De opbrengsten van een groeimindset Training groeimindset docenten Development Consult, KBBT Organisatie-adviseurs, Interstudie-NDO, Notre Dame des Anges, Het Rhedens en Pantarijn
Colofon Deze uitgave maakt onderdeel uit van de publicatie ‘De opbrengsten van een groeimindset’. Deze publicatie is voortgekomen uit een door Development consult, KBBT Organisatieadviseurs, Interstudie-NDO, Notre Dame des Anges, Het Rhedens en Pantarijn ingediend voorstel ten behoeve van de ‘Call for Proposals 2012’, uitgezet door School aan Zet. © Utrecht, 2013 Titel: Training Groeimindset docenten Auteur(s): Harry Jansen, Petra van Oorschot, Liny Toenders, Hans van Dijck Coördinatie: Job Christians, Gea Spaans Tekstredactie: Jenny van Rooij Vormgeving: Stephanie van Besouw (Joeri Multimedia) Fotografie: Mark Verlijsdonk (Joeri Multimedia) Deze uitgave is digitaal beschikbaar via http://cfp.schoolaanzet.nl/
DEZE UITGAVE
De publicatieserie ‘De opbrengsten van een groeimindset’ bevat de volgende titels: •
De opbrengsten van een Groeimindset
•
Training Groeimindset docenten
•
Training docenten met handleiding
•
PPT Introductie Mindset
•
Leerlingmateriaal Groeimindset
Online beschikbaar: •
Filmpje Notre Dame de Anges
•
Filmpje Het Rhedens Dieren
•
Filmpje interview Pieter Loeffen (Het Rhedens)
•
Filmpje Pantarijn
•
Filmpje Procesaanpak schoolleiders
3
INHOUDSOPGAVE
De titel ‘Training Groeimindset docenten’ bevat de volgende hoofdstukken: •
Voorwoord
6.
•
Inhoudbeschrijving per bijeenkomst
10.
1.
Eerste dagdeel
12.
2.
Tweede dagdeel
14.
3.
Derde dagdeel
16.
4.
Vierde dagdeel
18.
5.
De leerlingfluisteraar
20.
6.
Mindset en leerprestaties
22.
7.
Geloof in leerbaarheid
24.
•
Bijlage 1 - Vervolgopdracht: Beelden
28.
•
Bijlage 2 - Handout powerpoint Introductie fixed en growth mindset
30.
•
Bijlage 3 - Handout pygmalion-effect
34.
•
Bijlage 4 - Extra opdracht eerste dagdeel
36.
•
Bijlage 5 - Interview met Laura en met Nick en Nigel
38.
•
Bijlage 6 - Format voor experiment
30.
•
Bijlage 7 - Extra opdracht dagdeel 3
34.
•
Bijlage 8 - De discussie
36.
•
Bijlage 9 - Lijst met interessante filmpjes en artikelen op internet
38.
4
5
VOORWOORD In 2012 werd de mogelijkheid geboden projecten aan te vragen ter ondersteuning van het programma School aan Zet. In sommige ambitiegesprekken die ik met scholen voerde in het kader van School aan Zet, kwam naar voren dat het verhogen van opbrengsten (leerresultaten van leerlingen) vooral ook afhankelijk is van de mate waarin leerlingen bereid zijn zich in te spannen. Daarin kwam de vraag naar voren in welke mate die bereidheid zich in te spannen door docenten te beïnvloeden is, met andere woorden, in hoeverre kunnen docenten leerlingen motiveren zich in te spannen? In die gesprekken kwamen naast andere motivatietheorieën ook de onderzoeksresultaten van Carol Dweck ter tafel. Dweck bewijst dat de mindset ten aanzien van leren van docenten een factor van belang is bij de leerinspanning waartoe een leerling bereid is. Deze onder-zoeksresultaten staan haaks op wat docenten vaak denken: zij denken dat zij de motivatie van leerlingen om zich in te spannen maar weinig kunnen beïnvloeden. Zij zien andere, buiten hen liggende factoren als bepalend. In het kader van de Call for Propsals van 2012 konden we met drie scholen voor voortgezet onderwijs een project opstarten waarin we met 15 docenten (5 per school) en 6 schoolleiders (3 per school) aan de slag gingen. Deze training is één van de producten en is tijdens het project gegroeid. Harry Jansen en Petra van Oorschot hebben de bouwstenen aangedragen en met de betrokken 15 docenten doorgenomen. In de afrondende fase van het project is deze training geconcentreerd in vier dagdelen. Eenieder die geïnteresseerd is in het verspreiden van de inzichten rond fixed en growth mindset kan de training vrijelijk gebruiken. De daarbij horende artikelen en filmpjes zijn vrij via Internet beschikbaar. Wie adviezen wil bij het gebruiken van het materiaal wenst, kan terecht bij bovengenoemde adviseurs van Marant. Ik hoop van harte dat ieder die kennis neemt van deze training er de volle winst uit zal weten te halen door de opgedane inzichten in het eigen pedagogisch en didactisch handelen te integreren. Leerlingen hebben er recht op behandeld te worden vanuit een groeimindset. Juli 2013, Hans van Dijck Projectleider, ambitie-expert School aan Zet
6
7
Inhoudbeschrijving per bijeenkomst Eerste dagdeel Kennismaken met mindsets In het eerste dagdeel komen de begrippen, fixed (statische) mindset en growth (op groei gerichte) mindset aan bod. Deelnemers maken kennis met de begrippen, de effecten van de verschilende mindsets op ons gedrag als docent en die van onze leerlingen. Deelnemers onderzoeken de eigen mindset, en hoe deze tot stand is gekomen.
