aan de klant. Ook ANVA’s Adviesmodule wordt behandeld en er wordt ruimschoots aandacht besteed aan het Quantum-project, de werknaam van ANVA voor een ingrijpende modernisering van zijn software.
UWV basispremie WGA wordt 0,28% Het UWV heeft de basispremie voor de Werkhervattingsregeling Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA) voor 2007 vastgesteld op 0,28%. Het gaat om een gemiddelde lastendekkende premie, die wordt verhoogd met een vaste opslag van 0,47%. Deze opslag is nodig voor gelijkwaardige concurrentiemogelijkheden tussen het UWV en particuliere verzekeraars. Werkgevers worden hiervoor via een verlaging van de basispremie WAO/WIA gecompenseerd. Beide percentages zijn vastgesteld volgens het omslagprincipe en worden tezamen nog eens verhoogd met een opslag of verlaagd met een korting, afhankelijk van het arbeidsongeschiktheidsrisico bij de individuele werkgever. De uiteindelijke premie kent echter wel een maximum en een minimum. Voor grote werkgevers is de maximumpremie 2,80%, voor kleine werk-gevers (met een loonsom tot 675.000 euro) is de maximumpremie 2,10%. De minimumpremie voor grote werkgevers is 0,05% en voor kleine werkgevers 0,40%.
Direct Holding koopt Acadium Bastion en FlexGarant
DELA Uitvaartverzekering nu ook via Finsys
Direct Holding, de houdstermaatschappij van Direct Wonen, heeft het intermediairbedrijf Acadium Bastion en verzekeringsbedrijf FlexGarant Assuradeuren overgenomen van Nationale-Nederlanden. Beide overgenomen bedrijven zullen binnen de holding zelfstandig opereren. Partijen wilden geen mededeling doen over het verkoopbedrag. Direct Holding heeft de ambitie om een toppositie te verkrijgen in de markt voor nieuwe woninghypotheken. Met de twee overnames krijgt Direct Holding er 20.000 nieuwe klanten bij.
Het bij Inkooporganisatie en facilitair bedrijf Finsys aangesloten intermediair kan sinds kort via het Finsys extranet bemiddelen in de DELA Uitvaartverzekering. DELA werkt sinds april 2005 samen met het intermediair. Speciaal voor deze doelgroep en haar klanten is de DELA Uitvaartverzekering ontwikkeld, een eenvoudig te adviseren kapitaalverzekering met dienstverlening. Finsys werkt samen met meer dan 45 marktpartijen. Het bedrijf heeft arrangementen op het gebied van hypotheken, levensverzekeringen, beleggingen, schadeverzekeringen en bankproducten. Het met Finsys samenwerkende intermediair heeft inkoopvoordelen op het gebied van taxaties, automatiseringsservice, hypotheekafspraken, hypotheekberekeningsprogramma’s en woonbeveiliging. In totaal maken meer dan 600 tussenpersonen gebruik van deze arrangementen.
Acadium Bastion is een intermediairbedrijf met vestigingen in Rotterdam en Amsterdam, gespecialiseerd in advisering en bemiddeling in hypotheken en verzekeringen. Acadium Bastion is marktleider in ‘gouden handdrukverzekeringen’. Verzekerings- en hypotheekbedrijf FlexGarant staat bekend om zijn innovatieve producten. De FlexGarant Hypotheek was in 2002 het hypotheekproduct van het jaar.
Belastingdienst keert ouderen te veel betaalde zorgpremie uit
Verbond past Inboedelwaardemeter aan Het Verbond van Verzekeraars heeft per 1 september zijn inboedelwaardemeter aangepast. De meter is onder meer aangepast omdat het gebruiksdeel Onroerende Zaakbelasting is afgeschaft. Daardoor was het voor huurders minder eenvoudig om de inboedelwaardemeter in te vullen. Daarnaast is de variabele ‘waardering per punt’ gewijzigd in verband met de prijsinflatie. De nieuwe inboedelwaardemeter geldt tot en met 31 augustus 2007 en is te downloaden op www.verzekeraars.nl.
De Belastingdienst heeft 65-plussers uiterlijk op 1 september de voorschotten uitgekeerd die zij ontvangen over te veel betaalde inkomensafhankelijke zorgpremie in 2006. Het gaat om mensen met zowel AOW als een of meer aanvullende pensioenen. Over elke afzonderlijke uitkering wordt een inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekeringswet ingehouden door de inhoudingsplichtige (werkgever of uitkeringsinstantie). Gevolg daarvan kan zijn dat er meer zorgpremie wordt afgedragen dan verplicht is. De inkomensafhankelijke premie wordt over een inkomen van maximaal 30.015 euro ingehouden. In de loop van 2007 vindt een definitieve berekening en terugbetaling/vordering plaats.
nummer 17 - 14 september 2006
11
VB_1706_P13 12-09-2006 10:52 Pagina 13
nieuws
Voor Beleggen A is een inhaalprogramma
Hoger hypotheekbedrag geeft hogere
voldoende
rentekorting bij WestlandUtrecht
Financiële dienstverleners die actief zijn op de vakgebieden Levensverzekeringen en Hypothecair Krediet ontvangen een voorwaardelijke vergunning. Zij kunnen deze activiteiten voortzetten wanneer zij vóór 1 oktober 2007 aantonen dat zij voldoen aan de deskundigheidsvereisten van de module Beleggen A. Althans zo staat het opgetekend in het Besluit financiële dienstverlening (Bfd). Het besluit liet in het midden op welke wijze de deskundigheid kan worden aangetoond. Uiteraard is dat mogelijk in de vorm van een diploma, maar ook werd de mogelijkheid open gehouden dat dit ook op een andere wijze zou kunnen.
WestlandUtrecht geeft tot en met 15 oktober een nieuwe inhoud aan haar actie ‘Slimme hypotheken’. Tot die datum verleent de maatschappij een rentekorting die met name voor vermogende klanten aantrekkelijk is, want de korting is afhankelijk van de hoogte van het hypotheekbedrag; hoe hoger de geleende som, hoe hoger ook de korting. Op een hypotheekbedrag van 200.000 tot 300.000 euro bedraagt de korting 0,2%; van 300.000 tot 400.000 is de korting 0,3% en daarboven 0,4%. De actie geldt voor alle WestlandUtrecht hypotheken en leningdelen met een rentevaste periode van minimaal tien jaar en alleen voor de eerste rentevaste periode. De kernrelaties van de hypotheekbank hebben over deze actie een mailing ontvangen met daarin ook een knikkerpotje en knikkers. Deze attributen verwijzen naar de advertentiecampagne van WestlandUtrecht die deze maand in de vakbladen van start is gegaan: twee meisjes beginnen met hetzelfde aantal knikkers. Uiteindelijk houdt het ene meisje net wat meer knikkers over dan het andere meisje. Net als met de ‘aardbeiplantactie’ wil WestlandUtrecht hiermee aangeven dat sommige mensen slimmer met geld omgaan dan andere.
De zaak werd er niet eenvoudiger op, toen het ministerie van Financiën bekend maakte dat de voorwaardelijkheid voor Hypothecair Krediet niet meer kon gelden. Dat zou in strijd zijn met een Europese Richtlijn (MiFID). Wel echter bleef de algemene Wfd-eis bestaan, dat een dienstverlener die een hypothecair product met beleggingselement adviseert, aantoonbaar over de nodige vakkennis moet beschikken. Met andere woorden: hem kan niet meer de verplichting opgelegd worden om in een of andere vorm het niveau van beleggen A te bereiken. Maar evenmin is aangegeven op welke wijze hij dan wel zijn deskundigheid kan aantonen. Het is daarom het verstandigst om eventuele moeizame discussies met de toezichthouder uit de weg te gaan en te opteren voor het volgen van een Beleggen A-programma.
Inhaalprogramma Het College Deskundigheid Financiële Dienstverlening (CDFD) heeft nu aangegeven dat voor Beleggen A het volgen van een ‘inhaalprogramma’ voldoende is. Opleiders en andere marktpartijen kunnen zo’n inhaalprogramma ter erkenning voorleggen aan het CDFD, dat eind september een set van eisen zal vaststellen, waaraan zo’n programma moet voldoen. Het inhaalprogramma kan in de vorm van een cursus met een afsluitende toets worden aangeboden, maar ook andere deskundigheidsbevorderende activiteiten kunnen voor erkenning in aanmerking komen. Het CDFD zal de minister adviseren dat de PE-programma’s 2005/2006 en 2006/2007 van de Stichting Erkenning Hypotheekadviseurs (SEH) voldoen aan de toetstermen Beleggen-A. De minister zal vervolgens definitief beslissen of de financiële dienstverleners die deze programma’s hebben gevolgd, het PE-inhaalprogramma niet hoeven te volgen. Na 1 oktober 2007 valt het onderdeel PE Beleggen A in de reguliere PE-verplichting en dient men weer te voldoen aan de diploma eis voor het behalen van de volledige module beleggen A. De bijzondere regeling komt dan te vervallen. Dat houdt in dat de minister van Financiën op enig moment nieuwe PE-toetstermen zal vaststellen.
Zesde performanceonderzoek DAK, NBVA en NVA De verzekeraars hebben de datum in hun agenda met rode pen gemarkeerd: 8 november. Zonder uitzondering spoeden zij zich dan naar Kasteel De Vanenburg in Putten om de uitkomsten van het zesde performanceonderzoek van DAK, NBVA en NVA te vernemen. De afgelopen vijf jaar is dit onderzoek een effectief instrument gebleken om verzekeraars te bewegen meer aan prestatieverbetering te gaan doen. Dat de impact van het performanceonderzoek groot is, bleek de organisatoren uit een enquête, die zij voorafgaand aan het onderzoek onder verzekeraars hebben gehouden. Alle respondenten gaven aan dat zij het afgelopen jaar actief bezig zijn geweest de prestaties op een hoger peil te brengen. Zij hebben over het algemeen dan ook positieve verwachtingen over de uitkomsten.
BRAND?
contra-expertise! www.coolen-expertise.nl nummer 17 - 14 september 2006
13
VB_1706_P14 12-09-2006 12:43 Pagina 14
nieuws
Allianz Inkomensverzekeringen start met blik in de toekomst
‘In 2012 geen behoefte meer aan UWV’ Met een zeer geslaagd congres is op 5 september is Allianz Inkomensverzekeringen van start gegaan. De nieuwe verzekeraar speelt in op de structurele hervormingen in de sociale zekerheid op het gebied van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid, “waar eens”, zoals directeur Govert Trouwborst het formuleerde, “de overheid een verzorgende rol vervulde”. Tijdens het congres stond de vraag centraal welke inkomenszekerheden er nog in 2012 zullen zijn. Algemene teneur van de uitgenodigde topsprekers: die zekerheid zal alleen maar minder worden, of om in pensioentermen te spreken: de overheid zal zich steeds meer beperken tot de eerste pijler, de basisvoorziening. Alles daarboven zal moeten worden ingevuld door de markt.
Bona fide lefgozers Het is angst die bij de politiek overheerst, luidde de analyse van Stevens. De overheid wil op allerlei gebieden wel terugtreden, maar zadelt intussen de markt op met een grote hoeveelheid regelgeving. “We hebben in dit land behoefte aan bona fide lefgozers, bedrijven die op een creatieve manier de gaten die de overheid bewust laat vallen, willen opvullen. Maar iedereen die wat probeert ziet zich binnen de kortste keren omringd door een cordon van toezichthouders die gaan kijken wat níet kan. En iedere afdeling begint op zijn eigen wijze met een eigen onderzoek. Dat is toch verschrikkelijk.” Laten we beginnen met de overheid zelf eens onder het regime van de Wfd te plaatsen, is de suggestie van Stevens. “En laten we dan in dat kader eens doorlichten hoe bijvoorbeeld met de levensloopregeling is omgegaan. Nou, dat krijgt niet het Wfd-goedkeuringsstempel. De politici die de levensloop als hun kindje koesterden, hebben de marktpartijen als het ware gedwongen om in die regeling te stappen. Ze moesten grote investeringen doen om tijdig op de nieuwe regeling in te spelen. En toen alles klaar was en de kosten gemaakt waren, was de reactie uit Den Haag: ‘we stellen het nog maar een halfjaartje uit’.”
Alles wat niet kan vluchten is de klos
Voorspellen blijft een lastige zaak, zeker waar het de toekomst betreft. Toch vond Allianz het nodig om de focus te richten op 2012 en niet op de kortere termijn. “Politici hebben dikwijls de neiging om op de korte termijn te willen scoren. De ontwikkeling van de sociale zekerheid is er één op langere termijn. Daarom vond ik het zinvol om eens met zijn allen over de waan van bijvoorbeeld twee kabinetten heen te kijken”, stelde Govert Trouwborst terecht in zijn openingswoord. Hij kreeg daarin bijval van prof dr Leo Stevens. “We hebben recht op kabinetten die op langere termijn beleid willen maken”, al voegde hij daar meteen aan toe dat hij “niet zo naïef” is om te veronderstellen dat dit ook daadwerkelijk gaat gebeuren. “Kabinetten en lange termijn visie is een contradictio in terminis. Maar het zou wel moeten als het gaat om onderwerpen die een lange adem nodig hebben, zoals sociale zekerheid en pensioen. Nu worden we geconfronteerd met de ene wijziging na de andere en dat vind ik ronduit een kwalijke ontwikkeling. Als het ergens aan ontbreekt, dan is het wel aan een consistent overheidsbeleid met betrekking tot inkomensgerelateerde voorzieningen.” De overheid zou zich van zijn beperkingen bewust moeten zijn in plaats van door te gaan met het opstellen van betuttelende regeltjes.”
14
Vooruitkijkend naar 2012 ziet Leo Stevens twee hoofdproblemen: de globalisering en de vergrijzing. “Er wordt wereldwijd handel gedreven en belegd. De Europese Unie heeft aan het over de grenzen kijken een enorme stoot vooruit gegeven. En het moet worden gezegd, daar wordt de efficiency mee gediend. We zien dat de kostenverschillen tussen de verschillende landen langzaam maar zeker worden weggewerkt. Op dat terrein kan je je straks niet meer onderscheiden. En dat betekent, dat het belastingsysteem bepalend wordt voor de concurrentiepositie van het land. De van bovenaf opgelegde fiscaliteit wordt zeer belangwekkend voor de vraag waar een onderneming zijn hoofdkantoor vestigt.” In dat verband wees Stevens erop dat de EU is uitgebreid met tien landen, waar de vennootschapsbelasting aanzienlijk lager is dan in Nederland. “De vraag is dan ook wat er gaat gebeuren. Zien we straks een ordinaire supermarktoorlog rond het VpBtarief ontstaan, of gaan we dat netjes reguleren? Nu overheerst de concurrentie en worden er straatgevechten gevoerd, waaraan ook wij meedoen. Gevolg: vanuit de VpB komt minder geld binnen, dus moeten andere belastingen omhoog of – net zo erg – moet de regering weer gaan bezuinigen. Alles wat daarvoor niet kan vluchten is de klos en dus ook de factor arbeid. Ik voorzien dan ook dat de arbeidskosten zullen stijgen. Datzelfde effect zal de vergrijzing teweeg brengen. Een eerlijker verdeling tussen generaties leidt ontegenzeggelijk tot een verhoging van de belasting op de factor arbeid. Kijk maar eens naar de laagste belastingschijf”, benadrukte Stevens. “Sinds de invoering van IB 2001 is de belasting in die schijf met 1% per jaar gestegen. Aan dat feit wordt veel te weinig aandacht besteed. Het komt er dus op neer dat de politiek de oplossing voor de problemen zoekt in het lagere deel van het loongebouw.”
Sociale schijnzekerheid Dr Steven van Eijck kreeg de term ‘sociale zekerheid’ niet over zijn lippen. “Al jaren lang is sprake is van sociale schijnzekerheid”, was
VB_1706_P15 12-09-2006 12:43 Pagina 15
nieuws
zijn stelling die hij onderbouwde met de overheidsmaatregelen vanaf 1996, het jaar waarin de ziektewetuitkering werd vervangen door de loondoorbetalingsplicht van de werkgever. Van Eijck liet zien in wat voor snel tempo het kabinet met name de afgelopen drie jaar het sociale zekerheidsgebouw aan het afbreken is: afschaffing vervolguitkering WW – verlenging loondoorbetaling naar 2 jaar – afschaffing Waz – invoering private zorgverzekering – omzetting van WAO in Wia – afschaffing kortdurende WW-uitkering – beperkingsduur WW – mogelijkheid eigenrisicodragen in WGA. “Eenzelfde rijtje kunnen we maken waar het de fiscale schijn zekerheid betreft”, herinnerde Van Eijck de zaal aan de maatregelen rond de eigen woning.” Kijkend naar 2012 wordt die trend niet gekeerd, maar eerder versterkt, constateerde Van Eijck, die de toehoorders snel van zijn gelijk wist te overtuigen door met hen een blik in de verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen te werpen. “De grote partijen halen alles overhoop tussen nu en 2012, of het nu gaat om de bijstand, de WGA, de uitkeringsduur WW, de financiering van de AOW, of de hypotheekrenteaftrek, alles komt aan de beurt. Datzelfde blijkt uit de aanbevelingen van de SER”, ging Van Eijck verder. “Inkomensafhankelijke toeslagen moeten verder worden afgebouwd en er zal steeds meer verantwoordelijkheid naar de sociale partners toegeschoven worden waar het de uitvoering van de sociale zekerheid betreft.” Het bestaan van sociale zekerheid berust op een sprookje, betoogde hij. “Het sprookje van de nieuwe kleuren van de kiezer, dat begint met ‘Er was eens een betrouwbare overheid…’. De recente regeringen hebben alleen maar maatregelen genomen die de kloof tussen kiezer en gekozene hebben vergroot. Van Eijck wees in dit verband op de “onberekenbare inkomensplaatjesretoriek, de ongeloofwaardige aanpak van de administratieve lastendruk (Wfd) en de onoverzichtelijke verhouding tussen overheid en burger die de relatie vertroebelt.”
Overheid vertrouwt haar burgers niet “Het is een misverstand om te denken dat politici niet ver vooruitkijken”, leek SER-Kroonlid Robin Linschoten wat gas terug te nemen. Maar dat bleek schijn, want vervolgens was hij het met de vorige
Dagvoorzitter Viktor Deconinek
Dr. Steven van Eijck (links) en prof. dr. Leo Stevens stalen de show op het Allianz-congres
sprekers eens dat zij daar niet naar handelen. “Politici kijken zelfs wel 40 jaar vooruit, maar ze doen er erg weinig mee. Domweg omdat ze uit zijn applaus en niet op boegeroep. Scoren op de korte termijn, daar is hun strategie op gericht. Vanmiddag wordt de nadruk gelegd op het feit dat de burgers hun overheid niet vertrouwen, maar ik vind de constatering dat de overheid kennelijk haar burgers niet vertrouwt minstens zo belangrijk. Dat dit het geval is, blijkt uit de enorme aantallen toezichtsregels. We zijn al zo ver dat we 50 miljoen euro uitgeven om 25 miljoen aan fraude terug te halen. Alle regels die de overheid inmiddels bedacht heeft, kosten jaarlijks 80 à 90 miljard aan administratieve lasten”, waaruit hij de conclusie trok dat een goed landsbestuur een vorm van politiek leiderschap vergt, die kennelijk op dit moment ontbreekt. “Als je wil weten waar we in 2012 staan, moeten we de geschiedenis nagaan. Die leert dat de trits wijzigingen zich in steeds sneller tempo opvolgen. Linschoten heeft daar wel een verklaring voor: “In de opbouwfase van de werknemersverzekeringen is een essentiële fout gemaakt, waar we nu nog steeds last van hebben. Die fout is, dat men alleen op de polisvoorwaarden gelet heeft, maar dat de schadelastbeheersing geen enkele rol heeft gespeeld. Er is een systeem gemaakt met lage toetredingsdrempels en zonder fraudelastbeheersing. Zo kon het gebeuren dat op het laagtepunt honderd mensen werkten terwijl negentig mensen afhankelijk waren van een uitkering.” Een definitieve reparatie van die fout is echter niet eenvoudig en gaat in kleine stapjes. “Dat is een politieke realiteit, want dat vergt zeer impopulaire maatregelen.” Het plakken van pleisters – snijden in duur en hoogte; het invoeren van wachtdagen – hielp om het in de woorden van Linschoten te zeggen “geen sikkepit. Iedere overheidsmaatregel werd in de CAO’s weer ongedaan gemaakt. Nu krijgt de overheid het verwijt dat alleen de werkgever wordt getroffen en dat de werknemers worden gespaard. In dat verband wil ik graag in herinnering roepen dat de eerste ingrepen ten kosten gingen van de werknemers. Mar het waren de ondernemers die de gaten in de CAO’s dichtten en de verzekeraars die de matregelen wegverzekerden. Verzuimverzekeraars kochten de risico’s af en de verplichte arbo-
nummer 17 - 14 september 2006
15
VB_1706_P16 12-09-2006 12:43 Pagina 16
nieuws
diensten konden slechts minimale contractjes afsluiten. Natuurlijk moest dat fout gaan en konden verzekeraars niet anders dan hun premies met 30% verhogen. Werkgevers werden geconfronteerd met de verzuimkosten en gingen langzaam maar zeker investeren in personeels- en verzuimbeleid. Winst bij dit alles was, dat iedereen zich bewust werd van het causale verband tussen premie en schade. Het is die lijn die in de toekomst doorgezet zal worden.”
Wia onuitvoerbaar “Het zal niet erg lang duren”, luidt de voorspelling van Robin Linschoten, “de conclusie getrokken wordt dat de Wia onuitvoerbaar is en geen enkele oplossing biedt. De roep om een meer heldere wet zal steeds sterker worden; een wet die verder bouwt op het privatiseringsprincipe. In de SER wordt nagedacht over een aantal modellen” kon hij uit eigen ervaring melden. “Het model dat verreweg de meeste kans van slagen biedt komt erop neer dat de verplichte loondoorbetaling verder wordt opgerekt naar vijf jaar. Daarna volgt de sociale zekerheid. Ik ben ervan overtuigd dat dit de realiteit gaat worden.” Een interessante gedachte, want na die vijf jaar komt er een uitkering die los staat van enige claimbeoordeling. “Dat betekent dat er dan geen behoefte meer is aan een instantie als de UWV”, benadrukte Linschoten. “Nu al int de Belastingdienst de premies en de uitkering kan verricht worden door de Sociale Verzekeringsbank. Het betekent wel dat het bedrijfsleven zich nu al moet gaan wapenen en dus moet gaan werken aan schadelastbeheersing. Dat gebeurt nu nog onvoldoende, zeker bij de kleinere bedrijven. Die zullen absoluut een grotere behoefte krijgen aan een adequate verzekeringsoplossing .Vergeet niet”, eindigde hij zijn vooruitblik, “dat altijd al het verzuim in het MKB een stuk lager lag dan bij de grote ondernemingen. Dat betekent dat het MKB jarenlang de Unilevers en Philipsen heeft gesubsidieerd. Aan die situatie komt dankzij de privatisering een einde.”
Verzuim
Op de dag dat Allianz Inkomensverzekeringen haar openingscongres hield, presenteerde de nieuwe verzekeraar haar productassortiment. De maatschappij brengt drie productlijnen op de markt: verzekeringen voor arbeidsongeschiktheid, verzuim en Wia-aanvullingen. Opvallend zijn de bonus malusregeling bij verzuim en een gezondheidskorting bij AOV.
Allianz biedt zowel de conventionele als de stop lossvariant. De Allianz Verzuimverzekering kent een premie die onder meer bepaald wordt door het verzuim over de afgelopen drie jaar binnen de onderneming. Bij laag verzuim heeft de ondernemer aanspraak op een bonus. Die loopt op van 5% bij één jaar niet geclaimd hebben tot 20%. Pas wanneer de aanspraak op de verzekering hoger is dan 70% van de jaarpremie, daalt de verzekerde op de bonus- malusladder. Korting op de premie wordt verkregen wanneer de verzekerde gebruik maakt van de diensten van ArboSlim. De werkgeverslasten kunnen meeverzekerd worden tot maximaal 25% van het loon. De onderneming kan kiezen voor een dekkingspercentage van het verzekerd loon dat ligt tussen 70 en 100%; alleen voor het eerste of ook voor het tweede loondoorbetalingsjaar. Als wachttijd kan gekozen worden voor 10, 20, 30, 65 of 130 werkdagen. Verder biedt de verzekering de mogelijkheid de totale loonsom te dekken of alleen het premieloon van maximaal ca. 40.000 euro. De Plusvariant dekt daarnaast ook extra indirecte kosten, zoals het tijdelijk moeten inhuren van een vervanger. Een budgetvriendelijke variant is de Ongevallen Verzuimverzekering, die de kosten van verzuim alleen dekt, wanneer dit het gevolg is van een ongeval. Bij het stop loss product vraagt Allianz een minimum eigen risico van het gewogen gemiddelde van de verzuimkosten over de afgelopen drie jaar.
