PENSIOENREGLEMENT-II 2010 aanvullende regeling NN Prestatie Pensioen van Nationale-Nederlanden Levensverzekering Maatschappij N.V.
voor de pensioenregeling van Rockwool B.V.
gevestigd te Roermond
Toelichting bij pensioenbegrippen afkoop
arbeidsongeschiktheid
beleggingsverzekering
deelnemer
dispensatie
franchise
geregistreerd partnerschap
gewezen deelnemer gezamenlijke huishouding
indexcijfers (loonindex of prijsindex)
jaarsalaris
notariële samenlevingsovereenkomst
participatie
PR47079.2
Een pensioenuitvoerder heeft de mogelijkheid om kleine pensioenen af te kopen. Het pensioenbedrag moet dan blijven beneden een wettelijk bepaalde grens (die ieder jaar wijzigt). De pensioenaanspraken vervallen dan, maar de pensioenuitvoerder keert in plaats daarvan een bedrag ineens, de afkoopwaarde, uit aan de pensioengerechtigde. Iemand is arbeidsongeschikt, indien hij een uitkering krachtens de WIA (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen) ontvangt. De voorliggende periode van ziekengeld wordt voor de arbeidsongeschiktheid niet meegeteld. De premies voor een verzekering kunnen in beleggingsfondsen belegd worden. De deelnemer draagt dan het risico van tegenvallende beleggingskoersen, maar omgekeerd is er ook kans op gunstige beleggingsresultaten. De werknemer die deelneemt in de pensioenregeling. De werkgever kan onderscheid maken wie voor de pensioenregeling in aanmerking komt, bijvoorbeeld onderscheid naar verschillende categorieën personeel of een leeftijdsgrens van 21 jaar. In sommige bedrijfstakken is een pensioenfonds ingesteld waar in principe alle werknemers uit die bedrijfstak bij aangesloten zijn. Maar als de werkgever bij een verzekeraar een gunstiger pensioenregeling kan verzekeren, kan hij onder bepaalde voorwaarden vrijgesteld worden van aansluiting bij het pensioenfonds. Dat heet dispensatie. Dispensatie is ook mogelijk als de werkgever eerst zelf al een pensioenregeling had en daarna pas het fonds voor de bedrijfstak is ingesteld. Bij pensioenopbouw wordt verondersteld dat de deelnemer van de overheid de AOW zal ontvangen. Bij de vaststelling van de pensioenen wordt daarmee rekening gehouden door het salaris eerst te verminderen met een bedrag, de franchise. Het geregistreerd partnerschap komt net als het huwelijk tot stand via de ambtenaar van de burgerlijke stand. Het geregistreerd partnerschap komt in veel opzichten overeen met het huwelijk. De (ex-)werknemer van wie het deelnemerschap in de pensioenregeling is beëindigd, bijvoorbeeld door ontslag. Volgens een pensioenregeling kan er partnerpensioen voor nietwettelijke partnerrelaties bestaan. Hiervoor is onder andere een gezamenlijke huishouding op één adres vereist. Tevens is van belang dat de samenlevingsovereenkomst notarieel wordt vastgelegd. Dus LAT-relaties komen niet in aanmerking voor partnerpensioen. Soms worden bedragen aangepast aan de hand van de ontwikkeling van de lonen of de prijzen. Hulpmiddel zijn dan indexcijfers (loonindexcijfers of prijsindexcijfers) van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Door vergelijking van CBS-cijfers uit verschillende jaren, wordt de ontwikkeling over die periode vastgesteld. In de pensioenberekening speelt het jaarsalaris een centrale rol. In het pensioenreglement is opgenomen welke salariscomponenten mee tellen. Als ongehuwd samenwonenden onderlinge (financiële) afspraken maken, kunnen ze die in een overeenkomst door een notaris laten vastleggen. Natuurlijk kunnen ze ook hun afspraken zelf op papier zetten zonder dat er een notaris aan te pas komt (of ze kunnen helemaal niets opschrijven), maar in die situaties voldoet de partnerrelatie niet aan de eisen van de pensioenregeling om partnerpensioen te kunnen krijgen. Iemand kan rechtstreeks beleggen in aandelen, maar het kan ook in beleggingsfondsen. Bij belegging via een beleggingsfonds, wordt het recht van de belegger uitgedrukt in aantallen participaties in het beleggingsfonds.
1
partner
pensioenclausule
pensioendatum
pensioengrondslag pensioenoverzicht
premieovereenkomst
scheiding
sekseneutraal en sekseafhankelijk
uitkeringsovereenkomst
uitvoeringsovereenkomst
verevening
WIA-grenssalaris
PR47079.2
In de Pensioenwet wordt de term partner gebruikt voor degene die aanspraak kan maken op partnerpensioen. Onder partner wordt verstaan de gehuwde en de geregistreerde partner. In het pensioenreglement kan opgenomen zijn dat er ook partnerpensioen is voor de ongeregistreerde partner (samenwonend). In het pensioenreglement is een en ander uitgewerkt. Als een kapitaal met pensioenclausule verzekerd is, komt er op de pensioendatum eerst een verzekerd kapitaal beschikbaar. De pensioenclausule verplicht ertoe om dat kapitaal direct aan te wenden voor de aankoop van pensioen. Daarbij zal vastgelegd zijn welke pensioenvorm(en) aangekocht moet(en) worden. De datum waarop het pensioen zal ingaan volgens de normale uitgangspunten uit het pensioenreglement, òf de datum waarop het pensioen na een keuze tot verschuiving van de pensioendatum feitelijk in gaat. Als in de pensioenberekening van het jaarsalaris de franchise is afgetrokken, wordt het resterende bedrag pensioengrondslag genoemd. Een pensioenuitvoerder moet aan de deelnemers in de pensioenregeling een overzicht sturen van de actuele stand van hun pensioenen. Dit overzicht vermeldt ook de uitgangspunten waarop de pensioenen berekend zijn, zoals het jaarsalaris en een parttimepercentage. De premieovereenkomst is een pensioenafspraak waarbij de deelnemer recht heeft op pensioen waarvan de hoogte afhankelijk is van de premie die daarvoor beschikbaar wordt gesteld. Welke pensioenbedragen er uiteindelijk zullen komen, is niet omschreven. Uit elkaar gaan van partners heeft verschillende juridische varianten. Welke pensioenrechten de ex-partner houdt, is wettelijk apart geregeld voor ouderdoms- en voor partnerpensioen. Zie hiervoor het pensioenreglement. Bij scheiding blijven de kinderen van de deelnemer gewoon verzekerd voor wezenpensioen. Levensverzekeraars zijn altijd gewend geweest om in hun tarieven onderscheid te maken naar mannen en vrouwen. Dit omdat vrouwen gemiddeld langer leven dan mannen. Dergelijke tarieven zijn dus sekse-afhankelijk. Om aan bepaalde wettelijke voorschriften te voldoen, hanteren verzekeraars tegenwoordig ook wel tarieven die geen onderscheid maken naar mannen en vrouwen. Die laatste zijn dus sekseneutraal. Een uitkeringsovereenkomst is een pensioenafspraak waarbij het te verkrijgen pensioen wordt vastgesteld in concrete jaarlijkse pensioenbedragen. Wettelijk is voorgeschreven dat een werkgever die een pensioenregeling heeft, die moet onderbrengen bij een pensioenfonds of een verzekeraar. Daarvoor moet een overeenkomst gesloten worden, de uitvoeringsovereenkomst. Als één partner van een gehuwd stel ouderdomspensioen ontvangt, zullen in de praktijk beide echtgenoten daarvan genieten. De wetgever vindt het daarom logisch dat bij scheiding het ouderdomspensioen ook over beide partners verdeeld wordt. Dat heet verevening van het ouderdomspensioen. Bij scheiding kunnen de echtgenoten andere afspraken maken. Soms is in de pensioenregeling het WIA-grenssalaris van belang. Dat is de salarisgrens tot waar de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen uikeringen geeft. De WIA is de opvolger van de WAO.
2
Toelichting op de beleggingsconcepten De (gewezen) deelnemer kan binnen de pensioenregeling kiezen uit de volgende beleggingsconcepten: - LifeCycle Beleggen; - Beleggen met Gemak; - Zelf Beleggen. In hoofdstuk IV worden deze beleggingsconcepten toegelicht.
