Het Gulden Cabinet stelt voor
Van Patinir tot Ribera
www.rockoxhuis.be www.kmska.be www.hetguldencabinet.be
Jan van Hemessen, De heilige Hiëronymus als monnik © Erwin Donvil, KBC
De heilige Hiëronymus in woord en beeld
B E Z O E K E R S G I D S
Van Patinir tot Ribera De heilige Hiëronymus in woord en beeld
Rockoxhuis van 18 januari tot 13 april 2014
Met dank aan de bruikleengevers Culturafonds, Dilbeek Erasmushuis, Anderlecht Groeningemuseum, Brugge Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Antwerpen Musée de Flandre, Cassel Musée des Arts Anciens, Namur Museo Nacional del Prado, Madrid Museum de Lakenhal, Leiden Museum M, Leuven Museum Mayer van den Bergh, Antwerpen Museum Plantin-Moretus / Prentenkabinet, Antwerpen, Unesco Werelderfgoed North Carolina Museum of Art, Raleigh Onze-Lieve-Vrouwekathedraal, Antwerpen Palais des Beaux-Arts, Lille Privéverzameling, Antwerpen Rockoxhuis, Antwerpen Staatliche Kunsthalle, Karlsruhe Stadsontwikkeling, Onroerend Erfgoed en Archeologie, Antwerpen
Curatoren Xavier Tricot is kunsthistoricus, Ensorautoriteit, curator van tentoonstellingen, maar ook kunstschilder, dichter en toneelauteur. De figuur van Ensor, over wiens olieverfschilderijen Tricot een oeuvrecatalogus heeft geschreven, bracht hem bij de oude kunst. Al was Ensor een voorloper van de moderne kunst, als geen ander putte hij inspiratie uit de werken van de oude meesters en wist hij, zowel thematisch als stilistisch, traditie en moderniteit te verenigen. Hildegard Van de Velde studeerde kunstgeschiedenis en oudheidkunde aan de Universiteit Gent en bibliotheek- en documentatiewetenschap aan de Universiteit Antwerpen. Momenteel is ze beheerder van de kunstcollectie van KBC en conservator van het Museum Rockoxhuis in Antwerpen.
Woord vooraf Tot eind 2016 organiseren het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen en het museum Rockoxhuis de tentoonstelling Het Gulden Cabinet, Koninklijk Museum bij Rockox te gast. De woning van burgemeester en mecenas Nicolaas Rockox (1560-1640) werd ingericht als een luxueus kunstkabinet met topstukken uit het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen en de belangrijkste werken uit het Rockoxhuis. In de schoot van dit project vindt een reeks kleine wisseltentoonstellingen plaats. De tweede daarvan is gewijd aan de heilige Hiëronymus, patroon van de humanisten en inspiratiebron bij uitstek voor kunstenaars uit de 16e en de 17e eeuw. Hiëronymus werd omstreeks 347 geboren in Stridon, in het huidige Kroatië. Zijn vader Eusebius stamde uit een rijke familie. Hiëronymus’ ouders waren christenen en gaven hem de mogelijkheid in Rome te gaan studeren. Hij raakte er al snel geboeid door retoriek en literatuur. De wereldse literatuur van de klassieke auteurs, Cicero, Virgilius, Sallustius en Terentius, boeiden hem zeer. Later verdiepte hij zich ook in de Griekse en de christelijke literatuur. Hoewel Hiëronymus gefascineerd was door de waarden van het christendom, zocht hij naar een evenwicht tussen het liederlijke leven en een ingetogen levenshouding. In zijn brieven had hij het vaak over zijn jonge jaren in Rome. Van Rome trok Hiëronymus naar Trier, waar hij een tijdje in de keizerlijke administratie werkte. Hij raakte er in de ban van de Vita Antonii (het leven van de heilige Antonius) en bekeerde zich rond 365 tot het christendom. Van Trier liep Hiëronymus’ zoektocht verder naar Aquileia in Noord-Italië, waar hij met enkele gelijkgestemden een ascetisch leven leidde, vermoedelijk geïnspireerd door de Italiaanse bisschop Eusebius van Vercelli. Rond 373 verliet hij Italië voor een pelgrimstocht naar Jeruzalem. Hij vertrok via Athene, maar een ernstige ziekte hield hem ongeveer een jaar in Antiochië. Daar leerde hij Grieks. Fysiek aangesterkt zette hij zijn reis voort om zich van 375 tot 378 terug te trekken in de woestijn van Chalkis in Syrië, tussen Antiochië en Aleppo. In de woestijn leerde een monnik van joodse afkomst hem Hebreeuws. Hij schreef er een korte biografie van Paulus van Thebe (ca. 230-340), de eerste woestijnvader en de vermoedelijke grondlegger van het kluizenaarsideaal. Hiëronymus werd er moeilijk aanvaard door de Syrische asceten. Na bijna vier jaar verliet hij de woestijn en keerde hij terug naar Antiochië, waar bisschop Paulinus hem tot priester wijdde. Tussen 383 en 385 verbleef Hiëronymus als secretaris en raadsheer van paus Damasus I in Rome. Damasus gaf hem de opdracht een nieuwe Latijnse Bijbelvertaling te maken, de zogenaamde Vulgaat. Hiëronymus ontmoette in Rome een aantal ascetische vrouwen uit de aristocratie, die zich in Bijbellectuur en -commentaar verdiepten. Een van hen, Marcella, koos Hiëronymus uit als haar geestelijke leider die haar een methodische en kritische benadering van heilige teksten moest bijbrengen. Voor deze kring vertaalde Hiëronymus de 1
preken van de omstreden Origenes (ca. 185 - 253/254) over het Hooglied. Origines was bekend als Bijbelexegeet, tekstcriticus en kenner van het Hebreeuws. Hiëronymus begon met de herziening van de Latijnse evangelieteksten op basis van oudGriekse codices. Dat initiatief werd hem niet in dank afgenomen door de Romeinse clerus, die het ervoer als een aanslag op de Latijnse Bijbeltraditie. Ook Hiëronymus’ vriend Rufinus keerde zich tegen hem. Rufinus had meerdere geschriften van Origenes vertaald en bewerkt op een manier waarmee Hiëronymus niet altijd akkoord ging. Hiëronymus publiceerde zijn brieven, waarin hij zich voordeed als een kluizenaar in de traditie van de heilige Antonius, wat niet gesmaakt werd door de clerus. Na Damasus’ dood (11 december 384) gaf diens opvolger, paus Siricius, Hiëronymus het bevel Rome te verlaten. Samen met de Romeinse aristocrate Paula en haar dochter begaf Hiëronymus zich op reis naar de heilige plaatsen in Palestina. In 386 vestigde hij zich uiteindelijk in Bethlehem, waar hij tot zijn dood als kluizenaar leefde. Met Paula’s steun werden er een vrouwenklooster en een mannenklooster gesticht. Bovendien kwam er een kloosterschool, waar Hiëronymus over een grote bibliotheek kon beschikken. Vanuit Bethlehem onderhield Hiëronymus contact met de Latijnse christelijke wereld. Hij werkte er verder aan zijn brieven. Dankzij zijn commentaren werd hij een erkende autoriteit in de Bijbelexegese. Hiëronymus werd postuum geëerd door paus Bonifatius VIII (1235-1303), die in 1295 de titel van westerse kerkleraar verleende aan Hiëronymus, maar ook aan Aurelius Augustinus, bisschop van Hippo, aan Ambrosius, bisschop van Milaan, en aan paus Gregorius de Grote. Allen hebben ze gemeen dat ze invloedrijke vroege theologen zijn die de christelijke levensvisie verdedigen. Een van de oudste biografische notities over Hiëronymus maakt deel uit van de beroemde Legenda aurea, een verzameling van heiligenlevens met vaak een mythisch karakter, geschreven door de Italiaanse dominicaan Jacobus van Voragine (1228-1298), aartsbisschop van Genua. De humanist Desiderius Erasmus (ca. 1466-1536) demythologiseerde Hiëronymus en schreef een nieuwe biografie, vooral gebaseerd op Hiëronymus’ eigen geschriften en brieven, die ook met de nodige omzichtigheid geïnterpreteerd moeten worden. Erasmus toonde aan dat Hiëronymus geen kardinaal was, zoals algemeen werd aangenomen. De functie van kardinaal bestond nog niet in de vroegchristelijke tijd. Het verhaal van de leeuw, waarmee Hiëronymus zo vaak afgebeeld werd, heeft zijn oorsprong in de mythische sfeer. Laten we samen op zoek gaan naar de betekenis van Hiëronymus in de 16e en 17e eeuw en genieten van de inspiratie die de kunstenaars gebruikten om deze figuur gestalte te geven.