AOV
Wia
De Allianz AOV is de meest complete arbeidsongeschiktheidsverzekering uit het assortiment voor ondernemers tot 55 jaar. Het aantal keuzemogelijkheden is groot. Zo kan geopteerd worden voor dekking van het eerstejaars- en na eerstejaarsricio of alleen voor de laatste variant. Dekking maximale jaarrente eerste jaar: 100% en vervolgens 80%. Naar keuze is de uitkering vanaf 25, 45, 55, of 80% arbeidsongeschikt en de indexering kan plaatsvinden op basis van gelijkblijvend, 3% klimuitkering of 3% klimuitkering met jaarrente. Als eigen risicotermijn kan de verzekerde kiezen voor 14, 30, 60, 90 of 180 dagen. Iedere ondernemer, dus niet alleen de startende, heeft de eerste drie jaar recht op een aflopende aanvangskorting van resp. 20, 15 en 10%.
Allianz biedt vier Wia-aanvullingsdekkingen: – De WGA-Aanvulling beschermt tegen het WGA-gat met een uitkering waarvan de hoogte afhankelijk is van de mate waarin de restverdiencapaciteit wordt benut. – De WGA-Aanvulling Plus dekt het WGA-gat met een aanvulling tot een vast percentage van het oude loon. – De Wia-Excedentverzekering geeft een extra aanvulling van het inkomen bovenop de genoemde dekkingen of bovenop de overheidsuitkering. – De Wia-Compact vertsrekt een uitkering wanneer een medewerker minder dan 35% arbeidsongeschikt is.
Jan Aikens
Productassortiment
16
De AOV van Allianz kent een bonus malusregeling. Indien de verzekerde geen aanspraak op een uitkering maakt dan ontvangt hij een korting die kan oplopen tot 22%. Daarboven kan een verzekerde vanaf het vierde verzekeringsjaar in aanmerking komen voor een gezondheidskorting. Darvoor dient hij zich eens in de drie jaar op kosten van Allianz geneeskundig te laten onderzoeken. De korting wordt verleend wanneer de uitkomsten van dit onderzoek positief zijn. Jaarlijks kan de verzekerde som zonder nadere medische waarborgen verhoogd worden met maximaal 10%. De dekking kan desgewenst uitgebreid worden met een extra uitkering bij ongevallen; een eenmalige uitkering in geval van ‘critical illness’ en een uitkering bij arbeidsongeschiktheid van de meewerkende partner. Naast deze complete AOV kent Allianz nog een aantal andere varianten, waaronder de Interval AOV. Bij deze dekking kan de verzekerde kiezen voor een hogere uitkering gedurende een bepaalde levensfase, bijvoorbeeld tussen zijn 40e en 50e levensjaar, waarin hij behoefte heeft aan extra financiële ruimte. In dit segment heeft Allianz ook twee budgettairvriendelijke varianten: een dekking die alleen tot uitkering komt wanneer de arbeidsongeschiktheid veroorzaakt wordt door een ongeval en een dekking met een maximale uitkeringsduur van 5 jaar.
VB_1706_P19 12-09-2006 10:56 Pagina 19
intermediair
Meerwaarde moet NBVA-lid veiligstellen “U heeft een uitstekende positie” was de centrale boodschap tijdens het NBVA-congres dat vorige week donderdag in het Apeldoorns Orpheus congrescentrum werd gehouden. “In plaats van doemdenken, dat doen er al genoeg, gaan we eens uit van het positieve van de eigen kracht.” En die eigen kracht is klantkennis en meerwaarde, dat moet de toekomst veiligstellen.
De boodschap kwam niet bepaald als een verrassing aangezien voorzitter Rob Groenemeijer als tijdens de ledenvergadering in mei had aangekondigd dat dit de missie van de NBVA zou zijn. Hij zei toen: “De markt is in transformatie, maar biedt behalve doemscenario’s ook ruimte voor innovatiescenario’s. De toekomst voor uw onderneming kan dus ook volgend jaar en alle jaren daarna nog zeer rooskleurig blijken. Maar u moet dan wel in beweging blijven, zowel vandaag als ook morgen.” De NBVA wil dat proces nu stevig ondersteunen en nam al eerder daartoe de stap tot samenwerking met MP4U. Maar ook de positionering van de NBVA zelf gaat centraal staan binnen deze strategie. Groenemeijer daarover: “NBVA staat voor een belangrijke speler in de markt, zowel voor consumenten als voor stakeholders. Die feitelijke positie wordt soms te weinig onderkend, en dat gaan we veranderen.” De NBVA wil de consument meer op het pad van de NBVA-adviseur brengen. Een grote marketingcampagne moet uitkomst bieden.
Intermediair aan top De uitkomsten van het onderzoek van Trendbox werden door directeur Goos Eilander bekendgemaakt. Het onderzoek dat hij deed in opdracht van de NBVA bevestigt de visie van de NBVA: Het intermediair heeft de beste uitgangspositie. De consument hecht de meeste waarde aan deskundig advies (88%), onafhankelijk advies (81%) en begrijpelijkheid (71%) en het intermediair biedt dat volgens het onderzoek. Dus over de uitgangspositie van het intermediair niets dan goeds. Om die riante positie verder te benutten start de NBVA een grote campagne ter ondersteuning van de NBVA als partij waarmee de consument goed zaken kan doen. Hoge posities in zoekmachines als Google moeten daarbij helpen.
Niet te riant De stap die de NBVA zet in de ondersteuning van haar leden is een goede stap en het is de hoop dat veel leden ingaan op de ondersteuning en er ook mee aan de slag gaan. Daarmee zijn ze – en andere intermediairs - er nog lang niet. Want hoewel de uitkomsten van het onderzoek van Trendbox hoopgevend zijn, plaatsen wij toch enige kanttekeningen, op het gevaar af dat we (weer) als doemdenkers worden bestempeld. De uitkomsten van het onderzoek van Trendbox komen in grote mate overeen met onze jaarlijkse VB-VerzekeringsBarometer, die in samenwerking samen met GfK Panelservice al weer haar vijfde jaar ingaat. Ook de trends uit de VerzekeringsBarometer tonen aan dat er een grote waardering voor het intermediair is, maar dat er tevens een neergaande lijn zit in deze waardering. En dat terwijl de bank met een stevige inhaalslag bezig is. Uit GfK’s TOF-tracker blijkt bovendien dat de productieaandelen, zeker in schade, zwaar onder druk staan (zie Het VB 2006, no. 8, pagina 28). Het productieaandeel in 2005 bedroeg nog 33,8% in schade, 45,8% in leven en 58,3% in hypotheken. Let wel, dit is inclusief de hypotheekketens. Het aandeel in de nieuwe hypotheekproductie van alleen het intermediair (dus geen ketens) in aantal gesloten hypotheken is inmiddels gedaald van 52% in 2004 tot 43% in 2005. In de eerste helft van dit jaar is dit percentage nog verder gedaald. In volgende nummer van Het VB besteden wij hier uitgebreid aandacht aan. Heroverweging van de toegevoegde waarde van het intermediair is belangrijk, dat was ook de conclusie die begin april werd getrokken door een groot aantal marketeers van verzekeraars en banken, tijdens de jaarlijkse VB-VerzekeringsBarometer studiedag. Peter Mulder van Intomart/GfK gaf toen aan dat de loyaliteit van de klant vaak niet meer is dan een “Uitgewoond huwelijk, in plaats van een gepassioneerde relatie.” Onderzoek van zijn instituut maakt duidelijk dat de loyaliteit snel afbrokkelt als de intermediair niet exact weet wat zijn klant bezighoudt. Ook veelvuldig en zinvol contact is belangrijk, als je de relatie in stand wil houden. Die conclusie komt overeen met de stelling van Berry Veldhoen van Altuïtion. Hij stelde tijdens het congres dat je als intermediair moet excelleren in echte dienstverlening aan je klant om er profijt van te kunnen hebben. Een 7 als waardering voor dienstverlening is daarbij verre van genoeg; “Minimaal een 8,5 moet het uitgangpunt zijn, pas dan komt de klant met plezier bij u terug.” Werk aan de winkel dus en geen tijd om riant achterover te leunen.
Rienk Andriessen
Maar ook als ondersteunende branchevereniging start de NBVA het nodige voor de onderneming van haar leden. Recent zijn al alle e-studies aan Kluwer overgedaan. Ook zijn er triple@-teams die samen met meetingpoint de internetkansen per ondernemer in kaart brengen. Samen met het Telematica Instituut en Dullemond Bedrijfsadvies is een ondernemersplan ontwikkeld en ook wordt weer gewerkt aan een nieuwe zorgcampagne. Kortom, de centrale regie uit Tiel wint aan kracht. nummer 17 - 14 september 2006
19
VB_1706_P21 12-09-2006 11:01 Pagina 21
Wfd
Lijst gelijkstellingen Wfd-diploma’s aangevuld In Bijlage 11 van het Besluit financiële dienstverlening is de zogenaamde transponeringstabel gepubliceerd. Daarin worden de diploma’s opgesomd die ook voldoen aan de deskundigheidsvereisten van één of meer Wfd-diploma’s. Vanaf het begin was duidelijk dat die lijst niet compleet was. De houder van een niet in de tabel opgenomen diploma kan de minister van Financiën, via de AFM, verzoeken dit ook voor vrijstelling in aanmerking te laten komen. Het College Deskundigheidseisen Financiële Dienstverlening heeft nu een aanvullende lijst samengesteld. De daarin opgenomen diploma’s geven alle vrijstelling voor de basismodule en verder voor de achter het diploma genoemde vaktechnische module(s).
Effecten Effectenbedrijf Effecten Particulieren
Beleggen A Beleggen A Beleggen A
NIBE-SVV & SEA/SEFD: Woningfinanciering 2 + Assurantie B Woningfinanciering 2 + Erkend Assurantieagent B Woningfinanciering 2 + Assurantie A Woningfinanciering 2 + Assurantiebemiddeling A Woningfinanciering 2 + Assurantiebezorger A
Hypothecair krediet Hypothecair krediet Hypothecair krediet Hypothecair krediet Hypothecair krediet
Akkermans & Partners Cognitief: MA in Pensions and Life Assurance
Levensverzekeringen
Avans Hogeschool – Instituut Scire: Persoonlijk Financieel Planner
Consumptief krediet, Hypothecair krediet, Beleggen A, Levensverzekeringen
DSI: DSI Financieel Adviseur
Beleggen A
ECABO: Commercieel medewerker Levensverzekeringen
Consumptief krediet, bank- en verzekeringswezen Schadeverzekeringen, Levensverzekeringen
Elsevier Baard: Allround Financieel Adviseur Financial Business Planner
Beleggen A Basis
Erasmus Universiteit Rotterdam – IFP: Master of Financial Planning
Consumptief krediet, Hypothecair krediet, Beleggen A, Levensverzekeringen
Fontys Hogescholen (i.s.m. Dukers & Baelemans): Leergang Hypothecaire Planning
Consumptief krediet, Hypothecair krediet, Beleggen A, Levensverzekeringen
SEA/SEFD: Hypotheekadviseur + Erkend Assurantieagent B Hypotheekadviseur + Assurantie B Hypotheekadviseur + Assurantie A Hypotheekadviseur + Assurantiebemiddeling A Hypotheekadviseur + Assurantiebezorger A Assurantie A Schadeverzekeringen Assurantiebezorger A Schadeverzekeringen Assurantie B Schadeverzekeringen Assurantie A + Gevolmachtigd Agent Levensverzekeringen en Gevolmachtigd Agent Assurantiebezorger A + Gevolmachtigd Agent Levensverzekeringen + Gevolmachtigd Agent
Hypothecair krediet Hypothecair krediet Hypothecair krediet Hypothecair krediet Hypothecair krediet Levensverzekeringen, Levensverzekeringen, Levensverzekeringen, Gevolmachtigd Agent Schadeverzekeringen Gevolmachtigd Agent Schadeverzekeringen
SER: A Verklaring Levensverzekeringen, Schadeverzekeringen B Verklaring Levensverzekeringen, Schadeverzekeringen Verklaring van vakbekwaamheid voor het Gevolmachtigdenbedrijf Gevolmachtigd Agent Levensverzekeringen, Gevolmachtigd Agent Schadeverzekeringen
Universiteit van Amsterdam – Amsterdam Business School: Hogeschool Brabant Bedrijfsopleidingen: Leergang Persoonlijke Financiële Planning
Master of Financial Planning
Consumptief krediet, Hypothecair krediet; Beleggen A, Levensverzekeringen
Consumptief krediet, Hypothecair krediet, Beleggen A, Levensverzekeringen
Universiteit van Tilburg – TIAS Business School: NIBE/NIBE-SVV: Consumptieve Kredietverlening Beleggen voor de Financieel Adviseur Beleggingsadvisering
Master of Financial Planning Consumptief krediet Beleggen A Beleggen A nummer 17 - 14 september 2006
Consumptief krediet, Hypothecair krediet, Beleggen A, Levensverzekeringen 21
VB_1706_P22 12-09-2006 11:09 Pagina 22
interview
“All-inMaetis betekent eerst riskmanagement en dan een polis. Door deze volgorde maak je al werk van verzuim voordat het verzuim is en kan het intermediair zich richting het MKB veel beter profileren als dé risicoadviseur.” Verzuimverzekeraars leggen de nadruk op het verzekeringsproduct en voegen daarna een stukje Arbo-dienstverlening toe.
M a e t i s ke e r t ve r z u i m ke t e n Het bedrijf Maetis arbo is in 2000 ontstaan uit een fusie tussen Avios arbo en De Twaalf Provinciën. Het bedrijf schrapte in 2005 de toevoeging ‘arbo’ om duidelijk te maken dat zij meer doet dan Arbo-dienstverlening alleen. Onder het motto ‘Producten zijn een hulpmiddel voor klantoplossingen. De klantvraag staat voorop’ heeft Maetis de laatste twee jaar een forse reorganisatie en een herschikking van diensten doorgevoerd. Een week geleden presenteerde het bedrijf haar nieuwste concept, dat werkt vanuit de gedachte dat de gezondheid van een bedrijf afhangt van het gevoel dat werknemers daar bij hebben. Het zogenaamde AllinMaetis concept is ontwikkeld in samenwerking met Turien & Co. Assuradeuren en ondersteunt werkgevers uit het midden- en kleinbedrijf bij de aanpak van verzuim door de onderdelen preventie, verzuimbeheersing, re-integratie en verzekeringen te combineren tot één pakket. Het intermediair verkoopt de ondernemer een Arbo-dienstenpakket, met daaronder een financieel vangnet in de vorm van een (conventionele) verzuimverzekering. Het product wordt niet geactiveerd bij de feitelijke ziekmelding van een werknemer maar richt zich via de diverse beschikbare tools direct na het afsluiten op het in stand houden van het welzijn van de werkgever en zijn werknemers. Een gesprek daarover met John van Hoof, algemeen directeur Maetis en Ton Theloosen, directeur verkoop indirecte kanalen. Peter van Geijtenbeek, algemeen directeur van Turien & Co., was via de telefoon bij het gesprek aanwezig.
Gecombineerde dienstverlening
door Alex Klein foto’s: Ton Oosterhout
22
Met de introductie van deze gecombineerde dienstverlening willen Maetis en Turien hun intermediaire relaties extra mogelijkheden bieden om zakelijke klanten te adviseren over de aanpak van verzuim. Cordares en Bovemij, van huis uit geen verzuimverzekeraars, treden op als risicodrager. Beide maatschappijen geloven zozeer in het concept dat zij Maetis het mandaat hebben gegeven om via hun eigen werkwijze zaken op te lossen zonder dat voor de benodigde middelen financiële toestemming van de verzekeraars nodig is. Van Geijtenbeek: “Het is bewezen dat investeringen in ver-
Drs John van Hoof RA behaalde zijn doctoraal bedrijfseconomie en postdoctoraal accounting aan de Universiteit van Tilburg. Zijn loopbaan begon met een aanstelling als accountant bij Peat Marwick (later KPMG). In 1989 stapte hij over naar Campina waar hij diverse financiële functies vervulde. In 1997 werd hij financieel directeur van Abilis Nederland. In 1999 is Abilis overgenomen door de Deense multinational ISS en werd hij benoemd tot CFO van ISS Nederland. Van Hoof begon zijn carrière bij Maetis in 2002 in de functie van financieel directeur. Toen algemeen directeur Joep Nuissl op 1 november 2003, wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, zijn functie neerlegde volgde Van Hoof hem op. De geboren en getogen Brabander wordt thuis omringd door vrouwen; zijn echtgenote en drie dochters. Zijn spaarzame vrije tijd brengt Van Hoof grotendeels door met het gezin. Daarnaast is hij voorzitter van Hockeyclub Waalwijk, waar hij ook als speler regelmatig op het veld te vinden is. Van Hoof is een fervent hardloper. Samen met een aantal Maetis-collega’s heeft hij al menig parcours uitgelopen. Op 17 september staat hij klaar aan de start van de 22ste editie van de Dam tot Damloop. zuimbeperkende middelen zichzelf in vijfvoud terugverdienen. Daar moeten we ook het MKB bewust van maken. Daarom zien wij als Turien in dit nieuwe product grote kansen voor onze intermediaire relaties. De adviseur kan als geen ander de juiste kant van het product belichten: de dienstverlenende activiteiten. Daarbij kan hij ook het financieel vangnet meenemen.” Van Hoof valt hem daarin bij: “Eerst riskmanagement en dan de polis. Tot op heden ligt de nadruk vooral op het verzekeringsproduct, en hieraan wordt vaak verzuimbegeleiding toegevoegd. Door dit principe om te draaien maak je al werk van verzuim voordat het verzuim is.” Hij wijst erop dat
VB_1706_P23 12-09-2006 11:10 Pagina 23
interview
de keten uitgebreid worden met verschillende keuzemodules als extra Arbo-dienstverlening, en verzekeringsoplossingen voor WIA, WGA-Hiaat, rechtsbijstand en een zorgcollectiviteit.
Maetis
n om verzuim gedrag is, en dat je gedrag kunt beïnvloeden. 70% van het verzuim in Nederland heeft geen medische grondslag. Alleen al om die reden is het belangrijk kenmerken die tot verzuim zouden kunnen leiden, te herkennen en in de kiem te smoren. Omdat verzuim nooit voor 100% valt te voorkomen kan het bedrijf terugvallen op een financieel vangnet in de vorm van een verzekering. “Dat is bij AllinMaetis niet het uitgangspunt, maar juist het sluitstuk.”
Transparantie Binnen de MKB-doelgroep worden volgens Theloosen problemen op de werkvloer in veel gevallen wel gesignaleerd maar op zijn beloop gelaten. “De ondernemer krijgt een gevoel van machteloosheid en hoopt dat het vanzelf weer overgaat. En ondanks de preventieve mogelijkheden die er zijn worden deze niet altijd op tijd ingezet. Om daar een slag te slaan is het van belang dat de ondernemer geholpen wordt om signalen op te vangen die kunnen leiden tot verzuim.” Zo biedt Maetis de ondernemer tools als het op preventie afgestemde arbeidsomstandighedenspreekuur waar werknemers anoniem terechtkunnen met gezondheidsklachten die een mogelijke relatie met het werk hebben. Voor mensen die de stap naar deze dienst te groot vinden is er de Telefonische Counceling waar werknemers zeven dagen per week en 24 uur per dag terechtkunnen voor zowel zakelijke als privé-gerelateerde onderwerpen. Ook hier is de anonimiteit gewaarborgd. “We willen onze dienstverlening via het intermediair zo dicht mogelijk op de werkvloer van de ondernemer krijgen. Alleen zo kun je kenmerken van een sluipend verzuim herkennen en een dreigend verzuim oplossen,” aldus Theloosen. Van Geijtenbeek merkt op dat transparantie binnen de hele keten van preventie, verzuimbeheersing, re-integratie en verzekeringen één van de belangrijkste zaken is waarnaar de MKB’er op zoek is. “In de kern bestaat het All-inMaetis concept uit verschillende dienstverlenende onderdelen en merken. Wij willen het MKB duidelijk maken waar hij moet zijn op welk moment. Dat doen we door de verschillende merken en diensten binnen de keten één gezicht te geven richting de klant.” Zo kan
Begin 2005 heeft Maetis de interne organisatie ingericht naar grote, vaak landelijk opererende klanten en de wat kleinere regionale opdrachtgevers. Een andere verandering in dat jaar was de wisseling van de aandeelhouders van Maetis. Per 15 december gingen de aandelen over van PGGM (51%) en VGZ (49%) naar Beuys, Joseph; mede door de oprichting van de Alexander Calder Groep geen onbekende op het gebied van reïntegratiediensten. Maetis werd hierdoor een geheel onafhankelijke partij in de branche en sloeg de vleugels verder uit. Van Hoof: “De vraag naar traditionele Arbo-dienstverlening neemt snel af, en de Arbo-dienstverleners staan voor een toenemende concurrentie- en prijsdruk. Persoonlijk verwacht ik dat in de nabije toekomst een verdere consolidatie zal plaatsvinden binnen de traditionele Arbo-wereld. We volgen de ontwikkelingen maar hebben daarin een duidelijke strategie: we willen kwalitatief de beste zijn maar daarvoor hoeft Maetis niet de grootste te zijn.” Theloosen vult hem aan: “Een brede dienstverlener zijn op het uitgestrekte terrein van werk en welzijn, dat is ons uitgangspunt. Dat doen we door werknemers gemotiveerd en vitaal te houden. En dat is meer dan Arbo alleen. Naast verzuimmanagement gericht op de circa 5% verzuimenden in een organisatie richten we ons met gezondheidsmanagement op de 95% niet-verzuimende medewerkers. Dit vanuit de wetenschappelijk bewezen stelling dat gezonde medewerkers zich vitaler voelen en minder verzuimen. Op dat gebied is er bij het MKB nog veel te ontginnen. De ondernemer spaart een massa geld uit, wanneer zijn medewerkers blijven doorwerken als ze zich iets minder goed voelen en er dan niet voor kiezen om thuis te blijven”. Naast de lancering van het nieuwe combinatieconcept nam Maetis ten tijde van de herpositionering van het bedrijf op product- en dienstenniveau eerder al enkele nieuwe initiatieven waarvan een aantal ook binnen All-inMaetis beschikbaar is. Zo lanceerde het bedrijf eind 2004 Maetis MyDigitalCoach dat een jaar later werd gevolgd door GezondTotaal: ‘het acht-stappen plan naar een gezondere organisatie’.
We volgen de ontwikkelingen maar hebben daarin een duidelijke strategie: we willen kwalitatief de beste zijn maar daarvoor hoeft Maetis niet de grootste te zijn.
Prestatiecontracten Daarnaast kwamen er vorig jaar prestatiecontracten, die klanten een gegarandeerde verzuimbesparing opleveren. Ook werden er productallianties gesloten met inkomensverzekeraars als Nationale-Nederlanden en De Amersfoortse. Eind vorig jaar bood Maetis via het assurantie-intermediair de ziektekostenverzekering van ONVZ aan met collectiviteitkortingen. Op het internetportaal is MijnMaetisMonitor te vinden. Hiermee hebben klanten inzicht en invloed in de terugkeer van de zieke werknemer op de werkplek. Maetis heeft circa 1.900 assurantiekantoren in de boeken geregistreerd. Het karakter van deze kantoren loopt uiteen van grote assurantiemakelaars tot ‘het dorpskantoor’ met twee posten in de portefeuille. Volgens Van Hoof zal het aantal intermediaire relaties op korte termijn fors uitbreiden en ook voor de toekomst verwacht de directie dat er nog voldoende ruimte zal zijn om het intermediaire afzetgebied uit te breiden. “Wet- en regelgeving heeft de rolverdeling in de markt totaal veranderd. Werkgevers zijn zich inmiddels goed bewust van de financiële risico’s die deze wet- en regelgeving op de onderneming heeft. Dat neemt echter niet weg dat circa 30% van het totale MKB nog geen adequate oplossing heeft gevonden. Daar kan het professionele assurantie-intermediair zich uitstekend profileren als risicoadviseur, een streven waar ons nieuwe concept goed bij aansluit,” aldus Theloosen.
nummer 17 - 14 september 2006
23
VB_1706_P24 12-09-2006 11:02 Pagina 24
WIA
AEGON’s antwoord op de WGA Ook AEGON gaf afgelopen week zijn antwoord op de mogelijkheid voor werkgevers om per 1 januari 2007 voor tien jaar WGAeigen risicodrager te worden. Tijdens de inmiddels traditionele najaarsontbijtbijeenkomsten introduceerde de maatschappij de module WGA-Eigen risicodragen (ERD), dit ter complementering van het bestaande Gezond Werkplan. Om het beheer van verzuim voor de ondernemer verder inzichtelijker te maken, start AEGON deze week ook de uitrol van haar digitale Verzuimportal. Volgens cijfers die Arend Jansen, accountmanager zorg- en inkomensverzekeringen bij Aegon, presenteerde is op dit moment 19,8% van de werkgevers uitgetreden. Er ligt dus nog een behoorlijke marktpotentie, uitgaande van de CPB-verwachting dat uiteindelijk 30% van de bedrijven zal uittreden. Kiest een werkgever voor het eigen risicoschap dan wordt hij verantwoordelijk voor tien jaar WGA-uitkering en een actieve reïntegratie-inzet gedurende deze tien jaar. De werkgever betaalt dan geen gedifferentieerde premie meer aan UWV. De werkgever blijft wel verantwoordelijk voor de reïntegratie. Maar los van het UWV komt de ondernemer niet. Deze instelling blijft betrokken bij het keuren, de uitkeringen en de uitvoering van de Poortwachtercontrole. De beslissing om eigen risicodrager te worden zal voor veel werknemers dan ook een lastige zijn. Daarnaast is het voor de markt een kwestie van snelle business, tijd voor een langdurige campagne is er namelijk niet. De deadline om
uittreding kenbaar te maken is, ondanks protesten vanuit de brancheorganisaties, nog steeds vastgepind op 1 oktober. “Wij kunnen in vier dagen de aanvraag verwerken en de opzegging voor het UWV bij de belastingdienst krijgen. De laatste ‘aanvraagdag’ is daarom 25 september 2006,” aldus Jos van Dam, marktmanager zorg- en inkomensverzekeringen bij AEGON. Het assurantie-intermediair heeft dus nog slechts een paar weken om haar zakelijke relaties een adequaat advies te geven in deze voor ondernemers ingewikkelde materie. “Bij het intermediair zie je duidelijk een groep ontstaan die er volop tegenaan willen gaat en een andere groep die ervoor kiest om de eerste strijd af te wachten. Bij beiden groepen is de behoefte naar kennisverdieping groot” aldus marketeer Otto Schachtschabel van AEGON. Dat verklaart ook het grote aantal relaties dat op één van de vier ontbijtbijeenkomsten had ingeschreven. Een aantal gaf aan over dit onderwerp al meerdere bijeenkomsten te hebben bezocht.
