_magazine! Detector Magazine is een verenigingsblad van "De Detector Amateur" en verschijnt elke 2 maanden.
Redactieadres: De Detector Amateur Hanebalken 153 9205 CL Drachten Tel. 05120-30403
Advertenties: Tarieven op aanvraag bij de redactie. Het bestuur behoudt zich het recht voor advertenties zonder opgave van redenen te weigeren.
I N
H
o u
D
2
VAN HET BESTUUR
9 II 13 16 17 19 23 25
EPIGRAFISCHE BRONNEN VONDST VAN HET JAAR 1992 MUNTGEWICHTEN ZOEKDAG GORREDIJK SIGNAAL
.
Redactie: CB. Leenheer (hoofdredacteur) N Leenheer R. de Heer A. Folkerts D. Eekhof
SCHATGRAVERIJ DE FOUT IN ? PARANORMAAL BRONS H ERALDI EK II
Adviseurs en medewerkers redactie: C van Baarle
z
o u.
O
.J
] van Bergen HE] van Beuningen R.] Bos D. Dijs B. Dubbe Dhr. KP] Faber C van Hengel G. Henzen MA. Holtman Dr. Jr. G.MM Houben K Kerkvliet W Kuypers F Lodewijk (fotografie)
Vormgeving en layout: A.M. W Leenheer N Leenheer
Druk: Necumdruk, Drachten
© Copyright:
Niets uit deze uitgtwe mag worden verveelvuldigd mlolopenbaar gemaakt door middel van dmk, fltografie, microfilm %p welke wijze clan ook, zontIer llOOrafiaallde, schr~{telijke toestemming van tie
O U
redactie. Losse nummers f 9,-
••
Kopij en advertenties voor het volgende nummer dienen 10 maart a.s. binnen te zijn.
De Detector Amateur. Postbus 6097. 8902 HB Leeuwarden
Bestuur Voorzitter: Vice-voorzitter: I e Secretaris: 2e Secretaris: Penningmeester: I e Bestuurslid: Hoofdredacteur:
T. Kolkman L Haak P. Massaut D. Massaut W. Woudstra D. Eekhof CB. Leenheer
Rembrandtstraat 23 Zetveld 12 Holwortel 56 Antillenweg 82 Melkemastate 16 Pealskar 47 Hanebalken 153
7391 9/02 8935 8931 8925 8501 9205
BB LM LJ CA AP TL CL
Twello Drachten Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Joure Drachten
05712-72837 05120-22804 058-881204 058-886541 058-661818 05120-30403
Lidmaatschap Het lidmaatschap van deze vereniging loopt altijd per kalenderjaar en wordt zonder opzegging altijd stilzwijgend verlengd met een jaar. Degenen die in de loop van het jaar toetreden, ontvangen alle reeds eerder verschenen nummers van het lopende jaar. Opzegging dient uiterlijk op I augustus schriftelijk binnen te zijn. De contributie per lid bedraagt f 45,- per jaar. Voor gezinsleden geldt een aantrekkelijke korting.
Giro: 1675000. Bank: ING nr. 67.80.04.900. t.n.v. De Detector Amateur. Leeuwarden. België: Credit Lyonnais Ban~ Antwerpen. nr. 610-0308200-25. t.n.v. De Detector Amateur. LedenadministlUtie : Wim WoudstlU. Melkemastate 16. 8925 AP Leeuwarden. 058-661818
a_magazine
I
De komende zoekdagen en eventuele andere activiteiten zullen wij proberen in de diverse regio's en mogelijk ook eens in België te houden.
GEEN FRIES "CLUBJE" Op gezette tijden hoor je van onze leden, dat onze vereniging een Noordelijke, dan wel een specifieke Friese club zou zijn. Aangezien wij als bestuur voor u als lid geen geheimen hebben, zal ik trachten e.e.a. uit te leggen.
dan blijkt Kees Leenheer een Hagenaar en Dick Eekhof een Hattummer. Peter en Douwe Massaut, Wim Woudstra en ondergetekende zijn "echte" Friezen.
Gezien de besruurssamenstelling wekt het inderdaad de indruk van een "Fries" onderonsje. Toevallig wonen alle bestuursleden, behalve de heer Kolkman, in Friesland. Kijken we echter naar de geboorteplaatsen,
Dit is echter geheel toevallig, tijdens de oprichtingsvergadering in Wezep werden de bovengenoemde personen, met uitzondering van Dick Eekhof, die later is toegetre~en, gekozen tot besruurslid. Het is geen
opzet geweest. In de praktijk heeft het natuurlijk wel voordelen, zoals de reisafstand bij bestuursvergaderingen. Dat onze vereniging toch geen Fries clubje is, blijkt wel uit het ledenbestand. Onze leden komen uit heel Nederland en zelfs uit België. Tot nu toe hebben we onze wekdagen bewust centraal gehouden, i.v.m. de reistijden voor de leden.
Onze eerstvolgende zoekdag vindt toevallig wel in Friesland plaats. Dit omdat er in die periode ook een groots opgezette expositie is in het museum van Gorredijk. De 1e officiële jaar-vergadering houden we in het midden van het land en wel in Elburg. Ook hoor je mensen wel eens vragen naar de eventuele invloed van de detector im porteurs/dealers. Natuurlijk zijn wij heel blij met hun financiële steun, ~~ o.a. in de vorm van
VOORLOPIG HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN "DE DETECTOR AMATEUR" Vraag altijd toestelnlning aan de landeigenaar of beheerder van de grond.
8
Schatvondsten nloeten binnen drie dagen gelneld worden bij de burgelneester van de plaats waartoe het gebied behoort, of rechtstreeks bij het K.P.K.
9
Vondsten, waarvan men kan aannemen, dat deze van belangrijke archeologische waarde zijn, moeten aangemeld worden bij de desbetreffende instanties, zoals: R.O.B., A.WN. en de provinciale archeologen.
2
Legitimeer je met je lidmaatschapskaart (ledenpas).
3
Wees voor onze vereniging "de Detector Amateur", een detector-ambassadeur.
4
Laat Illunitie liggen; indien nodig de plaats lnarkeren en de politie waarschuwen.
5
Zoek nooit op archeologische terreinen, mits je toestemming hebt verkregen van -de bevoegde instanties Oln lnee te helpen bij een archeologische opgraving.
10 Het 's nachts zoeken zonder toestelnming van de landeigenaar is verboden. Ielnand, die 's nachts zoekt, is zo wie zo verdacht bezig.
6
Neenl zo veel mogelijk het lnetalen afval, zoals lood en koper mee. Denk aan het milieu.
Het bewust herhaaldelijk niet naleven van dit reglement kan royement tot gevolg hebben.
7
Maak alle gaten weer netjes dicht en wel zo, dat er geen schade te zien is aan de graslnat.
Naar aanleiding van gesprekken met de A."W:N. kunnen bepaalde punten uit dit reglement aangepast worden.
I_magazine I
adverrenries en de prijzen op de zoekdagen. Ook waarderen wij hun bijdragen aan ons magazine ren zeersre. Qua besruurlijke besluiren en ren aanzien van her re voeren beleid hebben ze echrer geen enkele invloed. Om op de besruurssamensrelling rerug re komen, her is alrijd mogelijk, dar mensen van buiren Friesland zitring krijgen in her besruur. Verder proberen we ook gewesrelijke of provinciale vertegenwoordigers mee re laren "draaien" in onze organisarie.
Hiervoor zoeken we mensen uir de regio's en België. Hoe een ander er re zijner rijd uir gaar zien, is nog even afwachren. Wij sraan alrijd open voor "aanbiedingen" en suggesries van uw kanr. Ik hoop, dar wij u hiermee war berer op de hoogre hebben gebrachr van hoe uw vereniging werkr. Mer vriendelijke groeren, Luirzen Haak
•
FINANCIEEL OVERZICHT 1992 Omschrijving
Debet
Credit
Totalen
Saldo 01-01-1992
180,00
Opbrengsten Ontvangen kontributie Opbrengst advertenties Opbrengst verkoop bladen Rente Diverse Baten Zoekdagen
32.216,00 11.615,61 201,00 22,01 1,00 2.640,23
46.875,85
Kosten Computer Kosten Detector Magazine Verzendkosten Diverse Kosten Vergad erkosten Bankkosten BTW Hoog BTW Laag
1.150,00 30.027,75 3.827,67 1.616,79 52,50 26,38 360,92 1.143,96
38.205,97 Saldo 01-01-1993
*
8.669,88
* Het saldo per 01-01-1993 moet gecorrigeerd worden met de volgende bedragen:
+ f. 970,00 te ontvangen advertentiegelden - f. 1.850,00 te betalen kosten voor het 6e Magazine - f. 453,50 te betalen portokosten - f. I. 170,00 reeds ontvangen kontributie voor 1993.
Het gecorrigeerde saldo per 01-01-1993 bedraagt derhalve f.6.166,38
VONDST VERKOPEN? EERST NAAR H ET MUSEUM U leest de kopregel niet verkeerd. Het bestuur wil u vragen om, als u een aangemelde vondst wilt verkopen, eerst de musea een kans te geven. Gun de mensen van her museum ook de rijd om een beslissing re nemen. Vaak is her zo, dar her geld nog ergens vandaan gehaald moer worden en dar er mer her besruur over vergad'erd moer worden eer men tor aankoop over kan gaan. Meesral vergaderen ze eenmaal per maand, dus.... Neem een week of zes in ach r en ga dan nog eens vragen. Verkoop inrussen her aangemelde voorwerp nier. Is her nier veel mooier, dar her in een museum rerechr kom r en zo voor iedereen toegankelijk is. Geef her museum dus her rechr van eersre koop, liefsr ook als de prijs lager is, dan die van een verzamelaar, her algemeen belang is hier bij gebaar. Mochr u roch beslissen her voorwerp aan een ander re verkopen, omdar de prijs van her museum u nier aansraar, geef dan wel aan her museum door aan wie u her verkochr heefr. Dan kunnen zij bij een evenruele exposirie die persoon benaderen mer her verzoek her voorwerp re mogen exposeren. Nog mooier is her als je her voorwerp in bruikleen afsraar aan her museum. Dan blijfr her je eigendom,
I_magazine I
je krijgr een schrifrelijk bewijs. Op die manier kunnen heel veel mensen van de vondsr genieren. Help mee om voorwerpen uir een bepaalde omgeving, srreek of pIaars daar ook re houden. Dus als je iers wilr verkopen, denk dan eersr aan her museum.
•
ALGEMENE LEDEN VERGADERING De algemene ledenvergadering wordt gehouden op 24 april 1993 in 'Ut Huiken Congrescentrum" te Elburg om 10 uur. Agenda: I
2 3 4 5 6
7 8
Opening Mededelingen / ingekomen srukken Jaarverslag secreraris Jaarverslag penmngmeesrer Benoeming kascommissie Definirieve besruurssamensrelling Rondvraag Sluiring
N a de vergadering bes raar er gelegenheid ror her ruilen en/of verkopen van vondsren. Voorwerpen, waarvan men kan verwachren, dar zij van archeologische waarde zijn, dienen re zijn aangemeld. S.v.p. rafels reserveren bij her secrerariaar (rel. 058886541).
•
"DETECTOR MAGAZINE" JAARGANG 1992
LEGITIMATI EPAS teneinde het inschrijven te vergemakkelijken.
Een paar spelregels voor het gebruik van de legitimatiepas.
De pas blijft eigendom van de vereniging en dien t bij beëindiging van het lidmaatschap aan de vereniging geretourneerd te worden. Verlies, diefstal of het verloren gaan van de pas dien t u aan het secretariaat door te geven. Voor vervan-
Vooralsnog kunnen aan deze pas geen rech ten worden onrleend, zoals het ongevraagd betreden van landerijen of archeologische objecten. Laat zien dat u geen malafide schatgraver bent.
.~
(
DE
detector AMArluR
BESTUURSLID .' lidnummer : IOOQ ,r' tB. leenheer
Hanebalkêrr"'fS'3 9205 Cl Drachten
1111111111111111111111
Neem bij door de vereniging georganiseerde activiteiten uw pas mee,
I~
[IJ
ging van de pas wordt f 10,- in rekening gebracht.