Hildegard Van de Velde Xavier Tricot
2
1.
Hiëronymus in beeld
1.1.
Hiëronymus in zijn studiekamer
De heilige Hiëronymus heeft vele kunstenaars geïnspireerd en werd sinds het einde van de 15e eeuw frequent afgebeeld in de beeldende kunsten van de Nederlanden. Maar liefst 30 procent van de heiligenvoorstellingen waren aan Hiëronymus gewijd. Hiëronymus bracht de laatste 35 jaar van zijn leven in Bethlehem door. Hij richtte er kloosters op en verdiepte er zich verder in de Bijbelexegese en de vertaling van de Heilige Schrift. Hij schreef er ook diverse biografieën en werkte er voort aan zijn brieven. De voorstelling van Hiëronymus in zijn studeerkamer werd in de late middeleeuwen en in de renaissance een populair onderwerp. Het bood kunstenaars de gelegenheid de heilige te plaatsen in een aan hun fantasie ontsproten omgeving. Daaruit leren we meer over de interieurs van de 15e en de vroege 16e eeuw dan over Hiëronymus’ cel in het vroegchristelijke Bethlehem. Een van de oudste voorstellingen van de heilige Hiëronymus in zijn studeervertrek is een olieverfschilderij dat toegeschreven werd aan Jan van Eyck en in 1442, een jaar na diens dood, is afgewerkt (Detroit Institute of Arts, niet tentoongesteld). Hiëronymus, met kardinaalsmantel en -hoed, zit er op een laatgotische bidstoel aan een geïmproviseerde tafel te bladeren in een boek op een lezenaar. De versies van de vijftiende-eeuwse Italiaanse kunstenaars Antonello da Messina en Domenico Ghirlandaio plaatsen de studerende Hiëronymus eveneens in een huiselijke omgeving. Een werk van de Duitse schilder Albrecht Dürer uit 1521 (nu in Lissabon) en een voorstelling door de Vlaamse schilder Quinten Massijs uit ca. 1520 (alleen bekend als kopie van het verloren origineel, die nu wordt bewaard in Wenen) lanceerden aan het begin van de 16e eeuw een nieuw beeld van de heilige Hiëronymus: hij is er niet meer vergezeld van de leeuw en zijn kardinaalshoed blijft achterwege. Alle aandacht gaat naar zijn portret, de bijbel en de schedel. Zou een ontmoeting van Dürer en Massijs met de humanist Erasmus daar voor iets tussen zitten? Erasmus had namelijk een meer objectieve biografie van Hiëronymus geschreven, die het beeld van de heilige demythologiseerde. Deze studievertrekken van de heilige Hiëronymus kunnen beschouwd worden als voorlopers van de geschilderde kunstkamers. Een veelheid aan voorwerpen is in een kleine ruimte verzameld: boeken, maar ook andere kleine objecten, zoals inktpotten, vaasjes, dozen, kandelaars, soms ook een schilderijtje of wetenschappelijke instrumenten, een zandloper…, al dan niet symbolische attributen van de heilige Hiëronymus. Maar de voorstelling van Hiëronymus in zijn studeerkamer kan ook gelezen worden als een symbool voor het humanisme, voor het opnieuw interpreteren van de bronnen uit de klassieke oudheid en, voor wat Hiëronymus’ eigen geschriften betreft, de kritische herbewerking door Erasmus die Hiëronymus naar de 16e eeuw bracht. De Bijbel en vele boekbanden worden frequent in beeld gebracht.
3
VA N PAT I N I R T O T R I B E R A
De heilige Hiëronymus in woord en beeld
1. (Toegeschreven aan) Hieronymus Wierix (Antwerpen 1553? – 1619) naar Albrecht Dürer (Nürnberg 1471 – 1528) Heilige Hiëronymus, ca. 1566 gravure Antwerpen, privéverzameling
Dürer was een Duitse humanist en renaissancekunstenaar, schilder en graveur. Hij reisde naar de Nederlanden, waar de Vlaamse primitieven hem inspireerden, en naar Italië, waar hij begeesterd raakte door de renaissance. Hij had een goed oog voor detail en was geboeid door de natuur. In zijn schilderkunst valt zijn kennis van het perspectief op. Hij schreef een wetenschappelijk traktaat over geometrie en compositie. Bovendien bracht hij vernieuwing in de portretschilderkunst door zijn zelfportret frontaal weer te geven. Zijn prentkunst, de houtsnijkunst in het bijzonder, was wereldberoemd. Ze ontwikkelde zich parallel met de boekdrukkunst. Deze gravure, oorspronkelijk door Dürer zelf gegraveerd in 1514, is een zestiende-eeuwse kopie, vermoedelijk door Hieronymus Wierix, naar het origineel van Dürer. Dat de schrijvende man Hiëronymus is, wordt verraden door zijn kardinaalshoed en de zandloper. Hiëronymus zit achter een tafel met een elegant onderstel. Er loopt een diagonaal door de gravure die het hoofd van Hiëronymus over het kruisbeeld met de schedel verbindt, wat op een bijzondere manier de symboliek van vergankelijkheid oproept. Het binnenvallend licht is magistraal. Het schijvenglas in lood maakt een mooie schaduwtekening op de raamnis. Vooraan op de grond liggen de leeuw en de hond vredig naast elkaar. Dürer schilderde vaak honden, als symbool van loyaliteit.
4
2. (Kopie naar) Marinus van Reymerswale (Reimerswaal 1490/95 – Goes 1546/56) Heilige Hiëronymus van Bethlehem, 16e eeuw olieverf op paneel Antwerpen, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, inv. 990
Van Reymerswale was een Zeeuwse kunstenaar, beïnvloed door Quinten Massijs en Albrecht Dürer. Hiëronymus zit aan zijn werktafel voor een bijbel die openligt op een mooie miniatuur met de voorstelling van het Laatste Oordeel, waarbij de tronende Christus geflankeerd wordt door twee bazuinspelende engelen. Aan zijn voeten knielen Maria en Johannes de Doper. De afbeelding van het Laatste Oordeel is geïnspireerd op de gravure De kleine Passie van Dürer uit 1510. Hiëronymus kijkt ons met een gekwelde blik aan, zijn gezicht vertoont diepe rimpels. Met zijn linkerhand wijst hij naar de schedel die voor hem ligt. Deze voorstelling van Hiëronymus was in de 16e eeuw erg populair. Ze gaat terug op de voorstellingswijze van de heilige Hiëronymus die Dürer lanceerde in 1521. Van de leeuw is er geen spoor meer. Er zijn diverse kopieën bewaard, onder andere in Douai, Bamberg, Amsterdam en Brugge. Het originele werk, dat gesigneerd en gedateerd (1521) is, bevindt zich in het Prado in Madrid. De kopie van het KMSKA benadert de kwaliteit van het exemplaar uit het Prado.
Bazuin Een bazuin is een trompet in zijn eenvoudige vorm. Het instrument bestaat al sinds 2 000 jaar voor Christus. De Bijbel is een van de oudste bronnen waarin de trompet genoemd wordt. Trompetten werden vooral als signaalinstrument gebruikt. Een bazuin bestaat uit een rechte buis die aan het eind uitloopt in een beker. Bij de ondergang van het Romeinse Rijk raakte dit type trompet in onbruik. Maar in de middeleeuwen duikt er een variant op, die ook in S-vorm gemaakt werd.