WGA-module Als antwoord op het WGA-vraagstuk breidt AEGON het Gezond Werkplan (AGWP) uit met de module WGA-Eigen risicodragen (ERD). Klanten met een AGWP betalen een premiepercentage WGA van 0,45% met een premiegarantie van drie jaar. Voor 2007 geldt een premiekorting van 0,07% waardoor het percentage voor bestaande klanten uitkomt op 0,38%, exclusief de pakketkorting. Voor nieuwe klanten berekent AEGON een percentage van 0,5%. Inclusief premiekorting is dat 0,43%. De maatschappij stelt dat tot 2009 het percentage in ieder geval niet hoger zal uitvallen dan die van het UWV. Verder kent de module een pakketkorting van maximaal 7% en een provisieregeling van 10%. Verzuim dat na 1 augustus is ontstaan kan meegenomen worden in de nieuwe module. Na acceptatie verzorgt AEGON de verzending van opzegging en garantieverklaring naar de belastingdienst. Het AGWP kent verder de modules: Zorgmanagement, Advies en Rechtsbijstand, Ziekteverzuim (no-claim en stop loss), IVAExcedent, WGA-Excedent en WGA-Aanvulling.
Verzuimportal AEGON maakte eind augustus al bekend een Verzuimportal te gaan lanceren waarop werkgevers hun werknemers kunnen ziekmelden, de verzuimbegeleiding in gang zetten en de vorderingen daarvan kunnen volgen. Na de uitgebreide pilotfase zal de verzekeraar deze week overgaan tot de grootschalige uitrol van de portal. Naast eerdergenoemde zaken kunnen werkgevers hier ook hun eigen reïntegratieactiviteiten toevoegen aan de activiteiten vanuit AEGON Zorgmanagement. Harry van der Zwan, verkoopdirecteur AEGON Intermediair: “Het is veel bedrijven een doorn in het oog dat zij niet weten wat er precies gedaan wordt aan verzuimbegeleiding en reïntegratie. Bedrijven willen, voordat zij een zieke medewerker zelf gaan bellen, precies weten wat de stand van zaken is. Dat maakt een gesprek persoonlijker en voorkomt pijnlijke vergissingen. Met de Verzuimportal maken we het proces, en de actuele status daarin, volledig transparant.” De tool wordt kosteloos aangeboden aan werkgevers die de Zorgmanagementmodule hebben afgesloten. Als de planning uitkomt gaat deze week ook de e-learning module
24
VB_1706_P25 12-09-2006 11:02 Pagina 25
WIA
bedrijven met een loonsom tot 675.000 euro was met 0,4% lager dan verwacht. Naar aanleiding hiervan handhaaft De Goudse de actiekorting van 10% respectievelijk 5% ten opzichte van de minimum UWV-premie voor de WGA-eigenrisicoverzekering. De premie voor kleine bedrijven komt hiermee uit op 0,36% voor verzuimrelaties en 0,38% voor overige relaties. Ook de premiegarantie van drie jaar blijft onverminderd van kracht.”
online. Hier kan het intermediair op individuele basis de leermodule WIA volledig internetbased volgen en afsluiten met een certificaat. Kirsten Koster, productmanager: “Daarmee bieden wij onze relaties een manier om de ingewikkelde WIA-materie snel eigen te maken. De module kan op ieder gewenst moment en in een eigen tempo gevolgd worden door de medewerkers op het assurantiekantoor.”
Het congres werd geopend door Franswillem Briët, bestuursvoorzitter van De Goudse. Er zijn wat hem betreft nog wel een paar slagen te maken op het gebied van verzuimreductie. Hij wees er in dat kader op dat in ons land dagelijks zo’n 350.000 werknemers verzuimen. “Verzuim betekent voor ons allemaal een miljarden verslindende kostenpost. Met een geschat schadebedrag van twintig miljard euro levert een besparing van 1% al heel veel op.” Op de verzuimmarkt is er dus nog genoeg werk aan de winkel. Volgens Erik Visser, één van de sprekers op het congres en in het werkzame leven directeur van marktonderzoeksbureau MarketConcern, ligt daar een belangrijke taak voor de werkgever, de verzekeraars en zeker ook voor het intermediair.
De Goudse schiet 10% onder UWV-percentages Tijdens het Nationaal Verzuim Congres 2006 van De Goudse werd vorige week de WGA-eigenrisicoverzekering geïntroduceerd en de WGA-eigenrisicopremie van de maatschappij bekendgemaakt. De Goudse berekent voor verzuimrelaties een premie van 0,42%, met drie jaar premiegarantie. Nieuwe prospecten betalen een percentage van 0,45%. De verzekeraar presenteerde de aanwezige intermediaire relaties een actietarief dat voor bestaande verzuimrelaties neerkomt op 10% (andere prospects 5%) ten opzichte van de minimum UWV-premie voor de WGA-eigenrisicoverzekering. Een dag later werd echter het werkelijke UWV-percentage bekendgemaakt, en die kwam voor iedereen fors lager uit dan verwacht. De Goudse buigt echter niet voor de concurrentieslag. In een reactie laat de maatschappij weten: “Het UWV-premiepercentage WGA voor kleine
Het intermediair kon zijn/haar stem laten horen tijdens het interactieve gedeelte van het congres.
WGA-product Per 1 januari 2007 kunnen bedrijven ervoor kiezen om WGA-eigenrisicodrager te worden. Zij betalen dan geen gedifferentieerde WGA-premie aan het UWV maar nemen wel, voor een periode van maximaal tien jaar, alle financiæle en re-integratieverplichtingen ten aanzien van gedeeltelijk (of volledig maar niet duurzaam) arbeidsongeschikte werknemers over van het UWV. De Goudse lanceerde hiervoor tijdens het congres, als onderdeel van de bestaande verzuimketen, een WGA-eigenrisicoverzekering. Deze treedt in werking na de eerste twee ziektejaren waarvoor De Goudse via haar VerzuimVizier al een geòntegreerde oplossing biedt. De Goudse ondersteunt het intermediair met een overstapservice en actiemateriaal en heeft een speciale site in het leven geroepen: www.wgaeigenrisicoverzekering.nl
De belangstelling voor het WGA-product was groot.
nummer 17 - 14 september 2006
25
VB_1706_P26 12-09-2006 11:03 Pagina 26
fiscaal/juridisch
Verkiezingen versus het sociaal-economisch beleid op middellange termijn
Het verschil tussen wens en werkelijkheid
Drs Eugène van ’t Hooft was tot voor kort secretaris Sociale Zaken bij VNO-NCW en is op dit moment werkzaam als senior adviseur Sociale Zaken bij Fortis ASR (Fiscaal Juridisch Adviesbureau).
Over ruim twee maanden mag de Nederlander naar de stembus voor de verkiezingen van een ‘nieuwe’ Tweede Kamer. Om de tred naar de stembus enigszins te vergemakkelijken hebben de meeste politieke partijen inmiddels hun programma’s aan de buitenwacht gepresenteerd. En ook dit keer regent het clichés als sociaal, slagvaardig, solide, saamhorig en toekomstbestendig. Kreten die we kennen van vorige campagnes en die we ongetwijfeld tot in lengte van jaren zullen blijven horen. Kortom, de strijd om de gunst van de kiezer is weer losgebarsten. In onderstaand artikel wordt ingegaan op het thema sociale zaken en werkgelegenheid in de diverse verkiezingsprogramma’s. Tegen de achtergrond van alle verkiezingsgeweld is er nog de Sociaal Economische Raad (SER). Deze adviseert de regering op het terrein van de sociale zekerheid en heeft recent een belangrijk advies over de toekomst van de sociale zekerheid uitgebracht.
De grote politieke partijen (CDA, PvdA en VVD) hebben hun verkiezingsprogramma’s de afgelopen weken openbaar gemaakt. De voorstellen van partijen zijn talrijk en diverser dan ooit. Zo bevat bijvoorbeeld het VVD-programma, ondanks het kekke formaat, maar liefst 632 verschillende voorstellen voor een betere BV Nederland. De andere politieke partijen doen hier overigens weinig voor onder. Ondertussen vergeten de politieke leiders van de verschillende partijen niet om elkaars programma te verguizen. Zo vindt het CDA dat het wel ‘erg vroeg sinterklaas is dit jaar’, daarbij duidend op het PvdA-programma. VVDleider Rutte vindt de plannen van het CDA ‘ontstellend vaag’ en PvdA-voorman Bos vindt dat met het VVD-verkiezingsprogramma ‘Paars 3 niet echt dichterbij komt’. Wat willen partijen op het gebied van werk en inkomen en hoe wil men dit realiseren? Hiernaast wordt de lezer een inkijk gegund in de keuken van de Sociaal Economische Raad. In deze keuken broeden niet rechtstreeks door de kiezer gekozen werkgevers, werknemers en kroonleden al maanden op het zogeheten MLTadvies, het sociaal en economisch beleid op de middellange termijn. Dit advies, mits unaniem, dient als spoorboekje voor het kabinet op het terrein van werk en inkomen en aangezien een kabinet doorgaans adviezen van de SER overneemt rijst de vraag of en wat de toegevoegde waarde is van de verschillende verkiezingsprogramma’s op sociaal en economisch vlak. De rubriek Fiscaal/juridisch wordt verzorgd door medewerkers van het Fortis ASR Adviesbureau Fiscale en Juridische zaken
26
Highlights verkiezingsprogramma’s Een van de erfenissen van de Fortuyn-révolte is dat de dames en heren politici voortaan klare taal moeten kunnen spreken. In de verschillende
verkiezingsprogramma’s wordt dan ook een, soms wat krampachtige, poging ondernomen om de kiezer in ‘Fabeltjeskrant-taal’ te bereiken.
CDA Het CDA om te beginnen heeft als belangrijkste nieuws voor de kiezer dat hij langer moet doorwerken om zo de groeiende kosten van de vergrijzing te kunnen blijven betalen. Een terugkeer naar de 40-urige werkweek is daarbij voor het Christelijk Democratisch Appèl hèt middel om het doel te bereiken. Wat verder opvalt is dat het CDA pleit voor volledig private uitvoering van de nieuwe Werkhervattingsregeling WGA (WIA). De WGA is thans hybride vormgegeven. Werkgevers kunnen kiezen om het risico op gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid onder te brengen bij het UWV of om het risico zelf te dragen (eventueel met herverzekering bij een private verzekeraar). De SER heeft in 2002 al gepleit voor private uitvoering van een loonaanvullingsregeling (thans WGA) in een nieuw WAO-stelsel.
PvdA Om de AOW ook in de toekomst te kunnen financieren wil de PvdA rijkere AOW-ers laten meebetalen aan de eigen AOW. Op het terrein van werk en inkomen stelt de PvdA ook voor om de zogeheten ‘Melkert-banen’, vernoemd naar oud PvdA-leider Ad Melkert, opnieuw te introduceren. Melkert-banen zijn van overheidswege gesubsidieerde banen voor mensen die weinig kans op werk hebben. Melkert-banen zijn door het huidige kabinet afgeschaft omdat ze niet werkten en leidden tot allerlei bureaucratische rompslomp.
VB_1706_P27 12-09-2006 11:03 Pagina 27
fiscaal/juridisch
VVD
Verantwoordelijkheden
De VVD wil, nog voordat een nieuw WW-stelsel van kracht wordt, de duur van de WW-uitkering verder beperken. Per 1 oktober aanstaande wordt de duur van de loongerelateerde WW-uitkering beperkt van maximaal 5 jaar naar 38 maanden. De VVD wil deze 38 maanden halveren tot 19 maanden. De uitkering wordt in de eerste drie maanden verhoogd van 70 naar 80 procent van het laatstverdiende loon. Verder is er in de plannen van de VVD geen bijstand voor jongeren onder de 27 jaar. Jongeren worden geacht te leren of te werken. Ten slotte wil de VVD het ontslagrecht vereenvoudigen.
De SER is ook van mening dat verantwoordelijkheden daar neergelegd moeten worden waar deze het beste door betrokkenen kunnen worden beïnvloed. Dit betekent decentralisering waar mogelijk. Een voorbeeld vormt de WW. Gedurende de eerste zes maanden van werkloosheid is het WW-risico redelijk beïnvloedbaar. Het ligt dan in de rede om betrokkenen (werkgever en werknemer) daarvoor (financieel) verantwoordelijk te maken. Dit houdt in dat werknemers gedurende de eerste zes maanden van werkloosheid gaan meebetalen aan de WW-lasten (nu betaalt alleen de werkgever hiervoor een wachtgeldpremie). Bij ziekte ligt het accent op de eerste twee ziektejaren. Gedurende deze periode zijn zowel de werkgever als de werknemer verantwoordelijk voor snelle terugkeer naar werk. Ook hier is de gedachte dat het risico (ziekte) gedurende zekere tijd beïnvloedbaar is door de werkgever en de werknemer. In dat kader moeten werkgevers het loon van zieke werknemers twee jaar lang doorbetalen (70 procent). De werknemer heeft dus ook een financiële prikkel om niet/minder lang te verzuimen. Of deze prikkel in de praktijk werkt hangt af van wat sociale partners in deze hebben afgesproken. In voorkomende gevallen wordt het volledige loon aan de zieke werknemer doorbetaald. Bij gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid (WGA) ligt de verantwoordelijkheid eveneens bij de werkgever en de werknemer. Ook hier ligt de nadruk op activering oftewel werken. Dit uit zich bijvoorbeeld in de wettelijke optie voor werkgevers om maximaal de helft van de WGApremie te mogen verhalen op het nettoloon van de werknemer. Hiermee worden werknemers ook deels verantwoordelijk voor het risico van gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid.
Concluderend kan gezegd worden dat de grote politieke partijen diverse voorstellen doen op het terrein van werk en inkomen. Niet even duidelijk is echter wat de voorstellen nu precies beogen en welke inspanningen van betrokkenen daarvoor nodig zijn. Kortom, wat is precies de achterliggende filosofie van alle voorstellen?
SER Terwijl politieke partijen rollend over straat gaan en elkaars voorstellen bekritiseren werkt de SER, in het geheim zo lijkt het, aan het zogeheten MLT-advies. Dit is een advies dat als een soort spoorboekje kan dienen voor het nieuwe kabinet als het gaat om sociaal en economisch beleid op middellange termijn. In het advies stelt de SER zich met name de vraag welk beleid nodig is om, behalve op de korte termijn, ook op middellange termijn welvaartsgroei mogelijk te maken. Daarbij stelt de SER zich de vraag wat de rol is van de overheid, sociale partners en burgers. Wat zijn hun taken en verantwoordelijkheden? Volgens de SER moet een toekomstig stelsel van werk, scholing en inkomen tot doel hebben dat mensen – ondersteund door de samenleving – zelf meer verantwoordelijkheid dragen voor de inrichting van het eigen leven en voor de eigen arbeid. Naast inkomensbescherming van de kant van de overheid dient een dergelijk stelsel mensen te prikkelen meer risico’s te nemen en makkelijker van baan te veranderen. Niet baanzekerheid, maar werkzekerheid staat voortaan voorop. Een toekomstig stelsel van werk, scholing en inkomen is volgens de SER gebaseerd op twee pijlers: 1.) een pijler van inkomensbescherming en 2.) een pijler van participatie. Deze pijlers zijn onderling verbonden en beïnvloeden elkaar. De participatiepijler staat voorop en moet in de praktijk leiden tot optimale benutting van arbeidspotentieel. Scholing en employability zijn daarbij van essentieel belang. Individuen moeten zich te allen tijde kunnen aanpassen aan de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. De pijler inkomensbescherming is gericht op het bieden van (tijdelijke) inkomenszekerheid in voorkomende gevallen. Wat betekent deze benadering van de SER concreet voor het sociaal en economisch beleid op de middellange termijn? Niet veel, zo kunnen we in eerste instantie lezen in het advies. Naar het oordeel van de SER is het verstandig om doorgevoerde veranderingen en voorgenomen wijzigingen van de wettelijke sociale zekerheid (WIA, WW en WWB) te consolideren en om hun effecten af te wachten. De nieuwe WIA en de nieuwe WW zijn in lijn met eerdere SER-adviezen en passen naadloos in de tweepijlerbenadering. Zo krijgen volledig en duurzaam werklozen een solide uitkering tot hun 65ste levensjaar en gedeeltelijk arbeidsgeschikten blijven zoveel als mogelijk aan het werk (inkomensbescherming versus participatie/activering).
Risico’s die niet decentraal gelokaliseerd kunnen worden blijven bij de overheid. Dit geldt bijvoorbeeld voor langdurige werkloosheid en volledig en duurzame arbeidsongeschiktheid. Deze risico zijn minder goed door decentrale partijen te beïnvloeden. Het ligt dan in de rede om de overheid een rol te geven. De thans door de SER voorgestelde verdeling van verantwoordelijkheden draagt bij tot een ketenbenadering van preventie en reïntegratie. Risico’s worden zoveel mogelijk decentraal daar neergelegd waar zij het beste door partijen beïnvloed kunnen worden.
Breder perspectief Het advies van de SER kan gezien worden als welkome aanvulling op de hervormingen van de kabinetten-Balkenende. Het pijlermodel en de verantwoordelijkheidsverdeling van de SER plaatsen recente hervormingen in een breder perspectief. Gevolg is dat veranderingen binnen de sociale zekerheid beter te begrijpen zijn voor de argeloze toeschouwer waardoor deze ook op meer draagvlak kunnen rekenen. Bij nader inzien vormt de SER-benadering, anders dan het stuk in eerste instantie doet vermoeden, wel degelijk een startpunt voor verdere hervormingen op het brede terrein van werk en inkomen. Zo gaan momenteel al geluiden op om de WW (deels) te privatiseren en is straks de vraag aan de orde of twee jaar loondoorbetaling niet verlengd moet worden naar drie of wellicht vijf jaar in de toekomst. Wat betreft gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid pleit het SER-advies voor volledige privatisering anders dan de tien jaar eigenrisicodragen die de wet nu biedt. Kortom, de overheid doet steeds meer stappen terug ten faveure van decentrale partijen. Deze partijen, eventueel geholpen door verzekeraars, staan pas aan het begin van de nieuwe (lees private) sociale zekerheid.
nummer 17 - 14 september 2006
27
VB_1706_P28 12-09-2006 11:04 Pagina 28
co-assurantie
Het klimaat speelt de verzekeringsbranche wereldwijd steeds meer parten In tegenstelling tot andere landen is Nederland lang verschoond gebleven van grote weergerelateerde calamiteiten. De laatste zware storm dateert uit begin 1990; ruim twee jaar later werd de regio Roermond opgeschrikt door een (lichte) aardbeving en in 1995 kampten diverse delen van het land met wateroverlast. In andere delen van de wereld is dat wel anders. Vooral de laatste jaren speelt het veranderende klimaat de verzekeringsbranche parten. Door een toenemend aantal natuurrampen en andere weergerelateerde calamiteiten hebben verzekeraars de afgelopen twee jaar recordbedragen moeten uitkeren aan gedupeerden: $ 40 miljard in 2004 en maar liefst het dubbele in het afgelopen jaar. De gevolgen daarvan zijn merkbaar in de lokale verzekeringsbranches in vrijwel de gehele wereld, ook in ons land, niet in de laatste plaats door de hogere herverzekeringspremies. Dat vanwege zijn (mogelijke) impact op het functioneren van de markt het onderwerp ‘klimatologische risico’s’ ook de gemoederen binnen de vaderlandse verzekeringsbranche bezighoudt – met name bij de makelaars en verzekeraars die actief zijn binnen het co-assurantiecircuit - blijkt wel uit het feit dat de brancheorganisatie VNAB (Vereniging Nederlandse Assurantie Beurs) in mei hieraan speciaal een seminar wijdde (zie daarover ook Het VB 2006/13, pag. 40).
Van twee naar zeven natuurrampen per jaar Waar praten we over als we het over natuurrampen hebben? Uit cijfers van het Geo Risks Research-centrum van herverzekeraar Münchener Rück/Munich Re blijkt dat er zich in de periode tussen 1950 en 2005 wereldwijd in totaal 267 natuurrampen hebben voorgedaan. In 40% van de gevallen betrof het zware stormen en/of orkanen en bij 29% ging het om een aardbeving, tsunami of vulkaanuitbarsting. Voorts lag aan een kwart een overstroming ten grondslag en bij 6% extreme temperaturen. Een opmerkelijk gegeven is dat het researchcentrum heeft vastgesteld dat het aantal natuurrampen sinds 1950 is toegenomen van gemiddeld twee naar zeven per jaar. Minstens zo opvallend is het feit dat tussen 1950 en 1985 zowel de economische als verzekerde schade als gevolg van natuurrampen een vrijwel stabiel beeld vertoont, maar dat daarna de schadelast sterk toeneemt. De 267 geregistreerde natuurrampen in de afgelopen 55 jaar kostten het leven aan in totaal 1,75 miljoen mensen. De meesten stierven als gevolg van aardbevingen (55%) en storm (36%). De calamiteiten veroorzaakten in die periode gezamenlijk voor $ 1.700 miljard aan economische schade en voor $ 340 miljard aan verzekerde schade. De cijfers tonen opmerkelijke verschillen (zie grafiek). Zo waren stormen tussen 1950 en 2005 ‘goed’ voor 38% van de totale economische
28
schade, maar veroorzaakten zij in diezelfde periode maar liefst 79% van de totale verzekerde schade. Daarmee vormen zij voor verzekeraars met afstand het grootste klimaatrisico. Aardbevingen, tsunami’s en vulkaanuitbarstingen zorgden in dezelfde periode voor 31% van de economische schade, maar voor slechts 11% van de verzekerde schade. Bij overstromingen zijn die cijfers respectievelijk 25% en 5% en bij extreem weer 6% en 5%. Ook Europa is niet buiten schot gebleven. Tussen 1990 en 1999 bezorgden zeven stormen - vier in ’90 en drie in ’99 (o.a. Lothar en Martin) – de bedrijfstak een totale verzekerde schade van zon € 16,3 miljard. Nederland kwam met ruim € 900 miljoen aan schade ( in 1990) relatief goed weg. Begin vorig jaar veroorzaakte ‘Erwin’/‘Gudrun’ een verzekerde schade van € 1,8 mld.
Opwarming van de aarde Hoewel de meningen van weerdeskundigen op dit punt niet eensluidend zijn, wordt in het algemeen aangenomen dat er een causaal verband is tussen het toenemende aantal natuurrampen en het veranderende klimaat, oftewel de opwarming van de aarde. Op wetenschappelijke basis is vastgesteld dat de temperatuur in 2000 gemiddeld 0,4º C hoger was dan in de periode 1961- 1990. Bovendien komt van de afgelopen tien jaar alleen 1996 niet voor in de lijst van de tien warmste jaren. In die periode is het aantal stormen met orkaankracht verdubbeld tot verdrievoudigd en hebben de helft tot tweederde meer orkanen en zware stormen het vasteland bereikt. De menselijke invloed neemt duidelijk toe, ook in ons land. Zo wijzen de statistieken uit dat in Nederland sinds 1920 vooral door de groei van de industriële activiteit (broeikasgassen) zowel de gemiddelde temperatuur (met gemiddeld 0,6 graden Celsius) als de hoeveelheid neerslag (met gemiddeld honderd liter/m2 per jaar) in ons land is toegenomen en dat mondiaal gezien de zeespiegel met een tiental centimeters is gestegen.
VB_1706_P29 12-09-2006 11:04 Pagina 29
co-assurantie
sche oorzaak hebben of dat er sprake is van constructiefouten bij de bouw. Van de 22 beschadigde gebouwen die door het Ministerie van Volkgsgezondheid, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM) nader zijn onderzocht is gebleken dat bij 21 hiervan de instorting is veroorzaakt door fouten in ontwerp en/of uitvoering.
De maandelijkse rubriek co-assurantie is een coproductie van de VNAB en Het Verzekeringsblad. In deze rubriek willen wij alle aspecten van de co-assurantie belichten.