PR47079.2
3
Pensioenreglement-II Rockwool B.V. Inhoudsopgave Hoofdstuk I Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3
Pensioenregeling en uitvoering Pensioenregeling en deelnemers Uitvoering van de pensioenregeling door het sluiten van verzekeringen Informatie voor de deelnemers
Hoofdstuk II Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6
Berekeningsgrondslagen en beleggingskapitaal Berekeningsgrondslagen Beschikbare premie Beleggingskapitaal met pensioenclausule met restitutie
Hoofdstuk III Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10
Pensioenaanspraken Ouderdoms- en partnerpensioen na de pensioendatum (uit beleggingskapitaal) Partner- en wezenpensioen bij overlijden vóór de pensioendatum Partnerbegrip Toeslagen
Hoofdstuk IV Artikel 11 Artikel 12
Bepalingen over de beleggingen en de pensioenspaarverzekering Beleggingsconcepten en kosten Switchen, wijzigen verdeelsleutel en veranderen beleggingsconcept
Hoofdstuk V Artikel 13 Artikel 14 Artikel 15 Artikel 16
Keuzemogelijkheden Verschuiving van de pensioendatum Variatie in de hoogte van het ouderdomspensioen Ruil van partnerpensioen naar extra ouderdomspensioen of omgekeerd Algemene bepalingen over keuzemogelijkheden
Hoofdstuk VI Artikel 17 Artikel 18 Artikel 19 Artikel 20 Artikel 21 Artikel 22 Artikel 23
Bijzondere gebeurtenissen en situaties; verplichtingen deelnemer Tussentijdse beëindiging van het deelnemerschap Waardeoverdracht Gevolgen van beëindiging partnerrelatie voor partnerpensioen Gevolgen van beëindiging partnerrelatie voor ouderdomspensioen Pensionering Afkoop van kleine pensioenen Verplichtingen van de deelnemer
Hoofdstuk VII Artikel 24 Artikel 25
Financiële bepalingen Financiering van de pensioenregeling Uitkering van de pensioenen
Hoofdstuk VIII Artikel 26 Artikel 27 Artikel 28 Artikel 29 Artikel 30
Overige bepalingen Fiscale maximering Beperkingen Wijzigingsvoorbehoud werkgever Onvoorziene gevallen Inwerkingtreding en overgangsbepalingen
Bijlagen
Beleggingsfondsen Partnerpensioen voor ongehuwd samenwonende deelnemers
PR47079.2
Pensioenreglement-II Rockwool B.V. HOOFDSTUK I Artikel 1
PENSIOENREGELING EN UITVOERING Pensioenregeling en deelnemers
1.
De werkgever Rockwool Benelux Holding B.V. gevestigd te Roermond heeft voor zijn werknemers een pensioenregeling getroffen die omschreven is in dit pensioenreglement. Dit is een aanvullende regeling (naast de basisregeling die wordt uitgevoerd door Stichting Pensioenfonds Rockwool en is omschreven in het op 1 januari 2007 in werking getreden pensioenreglement-II van het pensioenfonds, hierna te noemen basisregeling).
2.
Deelnemers in deze pensioenregeling zijn de werknemers die deelnemen in de basisregeling en die er voor kiezen om voor eigen rekening aanvullende stortingen te doen voor extra pensioen. De aanvullende stortingen mogen niet leiden tot pensioenaanspraken die in fiscaal opzicht bovenmatig zijn. Uitgesloten van deelname zijn de werknemers die volgens de wetgeving van de Verenigde Staten van Amerika, als US Person kunnen worden aangemerkt.
3.
Het deelnemerschap eindigt zodra de deelname aan de basisregeling eindigt, of wanneer de deelnemer verder geen aanvullende stortingen meer zal doen.
Artikel 2
Uitvoering van de pensioenregeling door het sluiten van verzekeringen
1.
De werkgever heeft de uitvoering van de pensioenregeling ondergebracht bij NationaleNederlanden Levensverzekering Maatschappij N.V., gevestigd te Rotterdam, in dit pensioenreglement Nationale-Nederlanden genoemd. Nationale-Nederlanden is bereikbaar via Postbus 93604, 2509 AV Den Haag.
2.
Op de pensioenen waarop dit reglement betrekking heeft, zijn de algemene en bijzondere voorwaarden van Nationale-Nederlanden van toepassing. Deze voorwaarden zijn opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst die tussen de werkgever en Nationale-Nederlanden voor deze pensioenregeling is gesloten.
3.
Als de uitvoeringsovereenkomst die de werkgever met Nationale-Nederlanden heeft gesloten, eindigt zonder dat er aansluitend een nieuwe uitvoeringsovereenkomst tot stand komt, eindigt voor de deelnemers in deze pensioenregeling ook het deelnemerschap. Na einde van de uitvoeringsovereenkomst (zonder aansluitende nieuwe overeenkomst) is het ook niet meer mogelijk dat er nieuwe deelnemers toetreden tot deze pensioenregeling.
Artikel 3
Informatie voor de deelnemers
1.
Nationale-Nederlanden geeft de deelnemers en andere belanghebbenden alle informatie waar zij volgens de Pensioenwet recht op hebben. Zo zal Nationale-Nederlanden de deelnemers jaarlijks een pensioenoverzicht toesturen (met daarin een opgave van de waardeaangroei van de pensioenaanspraken). Ook degenen met een ingegaan pensioen krijgen jaarlijks een pensioenoverzicht. Gewezen deelnemers van wie het pensioen nog niet is ingegaan krijgen iedere vijf jaar een pensioenoverzicht, en datzelfde geldt voor gewezen partners met een aanspraak op partnerpensioen (zie artikel 19 over de gevolgen van beëindiging partnerrelatie voor partnerpensioen). De (gewezen) deelnemers die gekozen hebben voor het beleggingsconcept "Beleggen met Gemak" of het beleggingsconcept "Zelf Beleggen" (zie hoofdstuk IV) worden één maal per kalenderjaar geïnformeerd over de ontwikkeling van de pensioenopbouw binnen de gekozen beleggingsfondsen ten opzichte van de beleggingshorizon en risicobereidheid.
2.
Op verzoek stelt Nationale-Nederlanden dit reglement beschikbaar voor de deelnemer.
3.
Op verzoek verstrekt de werkgever of Nationale-Nederlanden de uitvoeringsovereenkomst ter inzage.
4.
Nationale-Nederlanden heeft een klachtenprocedure. Eventuele klachten kunnen worden toegezonden aan het adres dat in artikel 2 staat. Meer informatie is te vinden op www.nn.nl.
PR47079.2
1
Pensioenreglement-II Rockwool B.V. HOOFDSTUK II Artikel 4 1.
BEREKENINGSGRONDSLAGEN EN BELEGGINGSKAPITAAL Berekeningsgrondslagen
Aanvullende stortingen zijn mogelijk ter verhoging van het ouderdomspensioen en partnerpensioen bij overlijden ná de pensioendatum. Daarvoor wordt een verzekering van een kapitaal op basis van beleggingen gesloten. Het is alleen mogelijk om deze pensioensoorten tegelijk en in een vaste verhouding (100:70) op te bouwen. Deze pensioenen worden gefinancierd met een beschikbare premie die is afgeleid van de pensioengrondslag van de deelnemer. De maandelijks maximaal beschikbaar te stellen premie bedraagt € 90,-.
2.
De pensioengrondslag (kolom A) is gelijk aan de pensioengrondslag die omschreven is in het pensioenreglement voor de basisregeling. Naast de pensioengrondslag is voor de berekening ook van belang de niet pensioengevende salariscomponenten van het salaris waarover geen pensioen wordt opgebouwd in de basisregeling (kolom B). Hiernaast is voor de berekening ook van belang het franchiseverschil (kolom C). Dit is het verschil tussen de franchise zoals deze in de basisregeling is opgenomen en 10/7 van het AOWbedrag dat volgens de Wet op de loonbelasting 1964 ten minste in aanmerking moet worden genomen als franchisebedrag bij de vaststelling van de pensioengrondslag (op 1 mei 2010 komt dit op € 12.673,-).
Artikel 5
Beschikbare premie
De - op jaarbasis - maximaal door de deelnemer beschikbaar te stellen premie is de som van de deeluitkomsten in de kolommen A en B en C in de hierna weergegeven tabel. Het percentage van kolom A wordt toegepast op de pensioengrondslag volgens de basisregeling. Het percentage van kolom B wordt toegepast over de niet pensioengevende salariscomponenten waarover geen pensioen wordt opgebouwd volgens de basisregeling. Het percentage van kolom C wordt toegepast over het franchiseverschil in de basisregeling en 10/7 van het AOW-bedrag dat volgens de Wet op de loonbelasting 1964 ten minste in aanmerking moet worden genomen als franchisebedrag bij de vaststelling van de pensioengrondslag.
leeftijd van de deelnemer in hele jaren op de eerste dag van elke maand. van 20 tot 25 jaar van 25 tot 30 jaar van 30 tot 35 jaar van 35 tot 40 jaar van 40 tot 45 jaar van 45 tot 50 jaar van 50 tot 55 jaar van 55 tot 60 jaar van 60 tot 65 jaar
A beschikbare premie is gelijk aan het volgende percentage gerekend over de pensioengrondslag volgens de basisregeling 1,0% 1,3% 1,5% 1,9% 2,2% 2,7% 3,3% 4,0% 4,9%
B beschikbare premie is gelijk aan het volgende percentage gerekend over het niet pensioengevend salaris 6,7% 8,1% 9,8% 11,9% 14,4% 17,5% 21,2% 25,7% 31,4%
C beschikbare premie is gelijk aan het volgende percentage gerekend over het franchiseverschil
6,7% 8,1% 9,8% 11,9% 14,4% 17,5% 21,2% 25,7% 31,4%
Bij deelname gedurende een gedeelte van een jaar mag niet meer dan een evenredig deel van de premie beschikbaar gesteld worden. Voor een deelnemer die parttime werkt, wordt de beschikbare premie naar evenredigheid vastgesteld. Nationale-Nederlanden hanteert in de verzekering een sekseneutraal tarief.