5
VA N PAT I N I R T O T R I B E R A
De heilige Hiëronymus in woord en beeld
geëxposeerd in Het Gulden Cabinet Jan van Hemessen (Hemiksem ca. 1500 – na 1575) De heilige Hiëronymus als monnik olieverf op paneel Antwerpen, Rockoxhuis
Jan van Hemessen werd in 1524 vrijmeester van het SintLucasgilde in Antwerpen. Later werd hij ook decaan van die vereniging. Hij maakte vooral religieuze taferelen en genrestukken, maar ook satirische portretten. Zijn werken behoren tot het maniërisme. Vooral zijn aandacht voor het detail en voor intense gelaatsuitdrukkingen zijn kenmerkend voor hem. Hij is beïnvloed door onder meer Quinten Massijs. Jan van Hemessen was de vader van de Antwerpse kunstenares Catharina van Hemessen, van wie ook werk te zien is in Het Gulden Cabinet. Hiëronymus mediteert voor een bijbel die ondersteund wordt door een schedel. Zijn bril, een soort pince-nez, ligt onder zijn mouw. Door het venster zien we gebouwen in Vlaamse laatgotische stijl. Wellicht moeten ze Bethlehem voorstellen. Op de voorgrond zijn de kamelen en de ezel te zien die worden genoemd in de Legenda aurea. In de lucht zien we Christus zittend op een regenboog en engelen die bazuinen of trompetten bespelen om de doden op te roepen voor het Laatste Oordeel. Dit is het enige schilderij uit Rockox’ oorspronkelijke collectie dat vandaag deel uitmaakt van de museumverzameling. Dat Rockox dit schilderij in zijn bezit had, wijst erop dat hij de heilige Hiëronymus naar waarde wist te schatten. Wellicht wilde Rockox ermee het belang van het humanisme onderstrepen, dat hij zelf mee gestalte gaf.
6
3. Jan Massijs (Antwerpen 1509 – 1675) Heilige Hiëronymus, ca. 1530 – 1540 olieverf op paneel Madrid, Museo Nacional del Prado, inv. P02099
Over Jan Massijs is weinig met zekerheid bekend. Deze zoon van Quinten Massijs I werd verdacht van sympathieën voor de sekteleider Loy de Schaliedekker (Eligius Pruystinck) en moest daarom in 1544 de Nederlanden verlaten. Hij verbleef een tijdlang in Genua. Zijn erotische, verfijnde en maniëristische stijl doet vermoeden dat hij eveneens vertrouwd was met de school van Fontainebleau. Ook de Hiëronymus van Jan Massijs gaat terug op de hoger genoemde werken van Dürer en van Quinten Massijs. Het opengeslagen boek met de afbeelding van het Laatste Oordeel heeft hij bij zijn vader gezien en is ook bij Van Reymerswale terug te vinden. Ook het horizontale formaat voor de afbeelding van Hiëronymus is een idee van zijn vader. Het aanwijzen van de schedel is ontleend aan de voorstelling van Dürer uit 1521.
4. Vlaamse School (1550 – 1570) Heilige Hiëronymus olieverf op paneel Raleigh, North Carolina Museum of Art, inv. 2013.8
Deze Hiëronymus heeft zijn studeerkamer in een renaissancepalazzo. Ook Maerten de Vos situeerde zijn religieuze taferelen vaak in een renaissancearchitectuur. Hiëronymus zit aan een imposante tafel op een voet met opbergkastjes. Daarin zien we Hiëronymus’ nietbril en een schaar liggen. De tafel wordt gedragen door twee sfinx figuren, wezens met een leeuwenlichaam en een mensenhoofd. Ze worden peinzend bekeken door Hiëronymus’ leeuw, die onder de tafel ligt. Ook alle andere attributen zijn aanwezig: op de tafel de schedel, het kruisbeeld en de bijbel, in een brede nis de kardinaalshoed, de zand loper en de boeken. In de achterliggende ruimte loopt de renaissancearchitectuur van het studeervertrek door om de blik vrij te geven op een berglandschap.
7
VA N PAT I N I R T O T R I B E R A
De heilige Hiëronymus in woord en beeld
Nietbril De nietbril werd aan het begin van de 14e eeuw uitgevonden en is een van de oudste briltypes. Deze bril bestaat uit twee ronde glazen die in een metalen, houten of hoornen ring gevat zijn. Elke ring heeft een uitsteeksel dat met een nagel aan het uitsteeksel van de andere ring bevestigd is, zodat er een scharnier ontstaat. Het montuur met benen, dat de bril achter de oren houdt, dateert pas van de 18e eeuw.
5. Anonieme meester, Zuid-Nederlands (derde kwart 16e eeuw) De heilige Hiëronymus olieverf op paneel Antwerpen, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, inv. 5087
Deze anonieme kunstenaar brengt een vrij klassieke voorstelling van Hiëronymus. Hiëronymus zit achter zijn werktafel met aan zijn rechterkant de leeuw. Bladerend in een boek maakt de geleerde heilige notities. Voor de tafel zijn op een bank een aantal attributen uitgestald die duidelijk de vergankelijkheid symboliseren, zoals de luit (van de late middeleeuwen tot in de barok een zeer populair muziekinstrument), de kraagkandelaar met de gedoofde kaars, de schedel en boeken. Nieuwe elementen in deze weergave, die ons de 17e eeuw binnenloodsen, zijn enerzijds de klassiek geïnspireerde vaas met bloemen op de tafel en anderzijds het rode gordijn, dat in de barokschilderkunst vaak voorkomt, vooral bij portretten.
8
1.2.
Hiëronymus met andere heiligen afgebeeld
Hiëronymus wordt regelmatig op de zijpanelen van drieluiken afgebeeld, al dan niet om de schenkers van het schilderij bij te staan, als patroonheilige of als vaste referentie. Soms is hij het onderwerp van het centrale paneel en wordt hij als heremiet afgebeeld. Vaker zien we hem in het gezelschap van de drie andere Latijnse kerkleraren.
6. Vittore Carpaccio (Capo d’Istria ca. 1465 – 1525/27) Maria met kind en de heiligen Catharina en Hiëronymus olieverf op paneel Karlsruhe, Staatliche Kunsthalle, inv. 415
Over het leven van Carpaccio is weinig geweten. Hij was de zoon van de lederhandelaar Piero Scarpazza. Hij zou later zijn familienaam veranderen in Carpaccio. Hij werd vooral bekend door negen schilderijen die hij maakte over de legende van de Heilige Ursula. Zijn schilderijen vallen op door een bijzonder gebruik van rood. Vermoedelijk is hij in de leer geweest bij onder meer Gentile Bellini, van wie hij in elk geval invloed onderging. Dat blijkt ook uit dit schilderij. De handen van Maria en van Catharina en het lichaam van Jezus gaan terug op de Sacra Conversazione van Bellini in het Prado in Madrid. De heilige Catharina van Alexandrië wordt vaak afgebeeld met Maria en het kleine Jezuskind omdat Catharina een mystiek huwelijk aanging met Jezus. Hiëronymus staat achter Maria en leest de Bijbel. Alleen zijn rode mantel en het boek, half verscholen achter Maria, verraden dat hij het is. Hij is wat archaïsch voorgesteld met een zeer lange baard. Zijn kardinaalshoed is nergens te bekennen.
Carpaccio? Carpaccio is oorspronkelijk een gerecht van dungesneden rauwe ossenhaas, mayonaise, worcestersaus, tabasco en witte peper, vaak geserveerd als voorgerecht. Giuseppe Cipriani, de eigenaar van Harry’s Bar in Venetië, bedacht het in 1950 en noemde het naar de kunstenaar Vittore Carpaccio, van wie er op dat moment een overzichtstentoonstelling liep en wiens kunstwerken opvallen door de rode tinten. 9
VA N PAT I N I R T O T R I B E R A
De heilige Hiëronymus in woord en beeld
7. Adriaen Isenbrant (1475/95 – Brugge 1551) Madonna met Johannes de Doper en de heilige Hiëronymus olieverf op paneel Brugge, Groeningemuseum, inv. 0000.GRO1376.1
Isenbrandt wordt voor het eerst vermeld als erkend meester in het Brugse Sint-Lucasgilde en in het Sint-Elooisgilde, dat de Brugse goudsmeden verenigde. Hij werkte in het atelier van Gerard David, op dat moment de meest vooraanstaande schilder in Brugge. Isenbrant werkte er ook samen met Albert Cornelis en Ambrosius Benson. Zijn schilderijen zijn gedetailleerd afgewerkt, met een grote zin voor verfijning. Zijn figuren blinken uit door een gepast coloriet met subtiele rode en donkerblauwe tinten. Zijn landschappen op de achtergrond refereren aan de kunst van Gerard David. Deze Maria met kind is een interpretatie van de ‘NotreDame de Cambrai’, een Italo-Byzantijnse icoon die rond 1550 vanuit Rome terechtkwam in de kathedraal van Cambrai en veelvuldig werd gekopieerd. Op het linkerzijluik staat Johannes de Doper, die we herkennen aan de woorden die hij uitspreekt: Ecce Agnus Dei (Zie het Lam Gods). Op het rechterzijluik is Hiëronymus afgebeeld, duidelijk herkenbaar aan zijn galero en de leeuw aan zijn voeten. Het landschap lijkt door te lopen van het middentafereel naar het zijluik met de heilige Hiëronymus, maar niet naar het luik met Johannes de Doper. Een wapenschild op de keerzijde van het linkerpaneel is van de Spaans-Brugse handelaarsfamilie Pardo, die in de tweede helft van de 15e eeuw naar Brugge kwam.