Groeiende schadelast De les die uit het VNAB-seminar getrokken kan worden is dan ook dat de verzekeringsbranche wereldwijd rekening moet houden met een verdere toename van de temperatuur, de hoeveelheid neerslag en van het zeespiegelniveau. En daarmee met een verdere stijging van het aantal zware stormen en orkanen en derhalve met een groeiende schadelast als gevolg van weergerelateerde calamiteiten. Om de resultaten positief en de verzekerbaarheid gewaarborgd te houden vraagt dit volgens één van de sprekers, de Duitse geofysicus dr. Ernst Rauch (Munich Re), van de bedrijfstak om onder meer nieuwe risicomodellen, hogere aansprakelijkheidslimieten en eigen risico’s, uitsluiting van bepaalde risicogebieden en last but not least het nadenken over alternatieve vormen van risicofinanciering. Tijdens dezelfde bijeenkomst zei de Nederlandse meteoroloog/TVpresentator Erwin Kroll dat ook Europa rekening moet houden met klimaatveranderingen, alsmede met de kans op ‘superstormen’. Tot het einde van deze eeuw wordt enerzijds een verdere toename verwacht van de hoeveelheid neerslag (vooral in de winter) en een grotere kans op overstromingen; anderzijds wordt er uitgegaan van minder vorst en in de zomer van meer hittegolven en continentale uitdroging. Daarbij gaat de temperatuur stijgen, ook in Nederland: met gemiddeld 1,4 à 5,8º Celsius. Hoewel de ingezette veranderingen volgens de bekende meteoroloog niet meer te stoppen zijn, is het positieve dat ‘we’ ook op dit gebied de toekomst in eigen hand hebben. Zo kunnen er, mede gebruik makend van de moderne technologische hulpmiddelen, tijdig passende (milieu)besparende en andere maatregelen worden getroffen om de mogelijke schadelijke gevolgen van de klimaatveranderingen te voorkomen. Ook Rijkswaterstaat houdt reeds rekening met de verwachte klimaatverandering. Om de op zich al geringe kans op overstromingen verder te reduceren zijn er in de ‘Wet op de Waterkering’ veiligheidsnormen vastgesteld en worden de risico’s van overstromingen per gebied gekwantificeerd. Bovendien wordt gekeken naar mogelijkheden als verruiming en versterking van de waterkeringen, ruimtelijke ordening, hoogwatervrij bouwen en rampenplannen.
Situatie in Nederland De voornaamste klimatologische risico’s voor ons land zijn storm en overstroming. Sinds vorig jaar november kan daar eventueel ook ‘sneeuwdruk’ aan worden toegevoegd. Als gevolg van een uitzonderlijke samenloop van omstandigheden zijn er na extreme sneeuwval vooral in het oosten van het land meer dan honderd daken van gebouwen geheel of gedeeltelijk ingestort. In het verleden heeft zich wel vaker een dakinstorting voorgedaan als gevolg van overtollige neerslag, maar nimmer in die frequentie en omvang als in vorig najaar. Al vraagt menigeen zich af of de dakschades een klimatologi-
Hoe staat het met de verzekerbaarheid? Het stormrisico is in Nederland doorgaans goed verzekerbaar, al wil er vanwege het cumulatierisico bij acceptatie nog wel eens een (hoger) eigen risico worden gevraagd of bij grotere exposures een limietsom worden vastgesteld. Hoewel de kans op overstroming mede door onze dijken weliswaar gering is, is dit risico niet of nauwelijks te verzekeren vanwege de enorme waardeconcentratie per vierkante kilometer. Op de technische verzekeringsmarkt zijn op bouw- en montageverzekeringen alle natuurgevaren doorgaans goed te verzekeren, al geldt er, bijvoorbeeld bij de bouw van zeer hoge kantoor- of woontorens, soms een verhoogd eigen risico, of worden er extra dekkingslimieten gesteld. Ook het overstromingsrisico is standaard in de dekking opgenomen, al wordt er wel nadrukkelijk gekeken waar het te verzekeren risico ligt en hoe groot het risico van overstroming is. De verwachting is gerechtvaardigd dat, net als bij brandverzekeringen, het cumulatieve risico ook bij technische verzekeringen meer en meer gaat spelen. Daardoor zou in bepaalde gebieden (dijkringen) bij een te hoge concentratiegraad van verzekerde objecten nog maar een beperkte dekkingscapaciteit beschikbaar kunnen zijn, kan er een acceptatiestop komen voor nieuwe risico’s en/of kan er gekeken worden naar een grotere herverzekeringscapaciteit. Als we de (weer)specialisten mogen geloven, dan zal het klimaat ook de komende decennia veranderen, ook in Nederland. Dat zal naar verwachting gepaard gaan met een grotere kans op zware stormen, overstromingen en andere weergerelateerde calamiteiten. Een ontwikkeling die niet zonder gevolgen zal blijven voor de verzekeringsbranche, die rekening zal moeten houden met een hogere schadefrequentie en daarmee met een stijgende schadelast. Het ligt dan ook voor de hand dat, net zoals in het verleden is gebeurd, de bedrijfstak daarop tijdig zal anticiperen. Bijvoorbeeld door afhankelijk van aard, omvang en ligging (cumulatierisico) van het te verzekeren object hogere eigen risico’s en/of dekkingsbeperkingen en -limieten in te voeren of door extra preventieve maatregelen te verlangen die de kans op schade door zware stormen, overstroming, aardbeving of sneeuwdruk reduceren. Ook zou een lobby richting overheid gestart kunnen worden om ervoor te zorgen dat ook in de toekomst de (bouw)normen en regels voor gebouwen toereikend zijn om bestand te zijn tegen de veranderende klimatologische omstandigheden. Allemaal voorwaarden die noodzakelijk zijn om de resultaten van verzekeraars positief te houden en de verzekerbaarheid gewaarborgd.
Overstromingsrisico alsnog verzekerbaar in Nederland? De kans bestaat dat in Nederland bedrijven en particulieren zich alsnog (beperkt) kunnen verzekeren tegen het risico van schade door overstromingen. Momenteel doet het Ministerie van Financiën samen met het Verbond van Verzekeraars onderzoek naar de haalbaarheid hiervan. Het zou dus best kunnen dat er binnenkort een soort Nederlandse overstromingspool komt, waarin ook de Nederlandse overheid participeert.
nummer 17 - 14 september 2006
29
VB_1706_P32 12-09-2006 11:05 Pagina 32
estate planning
De bedrijfsopvolgingsfaciliteiten in de Successiewet Estate planning, of ‘nalatenschapsplanning’ richt zich op juridische en fiscale begeleiding van de overgang en instandhouding van (familie)vermogens. Het VB wil met deze rubriek een breed inzicht geven in dit adviessegment. Auteurs zijn dr J.E. van den Berg, partner bij het Instituut Fiscale Kennisoverdracht (IFK) te Rotterdam en verbonden aan de Erasmus Universiteit, en mr T.C. Hoogwout, verbonden aan de Erasmus Universiteit en werkzaam bij Deloitte Belastingadviseurs BV te Rotterdam. In deze bijdrage wordt ingegaan op bedrijfsopvolging. Erik is gehuwd op huwelijkse voorwaarden en heeft één zoon Albert, die bij hem in het bedrijf in loondienst is. Erik bezit alle aandelen in een besloten vennootschap, die werkzaam is op het gebied van verzekeringen. Het is de bedoeling dat Albert na het overlijden van Erik het bedrijf voortzet. Helaas is Erik al enige tijd ziek en onlangs heeft de arts aangegeven dat hij niet lang meer te leven heeft. Na een bezoek aan de notaris om een testament te laten maken, bezoekt Erik zijn belastingadviseur om het een en ander te horen over de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten in de Successiewet. Sinds 1 januari 2002 is in de Successiewet een voorwaardelijke vrijstelling opgenomen voor de verkrijging van een onderneming, aandelen of winstbewijzen die bij de erflater of schenker tot een aanmerkelijk belang behoren. Hiernaast geldt onder voorwaarden een betalingsregeling voor bedrijfsvermogen.
de normale betalingstermijn van twee maanden geldt. Voor de belasting over de geconserveerde waarde wordt eerst het marginale tarief op de twee voorwaardelijk onbelaste geconserveerde waarden losgelaten. Vervolgens wordt de belasting over de belaste geconserveerde waarde berekend.
Voorbeeld Erik overlijdt en laat een vermogen van € 3 miljoen na, met Albert als enig erfgenaam. De nalatenschap bestaat uit een BV ter waarde van € 2 miljoen en een banksaldo van € 1 miljoen. De voorwaardelijk onbelaste geconserveerde waarde bedraagt € 1,2 miljoen (60% van € 2 miljoen). Hiervoor wordt een conserverende aanslag opgelegd (27% van € 1,2 miljoen = € 324.000) en tevens renteloos uitstel van betaling verleend. Als aan de voortzettingsvoorwaarde wordt voldaan, wordt de conserverende aanslag na vijf jaar verminderd tot nihil. Het restant van de waarde van de BV wordt aangemerkt als belaste geconserveerde waarde. Hiervoor wordt een conserverende aanslag opgelegd (27% van € 800.000 = € 216.000) en wordt gedurende tien jaar rentedragend uitstel van betaling verleend. Voor het banksaldo wordt een aanslag opgelegd over een belastbaar bedrag van € 1 miljoen. Hierover is ongeveer € 209.000 verschuldigd, waarvoor de normale betaaltermijn van twee maanden geldt. Om voor deze faciliteiten in aanmerking te komen hebben Erik en Albert met de volgende voorwaarde te maken.
Voorwaardelijk onbelaste te conserveren waarde Als Albert de aanmerkelijkbelangaandelen krijgt, geldt een voorwaardelijke vrijstelling van 60% van de going-concernwaarde (de waarde in het economische verkeer). Hij kan bij de aangifte verzoeken om 60% van de going-concernwaarde aan te merken als voorwaardelijk onbelaste te conserveren waarde. Hiervoor wordt een conserverende aanslag opgelegd, met renteloos uitstel van betaling. Als Albert de aandelen niet binnen deze termijn verkoopt en de onderneming in de BV niet wordt gestaakt, wordt deze aanslag na vijf jaar verminderd tot nihil.
Belaste geconserveerde waarde Er is overigens niet alleen een voorwaardelijk onbelaste, maar ook een belaste geconserveerde waarde, te weten de waarde van het ondernemingsvermogen, verminderd met de twee hiervoor besproken voorwaardelijk onbelaste geconserveerde waarden. Voor de belasting die hieraan kan worden toegerekend, kan gedurende tien jaar rentedragend uitstel van betaling worden gekregen.
De berekening van de aanslag successie- of schenkingsrecht Het successie- en het schenkingsrecht worden geheven via een gewone aanslag. Voor de vaststelling hiervan wordt de belastbare verkrijging verminderd met het voor de faciliteiten in aanmerking komende ondernemingsvermogen, dat wil zeggen, de voorwaardelijk onbelaste geconserveerde waarden en de belaste geconserveerde waarde. Hierdoor bewerkstelligt de vrijstelling een besparing tegen het marginale tarief, ofwel tegen maximaal 27%. Voor het restant wordt een aanslag successie- of schenkingsrecht opgelegd, waarvoor
32
Aanmerkelijk belang De bedrijfsopvolgingsfaciliteiten zijn van toepassing indien Erik aandelen bezit die bij hem behoren tot een aanmerkelijk belang. Deze hoeven niet bij Albert tot een aanmerkelijk belang te gaan behoren. Certificaten van aandelen komen ook voor deze faciliteiten in aanmerking. Zou Erik aandelen in een holding hebben, die op haar beurt een deelneming bezit, dan geldt deze faciliteit ook voor de deelneming, als de holding het beleid hierin bepaalt. Erik zou ook de aandelen al kunnen schenken. In geval van schenking geldt een aanvullende voorwaarde. De schenker moet namelijk ten tijde van de schenking, hetzij de leeftijd van 55 jaar hebben bereikt, hetzij voor 45% of meer arbeidsongeschikt zijn, en voorts moet hij de aanmerkelijkbelangaandelen al minstens vijf jaar bezitten. De faciliteiten gelden echter niet voor de verkrijging van vermogensbestanddelen die bij Erik onder de terbeschikkingstellingsregeling vallen. Hiervan is sprake als Erik een bedrijfspand verhuurt aan zijn eigen BV. In dat geval valt het bedrijfspand bij hem in box 1 en wordt de huur belast als resultaat uit overige werkzaamheden.
Activiteitentoets De feitelijke werkzaamheden van het lichaam waarin het aandelenpakket wordt gehouden, mogen niet bestaan uit het onmiddellijk of middellijk beleggen van vermogen of een daarmee overeenkomende werkzaamheid. De ratio van de regeling is het faciliëren van reële bedrijfsoverdrachten. Door deze activiteitentoets wordt de faciliteit
VB_1706_P33 12-09-2006 11:05 Pagina 33
estate planning
uitgesloten voor activiteiten die bij een natuurlijke persoon tot het privévermogen behoren. Het is lastig om een exacte definitie van het begrip beleggen voor deze regeling te geven. Van beleggen zal doorgaans sprake zijn bij het aanhouden van banktegoeden, deposito’s, obligaties, aandelen, opties, warrants, termijncontracten, onroerende zaken voor de verhuur en vorderingen. Zodra echter bij vorderingen grote risico’s worden gelopen is geen sprake meer van een belegging. Ook bij beleggen kan sprake zijn van het verrichten van arbeid, zoals onderhoudswerkzaamheden aan verhuurde onroerende zaken. Van beleggen is echter geen sprake als met de verrichte arbeid een hoger rendement wordt nagestreefd dan normaliter met normaal vermogensbeheer zou worden behaald.
Ondernemingsvermogentoets Komt uit de activiteitentoets dat het gaat om een ‘zuivere’ beleggingsvennootschap, dan is toepassing van de faciliteiten uitgesloten. ‘Gemengde’ gevallen waarin een materiële onderneming aanwezig is en waarbij tevens sprake is van ‘beleggingen’ kwalificeren wel voor de faciliteiten, zij het met een beperking. Voor de faciliteit komt dan namelijk slechts in aanmerking dat deel van de waarde van de aandelen dat is toe te rekenen aan het zogenoemde ‘verplichte ondernemingsvermogen’. Om doelmatigheidsredenen is voor de beleggingen nog een drempel van 15% van de waarde van de verkregen vermogensbestanddelen opgenomen. Slechts het meerdere wordt voor de toepassing van de faciliteiten uitgesloten. Hiermee worden discussies over de omvang van het ‘ondernemingsvermogen’ beperkt. Het kan echter in de praktijk lastig zijn om het juiste onderscheid te maken, bijvoorbeeld wanneer sprake is van overtollige liquiditeiten, een buffervermogen, of van een ‘overnamekas’. Overigens mogen onder omstandigheden tijdelijk in de onderneming overtollige liquide middelen worden belegd, zolang deze op een zodanige wijze zijn belegd dat redelijkerwijs moet worden aangenomen dat zij tijdig weer in de onderneming beschikbaar zullen zijn. Aangezien bij de activatoets wordt gesproken over bezittingen, moet worden gelet op de activa en niet op de passiva van de vennootschap. Voor deze activatoets moet bekeken worden welke bezittingen tot het ‘verplichte ondernemingsvermogen’ behoren. Bij een vennootschap die een pensioenverplichting in eigen beheer houdt, zijn de beleggingen die worden aangehouden om aan deze verplichting te voldoen, dienstbaar aan een onderneming in materiële zin. Bij holdings die wezenlijk participeren in het ondernemingsgebeuren van een deelne-
Voorbeeld De aandelen in een BV zijn € 1 miljoen waard. Van de activa bestaat € 400.000 uit niet-ondernemingsgebonden beleggingen. Hiervan gaat € 250.000 de 15%-drempel te boven, zodat in beginsel € 750.000 voor de faciliteiten in aanmerking komt. Voor het bedrag van € 250.000 wordt ook geen uitstel van betaling verleend. Indien de aandelen € 2 miljoen waard zijn en de activa bestaan voor € 1,4 miljoen uit niet-ondernemingsgebonden beleggingen, dan is de 15%-drempel € 300.000. Voor de faciliteit komt in beginsel € 900.000 in aanmerking. Door inbreng van vermogen in de vennootschap kan dus de omvang van de faciliteit toenemen. Als een bedrijfspand aan de vennootschap ter beschikking wordt gesteld, gelden hiervoor de faciliteiten niet. Wordt het desbetreffende bedrijfspand ingebracht in de vennootschap dan behoort dit tot het ondernemingsvermogen. Tevens neemt hierdoor de waarde van de aandelen toe, zodat ook de 15%-drempel toeneemt.
ming en in dat kader naast de deelname in het aandelenkapitaal ook leenfinanciering verstrekken aan hun dochters, hoeft de desbetreffende vordering niet als belegging te worden aangemerkt.
Conclusie Voor een optimaal gebruik van de hiervoor besproken faciliteiten is het belangrijk dat als de opvolging of de schenking aan de orde is, de uit fiscaal oogpunt wenselijke maatregelen al zijn getroffen. In algemene zin geldt uiteraard dat een goed opgesteld testament onontbeerlijk is. Daarnaast verdient echter ook de bedrijfsstructuur de nodige aandacht. Vanwege de omstandigheid dat de vrijstellingsfaciliteiten voor beleggingen maximaal 15% van de waarde van de aandelen bedragen, dient ook de financiering tijdig te worden geoptimaliseerd. Hoe een en ander precies moet worden ingevuld, is afhankelijk van de concrete situatie. Overleg met of inschakeling van een fiscalist kan hierbij de nodige duidelijkheid verschaffen.
Jelle van den Berg en Theo Hoogwout
www.jobsverzekerd.nl De exclusieve jobsite voor de Nederlandse verzekeringswereld. powered by
nummer 17 - 14 september 2006
33
VB_1706_P34 12-09-2006 11:12 Pagina 34
column
door Hendrik Jan Wiersema, Fire Manager Benelux, ACE Europe
Multinationale verzekeringsoplossing voor het MKB Bedrijven die in toenemende mate actief worden in het buitenland zoeken de zekerheid dat hun investeringen op een afdoende manier zijn beschermd. Het is van belang dat er inzicht is in de omvang van de verzekerde gevaren zodat er geen lacunes in de dekking ontstaan bij een onverhoopte schade. Deze doelstellingen vormen een uitdaging voor alle betrokken partijen: klant, makelaar/tussenpersoon en verzekeraar. In dit artikel worden de diverse elementen nader bekeken.
Outsourcing, nearshoring. Kende u die laatste al? Met de term nearshoring wordt de ontwikkeling bedoeld dat bedrijven een deel van hun activiteiten overbrengen naar een ander, nabijgelegen, land. Voor Nederlandse bedrijven worden dan de andere Europese landen bedoeld. Voormalige Oostbloklanden en Ierland zijn op dit moment de meest populaire bestemmingen. Kijkend naar statistische informatie wordt duidelijk dat met name de voormalige Oostbloklanden steeds belangrijker handelspartners worden. Het lijkt niet lang meer te duren of Polen bijvoorbeeld zal Italië verdringen uit de Top 5 van onze belangrijkste Europese exportlanden. Een Top 5 die al jaren bestaat uit Duitsland, België, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Italië. Niet alleen de grote bedrijven oriënteren zich op vestiging of overname in het buitenland. Ook het MKB ziet haar kansen over de landgrens. Een dergelijke stap vraagt veel voorbereiding en levert veel aandachtspunten op. Eén daarvan is verzekeringen. Vragen als “hoe zorg ik dat mijn buitenlandse vestiging volgens de plaatselijke norm, maar ook volgens mijn norm verzekerd is” en “kan ik dan nog wel bij mijn vertrouwde tussenpersoon of makelaar blijven” komen naar voren. Indien de tussenpersoon of makelaar kiest voor samenwerking met een internationaal werkende verzekeraar, bij voorkeur met een eigen internationaal netwerk, kan de oplossing eenvoudig, overzichtelijk en betaalbaar zijn. Een multinationaal verzekeringsprogramma klinkt ingewikkeld, maar hoeft dat niet te zijn. Min of meer standaard verzekeringsoplossingen zijn ook mogelijk.
Twee aanpakken De eerst in het oog springende risico’s die verzekerd moeten worden om de gedane investeringen voldoende af te schermen, zijn de brandrisico’s (gebouwen, inhoud en bedrijfsschade) en de algemene en productaansprakelijkheid. Grofweg zijn hier twee aanpakken voor. Een multinationaal verzekeringsprogramma of een programma op basis van Freedom of Service. Die laatste is wat ingewikkelder. Bij een multinationaal verzekeringsprogramma wordt gewerkt met een mantelpolis, ook wel masterpolis genoemd, die wordt uitgegeven in Nederland. Deze polis regelt de dekking zoals gewenst en geschikt is voor het Nederlandse moederbedrijf. Daarnaast wordt in het land of de landen waar een bedrijf overgenomen wordt of een nieuwe vestiging wordt gestart een, voor dat land, gebruikelijke (beperkte) verzekeringsdekking afgegeven door de lokale vestiging van de verzekeraar. Deze polis voldoet in ieder geval aan de wettelijke eisen en is
34
vaak ook marktconform voor het bedrijf ter plaatse. Door in de mantelpolis een DIC (Difference in Conditions of Verschil in Condities) en DIL (Difference in Limits of Verschil in Limieten) clausule op te nemen wordt het verschil ten opzichte van de lokaal afgegeven polissen afgedekt tot het door het Nederlandse moederbedrijf gewenste verzekeringsniveau. In geval van schade vindt de behandeling in principe in het betreffende land plaats met de lokale vestiging van de verzekeraar. Het buitenlandse bedrijf kan de haar bekende tussenpersoon of makelaar blijven gebruiken voor het afsluiten van de polis bij de lokale vestiging van de verzekeraar. Mocht er op de lokale polis geen dekking blijken te zijn, dan kan men via het Nederlandse moederbedrijf de mantelpolis aanspreken.
Één polis De Europese Unie maakt het mogelijk om in diverse landen de verzekering af te sluiten op basis van Freedom of Service (FOS). Bij een verzekeringsprogramma op FOS-basis wordt in Nederland, het land van het moederbedrijf, één polis afgegeven waarin de dekking voor alle vestigingen wordt vastgelegd. Indien gewenst kan in het land waar de buitenlandse vestiging is, een certificaat worden afgegeven. In tegenstelling tot de manier van de Mantelpolis wordt in geval van een FOS-polis de totale premie en de assurantiebelasting in rekening gebracht bij het Nederlandse moederbedrijf. Bij de Mantelpolis-constructie betaalt de buitenlandse vestiging de premie en assurantiebelasting aan de lokale vestiging van de verzekeraar. Doordat er geen lokale polis is en er vaak ook geen relatie is tussen de lokale vestiging van de verzekeraar en de buitenlandse vestiging van het Nederlandse moederbedrijf, verloopt de schadebehandeling en overige servicing meestal niet optimaal wanneer er op FOS-basis gewerkt wordt. Centrale behandeling in Nederland van schaden van/bij de buitenlandse vestiging kan een oplossing zijn maar ook dat geeft meestal de nodige problemen. De FOS-oplossing wordt vaak voorgesteld door verzekeraars die niet internationaal werken of geen internationaal netwerk hebben. Een multinationaal verzekeringsprogramma, met een mantelpolis en lokale polissen, is meestal de beste oplossing en behoort ook voor het MKB tot de mogelijkheden Iedere adviseur is dus in staat een multinationaal programma voor Brand en Aansprakelijkheid voor het MKB aan te bieden. Het enige wat hij nodig heeft is een internationaal werkende verzekeraar.
VB_1706_P37 12-09-2006 11:14 Pagina 37
producten
AEGON Auto op Maat; één autopolis voor
30-plus autoverzekering
particulier en ondernemer
Avéro Achmea introduceert een autoverzekering, in het bijzonder bestemd voor bestuurders vanaf dertig jaar. Deze doelgroep, waaronder veel ondernemers, verplaatst zich dagelijks 49 km met een reisduur van 68 minuten*. Deze bestuurders vervangen regelmatig hun auto, zijn veel op de weg en maken vaker kans op (kleine) ongelukken. Daarom ontwikkelde Avéro speciaal voor hen een autoverzekering met veel gemak en een uitgebreide dekking, gecombineerd met een hoge korting vanuit de Bonusladder.