PR47079.2
2
Pensioenreglement-II Rockwool B.V. Artikel 6 1.
Beleggingskapitaal met pensioenclausule met restitutie
De beschikbare premie wordt gebruikt voor een beleggingsverzekering, waaruit op de pensioendatum een kapitaal tot uitkering komt als de (gewezen) deelnemer dan in leven is. Bij de beleggingsconcepten "Beleggen met Gemak" en "Zelf Beleggen" kan de deelnemer er ook voor kiezen om de beschikbare premie – tijdelijk – geheel of gedeeltelijk in te leggen in een pensioenspaarverzekering (zie hoofdstuk IV). Als de (gewezen) deelnemer overlijdt vóór de pensioendatum komt een bedrag beschikbaar ter grootte van 90% van de waarde van de voor de deelnemer uitstaande participaties in de beleggingsfondsen en/of de eventuele waarde van de pensioenspaarverzekering op de overlijdensdatum van de deelnemer. Dit wordt verder genoemd "restitutie bij overlijden". Nationale-Nederlanden hanteert hierbij een sekseneutraal tarief.
2.
De belegde bedragen van de kapitaalverzekering bij leven drukt Nationale-Nederlanden uit in de eurowaarde van de participaties. De participatiewaarde is de waarde van één participatie in euro's. Het beleggingskapitaal, waaronder ook de eventuele waarde van de pensioenspaarverzekering wordt begrepen, komt tot uitkering op de pensioendatum als de (gewezen) deelnemer dan in leven is.
3.
Het kapitaal bij leven moet op de pensioendatum worden gebruikt voor de aankoop van ouderdoms- en partnerpensioen zoals bepaald in artikel 7 lid 2. De restitutie bij overlijden moet bij overlijden vóór de pensioendatum worden gebruikt voor de aankoop van partner- en/of wezenpensioen zoals bepaald in artikel 8 lid 2.
HOOFDSTUK III Artikel 7
PENSIOENAANSPRAKEN
Ouderdoms- en partnerpensioen na de pensioendatum (uit beleggingskapitaal)
1.
De deelnemer heeft op grond van dit pensioenreglement aanspraak op een ouderdomspensioen en een partnerpensioen, beide aan te kopen uit het beleggingskapitaal.
2.
Op de pensioendatum moet de (gewezen) deelnemer het beleggingskapitaal tegen het sekseneutrale tarief dat dan geldt, gebruiken voor de verzekering van een direct ingaand levenslang ouderdomspensioen voor hemzelf/haarzelf, in combinatie met een partnerpensioen. De verhouding van het ouderdoms- en het partnerpensioen is daarbij 100:70.
3.
Deze aanspraken op ouderdoms- en partnerpensioen hebben het karakter van een premieovereenkomst in de zin van de Pensioenwet. Dat betekent dat de deelnemer recht heeft op pensioen waarvan de hoogte afhankelijk is van de premie die daarvoor beschikbaar is gesteld.
4.
Het ouderdomspensioen gaat in op de 1e van de maand waarin de (gewezen) deelnemer 65 jaar wordt. Het loopt door tot het einde van de maand waarin de (gewezen) deelnemer overlijdt.
5.
Het partnerpensioen dat is aangekocht op de pensioendatum gaat in op de 1e van de maand waarin de gewezen deelnemer overlijdt. Het loopt door tot het einde van de maand waarin de partner overlijdt.
Artikel 8
Partner- en wezenpensioen bij overlijden vóór de pensioendatum
1.
Als de deelnemer overlijdt voor de pensioendatum hebben zijn/haar partner en/of pensioengerechtigde kinderen aanspraak op een partner- en/of wezenpensioen, aan te kopen uit de restitutie bij overlijden.
2.
Als de (gewezen) deelnemer bij overlijden zowel een partner als pensioengerechtigde kinderen nalaat, moet voor de restitutie een combinatie van partner- en wezenpensioen worden aangekocht in de verhouding 5:1. Als daarna de partner overlijdt, wordt het wezenpensioen verdubbeld met ingang van de 1e van de maand waarin de partner overlijdt.
PR47079.2
3
Pensioenreglement-II Rockwool B.V. Laat de (gewezen) deelnemer bij overlijden alleen een partner na en geen pensioengerechtigde kinderen, dan moet de restitutie volledig worden gebruikt voor aankoop van partnerpensioen. Laat de (gewezen) deelnemer bij overlijden alleen pensioengerechtigde kinderen na en geen partner, dan moet de restitutie volledig worden gebruikt voor aankoop van wezenpensioen. 3.
Deze aanspraken op partner- en wezenpensioen hebben het karakter van een premieovereenkomst in de zin van de Pensioenwet. Dat betekent dat de deelnemer recht heeft op pensioen waarvan de hoogte afhankelijk is van de premie die daarvoor beschikbaar is gesteld.
4.
Het partnerpensioen bij overlijden vóór de pensioendatum gaat in op de 1e van de maand waarin de (gewezen) deelnemer overlijdt. Het loopt door tot het einde van de maand waarin de partner overlijdt.
5.
Het wezenpensioen gaat in op de 1e van de maand waarin de (gewezen) deelnemer overlijdt. Uitkering van het wezenpensioen loopt door tot het einde van de maand waarin de 21e verjaardag van het kind valt. Als het kind studeert of invalide is, loopt de uitkering van het wezenpensioen door tot het einde van de maand waarin de 27e verjaardag van het kind valt. Als het kind eerder overlijdt, ophoudt met studeren of niet meer invalide is, loopt de uitkering door tot het einde van de betreffende maand. Pensioengerechtigd zijn: - kinderen die tot de (gewezen) deelnemer in familierechtelijke betrekking staan; - kinderen die tot de partner in familierechtelijke betrekking staan, die behoren tot de gezamenlijke huishouding en voor wie de (gewezen) deelnemer of de partner een uitkering ontvangt op grond van de Algemene Kinderbijslagwet of die studeren of invalide zijn; - pleegkinderen van de (gewezen) deelnemer (volgens de normen van de Algemene Kinderbijslagwet). Een studerend kind is een kind dat recht heeft op studiefinanciering, of dat studerend is volgens de normen van de Algemene Kinderbijslagwet. De toets of een kind invalide is, gebeurt volgens de normen van de Algemene Kinderbijslagwet.
Artikel 9 1.
Partnerbegrip
De partner in dit pensioenreglement is: a. De echtgenote/echtgenoot van de (gewezen) deelnemer; b. De geregistreerde partner van de (gewezen) deelnemer. Dit is de ongehuwde persoon met wie de ongehuwde (gewezen) deelnemer volgens de bepalingen in het Burgerlijk Wetboek een geregistreerd partnerschap is aangegaan. Het geregistreerd partnerschap wordt gelijkgesteld aan het huwelijk. Deze partner wordt hieronder 'geregistreerde partner' genoemd; c. De ongeregistreerde partner van de (gewezen) deelnemer. Dit is de ongehuwde persoon: - met wie noch de (gewezen) deelnemer, noch een andere persoon dan de (gewezen) deelnemer een geregistreerd partnerschap is aangegaan; en - met wie de (gewezen) deelnemer minimaal een half jaar een gezamenlijke huishouding voert; en - die niet in de rechte lijn of in de tweede graad aan de (gewezen) deelnemer verwant is; en - die met de (gewezen) deelnemer een notarieel samenlevingscontract heeft gesloten. Dit contract moet minimaal de volgende gegevens bevatten: de naam, de geboortedatum en de burgerlijke staat van de deelnemer en de partner, de aanvangsdatum van de gezamenlijke huishouding en enige vermogensrechtelijke bepalingen. Deze partner wordt 'ongeregistreerde partner' genoemd en deze partnerrelatie 'ongeregistreerd partnerschap'. De (gewezen) deelnemer met een ongeregistreerd partnerschap mag niet gelijktijdig gehuwd zijn of een geregistreerd partnerschap hebben. Een huwelijk, geregistreerd partnerschap of ongeregistreerd partnerschap dat tot stand komt na de pensioendatum geeft geen recht op partnerpensioen volgens deze pensioenregeling.
2.
Als de gehuwde deelnemer of de deelnemer die een geregistreerd partnerschap is aangegaan, ook een ongeregistreerde partner heeft, is er alleen aanspraak op partnerpensioen voor de echtgenote/echtgenoot of de geregistreerde partner.
PR47079.2
4
Pensioenreglement-II Rockwool B.V. De ongehuwde deelnemer die geen geregistreerd partnerschap is aangegaan, maar die meer ongeregistreerde partners heeft, kan slechts één van hen aanwijzen als partner in de zin van deze pensioenregeling. Bij een later huwelijk, het later aangaan van een geregistreerd partnerschap of bij latere aanwijzing van een andere ongeregistreerde partner, beschouwt Nationale-Nederlanden voor de uitvoering van deze regeling de partnerrelatie met de eerder aangewezen ongeregistreerde partner als beëindigd. Artikel 10
Toeslagen
Op ingegane pensioenen en pensioenaanspraken volgens deze pensioenregeling worden geen toeslagen gegeven.