Voor 1994 zul t u, na betaling van de contributie van dat jaar, een watervaste sticker toegestuurd krijgen, die op het desbetreffende vakje geplakt moet worden. De pas wordt pas toegezonden als de contributie voor 1993 betaald is en er een pasfoto is ontvangen. Leden, die dit nog niet gedaan hebben en wel een pas willen hebben, wordt verzocht dit zo snel mogelijk te doen. Na 15 maart zal f 10,- bij de pasfoto ingesloten moeten worden voor administratiekosten. Nieuwe leden krijgen de pas na betaling van de contributie en het toezenden van een pasfoto kosteloos toegezonden. In de agrarische bladen zal het een en ander over de vereniging en de pas gepubliceerd worden, dus neem uw pas mee op uw zoektochten.
•
a_magazine I
U kunt alle in 1992 verschenen nummers van het verenigingsblad "Detector Magazine" bestellen door overmaking van f. 60,- (inclusief portokosten) op girorekening 1675000 of ING-bankrekening 678004900 t.n.v. De Detector Amateur onder vermelding van: "jaargang
1992". Losse exemplaren kunt u bestellen door f. 10,- per stuk (inclusief portokosten) over te maken op één van de bovenstaande rekeningen. Voor onze leden in België zijn de kosten voor een jaargang Bfr. 1080,- en voor een los nummer Bfr. 180,-. Vermeld wel duidelijk welke nummers het betreft. Wim Woudstra
•
EEN 16E-EEUWSE PENNING Tijdens een van mijn zoektochten begin dit jaar, in de directe omgeving van Amsterdanl, deed ik toch wel een oplnerkelijke vondst. Het gaat hier Olll een penning met een dwarsdoorsnede van 7 Clll met daarop een atbeelding van soldaten die ten strijde trekken. Als je de afbeelding goed bekijkt, zie je dat het hier eventueel om ROlneinse soldaten zou gaan. Aan de rechter onderkant is tevens te zien, dat er een kookpot op de grond staat waar rook vanaf komt.
Het zou hier gaan om een vroeg 1Ge-eeuwse penning waarvan de betekenis niet echt bekend is. De penning is gemaakt van brons en is ooit verzilverd geweest. Er wordt aangenomen, dat deze penning genlaakt is in het noorden van Italië. André de Boer
4 3/4 STU IVE R OF HALVE LARIJN Een 4 3/4 stuiver of halve larijn. Zeldzaanl zijn deze nlunten zeker. Helaas komt het vaak voor, dat er vervalsingen worden aangeboden. Deze vervalsingen lijken bedrieglijk veel op de echte. Zelf kocht ik er een met de gedachte, dat dit een nlooie aanvulling was op mijn collectie, doch na een onderzoek door ].CA. van Loon (Coin Investment) bleek ik een vervalsing gekocht te hebben, die recent gemaakt was. Geschiedenis van de larijn: Omstreeks 1783 waren alle gouden en zilveren muntspeciën uit Ceylon weggevloeid en alle betalingen geschiedden in koper, waarvoor men een ontzaglijke hoeveelheid kopergeld nodig had, zodat men naar middelen uitzag om hieraan zo spoedig mogelijk te voldoen.
In 1783 had men voor het eerst 1/4 stuivers (duiten) geslagen en daarna reeds in hetzelfde jaar stuivers, omdat daarmee een groter bedrag in omloop zou zijn. Daar de nood niet venninderd was, heeft men met hetzelfde doel volgens Res. van Cololnbo van 10-10-1785 besloten om halve koperen larijnen aan kleine staafjes te laten munten en deze gangbaar te verklaren tegen 4 3/4 Indische stuiver. De staven verschillen soms aanmerkelijk in lengte, o.a. 58, 70, 74, 85, 88 en 105 mn1. Het gewicht kon 53.880, GO.200, GO.548 en G1.9GO graln zijn. (Uit handboek Scholte - Ned. Overzeesche Gebiedsdelen lG021948.)
•
4314 stuiver ofhalve larijn. Plat baartje van Japans koper, dat op de uiteinden van voor- en keerzijde twee ronde stempels heeft, waarin links het monogram VOC en rechts 4 314 ST (waardeaanduiding links en merk compagnie rechts).
(met dank aan Coin /nvestment voor haar
Vervalsing: Andere vorm, vals patina, stempelslag, gewicht en lengte anders. Advies: laat eerst verifiëren of u een echte heeft voor u tot koop overgaat
expertise)
P.H. te L.
I_magazine
I
DE AWN VOOR U ALS DETECTOR AMATEUR Het bestuur van "de Detector AInateur" en van "de Archeologische Werkgemeenschap voor Nederland" hebben overlegd op welke wijze deze verenigingen beter zouden kunnen samenwerken. Deze samenwerking is van belang voor beide verenigingen en voor het behoud van ons archeologisch cultuurgoed. Vandaar het voorstel, dar u reeds bereikte, om naasr her lidmaatschap van "de Detector AInateur" ook lid van de AWN te worden. De AWN biedt u de mogelijkheid om uw hobby in een noodzakelijk - breder kader te plaatsen. Er staan namelijk een aantal veranderingen op stapel als gevolg van de Conventie van Malta, waardoor de uitoefening van de verschillende aspekten van de archeologie zal wijzigen, er verdere regelgeving zal komen en de Monumentenwet 1988 verder aangescherpt zal worden. De AWN werd ruim 40 jaar geleden opgericht met het doel het bodemarchief en archeologische monumenten te beschermen, niet-destructieve archeologische waarnemingen te doen en objecten te melden aan de bevoegde instanties. Uiteraard wordt hierbij de wet- en regelgeving met betrekking tot het bodemarchief gevolgd. Inmiddels is de AWN een volwaardige gesprekspartner in archeologisch Nederland geworden, is lid van de Stichting Nederlandse Archeologie (SNA), heeft zitting in een aantal provinciale commissies voor monumentenzorg en voert regelmatig overleg met de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) te AInersfoort en de archeologische instituten van de Universiteiten. Internationaal is de AWN aangesloten bij FORUM, een vereniging van archeologische amateurverenigingen in Europa. De AWN heeft 24 afdelingen waar lezingen, excursies, tentoonstellingen en veldwerkactiviteiten worden georganiseerd. Na het volgen van een instructiekamp van 1 week kunnen de leden aan opgravingen deelnemen, die elk jaar georganiseerd worden in samenwerking met de wetenschappelijke instituten van de universiteiten. Verder hebben wij sinds een paar jaar landelijk georganiseerde werkgroepen. Eén is gericht op aardewerk, een andere op de steentijd. Kort geleden is een werkgroep '~utomatisering" gestart en wij hopen dat een werkgroep "Metaal" kan worden opgezet. Daarover hebben wij het verderop in dit artikel.
In de loop der jaren, vooral de laatste 15 tot 20 jaar, is een zeer goede verstandhouding ontstaan met de vakarcheologen. Daarmee hebben wij goodwill verkregen en daardoor een grote vrijheid, die goed moet worden gebruikt. Wat gebeurt er nu als bij grondwerk archeologica aan het daglicht komen? De ontdekker zal eerst voorzichtig kijken of zijn vermoeden waarheid kan zijn. Dan waarschuwt hij/zij de vondstcoördinator van zijn afdeling en die, of hijzelf, waarschuwt de provinciaal archeoloog. Deze zorgt dan voor verdere begeleiding van de opgraving. Op deze manier hebben amateurs menige 'site' van de vernieling kunnen redden of deze als 'noodopgraving' kunnen uitvoeren, waarbij de vondsten werden verzameld, verwerkt en gepubliceerd. Het doel van de archeologie is niet om alles op te graven, maar om zoveel mogelijk terreinen, waar vondsten voorkomen te beschermen, eventueel voor onderzoek door ons nageslacht. In de toekomst zullen betere mogelijkheden voor onderzoek beschikbaar komen. Denkt u maar aan de 14C-methode, of de leeftijdsbepaling uit de groeiringen van bomen. In de laatste jaren zijn beide methoden verder verfijnd. Er bestaan ook methoden van onderzoek, die nu nog experimenteel worden toegepast, maar die wellicht in de toekomst regelmatig zullen worden toegepast. De registratie van vondsten, vondstmeldingen, is verder een belangrijke taak van de AWN. In iedere afdeling is iemand aangewezen om aangemelde losse vondsten te registreren en de meldingen aan het ROB door te geven. Al deze informatie wordt ingebracht in ARCHlS, het vondstregistratiesysteem van de ROB en de universiteiten. Het eigendom van de vondsten uit een opgraving is bij de wet geregeld; alle spelregels rond opgravingen en vondsten staan vermeld in hoofdstuk V van de Monumentenwet 1988. Aan bepaalde instanties is opgravingsbevoegdheid verleend. Deze mogen vondsten in hun depot opnemen. In alle andere gevallen is de staat eigenaar en gaan de vondsten naar de provinciale of de staatsdepots. De opgraver mag de vondsten gebruiken voor beschrijven, tekenen en verdere bewerking voor publikatie, daarna gaan zij naar een depot. Het is een feit dat door de opgraving een archeologisch object verdwijnt uit zijn relatie tot de omgeving, zijn context. Het is als een boek dat maar éénmaal gelezen kan worden: heeft men een bladzijde gelezen, dan is het boek per bladzijde in het niet
a_magazine I
verdwenen, stof geworden, uit zijn conrext gehaald. Door de AWN wordt tijdens de opgraving met een metaaldetector gewerkt om metaalvondsten op te sporen om ze in hun conrext te kunnen bestuderen. Het bestuur van de AWN heeft met het bestuur van "de Detector Amateur" afgesproken dat metaalvondsten, die buiten de opgravingsgebieden zijn gedaan, bij de AWN geregistreerd kunnen worden. De AWN doet regelmatig - door tijdgebrek helaas niet systematisch - veldverkenningen, waarbij liefst geploegd land, maar ook weilanden met molshopen, in stroken wordt belopen. Langs de slootkanren en in molshopen of ander graafwerk wordt gekeken of er ook vondsten van aardewerk of andere zaken in voorkomen. Zo is het mogelijk gebleken om concentraties van scherven uit bijv. de Ijzertijd of de inheems-Romeinse tijd op te sporen. Het is dus best mogelijk dat een losse aangemelde vondst in deze bekende waarneming past en aanleiding kan vormen om dat gebied eens wat nauwkeuriger te gaan bekijken. Uw metaalvondst vormt na registratie met vermelding van de vindplaats in de coördinaten van het topografisch net bij de ROB weer een schakel in de kennis van ons bodemonderzoek. In theorie zou iedere spijker en knoop zo geregistreerd moeten worden. Dat is een onmogelijke opgave want er ligt al zoveel metaal in de bouwvoor. En dat is niet alleen een recenr afgebroken deel van een landbouwwerktuig. In vorige eeuwen bestond de stadsreiniging van bepaalde delen van Nederland uit het periodiek uitvaren of uitrijden van het stadsvuil naar de omringende landbouwgebieden. Het stadsvuil, organisch afval en gewoon afval werd als mest gebruikt. Zodoende vinden wij in bepaalde gebieden relatief veel huisvuil; aardewerkscherven, pijpekoppen en - stelen en soms verroest metaal. Na uw vondst kunr u altijd met de vondstcoördinator overleggen in rwi jfelgevallen. De AWN zet dit registratiesysteem nu op zonder op dit moment te weten hoelang wij dit zullen kunnen volhouden. De verwachting is dat de regelgeving die het gevolg zal zijn van de Conventie van Malta het einde betekent van het gebruik van de metaaldetector buiten de toegestane opgravingen. De Monumentenwet, die nu eenmaal het doen van opgravingen verbiedt, zal dan in aangescherpte vorm worden toegepast. Een 'piep' horen mag, daar kan niemand iets van zeggen, maar het graven daarna mag niet. De fijne hobby van de metaaldetectie heeft geen enkele wettelijke steun en wordt, door de na Malta te nemen maatregelen, mogelijk zelfs verboden. In ieder geval zal er paal en perk worden gesteld aan het zoeken met een metaaldetector. Een vergunningenstelsel of iets dergelijks zal in werking treden. Alleen mensen met zo' n vergunning zullen van een metaaldetector gebruik mogen maken. Aangezien wij als AWN-ers met regelmaat metaal tegen komen en willen weten, wat wij met die klomp roest kunnen doen, hebben wij besloten een Landelijke Werkgroep "Metaal" op te
richten. Wij willen daarin, net als in de andere landelijke werkgroepen, de mensen verenigen, die zich met de conservatie en de restauratie van metalen voorwerpen willen bezig houden. De oproep aan onze leden om zich aan te melden voor deze werkgroep is in november aan onze afdelingen verzonden. Uit de geïnteresseerden zal een bestuur worden gevormd, dat aan de activiteiten richting zal geven. Wij verwachten, dat ook DDA-ers hun ervaring zullen willen inbrengen. Zeer recent is een vierde werkgroep opgericht, de Landelijke Werkgroep Automatisering. Deze wil de vondstverwerking en de opgravingsgegevens computeriseren, beter onderling uitwisselbaar maken via het ARCHIS-systeem van de ROB. Een andere taak is om de archeologische vondsten in de depots te registreren. Mensen met computerervaring worden opgeroepen om aan deze werkgroep deel te nemen. De meeste AWN-afdelingen hebben een bescheiden bibliotheek waarin de belangrijkste literatuur kan worden ingezien en ook geleend. Verder zult u er opgravingsverslagen vinden, de berichten en overdrukken van de ROB en ons tijdschrift "Westerheem". Dat krijgt u als lid zes maal per jaar toegezonden. Verder heeft de AWN een aanral monografiën gepubliceerd, waarvan vooral de delen 'Archeologische Streekbeschrijving' en 'Opgraven' van belang zijn. Het eerst genoemde geeft aan op welke wijze de eerder genoemde veldverkenning kan worden uitgevoerd en leert u de techniek van het archeologisch veldwerk. Het tweede is een handleiding voor de methodiek van de opgraving en vertelt alles over de meetsystemen, wijzen van opgraving, vondstverwerking en wat er verder bijkomt voor een opgraving als afgesloten kan worden beschouwd, d.w.z. een publikatie met volledige beschrijving van de vondsten, overeenkomsten of verschillen met andere opgravingen in andere steden wat betreft aardewerk, voedsel resten, gebruiksvoorwerpen en alles wat verder van belang is. Archeologische vondsten zijn nog steeds van belang, maar wat wij vooral zoeken, is om daaruit de mens te leren kennen, zoals die toe~ leefde. Uit de zaden, botjes en resten proberen wij af te leiden hoe de mens leefde, waaruit zijn voedselpakket bestond; of hij zich wat beter gevormd servies kon veroorloven of met het gemene aardewerk genoegen moest nemen; ofhij bier moest drinken uit een simpel glas, omdat het water de mens ziek kon maken, of dat hij zich een slok wijn uit een goed gevormd fraai glas kon permitteren. Als be.stuur van de AWN verwachten wij, dat u zich bij ons zult thuisvoelen, onze strikte regels zult begrijpen en accepteren, terwijl de metaaldetectie op opgraving of stort met uw ervaring beter tot zijn recht kan komen.