AEGON heeft haar assortiment autoverzekeringen aangepast. De losse particuliere en zakelijke personenautoverzekeringen zijn vernieuwd tot één nieuwe polis voor beide doelgroepen: AEGON Auto op Maat. Met zakelijk wordt hier de individuele zakelijke rijder bedoeld. Voor de overige zakelijke rijders heeft de verzekeraar het Auto-maatpakket op de plank liggen. De premie van het nieuwe autoproduct valt 9 tot 15% lager uit. De premie voor het cascodeel daalt met nog eens 15% extra als men vooraf kiest voor schadeherstel bij één van de 2.600 auto(schadeherstel)bedrijven die zijn aangesloten bij Schadegarant/Glasgarant. Deze ‘schadesturing’ biedt verzekerden bijvoorbeeld ook een verlaging van het eigen risico bij ruitvervanging en gratis vervangend vervoer bij schade. Overigens vergoedt het product geen glasschade als het herstel niet bij Glasgarant is hersteld. Tevens geldt een eigen risicoverhoging van 500 euro als het overige schadeherstel niet bij een Schadegarant bedrijf plaatsvindt. Binnen de basisdekking zijn accessoires in de auto (waaronder ook autonavigatiesystemen vallen) standaard meeverzekerd tot een waarde van 1.250 euro. Daarnaast geldt de nieuwwaarderegeling bij AEGON voortaan voor auto’s tot 70.000 euro. Het eigen risico is voor auto’s met een cataloguswaarde vanaf 35.000 euro tot 70.000 euro verlaagd naar 150 euro. Zakelijke rijders die een AEGON Zakenpakket hebben afgesloten, krijgen nu net als particuliere rijders met een Woon- en VrijeTijdpakket voortaan ook een extra korting van 5% op de premie van Auto op Maat. Het basisproduct kan worden uitgebreid met zes los te sluiten modules. De meest in het oog springende module is de Bonusbeschermer. Hiermee kan jaarlijks éénmaal schade worden gemaakt zonder dat dit de bonus/malus-korting aantast. De premie bedraagt 11% van de totale premie. Deze beschermmodule is ook af te sluiten voor kleine zelfstandigen. De ‘bestuurder en inzittenden dekking module’ geeft voor 59 euro per jaar dekking voor letsel en zaakschade en geldt ook als de gezinsleden zich in een ándere auto bevinden, bijvoorbeeld in een taxi, lease-auto of huurauto. De overige vier modules zijn: ongevallenverzekering voor inzittenden, rechtsbijstand, cascodekking voor aanhangwagens en een cascodekking bij vakantie in het buitenland.
Deze Auto Xcellentverzekering biedt bestuurders een scherpe premie aan met een bonusladder die voorziet in een snelle opbouw met een maximale korting tot en met 80%. Het maakt niet uit of de bestuurder de kilometers zakelijk of privé rijdt. Met de optionele No-claimbeschermer wijzigt na één schade de no-claimkorting niet.De bepaling van de premie houdt ook rekening met de instroom van vele zakelijke diesel- of lpg-auto’s die na drie jaar de particuliere markt instromen en dan veel minder kilometers per jaar gaan rijden. Ook vervalt de diesel- of lpg-toeslag bij auto’s ouder dan vier jaar. De verzekering biedt verder een standaard nieuwwaarderegeling in het eerste jaar voor auto’s met een cataloguswaarde tot € 60.000,- . Binnen de dekking is standaard een mobiel navigatiesysteem tot 500 euro meeverzekerd en na diefstal van autosleutels worden de sloten direct vervangen. Het standaard eigen risico is 135 euro, ook in het segment ‘dure auto’s’. Indien de verzekerde bij schade aan het voertuig ervoor kiest de herstelwerkzaamheden uit te laten voeren door één van de 350 geselecteerde schadeherstelbedrijven dan vervalt het eigen risico. Daarnaast heeft de verzekerde de beschikking over een vervangende auto en wikkelt het schadeherstelbedrijf de financiële gevolgen voor de verzekerde rechtstreeks met de verzekeraar af. (* bron: CBS)
Aanpassing Premium Auto Polis Turien & Co. Turien & Co. Assuradeuren heeft de tarieven en voorwaarden van haar Premium Auto Polis aangepast. Deze polis Polis bevat een aantal bijzondere kenmerken waaronder een vaste premie. Er is geen B/M regeling van toepassing. Tevens geldt een nieuwwaarderegeling van 24 maanden, ongeacht de hoogte van de verzekerde som. Aansluitend wordt een afschrijving gehanteerd van 1,25%, te rekenen vanaf de datum van aflevering. Verzekerden die bereid zijn een voertuig volgsysteem (SCM klasse 5) aan te schaffen, kunnen rekenen op een premiekorting. De cascopremie is mede afhankelijk van de ouderdom van de auto. Ook is het de mogelijk om het eigen risico voor mini cascoschade (w.o. ruitbreuk en diefstal) af te kopen. De verschuldigde premie hiervoor bedraagt € 250. Turien & Co. heeft de Premium Auto Polis in juli 2005 geïntroduceerd en was daarmee de eerste in de markt. De Premium Auto Polis kent een variabele provisie tot een maximum van 20%. Het intermediair beschikt hiermee over de mogelijkheid om direct invloed te hebben op de premiestelling voor haar cliënt.
De actie van Avéro voor de Xcellente autoverzekering voor bestuurders vanaf dertig jaar wordt vergezeld door een radiografisch bestuurbare modelauto. Het is geen gemiddelde middenklasser, maar een BMW Z4 Roadster Cabrio. Naast twee andere modelauto’s maakt deze BMW deel uit van een speciale spaaractie voor het intermediair. Bij iedere tien afgesloten Xcellentverzekeringen ontvangt het intermediair een van de drie gratis modelauto’s. Avéro heeft behalve de genoemde Z4 ook een Ferrari F1 en een Mercedes SLR in het assortiment.
nummer 17 - 14 september 2006
37
VB_1706_P39 12-09-2006 11:14 Pagina 39
producten
Nieuwe WGA-verzekering van Nationale-
Nieuw: Generali VerzuimTotaalPlan
Nederlanden
Generali heeft een nieuwe verzuimtotaaloplossing voor werkgevers geïntroduceerd: het Generali VerzuimTotaalPlan, een op preventie gericht verzuimplan dat bedrijven zekerheid en continuïteit biedt tegen een concurrerend tarief. Met het VerzuimTotaalPlan worden de verzekering en alle organisatorische zaken via één loket geregeld. Hiervoor is Generali een samenwerking aangegaan met vijf verzuimdienstverleners.
Nationale-Nederlanden heeft een nieuwe WGA-verzekering ontwikkeld: de Eigen Beheer Daggeldverzekering (WGA-EBD). Deze verzekering voldoet volgens Nationale-Nederlanden aan alle nieuwe wettelijke eisen en is eenvoudig aan te vragen via Mijn.NN.nl. Verder geldt: hoe efficiënter het verzuimbeleid, hoe scherper de premie. Bestaande WAO/WGA Eigenbeheer Daggeld relaties van Nationale-Nederlanden ontvangen een 10-jaars WGA EBD-dekking tegen gelijke premie. Voor hen gelden geen onverwachte aanpassingen. Alle ziektegevallen die zijn ontstaan na de dag waarop de getekende offerte is ontvangen vallen onder de dekking. De WGA-EBD verzekering bouwt voort op de op 16 augustus geïntroduceerde Ziekengeldverzekering van Nationale-Nederlanden. Het is het tweede inkomensproduct dat via Mijn.NN.nl wordt aangeboden. Dit past in de strategie van Nationale-Nederlanden om via ketenintegratie en straight through processing het verwerkingsproces snel, efficiënt en foutloos te laten verlopen. Op 1 januari 2006 is de WIA in werking getreden. Het UWV verzorgt in principe de WGA-uitkering. Hiervoor betaalt de ondernemer een basis- en een gedifferentieerde premie aan het UWV. Maar ondernemers kunnen er nu ook voor kiezen om, als eigenrisicodrager, de eerste tien jaar van de WGA-uitkering te verzekeren bij NationaleNederlanden. De eigenrisicodrager betaalt dan geen gedifferentieerde premie meer aan het UWV. Zowel grote als kleine ondernemingen kunnen vanaf 1 januari 2007 eigenrisicodrager worden. Voorwaarde is wel dat uiterlijk 1 oktober 2006 door de werkgever een verzoek om uit te treden is ingediend bij de belastingdienst.
Generali biedt AOV-overstapservice In navolging van de banken komt ook Generali Verzekeringsgroep met een overstapservice voor haar klanten. Bij de verzekeraar gaat het om overstappende AOV-ers. Met deze kosteloze service moet het voor intermediairs gemakkelijker worden om lopende arbeidsongeschiktheidsverzekeringen, binnen vijf maanden voor de einddatum, over te sluiten naar een Generali AOV of AOV Extra. De maatschappij zegt steeds vaker verzoeken te ontvangen om elders lopende verzekeringen over te sluiten. Dit wegens de vernieuwing van haar productaanbod. Het gemak wordt bereikt doordat de verzekeraar uitgaat van wat bij de acceptatie is overeengekomen. Ongeacht de gezondheidstoestand van de verzekerde. Aandoeningen die eventueel tijdens de overstapperiode zijn ontstaan, zijn vanaf de ingangsdatum gedekt op de Generali AOV’s. Voorwaarde is wel dat de elders lopende verzekering een uitlooprisico heeft.
De basis van het product wordt gevormd door een verzuimverzekering, waarmee de werkgever de verplichte loondoorbetaling kan opvangen. Hij heeft de keuze uit een verzuimverzekering met een eigen risicotermijn of met een eigenrisicobedrag. Beide met gratis online registratie van en inzicht in ziek- en hersteldmeldingen via Click & Claim. De werkgever kan zelf aangeven wie hij wil verzekeren: al zijn personeel of alleen bepaalde groepen werknemers. De verzuimverzekering kan worden uitgebreid met een pakket verzuimdiensten waarmee de werkgever niet alleen zorgt voor snelle werkhervatting, maar ook voor effectieve verzuimpreventie. Het VerzuimTotaalPlan heeft een ruime keuze uit eigenrisicotermijnen, werkgeverslasten die tot maximaal 40% van de loonsom kunnen worden meeverzekerd, een efficiënte verzuimadministratie via Click & Claim, een verzuimbeleidscan, een hoge vergoeding voor re-integratiekosten en een gratis verhaal- en rechtsbijstandsverzekering. Generali werkt nauw samen met meerdere verzuim-dienstverleners, namelijk: Arbo Active, De Arbodienst, Arbo Unie, Capability en Maetis. Zij staan garant voor persoonlijk en deskundig advies, gericht op duurzame oplossingen. De klant bepaalt zelf welke verzuimdienstverlener het beste bij hem past. Hij profiteert daarbij van abonnementskosten die in relatie tot de huidige markt bijzonder laag zijn. Het intermediair kan het VerzuimTotaalPlan aanbieden aan de hand van een aantal nieuwe materialen, zoals een brochure, een productkaart en een vergelijkingsoverzicht van de verzuimdienstverleners. Daarnaast zijn via Generali’s website voor het intermediair, www.generaligis.nl, de benodigde materialen te downloaden.
CVB SnelSparen CVB Bank introduceerde op 1 september 2006 CVB SnelSparen, een spaarproduct met een spaarrente van 4% (rentestand introductiedag). Met het nieuwe spaarproduct machtigt de klant CVB Bank eenmalig om maandelijks een vast bedrag van minimaal 50 euro en maximaal 250 euro automatisch over te schrijven van zijn bank- of girorekening naar de CVB SnelSparen-rekening. Het spaargeld kan kosteloos opgenomen worden via een overschrijvingsformulier. Klanten met een CVB Privérekening kunnen dat ook doen via de communicatietools internet bankieren of servicefoon.
TA X AT I E gemak Snelle en accurate rapportage ■ Deskundig en onafhankelijk ■
Landelijk werkzaam ■ INTERNET: www.taxatheek.nl
nummer 17 - 14 september 2006
39
VB_1706_P40 12-09-2006 11:15 Pagina 40
beleggen
Gouden Regels voor een goed beleggingsadviesgesprek door F.G. Jansen MBA RBA Senior Partner Instituut voor Toegepaste Beleggingswetenschappen BV Het College Deskundigheid Financiële Dienstverlening heeft bekendgemaakt dat er een bijzondere ministeriële regeling komt met betrekking tot beleggen A. Leven- en hypotheekadviseurs kunnen via een inhaalprogramma (al dan niet in de vorm van een cursus) voldoen aan de deskundigheidseisen.
Natuurlijk zullen de meesten onder u deze drempel probleemloos slechten! Maar dan? Dan wordt u geacht met uw klant echt inhoudelijk te gaan praten over de relevante onderdelen van beleggen. Laten we beginnen bij het begin. Het adviesgesprek. U schuift bij de klant aan tafel en dan begint het. De klant heeft waarschijnlijk een specifieke wens (een expirerende polis, het verkrijgen van een hypothecair krediet, de behoefte om het pensioen goed te regelen etc.). U heeft wel een idee waar u de post kunt of wilt onderbrengen, gegeven de klantfeiten.
Maar u hoort uw klant al roepen: “Ik wil helemaal niet beleggen!” Wat zegt een klant dan eigenlijk? Dat dit daadwerkelijk een concrete wens is. Of roept de klant: “Ik wil het niet want ik begrijp het niet en daarom vind ik het eng; HELP MIJ!” Daarom de tweede Gouden Adviesregel: als de klant zich onzeker toont, help hem dan begrijpen wat beleggen inhoudt. Vertel dat beleggen eigenlijk niets anders inhoudt dan ‘het noodzakelijke rendement maken maar ook niet meer dan dat!’ Maar ook: de nabije toekomst is onzeker. Rendementen kunnen tegenvallen, teleurstelling kan zo de kop opsteken. In het eerste artikel over Beleggen (Het VB no. 8, pag. 30) bent u voorgelicht over de werking van markten en hoe u daar zelf maar zeker ook uw klant mee om zou kunnen gaan. Om het geheugen nog eens op te frissen hierbij deze zogeheten beleggingsprincipes;
En zo belandt u in een spelletje waar u eigenlijk niet in zou moeten belanden. Want dan gaat het eigenlijk alleen nog maar om cijfertjes die op korte termijn een rol spelen. Het strategische belang van de klant (iets dat meestal speelt op een wat langere termijn) blijft onderbelicht of komt niet eens ter sprake.
• langetermijnbeslissingen worden te vaak genomen op kortetermijninformatie • 1% minder rendement (of meer) heeft op langere termijn grootse financiële gevolgen • inflatie is de verborgen geldvernietiger en moet als eerste gecompenseerd worden • spreiding van de inleg (‘middelen’) werkt beter dan proberen de markt te verslaan met enkele willekeurige aankopen of verkopen • de zekerheid over het eindkapitaal wordt groter naarmate de looptijd langer wordt • continue beleggen is pure noodzaak omdat een hoog rendement afhankelijk is van enkele, zeer willekeurig verspreide, goede beursdagen. (Te) veel switchen tussen categorieën werkt op de lange termijn nadelig uit.
Daarom nu de eerste gouden adviesregel; stel vast of beleggen noodzakelijk is. Haal diep adem, zet uw gedachten voor een seconde stil, en lees dan deze vraag minstens tien keer: Geachte klant, kunt u zich veroorloven om NIET te beleggen? U leest het goed. Inderdaad. Niet beleggen. Een vraag die u zou moeten stellen voordat u zich laat verleiden tot het leveren van scherpe calculaties.
Met deze principes op zak kunt u veel onzekerheid bij uw klant weghalen. Garanties kunt u er niet mee geven, maar wel ruimte creëren om uw klant toe te laten komen aan het volgen van zijn strategie. Het zou zo maar kunnen dat uw klant overstag gaat na het aanhoren van uw verhelderende betoog.
En dan komt al snel die ‘Nederlandse’ vraag: “Wat kost dat nou, zo’n aanvullend pensioen? Of hoeveel levert dat nou op per maand, mijn expirerende polis?” En dan gaat u rekenen. Natuurlijk. En natuurlijk wil de klant zo min mogelijk besteden c.q. zo veel mogelijk ontvangen. En daar gaat u voor, want anders doet u geen zaken.
Want als uw klant het zich kan veroorloven om zijn doelstellingen te realiseren zonder daarbij enig risico te hoeven nemen zou u dat ook moeten adviseren. Waarom beleggen als het niet nodig is? Natuurlijk vraagt u zich af wanneer iemand het zich kan veroorloven om niet te beleggen. Wat denkt u zelf? Het antwoord laat zich raden! Daar moet dan tegenover staan dat wanneer uw klant niet anders kan dan beleggen u dat ook zou moeten adviseren. En wanneer bevindt uw klant zich in deze situatie? De scenario’s zijn divers maar hieronder twee voorbeelden die u in uw alledaagse praktijk veel zult tegenkomen.
40
1. De klant heeft een modaal inkomen en hele ambitieuze doelstellingen (eerder stoppen met werken?) U rekent de premie of koopsom uit tegen 7%-8% om daarmee het een en ander betaalbaar te houden. Conclusie: de klant moet gaan beleggen! 2. De klant heeft een beperkt vermogen (één of meer expirerende polissen?) dat een belangrijke aanvulling moet gaan leveren op het inkomen. Conclusie: de klant moet gaan beleggen!
U gaat aan de slag en laat uw klant o.a. een risicoprofiel invullen. Dan wordt het pure noodzaak dat u op de hoogte bent van de derde Gouden Adviesregel: zorg dat de klant een reële kans heeft om zijn doelstellingen te realiseren. Zoals al eerder aangegeven wordt een gegeven rendement vaak gebruikt als basis voor een premie- of koopsomcalculatie. De verzekeraar maakt een offerte, uw klant wordt geaccepteerd en betaalt het verschuldigde. Het risicoprofiel wordt ingevuld en als zelfstandig stuk informatie in het klantdossier opgeslagen. Calculatie en profiel leiden - vaak - gescheiden levens. De premie is berekend op basis van 8%, terwijl de klant aangeeft een
VB_1706_P41 12-09-2006 12:44 Pagina 41
beleggen
neutraal risicoprofiel te hebben. Normaliter geeft een neutraal risicoprofiel geen opening voor een rendement van 8%! Op voorhand kunt u zelf al uitrekenen dat de klant zijn doelstelling niet gaat realiseren. Hoe zou dat zich nou verhouden tot de zorgplicht ...? En ter afsluiting de vierde Gouden Adviesregel: de overwinning wordt pas behaald aan het einde van de wedstrijd. Met andere woorden: het bereiken van de doelstelling wordt pas behaald aan het einde van de looptijd van de polis! Klanten laten zich verleiden door hun sociale en professionele omgeving en vooral de media om hun strategische doelen uit het oog te verliezen. De klant is meer boekhouder dan belegger(!) U wordt als adviseur een winnaar door met de klant concrete afspraken te maken over het volgen van de (waarde)ontwikkelingen van zijn beleggingen en dit regelmatig te (her)ijken op de doelstelling. De conclusie moet dan ook zijn dat een ‘gouden’ adviseur vooral als coach zal fungeren van zijn/haar klanten en voorkomt dat klanten door allerlei verleidingen (media, tegenvallende rendementen) hun strategische doelen uit het oog verliezen.
De rubriek ‘Beleggen’ is een co-productie van Legal & General, Het Verzekeringsblad en diverse gastauteurs. Deze bijdrage is geschreven door Frank Jansen, Senior Partner Instituut voor Toegepaste Beleggingswetenschappen BV.
Bank of Scotland verscherpt NHG-tarieven Bank of Scotland heeft per 6 september 2006 een prijsverlaging van 0,15 procent doorgevoerd voor de NHG-tarieven. De grote groep consumenten die hypotheken kunnen sluiten met Nationale Hypotheek Garantie kan daar voordeel van hebben. Consumenten kunnen zelf een hypotheek afsluiten via www.bankofscotland.nl, maar kunnen ook terecht bij één van de 2500 samenwerkende intermediairs. Bank of Scotland maakt deel uit ban HBOS plc, de grootste hypotheekbank van het Verenigd Koninkrijk.
NN rentevoordeelmaand Nationale-Nederlanden geeft deze maand rentekorting bij het afsluiten van een hypotheek. Klanten kunnen binnen de actievoorwaarden de rente van hun hypotheek bijvoorbeeld twintig jaar vastzetten tegen het 10-jaarstarief of tien jaar vast tegen het 7-jaarstarief. Dit najaarsoffensief is onderdeel van de hypothekencampagne ‘Geen huis zonder hypotheek van Nationale-Nederlanden’. De rentekortingsactie wordt ondersteund door een nieuwe radiocommercial. Naast deze rentekorting geeft de maatschappij tot en met 31 oktober 2006 ook 15% extra korting op de Overlijdensrisico Verzekeringen (ORV). Dit percentage komt dan bovenop de al bestaande korting van 15% waardoor de totale korting 30% is.
Specialisten voor Specialisten Net zoals u zijn wij specialist. Ons vakgebied is risicobeheer voor ondernemers. Al ruim 25 jaar zijn wij onafhankelijk makelaar in beroepsaansprakelijkheidsverzekeringen. Samen met u als ondernemer, zorgen we voor een optimale bescherming van de continuïteit van uw bedrijf. Wilt u meer weten? Bezoek onze site www.schouteninsurance.com Schouten Insurance International b.v. ’s Gravenweg 431 3065 SC Rotterdam Telefoon 010 - 288 49 00
Ons specialisme is risicobeheer voor o.a.:
• Assurantie-intermediairs, hypotheek-, krediet- en pensioenadviseurs. • Makelaars, beheerders en taxateurs in onroerende zaken. • Advocaten, accountants en belastingadviseurs.
verzekerd van een specialist
nummer 17 - 14 september 2006
41
VB_1706_P42 12-09-2006 11:17 Pagina 42
profiel
Processen AXA afgestemd op intermediair slechte performance waarin weinig ontwikkeling viel te constateren. Hierop volgde de overname van UAP door AXA, waardoor de Nederlandse AXA-dochter Equity & Law de performanceproblemen van UAP-NieuwRotterdam erfde. En zo startte het Nederlandse AXA al direct met een achterstand en werd daar in de performanceonderzoeken hard op afgerekend. Vorig jaar nog uitte AXA-kopman Jan van de Berg in een artikel in VB boos en teleurgesteld over de uitkomsten van het NIPO-performanceonderzoek, waarin hij zijn maatschappij niet herkende. Bij zorg en schade was immers alles juist weer op orde en toch was er geen waardering daarvoor. Hij zei toen over leven: “Bij leven hebben we inderdaad een probleem gehad (...) AXA heeft miljoenen geïnvesteerd in de systemen en processen bij leven. Ik begrijp niet dat we daar niet de waardering voor krijgen die we verdienen. Dit voelt als een onterechte bekeuring.”
Een ding tegelijk
Eind vorige week zond AXA haar relaties de brochure ‘Service Special’ waarmee de verzekeraar duidelijk wil maken wat ze allemaal doet en al heeft gedaan om haar operationele service voor levensverzekeringen te optimaliseren. Niet dat AXA er nu is, dat vinden ze zelf ook niet. Maar de service is inmiddels wél verbeterd. En van hieruit is het een kwestie van blijvend verbeteren, zodat de service op termijn met kop en schouders boven de rest uitsteekt. ‘Uitblinken in service’ zo valt in de brochure te lezen. Directie en medewerkers hebben zich gecommitteerd. Een stevige claim, zeker voor een verzekeraar die al een aantal jaren wordt getergd door een matig imago als het om performance gaat. Het VB sprak daarover met Soedesh Ramdaras, directeur Operations Leven en met Olaf de Louwere, manager Medische Acceptatie: “We zijn nu bezig de service op peil te brengen, daarna gaan we service als onderscheidend vermogen gebruiken.” Kan het intermediair nu opgelucht ademhalen? Want laten we er geen doekjes om winden. De performance van AXA was de afgelopen jaren ronduit slecht. Althans, dat is de perceptie van de markt. En of dat nu terecht is of niet doet er niet zoveel toe, dat imago heb je nu eenmaal. Ramdaras: “Dat is ook zo. En zoals je stelt, lang niet altijd terecht. Onze service in schade is op peil na eerdere problemen. Onze service in AOV-verzekeringen is excellent en ziektekosten, dat op orde was, hebben we verkocht aan Avéro Achmea. Leven was ondermaats en daar werken we momenteel heel hard aan.”
Keuze voor performance De matige performance van AXA heeft een aantal oorzaken. De feiten gaan terug naar eind jaren negentig toen UAP Nederland en NieuwRotterdam tijdens een zeer lang traject fuseerden. Een tijd van
42
De verzekeraar heeft vervolgens een aantal keuzes gemaakt en alles op alles gezet om de service voor de kantoren die zaken met haar doen op een heel hoog niveau te brengen. Louwere: “Aangezien het alles met perceptie heeft te maken, hebben we ervoor gekozen om die perceptie te beïnvloeden met argumenten: zeer concrete en tastbare verbeteringen. Maar dan wel verbeteringen waarom het intermediair waarmee wij samenwerken zélf heeft gevraagd. Als dé intermediair maatschappij kiezen wij voor operational excellence. Daar hebben we het laten liggen. Onze producten zijn goed, dus daar gaan we nu niet aan sleutelen. Eén ding tegelijk. Het gaat nu puur om de kwaliteit van de dienstverlening.” Een paar jaar geleden is er fors geïnvesteerd in één nieuw platform voor alle Universal Life-producten, waarnaar deze geconverteerd zijn, onafhankelijk uit welke stal ze oorspronkelijk afkomstig zijn. Ramdaras: “Dat traject was veel omvangrijker dan verwacht en heeft anderhalf jaar langer geduurd dan aanvankelijk werd gedacht. Met als gevolg dat wij onze beste krachten elders niet konden inzetten. Een enorme investering, maar wel een die moest. Met als keerzijde dat de performance hard achteruit holde.” Nu de conversie voor een belangrijk deel achter de rug is (70.000 van de 120.000 polissen zijn geconverteerd) kan AXA die krachten echter wel inzetten om de processen te verbeteren en dat doet ze dan ook.