HOOFDSTUK IV
Artikel 11 1.
BEPALINGEN OVER DE BELEGGINGEN EN DE PENSIOENSPAARVERZEKERING
Beleggingsconcepten en kosten
De (gewezen) deelnemer kan binnen de pensioenregeling kiezen uit de volgende beleggingsconcepten: - Life Cycle Beleggen; - Beleggen met Gemak; - Zelf Beleggen. De (gewezen) deelnemer dient het vragenformulier “risicoprofiel” in te vullen dat NationaleNederlanden onder andere bij aanvang van het deelnemerschap aan hem/haar verstrekt. De ingevulde vragenlijst moet aan Nationale-Nederlanden worden gestuurd. Aan de hand van de antwoorden wordt het persoonlijke risicoprofiel van de deelnemer bepaald. Het risicoprofiel is de basis voor de beleggingsaanpak: defensief, neutraal of offensief. Nadat ‘Mijn.nn.nl voor de werknemer’ geïntroduceerd is, dient de (gewezen) deelnemer de vragenlijst via ‘Mijn.nn.nl voor de werknemer’ in te vullen. LifeCycle Beleggen Het standaard beleggingsconcept is "LifeCycle Beleggen". Bij "LifeCycle Beleggen" wordt het beheer en beleggen van het beleggingskapitaal volledig overgelaten aan beleggingsdeskundigen. Binnen dit beleggingsconcept heeft de (gewezen) deelnemer geen beleggingsvrijheid. NationaleNederlanden zorgt voor de beleggingskeuzes en de spreiding van het risico. Uitgangspunt hierbij is dat het beleggingsrisico kleiner wordt naarmate de pensioendatum nadert. De beleggingsfondsen die worden gebruikt voor "LifeCycle Beleggen" zijn opgenomen in de Bijlage "Beleggingsfondsen". Bij aanvang van het deelnemerschap én als de deelnemer geen keuze maakt voor een bepaald beleggingsconcept of als de deelnemer zijn/haar risicoprofiel niet wijzigt, wordt de te investeren premie (zie lid 3) belegd volgens de defensieve variant van "LifeCycle Beleggen". Beleggen met Gemak De (gewezen) deelnemer die zelf zijn beleggingsportefeuille niet kan of wil onderhouden, maar dit ook niet geheel wil overlaten aan beleggingsdeskundigen, kan kiezen voor het beleggingsconcept "Beleggen met Gemak". De beleggingsfondsen waaruit de (gewezen) deelnemer binnen dit beleggingsconcept de keuze heeft, zijn opgenomen in de Bijlage "Beleggingsfondsen". Elk beleggingsfonds heeft de exacte verhouding aandelen en obligaties die overeenkomt met één van de verschillende risicoprofielen: defensief, neutraal of offensief.
PR47079.2
5
Pensioenreglement-II Rockwool B.V. Bij het beleggingsconcept “Beleggen met Gemak” kan de (gewezen) deelnemer een zelf te bepalen gedeelte van de te investeren premie (zie lid 3) – tijdelijk – inleggen in de pensioenspaarverzekering. De pensioenspaarverzekering is een verzekering met variabele rentevergoeding, waaruit op de pensioendatum een kapitaal tot uitkering komt als de (gewezen) deelnemer dan in leven is. De actuele rentestand staat op www.nn.nl/prestatiepensioen onder 'Beleggen en Sparen tegelijk'. Zelf Beleggen Met het beleggingsconcept “Zelf Beleggen” kan de (gewezen) deelnemer zelf actief zijn beleggingsportefeuille samenstellen en onderhouden. De (gewezen) deelnemer wordt op basis van zijn risicoprofiel gewezen op de risico's van zijn beleggingsportefeuille. De beleggingsfondsen waaruit de (gewezen) deelnemer binnen dit beleggingsconcept de keuze heeft, zijn opgenomen in de Bijlage "Beleggingsfondsen". Bij het beleggingsconcept “Zelf Beleggen” kan de (gewezen) deelnemer een zelf te bepalen gedeelte van de te investeren premie (zie lid 3) – tijdelijk – inleggen in de pensioenspaarverzekering. De pensioenspaarverzekering is een verzekering met variabele rentevergoeding, waaruit op de pensioendatum een kapitaal tot uitkering komt als de (gewezen) deelnemer dan in leven is. De actuele rentestand staat op www.nn.nl/prestatiepensioen onder 'Beleggen en Sparen tegelijk'. 2.
Bij de beleggingsconcepten “Beleggen met Gemak” en “Zelf Beleggen” draagt de (gewezen) deelnemer zelf de verantwoordelijkheid voor de beleggingskeuze en de spreiding van het risico. Nationale-Nederlanden wijst de (gewezen) deelnemer bij aanvang van deelname in het beleggingsconcept ‘Beleggen met Gemak” of “Zelf Beleggen” óf na een overstap naar het beleggingsconcept “Beleggen met Gemak” of “Zelf Beleggen” (zie artikel 12) op de risico's van zijn/haar keuze inzake de beleggingsfondsen. Uitgangspunten hierbij vormen de beleggingshorizon tot aan de pensioendatum en het vastgestelde risicoprofiel. Verder informeert Nationale-Nederlanden de (gewezen) deelnemer een maal per kalenderjaar over de ontwikkeling van de pensioenopbouw binnen de beleggingsfondsen ten opzichte van zijn/haar beleggingshorizon en risicoprofiel.
3.
De beschikbare premie wordt niet geheel belegd c.q. ingelegd in de pensioenspaarverzekering. Voor de administratie van aanspraken en overige werkzaamheden, worden kosten in rekening gebracht.
Artikel 12
Switchen, wijzigen verdeelsleutel en veranderen beleggingsconcept
1.
De deelnemer kan bij de beleggingsconcepten “Beleggen met Gemak” en “Zelf Beleggen" de verdeelsleutel van toekomstige premies over de verschillende beleggingsfondsen en/of inleg in de pensioenspaarverzekering binnen hetzelfde beleggingsconcept wijzigen. Bij een wijziging van de verdeelsleutel worden geen transactiekosten in rekening gebracht.
2.
De (gewezen) deelnemer kan bij de beleggingsconcepten “Beleggen met Gemak” en “Zelf Beleggen” switchen van geld dat al in een beleggingsfonds is belegd naar een of meer andere beleggingsfondsen binnen hetzelfde beleggingsconcept. Bij een switch worden geen transactiekosten in rekening gebracht. Wel zijn altijd aan- en verkoopkosten voor de aan- en verkoop van de participaties in beleggingsfondsen verschuldigd.
3.
De (gewezen) deelnemer heeft de mogelijkheid om te veranderen van beleggingsconcept. Bij het veranderen van beleggingsconcept worden geen transactiekosten in rekening gebracht. Bij de beleggingsconcepten “Beleggen met Gemak” en “Zelf Beleggen” zijn wel altijd aan- en verkoopkosten voor de aan- en verkoop van de participaties in beleggingsfondsen verschuldigd.
PR47079.2
6
Pensioenreglement-II Rockwool B.V. Voor het veranderen van beleggingsconcept dient de (gewezen) deelnemer het vragenformulier “risicoprofiel” in te vullen en aan Nationale-Nederlanden te sturen. Aan de hand van de antwoorden wordt het persoonlijke risicoprofiel van de (gewezen) deelnemer bepaald. Het risicoprofiel is de basis voor de beleggingsaanpak: defensief, neutraal of offensief. Als er geen vragenformulier is ingestuurd of als het vragenformulier onvolledig of incorrect is ingevuld, zal Nationale-Nederlanden het risicoprofiel op “defensief” stellen. Nadat ‘Mijn.nn.nl voor de werknemer’ geïntroduceerd is, dient de (gewezen) deelnemer de vragenlijst via ‘Mijn.nn.nl voor de werknemer’ in te vullen.