P.K.J. van der Voorde Landelijk voorzitter van de AWN Opgave: Ch. de Bourbonlaan 21A, 3062 GB Rotterdam, tel. 010-4526267
I_magazine
I
De context waarin de door ons opgepiepte voorwerpen gevonden worden, kan van minstens even groot belang zijn als de esthetische waarde van het artefact. Iets waar de archeologische wereld zich in de loop der jaren meer en meer op gericht heeft, is een bredere kijk t.a.v. de materiële overblijfselen van het verleden.
L
ag vroeger vooral de nadruk op de archeologie als historische discipline, waarbij veel waarde werd toegekend aan het beschrijven van onze bodemschatten, tegenwoordig rracht men toch meer de mensen ach ter het voorwerp te bestuderen. Het geringe verklarende vermogen van de oude werkwijze wordt langzamerhand vervangen door bijvoorbeeld de materiële neerslag van het verleden te projecreren in een breder kader: die van de ontwikkeling en reconstructie van menselijke gemeenschappen uit het verleden en het daarmee verklaren van allerlei veranderingsprocessen. Hoewel detectoramateurs veelal zaken naar boven halen, die niet meer in situ zijn, lijkt het me aardig u in dit verhaal mee te nemen naar een tweetal voorwerpen, die door baggerwerkzaamheden en archeologisch onderzoek ontdekt zijn.
EPI GRA FIS C H E BRONNEN IN DE ROMEINSE TIJD, OP ZOEK NAAR DE MENS ACHTER HETVOORWERP Het zijn voorwerpen, die doordat ze een inscriptie hebben, een duidelijk voorbeeld zijn van de meerwaarde aan informatie, die een voorwerp kan verbergen. Natuurlijk ligt het niet in mijn bedoeling hiermee het belang van
~-, ,
; 1'- .•-,~ ; • ~
~
\~
7'\/
voorwerpen uit de Romeinse tijd zonder inscriptie te onderschatten, daar deze op grond van stijlkenmerken, techniek, vondstomstandigheden e.d. van even groot belang kunnen zijn voor onderzoeksdoelei nden.
i\ ". ,,, '\; i Q. .,\. :~ .., r, \ ···" ... · L .- . •
-
~
Bronzen emmer met op de rand een tweetal gepunteerde inscripties, opgebaggerd te Maurik
I_magazine I
I'
ry \'.'T;~
CONTUBARNIO. MAXIMI. COH.II.T, hetgeen vertaald mag worden als "van de centuria onder leiding van (centurio) Firmus, van het conrubernium onder leiding van Maxim us, van de cohors IJ T(hracum). Mede dankzij een vondst als deze en
dat na overlijden de umbo op een ander is overgegaan; waardoor ons stuk twee maal van eigenaar lijkt gewisseld. (N.B.: inscriptie 3 is waarschijnlijk mislukt). Leuk is vooral het feit, dat HAHVCI een volksnaam was bij de stam der Chaucii (Noord-Duitsland). Zo zie je maar dat zo'n voorwerp, dat in dit geval uit de 2e helft van de 2e eeuw na Chr. dateert, heel wat informatie kan bieden over de mensen,
\. \. ... Bronzen umbo (schildknop) met op de rand twee gepunàeerde inscripties; de bovenste is zeer vervaagd en waanschijnlijk de oudste :TVERAClSPVPI (Turmae Veracis Pupi), (eigendom) van (de soldaat) Pupus van de ruiterafdeling (onder commando van Verax; de onderste is wel van een latere eigenaar: TVERIHAHVCI (Turmae Veri Hahuci), (eigendom) van (de soldaat) Hahucus van de ruiterafdeting (onder commando) van Verus
We onderscheiden in het algemeen: inscripties in steen, zoals bouwinscripties, altaren, grafstenen, mijlpalen, molenstenen en dakpanstempels. Inscripties in hout: houten schrijftafel tjes (meestal twee plankjes, die je als een boek kon dichtklappen en waarop was werd aangebracht, waarin je met een stilus (schrijfstift) kon schrijven), duigen van wijnvaten (vaak voorzien van merktekens). Inscripties op leer, glas en aardewerk: fabrieksstempels (informatie over plaats van herkomst) en graffiti op aardewerk (informatie over eigennamen, militaire rangen en legeronderdelen). En als laatste, vooral voor ons van belang, inscripties op metaal. Bijvoorbeeld militaire diploma's, fabrieksmerken en graffi ti. Een voorbeeld van 'graffiti' op metaal is de bronzen emmer van Maurik (zie afbeelding), die gevonden is tijdens baggerwerkzaamheden, die sinds 1972 aldaar zijn uitgevoerd. Van aanzienlijke diepte zijn sinds die tijd veel voorwerpen aan de oppervlakte gebrach t. Welnu, op de rand van deze emmer waren twee inscripties gepuncteerd. De Ie luidt: >CRIS.CON.CVSIONI; hetgeen vertaald kan worden als 'van de cenruria onder leiding van (Cenrurio) Crispu (of Crispinus of iets dergelijks), van het contubernium onder leiding van Cusiones. De 2e inscriptie luidt: > FIRMI.
andere vondsten zoals dakpanstempels, weten we dat er in het cas teil urn Manniarcium (vermoedelijk Maurik !) het 2e cohort (legeronderdeel) afkomstig uit Thracië (het huidige Bulgarije) gelegerd was. Onder andere vanwege het ontbreken van de erenamen pia fidelis (Domitiana), door Domitianus verleend aan de loyale troepen in Germania Llferior bij zijn strijd tegen de opstand van L. Antonius Saturnus in dit Germania Superior, kan de emmer met inscriptie heel precies gedateerd worden, nl. tussen 70 en ca 83 n. Chr. Een ander voorbeeld is de vondst van een umbo (schildknop) op het castellumterrein van Nigro Pullo (Zwanlmerdam) in 1968. Het betreft hier een ui t een plaat gedreven bronzen exemplaar, die vier gepuncteerde inscripties op de vlakke rand bevat. T VERACIS PUPI, T VERI HAHUCI, T VEV; T MENSVETI PUPI (ingekrast op de binnenzijde, waarschijnlijk de persoon waarvoor het stuk vervaardigd was). Alle vier de inscripties beginnen met T (urma), wat duidt op een ruitereenheid. In de Romeinse tijd kwam het geregeld voor, dat soldaten, die uit de dienst ontslagen werden hun wapenuitrusting doorverkochten. Ook is het mogelijk,
die het ooit gebruikt hebben. Dit geldt echter niet alleen voor de voorwerpen met een inscriptie. Hoewel we altijd wel graag met naam en toenaam zouden willen weten aan wie onze vondst heeft toebehoord. Gezien de niet geringe informatie, die voorwerpen kunnen opleveren, is het van belang, dat deze voorwerpen aangemeld worden bij de daarvoor bevoegde instanties. Hierdoor is het 'oor wetenschappers een welkome en noodzakelijke aanvulling op datgene, wat uit archeologische opgravingen verkregen wordt. Zeker voor de in de toekomst beoogde sanlenwerking russen de AWN en onze vereniging, is een dergelijke aanpak en benaderingswijze cq. openheid van groot belang.
•
VRAAG ALTIJD TOESTEMMI NG AAN DE LANDEIGENAAR OM OP ZIJN LAND TE MOGEN ZOEKEN
VONDSTVAN HET JAAR 1992/ Zoals u heeft kunnen lezen, zijn er door de lezers van "Detector Magazine" het afgelopen jaar, een aantal schitterende c.q. interessante vondsten gedaan. De jury, die zich over de inzendingen van "Vondst van het jaar" heeft gebogen, had dan ook een moeilijke taak. "Wi:u was nou de nlooiste vondst? Het 15e eeuws vaan, gevonden door Eef van de Gronde, het raapolielampje van W. Hendriks of ...... Er waren zoveel interessante vondsten. De jury heeft gemeend de prijs, een gouden miniatuurdetector, beschikbaar gesteld door L. Kooistra te Hemrik, te moeten toekennen aan de heer A. Rietveld.
. 3
\,
..__
""-
./ /'
!
Niet omdat de vondst van 37 gouden munten de grootse financiële waarde had, maar on1 het feit, dat zo'n vondst eigenlijk de droom van ons allen is. Op 16 januari jl. werd de prijs in HeInrik, bij de heer Kooistra uitgereikt aan de heer Rietveld, die dit een geweldige vergoeding vond voor zijn "genlÏste kans".
•
Luitzen Haak feliciteert dhr. Rietveld. Voor mevr. Rietveld waren er uiteraard bloemen. Dhr. Kooistra reikt de gouden miniatuurdeteetor uit.
I_magazine I
MUNTGEWICHTEN, DIE I NON S LAN D
WORDEN GEVONDEN G.M.M Houben
Gouden munten kwamen in West-Europa vooral sedert de 14e eeuw in gebruik. Zij werden per stuk met de hand vervaardigd en waren daarom vaak niet cirkelrond. Het gevolg was, dat sommige lieden ze met een scherp mes bijsnoeiden. Zij bezaten dan natuurlijk niet meer de vereiste massa aan goud. Ook door slijtage kon de massa te sterk afnemen. Voor de handel was alleen de hoeveelheid goud van belang, niet het aantal munten, al maakte dat het afrekenen wel gemakkelijk.
V
oorde handel werden vele soorten gouden en na 1550 ook zilveren munten als internationaal betalingsmiddel gebruikt, zelfs tot in het begin van de vorige eeuw. Ten behoeve van bankiers, geldwisselaars en later ook voor rijke zakenlieden werden lnuntgewichtjes en kleine gevoelige balansjes in de handel gebracht, waarmee zij de vereiste massa van elke munt gelnakkelijk konden bepalen. Veel later bleek ook nog een controle noodzakelijk tegen vervalsingen met minder edele lnetalen. Aanvankelijk werden de balansjes en muntgewichtjes los in
•
Afb. I Bronzen muntgewicht van de Gouden Leeuw van Lodewijk van Male, graaf van Vlaanderen (137~), 5,4 gram.
Afb. 5 Oudste type muntgewicht uit Brugge van de Franse Royal, 4,0 gram, (1350).
~ Afb. 2 Roodkoperen muntgewicht waarop
het snedegetal LUI3 (54'/2)' van het Gouden Veses (1499), 4,5 gram.