Proces in kaart Daarbij wordt gebruikgemaakt van de AXA Way-methodiek, een methodiek die door AXA wereldwijd wordt gebruikt en die uit de automobielindustrie afkomstig is. Ramdaras: “Deze methodiek stelt ons in staat het hele proces te ontrafelen en duidelijk te maken welke stappen er worden gezet en hoeveel tijd dat kost. Daarnaast hebben we in een klantonderzoek aan de intermediairs gevraagd wat zij nu echt belangrijk vinden. En dan blijkt dat zij een hypotheekpolis helemaal niet binnen een week hoeven te hebben. Wat wel belangrijk is, is dat de dekkingsverklaring binnen een dag binnen is. Een serviceopgave voor iemand die zijn hypotheek wil aanpassen moet er binnen drie dagen zijn. Door daarnaar veel verfijnder door te vragen hebben we nu een overzicht waaruit heel duidelijk wordt wát onze klanten van ons verwachten, wat zij onder service verstaan. Door het meten van onze processen enerzijds en het vragen wat de klant wil anderzijds kunnen we de zaken heel goed op elkaar afstemmen met de AXA Way-methodiek en daarmee de service gaan bieden die de klant wil.”
VB_1706_P43 12-09-2006 11:17 Pagina 43
profiel
Snel resultaat Gaan bieden? Dat is toekomstige tijd. De Louwere: “Dat klopt, we kunnen niet alles tegelijk, maar we hebben al een aantal zaken gerealiseerd. We weten dat we een aantal zaken structureel moeten verbeteren, daar werken we nu aan via de Way-methodiek, en daarnaast hebben we aan een aantal quick wins gewerkt. En voor die zaken geven we ook garanties af. Daar kunnen relaties ons op afrekenen.” Waarop zoal? Ramdaras: “Een heel belangrijke is de salarisaanpassing. Vanaf februari hebben we intermediairs uitgenodigd de salarisaanpassingen snel aan te leveren. Daar gaven wij garantie op doorlooptijden en een foutenpercentage voor af. Dat was voor ons ook een belangrijke showcase: kunnen we dit wel aan?” Wat als jullie het niet hadden kunnen waarmaken? Ramdaras: “Het was een gecalculeerd risico. We wisten dat het zou gaan lukken. Onze medewerkers wisten wat er op het spel stond en hebben hard en gemotiveerd gewerkt. Bij aanleveren van de salarisaanpassing ontving het intermediair nog dezelfde dag een bericht van ons met de belofte dat de polis binnen acht weken bij hem op de deurmat ligt. Daarbij gaven we een maximaal foutenpercentage van 2% af. Dat heeft ons extra verplicht goed werk te leveren, de interne doelstelling was om binnen zes weken aan te leveren en daaraan is keihard gewerkt.” Het resultaat is er ook naar. Ruim 12.000 polissen zijn verwerkt, waarvan tweederde binnen zes weken, bijna een vijfde binnen acht weken en 16% is in overleg met het intermediair op een afgesproken tijdstip geleverd. Het foutenpercentage lag op 1,6%.
sier zal worden afgelegd. Ramdaras: “Alle aanvragen worden binnen een dag teruggekoppeld en bij mutaties is dit in 91% het geval. De achterstanden zijn hiermee weggewerkt.” Naast het completeren van dossiers werkt AXA ook aan een betere bereikbaarheid van de mensen. De Louwere: “En dan hebben we het niet over kwantitatieve bereikbaarheid, maar over kwalitatieve bereikbaarheid. Het is wel leuk als je binnen tien seconden iemand aan de lijn hebt, maar je hebt er niets aan als het niet de juiste persoon is. Ook daar hebben we een programma voor opgesteld en bijna negen van de tien gesprekken komen nu direct bij de juiste persoon terecht.”
Intern Het borrelt flink bij jullie en het gaat de goede kant op. Kunnen jullie dit vasthouden? De Louwere: “Weet je, een van de belangrijkste aspecten in deze operatie is de wil en de motivatie van onze mensen. Het intermediair doet graag zaken met mensen die ook graag die zaak willen doen. Samen zakendoen, daar draait het om. Toen we het hele proces in kaart brachten was de rol van de medewerkers groot. Ze zien nu ook heel goed welke invloed zij op het proces hebben en wat het belang van hun bijdrage is. Ze kennen het resultaat: een tevreden klant. Daaraan werken ze week in week uit.” Ramdaras: “Je ziet daardoor het enthousiasme bij onze mensen groeien, ook door de positieve terugkoppeling van relaties. Daardoor willen ze eigenlijk zelfs presteren boven de norm, zo gemotiveerd zijn ze. Ter illustratie: we kunnen ten opzichte van vorig jaar 40% meer productie in arbeidsongeschiktheidsverzekeringen aan, met dezelfde mensen en een betere bereikbaarheid. Dat zegt wel veel!”
Loop Een andere ‘bottleneck’ was de achterstand. En omdat achterstand altijd tot meer achterstand leidt zette AXA extra capaciteit in om schoon schip te maken. Daarnaast kan op basis van de huidige kennis van de processen ook een betere inschatting worden gemaakt van de toekomstige werkzaamheden, waardoor er afhankelijk van de hoeveelheid werk meer of minder capaciteit wordt ingezet. Zo kan worden voorkomen dat er nieuwe achterstand zou kunnen ontstaan. Om blijvend betere service te kunnen leveren verlangt AXA echter ook van het intermediair een inspanning. Ramdaras: “Weet je dat 42% van alle aanvragen voor een hypotheekgebonden verzekering niet compleet zijn? Er ontbreken gegevens zoals een gezondheidsverklaring of bankrekeningnummer van de klant. Ook dat werkt natuurlijk vertraging in de hand als onze mensen op al die dossiers moeten nabellen. Bovendien zonde van de tijd. Die kunnen we beter gebruiken om het intermediair van dienst te zijn. Zo kom je in een loop terecht.” De Louwere: “Wij hebben al die dossiers eens geanalyseerd en dan blijkt er een top drie te zijn van dingen die worden vergeten bij de aanvraag. Dus wij kijken intern hoe we daar iets aan kunnen doen. Bijvoorbeeld door duidelijker te communiceren wat er allemaal bij de aanvraag hoort. Iedere verzekeraar heeft zo zijn eigen zaken die hij wil hebben, er is geen standaard en dat werkt natuurlijk best verwarrend. Dus daarin moeten we waarschijnlijk nog duidelijker zijn naar onze relaties en hen duidelijk maken dat het ook in hun eigen belang is om de zaken compleet aan te leveren.” Om de dossiers compleet te krijgen neemt AXA direct bij ontvangst van een aanvraag of mutatie contact op met het intermediair, als deze onvolledig binnenkomt. Daarna volgt een aantal rappelacties, en als die niets opleveren krijgt het intermediair de mededeling dat het dos-
Van Luin 20 jaar Deze maand viert Van Luin Assurantie Groep in Utrecht zijn twintigjarig jubileum. Het bedrijf van Bert van Luin en zijn echtgenote richtte zich vanaf het begin op de zakelijke markt. Het bedrijf is qua omvang de afgelopen twintig jaar uitgegroeid tot een middelgroot kantoor. Inmiddels vormen Geert Jan Brouwer, Robert Havekotte en Siemon Vegter het managementteam. De Van Luin Assurantie Groep stelt zich op een aantal terreinen te onderscheiden van andere adviseurs. Zo heeft Van Luin aan de wieg gestaan van IBA, de International Insurance Brokers Association. Een aantal onafhankelijke assurantiemakelaars heeft in 1987 een start gemaakt met dit wereldwijde netwerk, dat nu leden heeft in maar liefst 120 landen. In Nederland is de Van Luin Assurantie Groep de enige aangesloten IBA-partner. Door dit netwerk is Van Luin in staat haar klanten internationaal te ondersteunen op alle verzekeringszaken. Robert Havekotte: “Dit is natuurlijk voor onze zakelijke klanten van grote waarde.” Een paar jaar geleden is een specifieke hypotheekpoot toegevoegd. Van Luin Hypotheken voldoet aan dezelfde standaard als de groep maar richt zich ook op de hypotheekadviezen voor zelfstandige ondernemers, DGA’s en medewerkers van zakelijke klanten van Van Luin. Voor de medewerkers van de bedrijfsrelaties zijn speciale arrangementen samengesteld. Dit wordt door werknemers en werkgevers zeer goed ontvangen. Van Luin Hypotheken draagt op deze wijze bij aan het arbeidsvoorwaardenpakket van de werkgever.
nummer 17 - 14 september 2006
43
VB_1706_P44 12-09-2006 11:18 Pagina 44
Europees recht
Bedrijfsleven en financiële wereld onvoldoende voorbereid
Buitenlands faillissementsrecht kan risico zijn voor Nederlandse schuldeisers verzorgd door Manon H.R.N.Y. Cordewener
Op 31 mei 2002 is in de Europese Unie, met uitzondering van Denemarken, de Europese verordening inzake grensoverschrijdende insolventieprocedures in werking getreden (de ‘Europese Insolventieverordening’).1 Één van de belangrijkste doeleinden van de Europese Insolventieverordening is het bevorderen van een goed werkende interne markt. Volgens de Europese Insolventieverordening moet worden verhinderd dat er voor natuurlijke- dan wel rechtspersonen prikkels bestaan om ter verbetering van de eigen rechtspositie bepaalde goederen van de ene naar de andere lidstaat worden over te brengen.2 ‘Forum shoppen’ noemen we dat. Kern van de Europese Insolventieverordening is het begrip ‘centre of main interest’, ofwel het ‘centrum van de voornaamste belangen’, in jurisprudentie en literatuur inmiddels eenvoudigweg afgekort tot COMI. Daar waar een schuldenaar zijn COMI heeft, dus in die lidstaat waarin het centrum van de voornaamste belangen van die schuldenaar is gevestigd, is de rechter bevoegd ten aanzien van die schuldenaar een insolventieprocedure te openen, de ‘hoofdprocedure’ genoemd. Heeft diezelfde schuldenaar vervolgens nog een vestiging in een andere lidstaat, dan kan ten aanzien van die vestiging vervolgens nog een ‘secundaire’ insolventieprocedure worden geopend.3 In dit artikel zal ik mij beperken tot (de gevolgen van) de hoofdprocedure, omdat de consequenties daarvan groter zijn. Op grond van artikel 16 van de Europese Insolventieverordening dient de beslissing tot het openen van een hoofdprocedure in alle andere lidstaten automatisch te worden erkend. Is door een rechter in een bepaalde lidstaat dus eenmaal een hoofdprocedure ten aanzien van een bepaalde schuldenaar geopend, omdat hij van mening is dat de COMI van die betrokken schuldenaar in zijn eigen lidstaat is gelegen, dan mag die beslissing door geen enkele andere rechter in welke andere lidstaat dan ook worden genegeerd. Uitgangspunt daarbij vormt het beginsel van het wederzijdse vertrouwen. Een rechter in Nederland behoort er dus kennelijk op te vertrouwen dat wanneer aan een rechter in Italië of Spanje wordt verzocht het faillissement van een (overigens statutair in Nederland gevestigde) schuldenaar uit te spreken, die Italiaanse of Spaanse rechter dat faillissement alleen dan zal uitspreken wanneer de COMI van de betrokken schuldenaar ook daadwerkelijk in Italië of Spanje is gevestigd. Zelfs in het geval dat rechters van twee lidstaten zich beiden bevoegd zouden achten
44
een hoofdprocedure te openen, omdat ze beiden van mening zijn dat de COMI van de betrokken schuldenaar in hun eigen lidstaat is gevestigd, moet dit conflict volgens de Europese Insolventieprocedure volgens het hierboven genoemde vertrouwensbeginsel worden opgelost en mogen de rechters elkaars beslissing niet toetsen. En daarbij geldt: de eerst uitgesproken beslissing telt. Is ten aanzien van een bepaalde schuldenaar eenmaal een hoofdprocedure uitgesproken, dan geldt op grond van artikel 4 van de Europese Insolventieverordening dat niet alleen die hoofdprocedure zelf, maar ook de gevolgen daarvan, worden beheerst door het recht van de lidstaat op het grondgebied waarvan de hoofdprocedure is geopend (de ‘lex concursus’).
Verstrekkende gevolgen Het is deze bepaling, in combinatie met de vaststelling waar de COMI van een bepaalde schuldenaar is gevestigd en de verplichte automatische erkenning van de hoofdprocedure (en daarmee het toepasselijke recht op die hoofdprocedure) in de andere lidstaten, die maken dat de Europese Insolventieverordening voor iedereen die ermee te maken heeft, verstrekkende gevolgen kan hebben. De vraag is of het bedrijfsleven en de financiële instellingen, die geregeld zaken doen met leveranciers, afnemers, groepen van vennootschappen en overige bedrijven met grensoverschrijdende activiteiten, zich dit voldoende realiseren. Gold vóór de inwerkingtreding van de Europese Insolventieverordening nog dat rechtspersonen alleen in die lidstaat failliet konden worden verklaard waarin hun statutaire zetel gevestigd was, sinds de inwerkingtreding van de Europese Insolventieverordening geldt dat een rechtspersoon die statutair in Nederland is gevestigd, ook naar buitenlands recht failliet kan worden verklaard. Met dien verstande dat de COMI van die in Nederland opgerichte rechtspersoon in het buitenland is gevestigd.
Waar is de COMI gevestigd? Waar de COMI van een bepaalde schuldenaar is gevestigd, zal niet altijd eenvoudig zijn vast te stellen. Met name niet indien een schuldenaar grensoverschrijdende activiteiten verricht of zelfs in meer lidstaten actief is. Hoewel op grond van artikel 3 van de Europese Insolventieverordening ten aanzien van vennootschappen en rechts-
VB_1706_P45 12-09-2006 11:18 Pagina 45
Europees recht
personen als uitgangspunt geldt dat de COMI vermoed wordt te zijn gevestigd in dezelfde plaats als waar de betrokken vennootschap of rechtspersoon haar statutaire zetel heeft, is dat vermoeden voor tegenbewijs vatbaar. Zo kan het gebeuren dat een in Nederland gevestigde (groep van) vennootschap(pen) naar Engels recht failliet wordt verklaard en omgekeerd. Zo oordeelde bijvoorbeeld The High Court of Justice (Chancery Division, Companies Court) bij ‘order’ van 15 juli 2005, dat de statutair in Nederland gevestigde dochters uit het Collins & Aikman concern, alle naar Engels recht in Administration konden worden toegelaten, omdat naar het oordeel van de Engelse rechter de COMI van al die vennootschappen in Engeland was gevestigd.4 In het omgekeerde geval oordeelde de Rechtbank Rotterdam (later in hoger beroep bekrachtigd) dat de COMI van Interrexx Enterprises Ltd. in Nederland lag, terwijl de vennootschap statutair gevestigd was in Engeland.5 Hoewel in de Europese Insolventieverordening wel degelijk aanknopingspunten te vinden zijn aan de hand waarvan de COMI van een bepaalde schuldenaar kan worden bepaald, leert de praktijk dat deze aanknopingspunten door de rechters in de verschillende lidstaten niet steeds op dezelfde wijze worden uitgelegd. Zo geldt bijvoorbeeld op grond van de Europese Insolventieverordening dat het ‘centrum van de voornaamste belangen’ dient overeen te komen met de plaats waar de schuldenaar gewoonlijk het beheer over zijn belangen voert en die daardoor als zodanig voor derden herkenbaar is.6 In de praktijk blijkt dit uitgangspunt door de rechters in de verschillende lidstaten niet eenduidig te worden uitgelegd. Zo wordt voor de bepaling van waar de COMI van een bepaalde schuldenaar is gevestigd in Engeland veelal aansluiting gezocht bij de plaats van waaruit de centrale leiding van de schuldenaar wordt gevoerd. In Nederland daarentegen lijkt de bepaling van de plaats waar de COMI is gevestigd veelal te zijn gebaseerd op de plaats van waaruit de schuldenaar het contact met zijn schuldeisers onderhoudt. En zo blijft het voor schuldeisers lastig de risico’s van een faillissement op voorhand goed in te schatten.
Impact op schuldeisers De belangrijkste reden waarom het er voor schuldeisers niet eenvoudiger op is geworden de risico’s van een faillissement goed in te schatten, heeft te maken met het feit dat zolang niet op voorhand (aan de hand van objectieve maatstaven) is vast te stellen waar de COMI van een bepaalde schuldenaar is gevestigd, de schuldeisers van de betrokken schuldenaar rekening zullen moeten houden met het feit dat hun schuldenaar naar het recht van een andere lidstaat failliet kan worden verklaard, met alle gevolgen van dien. Zo kunnen de schuldeisers niet alleen te maken krijgen met een buitenlandse curator, hetgeen nog het minst bezwaarlijk is, ze kunnen ook te maken krijgen met buitenlands faillissementsrecht waarmee op voorhand géén rekening is gehouden en waarvan de inhoud doorgaans ook onbekend is. Als hoofdregel geldt op grond van artikel 4 van de Europese Insolventieverordening immers dat niet alleen de hoofdprocedure zelf, maar ook de gevolgen daarvan, worden beheerst door het recht van de lidstaat op het grondgebied waarvan de hoofdprocedure is geopend, de zogenaamde ‘lex concursus’.
goederen. Het is ook deze lex concursus die bepaalt wat de rechten van de schuldeisers zijn die op basis van een zakelijk recht reeds gedeeltelijk zijn voldaan en (niet onbelangrijk) onder welke voorwaarden door de curator een beroep op de faillissementspauliana kan worden gedaan.7 Allemaal risico’s waarmee schuldeisers in de praktijk doorgaans geen rekening houden en vaak ook niet willen houden.
Verbeteren positie schuldeisers De praktijk leert dat niet alleen leveranciers, maar ook financiers vaak onvoldoende zijn voorbereid op de risico’s die verbonden zijn aan het faillissement van één van hun (belangrijkste) afnemers of cliënten. Zelfs indien bekend is dat die afnemers of cliënten grensoverschrijdende activiteiten verrichten en zelfs indien bekend is dat de afnemers of cliënten in meer landen actief of gevestigd zijn. Hoewel zowel leveranciersrisico’s als kredietrisico’s voor een belangrijk deel zijn af te dekken en hoewel het mogelijk is om de oninbaarheid van vorderingen te verzekeren, gebeurt het in de praktijk niet zelden dat pas over dit soort zaken wordt nagedacht als het eigenlijk al te laat is. De inwerkingtreding van de Europese Insolventieverordening noopt er volgens mij toe hier verandering in te brengen. Juist vanwege de toegenomen onzekerheid omtrent de COMI van een bepaalde schuldenaar en daarmee omtrent het recht dat later van toepassing zal zijn, mocht die schuldenaar onverhoopt failliet gaan, doen leveranciers en financiers er naar mijn idee verstandig aan op voorhand beter in te schatten wat hun risico’s in dit opzicht zijn.
Zakelijke zekerheidsrechten Voor leveranciers en financiers zal dat er naar mijn idee op neerkomen dat zij, vaker dan nu gebruikelijk is, gebruik zullen moeten maken van de zakelijke zekerheidsrechten zoals ons recht die biedt, zoals bijvoorbeeld het (voorbehouden) pandrecht en dat zij, vaker dan ze nu doen, ‘handig’ gebruik zullen moeten gaan maken van buitenlands recht. Een leverancier die regelmatig zaken doet met een afnemer die weliswaar statutair in Nederland gevestigd is, maar het contact met zijn crediteuren doorgaans vanuit het hoofdkantoor in Duitsland onderhoudt, doet er niet alleen verstandig aan zich af te vragen wat de consequenties voor hem zouden zijn wanneer zijn afnemer naar Duits recht failliet zou worden verklaard, hij doet er ook verstandig aan te bezien in hoeverre hij zijn positie in dat Duitse faillissement zou kunnen verbeteren door op onderdelen (zoals bijvoorbeeld op het terrein van het eigendomsvoorbehoud) gebruik te maken van dat Duitse recht. En is dat alles op voorhand niet in te schatten of wegen de kosten van een dergelijk grensoverschrijdend onderzoek niet op tegen de te verwachten baten, dan ligt het voor de hand die risico’s eenvoudigweg te verzekeren. Manon H.R.N.Y. Cordewener advocaat bij Lovells in Amsterdam
1 Verordening (EG) nr. 1346/2000 van de Raad van de Europese Unie d.d. 29 mei 2002 (PbEG L 160\1). 2 Zie rechtsoverweging 2 en 4 van de Europese Insolventieverordening. 3 Vgl. artikel 3 lid 2 Europese Insolventieverordening.
Lex concursus
4 Vgl. Rb. ‘s-Hertogenbosch 31 oktober 2005, JOR 2006, 56 (m.nt. P.M. Veder).
Zo is het deze lex concursus, en dus niet het recht dat op de onderlinge verhouding tussen de schuldeiser en schuldenaar zelf van toepassing is (de ‘lex contractus’), die bepaalt onder welke voorwaarden een beroep op verrekening kan worden gedaan en wat de regels zijn omtrent de verdeling van de opbrengst van de te gelde gemaakte
5 Hof Den Haag 8 april 2003 (Interrexx Enterprises Ltd. / MBI Beton A.J. van der Meijden B.V.), niet gepubliceerd. Zie hierover ook: J.F.L.P.M. Vrancken Peeters, Het centrum van voornaamste belangen: Nederlands of Europees?, V&O juni 2005, nr. 6, p. 107. 6 Zie overweging 13 bij de Europese Insolventieverordening. 7 Zie artikel 4 lid 2 onder (d), (i) en (m) Europese Insolventieverordening.
nummer 17 - 14 september 2006
45
VB_1706_P47 12-09-2006 11:19 Pagina 47
met name(n)
Anton Cornel verruilt Fortis voor Marsh Anton Cornel - zal vanaf 1 november als Director Broking Marine leiding geven aan de afdelingen Marine Hull, Marine Cargo C.A.R. en Credit bij Marsh. Paul Soeteman - draagt hiermee zijn verantwoordelijkheden voor Marine over aan Cornel, maar blijft wel aan Marsh verbonden als adviseur van de Executive Committee van Marsh Nederland. Cornel is momenteel Vice President Marine Netherlands bij Fortis Corporate Insurance.
Wijzigingen in top Reaal Verzekeringen Hans Wilkes - treedt terug als lid van de hoofddirectie van Reaal Verzekeringen. Wilkes heeft aangekondigd verder te willen als zelfstandig ondernemer, samen met Guido Witpen -, die werkzaam is als directeur Verkoop Intermediair van Reaal Verzekeringen. Op dit moment is er nog niets bekend over de opvolging van Wilkes. Jim Oorbeek - treedt aan als directeur Programmamanagement & bedrijfsbureaus bij Reaal Verzekeringen. Oorbeek volgt hiermee Wim Henk Steenpoorte - op, die lid is geworden van de hoofddirectie van Reaal Verzekeringen. Oorbeek is afkomstig van Brighthouse waar hij actief was als interim manager en programmamanager.
Ewoud Bom in directie Nassau verzekeringen Ewoud Bom - is toegetreden tot de directie van Nassau verzekeringen. Bom zal zich toeleggen op de verdere implementatie van een integraal riskmanagementbeleid waaronder herverzekeringen, acceptatierichtlijnen en verzekeringstechniek vallen. Bom zat hiervoor in het managementteam Riskmanagement van Fortis Verzekeringen. De directie van Nassau Verzekeringen bestaat nu uit Dick de Boer -, Onno Paymans - en Ewoud Bom.
Nieuwe CEO voor ELQ Hypotheken Richard Bolton - is aan de slag gegaan als Managing Director en Chief Executive Officer bij ELQ Hypotheken. Bolton heeft zijn ervaring opgedaan in de hypotheek- en retailbanksector in de Engelse financiële dienstverlening.
For All Finance breidt uit Inge Petit - is benoemd tot Recruitment Consultant bij For All Finance. Petit bemiddelt voor vaste functies binnen de financiële dienstverlening. Petit is afkomstig van Reaal. Annelies Delsman - is aangesteld als Business Manager voor de Project- en Interimmanagement tak van For All Finance.Dit deel van de organisatie zorgt voor plaatsing van Interim Professionals. Delsman werkte hiervoor voor IIR.
Joop Feilzer legt bestuurlijke functies neer bij Fortis Joop Feilzer - legt per 1 oktober al zijn bestuurlijke functies neer en gaat zich alleen nog toeleggen op toezichthoudende taken bij Fortis. Op 1 november 2005 verliet Feilzer het Fortis Executive Comittee. Als lid van het Management Committee van Fortis Bank bleef hij verantwoordelijk voor Fortis Investments en voor Fortis Bank Nederland als voorzitter van de Raad van Commissarissen. Met de benoeming van Lex Kloosterman - is nu de tijd daar voor Feilzer om zijn bestuurlijke functies neer te leggen. Feilzer was voorheen werkzaam o.a. voor Amro Bank, American Express en de Nederlandsche Credietbank. Feilzer heeft bij Fortis diverse functies bekleed, zowel op concernniveau als bij de bank en verzekeringsdivisies.
Fred van der Meer benoemd bij AXA Schade Fred van der Meer - is benoemd als Branchemanager Brand, Transport en Technische verzekeringen bij AXA Schade.Van der Meer is afkomstig van Delta Lloyd Schadeverzekeringen waar hij de functie van Manager Verzekeringscentrum Voer & Vaartuigen (v&v) en Particuliere Verzekeringen, Manager Bedrijven Schade Materieel en Manager Bedrijven Acceptatie bekleedde.