8. Anoniem (Mechelen? eerste helft 16e eeuw) Draagbaar reliekretabel met de heilige Hiëronymus en Johannes de Doper olieverf op hout en diverse materialen Cassel, Musée de Flandre, inv. 20009.3.1.
Dit soort kleine reliek-reisaltaartjes werd met veel geduld door begijnen en andere vrouwelijke religieuzen gemaakt.
10
Ze zijn verwant aan de Mechelse besloten hofjes en werden vaak als geschenk gegeven aan donateurs. Het middentafereel is een compositie van geborduurde florale motieven en referenties aan insecten. Tussen de nog aanwezige papiertjes werden kleine relieken bewaard, die intussen verdwenen zijn. Centraal is in een geborduurde cartouche een lammetje afgebeeld dat zijn kop richt naar het rechterluik, waarop Johannes de Doper staat afgebeeld. We herkennen hem aan de dierenhuid die hij draagt en het kruis. Het water naast hem moet vermoedelijk de Jordaan voorstellen. Op het linkerluik is Hiëronymus als heremiet afgebeeld, geknield voor het kruis terwijl hij zich kastijdt. De galero en de leeuw zijn ook aanwezig.
9. Otto van Veen (Leiden 1555 – Brussel 1629) Vier Latijnse kerkleraars olieverfschets privéverzameling
Deze olieverfschets door van Veen, stelt vier Latijnse kerkleraars voor. Ze zijn te herkennen aan hun hoofddeksels. Kerkleraar of Doctor Ecclesiae is een eretitel die verleend werd aan verdienstelijke persoonlijkheden voor hun levenswijze, hun getrouwheid aan de kerkelijke leer en hun eruditie. Paus Bonifatius VIII promoveerde in 1295 Ambrosius (Trier, 339 - Milaan, 397), Hiëronymus, Augustinus (Thagaste, 354 - Hippo, 430) en Gregorius de Grote (Rome, ca. 540 - 604) tot kerkleraar. Van links naar rechts zien we eerst twee bisschoppen. Ambrosius, bisschop van Milaan wordt doorgaans met een mijter op het hoofd afgebeeld en soms ook met een bijenkorf die refereert aan een legende. Tot vandaag is hij de patroon van de imkers. Maar aangezien de attributen ontbreken, kan de eerste bisschop ook Augustinus zijn, bisschop van Hippo, theoloog en filosoof. Hij wordt soms afgebeeld met een brandend hart in de hand. Als derde, wat meer naar achter, zien we Hiëronymus, te herkennen aan de galero op zijn hoofd. Naast Hiëronymus ten slotte zit Gregorius de Grote, met een pauselijke tiara op het hoofd. Een deel van zijn staf is ook zichtbaar.
11
VA N PAT I N I R T O T R I B E R A
De heilige Hiëronymus in woord en beeld
12
Jheronimus Bosch (ca. 1450 – 1516) Hiëronymus in gebed olieverf op paneel Gent, Museum voor Schone Kunsten (niet geëxposeerd in de tentoonstelling)
1.3.
Hiëronymus als heremiet
Een van de meest imposante schilderijen van deze heilige als heremiet werd rond 1500 door Jheronimus Bosch geschilderd en stelt Hiëronymus in gebed voor (Museum voor Schone Kunsten, Gent, niet geëxposeerd). Hiëronymus wordt er verbeeld als een boeteling in een groen landschap. Het schilderij was het voorbeeld voor een nieuw type voorstelling dat in de tentoonstelling rijkelijk aan bod komt. Naast religieuze thema’s en de portretschilderkunst, die gedurende de middeleeuwen de beeldende kunsten domineerden, ontwikkelden zich aan het begin van de renaissance nieuwe profane thema’s. Zo nam bijvoorbeeld het landschap langzaam de bovenhand op het religieuze onderwerp. Hiëronymus bracht een groot deel van zijn leven in afzondering door. De meest intense periode van zijn ascese beleefde hij in de woestijn, de langste in een klooster in Bethlehem. Toch zijn er nagenoeg geen voorstellingen van Hiëronymus in de woestijn bekend. De woestijn werd als achtergrond vervangen door schitterende, vaak geïdealiseerde landschappen met grillige rotspartijen die evenzeer een sterk beeld van aliënatie oproepen. Hiëronymus wordt er ofwel op de voorgrond in volledige afzondering geplaatst ofwel bevindt hij zich in een groene oase, maar ook daar ver weg van het wereldse. Die voorstellingswijze past helemaal in de evolutie van de landschapsschilderkunst. De voorstellingen van Hiëronymus als heremiet herinneren aan de uitbeelding van Antonius van Egypte, een van de eerste christelijke kluizenaars (ca. 251-356). Antonius trok zich terug in de Egyptische woestijn en werd daar volgens een legende bestookt door demonen. De iconografie van Johannes de evangelist op Patmos baadt in dezelfde sfeer van afzondering. Jheronimus Bosch heeft ook deze beide heiligen in beeld gebracht. In de renaissance krijgt de mens als individu veel erkenning. Ook voor zijn existentiële ervaring van eenzaamheid, afzondering en vervreemding is er ruimte in het denken en evenzeer in de beeldcultuur. Daarvoor kan de figuur van Hiëronymus symbool staan. Om de weergave van Hiëronymus’ boetedoening te dramatiseren, maakten kunstenaars aan het einde van de 16e en in het begin van de 17e eeuw gebruik van de clair-obscurtechniek.
13
VA N PAT I N I R T O T R I B E R A
De heilige Hiëronymus in woord en beeld
10. Anoniem, Brabant (begin 16e eeuw) Heilige Hiëronymus gepolychormeerde eik Leuven, Museum M, inv. C/372
Dit sterke staaltje van Brabantse houtsnijkunst toont ons een gebalde samenvatting van Hiëronymus in al zijn facetten: de leeuw aan zijn voeten; een boek in de hand, een verwijzing naar de Bijbelvertaling, maar ook naar Hiëronymus’ eruditie en theologische kennis; de galero op het hoofd en de kardinaalsmantel over zijn boetekleed; zijn verweerde gezicht met lange baard en de stappende houding, doortastend en volhardend.
Hiëronymus en de leeuw, een mythe Hiëronymus zou op een avond in Bethlehem bezoek gehad hebben van een manke leeuw die een doorn in zijn poot had. Hiëronymus bevrijdde de leeuw van de doorn, waarna die uit dankbaarheid bij hem bleef als een trouw huisdier. Dagelijks begeleidde de leeuw de ezel die brandhout uit het bos ging halen. Maar op een dag viel de leeuw in slaap en namen voorbijtrekkende kooplui de ezel mee. De leeuw nam uit schuldgevoel het werk van de ezel over maar wist later de ezel terug te vinden, die als voorloper van een karavaan werd gebruikt.
14
Hiëronymus en de symboliek De Bijbel of boeken in het algemeen: zijn talenkennis, zijn eruditie, zijn intellect, het humanisme. Zijn kardinaalsgewaad en hoed: zijn functie als kerkleraar en zijn adviserende rol bij paus Damasus I. De zandloper, het doodshoofd en het kruisbeeld: boetedoening en vergankelijkheid. De steen waarmee hij zich kastijdt: het verzaken aan de verleiding. De leeuw: de mythe, maar ook zijn charisma.