HOOFDSTUK V Artikel 13
KEUZEMOGELIJKHEDEN
Verschuiving van de pensioendatum
De (gewezen) deelnemer kan op verzoek de pensioendatum vervroegen. Deze vervroeging moet tegelijk gelden voor het pensioen in deze aanvullende regeling en in de basisregeling. Een verzoek tot pensioenvervroeging moet minimaal zes maanden voor de beoogde pensioendatum bij NationaleNederlanden zijn ingediend. Vervroeging is alleen mogelijk in hele maanden. De deelnemer moet bij vervroeging het dienstverband beëindigen. Als de deelnemer een deel van het pensioen vervroegt (deeltijdpensioen), moet hij/zij het dienstverband met hetzelfde percentage verminderen. Op de vervroegde ingangsdatum wordt volgens artikel 7 lid 2 het beleggingskapitaal dat dan aanwezig is (uitgedrukt in de eurowaarde van de participaties en/of de eventuele waarde van de pensioenspaarverzekering) gebruikt voor de aankoop van een uitgesteld levenslang ouderdomspensioen, in combinatie met een partnerpensioen in de verhouding 100:70. Met uitgesteld pensioen wordt bedoeld dat het pensioen nog niet direct ingaat, maar pas op de normale pensioendatum. Het uitgestelde levenslange ouderdomspensioen wordt vervolgens omgezet naar een direct ingaand pensioen. De herberekening van het pensioenbedrag vindt plaats op basis van de hieronder genoemde factoren: beoogde pensioenleeftijd 64 65 65 61 60 59 58 57 56 55
resterend ouderdomspensioen in percentage van het berekende uitgestelde pensioen 91,9 84,6 78,0 72,0 66,7 61,9 57,5 53,6 50,0 46,7
In geval van pensioenvervroeging heeft de (gewezen) deelnemer de mogelijkheid om een deel van het levenslange ouderdomspensioen om te zetten in een AOW-overbruggingspensioen. Dit laatste pensioen is bedoeld om de AOW te overbruggen in de periode van de vervroegde pensioendatum tot de 1e van de maand waarin de 65e verjaardag van de (gewezen) deelnemer valt.
PR47079.2
7
Pensioenreglement-II Rockwool B.V. Het AOW-overbruggingspensioen dat de (gewezen) deelnemer door deze ruil krijgt, wordt bepaald volgens onderstaande tabel: vervroegde pensioenleeftijd
64 65 65 61 60 59 58 57 56 55 Artikel 14
in te ruilen levenslang ouderdomspensioen om € 100,- jaarlijks AOWoverbruggingspensioen te krijgen (op dezelfde vroege pensioenleeftijd) € 8,05 € 15,24 € 21,68 € 27,54 € 32,69 € 37,42 € 41,70 € 45,61 € 49,17 € 52,42 Variatie in de hoogte van het ouderdomspensioen
De (gewezen) deelnemer heeft de keuze om vanaf de pensioendatum eerst een aantal jaren – maximaal 10 – een hoog pensioen te ontvangen en daarna een laag. Of juist eerst een aantal jaren – maximaal 10 – een laag pensioen te ontvangen en daarna een hoog. Dit onder gelijktijdige toepassing van deze keuze uit de basisregeling. Hierbij gaat het om hele jaren. Het lage pensioen mag niet lager zijn dan 75% van het hoge pensioen. Als het lage pensioen 75% bedraagt van het hoge, dan is het hoge pensioen gelijk aan het hieronder genoemde percentage van het oorspronkelijke pensioen (dit bij een pensioenleeftijd van 65): duur hoog resp. laag 1 jaar 2 jaar 3 jaar 4 jaar 5 jaar 6 jaar 7 jaar 8 jaar 9 jaar 10 jaar Artikel 15
eerst hoog
eerst laag
129,7 126,5 123,6 121,0 118,6 116,4 114,5 112,7 111,1 109,7
102,1 104,2 106,3 108,3 110,3 112,2 114,1 115,9 117,6 119,3
Ruil van partnerpensioen naar extra ouderdomspensioen of omgekeerd
1.
Het partnerpensioen dat op de pensioendatum moet worden aangekocht uit het beleggingskapitaal, kan de (gewezen) deelnemer ruilen om het ouderdomspensioen te verhogen. De (gewezen) deelnemer met een partner heeft daarvoor de instemming nodig van de partner. Deze ruil is alleen mogelijk per de pensioendatum.
2.
Het percentage waarmee het ouderdomspensioen bij ruil van het partnerpensioen wordt verhoogd, bedraagt 17,5. Dit is het geval bij ruil op leeftijd 65 van een partnerpensioen dat 70% van het ouderdomspensioen bedraagt. De (gewezen) deelnemer kan - in plaats van het gehele partnerpensioen - 75, 50 of 25% daarvan ruilen. Bij ruil van een kleiner partnerpensioen dan 70% is de verhoging van het ouderdomspensioen naar rato (€ 100,- partnerpensioen = € 25,- ouderdomspensioen).
3.
Er is geen ruil mogelijk van het partnerpensioen waarop een gewezen partner recht heeft behouden als gevolg van artikel 19.
PR47079.2
8
Pensioenreglement-II Rockwool B.V. 4.
Op verzoek van de deelnemer wordt bij tussentijds einde van het deelnemerschap een deel van het beleggingskapitaal gebruikt voor aankoop van partnerpensioen bij overlijden vóór de pensioendatum. De hoogte van dit partnerpensioen wordt vastgesteld door te berekenen welk ouderdoms- en partnerpensioen op de pensioendatum aangekocht kunnen worden met het opgebouwde beleggingskapitaal (volgens artikel 7). Het partnerpensioen dat op deze manier berekend is, wordt als partnerpensioen bij overlijden vóór de pensioendatum aangekocht uit een deel van het beleggingskapitaal. Als de deelnemer kiest voor dit partnerpensioen bij overlijden vóór de pensioendatum, vervalt de dekking van de restitutie bij overlijden waaruit partner- en wezenpensioen zou worden aangekocht (zie artikel 8). De ruilfactor voor het verkrijgen van dit partnerpensioen bij overlijden vóór de pensioendatum is afhankelijk van de leeftijd. Om € 100, - partnerpensioen bij overlijden vóór de pensioendatum te krijgen moet onderstaand bedrag aan beleggingskapitaal worden ingeruild. leeftijd op het ruilmoment tot 25 25 tot 30 30 tot 35 35 tot 40 40 tot 45 45 tot 50 50 tot 55 55 tot 60 60 tot 65
in te ruilen beleggingskapitaal € 57,30 € 67,€ 78,10 € 89,90 € 101,40 € 110,€ 111,50 € 97,40 € 51,-
Dit partnerpensioen heeft het karakter van een uitkeringsovereenkomst in de zin van de Pensioenwet. Dat betekent dat het pensioen vooraf wordt vastgesteld in concrete pensioenbedragen. 5.
Als gevolg van aanspraken die aan een of meer gewezen partners zijn toegekend, kan het partnerpensioen op de pensioendatum voor de dan aanwezige partner lager zijn dan 70% van het ouderdomspensioen. De (gewezen) deelnemer heeft dan de mogelijkheid om een zodanig deel van het ouderdomspensioen te ruilen voor extra partnerpensioen dat de verhouding tussen deze beide pensioenen 100:70 bedraagt. Bij ruil van € 100, - ouderdomspensioen op leeftijd 65 krijgt de (gewezen) deelnemer € 77,ouderdomspensioen in combinatie met € 53,90 partnerpensioen.
Artikel 16
Algemene bepalingen over keuzemogelijkheden
1.
Bij een combinatie van keuzemogelijkheden geeft Nationale-Nederlanden het resultaat op.
2.
Bij de toepassing van keuzemogelijkheden mogen er vanuit de basisregeling samen met deze aanvullende regeling geen pensioenaanspraken ontstaan of overblijven die lager zijn dan de grens voor afkoop van kleine pensioenen. Zie artikel 22. Dit betekent het volgende: - bij vervroeging van het ouderdomspensioen moet het nieuwe ouderdomspensioen boven de afkoopgrens blijven; - bij variatie in hoogte van het ouderdomspensioen moet het lage pensioen boven de afkoopgrens blijven; - bij ruil van een gedeelte van het partnerpensioen naar extra ouderdomspensioen moet het resterende deel van het partnerpensioen boven de afkoopgrens blijven; - bij ruil van een gedeelte van het beleggingskapitaal naar partnerpensioen bij overlijden voor de pensioendatum, moet het nieuwe partnerpensioen boven de afkoopgrens blijven.
3.
Bij de toepassing van de ruilverhoudingen is de leeftijd van de (gewezen) deelnemer in jaren en maanden bepalend. Voor leeftijden die niet in de voorgaande artikelen zijn genoemd, stelt Nationale-Nederlanden de ruilverhouding op een zelfde wijze vast.
PR47079.2
9
Pensioenreglement-II Rockwool B.V. 4.
Als de uitvoeringsovereenkomst die de werkgever met Nationale-Nederlanden heeft gesloten, eindigt - en er al dan niet een nieuwe overeenkomst wordt gesloten - kan Nationale-Nederlanden een andere ruilverhouding toepassen dan genoemd in de vorige artikelen. In dat geval brengt Nationale-Nederlanden de deelnemers hiervan op de hoogte.
HOOFDSTUK VI
Artikel 17
BIJZONDERE GEBEURTENISSEN EN SITUATIES; VERPLICHTINGEN DEELNEMER
Tussentijdse beëindiging van het deelnemerschap
1.
Als het deelnemerschap - anders dan door overlijden - eindigt vóór de pensioendatum, stopt de verdere opbouw van het beleggingskapitaal.
2.
De vooruit betaalde (beschikbare) premie die betrekking heeft op de periode na de datum van beëindiging van het deelnemerschap, betaalt Nationale-Nederlanden terug via de werkgever. De laatst aangekochte participaties worden verminderd met deze terugbetaalde beschikbare premie. De werkgever heeft zich verplicht om deze terugbetaalde premie terug te betalen aan de gewezen deelnemer.