Sylvia van de Kamp-Vergeer benoemd bij Fortis MeesPierson Sylvia van der Kamp - is benoemd tot Managing Director of Investments (regio Nederland en Curaçao) bij Fortis MeesPierson. Van der Kamp was hiervoor werkzaam bij Fortis MeesPierson als directeur Stichtingen & Verenigingen bij het onderdeel Private Wealth Management.
René Oud manager verkoop bij ONVZ René Oud - is in dienst getreden bij ONVZ als manager verkoop. Oud wordt hiermee verantwoordelijk voor de landelijke verkoop binnen ONVZ en het relatiebeheer met intermediairs. Oud is afkomstig van Menzis waar hij werkzaam was als adjunct directeur marketing & verkoop.
Personeelswisselingen bij Saelmans Assurantiën Roland Sieben - heeft Saelmans Assurantiën verlaten om in dienst te treden bij Allianz als medewerker in de binnendienst. Dit biedt ruimte voor het opnemen van twee nieuwe medewerkers in het team financiële dienstverlening: Lisette Janssen - en Rob Kluijtmans -.
Arnoud Goldman benoemd tot accountmanager bij Newtel Essence Arnoud Goldman - is in dienst getreden als Account Manager bij Newtel essence. Goldman zal zich in zijn nieuwe functie voornamelijk richten op de segmenten IT, uitgeverijen en media op het gebied van klantcontact management. Goldman is afkomstig van Azlan Network Distribution waar hij diverse functies heeft bekleed, laatstelijk die van Sales Manager.
nummer 17 - 14 september 2006
47
VB_1706_P48 12-09-2006 11:20 Pagina 48
MV&D!
Hoe klantgericht bent u?
MV&D! Marketing, Verkoop & Distributie!
‘Mijn intermediair begrijpt me niet’ Stelt u zich even voor: u komt bij de huisarts. U bent koud binnen en hij trekt zijn pen en blocnote al om een receptje uit te schrijven. U begint: “Ik heb de laatste tijd wat last van...” maar ook zonder die informatie schijnt uw huisarts precies te weten wat hij u moet voorschrijven. Twee minuten later staat u verbouwereerd weer buiten, een recept in de hand. Voelt u zich onbegrepen? Als u zich afvraagt waar ik naar toe wil, leest u dan
door Alexander van Loon directeur Marketing & Distributie AXA Verzekeringen
verder. Want ik wil het graag met u hebben over klantoriëntatie! Je zou goed geboerd hebben wanneer je begin jaren negentig geld had gestoken in een beleggingsfonds dat was gekoppeld aan de Standard & Poor’s 500 Stock Index. Had je daarentegen belegd in een bedrijvenfonds dat uitblinkt in klantmanagement, dan was het rendement op je investering 300% hoger geweest! De boodschap is duidelijk: bedrijven die hun klantenbetrekkingen actief managen, en er zorg en aandacht aan besteden, zijn voor hun aandeelhouders veel meer waard. Ondanks de aandacht die klantmanagement en klantgerichtheid in veel bedrijven en in de pers krijgen is het toch maar een handjevol bedrijven dat erin slaagt om zijn klantgerichtheid dáár in de praktijk te brengen waar het erop aankomt: bij elk klantcontact, elke dag weer.
Persoonlijk contact is écht onderscheidend
- Het belang van klantmanagement - Onderscheid door persoonlijk contact - De praktijk van uw kantoor
In een aantal Europese landen heeft AXA onderzocht hoe de eindklant de performance op een aantal factoren beoordeelt. De meest opvallende conclusie is dat snelheid minder belangrijk is dan we met zijn allen vaak denken. Duidelijke en persoonlijke communicatie, begrepen worden, uitleg over het hoe en waarom, dat vindt de klant écht belangrijk. En dat terwijl de betrokken landen volop bezig waren hun polisuitgifte en/of schadebetalingen met 24 of 48 uur te versnellen. Om echt onderscheidend te zijn, zijn persoonlijk contact en communicatie belangrijker dan kostbare analyses en procesverbeteringen die ervoor zorgen dat een mutatie niet binnen drie maar al binnen twee dagen bij de klant ligt.
Scoor op moments of truth Natuurlijk is het voor een verzekeraar of een intermediair belangrijk dat processen beheerst en verbeterd worden. Maar wat is de wens van
48
VB_1706_P49 12-09-2006 11:20 Pagina 49
MV&D!
de klant eigenlijk? De klant bepaalt of een product of dienst voldoet aan de eisen, niet het bedrijf zelf. Dat principe geldt altijd. Een organisatie die op basis van professionaliteit, kennis en advies maatwerkoplossingen levert aan de klant moet daarom wel een perfect inzicht in de bewegingen van de klant hebben. Kennis die alleen te verkrijgen is door het aan de klant zélf te vragen en dit vast te leggen. Niet één keer maar bij ieder contactmoment met de klant. In Engeland noemen ze dat ‘moments of truth’. Dit zijn namelijk dé momenten waarop een klant de afweging maakt of hij blijft of dat hij weggaat.
Klantwensen als uitgangspunt Klantgerichte bedrijven stellen niet hun product centraal, maar stemmen hun organisatie af op de klanten. Hun klantenbetrekkingen vormen niet zomaar een reeks toevallige transacties, het managen ervan heeft hun voortdurende aandacht. Deze bedrijven proberen een assortiment van goederen en diensten te leveren, waarbij ze de klantwensen als uitgangspunt nemen. Ze meten hun succes af aan de klantentrouw en niet aan marktaandeel of winstgevendheid van het product. Ze beseffen dat productdifferentiatie steeds moeilijker wordt en dat ze zich op andere manieren moeten onderscheiden. Onder andere door elk van hun klanten op individuele wijze te behandelen en het zakendoen met hun bedrijf te vergemakkelijken.
Word ik begrepen? Dan nu naar uw eigen adviespraktijk. Daar kunt u dagelijks op talloze manieren het verschil maken tussen focus op producten en diensten en focus op de klant. Ik beperk mij tot een van de belangrijke communicatiemomenten met uw klanten: het adviesgesprek. Ik durf te beweren dat zo’n gesprek voor uw klanten bijna alleen draait om hoe u laat merken dat u hen begrijpt. Uw inhoudelijke kennis is in dat stadium van veel minder belang. Toch draait het in een gesprek vaak volledig om een product (WAT kan en doet het product), dat uitgebreid wordt toegelicht. Op zich zinvolle informatie voor uw klant, maar wat veel belangrijker voor hem is, is WAAROM en vooral WAARTOE: wat wil uw klant en hoe kan het product in zijn behoefte voorzien? Om een voorbeeld te geven: een gesprek over een aan te schaffen wasmachine gaat al snel over de verschillende wasprogramma’s. Voor een klant is echter belangrijk dat het apparaat zijn gemak dient, tijdwinst oplevert en schoon wast. Minder belangrijk is wat de machine allemaal kan. Dit is een andere benadering, waarmee het gesprek een andere dimensie krijgt! In uw praktijk: Uw klant is bij u binnen en dan? - Juiste sfeer In de eerste drie minuten van een gesprek boekt u het succes, door de juiste sfeer te creëren. Breek het ijs met koffie of thee, een praatje maken, een eerder gesprek terughalen et cetera.
- Breng structuur aan Geef voordat het inhoudelijke gesprek begint aan wat uw klant kan verwachten. Bijvoorbeeld: “Eerst ga ik een aantal vragen stellen om uit te zoeken wat precies uw wensen zijn. Dan geef ik u mijn visie op uw situatie en hoor ik graag van u of ik u goed begrepen heb. Vervolgens laat ik u een aantal voorbeelden van producten zien.” etc. Geef ook aan hoe lang het gesprek ongeveer zal duren. - Een vraag komt nooit alleen.... Een vraag is vaak het topje van een ijsberg. Ga daarom op zoek naar de context. Waarom stelt een klant deze vraag? Heeft hij misschien nog meer vragen? En is dit de werkelijke vraag of zit er meer achter? - Goed begrepen? Met name in het begin van een gesprek kan een klant nog niet op zijn gemak zijn. Zeker dan is het belangrijk om te toetsen of u de klant goed begrepen heeft. Stel controlevragen (“Bedoelt u daarmee dat...?”) en vat samen. Kies af en toe dezelfde woorden en houding als uw gesprekspartner. - Bewaar uw expertise voor het laatst Spring niet te snel naar de inhoud. Neem de tijd om uw klant op zijn gemak te stellen, erachter te komen waar zijn behoeftes liggen en dit voor hem herkenbaar te verwoorden. Ga dan pas (eventueel) achter uw PC zitten. Eerst vertrouwen en begrip, dan kennis. - Maak het visueel Verzekeringen, beleggingen: het zijn geen tastbare producten. Gebruik plaatjes, staatjes en concrete voorbeelden om uw verhaal kracht bij te zetten. Veel klanten zijn gevoelig voor een pakkend beeld. Maak een uitdraai van wat u in uw scherm heeft staan, laat een klant meekijken.
U bent de aangewezen persoon! Om terug te komen bij de huisarts: u voelt zich onbegrepen omdat uw huisarts niet naar u luistert, zijn diagnose stelt zonder u te ondervragen en een recept uitschrijft zonder te toetsen of dit wel het juiste medicijn is. Snapt u waar ik heen wil? Ook uw klanten willen begrepen worden en u bent de aangewezen persoon om met uw medewerkers in die behoefte te voorzien en u op die manier te verzekeren van de loyaliteit van uw klanten. Reacties en vragen:
[email protected]
- De plek telt mee Kies bewust de plek waar u het gesprek voert. Meest ideaal is een rustige ruimte, waar u door kleur (wanden, schilderijen, een enkel voorwerp op tafel) en meubilair (makkelijke stoelen) een prettige sfeer creëert. - Zorgvuldig zitten Misschien bent u gewend om achter uw bureau te gaan zitten, recht tegenover uw klant. Beter is om zonder bureau ertussen schuin tegenover elkaar te zitten. Of als u de voorkeur aan een tafel geeft, op de hoek. Ga vooral niet achter uw PC zitten.
Meer informatie over dit onderwerp vindt u in: ‘Hoe creëer je een klantgeoriënteerd bedrijf?’ door Marc Rubin, Marketing Wise (1998-2)
nummer 17 - 14 september 2006
49
VB_1706_P50 12-09-2006 11:21 Pagina 50
column
door Joep van den Eijkel, directeur Dutch Insurance Network
Dutch Insurance Network introduceert Toolkit Internet
Lang leve het internet! Nog steeds beschouwt het gros van de assurantietussenpersonen het internet als een bedreiging in plaats van een kans. Als het aan Dutch Insurance Network (DIN) ligt, gaat dat per direct veranderen. In nauwe samenwerking met ARAG heeft het bedrijf speciaal voor het intermediair de Toolkit Internet ontwikkeld. DIN-directeur Joep van den Eijkel schetst de achtergronden van het initiatief. Wie kan zich nog een leven voorstellen zonder google, e-mail, msn en skype? Toch had vijftien jaar geleden nog vrijwel niemand van het internet gehoord. Wie de cijfers van nu vergelijkt met die van toen, komt erachter dat anno 2006 ruim 80% van alle Nederlanders van 16 jaar en ouder wel eens gebruik heeft gemaakt van het internet. 70% geeft zelfs aan elke week minimaal eenmaal online te zijn. Het is duidelijk: Nederland heeft het internet massaal omarmd en daarmee is de opmars van dit relatief jonge medium niet meer te stuiten.
Inhaalslag Een interessante ontwikkeling is dat het internet de laatste jaren enorm snel getransformeerd is van informatie- naar verkoopmedium. Mensen zijn meer vertrouwd geraakt met het internet. Dat zie je terug in de explosieve stijging van het aantal online transacties. De reisbranche is wat dat betreft de onaantastbare koploper, maar we zien dat de verzekeringsbranche bezig is aan een fikse inhaalslag. Op het gebied van internetverkoop en dienstverlening vertoont onze branche zelfs de grootste stijging! Het is echter niet het intermediair dat van die stijging profiteert. Sterker nog, het intermediair verliest in sneltreinvaart terrein aan direct writers en banken. Ter illustratie: vorig jaar werd 60% van de nieuwe verzekeringen bij direct writers via internet afgesloten. Bij het intermediair was dit slechts 4%! Bij dit soort percentages kun je rustig stellen dat het intermediair de boot verschrikkelijk aan het missen is.
Onmisbaar stuk gereedschap Dat mogen we niet laten gebeuren. Makkelijker gezegd dan gedaan natuurlijk. Het besef dat innovatie noodzakelijk is heeft weliswaar wortel geschoten in de branche, het intermediair heeft alleen nog geen idee waar en hoe te beginnen. Daarom heeft DIN, in nauwe
50
samenwerking met ARAG, de Toolkit Internet ontwikkeld. Deze toolkit is een onmisbaar stuk gereedschap voor het intermediair dat succesvol wil ondernemen op het internet. Wij nemen in deze toolkit de tussenpersoon bij de hand en reiken praktische informatie aan, waarmee hij eindelijk écht aan de slag kan. De Toolkit Internet zit vol met informatie, tools, modules, tips en trucs die samen een enorme boost zullen geven aan het online ondernemen. Centraal in het concept van de Toolkit Internet staat het verkrijgen van klantinformatie en hoe het intermediair deze informatie vervolgens te gelde kan maken. Tijdens de DIN Salesmeetings die wij gedurende september door het hele land organiseren zal de Toolkit Internet voor het eerst worden verspreid onder de DIN-members.
Nieuw concept Het is altijd weer een spannend moment wanneer we een nieuw concept introduceren aan een groot publiek. Hoe zullen de reacties zijn? Gaat iedereen er ook daadwerkelijk mee aan de slag? Dat soort vragen spoken door je hoofd. We hebben op het gebied van de toolkit een naam hoog te houden. In het verleden hebben we de Gidi-toolkit en de Transparantie-toolkit geïntroduceerd. Beide zijn destijds zeer goed ontvangen door onze members. Wij zijn ervan overtuigd dat de Toolkit Internet het succes van zijn voorgangers op zijn minst zal evenaren. De lat ligt hoog, de verwachtingen zijn hooggespannen. Wij hopen dat de Toolkit Internet het intermediair ‘triggert’ om de vele mogelijkheden van het internet te benutten en dat het de angst voor het internet wegneemt. Het internet biedt zoveel meer kansen dan er bedreigingen zijn. Daar zullen we nu en in de toekomst op blijven hameren. Daarom zeggen wij: lang leve het internet!
VB_1706_P52 12-09-2006 11:21 Pagina 52
ict
Zwitserleven opent site over Pensioenwet
Turien & Co. neemt Scanwork over
Pensioenverzekeraar Zwitserleven is een campagne begonnen om het intermediair te informeren over de Pensioenwet. Het bedrijf organiseert landelijke workshops waarin intermediairs uitleg krijgen over de gevolgen van de invoering van deze wet. Ook is er een website gelanceerd, waarop het intermediair kan deelnemen aan het Zwitserleven Pensioenwet Forum. Hier kan gereageerd worden op een aantal actuele stellingen. Ook kunnen tussenpersonen zelf onderwerpen aandragen waar collega-adviseurs op kunnen reageren. De site is te vinden op het extranet van Zwitserleven: www.zwitserleven.biz.
Turien & Co. Assuradeuren uit Alkmaar gaat de aandelen van Scanwork overnemen van de huidige aandeelhouders. Het in Groningen gevestigde Scanwork heeft afgelopen maanden naast de bestaande zorgpropositie de vergelijkingssite Verzuimverzekerd.nl opgezet. Met een door TNO ontwikkelde applicatie bestaat de mogelijkheid van het berekenen van de verzuimlast. Daarnaast kunnen verzuimverzekeringen vergeleken worden, kunnen offertes via Internet aangevraagd worden en wordt uitgebreide informatie over Arbo-diensten geboden. Metzorgverzekerd.nl zal komende maanden worden uitgebreid met een vergelijkingsmogelijkheid voor collectieve zorgverzekeringen. “Beide proposities sluiten aan op de mogelijkheden van Turien op het gebied van zorgverzekeringen en verzuimverzekeringen, en wij denken dat de door Scanwork ontwikkelde tools een toegevoegde waarde aan het intermediair bieden. Bovendien betreffen de applicaties van Scanwork inmiddels ‘proven technology’ waar het intermediair zeer eenvoudig op aan te sluiten is. De overname van Scanwork past dan ook uitstekend in het verlengde van de samenwerking die wij vorig jaar met Scanwork zijn aangegaan,” aldus algemeen directeur Peter van Geijtenbeek. Komende weken zal de vernieuwde, uitgebreide propositie van Zorgen Verzuimverzekeringen aan het intermediair worden aangeboden, waarbij het intermediair van Turien een commercieel aanbod gedaan zal worden in het gebruik van deze tool.
Achmea Groep vergroot doorzoekbaarheid internetsites Alle internetsites van de Achmea Groep gaan de technologie van Autonomy Corporation gebruiken om informatie op deze websites te organiseren en te lokaliseren. Door de retrieval software van Autonomy kunnen bezoekers van de websites snel specifieke productinformatie zoeken en vinden. Achmea Groep gebruikt de openbare websites van Centraal Beheer Achmea, Avéro Achmea, FBTO, Zilveren Kruis Achmea, Groene Land Achmea, Eurocross International en PVF Achmea als belangrijkste middel voor communicatie met klanten en informatieverschaffing. Victor Cohen, general manager van Autonomy Benelux en Scandinavië: “Deze overeenkomst met de Achmea Groep is een bewijs van de toename aan investeringen in intelligente retrieval technologie die wij nu constateren. Veel ondernemingen komen erachter dat informatie binnen de organisatie moeilijk vindbaar is en zoeken daarom een intelligent systeem om ongestructureerde informatie op maat te kunnen aanbieden.”
Gratis digitaal postvak via GIM Resultatenservice Fortis ASR heeft de GIM Resultatenservice, conform de SIVI-standaard, geïmplementeerd. De Resultatenservice maakt het mogelijk om berichten via GIM kosteloos ter beschikking te stellen aan het intermediair. Fortis ASR heeft daarvoor een digitaal postvak gecreëerd, dat het intermediair met een Digitaal Paspoort kan benaderen. Hiermee wordt een alternatief geboden voor de communicatie via ADN, waarvoor het intermediair moet betalen. Fortis ASR biedt in eerste instantie prolongatieberichten via de Resultatenservice aan. Voor het intermediair betekent dit dat men de prolongatieberichten van Fortis ASR voortaan kosteloos kan ontvangen. Na prolongaties zullen snel ook andere berichtsoorten, zoals mutatieberichten, in het digitale postvak worden aangeboden. Berichten kunnen automatisch worden opgehaald via GIM vanuit het administratiepakket van het intermediair. Het systeemhuis CCS is de eerste partij die het ophalen van berichten uit de Resultatenservice in zijn administratiepakket ondersteunt. Fortis ASR heeft inmiddels ook met andere systeemhuizen contacten gelegd voor de implementatie van de GIM Resultatenservice.
52
RVS vernieuwt website RVS heeft zijn vernieuwde internetsite www.rvs.nl uitgebreid met nieuwe diensten zoals chatten en ‘bel mij terug’-functies. De ‘look and feel’ van de site is gewijzigd, eigentijds en helder gemaakt en de gebruiksvriendelijkheid is vergroot. Ook de presentatie van acties en aanbiedingen is verbeterd. Het is mogelijk om te zoeken per product maar er is ook gekozen voor de insteek van de zogenaamde levensmomenten: het kopen van een huis, het krijgen van kinderen en het stoppen met werken. Dit sluit aan bij de nieuwe levensmomentbrochures van RVS die over enkele weken worden geïntroduceerd. Op de site blijven het adviesconcept van RVS met de centrale rol van de RVS-adviseur en de directe mogelijkheid tot het maken van een afspraak centraal staan. De site is gemaakt in samenwerking met het internetdesignbureau 72 DPI.
Licentiecontract Achmea met Ness Technologies Achmea heeft een Corporate Usoft licentiecontract afgesloten met Ness Technologies, wereldwijde aanbieder van informatietechnologie. Hierdoor kunnen vele honderden Achmea-medewerkers op meer locaties gebruikmaken van de binnen Achmea ontwikkelde front- en backoffice-toepassingen. “Na een jarenlange relatie is deze overeenkomst met Achmea het bewijs dat Ness als professionele businesspartner het vertrouwen heeft van een multinational als Achmea. Deze overeenkomst is een belangrijke stap bij de versterking van onze positie met Usoft in de Nederlandse pensioen- en zorgverzekeringsmarkt,” aldus algemeen directeur Cretien Jung van Ness Benelux BV.
VB_1706_P53 12-09-2006 11:22 Pagina 53
verzekerend buitenland
VERENIGD KONINKRIJK Veel letsel door arbeidsongevallen Een op de tien werknemers heeft de afgelopen vijf jaar op de een of andere manier op zijn werk letsel opgelopen. Dat is de uitkomst van een door AXA in het Verenigd Koninkrijk verricht onderzoek naar bedrijfsongevallen. Een andere uitkomst is dat acht op de tien letsels te maken had met een arbeidsongeval en dat acht procent wordt veroorzaakt door lichamelijk geweld. Vreemd genoeg bleken de meeste gevallen van lichamelijk geweld zich voor te doen bij vrije beroepers zoals advocaten, accountants en consultants. Vijftien procent van degenen die in deze sector werkzaam zijn is wel eens gemolesteerd door een klant. Ook bleek dat werknemers van bedrijven met meer dan 250 man personeel tweemaal zoveel kans op letsel liepen als werknemers bij kleine en middelgrote bedrijven. De meeste letselschades vonden hun oorzaak in een valpartij en dat overkomt werknemers van 50 jaar en ouder veel vaker dan jongeren. Bijna één op de tien werknemers heeft ook last van RSI of een andere werkgerelateerde lichamelijk ongemak. (Management Issues) Zorgverzekeringen te koop in supermarkt Tesco heeft voortaan zorgverzekeringen in het schap. Negen jaar geleden zette de grootste Britse supermarktketen de eerste stappen op het gebied van financiële dienstverlening: in samenwerking met Bank of Scotland werden Visa Cards aangeboden. Sindsdien is de financiële dienstverlening een succes gebleken. Momenteel kunnen Tesco-klanten bij hun supermarkt terecht voor hypotheken, kredieten, geld wisselen, sparen en verzekeringen. Aanvankelijk werden levensverzekeringen van Aviva-dochter Norwich Union aangeboden. Vorig jaar werd hiervoor overgeschakeld op Direct Line. Voor zorgverzekeringen wordt samengewerkt met AXA PPP. (The Times)
DUITSLAND Verkopen in plaats van afkopen Meer dan de helft van de gesloten kapitaalverzekeringen worden gedurende hun looptijd van gemiddeld 27 jaar afgekocht. In 2005 hebben levensverzekeraars in Duitsland liefst 11,5 miljard euro aan afkoopsommen uitbetaald. Dat is een enorme markt voor bedrijven die zich toeleggen op de ‘tweedehands levensverzekeringsmarkt’. Een voorbeeld daarvan is het in 1999 opgerichte cash.life. Dit bedrijf legt zich toe op het opkopen van levensverzekeringen. En met succes: vorig jaar bedroeg de waarde van de opgekochte polissen 421 miljoen euro – een stijging met 87 procent. Het totale polisbezit van cash.life is nu 1,1 miljard
euro waard. Voor de oorspronkelijke verzekeringnemer is het verkopen van zijn levensverzekering aantrekkelijker dan afkopen. Want bij afkoop verspeelt hij de slotwinstuitkering. Voor de intermediair is het ook aantrekkelijk, want hij blijft recht houden op de doorlopende provisie. Bij afkoop verspeelt hij deze inkomstenbron. (Versicherungsmagazin)
FRANKRIJK
2.000 frank. Overigens wijzen verzekeraars erop dat deze verhogingsmaatregelen onvoldoende zijn: de overheid moet er alles aan doen om het risico van natuurrampen te verkleinen. Volgens experts moeten de federale en kantonnale overheden de komende jaren miljarden franks investeren om het overstromingsgevaar in te dammen. (Swiss Info)
USA
Wet regelt transparantieplicht Het lijkt erop dat Franse intermediairs binnenkort te maken krijgen met de invoering van een wet die voortkomt uit de Europese richtlijn Verzekeringsbemiddeling. Het onlangs gepubliceerde wetsvoorstel kent liefst zes verschillende soorten intermediairs, waaronder ook loondienstagenten. Het meest opvallende in het wetsvoorstel is dat een intermediair op verzoek van de klant moet vertellen hoeveel hij verdient aan het sluiten van de betreffende verzekering. Overigens geldt deze verplichting alleen als het gaat om een beroeps- of bedrijfsverzekering. En dan nog slechts wanneer de provisie voor een verzekering op jaarbasis hoger is dan 20.000 euro. (L’Argus de l’Assurance)
ZWITSERLAND Zwitsers betalen meeste premie Waar het gaat om de hoogte van betaalde verzekeringspremies is Zwitserland wereldkampioen. Zwitsers betalen jaarlijks 4.330 euro premie. Daarmee laten zij alle andere landen achter zich. De Britten en Ieren komen op de tweede en de derde plaats. Onze zuiderburen nemen met een jaarlijks premiebedrag van 3.100 euro de vierde plaats in, hiervan wordt het merendeel (2.370 euro) besteed aan levensverzekeringen. Volgens Assuralia, het Belgische Verbond van Verzekeraars, wijst dit op een grote spaarzin. Na de Belgen volgen vervolgens Denemarken, de Verenigde Staten, Japan, Nederland, Frankrijk en Finland. (L’Argus de l’Assurance) Forse verhoging rampenverzekering De huidige wetgeving verplicht Zwitserse verzekeraars om catastrofes te dekken tot een totaal van 500 miljoen Zwitserse frank. De overstromingen van dit jaar hebben aangetoond dat de schade veel hoger kan uitvallen: de totale schade bedroeg met 2,5 miljard frank het vijfvoudige. Verzekeraars zijn bereid om een dekking van 2 miljard frank te bieden, maar dat betekent wel dat de premies moeten worden verhoogd. Het voorstel is om de premie te verhogen tot 500 frank (nu: 200 frank) en het eigen risico te stellen op 10.000 frank in plaats van de huidige
Service wint het van lage premie Een onlangs in de Verenigde Staten onder autobezitters uitgevoerd onderzoek wijst uit dat automobilisten meer gewicht toekennen aan snelle service dan aan een lage premie. Zij hebben liever te doen met een verzekeraar bij wie je met één telefoontje een claim of ander probleem kunt oplossen dan met een verzekeraar die korting geeft op de autopremie als je bij hem ook een inboedelverzekering hebt. Hoe vaker je moet bellen, hoe lager de tevredenheidsscore. Al vijf jaar op rij blijkt dit zo te zijn. Een andere uitkomst is dat naarmate klanten tevredener zijn, ze ook trouwer zijn en minder snel zullen overstappen naar een andere verzekeraar. Bijna een kwart (22 procent) van de 14.066 respondenten had het voorgaande jaar overwogen om over te stappen, maar slechts 9 procent heeft zich daadwerkelijk bij een andere verzekeraar verzekerd. Opvallend was dat Amica Mutual, een onderlinge met een marktaandeel van nog geen één procent, al zeven jaar - vanaf de eerste keer dat het onderzoek werd gehouden met groot verschil aan kop staat van de verzekeraars met de beste service. (Market Watch) Kidnapverzekeringen: booming business Voor verzekeringen waarop het risico van kidnapping en afpersing is verzekerd (Kidnapping, ransom and extortion Insurance, kortweg “K&R”) is er sprake van een toenemende vraag. Het is een snel groeiende niche waar jaarlijks al zo’n kwart miljard Amerikaanse dollar in omgaan. De terreuraanval op 11 september 2001 heeft ertoe bijgedragen dat de wereld veel minder veilig is geworden. Bovendien is de laatste tijd het aantal kidnappingen fors gestegen. In de Verenigde Staten heeft dik 60 procent van de top-500 bedrijven een K&R-polis gesloten. Daarop zijn niet alleen top-directeuren verzekerd, maar ook werknemers die worden uitgezonden naar kidnapgevoelige gebieden. De premie die deze bedrijven betalen loopt erg uiteen. De hoogte ervan is o.m. afhankelijk van de aard en omvang van het bedrijf, de plaatsen waar wordt gewerkt en hoe prominent het bedrijf is. Voor grote bedrijven kan de premie oplopen tot zo’n 50.000 Amerikaanse dollar. (The Economist)
nummer 17 - 14 september 2006
53
VB_1706_P54 12-09-2006 12:47 Pagina 54
dat is ook waar
Als het om de vergrijzingsproblematiek gaat heb je altijd baas boven berg.