Tweede dagdeel Feedback en experiment In het tweede dagdeel komt aan de orde hoe we aan leerlingen feedback kunnen geven, die erop gericht is een groeimindset te bevorderen. In dit dagdeel formuleren deelnemers voor zichzelf een experiment dat ze gaan uitvoeren op school. Dit experiment is erop gericht het leergedrag van een bepaalde groep leerling positief te beïnvloeden door de betreffende leerlingen systematisch vanuit een groeimindset te benaderen.
Derde dagdeel Bevorderen van een groeimindset In het derde dagdeel worden ervaringen uitgewisseld die de deelnemers hebben opgedaan met hun experiment en wordt er dieper ingegaan op de eigen mindset en het herkennen van mogelijke onderpresteerders die met een groeimindset tot betere prestaties kunnen komen. Daarnaast wordt er geoefend met het geven van op groei gerichte feedback.
Vierde dagdeel Presentatie van experimenten en opbrengsten In deze laatste bijeenkomst worden de resultaten aan elkaar gepresenteerd en worden vervolgafspraken gemaakt om continuering te waarborgen (voortgang individueel en voor school als geheel).
8
9
Eerste dagdeel Kennismaken met groeimindset en statische mindset
Programma 1. Kennismaking en introductie van het programma 2. Verkenning van uitspraken die je denken over jezelf hebben beïnvloed. 3. Hoe wordt je manier van kijken beïnvloed? (YouTube fragment) 4. Theorie van Carol S. Dweck, over fixed (statisch) mindset en growth mindset (groeimindset). (PowerPoint) 5. Hoe herken je een mindset bij jezelf en hoe herken je die bij anderen? 6. Vooruitblik naar tweede dagdeel
Doelen •
De docenten kunnen het verschil uitleggen tussen statische en groeimindset
•
De docenten kunnen in uitspraken van zichzelf en anderen elementen herkennen die gebaseerd zijn op statische en groeimindset
•
De docenten hebben een eerste beeld bij een mogelijk experiment rond mindset in de eigen onderwijspraktijk
0-15 minuten Welkom, introductie van het onderwerp, toelichting op het programma van de training 15-45 minuten Verkenning van uitspraken die je denken over jezelf hebben beïnvloed Vraag: Welke boodschap heb je meegekregen van een leerkracht (of eventueel van je ouders), die jouw handelen en denken over je ontwikkelmogelijkheden in studie of anderszins (deels) bepaald heeft? Denk bijvoorbeeld aan uitspraken zoals : “Je bent snel” “Jij hoeft dit niet te kunnen/weten, jij hebt andere kwaliteiten” “Als je wat doet wordt het VWO en anders gewoon HAVO” “Jij hebt echt heel veel talent, we verwachten veel van je “.
10
Noteer je uitspraak:
Hoe heeft die “boodschap” je gedrag beïnvloed?
We wisselen eerst in tweetallen uit, daarna delen we plenair de kern. 45-75 minuten Hoe wordt je manier van kijken beïnvloed? We bekijken het videofragment Dancing not Crying •
Wat heb je gezien?
•
Wat zag je niet in het begin en later wel?
•
Wat is bijzonder of het onverwachte? Wat maakte het onverwacht voor jou?
•
Herken je (voor) oordelen? Welke rol spelen je overtuigingen daarbij?
•
Wat zet je aan het denken?
•
Wat is ervoor nodig geweest die prestatie te leveren?
http://bit.ly/1a3QC5f 45-75 minuten Hoe wordt je manier van kijken beïnvloed? We bekijken het videofragment Dancing not Crying •
Wat heb je gezien?