~
Afb. 4 Anglo-gallisch muntgewicht van een Engelse Nobel (/425 - 1475), 6,8 gram.
al_magazine I
kleine doosjes bewaard, maar in de 16e eeuw kwamen platte houten doosjes in gebruik, waarin elk gewichtje op een vaste plaats werd opgeborgen, waardoor ranunelen en slijtage voorkOlnen konden worden.
De meeste gouden munten, waarbij voor de controle Inuntgewichten werden gebnlikt, hadden een massa tussen 1 1/2 en 13 gram, slechts een enkele gouden munt woog Ineer, tot 27 granl toe; voor zilver waren de grenzen 3 1/2 en 35 graIn.
messing (een geelkoperen legering met tenminste 15 °10 zink) en loden muntgewichten. Zilveren komen slechts hoogst zelden voor. De oudste muntgewichten
Afb. 8 Muntgewicht uit Amsterdam van H. Linderman (HLM), /775. T
A
Afb. 6 Oudste type muntgewicht van Antwerpen (/500).
De vorm, herkomst, ouderdom en het gebruikte materiaal
Wat de vorm betreft kennen wij ronde, rechthoekige, zeshoekige en vierkante nluntgewichten. Wat Illateriaal betreft zijn er roodkoperen, bronzen (een legering van koper met ongeveer 8 °10 tin), Afb. 7 Muntgewicht uit Middelburg (/599), gemaakt door Matten den Mant (MDM)
zijn rond, van brons en eenzijdig gestempeld. Zij werden tussen 1325 en 1500 in Italie, Frankrijk, Engeland, Vlaanderen en Brabant vervaardigd (zie afb. 1). In 1499 werden op last van Philips de Schone enkele series platte, tweezijdige, roodkoperen muntgewichten voor de meest gangbare gouden munten geslagen, als standaard ten behoeve van de grotere steden in zijn Bourgondische Rijk. Op de achterzijde werd het
Afb. // Muntgewicht van Lenard van Gheere uit Antwerpen (voor 1575). T
T
A
Afb. 3 Loden muntgewicht van 4 Spaanse Realen (S.R.), /3,5 gram, (/550-/750).
zogenaaInde snedegetal aangegeven, het aantal Inunten, dat tesaInen een "Marc de Paris" Inoest wegen (zie afb. 2). Ronde muntgewichten uit messing kwamen vooral in de 18e eeuw in gebruik, nlaar niet in ons land. Ronde, zowel als vierkante loden muntgewichten komen niet veel voor. De meeste, vooral ronde, werden gemaakt voor zilveren munten en wel speciaal voor de serie Spaanse "Reaal van acht" (zie afb. 3). Zeshoekige bronzen, iets taps oplopende muntgewichten werden ter onderscheiding van de ronde Franse, tijdens de Honderdjarige Oorlog tussen 1370 en 1475, in het door de Engelsen bezette westelijke gedeelte van Frankrijk, gemaakt (zie afb. 4). Ter onderscheiding van de Franse vorm werden in Vlaanderen rechthoekige,
I_magazine I
S0111S vrij smalle ll1ulltgewichtjes vervaardigd. Zij werden vrij nlW uit bronzen platen gehakt en daarna van een stempel voorzien; de zijkanten zijn zelden netjes afgewerkt. Zij werden slechts in de internationale bankiers- en handelsstad Brugge, vanaf 1325 tot ongeveer 1400 vervaardigd (zie afb. 5). Tot 1450 werden er ook aantrekkelijker, beter afgewerkte vierkante n1untgewichten uit dunnere strippen brons genlaakr. Daarna nam Gent de produktie gedurende een vijftigtal jaren over, maakte ze van messing en sloeg er aan de achterzijde een Gents leeuwtje in af. Sedert het einde van de 16e eeuw tot omstreeks 1800 heeft Antwerpen in Belgie de belangrijkste plaats ingenomen bij de produktie van vierkante, tapse messing lnuntgewichten. Op de keerzijde van al deze ll1untgewichten staat het handje van Antwerpen afgebeeld (zie afb. 6). Eerst lla 1585 werden de eerste vierkante messing muntgewichten in andere steden en landen vervaardigd en wel achtereenvolgens in Middelburg (zie afb.7), Hamburg, Keulen, Rotterdam, Atnsterdalll (zei afb. 8) e.a.. Deze waren vaak voorzien van het stadswapen.
Afb. 9 Amsterdamse diamantgewichten van 64 karaat (ongeveer 13 gram), 1700 - 1850, WL W Linderman.
=
weergegeven (zie afb. 1 thn 5); op de keerzijde sloeg de I1lulltgewichtmaker veelal zijn initialen of zijn persoonlijke merk af, soms voorzien van een jaartal (zie afb. 11). Ronde en vierkante buitenlandse messing muntgewichten werden in de 17e eeuw soms Vall een aal1pakknopjeof stift voorzien. In dat geval werd de naaIn van de betreffende m un t op de bovenzijde van het muntgewicht aangegeven. Literatuur
Andere vierkante platte
gewichtjes
De beeldenaars van de munt-
De vierkante tapse gewichrvorn1 was vrij spoedig populair en werd in beide Nederlanden ook toegepast voor dialuant- (zie afb. 9), apotheker- en kleine graangewichten en voor kleine trooise gewichten (zie afb. 10). De beeldenaar of het opschrift
De beeldenaar Vall de I1lUllt werd als regel vereenvoudigd op de bovenzijde van het muntgewicht
.
Afb· 10 Precisiegewicht van 1116 Utrechts lood (0,92 gram), Utrechts wapen, 1750.
I_magazine I
gewichten uit de Nederlandell zijn afgebeeld in mijn boekje: "Muntgewichten voor Munten Vall de Nederlallden", 1981. Dit boekje kunt u bestellen door f 20,- over te maken op postgiro 415559 te Zwolle. De beeldenaars Vall muntgewichten voor buitenlandse munten, die in Nederlalldse ll1untgewichtdoosjes voorkwamen, zijn afgebeeld en beschreven door A. Pol: "Noord-Nederlalldse Muntgewichten", 1990. Kosten f 29,50. De merken van de meeste muntgewichtmakers uit beide Nederlanden zijn vermeld in het boek, dat ik samen met dr. D .A. Wittop-Koning heb geschreven: "2000 Jaar Gewichten in de Nederlanden", 1980. Voor f20,verkrijgbaar bij de Slegte.
•
Want op die dag is er in Gorredijk (Frl.) een gezellige zoekdag voor heel de familie. Wat is er die dag allemaal te doen? Ten eerste diverse zoekwedstrijden, waarmee talloze mooie prijzen zijn te winnen, o.a. metaaldetectors. Demonstraties van verschillende soorten detectors, Determinatie van o.a. munten, gewichten, prehistorische voorwerpén, zoals o.a. fossielen, voorwerpen uit de steen-, ijzer-, bronzen- en Romeinse tijd, enz.. Een ruilbeurs, video~/ms voor de kinderen, het testen van detectors op een speciaal veld, enz.. Tijdens deze dag kunt u ook de diverse stands van de importeurs bezoeken. Bovendien kunt u tijdens de diverse pauzes het Streekmuseum Gorredijk bezoeken, waar vanaf 16 april een expositie van bodemvondsten is te zien. In het museum zit een groot aantal deskundigen, dat uw vondsten kan determineren. U weet waarschijnlijk wel, dat er in Friesland veel wordt gevonden (in deze omgeving werd vroeger o.a. het stadsafval van de grote steden gedumpt). De vereniging heeft een heel groot zoekveld voor u, waar zeker meer te vinden is, dan de voor de wedstrijden verstopte penningen.
Betaling: Voor 1 april a.s. door storting van f 12,50 per persoon op giro nr. 1675000, of bank nr. 67.80.04.900 van de ING Bank onder vermelding van "Zoekdag Gorredijk". Aan de zaal f 17,50 per persoon.
(Toegangsprijs is inclusief I consumptie en toegang tot het Streekmuseum Gorredijk.) Niet-leden kunnen zich bij de zaal opgeven als lid (de contributie en het inschrijfgeld dienen direct te worden voldaan).
Mensen, die zelf geen detector bezitten en wel eens willen zoeken, kunnen buiten de wedstrijden om een detector huren om eens te proberen. Oproep: We zoeken nog vondst- en fotomateriaal voor de expositie in het Streekmuseum Gorredijk. Tel: OS 166-1 S02.
Programma: Inschrijven vanaf 9.00 uur aan de zaal. 10.00 uur opening 10.30 - I 1.45 Ie zoekwedstrijd 12.00 - 13.45 pauze 14.00 - 15.15 2e zoekwedstrijd 15. 15 - 15.45 zoekwedstrijd voor onervaren partners en voor kinderen tJm 12 jaar 17.00 uur prijsuitreiking 18.00 uur sluiting
Ruilbeurs: Tafels voor de ruilbeurs dienen gereserveerd te worden. Tel. 058-886541. Voorwerpen, waarvan men kan verwachten, dat zij van archeologische waarde zijn, dienen te zijn aangemeld. (Dit wordt gecontroleerd.)
Neem uw legitimatiepas van de vereniging mee, want dit vergemakkelijkt het inschrijven.
Jarenlang heb ik me lopen ergeren aan het ongecontroleerd zoeken met een metaaldetector. Er waren weken, dat je geen krant kon openslaan of daar stond het weer; de schatgraver had weer toegeslagen, de archeologie was weer een illusie armer. Zelfs bewaking van opgravingsterreinen is niet voldoende, de pieper ligt op de loer. Dit kat- en muisspel kan toch niet langer de opzet en basis zijn om archeologie te bedrijven? Maar wat schertst mijn verbazing? Er vindt een afscheiding plaats. De metaaldetectorvereniging "de Coinhunter" heeft een aantal opstandige/kritische leden, die het met het gevoerde beleid niet eens zijn; er wordt een nieuwe vereniging opgericht. Met veel tam tam worden krant en radio bewerkt om bekendheid te krijgen. AWN en ROB worden benaderd, vergaderingen volgen. 'Wij willen het beter doen" is de kreet Zeer argwanend volg ik dit gebeuren. Om een indruk te krijgen van deze nieuwe vereniging besluit ik om op een landelijke contactdag in Elburg te gaan kijken. Wandelend langs de tafels zie ik bekenden, die allerlei vondsten determineren. Ik vraag me af of ze gemeld zijn. Romeins vondstmateriaal waar een museum jaloers op zou zijn, staat achteloos op een tafel. Te koop?? Ik luister goed naar de voorzitter, die alle aanwezigen op het hart drukt zich aan de regels te houden, die het bestuur opgesteld heef~ niet alleen nu maar ook in de toekomst. Er wordt gepraat over een pas en sancties. Iemand krijgt een uitbrander, omdat hij de gaatjes niet dicht heeft gemaakt. Nou ja, het begin is er, denk ik maar. Ik krijg het blad "Detector Magazine" (gelukkig niet zo'n beladen naam) in mijn handen gedrukt en thuis gekomen, moet ik concluderen, dat er veel aandacht aan de layout besteed is. De artikelen zijn interessant Tussen de regels door lees ik ~e huwelijksaanzoeken richting AWN en ROB. Ik krijg het idee dat "de Detector Amateur" het misschien echt meent Misschien zijn we dan na een jarenlange strijd van tegenstellingen toch op de goede weg gekomen, het werd dan ook wel tijd, want het is vijf voor twaalf. Kritisch zal ik deze vereniging blijven volgen, met de hoop dat zij, wat zij hoog in het vaandel pretendeert te hebbèn ook waar zal maken.
(de columnist is bekend bij de redactie)
_magazine
I
'-' );.ó '--
o~o
\
~
o~
.~
J;;)C%Y ~
':r:~~~
-~= ~~~ ~àY :'Ool~ ~a ~w~ » '<5'
.0.
-
4'"r.Çi ~~
"'=
pijpologische
vraagbaak Het is alweer een jaar geleden, dat een vriend van mij de afgebeelde pijpescherf vond (afb. 1). Hij heeft mij toen gevraagd, wat het opschrift van deze pijp was. Tot nu toe ben ik hem het antwoord schuldig gebleven. Enige kleine onderzoekjes naar de tekst van deze pijp waren snel vastgelopen.