Artikel 18 1.
Waardeoverdracht
Bij opname in de pensioenregeling heeft de deelnemer het recht de waarde van pensioenen die opgebouwd zijn in een of meer vorige dienstverbanden over te laten dragen naar NationaleNederlanden. De beschikbare overdrachtswaarde wordt gebruikt voor aankoop van extra pensioenaanspraken in de basisregeling. Het recht op waardeoverdracht bestaat niet als de deelnemer de procedure later opstart dan zes maanden na opname in deze pensioenregeling, of als de pensioenopbouw in het desbetreffende vorige dienstverband is beëindigd vóór 8 juli 1994. Waardeoverdracht is in deze gevallen alleen mogelijk wanneer de betrokken werkgevers en de betrokken pensioenuitvoerders bereid zijn aan de waardeoverdracht mee te werken.
2.
Als de gewezen deelnemer gaat deelnemen in de pensioenregeling van een volgende werkgever, heeft hij/zij het recht de waarde van de opgebouwde pensioenaanspraken over te laten dragen naar de pensioenuitvoerder van die nieuwe werkgever. Waardeoverdracht moet tegelijk plaatsvinden voor de pensioenaanspraken uit deze aanvullende regeling en uit de basisregeling. Door de overdracht vervallen de pensioenaanspraken die op grond van dit reglement en het reglement voor de basisregeling zijn verkregen. Als de deelnemer de procedure tot waardeoverdracht later opstart dan zes maanden na opname in de nieuwe pensioenregeling, bestaat geen recht op waardeoverdracht. Waardeoverdracht is in dat geval alleen mogelijk wanneer de betrokken werkgevers en de betrokken pensioenuitvoerders bereid zijn aan de waardeoverdracht mee te werken.
Artikel 19 1.
Gevolgen van beëindiging partnerrelatie voor partnerpensioen
Onder beëindiging van de partnerrelatie wordt in dit artikel verstaan: - echtscheiding of ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed; - beëindiging van het geregistreerd partnerschap met wederzijds goedvinden of door ontbinding op verzoek van één van de partners; - beëindiging van het ongeregistreerd partnerschap door beëindiging van de gezamenlijke huishouding. Onder beëindiging van de partnerrelatie in de zin van dit pensioenreglement valt niet de situatie dat de partners aansluitend aan de ene vorm van de relatie - huwelijk, geregistreerd partnerschap of ongeregistreerd partnerschap - met elkaar een andere van deze relatievormen aangaan.
PR47079.2
10
Pensioenreglement-II Rockwool B.V. 2.
Bij beëindiging van de partnerrelatie behoudt de gewezen partner aanspraak op het partnerpensioen dat voor haar/hem is opgebouwd. Dit betekent het volgende: Als het gaat om het einde van de partnerrelatie van een deelnemer houdt de gewezen partner aanspraak op het partnerpensioen dat kan worden aangekocht uit het beleggingskapitaal (volgens artikel 7) en dat is opgebouwd tot de datum van beëindiging van de partnerrelatie. Deze gewezen partner houdt ook aanspraak op het partnerpensioen dat bij overlijden voor de pensioendatum aangekocht kan worden uit het gedeelte van de restitutie bij overlijden dat is gevormd tot het einde van de partnerrelatie. Als het gaat om het einde van de partnerrelatie van een gewezen deelnemer van wie het ouderdomspensioen nog niet is ingegaan houdt de gewezen partner - aanspraak op het partnerpensioen dat kan worden aangekocht uit het beleggingskapitaal (volgens artikel 7) en waarop de gewezen deelnemer bij het einde van het deelnemerschap recht heeft behouden; en eventueel - als de gewezen deelnemer bij het einde van het deelnemerschap heeft gekozen voor partnerpensioen bij overlijden vóór de pensioendatum door toepassing van artikel 15 lid 4: aanspraak op dit partnerpensioen; of - aanspraak op het partnerpensioen dat bij overlijden voor de pensioendatum aangekocht kan worden uit het gedeelte van de restitutie dat is gevormd tot het einde van het deelnemerschap. Dit geldt alleen als de partnerrelatie al bestond bij het einde van het deelnemerschap. Als het gaat om het einde van de partnerrelatie van een gepensioneerde voor wie op zijn/haar leven op de pensioendatum een partnerpensioen is aangekocht dat niet is geruild voor extra ouderdomspensioen, houdt de gewezen partner aanspraak op dit partnerpensioen. Dit geldt alleen als de partnerrelatie al bestond op de pensioendatum. De gewezen partner ontvangt een bewijs van de pensioenaanspraken waarop hij/zij recht heeft.
3.
De bepalingen in lid 2 zijn niet van toepassing als: - de echtgenoten of de geregistreerde partners bij huwelijkse voorwaarden of bij voorwaarden van geregistreerd partnerschap of bij een schriftelijk gesloten overeenkomst met betrekking tot de scheiding anders overeenkomen. Nationale-Nederlanden moet hiermee instemmen; - in verband met de beëindiging van een ongeregistreerd partnerschap de partners schriftelijk anders overeenkomen. Nationale-Nederlanden moet hiermee instemmen.
4.
Wanneer een deelnemer na het einde van een partnerrelatie een nieuwe partnerrelatie is aangegaan, geldt het volgende: Bij de aankoop van pensioenen met het beleggingskapitaal (volgens artikel 7), wordt het partnerpensioen voor de nieuwe partner verminderd met het partnerpensioen waarop de gewezen partner op grond van dit artikel recht heeft. Bij de aankoop van pensioenen met de restitutie (volgens artikel 8) krijgt de nieuwe partner alleen partnerpensioen uit de restitutie die gevormd is door de premies die betaald zijn sinds het einde van de eerdere partnerrelatie.
Artikel 20 1.
Gevolgen van beëindiging partnerrelatie voor ouderdomspensioen
In geval van echtscheiding, scheiding van tafel en bed of beëindiging van geregistreerd partnerschap, kan de (gewezen) echtgenote/echtgenoot of de gewezen geregistreerde partner recht hebben op verevening van het ouderdomspensioen volgens de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding (WVPS). (Pensioenverevening is niet aan de orde bij omzetting van een huwelijk in een geregistreerd partnerschap of omgekeerd en ook niet bij beëindiging van een ongeregistreerd partnerschap.) Er is geen recht op verevening als het bedrag van de verevening lager is dan de wettelijke grens.
2.
De hoofdregel van de WVPS is dat het ouderdomspensioen dat tijdens het huwelijk of geregistreerde partnerschap is opgebouwd, voor de helft toekomt aan de gewezen partner. Partijen kunnen hierover afwijkende afspraken maken.
PR47079.2
11
Pensioenreglement-II Rockwool B.V. 3.
Het recht op verevening kan alleen rechtstreeks bij Nationale-Nederlanden geldend gemaakt worden als het verzoek binnen twee jaar na de scheidingsdatum bij Nationale-Nederlanden is ingediend. Dit moet gebeuren met het formulier dat daarvoor wettelijk is voorgeschreven. Nationale-Nederlanden zal voor de verevening kosten in rekening brengen. Deze kosten zijn voor rekening van beide gewezen echtgenoten of geregistreerde partners. Per 1 mei 2010 zijn de kosten € 283,13. Dit bedrag wordt jaarlijks aangepast.
4.
Partijen kunnen op grond van artikel 5 van de WVPS er voor kiezen om het vereveningsrecht, samen met het partnerpensioen van de gewezen echtgenote, echtgenoot of geregistreerde partner om te zetten naar een eigen ouderdomspensioen voor de gewezen echtgenote/echtgenoot/geregistreerde partner. Nationale-Nederlanden stelt bij deze conversie de eis dat de pensioendatum wordt bepaald volgens de regels van dit reglement; ook de overige regels van dit reglement moeten zoveel mogelijk worden gevolgd.
Artikel 21
Pensionering
1.
De pensioendatum is de 1e van de maand waarin de (gewezen) deelnemer 65 jaar wordt. Dit is niet het geval als hij/zij gebruik maakt van de mogelijkheid om de pensioendatum te verschuiven.
2.
Als de (gewezen) deelnemer niet heeft laten weten dat hij/zij de pensioendatum wil verschuiven, zal Nationale-Nederlanden hem/haar enkele maanden voor de pensioendatum hierover informeren.
Artikel 22
Afkoop van kleine pensioenen
1.
Per de datum van beëindiging van het deelnemerschap berekent Nationale-Nederlanden aan de hand van het (beleggings)kapitaal dat tot dat moment is opgebouwd, welke bedragen aan ouderdoms- en partnerpensioen mogelijk aangekocht kunnen worden op de pensioendatum. Als deze fictieve pensioenbedragen lager zijn dan de wettelijke grens die daarvoor dan geldt, heeft Nationale-Nederlanden het recht om de pensioenaanspraken af te kopen. Dit recht bestaat vanaf twee jaar na de beëindiging van het deelnemerschap. Deze afkoop wordt opgeschort als de gewezen deelnemer een procedure tot waardeoverdracht is gestart. De afkoopwaarde wordt uitgekeerd aan de gewezen deelnemer.