11. Joachim Patinir (Bouvignes? 1475/80 – Antwerpen 1515/24) Hiëronymus in een landschap olieverf op eik Antwerpen, Museum Mayer van den Bergh, inv. MMB0029
Joachim Patinir was afkomstig uit de streek van Dinant. Vermoedelijk kreeg hij zijn opleiding in Brugge, in het atelier van Gerard David. In 1515 werd hij lid van het Antwerpse Sint-Lucasgilde. In de zestiende eeuw specialiseerden vele schilders zich in een bepaald genre. Patinir was de eerste echte landschapschilder in de Nederlanden. Albrecht Dürer, die hij vermoedelijk ontmoet heeft tijdens diens verblijf in Antwerpen in 1520/21, noemde hem der gut landschaft maler. Het is de eerste vermelding van het woord ‘landschap’ in de Duitse taal. De heilige Hiëronymus zit geknield aan de ingang van zijn grot voor een Christusbeeld. Hij heeft een steen in zijn hand waarmee hij zich kastijdt. Ook het doodshoofd staat voor zijn boetedoening. Op de grond ligt een boek, refererend aan zijn vele geschriften, waaronder de Vulgaat. Hiëronymus is hier niet in het gezelschap van een leeuw, maar de kamelen en vermoedelijk ook de ezel die net zoals de leeuw alleen in de dertiende-eeuwse Legenda aurea deel uitmaken van Hiëronymus’ leven, zijn te zien links boven op de heuvel naast de rots. De figuur van Hiëronymus is suggestief geschilderd en ondergeschikt aan het opmerkelijke rotslandschap. Hoewel Patinir zich inspireerde op de rotsen in de Maasvallei, zijn de grillige vormen aan zijn fantasie ontsproten. De compositie van de rots rechts vooraan toont veel gelijkenissen met Patinirs versie uit het Prado in Madrid en met die uit de National Gallery in Londen. 15
VA N PAT I N I R T O T R I B E R A
De heilige Hiëronymus in woord en beeld
12. Joos van Cleve (Kleef? ca. 1485 – Antwerpen 1540/41) De heilige Hiëronymus kastijdt zich met een steen olieverf op paneel Anderlecht, Museum Erasmushuis, inv. MEH 222
Misschien genoot van Cleve zijn opleiding in zijn vermoedelijke geboortestreek Kleef, een hertogdom in de Neder-Rijns-Westfaalse Kreits. Rond 1507 zou hij in Brugge gewerkt hebben. In 1511 werd hij in het Antwerpse Sint-Lucasgilde opgenomen als meesterschilder. Zijn schilderstijl is deels schatplichtig aan de kunst van Jan van Eyck en van de Meester van Flémalle uit de 15e eeuw en aan die van zijn tijdgenoten Quinten Massijs I en Jan Gossart uit de vroege 16e eeuw. Evenmin ontbreken Italiaanse invloeden. Van Cleve was een van de meest invloedrijke Antwerpse schilders. Hij maakte vooral portretten en altaarstukken. Als achtergrond schilderde hij vaak weidse landschappen. Anders dan bij het werk van Patinir, gaat alle aandacht hier naar de heilige Hiëronymus en fungeert het landschap als achtergrond. Ook hier heeft Hiëronymus een steen in de hand, terwijl hij het Christusbeeld aankijkt. De schedel en het boek zijn eveneens als attributen toegevoegd. Aan zijn knieën rust de leeuw die hem volgens de Legenda aurea is komen opzoeken in het klooster in Bethlehem. Tegen de boom leunt zijn galero of kardinaalshoed. Op de grond ligt zijn rode mantel. Hiëronymus is echter nooit kardinaal geweest, die functie bestond in zijn tijd nog niet. Hij was wel monnik en priester. In een van zijn brieven schrijft hij dat hij op jonge leeftijd secretaris van Paus Damasus is geweest.
16
Kardinaalshoed versus kardinaalsmuts Een van Hiëronymus’ attributen is de galero of de kardinaalshoed, een reishoed, het hoofddeksel van een kardinaal. De galero heeft een ronde vorm en is rood, aan de rand hangen 15 grote kwasten. De galero wordt ook afgebeeld boven het wapenschild van een kardinaal en verwijst naar de functie van zijn drager. Het dragen van deze hoed is in onbruik geraakt. Een kardinaalsmuts is een bladverliezende heester met rozerode, vier- of vijfhokkige doosvruchten. De muts of baret die kardinalen vandaag dragen, heeft drie gleuven met daartussen drie ribben die in het midden samenkomen onder een frivole pompon. Het hoofddeksel lijkt sterk op de vruchten van de gelijknamige plant.
13. Lucas Gassel (Helmond 1480/1500 – 1568/1569) Hiëronymus in de woestijn burijngravure Antwerpen, Museum Plantin-Moretus / Prentenkabinet, inv. III/G. 986
Gassel was een schilder uit de late renaissance, werkzaam in Antwerpen. Hij schilderde vooral landschappen die dienst deden als decor voor religieuze onderwerpen en had veel oog voor detail. Hij werd populair in de Zuidelijke Nederlanden. Van zijn productie is weinig bewaard. Alle aandacht gaat naar een schitterend kloostercomplex met bijbehorende boerderij, tuin en landerijen. Op de achter grond is een glooiend landschap te zien met tegen de einder aan een stad. Het is even zoeken, maar onderaan links knielt Hiëronymus halfnaakt voor een gekruisigde Christus. Zelfs in deze besloten gemeenschap is Hiëronymus afgeschermd en belijdt hij zijn boete in alle eenzaamheid. De attributen zijn over de prent verspreid. 17
VA N PAT I N I R T O T R I B E R A
De heilige Hiëronymus in woord en beeld
geëxposeerd in Het Gulden Cabinet Jan van Hemessen (Hemiksem ca. 1500 – na 1575) De heilige Hiëronymus olieverf op paneel Antwerpen, privéverzameling
Hiëronymus heeft zich hier teruggetrokken in een grot. Hij mediteert voor een Christusbeeld. Vlakbij ligt een schedel. In de rechterbovenhoek geeft een doorkijkje de blik vrij op een schitterend berglandschap. Let op de kleine details waar van Hemessen zo goed in is en die hem als een maniëristisch schilder typeren: de nagels waarmee Christus aan het kruis is gehangen, de rimpels in het gezicht van Hiëronymus en zijn vuile vingernagels.
14. Cornelis Massijs (Antwerpen ca. 1510/11 – 1556/57) Landschap met de heilige Hiëronymus, 1547 olieverf op paneel Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Antwerpen, inv. 830
Cornelis Massijs, zoon van de beroemde Quinten en broer van Jan, is als tekenaar en graveur begonnen. In 1532 werd hij toegelaten tot het Sint-Lucasgilde van Antwerpen. Zijn landschappen, vaak met een grillige rotspartij zoals op dit olieverfschilderij, zijn beïnvloed door de stijl van Joachim Patinir. Zoals bij Patinir domineert in de kunst van Cornelis Massijs het landschap. Via de boom aan de rechterkant en de rotsen aan de linkerkant wordt de blik van de kijker hier geleid naar een ver perspectief. Midden in het landschap trekt de abdij onze aandacht. Vooraan op een verhard plateau zit Hiëronymus. Hij leest een brief terwijl zijn handen op een boomstronk rusten. Naast hem ligt zijn galero en op de weg achter hem passeren twee kamelen geleid door een ezel, een knipoog naar het verhaal uit de Legenda aurea.
18
15. Herri met de Bles (Dinant ca. 1510 – ca. 1560) Landschap met de heilige Hiëronymus tweede decennium 16e eeuw olieverf op paneel Namur, Musée des Arts Anciens du Namurois, inv. 158
Over Herri met de Bles is vrijwel niets bekend. Volgens Karel van Mander zou hij zijn naam te danken hebben aan een witte lok in zijn haren. Hij stamde uit de omgeving van Joachim Patinir, die hem inspireerde. Herri met de Bles werkte vooral in Antwerpen. Terwijl bij Patinir de nadruk ligt op weidse landschappen en vergezichten, vraagt Herri met de Bles aandacht voor een rots op de voorgrond. De heilige Hiëronymus zit in bidhouding geknield voor een kruisbeeld. Hij draagt alleen een lendendoek. De afgelegde mantel met de galero erbovenop staat symbool voor Hiëronymus’ boetedoening, voor zijn afstand van egoïsme en ijdelheid. Aan zijn voeten herinneren de schedel en de zandloper aan de vanitas, de vergankelijkheid. De rots scheidt de actieve wereld van de contemplatieve, waarin Hiëronymus zich bevindt. In de lucht verschijnen in een visioen God de Vader, de verrezen Christus en Maria. Ze zijn in concentrische cirkels vervat die herinneren aan afbeeldingen van het Laatste Oordeel. Vooraan in de schaduw van de rots zijn diverse dieren afgebeeld, waaronder de leeuw en de kamelen die refereren aan de biografie van Hiëronymus uit de Legenda aurea, maar er zijn ook een konijn, een vos, geiten en bokken te zien. Aan de rechterkant ontwaren we een familie beren, een zwaan en een schaap. Op het voorplan heeft Herri met de Bles op realistische wijze een stukje natuur geschilderd, schatplichtig aan vijftiende-eeuwse kunstenaars als Jan van Eyck. Op de voorgrond groeien adelaarsvaren, salomonszegel en vingerhoedskruid.