Totdat ik de verzameling van de heer Suierveld uit Joure mocht bekijken. Tot mijn grote vreugde bleek hij de complete pijpekop te bezitten. Het opschrift van deze pijp, die in Gouda geluaakt is, luidt "MIJN VERMAAK" (afb. 2 laat het complete tekstlint zien). Op de vraag van de
I_magazine I
heer Suierveld, of de letters NV, die in de krul pijp te lezen zijn, Naamloze Vennootschap betekenen, durf ik voorlopig geen antwoord te geven. De krulpijp (afb. 3) is eerder afgedrukt in de catalogus van de firma Goedewaagen uit 1910. De pijp was van goede kwaliteit en dateert uit de periode 1796 - 1813.
SCHATGRAVERIJ OF DETECTORAMATEURS DE FOUT IN ) Alhert Folkerts Naar aanleiding van een krantebericht over het oppakken van een schatgraver in Voorburg heb ik de ROB gebeld met de vraag wanneer je in de fout kunt gaan tijdens je hobby. Dat dit ook in het belang is van onze vereniging blijkt wel uit een publikatie in ons vorige verenigingsorgaan.
n Detector Magazine nummer 6 werd op bladzijde 4 een aantal richtlijnen gepubliceerd, waaraan leden van onze vereniging zich dienen te houden. Naast deze "gentleman's agreement" kennen we ook nog de Monumentenwet 1988, waarin simpelweg de regels staan opgesteld waaraan iedere Nederlander en bezoeker van ons land zich dient te houden. Hoofdstuk V handelt over opgravingen en vondsten, die hierbij gedaan worden en voor ons zijn met name de artikelen 39, 40 en 47 van toepassing. In hoofdstuk VII is te vinden welke strafmaat toegepast wordt op begane overtredingen, naast uiteraard het royement als lid van onze vereniging. Artikel 57 geeft de strafmaat aan, wanneer er sprake is van een overtreding op grond van artikel 39, Lid 1 en 47, lid 1. Deze informatie wordt ook altijd verstrekt aan medewerkers van Gemeente- en
I
Rijkspolitie door de ROB wanneer zij een procesverbaal moeten schrijven. Een probleem bij strafvervolging op grond van deze artikelen is de bewijslast door de politiemensen. Het is voor hen een stuk simpéler wanneer er een bordje hangt "Verboden toegang, Art. 461 Wetboek van Strafrecht". Kun je op zo'n moment geen schriftelijk bewijs laten zien, dat je toestemming hebt van de eigenaar van het terrein, dan hang je. In het geval van strafvervolging op grond van de Monumentenwet wordt altijd de juridische afdeling van het Ministerie van WVC ingeschakeld. Navraag bij mij bekende juristen heeft overigens opgeleverd, dat er nog geen jurisprudentie bestaat tegen detectoramateurs. Wat mij betreft moeten we dat zo houden. Het is wel duidelijk, dat je altijd de fout in gaat wanneer je gaat zoeken op een terrein, dat aangemerkt staat als archeologisch monument op de monumentenlijst. Deze lijst kan per gemeente opgevraagd worden bij het desbetreffende gemeentebestuur en eigenlijk is dat het eerste wat je doen moet. Vervolgens zoek je de eigenaar op van het stuk land van je keuze en vraag je om toestemming om te mogen zoeken. Het beste is een schriftelijk bewijsstuk, hiervoor zal ik nog een concepnekst samenstellen in overleg niet het verenigingsbestuur, die je desnoods kan kopiëren, zodat je alleen maar een naam en een omschrijving van het terrein hoeft in te vullen. De eigenaar hoeft alleen
maar te tekenen. Wellicht is dit iets wat we als vereniging centraal kunnen gaan doen als service naar de leden en als garantie, dat men zich aan de regels houdt richting de grondeigenaren en de archeologen. Buiten de geregistreerde archeologische monumenten ben je niet strafbaar volgens de provinciaal archeoloog van Zuid-Holland. Hij stelt in dat geval alleen dat je iedere vondst dient te melden. Wan t het is voor de beroepsmensen een fysieke onmogelijkheid om ieder bouwterrein af te lopen. Wij zijn letterlijk de ogen en oren van de archeologie en kunnen voorkomen dat belangrijke informatie voor altijd verloren gaat door graafwerkzaamheden. Een telefoontje of een fax naar Amersfoort is al voldoende om ze te alarmeren. Zo nodig komen ze direct en kunnen eventuele werkzaamheden tijdelijk worden stopgezet om archeologische gegevens veilig te stellen. Wat dat betreft heeft de ROB meer armslag gekregen door het verdrag van Malta 1992, ook hier geldt, dat de 'vervuiler c.q. graver' betaalt.
•
Mijn dank gaat uit naar de provinciaal archeoloog ad interim van Zuid Holland, j. van der Roest voor het verstrekken van informatie.
VRAAG ALTIJD TOESTEMMI NG AAN DE LANDEIGENAAR OM OP ZIJN LAND TE MOGEN ZOEKEN
INGEZONDEN VOOR "DE VONDST VAN HET JAAR"
BRONZEN BLOKGEWICHT
Vandaag, 14 januari, kreeg ik tot nlÏjn genoegen het door mij aangemelde bronzen blokgewicht terug van het Provinciaal Museum te Assen, dat ik daar ter determinatie aangeboden had. Het is een gewicht van 111 grat11, 2.2 cm. hoog en de diameter is respectievelijk 2.5 2.8 cm. Het blokgewicht, afgeknot en kegelvonnig bevat de volgende ijkingen: 1659,
1660, 1663, 1664, 1666, 1668, 1669, 1670, 1674, 1676, 1683, 1684 en 1685.
I_magazine I
Het gewicht heb ik gevonden in het Drentse land en waarschijnlijk is het dan ook een vorm van een oud Drents gewicht. De exacte herkomst van het gewicht of waar het voor gebruikt is, is door het museum nog niet achterhaald. Een leuke bestemming heb ik er echter al wel voor gevonden, thuis in de vitrinekast! Graag wil ik bij deze dan ook, deels om de gaafheid en deels om de zeldzaatnheid er van, l11et dit blokgewicht meedingen naar de vondst van het jaar. Jan Frikken, Ter Apelkanaal
KOUD HE? OOK IN H ET VORSTVERLET? Terwijl ik achter mijn computer kruip, vriest het 12 graden. Mijn laatste vondstgegevens van oudjaarsdag heb ik opgeslagen in het systeem. Terwijl ik de coördinaatgegevens van het scherm haal, bedenk ik, dat het wel leuk zou zijn om een stukje voor ons blad te schrijven.
R
uim een jaar geleden op 30 december 1991 sloot ik het jaar af met het tellen van de munten in mijn rommel bak. Deze bak, een oud broodtrommel tje, bevatte toen 754 totaal versleten munten. Je kunt nog zien, dat het munten zijn, maar dan heb je alles gehad.
Nu, vandaag 5 januari 1993, bevat het bakje 954 slechte munten, maar een munt is een munt en het gaat om de spanning van het zoeken en het vinden, vooral het vinden van zoekplaatsen. Bij mij is dat vaak op goed geluk, zo ook het volgende: Helaas, het vroor al op 29 december. De vorst zat al 2 cm. in de grond. Had het die dag nou maar niet gevroren. Jongen, wat baalde ik! Ik had net weer een landje, zo'n 30 km. bij mij vandaan, ontdekt. Een oude ijsbaan, opgebrachte grond en van die mooie greppeltjes er dwars doorheen getrokken. Binnen 3 dagen had ik 140 van die oude, versleten munten uit de grond gehaald. Je kent dat wel; totaal
verzuurd met nog net een klein stukje te lezen. Maar toch had ik ook weer 3 gewichten, waarvan er weer een van de stad Sneek was, met het jaartal 1734. Precies dezelfde als vorig jaar. Ook vond ik een totaal vergaan beursje met de afdrukjes van munten in het leer. Volgens mij moet de eigenaar diep teleurgesteld geweest zijn, toen hij merkte, dat hij zijn beurs verloren had. Er zat 71 cent in. Zes dubbeltjes, 2x 1/2 stuiverstukje en 6 losse centen, in die tijd bijna een weekloon. Hoewel de muntjes in het leer beschermd hadden gezeten, kon ik de 1/2 stuiverstukjes en de centen in de rommelbak gooien, ook die waren al aangetast door de zuren. De zilveren dubbeltjes bleken, na gereinigd te zijn, nog bijzonder mooi. Drie kon ik bij mijn collectie voegen, de andere drie heb ik aan de grondeigenaar gegeven. Net toen ik de muntjes uit de grond haalde, kwam hij naar mij toe en het eerste wat hij zei was: "Koud hè?". Ik reageerde hierop met de mededeling, dat ik het nogal mee vond vallen, dat ik alleen ijskoude tenen had en voor de rest ook versteend was. "Dat komt mooi uit" zei hij, "mijn vrouw heeft de koffie klaar en ik moest vragen of je ook een bakje lust". Dit sla ik bijna nooit af, vooral nu nier. Het vroor 5 graden, maar ja, ik was ook aan het zoeken op een oude ijsbaan, wat wil je dan ook? Gelukkig was deze ijsbaan zonder ijs en ijswater. In de keuken raakten we al gauw aan de praat over mijn hobby en over onze vereniging. Toen kwamen de verhalen over vroeger pas echt los. Er werden oude kaarten bijgehaald en natuurlijk ons clubblad. Die overhandigde ik aan de vrouw, nadat ze nog een bakje koffie had ingeschonken en zij begon te lezen.
I_magazine I
De man bleef ondertussen maar vertellen; daar had hij nog gezwommen, daar speelde hij als kind zijnde, daar liep nog een pad door zijn land. Voor ik het wist was het al zes uur. Ik moest naar huis, maar beloofde, dat ik terug zou komen. Ik bedankte voor de koffie en de opwarmer. De clubbladen heb ik de volgende dag opgehaald en de muntjes afgegeven. "Je komt vandaag de grond niet meer in" zei de eigenaar, "(t is te koud hè, maar als de vorst uit de grond is, kom je maar weer terug. Ik heb nog 25 hectare land hier achter liggen, daar mag je ook op zoeken.». Daar bedankte ik hem natuurlijk voor. Hij vertelde mij, dat hij helaas ook door de vorst zijn favoriete hobby niet kon beoefenen. Hij was namelijk sportvisser en net als ik helemaal gek van de hobby. Hij kon zich goed voorstellen wat de hobby voor mij betekent. Hij met zijn hengel en ik met mijn detector. "Ja, je weet nooit wat je zult vangen, als je een stekje gevonden hebt. Als je een stekje hebt, waar je wat gevangen hebt, dan houdt dat stekje je bezig. Twee snoekbaarzen had ik laatst nog. Van zes pond" zei hij. Dus ik er gelijk over heen: "Nou ik heb drie gewichten van samen een pond, misschien werden de vissen hier vroeger wel mee gewogen". "Wie weet" zei hij, «kom ik ga naar binnen, mijn werpmolen nakijken. De dooi komt sneller dan je denkt". Ik wenste hem succes en terwijl ik naar de auto liep, keek ik nog een keer om langs de boerderij naar al die grond en dacht bij mezelf: "Hij heeft gelijk.". Ja zo'n stekkie, het houdt je bezig. Helaas zit ik met het zoeken in het vorstverlet, totdat . Dick Eekhof
WOONHUIS WIJCHEN STOND OP SPRINGEN!
IK WEET ER NOG EENTJE! 18 juli jongstleden had het Brabants dagblad een pakkende kop boven een kwaJijk verhaaJ.
e tekst lu.i~~e "I~ weet er nog eentje en gmg over iemand met een metaaldetector, die regelnlatig munitie vindt, dit niet meldt bij de politie en blijkbaar het gevaar van onontplofte granaten e.d. niet inziet of wil inzien. Wij citeren een klein stukje uit dit gevaarlijke verhaal.
D
"Ik weet er nog eentje te liggen. Daar in een slootje." Heel nuchter stond de zeventienjarige ]asper Tijl er gistermiddag bij. Hij had de mortier granaat gevonden, met een metaaldetector. Maandag al. Hij had hem zolang op zij gelegd en niks aan de politie doorgegeven.
Niks aan de hand toch? Dat het zoeken lnet een metaaldetector gevaarlijk kan zijn, geeft ]asper zondenneer toe. Dat doet lne niks. Ik heb er al meer gevonden. SaIllen met andere jongens. Zolang het terrein niet afgezet is, gaat hij gewoon door, hoe gevaarlijk het ook is.
De politie heeft bij invallen in woningen van twee mannen van 24 en 26 jaar uit Wijchen een grote partij wapentuig uit de Tweede Wereldoorlog in beslag genomen.
Volgens de politie verkeerden verscheidene granaten in zo' n slechte conditie, dat zij bij het lninste of geringste hadden kunnen exploderen.