2.
Bij beëindiging van de partnerrelatie heeft Nationale-Nederlanden een vergelijkbaar recht tot afkoop van de aanspraken op partnerpensioen. De afkoopwaarde wordt dan uitgekeerd aan de gewezen partner. Na afkoop van partnerpensioen voor een gewezen partner wordt artikel 19 lid 4 toegepast alsof er geen afkoop heeft plaatsgevonden.
3.
Als bij overlijden van een (gewezen) deelnemer het partnerpensioen of het wezenpensioen lager blijkt te zijn dan de wettelijke grens, heeft Nationale-Nederlanden een vergelijkbaar recht tot afkoop van dit pensioen.
4.
Bij een eventuele afkoop van het (beleggings)kapitaal keert Nationale-Nederlanden de waarde van de participaties en/of het saldo op de pensioenspaarverzekering uit. De waarde wordt verminderd met de kosten die op de verzekering betrekking hebben.
5.
Bij een eventuele afkoop van pensioenen past Nationale-Nederlanden afkoopfactoren toe. Deze afkoopfactoren zijn vermeld in de bijlage bij dit pensioenreglement. Als de uitvoeringsovereenkomst die de werkgever met Nationale-Nederlanden heeft gesloten, eindigt – en er al dan niet een nieuwe overeenkomst wordt gesloten – kan Nationale-Nederlanden andere afkoopfactoren toepassen dan genoemd in de bijlage. In dat geval brengt Nationale-Nederlanden de deelnemers hiervan op de hoogte.
Artikel 23
Verplichtingen van de deelnemer
1.
De deelnemer moet de werkgever direct informeren over de beëindiging van zijn/haar partnerrelatie (zie artikel 19).
2.
Als het ongeregistreerde partnerschap eindigt, moet de deelnemer de werkgever hierover direct schriftelijk informeren.
PR47079.2
12
Pensioenreglement-II Rockwool B.V. In deze schriftelijke verklaring moeten in ieder geval de naam en geboortedatum van beide partners zijn opgenomen en de datum waarop de gezamenlijke huishouding is geëindigd. De deelnemer en zijn/haar partner moeten deze verklaring ondertekenen. Wanneer de deelnemer aannemelijk maakt dat hij/zij, ondanks zijn/haar inspanningen, geen medeondertekening van de gewezen partner heeft gekregen, mag de werkgever afgaan op een eenzijdige verklaring van de deelnemer. 3.
Na beëindiging van het deelnemerschap is de gewezen deelnemer verplicht NationaleNederlanden direct te informeren over het einde van een partnerrelatie. Hierbij gaat het niet om het overlijden van de partner.
4.
Als Nationale-Nederlanden op grond van de Wet op de medische keuringen medische waarborgen mag vragen, dan moet de werknemer aan het medisch onderzoek meewerken.
5.
De werkgever en Nationale-Nederlanden zijn niet aansprakelijk als een pensioen niet of niet juist is verzekerd omdat de deelnemer niet, niet goed of niet tijdig aan zijn/haar verplichtingen heeft voldaan.
6.
Als de werknemer van mening is dat hij/zij rechten kan ontlenen aan dit pensioenreglement maar geen documenten heeft ontvangen van Nationale-Nederlanden en/of de werkgever waaruit dit blijkt, moet hij/zij zowel de werkgever als Nationale-Nederlanden hierover informeren. Als dit niet gebeurt, is Nationale-Nederlanden niet verplicht om uit te keren wanneer een werknemer door de werkgever ten onrechte niet is aangemeld.
HOOFDSTUK VII Artikel 24
FINANCIËLE BEPALINGEN
Financiering van de pensioenregeling
De werknemer die beslist om deel te nemen aan deze vrijwillige aanvullende regeling, draagt jaarlijks 50% van de kosten daarvan. De werkgever houdt deze betalingen in op het salaris (of eventuele bijzondere beloning) van de werknemer. De werkgever betaalt aan Nationale-Nederlanden de beschikbare premies die hij heeft ingehouden bij de deelnemer. Artikel 25
Uitkering van de pensioenen
Nationale-Nederlanden keert de pensioenen uit aan de pensioengerechtigden in maandelijkse termijnen bij achterafbetaling en zorgt voor de wettelijke inhoudingen op de uitkeringen.
HOOFDSTUK VIII OVERIGE BEPALINGEN Artikel 26 1.
Fiscale maximering
Er geldt een fiscale maximering van de pensioenen uit deze aanvullende regeling en de basisregeling samen. Het jaarlijkse levenslange ouderdomspensioen uit de basisregeling is samen met het ouderdomspensioen uit deze regeling maximaal gelijk aan 100% van de laatste pensioengrondslag. Het jaarlijkse levenslange partnerpensioen uit de basisregeling is samen met het partnerpensioen uit deze regeling maximaal gelijk aan 70% van de laatste pensioengrondslag. Het jaarlijkse wezenpensioen uit de basisregeling is samen met het wezenpensioen uit deze regeling maximaal gelijk aan 14% (voor volle wezen 28%) van de laatste pensioengrondslag.
PR47079.2
13
Pensioenreglement-II Rockwool B.V. De pensioengrondslag voor deze maxima is het laatste jaarsalaris van de deelnemer verminderd met een franchise die volgens de Wet op de loonbelasting 1964 minimaal in aanmerking moet worden genomen als franchisebedrag bij de vaststelling van een pensioengrondslag. Dit franchisebedrag is gelijk aan 10/7 maal het enkelvoudige AOW-pensioen voor een gehuwde (exclusief de toeslag voor een partner jonger dan 65 jaar), vermeerderd met de vakantieuitkering, dat geldt op 1 januari van het jaar van vaststelling van de pensioengrondslag. 2.
Wanneer op de pensioendatum een of meer pensioenen hoger zijn dan de hiervoor omschreven maxima, zal het deel van het pensioen dat hoger is dan het maximum worden vervangen door uitkering van een bedrag ineens. Nationale-Nederlanden zorgt voor de wettelijke inhoudingen op dit bedrag.
3.
Overschrijding van deze maxima door oorzaken zoals omschreven in artikel 18d van de Wet op de loonbelasting 1964, blijven buiten beschouwing.
4.
Als een (gewezen) deelnemer gedurende het deelnemerschap parttime heeft gewerkt, wordt: - de laatste pensioengrondslag op fulltimebasis vastgesteld; - deze pensioengrondslag vermenigvuldigd met het parttimepercentage. Bij wisselende parttimepercentages gedurende het deelnemerschap wordt het gewogen gemiddelde parttimepercentage genomen.
Artikel 27
Beperkingen
1.
Alle mededelingen die de werkgever voor de verzekeringen aan Nationale-Nederlanden doet, mag Nationale-Nederlanden als juist aanvaarden. Als Nationale-Nederlanden door mededelingen van de werkgever of het uitblijven daarvan de pensioenaanspraken niet of te laag heeft verzekerd, heeft de werknemer in beginsel alleen recht op de verzekerde bedragen. Bij gebleken fouten van de werkgever spant Nationale-Nederlanden zich in om alsnog aanvullende financiering van de werkgever te krijgen.
2.
Nationale-Nederlanden vraagt in beginsel geen medische waarborgen voor het sluiten of verhogen van verzekeringen. Als op grond van de Wet op de medische keuringen medische waarborgen gevraagd mogen worden, kan Nationale-Nederlanden dit doen. Wanneer de deelnemer vervolgens naar het oordeel van Nationale-Nederlanden geen normale levens- of validiteitskansen heeft, worden de pensioenaanspraken niet of niet volledig toegekend. In dat geval bezien de werkgever en Nationale-Nederlanden of er een bijzondere regeling kan worden getroffen en, zo ja, welke. Een medisch onderzoek kan deel uit maken van de medische waarborgen die de deelnemer moet leveren.
3.
De aanspraken uit deze pensioenregeling kunnen niet worden afgekocht, vervreemd of prijsgegeven, of formeel of feitelijk voorwerp van zekerheid worden. In de Pensioenwet is bepaald in welke gevallen dit wel is toegestaan.
Artikel 28 1.
Wijzigingsvoorbehoud werkgever
De werkgever heeft zich het recht voorbehouden de pensioenregeling te wijzigen, te verlagen, te beperken of te beëindigen, als omstandigheden wijzigen die voor de werkgever van zodanig zwaarwegend belang zijn in relatie tot de belangen van de werknemers, dat de belangen van de werknemers daarvoor moeten wijken. Van een zwaarwegend belang is onder meer sprake als: a. de overheid de ouderdoms-, nabestaanden- en/of arbeidsongeschiktheidsuitkeringen zodanig ingrijpend wijzigt, dat een herziening of beëindiging van de pensioenregeling, gelet op de opzet daarvan, noodzakelijk is; b. de werkgever na een afwijzing op een dispensatieverzoek dat hij heeft ingediend, verplicht is om zich voor (een deel van) het personeel dat onder deze regeling valt, aan te sluiten bij een bedrijfstakpensioenfonds; c. de financiële positie van de werkgever de uitgaven voor de pensioenregeling niet meer toelaat.