19
VA N PAT I N I R T O T R I B E R A
De heilige Hiëronymus in woord en beeld
Kardinaalsmantel versus kardinaalsmantel De kardinaalsmantel (Argynnis pandora) is een dagvlinder uit de familie Nymphalidae, de vossen, parelmoervlinders en weerschijnvlinders, vooral te vinden in Zuid-Europa op droge graslanden en in de steppe. Kardinalen dragen een soutane met schoudermantel in vermiljoenrode kleur die refereert aan de symboliek van martelaren. Die kledij wordt vooral voor het officie en bij ceremoniële plechtigheden gedragen in combinatie met de baret met daaronder nog de pileolus, een rood kruinmutsje.
16. Cornelis Cort (1533? – Rome 1578) naar Titiaan (Pieve di Cadore 1485/1490 – Venetië 1576) Heilige Hiëronymus in de woestijn, ca.1565 gravure Antwerpen, Museum Plantin-Moretus / Prentenkabinet inv. III/C.503
De Nederlandse graveur en tekenaar Cornelis Cort reisde in 1565/66 naar Venetië en logeerde er bij de Italiaanse renaissanceschilder Titiaan. Hij maakte er gravures naar diens schilderijen, zoals ook deze Hiëronymus. Hiëronymus zit op een rotsblok te lezen. Ook hier scheidt een rots hem van de wereld af. De rots wordt gedomineerd door een opvallende dode boomstronk. Naast de schedel vooraan, het kruisbeeld en een zandloper is ook de stronk een symbool van vergankelijkheid. Hiëronymus lijkt er ontspannen bij te zitten.
20
17. Johann Sadeler I (Brussel 1550 – Venetië 1600/08) naar Gillis Mostaert I (Hulst 1528 – Antwerpen 1598) Heilige Hiëronymus gravure Antwerpen, Museum Plantin-Moretus / Prentenkabinet inv. III/S.327
Sadeler was een tekenaar, graveur en uitgever. In 1572 werd hij in Antwerpen als koperplaatgraveur opgenomen in het Sint-Lucasgilde. Hij graveerde ondermeer naar werken van Michiel Coxcie. Sadeler en zijn broers werkten ook meerdere jaren samen met Maerten de Vos. Gillis Mostaert werd in 1554/55 lid van het Sint-Lucasgilde in Antwerpen. Hij schilderde hoofdzakelijk genrestukken, landschappen en architectuurcomposities en liet zich vooral door Jheronimus Bosch inspireren. Hiëronymus zit geknield aan de ingang van de grot, met een kruisbeeld in zijn hand. Door de opening van de grot is een gebouw te zien, wellicht zijn klooster in Bethlehem. Ook alle gekende attributen zijn aanwezig. In deze voorstelling is ook een beeld van Maria met het Jezuskind opgenomen als symbool van de hemelse liefde. Op de grond ligt een gebroken beeld, vermoedelijk Venus, in deze context het zinnebeeld van de vleselijke en onzuivere liefde.
18. Cornelis Cort (1533? - Rome 1578) naar Jeronimo Muciano (Spaanse school, 16e eeuw Heilige Hiëronymus, 1573 gravure Antwerpen, Museum Plantin-Moretus / Prentenkabinet inv. IV C. 121
Variatie op het thema Hiëronymus. De linkerkant van deze prent toont ons een wijds landschap, zonder klooster of gebouw. Hiëronymus zelf is afgebeeld met diverse sym bolen. De boeken liggen wat slordig gestapeld. Tijdens zijn afzondering in de woestijn had Hiëronymus een bibliotheek ter beschikking.
21
VA N PAT I N I R T O T R I B E R A
De heilige Hiëronymus in woord en beeld
19. Jan de Bisschop (Amsterdam 1628 – Den Haag 1671) naar Federico Zuccaro (Sant’Angelo in Vado ca. 1539/43 – Ancona 1609) Heilige Hiëronymus ets en gravure Antwerpen, Museum Plantin-Moretus / Prentenkabinet inv. F II/B.171
De Nederlandse prentkunstenaar Jan de Bisschop graveerde deze afbeelding van Hiëronymus naar een origineel van Federico Zuccaro. Dat was een Italiaanse maniërist, schilder en architect. Hij was gespecialiseerd in het schilderen van fresco’s in kerken. Rome, Firenze en Venetië bewaren meerdere van zijn kunstwerken in hun kerken. Hij aanvaardde ook een opdracht van de Spaanse koning Philips II om in 1586 het Escorial te decoreren. Daar zou hij deze Hiëronymus geschilderd hebben. Maar zijn kunst beviel Philips II niet en na twee jaar arbeid werd hij terug naar Italië gestuurd. Vele fresco’s van zijn hand werden er overschilderd. Anders dan in de vorige schilderijen of gravures knielt Hiëronymus hier voor een levensgrote gekruisigde Christus met daaronder Maria Magdalena en Maria met de kleine Johannes. In zijn hand heeft Hiëronymus een steen, waarmee hij zichzelf kastijdt. Rondom het kruis zweven engelenkopjes.
22
20. Maerten de Vos (Antwerpen 1532 – 1603) De heilige Hiëronymus als boetedoener, 1585 sepia Antwerpen, Museum Plantin-Moretus / Prentenkabinet inv. D.X.13
Maerten de Vos was een belangrijke kunstenaar die op het einde van de zestiende eeuw de weg naar de barok voorbereidde. Hij was deken van het Antwerpse SintLucasgilde en kreeg vanaf 1574 vooral opdrachten van ambachten en broederschappen om monumentale schilderijen voor hun altaren in de kathedraal te maken. Zo hielp hij tijdens de contrareformatie mee aan de herinrichting van de kathedraal. Hij spitste zich toe op een descriptieve weergave van zijn onderwerpen. Zijn versie van de heilige Hiëronymus is daar een mooi voorbeeld van. Op een kleine oppervlakte vertelt hij met enkele rake trekken het verhaal van Hiëronymus. Aan de rechterkant van deze sepiatekening is een torentje te zien, vermoedelijk een verwijzing naar zijn klooster.
rode kardinaal De rode kardinaal (Cardinalis cardinalis) is een vogel uit de familie kardinaalachtigen (Cardinalidae) uit de orde van de zangvogels.
23
VA N PAT I N I R T O T R I B E R A
De heilige Hiëronymus in woord en beeld
21. Jacob de Wit (Amsterdam 1695 – 1754) naar Peter Paul Rubens (Siegen? 1577 – Antwerpen 1640) Heilige Hiëronymus, 1708-1754 aquarel, gouache, potlood, Oost-Indische inkt Antwerpen, Museum Plantin-Moretus / Prentenkabinet inv. D. 6.II
Zie nr. 22
22. Jean-Benjamin Müller (18e eeuw) naar Peter Paul Rubens (Siegen? 1577 – Antwerpen 1640) Heilige Hiëronymus, tweede helft 18e eeuw tekening en aquarel Antwerpen, Museum Plantin-Moretus / Prentenkabinet inv. A. XIX.6
Deze twee tekeningen zijn kopieën naar een van Rubens’ 39 plafondschilderijen in de Sint-Carolus Borromeüskerk in Antwerpen die bij de brand in 1718 verloren gingen. Het schilderij van de heilige Hiëronymus bevond zich samen met zeven andere kerkvaders en acht vrouwelijke heiligen in het plafond van de benedenverdieping van de zijbeuken. De Amsterdamse rococoschilder Jacob de Wit was erg actief als plafondschilder en schilder van imitatiereliëfs in grisaille. Toen hij in de jaren 1711-1712 in Antwerpen verbleef, maakte hij onder meer kopieën van Rubens’ plafondstukken in de Sint-Carolus Borromeüskerk. Terug in Amsterdam vervaardigde de Wit meerdere kopieën van zijn reeks van 36 tekeningen naar Rubens’ plafondstukken. De Wits ‘originele’ reeks, die hij in Antwerpen rechtstreeks naar de plafondstukken maakte, is hoogstwaarschijnlijk niet meer bewaard. Hiëronymus bevindt zich in de wolken, aan zijn voeten ligt de leeuw, een bazuin spelende engel houdt hem gezelschap. In beide tekeningen valt vooral de uitstraling van Hiëronymus op.