11
•
Wat zag je niet in het begin en later wel?
•
Wat is bijzonder of het onverwachte? Wat maakte het onverwacht voor jou?
•
Herken je (voor) oordelen? Welke rol spelen je overtuigingen daarbij?
•
Wat zet je aan het denken?
•
Wat is ervoor nodig geweest die prestatie te leveren?
http://bit.ly/1a3QC5f 75-120 minuten Theorie van Carol S. Dweck, over fixed (statisch) mindset en growth mindset (groeimindset). In de powerpoint wordt het Pygamalion effect aan de orde gesteld. Het Pygmalion effect legt feitelijk de basis voor de inzichten rond groeimindset. http://bit.ly/17MSUiY, uitleg Pygmalion effect in het Engels. http://bit.ly/19siGA1, uitleg in Engels, met de mythologie. Handout in bijlage 3. 120-170 minuten Hoe herken je een mindset bij jezelf en hoe herken je die bij anderen? Opdracht bij de video Didiclass Je gaat kijken naar een LIO stagiaire (Mirjam) die stage loopt op een Gymnasium voor het docentschap Duits. Daarna kijk je naar de reactie van de docent die haar begeleidt. Oefening in het herkennen van uitspraken: •
Noteer enkele uitspraken die je Mirjam hoort zeggen over zichzelf en over haar docent vanuit fixed mindset en groeimindset
•
Doe hetzelfde voor de docent, uitspraken over zichzelf en over Mirjam.
•
Schrijf daarna enkele (vooral eerlijke) gedachten op die je hebt over Mirjam en over de docent.
Bespreek in drietallen wat je aan uitspraken genoteerd hebt. Daarna volgt een plenaire uitwisseling. 170-180 minuten Vooruitblik naar tweede dagdeel In het tweede dagdeel komt aan de orde dat van de deelnemers gevraagd wordt een eigen experiment op te zetten: het motiveren van een enkele leerlingen door deze stelselmatig te benaderen vanuit een groeimindset. Huiswerk voor dagdeel 2 of 3: De filmpjes op Youtube over Carol Dweck bekijken
12
13
tweede dagdeel Programma 1. Onderpresteerders, kenmerken 2. Effectieve feedback vanuit groeimindset 3. Experiment in de eigen school
Doelen Bijeenkomst 2 •
De deelnemers herkennen gedrag dat voortkomt uit fixed en growth mindset
•
De deelnemers kunnen gevarieerd feedback geven op het leerproces
•
De deelnemers kunnen uitleggen hoe opvattingen en verwachtingen over leerling-prestaties van invloed zijn op verbaal en non verbaal gedrag
•
De deelnemers hebben een eigen experiment geformuleerd
0 – 40 minuten Brainstorm: Onderpresteerders Brainstorm over de kenmerken van onderpresteerders Hulpvragen: •
Waar herken je ze aan?
•
Wat zeggen ze?
•
Hoe ga je nu met ze om?
•
Welke verwachtingen heb je van ze? Waar blijkt dat uit?
•
Welke gedrag vertonen ze? In de les/ daarbuiten?
•
Hoe reageren ze op feedback?
•
Welke emoties neem je waar?
•
Hoe reageert de omgeving op het leergedrag?
•
Hoe motiveer je ze?
•
Wat doe je wel, wat beslist niet?
•
Welke oordelen kom je bij jezelf tegen over deze leerlingen?
•
Wanneer neig je tot afhaken of opgeven?
14
Onderstaand schema zit in de Powerpoint en kan als handout worden uitgereikt. Vergelijk wat je in de brainstorm aan kenmerken hebt gevonden met de onderstaande tabel.