Helaas gebeurt dit nog steeds te vaak. Wij, de redactie, waarschuwen onze leden op te ptlSsen met munitie, daar er hierdoor al veel slachtoffers gevallen zijn. Meldt uw munitievondsten bij de overheid of bij de EOD (Explosieven Opruimings Dienst), tel 0161293000, maar ga er niet mee rond zeulen, want ontploffingsgevaar is altijd aanwezig. •
De mannen hadden een deel van hun huizen in de Broek- en Watersnipstraat tot een bijna professioneel oorlogsmuseum ingericht. Er stonden zwaar kaliber mitrailleurs, geweren, handgraIlaten, diverse wapenonderdelen, enorme hoeveelheden scherpe patronen en een schedel van een onbekend persoon uitgestald.
Met onze dank aan Bob Smit te Arnhem voor zijn bijdrage in deze.
Volgens de politiewoordvoerder waren de agenten flink geschrokken van de levensgevaarlijke explosieven. Het ingeschakelde Explosieven OpruiIningscomlnando bracht een flink aantal granaten buiten Wijchen meteen tot ontploffing. Tegen de verzaIUelaars, die het tuig met metaaldetectors in de bossen bij Groesbeek hadden opgescharreld, is proces-verbaal opgemaakt. • Uit De TeLegraaf(30-10-'92)
I_magazine
I
PARANORMAAL BRONS "Toevallig" kwam ik in het gelukkige, tijdelijke bezit van een opgegraven stukje brons. "Toevallig" is· tussen aanhalingstekens gezet, omdat ik geloof, dat in laatste instantie alles bepaald wordt door het "toevallig" meegekregenlevenspakket en hoe we dit pakket uit vrije wil wensen te gebruiken voor wat we "toevallig" op ons levenspad tegenkomen. Dat al het bezit tijdelijk is, wordt duidelijk als we bedenken, dat zelfs de best geconserveerde hedendaagse museumcollectie ooit tot stof zal vergaan.
N
het verhaal over de, voor mij, bijzondere bodemvondst. Vanaf het eerste mOlnent, dat mij werd verzocht het voorwerpje te psychonletreren (met niet tijdsgebonden geestkracht onderzoeken en hierdoor beelden entof geluiden entof gevoelens te ervaren), werd ik door het stukje luetaal gefascineerd. tI
Hoewel ik geen expert ben op het gebied van geschiedenis in het algenleen en van antieke metaaltechnieken in het bijzonder, lijkt het er op dat dit eivormig voorwerpje van gegoten brons gemaakt is. Wellicht is nlen uitgegaan van een positieve vonn van was of soortgelijk materiaal. In dat geval kan het zo zijn, dat men twee stukjes was op elkaar heeft gedrukt. Elk van de twee stukjes was geeft dan een vornl te zien, die veroorzaakt kan zijn door het gelijktijdig sanlenknijpen van de toppen van de duinl en
wijsvinger in de wasvorm. Hierdoor ontstaan in iedere helft twee in elkaar overlopende holletjes. N a het samenvoegen van de twee helften, het aandrukken, de negatiefmallen nlaken, het gieten, enz. krijgt men dan de vormen zoals die op de foto's zichtbaar zijn. Voor de volledigheid: de maxilnale lengte van het voorwerpje is 25 mnl. en de nlinimale/maxinlale hoogte 15 resp. 20 mmo Het voorwerp weegt 35,2 gram. De vindplaats is Oost-Nederland. Al deze gegevens en overwegingen waren mij onbekend, toen ik het voorwerp in handen kreeg. Snel werd mij tijdens het psychOlnetreren van het stukje metaal duidelijk, dat het een lokaal voorwerp betrof en gebntikt werd door, en eigendOln was, (en in zekere zin nog steeds is) van een paragnost uit ca. 500 n.C., die voor militairen werkte. Misschien was hij zelf ook wel militair. Dit concludeerde ik uit twee beelden, die ik te zien kreeg. Het eerste was dat van een metalen helm, die aan de voorzijde verticaal was omgevouwen en daarOln bij lnij toen een gevoel gaE dat ik het voorwerp moest dateren op 500 n.C. en tevens lokaliseren in het huidige Nederland. Ik ben mij ervan bewust, dat één en ander weinig wetenschappelijk
De ene kant van het brons (de strIJder). Met wat fantasie is over de hele rechterzijde een licht voorovergebogen, wijdbeens staande krijger te zien. Vergoting 4 à 5 maal.
I_magazine I
De andere kant van de bronzen werpsteen (de paragnosten-zijde). Vergroting ca. 4 à 5 maal.
Ik zie steeds dingen, die Inet die steen zelf te Inaken hebben in plaats van het onderwerp, waarop ik mij concentreer. De steen is dus te sterk om zich als intermediair te laten gebruiken.
klinkt, n1aar desondanks ben ik van bovenstaande uitspraken overtuigd. Bij het zien van het tweede beeld (ditmaal een sYlnbool, dat voor nlÎj betekent: "persoon die sterk intuïtief is "), wist ik, dat de oorspronkelijke eigenaar een ervaren en werkend paragnost was. Dat beeld veroorzaakte bij n1Îj een vreemde schok van herkenning. Een meer dan 1000 jaar oude collega te herkennen, blijft vreen1d. Ook werd ik opnieuw herinnerd aan de tijdloosheid der dingen. Verder voelde ik daarna, dat bij dit voorwerp nog een tweede en derde exemplaar behoorde. Pas toen realiseerde ik mij dat het waarschijnlijk om werpstenen Inet voorspellend karakter moest gaan. Gereedschap van wat toen magiër, medicijnman, tovenaar of Sjan1aan werd genoemd. De verzamelaar en perfectionist in mij (alles compleet willen maken) werd daardoor wakker gemaakt. Ook rezen er twee vragen. Zouden de drie stenen ooit weer samenkomen? En zo ja, rou dit unieke orakel van antieke werpstenen dan nog werkzaan1 zijn?
Vrij kort nadat ik de steen voor het eerst had gepsychometreerd, werd het Inij door de eigenaar ter beschikking gesteld. Daarna heb ik bij voorkomende gelegenheden op verschillende manieren voorzichtig geprobeerd, hoe ik die ene steen zou kunnen gebruiken. Voorzichtigheid achtte ik geboden, omdat ik voelde en zag dat het nog steeds sterk geladen was. Voor een eerste Inogelijke toepassing als orakel werkt die ene werpsteen voor Inij onvoldoende; Inet één steen zijn te weinig combinaties te Inaken. In de ene bewuste bronzen werpsteen zitten twee duim afdrukken en twee vingertop afdrukken. Per worp kunnen maar twee van de vier indrukken boven liggeIl. Met drie werpstenen is het aantal indrukken zes, en daannee groot genoeg om de werpstenen als orakel dienst te laten doen. Een tweede mogelijke toepassing is de steen te benutten als leeg "projectiescherm". Hiermee kunnen dan beelden worden opgevangen, zoals dat bij het psychometreren van bijvoorbeeld foto's gebruikelijk is. Maar door de eigen kracht van de steen laat het zich niet als neutraal medium gebruiken.
I_magazine I
Een derde toepassing werkt voor mij wel goed. Hierbij wordt bewust de reeds aanwezige kracht gebruikt. In somlnige n10eilijke gevallen kan ik die kracht ter ondersteuning bij behandeling op afstand gebruiken. Maar ook in dit soort gevallen blijf ik terughoudend; uiteindelijk zitten aan deze steen behalve universele tijdloze invloeden, ook zaken stammend uit een ca. 1500 jaar oude cultuur. Buiten en tijde.ns het (beperkte) werken met de bronzen steen werden ook andere interessante beelden getoond. De steen blijkt niet allen letterlijk, maar ook figuurlijk over twee kanten te beschikken. Een kant laat een gelouterde, oude krachtige paragnost zien. Dit beeld helpt mij soms om meer zelfvertrouwen op paranonnaal gebied te krijgen, zodat ik zaken duidelijker en genuanceerder kan zien. De andere kant toont een strijdbare militair, ook uit ca. 500 jaar n.C. Voor mij sYlnboliseert dit elementaire strijdvaardigheid. Deze tweede kant gebruik ik veel minder om verschillende redenen, maar hoofdzakelijk, omdat ik deze energie niet voldoende nauwkeurig naar Inijn zin kan richten. De oorzaak zal ook wel de an tieke oorsprong van dit voorwerp zijn. Het valt uiteindelijk niet mee om zo'n oude cultuur volledig na te voelen. •
J. v. D. te DH 8/92
D E H ERA LDIE K
11
R. de Heer In het oktobernummer heb ik u o.a. verteld hoe het wapen ontstaan is. Nu wilde ik graag verder gaan met de indelingen en voorstellingen van en op het schild. Het oppervlak van een schild noemt men het veld. Dit veld kan op meerdere manieren verdeeld worden nl. gedeeld, doorsneden, rechts geschuind en links geschuind. De meest voorkomende mogelijkheden kunt u op de hier onder weergegeven tekening zien.
CDam Gedeeld
Gedeeld en rechts doorsneden
Doorsneden
Dubbel gedeeld
Gekwartilleerd
D
eze verdelingen zijn ook weer te herverdelen door de hoofdlijnen te combineren of te herhalen. De vlakken, die dan ontstaan, heten kwartieren. Wanneer men het schild in negen kwartieren verdeelt, dan heeft elk kwartier zijn eigen naam.
2
3
5
6
Dubbel gedeeld en doorsneden
4
A
afb. 3 Wapen met zes kwartieren. (bisschoppelijk wapen)
afb. 4 Wapen T Dubbel doorsneden
Dubbel geschuind
Gegeerd
Geschuind
Links geschuind
Dubbel links geschuind
Schuin gekwartilleerd
Gekeperd
Gegaffeld
A afb. 2 Kwartieren
Er komen niet alleen schilden voor met negen kwartieren. Er zijn er ook met zes, acht, tien, twaalf, zestien en zelfs twintig kwartieren. Soms vindt u in het hart van het schild nog een klein schild, het hartschild, dat meestal dezelfde vorm heeft als het grote schild.
A
afb. I De meest voorkomende verdelingen van het schild.
De wapenfiguren zijn onder te verdelen in o.a heraurstukken. Op afbeelding 6 ziet u een aantal heraursrukken.
I_magazine I
met acht kwartieren
Schild· hoold
Gallel
Owersbalk ol laas
Vrij. kwartier
Schild·
Geschaakt
voet
Geblok-t
Gedrie· hoekt
Geschubt
Schildhoek
.... afb. 5 Het hartschild Bij elke vorm van een herautstuk behoort een heraldische uitdrukking. (zie afbeelding 6) Ook maakte men niet alleen gebruik van rechte lijnen. De indeling van het schild kon ook gemaakt worden door middel van gebroken of gebogen lijnen. (zie afbeelding 7)
Het St. Andries kruis Het schuinkruis samen met het gewone kruis behoort tot de kruizen, die in de heraldiek een bijzondere plaats innemen. Enkele variaties zijn o.a. het leliekruis (zie afbeelding 4) en het klaverbladkruis. Drie St. And~ies kruisjes staan o.a. in het
wapen van Amsterdam. Een ander voorbeeld van een Sr. Andries kruis ziet u op afbeelding Ba en b.
afb. 7
T
Dieren in het wapen
uw.ClJWClJ~8 Schuin gekanteeld lChildhoofd
Hoekig doorsneden
Vlammend doorsneden
Gepunte paal
Knoestige pul
Beurtelings gekanteelde paal
Verkorte dwersbelk
Dubbel.ijdig gekante.lde dwarsbalk
~w.~~~CIJ(IJ Getand ochildhoofd
Kruisjes·· vormig doorsneden
Wolkig doorsneden
PalilAde. yormi9 doorsneden
Klaverblad. vormi9 geschuind
Trapvormig links geschuind
Uitgeschulpte paal
Ingeschulpta pul
W~=~iJ~.~ Ingedreven
punt
Ge'nt doorlltledan
Golvend doorsneden van 4 stukken
Zwaluw. staanig doorsneden
Loodrecht gekanteeld geschuind
Geledigde schuinbelk
Krukyorm'g doorsneden
GekantHlde schild.oet
I_magazine I
In de noordelijke en zuidelijke Nederlanden was de leeuw van oudsher het wapendier. Karel V is waarschijnlijk degene geweest, die deze vorm introduceerde. Door de details te overdrijven, gaf men het dier de onverschrokkenheid mee, die in Middeleeuwse fabels vaak aan dit dier werd toegeschreven. Rond 1200 werd de leeuw als wapendier enorm populair met afbeeldingen die er niet om logen. De klauwen woest uitgeslagen, ver uitgestoken tong en
rollende ogen. De Hertogen van Brabanr en de Graven van Holland en Vlaanderen gingen de leeuw op hun wapen voeren. Ook in Duirsland kwam de leeuw erg in rrek. De G raven van Gelre behielden echrer hun Gelderse roos. De oudsr bekende leeuw heefr een open muil en een spirse kop. De rong en de randen werden roen nog nier afgebeeld. Enkele sranden van leeuwen op wapens zijn; klimmend, liggend, omki jkend, gehelmd en zelfs onthoofd (bijv. op munren). Allerlei dieren werden in wapens weergegeven, zoals rijgers, wolven, vossen, herten, enz., enz.. De belangrijksre vogel is uir heraldisch oogpunr gezien de adelaar. (zie afb. 3 en Sa) In regensreI1ing tor de leeuw, die moed weergeefr, spreekr ui r de ogen van de adelaar hoogmoed. De vergelijking mer deze vogel in de naruur gaar nier op. De veren worden in een boog afgebeeld. Hoe minder veren, hoe ouder·her wapen is. De veren worden grorer naarmare zij de onderkanr van her wapen naderen. De poren zijn ook srevig en groor uirgevallen.