24
23. Jusepe Ribera (Xativa 1588/1591 – Napels 1652/1656) Heilige Hiëronymus, 1643 olieverf op doek Lille, Palais des Beaux-Arts, inv. P42
Zie nr. 24
24. Jusepe Ribera (Xativa 1588/1591 – Napels 1652/1656) Heilige Hiëronymus, 1644 olieverf op doek Madrid, Museo Nacional del Prado, inv. P01096
Ribera was een kunstschilder uit de Spaanse school. Vermoedelijk werd hij opgeleid door de vooraanstaande Spaanse schilder Francisco Ribalta. Vanaf 1606 verbleef Ribera in Italië, in Parma en Rome. In 1616 vestigde hij zich definitief in Napels, toen deel van het Spaanse Rijk. Ribera was lange tijd hofschilder in dienst van de Spaanse onderkoning Pedro Téllez-Girón. Zijn beïnvloeding door Caravaggio blijkt niet alleen uit het gebruik van clair-obscur maar ook uit het realisme. Maar ook andere Italiaanse renaissancekunstenaars, zoals Correggio en Veronese, lieten hem niet onberoerd. Hij had eveneens een grote bewondering voor Rubens en van Dyck. De typering van de heilige Hiëronymus als boeteling verandert vanaf het laatste kwart van de 16e eeuw. De heilige wordt als het ware gedesacraliseerd, hij wordt een mens van vlees en bloed. Hiëronymus blijft een piëteitsvol man die respect afdwingt, maar het decorum verdwijnt, terwijl zijn ascese benadrukt wordt. Het realisme neemt de bovenhand in de voorstelling van de boeteling. Het gezicht vertoont diepe groeven, een warrige baard en sporen van een lijdzaam leven. Hij heeft een getaande huid en vuile vingernagels.
25
VA N PAT I N I R T O T R I B E R A
De heilige Hiëronymus in woord en beeld
25. Rembrandt (Leiden 1606 – Amsterdam 1669) De heilige Hiëronymus bij de knotwilg, 1648 ets en droge naald op papier Karlsruhe, Staatliche Kunsthalle, inv. VI 2052
Rembrandt wordt beschouwd als de belangrijkste meester van de Noord-Nederlandse barok, zowel in de schilderkunst als in grafiek. Zijn werken vallen op door een bijna perfecte beheersing van de clair-obscurtechniek. Rembrandt maakte van ca. 1626 tot 1660 ongeveer 300 etsen. Aanvankelijk was zijn prentkunst gebaseerd op zijn tekenkunst. Later evolueerde ze in de richting van zijn schildertechniek. Van de heilige Hiëronymus maakte Rembrandt zeven etsen en een tekening. In deze ets staan geen rotsen centraal maar een zeer realistisch uitgewerkte knotwilg. Hiëronymus zit aan een geïmproviseerde tafel te schrijven. Tegen de wilg aan ligt een stapel boeken met een schedel erbovenop. De knotwilg staat symbool voor de ascetische sfeer waarin Hiëronymus leefde, zowel in de woestijn als later in het klooster in Bethlehem. Vanachter de knotwilg komt een leeuw gluren. Het dier is hier nog niet zo trefzeker voorgesteld als we van Rembrandt gewend zijn. Toen hij deze prent maakte, had Rembrandt nog nooit een leeuw gezien. Heraldische leeuwen op wapenschilden van landen en adellijke families kende hij wel. Pas in 1652 zou Rembrandt voor het eerst een echte leeuw zien. In 1652 bracht de Verenigde Oost-Indische Compagnie een leeuw naar Amsterdam. Het dier was te zien in een dierentuin. Rembrandt tekende de leeuw meerdere keren in 1652-1653. De voorstelling van de leeuw op deze prent is nog geïnspireerd op een ets van Albrecht Dürer.
26
26. Jan Lievens (Leiden 1607 – Amsterdam 1674) Heilige Hiëronymus als kluizenaar, ca. 1631 olieverf op paneel Leiden, Museum De Lakenhal, inv. S1531
Lievens was een Nederlandse historie- en portretschilder en tekenaar, een tijdgenoot van Rembrandt, met wie hij in zijn jonge jaren nauw samenwerkte. Beide kunstenaars hebben elkaar beïnvloed. Lievens heeft in de jaren 1630 een aantal jaren in Engeland vertoefd, waar hij invloed van Rubens en Van Dyck onderging. Lievens was in zijn tijd een geëerd schilder en in zijn geboortestad Leiden zelfs populairder dan Rembrandt. Net zoals Rembrandt heeft Lievens ook de graveerkunst beoefend. Van zijn geschilderde Hiëronymus maakte hij ook een ets. De ets is gemakkelijker ‘leesbaar’ dan het originele olieverfschilderij. Hiëronymus zit teruggetrokken in een donkere grot en leidt er zijn leven als boeteling. Het opvallende clair-obscur en zijn houding geven deze voorstelling een dramatische tint. Alle aandacht gaat naar Hiëronymus’ gebogen houding. Een aantal van zijn attributen zijn aanwezig maar niet meer prominent. Let wel op de kleine details die van Hiëronymus een mens van vlees en bloed maken. Zijn uitgetrapte pantoffels slingeren over de grond. Daar ligt ook een houten kommetje waaruit hij wellicht gegeten heeft. Achter het dikke boek zien we een grote kruik.
27. Jan Lievens (Leiden 1607 – Amsterdam 1674) Heilige Hiëronymus als kluizenaar, 1630-1636 ets Antwerpen, Museum Plantin-Moretus / Prentenkabinet inv. III L131
Zie nr. 26
27
VA N PAT I N I R T O T R I B E R A
De heilige Hiëronymus in woord en beeld
2. Hiëronymus in woord In de 15e eeuw groeide er een vernieuwe interesse voor Hiëronymus’ geschriften. De Duitse drukker Peter Schoiffer (Gernsheim ca. 1425 - Mainz 1503) kreeg dan ook veel waardering voor zijn diverse uitgaven van de brieven van Hiëronymus. De vroeg zestiende-eeuwse humanisten eerden Hiëronymus voor zijn erudiete talenkennis en bestempelden hem als een pionier van de vertaalstudie. Dat had te maken met Hiëronymus’ inspanningen voor de vertaling van de Bijbel uit het Hebreeuws en het Grieks naar het orthodoxe Latijn. Die vertaling, de Vulgaat, werd door Erasmus (ca. 1466-1536) opnieuw onder de aandacht gebracht. Erasmus was een grote bewonderaar van Hiëronymus. Diens scherpe pen en gefundeerde visie brachten Erasmus ertoe Hiëronymus te promoveren tot een model voor de zestiendeeeuwse humanisten.
28. Erasmus, Hieronymi Stridonensis vita, Bazel, Johann Froben, mei 1519 Anderlecht, Erasmushuis, inv. E 1012
Erasmus’ biografie van Hiëronymus, Vita Hieronymi, verscheen eerst als inleiding bij zijn editie van de brieven van Hiëronymus in Opera Omnia Hieronymi (Bazel 1516) en kort daarna ook als een aparte uitgave (Bazel 1517). Het was Erasmus’ bedoeling een zo objectief mogelijk portret van Hiëronymus te schetsen: Hiëronymus als christen, maar ook als intellectueel, principieel en gedreven. Met zijn kritische kijk op Hiëronymus’ leven lanceerde Erasmus ook een nieuwe benadering van de hagiografie. Deze vita was tegelijkertijd een eerbetoon van Erasmus aan Hiëronymus.
Vulgaat De naam Vulgaat is afgeleid van de uitdrukking versio vulgata, dat wil zeggen in volks Latijn. Die taal week nogal af van het Ciceroniaanse of literaire Latijn, waarin Hiëronymus ook een meester was. Hiëronymus schreef de Vulgaat om een eenvoudiger te begrijpen versie van de Bijbel te kunnen delen.