PR47079.2
14
Pensioenreglement-II Rockwool B.V. 2.
Als de werkgever gebruik wil maken van het recht zoals omschreven in lid 1, zal hij de deelnemers hierover schriftelijk informeren en met hen overleggen over een eventuele herziening van de pensioenregeling. Behalve de kostenvergoeding die voor het in stand houden van de beleggingsverzekeringen is verschuldigd, worden de opgebouwde pensioenaanspraken niet aangetast.
Artikel 29
Onvoorziene gevallen
In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist Nationale-Nederlanden, zoveel mogelijk in samenspraak met de werkgever. Artikel 30
Inwerkingtreding en overgangsbepalingen
1.
Dit pensioenreglement is in werking getreden op 1 mei 2010.
2.
Dit pensioenreglement vervangt het voorgaande pensioenreglement-II met als ingangsdatum 1 januari 2008 voor de aanvullende pensioenregeling. De deelnemers aan dit nieuwe pensioenreglement kunnen geen rechten meer ontlenen aan het voorgaande pensioenreglement.
3.
Voor degenen die al deelnemer waren in de vorige aanvullende pensioenregeling gelden de volgende bijzondere bepalingen: a. de deelneming aan de pensioenregeling volgens een of meer voorafgaande pensioenreglementen wordt als één geheel beschouwd met de deelneming aan de regeling volgens het nieuwe reglement; b. op het (gedeelte van het) kapitaal dat is opgebouwd vóór 1 januari 2005 zijn, in afwijking van de artikelen 6 lid 2 en 7 lid 2, sekse-afhankelijke verzekeringstarieven van toepassing; c. de op grond van de het voorgaande pensioenreglement uitstaande participaties in de beleggingsfondsen worden verkocht en de tegenwaarde daarvan wordt aangewend voor belegging volgens de defensieve variant van het beleggingsconcept "LifeCycle Beleggen". Het feitelijke moment van deze omzetting zal nader tussen de werkgever en NationaleNederlanden worden overeengekomen. Nationale-Nederlanden zal dit bevestigen wanneer de omzetting daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Als de deelnemer vóór de feitelijke omzettingsdatum verandert van beleggingsconcept (zie artikel 12 lid 3), dan zal de tegenwaarde worden aangewend volgens de verdeelsleutel van het gekozen beleggingsconcept. Bij de omzetting worden geen verkoop- en aankoopkosten in rekening gebracht. In afwijking van de bepalingen van het voorgaande pensioenreglement zijn er ook geen switchkosten verschuldigd als de deelnemer in dat jaar al één keer de beleggingsfondsen waarin tot dat moment al is belegd, heeft gewijzigd.
PR47079.2
15
Pensioenreglement-II Rockwool B.V. Partnerpensioen voor ongehuwd samenwonende deelnemers Bijlage bij het pensioenreglement dat op 1 mei 2010 in werking is getreden Deze bijlage is bestemd voor ongehuwd samenwonende deelnemers. Als u ongehuwd samenwoont en uw partnerschap heeft laten registreren bij de burgerlijke stand, heeft u - volgens de bepalingen van het pensioenreglement - recht op partnerpensioen. Wanneer u ongehuwd samenwoont zonder met uw partner een geregistreerd partnerschap te zijn aangegaan, kunt u eveneens in aanmerking komen voor partnerpensioen. Hiervoor moet u voldoen aan de eisen die hieronder omschreven zijn. U moet eerst een notariële samenlevingsovereenkomst overleggen aan uw werkgever. Zonder deze overeenkomst heeft uw partner geen recht op partnerpensioen bij uw overlijden. Een partner is in dit verband de ongehuwde persoon van het eigen of het andere geslacht met wie u geen geregistreerd partnerschap bent aangegaan, maar met wie u minimaal gedurende een half jaar een gezamenlijke huishouding heeft gevoerd en nog voert. De partner mag niet met een andere persoon een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan en mag bovendien niet in de rechte lijn of in tweede graad aan u verwant zijn. De notariële samenlevingsovereenkomst moet de volgende gegevens bevatten: 1. de naam, de geboortedatum en de burgerlijke staat van u en uw partner; 2. de aanvangsdatum van de gezamenlijke huishouding (eventueel met vermelding van het adres); 3. enige vermogensrechtelijke bepalingen (bijvoorbeeld een regeling over de verdeling van de kosten van de huishouding). Als u om privacy-redenen geen inzicht wilt geven in de samenlevingsovereenkomst, dan kunt u de notaris vragen om, naast de samenlevingsovereenkomst, een verklaring op te stellen waarin de gegevens onder 1 en 2 zijn vermeld en waarin staat dat in de samenlevingsovereenkomst enige vermogensrechtelijke bepalingen zijn opgenomen.
PR47079.2
16
Pensioenreglement-II Rockwool B.V. Bijlage Beleggingsfondsen LifeCycle Beleggen De fondsen die worden gebruikt voor LifeCycle Beleggen, zijn: LifeCycle ING (L) Renta Fund Euro Long Duration ING (L) Invest Emerging Markets ING (L) Renta Fund Euro Inflation Linked ING First Class Obligatie Fonds ING Global Fund ING Global Opportunities Fund ING Hoog Dividend Aandelen Fonds ING Global Real Estate Fund ING Index Linked Fund Protected Mix 90
Beleggen met Gemak De fondsen waaruit de (gewezen) deelnemer binnen dit beleggingsconcept de keuze heeft, zijn: ING Dynamic Mix fondsen ING Dynamic Mix Fund I ING Dynamic Mix Fund II ING Dynamic Mix Fund III ING Dynamic Mix Fund IV ING Dynamic Mix Fund V De vijf ING Dynamic Mix Funds hebben elk een eigen beleggingsprofiel: ING Dynamic Mix Fund I: Het fonds voor de voorzichtige belegger. Het fonds heeft een verdeling van 90% obligaties en 10% aandelen. De (gewezen) deelnemer vindt een laag risico belangrijker dan een hoog rendement. En de (gewezen) deelnemer wil al binnen een paar jaar over het belegde vermogen beschikken. ING Dynamic Mix Fund II: Het fonds voor de beheerste belegger. Het fonds heeft een verdeling van 70% obligaties en 30% aandelen. De (gewezen) deelnemer vindt stabiliteit belangrijk, maar is best bereid om wat risico te nemen als de kans op rendement daarmee toeneemt. ING Dynamic Mix Fund III: Het fonds voor de evenwichtige belegger. Het fonds heeft een verdeling van 50% obligaties en 50% aandelen. De (gewezen) deelnemer weet dat beleggen rendement kan opleveren, maar ook risico’s met zich meebrengt. Hij/zij wil dat risico echter wel beheersbaar houden. ING Dynamic Mix Fund IV: Het fonds voor de ondernemende belegger. Het fonds heeft een verdeling van 30% obligaties en 70% aandelen. De (gewezen) deelnemer belegt om het rendement, maar wil ook wat zekerheid inbouwen. ING Dynamic Mix Fund V: Het fonds voor de offensieve belegger. Het fonds heeft een verdeling van 10% obligaties en 90% aandelen. De (gewezen) deelnemer wil kans maken op een zo hoog mogelijk rendement. Hij/zij kent de dynamiek van de beurs en aanvaardt de risico's die daarbij horen.
PR47079.2
17
Pensioenreglement-II Rockwool B.V. Zelf Beleggen De fondsen waaruit de (gewezen) deelnemer binnen dit beleggingsconcept de keuze heeft, zijn: ING Aandelen Fondsen Regiofondsen: ING Global Fund ING Europe Fund ING North America Fund ING Far East Fund ING Emerging Eastern Europe Fund ING Dutch Fund ING Japan Fund Stijlfondsen: ING Global Opportunities Fund ING Europe Growth Fund ING Premium Dividend Fund ING Hoog Dividend Aandelen Fonds ING Europe Small Caps Fund ING Index Linked Fund Protected Mix 90 ING AEX Shadow Thema Duurzaam: ING Duurzaam Aandelen Fonds ING Vastgoedfondsen ING Global Real Estate Fund ING Obligatiefondsen ING First Class Obligatie Fonds ING Euro Obligatie Fonds ING Hoog Dividend Obligatie Fonds ING Euro Credit Obligatie Fonds ING Opportunity Obligatie Fonds Extern (niet-ING): Aandelenfondsen BNP Paribas OBAM Oekovision JPM Europe Equity JPM Europe Strategic Value JPM Global Focus BGF Emerging Europe Fund BGF US Flexible Equity Fund JPM Global Dynamic Fund Triodos Meerwaarde Aandelenfonds Extern (niet-ING): Obligatiefondsen Triodos Meerwaarde Obligatiefonds Het aanbod van deze fondsen kan met de tijd aangepast of uitgebreid worden.
PR47079.2
18