Adelaar
.
15e eeuw
Opvliegende adelaar
IGe eeuw
Gevleugeld ad~laarsbeen
17e eeuw
afb. 10 Verschillende adelaars.
Verdere wapens zijn bijv. fabeldieren (de griffioen, de cenrauer en de phoenix), kunsrmarige srukken zoals ankers, sloren, bijlen, zwaarden en vazen.
De rraliehelm (zie "Derecror Magazine" nummer 5) is de heraldische helm bij uirsrek. Graven, Herrogen en andere hooggeplaarsren droegen op roernooien vaak een gouden of zilveren rralie- of roernooihelm. De helm gaar over in her helm reken via de helmkroon.
Schildhouders en wapenspreuken Aan beide kanren van her schild komen een enkele maal schildhouders voor. Deze houden ais her ware her schild vasr. Hiervoor werden vaak eenhoorns, paarden, leeuwen, adelaars en soms engelen gebruikr. •
De helm, kroon of hoed De helm maakre, m.er her helmreken, deel van her wapen uir. Her kwam voor dar er (Wee helmen op her schild sronden, die elkaar" aankeken".
afb. 9 Wapens met o.a. de leeuw op IBeeeuwse kaart van steden in het Overkwartier T
.
afb. I I Geen goed heraldisch wapen, maar meer een voorbeeld hoe een schild vast gehouden wordt
Mocht u meer willen weten over heraldiek en alles wat daar mee samenhangt, dan raad ik u aan de volgende boeken eens uit de bibliotheek te lenen. "De Zegels der steden en dorpen in het Overkwartier van Gelder 12501798': ISBN 906216383 1. Uitgeverij van Spijk b. v. te Venlo. "Kerkelijke Heraldiek van 1270 tot Johannes Paulus 11". ISBN 9025269508. Uitgeverij Helmond b. v. te Helmond
..
Afbeelding 5a
m_magazinel
Voor de in het volgende nummer te plaatsen rubriek "Vraagbaak" kunt u tekeningen en/of foto's van voorwerpen of munten, waarvan u zelf niet weet wat het is, sturen naar Dick Eekhof, Pealskar 47, 850 I TL Joure Determinatie op afstand Verzoek aan de leden Misschien lijkt het voor u onmogelijk, dat ik zo maar even van een schetsje uw voorwerp kan determineren. Vaak is door de jaren ervaring een oogopslag voldoende om te kunnen zeggen: "dat is het.". Maar (Och kom ik (en met mij het bestuur tijdens onze maandelijkse vergaderingen) er, ondanks de vaak goede tekeningen, niet altijd uit. Daarvoor heb ik uw medewerking nodig. Beschrijf het voorwerp zo goed en uitvoerig mogelijk, pak een meetlintje of liniaal en noteer: de dikte, diameter, breedte, lengte, gewicht, materiaalsoort (brons, zilver, zink, etc.). Kijk bij ronde voorwerpjes of er een bevestigingsoogje aan gezeten heeft. Beschrijf de ach terkan t (h ol of bol). Is het voorwerp gegoten (massief)? Staan er keurmerkjes op en op welke plaats zijn die aangebracht? Probeer ook die keurmerkjes te beschrijven. Lukt dit allemaal niet, heb dan even geduld en laat het voorwerp aan mij zien op een zoekdag of de
Ieden vergaderi ng. Op zoekdagen zijn verscheidene deskundigen aanwezig, met hun hulp komen we er zeker uit.
herkennen aan de penning. Ik vermoed, dat uw penning van zink is. Datering begin 1900 tot heden. Afbeelding 3 lijkt op een kaarsendover, maar is het niet, gezien de vom1. Het is een sierlijk afgewerkt klokgewicht van koper. Dit gewicht, waarvan u het omhulsel heeft gevonden, was gevuld met lood. Ik laat hierbij een foto plaatsen van twee voorwerpen uit mijn eigen collectie. Het linker voorwerp is ook een los omhulsel, waan'an het oog ontbreekt. Deze gewichten treft men nu nog aan op een Friese klok. De datering van uw gewicht is de 17e eeuw.
Dick Eekhof
Geachte redactie, Hierbij zend ik u drie tekeningen op ware grootte, waarvan ik graag wat meer zou willen weten. Afbeelding I is een stop van een kruik. Afbeelding 2. Deze penningen zijn van tin en hebben op sommige plaatsen nog een laagje zilver. Bij elkaar vond ik vijf precies dezelfde. Afbeelding 3 lijkt mij een kaarsendover, hij is hol van binnen. Het materiaal is koper. Bij voorbaar dank voor de te nemen moeite.
H. Nouwens
Afbeelding 1: Dit voorwerp lijkt op een Romeinse sleutel. Toch is het, zoals u het al beschreef, een dop van een kruik. De datering hiervan is wat moeilijker. Daar mij verschillende types bekend zijn, is deze naar alle waarschijnlijkheid uit de 18e eeuw. Afbeelding 2 is een eigendomspen n ing. In sommige fabrieken, waar de kleding zoals overalls, stofjassen, etc. van de werknemers gezamenlijk naar de wasserij gaan, gebruikt men deze nog steeds. Iedere werknemer kan zijn eigendom
I_magazine I
Geachte Redactie Op deze foto ziet u een bronzen boog, waarvan aan de onderkant een stukje ontbreekt. De handgreep van de boog bestaat uit een boogschutter, die de boog over zijn schouder draagt. Graag zou ik willen weten
hoe oud dit is en wat voor functie dit had.
Geachte redactie,
handje, beide zijden zijn mooi versierd.
L. Hummel
Het tweede voorwerp is een rond plaatje, dat op beide zijden zeer fraai versierd is en een mooi patina heeft, wellicht weet u hier meer over.
De door u gevonden beugel is een leuke, opmerkelijke vondst. U schrijft, dat er aan de onderkant een stukje ontbreekt. Dit klopt niet helemaal, er ontbreekt heel veel. Deze beugel is een beugel van een sier- of presentatiedegen, die de hand beschermde tijdens een gevecht. Volgens het motief, de boogschutter, kan de beugel toebehoord hebben aan het boogsch uttersgilde. Op oude schilderijen, waaronder "De Nachtwacht" van Rembrandt staan deze degens afgebeeld. Er zijn ook enkele zilveren beugels bekend, maar die zijn jonger dan dit vroeg 17e- eeuwse beugel.
Mijne heren, Nu het detectorseizoen weer begonnen is, heb ik weer een aantal voorwerpen, die ik niet helemaal thuis kan brengen. Wellicht dat u mij hier iets meer over kan vertellen. Het eerste voorwerp betreft een loden zegel waarop op de ene kant een M staat en op de andere kant een
Het derde voorwerpje lijkt op een gesp of een riemtong en heeft een mooi patina. Dit voorwerpje vond ik op dezelfde plaats, als waar ik, begin dit jaar, een Frankische boogfibula vond (zie "Detector Magazine" nr. 2).
Het vierde voorwerpje lijkt op een boogfibula, het is slank gevormd, met twee uitlopers op het einde en heeft een prachtig patina. Maar nogmaals, dit weet ik niet zeker.
~ --
.-
._~_.
-
.
Het vijfde en laatste voorwerpje kan ik niet helemaal thuisbrengen, het heeft een mooie patina en is gedeeltelijk aan de zijkanten versierd. Frank Hammink.
Beste Frank. Ik hoop dat je het mij niet kwalijk neemt, maar ik kom op jouw vragen antwoorden te kort. Mijn collega's weten het ook niet voor 100%. De moeilijkheid is nl. dat ik te weinig gegevens heb. Je tekeningen zijn mooi gemaakt, maal' toch ontbreken er een paar heel belangrijke zaken. Zijn de voorwerpen op ware grootte en dikte getekend? Zitten er nog haakjes aan voorwerp 2. Ik wil, nu ik de schetsjes nog een keer bekijk, mijn gedachten weergeven, maar zeker ben ik hier niet van. (Mocht je een keer in de gelegenheid zijn om een zoekdag van onze vereniging mee te maken, laat de voorwerpjes dan eens aan mij zien.) Tekening 1: Het handje is van de stad Antwerpen, de functie is mij onbekend. Tekening 2 lijkt mij de wijzerplaat van een zakvesthorloge, maar dat hangt af van de wijze waarop de plaat gemaakt is. Zit het motief aan de voorkant en achterkant, dan is de functie voor mij onbekend.Tekening 3 lijkt op een koppel passant. Tekening 4 lijkt op een boogfibula.Tekening 5 lijkt op de bevestiging van een hengsel, denk maar aan een emmer. Dit gedeelte zat aan de emmer vast. Over de dateringen van de voorwerpen kan ik n u niets zeggell. U begrijpt bij deze wel waarom.
Hierbij doe ik u de potloodafdruk toekomen betreffende een koperen (Duitse?) munt. De voorzijde toont een wapen met een adelaar (kop naar links). De keerzijde is erg slecht, maar ik meen dat de laatste letters van de tekst -TRIA- zjjn. Graag zou ik van u vernemen wat voor munt dit is.
Verder heb ik nog 3 voorwerpen die mij geheel onbekend voorkomen, het materiaal is brons. Voorwerp I
,( V.A·
Voorwerp 2 lijkt mij op speelgoed (de onderzijde is geheel vlak).
00 Voorwerp 3 zou misschien leerbeslag kunnen zijn (paardetuig?).
'. . . . fJ
'--
..J..
v.~·
•..
Z.c:l.
Misschien dat u hier meer over kan vertellen? Bij voorbaat dank, René Stout
I_magazine I
Z·A.
Beste R~ne, om maar gelijk met de potloodafdruk van het muntje te beginnen. Helaas is de kwaliteit van het muntje niet zo mooi. Het is geen Duits muntje, maar een duit van de stad Deventer. Je beschreef al de letters TRIA, dit moet volledig zijn DA VEN TRIA. Op de achterkant staat het wapen van Deventer, een enkelkoppige adelaar, met de tekst "NO.VIDI.IV5T.DER" er omheen. Wat deze tekst inhoudt, durf ik niet te zeggen. Stedenduiten zijn geliefde verzamelobjecten, je kunt jouw munt terugvinden in het boekje "Officiële catalogus koperen m~nten, geslagen door de Zeven Provinciën der Verenigde Nederlanden 1546-1795", uitgegeven door uitgeverij Zonnebloem BV., te Amsterdan1. Jouw muntje werd geslagen van 1591 tot 1594. Het eerste voorwerp is leerbeslag van een riem. Je hebt de klinknagelgaatjes er al op getekend. Hier werd met klinknagels de nestel of riemtongbeschermer aan de riem bevestigd. Deze nestel beschermt het leer tegen omkrullen, zodat de riem gemakkelijk door de gesp heen getrokken kan worden. Gezien het type is hier de datering 1850-1900 op zijn plaats.
haakgedeel te ontbreekt. Ook als je op het hartvOlmig gedeelte kijkt, zal je zo'n bevestigingspunt ontdekken. Hier zat het spijkergedeelte voor de bevestiging van het haakje in het hout. Datering van dit haakje is 17e eeuw. Het derde voorwerpje is een knopje van brons, het type van een klein laden kastje of kistje. Als je vaker op pad bent, kom je ze in allerlei formaten, veelvuldig tegen. Als je jouw knopje goed aan de onderkant bekijkt, zal je zien, dat er een rond motiefje zichtbaar is. Hieraan zat het pennetje, dat door het hout heen aan de achterkant, vast gezet kon worden met een moertje. Datering is hier moeilijk, gezien de andere voorwerpen, toch uit de 17e tot 1ge eeuw.