28
29. Heribertus Rosweydus, Het leven ende spreucken der vaderen beschreven door den H Hieronymus priester ende andere verscheyde autheuren…, Antwerpen, Hieronymus Verdussen II, 1643 Antwerpen, Museum Plantin-Moretus / Prentenkabinet inv. A 2894
Heribertus Rosweyden was een Antwerpse jezuïet en hagiograaf. Hij was gedurende de laatste jaren van de 16e eeuw professor aan het jezuïetencollege in Douai. Zijn vrije tijd wijdde hij aan het kopiëren van teksten over de kerkgeschiedenis en de hagiografie in de abdijen van Henegouwen en Frans-Vlaanderen. Zijn onvoltooide werk over de hagiografie werd voortgezet door Jean Bolland (1596-1665), eveneens een jezuïet en hagiograaf, de grondlegger van de Bollandisten. Hoewel Erasmus in het begin van de 16e eeuw baanbrekend werk verrichtte op het vlak van de hagiografie, wordt hij in het werk van Rosweydus niet genoemd. Het boek ligt open op het hoofdstuk dat Hiëronymus schreef over de heilige Paulus, Het leven vanden Heylighen Paulus den eersten Heremiit beschreven door den H. Hieronymus priester. Hiëronymus schreef zijn Vita Pauli tijdens zijn verblijf in de woestijn. Het wordt als zijn vroegste in het Latijn geschreven hagiografie beschouwd. Hiëronymus beschouwde Paulus als de eerste kluizenaar en ging daarmee regelrecht in tegen de visie dat Antonius de oudste heremiet was. De vitae van Hiëronymus zijn onderhoudend geschreven, maar moeten met de nodige kritiek gelezen worden. Op de linkerpagina lezen we een citaat uit de eerste brief van Hiëronymus aan Heliodorus, (? - ca. 390), bisschop van Altino, die Hiëronymus ontmoette tijdens zijn verblijf in Bethlehem.
29
VA N PAT I N I R T O T R I B E R A
De heilige Hiëronymus in woord en beeld
30. Opera divi Hieronymi Stridoniensis, ecclesiae doctoris per Marianum Victoriem Reatinum ex manuscriptis codicibus multo labore emendata & ab innumeris erroribus vindicata. Antverpiae, Ex Officina Christophori Plantini, 1579 Dilbeek, Cultura Fonds
Het volledige oeuvre van Hiëronymus, zoals dat werd samengesteld door Marianus Victorius, bevat negen hoofdstukken ingebonden in drie volumes. Daarvan zien we hier de eerste band, die zijn brieven en zijn geschriften tegen de ketters bevat. Het boek ligt open op de titelpagina. Maar onze aandacht gaat naar de tegenoverliggende schitterende gravure van Johann Sadeler naar een ontwerp van Crispianus met het jaartal 1576. Door een rondboog gesteund door twee kariatiden zien we Hiëronymus in zijn studeervertrek. De linkse kariatide draagt een anker, het symbool van de hoop, de rechtse een kruis, symbool van het geloof. Bovenop zitten twee engeltjes die elk een slinger vasthouden waaraan vergankelijkheidssymbolen zijn vastgemaakt. We herkennen onder meer een zonne wijzer, een zandloper en een schedel. In twee kleinere cartouches zien we andere fragmenten uit het leven van Hiëronymus. Onderaan is Hiëronymus als heremiet afgebeeld, bovenaan is hij gekleed als kardinaal en neemt hij de gewonde poot van de leeuw in zijn hand. In het centrale tafereel springen vooral de boeken in het oog. Hiëronymus’ belangrijkste verdienste was zeker de vertaling van de Bijbel. Hij werkte eraan tussen 391 en 406.
31. Epistolae et tractatus per Petrum Schoiffer de Gernsheim In civitate mobili Moguntina (Mainz), 1470 Antwerpen, Museum Plantin-Moretus / Prentenkabinet inv. R 9.3
Deze wiegendruk van Hiëronymus’ brieven werd uitgegeven in Mainz op 7 september 1470 door Peter Schöffer, de voornaamste medewerker van Gutenberg. Een beperkt aantal exemplaren is op velijn gedrukt en bevat zeven verluchte miniaturen. Maar ook deze eenvoudigere versie op papier is een sterk staaltje van boekdrukkunst. 30
Het boek is gedrukt in rood en zwart, maar voor het verluchten van hoofdletters zijn meerdere kleuren gebruikt. Op de eerste pagina van deze brievenbundel valt een mooie geïllumineerde sierletter D op. Ze is gevuld met florale motieven met gouden toetsen. Een horizontale en een verticale sierlijn benadrukken deze verluchting nog. De voor dit werk gebruikte drukletter is een gotische rotunda. De editie van Schöffer getuigt van een intensieve studie van de brieven, die thematisch gerangschikt zijn. Hiëronymus schreef vooral naar geloofsgenoten en vrienden over diverse onderwerpen. Zo klaagde hij de ketterij aan, wees hij een kennis op zonden, feliciteerde hij een paus, maande hij iemand aan tot berouw, filosofeerde hij over de dood en gaf hij duiding bij zijn geschriften. Zijn brieven zijn historisch belangrijk en laten ons meekijken in Hiëronymus’ ziel.
32. Novum Testamentum ab Erasmo recognitum. Paraclesis ad lectorem pium Ratio seu Methodus compendio perveniendi ad veram theologiam Apologia. Capita argumentorum contra morosos quosdam ac indoctos Annotationes in Novum Testamentum, Bazel, Johann Froben, maart 1519 Anderlecht, Erasmushuis, inv. E 634
Door zijn kennis van het Grieks en het Latijn was Erasmus overtuigd dat bepaalde delen van Hiëronymus’ Vulgaat niet goed vertaald waren. Hij besloot het Nieuwe Testament opnieuw in druk te geven in het Grieks, samen met de Latijnse vertaling. Voor de uitgave van zijn werken deed Erasmus een beroep op de meest vooraanstaande drukkers. Zijn teksten vereisten namelijk een gespecialiseerde typografie en aan het begin van de 16e eeuw bezaten maar weinig drukkerijen Griekse drukletters. In 1516 maakte Erasmus zijn eerste vertaling van het Nieuwe Testament. De hier getoonde editie is de tweede herwerkte uitgave uit 1519. In de versie van 1519 zijn al heel wat fouten uit de eerste versie verbeterd. Erasmus moest voor deze vertaling veel kritiek verdragen van de Leuvense katholieke en universitaire wereld. De taal van de kerk was tenslotte het Latijn en niet het Grieks. 31
VA N PAT I N I R T O T R I B E R A
De heilige Hiëronymus in woord en beeld
33. Johann Sadeler I (Brussel 1550 – Venetië 1600/08) naar Maerten de Vos (Antwerpen 1532 – 1603) Heilige Hiëronymus, 1594 burijngravure uit: Sylvae Sacrae Monumenta Anachoretum, inv. 349 Cultura Fonds, Dilbeek
Dit boek bevat naast de titelpagina 29 prenten van kluizenaars. Hiëronymus wordt ook hier aan een grot voorgesteld, biddend met een steen op zijn borst voor een kruisbeeld. Hij is omringd door diverse attributen. Langs zijn schouder heen verglijdt de blik naar een mooi vredig landschap, dat in schril contrast staat met de gespannen boeteling Hiëronymus.
32
Colofon Teksten Hildegard Van de Velde Revisie Luc Philippe Vormgeving Anne Van den Berghe Drukwerkcoördinator Eddy Moyaers Fotokrediet KBC, Erwin Donvil; Collectiebeleid Musea, Bewaarbibliotheken en Erfgoed Antwerpen, Museum Mayer van den Bergh en Museum Plantin-Moretus / Prentenkabinet; Erasmushuis, Anderlecht; Staatliche Kunsthalle, Karlsruhe; Museo del Prado, Madrid; Musée Departemental de Flandre, Cassel, Jacques Quercq d’Henripret; Musea Brugge, Groeningemuseum, Lukas-Art in Flanders vzw, Hugo Maertens; KMSKA, Lukas-Art in Flanders vzw, Hugo Maertens; MSK, Gent, Lukas-Art in Flanders vzw, Hugo Maertens; Musée des Arts Anciens, Namur; Museum De Lakenhal, Leiden; Museum M, Leuven; Cultura Fonds, Dilbeek; Palais des Beaux-Arts, Lille. Coördinatie Patrick Wuytack, Dorothy De Bruyn, Dirk Desmedt Applicatie voor tablet Wenke Mast
www.kmska.be www.rockoxhuis.be Verantwoordelijke uitgevers: VZW Museum Nicolaas Rockox, Keizerstraat 12, 2000 Antwerpen en KMSKA, Lange Kievitstraat 111-113 bus 100, 2018 Antwerpen
Het Gulden Cabinet stelt voor
Van Patinir tot Ribera
www.rockoxhuis.be www.kmska.be www.hetguldencabinet.be
Jan van Hemessen, De heilige Hiëronymus als monnik © Erwin Donvil, KBC
De heilige Hiëronymus in woord en beeld
B E Z O E K E R S G I D S