Alle partijprogramma’s beloven een betere wereld, in Nederland.
Klaar Wakker: “Alleen in het verzorgingshuis zijn nog een paar mensen die mijn man als merk zien”.
Heeft het CPB al gerekend met die lagere autopremies?
Valt nog mee dat er mensen afkomen op een verzuimcongres.
Je hoort wel van leer- maar nooit van afleermomenten.
Informatie: google loeren.
De snelste manier om van je Eerder Verworven Competenties af te komen is met pensioen gaan.
Op de lijst van de AFM blijft Docters van Leeuwen gewoon op één staan.
Aan de gezondheidskorting op de AOV hoef je gelukkig geen gewicht te hechten.
dat is waar ook
54
nieuws
Delta Lloyd titelsponsor van
Oostdam & Van den
24 Uurs Zeilrace
Eijkel verhuisd
Delta Lloyd, gespecialiseerd in het verzekeren van pleziervaartuigen, is al jaren sponsor van grote watersportevenementen. Voor de eerste keer was het bedrijf titelsponsor van de 42ste editie van de 24 Uurs Zeilrace op 26 augustus j.l. Organisator de Nederlandsche Vereeniging van Kustzeilers, hoofdsponsor PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland en de titelsponsor kunnen terugkijken op een succesvol weekend. Het mijlenrecord werd bij lange na niet gebroken tijdens deze race. Op zaterdagochtend rond elf uur ging de wind liggen en is niet meer teruggekomen. Dit heeft leidde tot nogal wat frustratie bij de schepen die ’s nachts besloten de Waddeneilanden te ronden. Zij zijn in een windstiltegebied terechtgekomen en hebben nooit meer kans gehad om de finish in Medemblik te halen. Zo haalden in ‘de navigeerwedstrijd bij uitstek’ die de 24-uurs is, slechts 254 van de 630 gestarte boten de finishlijn. Vanuit zestien startplaatsen vertrokken rond het IJsselmeer, het Markermeer en de Waddenzee op vrijdagavond wedstrijdzeilers en toerzeilers om te proberen zoveel mogelijk zeemijlen af te leggen. Omdat elk rak (vaste afstand tussen twee boeien van de vaste betonning op het IJsselmeer, Markermeer en Waddenzee) slechts twee keer afgelegd mag worden, is het belangrijk dat de deelnemers een ideale route uitstippelen om maar zoveel mogelijk kruisrakken te mijden (rakken die recht in de wind liggen) en zo goed mogelijk te profiteren van de wind. Omdat alle zeiljachten tussen 18 uur en 20 uur binnen moesten komen om een geldige uitslag te varen, is het doorgaans dringen voor de Vischafslag in Medemblik. Dit jaar zorgde het gebrek aan wind voor minder hectische taferelen bij de finishlijn, maar was het daarom niet een minder mooi schouwspel. Om zoveel mogelijk van het zuchtje wind te profiteren, zetten alle schepen hun veelkleurige spinakers op. Tegen het decor van een typische Hollandse wolkenlucht zorgde dit voor een schitterend, kleurrijk beeld. Onder de gefinishte jachten was de platbodem van bestuursvoorzitter van Delta Lloyd Group Niek Hoek. Hij werd net tweede in de categorie Rond- en Platbodems. In de IMS 1-categorie werd Roy Heiner op de Delta Lloyd Max Fun 35 ook tweede.
Oostdam & Van den Eijkel heeft de viering van het éénjarig bestaan aangegrepen om te verhuizen naar een grotere accommodatie. Het adviesbureau, tot voor kort gevestigd in Molenhoek, heeft begin deze maand officieel zijn intrek genomen in de voormalige Krayenhoffkazerne in Nijmegen. In dit pand zijn diverse bedrijven gehuisvest, waaronder OVDE. De verhuizing van het adviesbureau was noodzakelijk als gevolg van de groei die de jonge onderneming doormaakt. Het aantal medewerkers is daardoor uitgebreid tot vier: naast de initiatiefnemers Paul Oostdam en Joep van den Eijkel zijn dit Tonnie van Rijn en Wim Abrahamse. Voor 2007 verwacht OVDE een verdere groei, zowel in omzet als in medewerkers. Het nieuwe kantooradres van OVDE luidt: Molenveldlaan 100, 6523 RM Nijmegen. Telefoon: 024-324 32 50, fax: 024-324 57 69.
VB_1706_P55 12-09-2006 11:27 Pagina 55
nieuws
Fortis opent fitnesscentra voor
Nieuwe volmachten Monuta
medewerkers Fortis Verzekeringen heeft drie fitnesscentra geopend, waar medewerkers onder professionele begeleiding aan hun conditie en gezondheid kunnen werken. Ook de collega’s van Fortis Bank kunnen de faciliteiten gaan benutten. Met het aanbieden van fitnessfaciliteiten wil het bedrijf bijdragen aan de gezondheid van de medewerkers en ziekteverzuim voorkomen. Daarom zorgt het onder meer voor het aanbieden van voedingsadviezen, een gezond assortiment in het bedrijfsrestaurant, het ondersteunen van medewerkers bij het stoppen met roken, en het volgen van e-learning modules over gezondheid en werk. Alle deelnemers aan de fitnessprogramma’s krijgen vooraf een health check. Op basis daarvan wordt een op maat gesneden trainingsprogramma opgesteld. Onder begeleiding van instructeurs wordt gewerkt aan het realiseren van persoonlijke fitnessdoelen. Jos Baeten, CEO van Fortis Verzekeringen: “Wij vragen veel van onze mensen. Door ze te begeleiden bij hun gezondheid zorg je voor een positief werkklimaat. Het is goed voor de teamgeest en het past in modern werkgeverschap. Ik denk dat de investering op deze schaal uniek is Nederland.” Enkele vestigingen beschikten al over volwaardige centra waar medewerkers gebruik van konden maken. Nu is het op bredere schaal voor medewerkers mogelijk op de werkplek aan gezondheid en conditie te werken. De trainingsprogramma’s houden rekening met de zittende werkzaamheden van de deelnemers. Zo krijgen kwetsbare spiergroepen als rug, schouders en nek extra aandacht. De medewerkers zijn enthousiast over de fitnesscentra. Nog voordat de centra vandaag de deuren openden, had ruim een kwart van de medewerkers zich al aangemeld voor de health check.
V.l.n.r.: Jan van Rutte, lid Raad van Bestuur Fortis Bank, Jos Baeten, CEO Fortis Verzekeringen en Hans Veldman, medewerker Fortis Verzekeringen in een van de fitnesscentra.
Invema maakt 250ste verzuimvergelijking Het samenwerkingsverband Invema van assurantieondernemers op het gebied van collectieve inkomensverzekeringen maakt sinds ruim een jaar offertevergelijkingen voor ziekteverzuimverzekeringen. Op 21 augustus 2006 is de 250ste vergelijking opgevraagd door het Invema-lid Risiko Analyse Buro Rijssen. Invema BV te Wierden is een samenwerkingsorganisatie waarmee de deelnemende assurantieondernemers de markt van de collectieve inkomensverzekeringen (verzuim en WIA) kunnen bedienen. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van algemene ondersteuning (helpdesk, mailingen etc.), ondersteuning bij de inkoop van verzekeringen en het voeren van de administratie. Sinds de invoering van de WIA is het ook mogelijk om WIAoffertes te laten vergelijken. Binnenkort wordt ook de WGA-eigen beheer polis hieraan toegevoegd. De vergelijking is altijd op basis van premie en voorwaarden. Er wordt van de vergelijking een adviesrapport opgesteld, waarmee de adviseur naar de werkgever kan gaan.
Monuta-directeur Cors Hage, zijn collega Yannik van BergeijkGruijs, volmachtnemers Hans en Renee Kuperus en Monuta-medewerker Johan Pieters.
Uitvaartverzekeraar Monuta heeft een volmacht verleend aan Ecodass Assuradeuren, onderdeel van de Wulfse Groep uit Amersfoort. Ook werd een samenwerkingsovereenkomst gesloten met Kuperus Assuradeurenbedrijf uit Bussum en met Van Santen Verzekeringen uit Capelle aan den IJssel.
Algemeen directeur van Van Santen Verzekeringen Ton van den Brule, hoofd volmacht John de Jong en de heer Joh van Santen bij de ondertekening.
Garantiesysteem voor particuliere occasions Particulieren kunnen sinds kort hun gebruikte auto verkopen met een garantie van zes maanden, die wordt afgegeven door Autotrust. Dank zij deze garantie kunnen kopers met een gerust hart een auto aanschaffen van andere particulieren, ook al hebben ze zelf geen technische kennis in huis. Dit product van Autotrust wordt ondersteund door de ANWB, Unigarant (volle dochter van de ANWB) en DEKRA. In Nederland worden jaarlijks een kleine 800.000 occasions tussen particulieren verhandeld. Nadeel hiervan was tot op heden het gebrek aan garantie. Hierdoor gaat de particuliere koop en verkoop van occasions vaak gepaard met grote onzekerheid. De nieuwe garantie van Autotrust speelt hierop in. Paul de Schrijver, directeur van Autotrust: “Door deze garantie te bieden zijn automobilisten beter in staat zelf de aankoop en verkoop van een particuliere occasion te regelen. Kopers hoeven niet meer bang te zijn voor een kat in de zak en tegelijkertijd hoeven verkopers niet meer te vrezen voor gezeur achteraf en krijgen ze een eerlijke prijs voor hun auto.” Bijna elke auto komt in aanmerking voor een garantie van Autotrust. Alleen auto’s die ouder zijn dan acht jaar en zeer dure wagens worden niet geaccepteerd. Voordat de auto een garantie krijgt wordt hij gekeurd door de ANWB of DEKRA. De keuringen kunnen in heel Nederland worden uitgevoerd. De verkopende partij betaalt de kosten voor de garantie, die zijn opgebouwd uit een keuringsbedrag en een variabele premie op grond van het type auto, bouwjaar, kilometerstand en vraagprijs. De kosten zijn direct op www.autotrust.nl te berekenen.
nummer 17 - 14 september 2006
55
VB_1706_P56 12-09-2006 11:22 Pagina 56
nieuws
Nieuwe volmachten AXA
Delta Lloyd Schadeverzekering NV heeft volmacht verleend aan Unipolis BV, onderdeel van de Veldhuis Keizer Verzekeringsgroep BV, met hoofdvestiging in Heerde. Het bedrijf bemiddelt in financiële diensten en is makelaar in onroerend goed in de regio tussen Apeldoorn en Zwolle. De samenwerking tussen beide partijen dateert van 1989. Ook heeft Delta Lloyd een volmacht verleend aan Van Kampen Assuradeuren B.V., onderdeel van de Van Kampen Groep te Hoorn. Daarmee wordt de samenwerking, die bestaat sinds 1966, verder uitgebreid. Van Kampen richt zich als full service provider op assurantieadviseurs. Ten slotte werd een volmacht verleend aan Heinenoord Assuradeuren BV, zusterbedrijf van de BeneVia Groep BV. Met 85 medewerkers bedienen beide bedrijven de regio’s Rijnmond, Drechtsteden en Hoeksche Waard met financiële diensten, treden op als serviceprovider voor assurantieadviseurs en voeren een volmachtbedrijf.
ken. Het bedrijf heeft ruim 10.000 particuliere relaties in het noorden van Nederland. Bestaande volmachten heeft het bedrijf van Arag, Fortis, Allianz, Avéro, De Goudse en Zevenwouden. Daarnaast tekende Westerzee uit Laren in Apeldoorn een volmachtovereenkomst met Monuta, waardoor uitvaart aan het pakket werd toegevoegd. Westerzee is onderdeel van Unirobe en heeft negen volmachten, waaronder AXA, Fortis ASR, Nationale-Nederlanden en AEGON. Kröller Assurantiën BV uit Den Haag, ook onderdeel van de Unirobe groep, tekende enkele dagen later een volmachtovereenkomst met Monuta. Dit bedrijf, met bijna tachtig medewerkers en 50.000 relaties, had al volmachten van o.m. AXA, AEGON, NationaleNederlanden, Delta Lloyd en Fortis ASR. A.V.A. Verzekeringen uit Amstelveen tekende een volmachtovereenkomst met Monuta om aan de vraag naar uitvaart te kunnen voldoen. A.V.A. (Algemeen Verzekerings Adviesbureau) is 27 jaar geleden opgericht en heeft ruim 2500 relaties in de regio Amsterdam. Ook JohanKnegt Assuradeuren B.V. uit Bussum merkte dat de vraag naar uitvaartproducten toeneemt. Het bedrijf bracht uitvaart al onder bij Monuta en vond een volmacht een logisch gevolg. Enige tijd geleden is het kantoor samengegaan met Musters uit Amsterdam. Het volmachtbedrijf van JohanKnegt bestaat sinds 2000 en heeft volmachten van AXA, Delta Lloyd en DAS. De Hakenberg Assuradeuren uit Oldenzaal verkreeg een volmacht van Monuta en zal de producten van Monuta opnemen in het Optimaal Assurantie Pakket, waarmee al gewerkt werd. Het kantoor heeft volmachten van London, Elvia en ARAG. FMA Assurantiën BV uit Leidschendam werkte vóór de volmachtverlening al geruime tijd samen met Monuta op provinciale basis. Het bedrijf heeft 6500 klanten en volmachten van Fortis ASR, AXA en DAS. Monuta verleende ook een volmacht aan De Groot Verzekeringen uit Huizen, opgericht in 1900 en nu in handen van de vierde generatie De Groot. Er waren al volmachten getekend met Generali, AXA en ARAG.
De Goudse
REAAL
Verzekeraar De Goudse heeft aan Nedasco te Amersfoort een volmacht voor schadeverzekeringen verleend. Partijen willen door deze volmacht hun samenwerking intensiveren. De autoverzekering van De Goudse kan nu ook via Nedasco Snelnet digitaal worden aangevraagd. Nedasco, onderdeel van AEGON Nederland, beschikt over volmachten van ongeveer 25 verzekeraars en heeft zo’n 1200 assurantietussenpersonen als klanten.
REAAL Verzekeringen en De Deugd & Terpstra uit Geldermalsen hebben een volmachtovereenkomst getekend. De Deugd & Terpstra bestaat sinds 1998, heeft zeventien medewerkers en werkte al samen met volmachtgevers Noordhollandsche van 1816 en ARAG
AXA Schade heeft een volmacht verstrekt aan volmachtbedrijf en backoffice-organisatie Raadhoven te Veenendaal. Raadhoven, opgericht in 2002, richt zich vooral op medici en vrije beroepers. Met vijf aangesloten intermediaire kantoren bestaat een volledige interne (keten)integratie. Andere volmachtgevers zijn Fortis ASR, Allianz, Nationale-Nederlanden, DAS en ARAG.
DELA DELA en HB Assuradeuren BV uit Nieuwegein hebben een volmachtovereenkomst getekend. HB Assuradeuren is het zusterbedrijf van HB & Partners BV, dat tien jaar bestaat en is ontstaan uit een fusie tussen Den Bol Assurantiën uit Zeist en Marcel van der Ham Assurantiën uit Utrecht. HB heeft volmachten van Allianz, Fortis ASR, ARAG, Europeesche, REAAL en nu ook van DELA.
Delta Lloyd
Monuta Afgelopen zomer heeft Monuta Uitvaartzorg en -verzekeringen in Apeldoorn een tiental volmachten verleend. Het volmachtpakket van VIB (Verzekerings Intermediair en Bedrijfsadviesbureau) Rob van der Horssen BV uit Beuningen bij Monuta is aangevuld met uitvaart. Het kantoor had al volmachten van Allianz, Arag, AXA, Avéro, Winterthur en Fortis. Ook assurantiemakelaar Klap-Des Bouvrie & Bredius uit Amsterdam sloot een volmachtovereenkomst met Monuta. Bestaande volmachten zijn van Allianz, AXA, Aegon, Europeesche en DAS. Vervolgens tekende Monuta een volmachtovereenkomst met Bercoop Assurantiën uit Oldebercoop, onderdeel van de Bercoop Groep, waarvan ook Bank Bercoop en Makelaardij de Woudenhof deel van uitma-
56
Unigarant De Van Kampen Groep heeft een volmacht verkregen van Unigarant en zal de thans lopende portefeuille, voor zover volmachtgeschikt, later dit jaar overzetten van de provinciale- naar de volmachtadministratie.
Volmachtgevers en gevolmachtigden die in aanmerking komen voor vermelding op deze pagina kunt u doorgeven via
[email protected]
VB_1706_P58 12-09-2006 11:23 Pagina 58
satire
Fabrikanten en portals “Kan het dat ik u niet ken?”, vroeg ik de krullenkop die toebehoort aan een strak-in-het-pak eind dertiger. “Klopt, ik woon aan de andere kant van het land, ben hier een weekje gedetacheerd en wil mijn vrouw verrassen met een geciviliseerde haardos.” Ik was toch wel nieuwsgierig, waarom hij juist mijn eenvoudige winkel daarvoor had uitgekozen, terwijl de salon om de hoek langs de doorgaande weg veel meer in het oog springt. “Misschien dat ik u nu een illusie ontneem, maar het was inderdaad mijn bedoeling om naar de salon te gaan. Omdat er geen parkeerplek was, draaide ik dit straatje in, waar ik mijn auto wel kwijt kon. Zo liep ik tegen uw winkeltje op. En waarom zou ik verder lopen naar een zaak die ik ook niet ken?” Zelfs je klantenbestand hangt dus van toeval aan elkaar. “Ik moet zeggen, dat me dat niet vaak meer overkomt. Dat ik spontaan een bedrijf binnenval, bedoel ik”, ging krullenkop verder. Normaal gesproken oriënteer ik me een uurtje op internet, een paar vergelijkingssites die ik vervolgens weer vergelijk met andere vergelijkingssites en dan ben ik er wel uit. Maar ik moet zeggen dat het makkelijker is een auto bouwjaar 1949 te vinden dan een barbier. Weet u hoeveel resultaten de term ‘kapper’ op Google oplevert?” Ik dacht zo’n tienduizend, want zoveel collega’s ben ik ongeveer rijk. “Een dikke twee en een half miljoen”, lachte de klant. “En dan duurt het nog pagina’s lang voordat je een echte kapper tegenkomt. De ruimte vooraan is opgekocht. In de eerste plaats door je eigen leveranciers, die het kennelijk belangrijker vinden om jouw eigen domein hun producten aan te prijzen dan de ruimte te gunnen aan hun distributiepartners. Dan krijg je de commerciëlen. Portals van mensen die jouw branche niet eens kennen, maar wel door hebben dat ze geld kunnen verdienen aan verwijzingen naar jouw leveranciers, die zelf gesponsorde links kopen. Dat is de nieuwe Google kringloop van het web. Pas als de zoeker zich daaraan heeft ontworsteld, loopt hij de kans een echte kapper tegen te komen.” Dan heb je het wel heel naïef aangepakt, dacht ik, maar ik formuleerde dat natuurlijk klantcorrecter. “In de eerste plaats tooi ik me daarom met de titel ‘barbier’, een term die het ouderwets degelijke handambacht beter weergeeft en die intussen zo exclusief is, dat ik ook makkelijker vindbaar ben in de zoekmachines. Ten tweede heb ik nu alle plezier van mijn lid-
58
maatschap van de branchevereniging. Die stopt bergen geld in mijn vindbaarheid op internet en ten derde heb ik meebetaald aan dure software waardoor je alleen maar mijn postcode hoeft in te vullen om mijn bedrijf te vinden.” “U zult intussen wel een hekel aan me krijgen, omdat ik nu opnieuw al uw illusies de grond in ga boren, maar u kunt maar beter weten hoe de echte wereld in elkaar zit, dan dat u nog meer geld over de balk gaat gooien. Ik begrijp dat u zelf nog nooit gezocht hebt op ‘barbier’. Het aantal hits dat je dan krijgt is namelijk het dubbele van ‘kapper’, ruim vijf miljoen. En bij de eerste twee miljoen komt u uw winkeltje niet tegen. Eerst opnieuw de haarwaterleveranciers en de portals en dan alle teksten over uw collega’s van Sevilla en Toledo, vervolgens alle wetenschappelijke artikelen over SRI bij barbiers en dan duikt het eerste bedrijf nog eens op. Daarbij moet ik bekennen dat ik niet eens wist dat er een branchevereniging voor uw soort mensen bestaat. Natuurlijk zie ik wel alle bordjes op de salons met iedere keer een andere naam van een vereniging, keurmerk, certificaat, wettelijk en notarieel gedeponeerde erkenningen en ga zo maar door. Maar u denkt toch niet echt dat ik daar op let. Mijn haar zou tot mijn hakken gegroeid zijn wanneer ik klaar ben met te bestuderen welk uithangbord voor mij echt belangrijk is. Al die afkortingen schrikken me eerder af dan dat ze me uitnodigen om naar binnen te gaan. Waarom? Omdat ik heel goed weet dat de barbier in kwestie die trofeeën niet voor niets krijgt. Daar heeft hij waarschijnlijk zwaar voor moeten dokken en gaat dat op zijn klanten verhalen. Die postcode is natuurlijk helemaal een giller”, hielp hij mijn depressie verder. “Moet ik toch op z’n minst weten op welke site ik die kan vinden.” Op mijn vraag wat ik dan moet doen om mijn bedrijf in de kijker te spelen, was zijn antwoord even kort als helder. “Niks anders dan je nu al doet. Gewoon vakwerk afleveren. Ik vertel mijn collega’s wel hoe goed je bent en dat ze nog voor de deur kunnen parkeren ook. De doe-het-zelver zal nooit jouw niveau bereiken. Maak hem dat duidelijk vóórdat hij moet constateren dat hij er verknipt bij zit. Ook dat hoort bij je adviestaak, toch? Daar kan je beter je geld in steken dan in een vruchteloze poging om een plaatsje op te schuiven tussen de fabrikanten en de waardeloze portals.
Barbier