Onlangs heb ik een voorwerp gevonden, dat ik niet helemaal kan thuisbrengen. Het heeft een doorsnede van 2 cm. (zie tekening). Op het eerste gezicht leek het mij een sieraad, maar onder het glasplaatje zit een rond stukje geweefde stof. Mijn vraag is, wat is het en waarvoor werd het gebruikt?
iets verkleind. Fred Post
R',::' ,.~:-\.~; ~~>:::,:
(,h.,' i......
'~'"
',~ : '\ . );.
!,!';~;:~;;?~,;.) ~~~
Blt'lNENI
De door u geschetste afbeelding van het voorwerp, dat u niet thuis kan brengen is een herdenkingsmedaillon. Mogelijk is het verguld geweest. Gezien de vorm, binnenin een glasplaatje met daaronder een lapje stof, is het vermoedelijk van een dierbaar persoon geweest. Vaak treft men hieronder een plukje haar of, zoals wij dat vaker zien, een kleine foto aan. De datering is moeilijk te beoordelen, omdat u geen materiaalbeschrijving heeft gegeven.
Geachte Detector Amateur, Pas geleden vond ik dit ding. GEYLOGHTE
•BRONS ~~~~~~~~P.~"ND
-)
Geachte redactie, Onlangs heb ik een tweetal voorwerpen gevonden, waarvan ik niet weet hoe oud ze zijn, of wat het zijn. Afbeelding I: Een bronzen klokje. Door het grove handgreepje lijkt het me oud, maar de versiering, daarentegen lijkt mij niet zo oud. Het gewicht is ± 22 gram.
ra- t\
f
~
,'~ ~
.4!tl-~
.
'1il~11
AF.R. Post Het tweede voorwerpje is geen speelgoed, maar een muurhanger, voor het ophangen van een voorwerp. Je kunt op jouw tekening op het zijaanzicht al zien dat de muurhanger rond loopt, het
Helaas ontbreekt de beschrijving van de achterkant, mijn vermoeden is, dat als er op de achterkant bevestigingspuntjes zijn voor een speld, het hier gaat om een 18e-eeuwse broche. Het kan net zo goed een penning of de voorkant van een knoop zijn. De gegevens betreffende het voorwerp zijn te summier. Het is ook belangrijk om te weten of het voorwerp hol ofbol is. Fred, stuur mij zo goed mogelijk deze gegevens, dan krijg je van mij schriftelijk de determinatie toegestuurd.
SCHARNIER
t
BoVENZIJDE
Mal'l kt e+ ~1!!110...:1_~ pMra ~ di( ~8 kof"!'
Het was aan de rand van een akker in Zutphen. Ik zou graag willen weten wat dit is. De tekening is
I_magazine I
Afbeelding 2 is mogelijk verzilverd en is ook op ware grootte getekend. Er zitten vier oogjes in en daartussen zit aan de achterzijde een verdikking,
waarvan het lijkt of er iets aan vast heeft gezeten. Achterop zitten twee dichtgeroeste gaatjes. Dus het lijkt erop. dat het voorwerp ook ergens aan bevestigd heeft gezeten. Zou u mij hier verder mee kunnen helpen? P. van Dijk
Afbeelding 1 is een tafelbelletje, dat aan een koord hing (het schellekoord). Het was bedoeld om het
huishoudelijk personeel te waarschuwen. Het belletje op zich heeft een opvallende smalle vorm, die afwijkt van het bredere type, dat men vaker aantreft. Vanwege de gegraveerde motieven lijkt het mij, dat het voorwerpje uit de 15e eeuw komt. Afbeelding 2 is een sierbeslagstuk of een restant van een scharnier. Helaas is het, aan de schets te zien, afgebroken. In de gaatjes
_ _magazinej
kwamen de spijkertjes, op de achterkant bevinden zich, zoals u al aangaf, twee roestige gaatjes. Op deze plaats hebben twee stalen puntige pennetjes gezeten, die het afhangen vereenvoudigde. De datering is van een aanzienlijk jongere datum dan het belletje. Ik plaats deze in het begin van de 1ge eeuw.
TIP! Het is leuk dat je je, als je iets bijzonders hebt gevonden, tot onze vereniging kunt richten met vragen, die betrekking hebben op het gevonden voorwerpje. Probleem is wellicht vaak het weergeven ervan. In de praktijk zal het niet zo gauw tot fotograferen komen; niet iedereen heeft daar verstand van of de apparatuur voor. Alternatief is dan een zo natuurgetrouw mogelijke weergave in de vonn van een tekening. Maar ook dat is niet iedereen gegeven. Wat dan? Wellicht kan het onderstaande de oplossing bieden. Voor lichte gliInn1ende metalen (messing en zilver) kan men vaak zondermeer gebruik Inaken van een fotokopieerapparaat. Zet hen1 dan
reliëfdelen van het voorwerpje. Deze komen dan als donker tevoorschij n. Een andere mogelijkheid is met een penseeltje alle reliëfdelen van het voorwerpje minutieus wit maken. Maak daarna de fotokopie. U kunt, als het resultaat nog niet bevredigend genoeg is met een kroontjespennetje één en ander naar believen Inet (zwarte) oostindische inkt of witte ecoline of zelfs met een zacht potlood achteraf bijwerken.
wel op de lichtste stand. Leg eventueel een wit vel papier over het voorwerpje heen om lichtinval van buitenaf tegen te gaan. Leuke bijkomstigheid is ook nog, dat sommige van deze apparaten de n10gelijkheid tot vergroten bieden. Het is dan wel zaak de juiste afmetingen erbij te vennelden. Ingeval we met donkere voorwerpen, zoals bijv. lakenloodjes te doen hebben, zouden we als volgt te werk kunnen gaan. Donkere voorwerpen komen als een zwarre vlek op papier, waarbij van doorrekening geen sprake meer is. Om dat te realiseren kunnen we het voorwerpje met witte waterverf of ecoline (verkrijgbaar bij elke boekhandel) met een penseeltje eenvoudig wit verven. Laat het daarna drogen. Wrijf als het droog is de witte waterverf boven van de
Nadat alle handelingen achter de rug zijn, kan het voorwerpje simpel met water en een nagelborsteltje worden gereinigd. Het blijft wel uitkijken met voorwerpjes, die door . .. corrOSIe een enIgsZll1S ruw oppervlak hebben gekregen, omdat die achteraf moeilijk gereinigd kunnen worden. Succes! Roel Bos
Voor de leukste, orgineelste of meest bruikbare TIP wordt elke twee maanden een boek beschikbaar gesteld door Fa. Detect te Enschede. Stuur deze tips naar de redactie van dit blad onder vermelding van "TIP!".
TIP! De echte detectoramateur zal altijd willen weten hoe diep het gevonden (opgegraven) voorwerp zat. Een schatting is vrij onnauwkeurig en een meetlat meenemen is te onhandig. Oplossing: Voorzie de steel van je schepje Inet merktekens, bijv. centerputjes of ondiepe zaagsneden, na elke 10 cm. vanaf de pun t. Voorbeeld: 1 zaagsnede op 10 Cln. vanaf de punt, 2 zaagsneden op 20 cm., enz.. Op deze manier is je onafscheidelijke schepje tevens meetlat geworden. Ik hoop, dat anderen hier ook plezier van hebben. Met vriendelijke groet en de complimenten voor ons verenigingsblad. G.]. Kool
De beste aanbieding maak je samen met je dealer. ~'6EKO' 1f DETECTORS DIVERSE MERKEN De Rozendijk 29, 1791 PD Den Burg, Texel De Crimpen 9. 1921 BW Akersloot, telelefoon 02513-13958
I_magazine I
Polaroid Close-up Stand
Voortaan uw VOOlwerpen fotograferen zonder ingewikkelde apparatuur, zoals tussenringen, enz. Met de "Polaroid Close-up stand" kunt u 1: 1 direct-klaar foto's maken van praktisch elk object dat niet dikker (hoger) is dan 12 Olm. Dus met vijf minuten uw voorwerp op de foto. In het volgend nummer zullen we uitgebreid terugkomen op dit apparaat in een tesrverslag.
de parafine en laat dir even goed warm worden. Het ingesloten vochr in her voorwerp verdampt en de kieren vullen zich met de vloeibare parafine. Nadien het voorwerp uir de parafine vissen en zodra deze weer hard geworden is, het voorwerp oppoetsen met een zachte doek. Her voorwerp zal hierdoor een mooie parina krijgen en is goed geconserveerd. Bovendien is het niet vet. Een zakje is voldoende voor een groot aantal voorwerpen en is verkrijgbaar bij: Munsters Metaaldetecrors, tel. 0492044782 en bij de betere dealers. Prijs f. 7,50 (+ 2,50 verzendkosten) Verzamelbeurs Delft
In "Het Trefcentrum", PhoenÎxstraat in Delft wordt op zaterdag 15 mei a.s. een grote verzamelbeurs voor metaaldetecrorvondsten georganiseerd. De zaal is open van 9.00 - 15.00 uur. Inlichtingen: 015-122227 Verzamelbeurs te Hemrik
Conserveren van bodemvondsten
Wat is de beste methode... Velen onder ons conserveren de bodemvondsten met vaseline. Deze methode is bevredigend, maar niet altijd optimaal. Het voorwerp blijft altijd kleverig en de oxidatie komt vaak terug. Via het ROB kregen wij te horen dat bodemvondsten van koper, brons, lood, etc. het beste te conserveren zijn met zuivere bijenwas of zuivere parafine. Je neemt een zakje parafine-korrels en je doet deze in een glazen potje. Zet nu het potje in een pannetje met water op het vuur. Op deze manier blijft de pan schoon. Verwarm het water zodat de parafine gaar smelren en goed heet wordt. Nu leg je het VOOlwerp (dat reeds gereinigd is) in
Op zaterdag 3 april vindt in Hemrik weer de jaarlijkse grote verzamelbeurs plaats. Op deze beurs, die door "De Verzamelaar", afd. Noord, m.m.v. onze
VONDST VAN HET
JAAR _ _magazine I
vereniging wordt georganiseerd, zijn detectorvondsten, pren tbriefkaarten, postzegels, speelgoed en andere verzamelobjecten te ruilen. Diverse deskundigen voor determinatie zijn aanwezig. De beurs is open van 9.30 - 17.00 uur en wordt georganiseerd in dorpshuis "de Bining" te Hemrik. Voor tafels kunt u zich voor 27 maan a.s. opgeven, tel. 05166-1502. Goudtestmaterialen
De fa. Detect komt op de markt mer een kistje testmateriaal voor goud en zilver. Hiermee kun je testen of iets van goud of zilver gemaakt is of niet, bovendien kun je goud op zijn karaatgehalte testen. (8, 14, 18 en 22 karaat). Het komplete setje bestaat uit: 1 flesje zilvertest, 4 flesjes goudtest, voor 8, 14, 18 en 22 karaat, 1 roetsteen en 1 flesje toetsteenreiniger. Dit alles zit in een fraai schokvrij houten kistje met veiligheidssluiting. Waarschuwing: de flesjes bevatten hoge concentraties gevaarlijk salpeterzuur, daarom is deze set zo veilig mogelijk in een kistje met van binnen schokdempend materiaal verpakt. Nederlandstalige gebruiksaanwijzing wordt bijgeleverd. KISTJE KOMPLEET: f 159,KLEIN SETJE: alleen 14 Karaat en zilver met toetssteen f 59,Onderwaterdetector
Van Compass kregen we bericht dat zij eerdaags met een onderwaterdetecror op de markt komen. Zodra we hier meer over weten, zullen we hierover berichten.
Voor de meest interessantste vondst, welke uiteraard wel moet zijn aangemeld bij één van de officiële instanties wordt jaarlijks een prijs, welke bestaat uit een gouden miniatuurdetector. beschikbaar gesteld door Kooistra detectors te
Hemrik. Inzendingen, welke uiteraard moeten zijn voorzien van duidelijke foto's kunt u sturen naar de redactie van dit blad, onder vermelding van "Vondst van het jaar"
n a v d i l r u u n e t t a m A Word tor
c e t e De D
Wordt nu lid en krijg het nieuwste Detector Magazine om de twee maanden in de bus! Kijk voor meer informatie op www.detectoramateur.nl