Fixed mindset
Groeimindset
Capaciteiten worden vooral gezien
Capaciteiten worden gezien als
als aangeboren talenten die slechts
ontwikkelbaar door inspanning en
beperkt ontwikkelbaar zijn
effectieve leerstrategieën
Algemene
Om te proberen zoveel mogelijk
Om te proberen zoveel mogelijk te
neiging
capabel over te komen
leren en beter te worden
Uitdagingen
Worden gemeden omdat ze bij
Worden omarmd omdat ze
falen kunnen leiden tot een indruk
leerzaam kunnen zijn en kunnen
van onbekwaamheid
leiden tot groei
Visie op
Wordt gezien als een indicatie van
Wordt gezien als normaal en
inspanning
gebrek aan talent
noodzakelijke weg naar groei
Reactie op
Wordt gezien als een indicatie van
Wordt gezien als indicatie van de
tegenslag of
gebrek aan talent, leidt vaak tot
noodzaak tot meer inspanning en/
falen
snel opgeven
of een andere strategie
Reactie op kritiek
Zelfondermijnende defensiviteit:
Onderzoekend en geïnteresseerd,
eigen zwaktes en fouten niet onder
gretig om te leren en ontvankelijk
ogen zien en erkennen
voor feedback over fouten
Succes van
Wordt gezien als bedreigend
Wordt gezien als inspirerend omdat
anderen
omdat anderen wellicht als meer
hier lessen uit kunnen worden
getalenteerd worden gezien
getrokken voor het eigen leren
Effect op eigen
Potentieel wordt onderbenut wat
Potentieel wordt benut wat gezien
ontwikkeling
gezien wordt als bevestiging van
wordt als bevestiging van de eigen
de eigen fixed mindset
groeimindset
Effect op
Kan samenwerking belemmeren,
Kan uitnodigen tot samenwerking,
anderen
feedback bemoeilijken en groei van
tot uitwisselen van feedback en
anderen belemmeren
tips en de groei van anderen
Overtuiging
ondersteunen
15
40-60 minuten Feedback geven Leesopdracht uit het boek: p. 209 t/m 220. In dit deel van het boek gaat het over het geven van boodschappen van ontwikkeling en groei. Wissel uit wat dit voor jou, in je rol als docent kan betekenen. 60-120 minuten Effectieve feedback vanuit groeimindset Oefening •
Vorm drietallen. Elke deelnemer neemt een leerling in gedachte die in zijn/haar ogen beter zou kunnen presteren dan hij/zij op dit moment doet.
•
Ieder schrijft voor zichzelf op welke feedback die leerling gegeven kan worden, ervan uitgaande dat a) je altijd nieuwe dingen kunt leren, b) je altijd substantieel je intelligentie positief kunt beïnvloeden, c) je altijd wezenlijk kunt veranderen. Gebruik daarbij onderstaand schema.
•
Schrijf in 10-15 minuten zoveel mogelijk feedback op en wissel daarna met elkaar uit (3 x 10 minuten).
De inspanning die hij/zij geleverd heeft (inspanning/moeite)
De strategie die hij/zij heeft toegepast om iets eigen te maken ( leerstrategie, aanpak) met eventueel een strategie-advies
De (positieve) resultaten die hij/zij behaald heeft ( Wat heb je wel bereikt? Wat ging er wel goed?) Onderzoek naar wat werkt voor jou?
De volgorde en planning die de leerling heeft toegepast voor het maken van een opdracht/taak. (als onderdeel van de strategie)
Tussentijds behaalde resultaten of voortgang
16
Na afloop van de oefening is er kort de gelegenheid om enkele inzichten plenair te delen. 120-180 minuten Experiment in de eigen school Het is de bedoeling dat je aan de slag gaat met mindsets en met een experiment in de eigen lessen. Het experiment beoogt te onderzoeken of een expliciete benadering vanuit de groeimindset effecten heeft op de leerprestaties van leerlingen. De bedoeling is dat iedereen zo’n experiment alleen uitvoert. Je kunt wel met collega’s eenzelfde experiment bedenken, maar dan voer je het allebei in een eigen klas uit. Je bepaalt eerst met welke groep leerlingen jij het experiment gaan uitvoeren. Dat kunnen twee of drie ‘dwarsliggers’ zijn in een bepaalde klas, het kunnen stille wegduikende leerlingen zijn, het kan een hele klas zijn waarmee de relatie niet optimaal is. In onderstaande voorbeelden duiden we de gekozen groep leerlingen aan als de ‘onderpresteerders’, omdat de docent bij deze leerlingen het gevoel heeft dat er beter gepresteerd zou moeten kunnen worden als er meer of andere leerinspanningen worden verricht. Suggesties voor een experiment zijn •
Je gaat aan de onderpresteerders minstens drie keer per les bewust persoonlijk aandacht geven, bijvoorbeeld door hen een compliment te geven gevolgd door opbouwende feedback wat een toekomstige prestatie zou kunnen zijn (uitspreken van een concrete verwachting en suggesties hoe dat aan te pakken.)
•
Je maakt met de onderpresteerders een afspraak dat ze gedurende drie maanden bij de voorbereiding van het huiswerk jou drie inhoudelijke vragen over de te bestuderen stof stellen per e-mail, waarna je die vragen ook per mail beantwoordt. Je spreekt af dat je de beste vragen die zij stellen ook in de les zult behandelen als ze ook voor medeleerlingen nuttig zijn.
•
Je besteedt gedurende een aantal maanden bij de start van de les persoonlijk aandacht aan de onderpresteerders, en je benadrukt daarin ook steeds dat je het op prijs zou stellen als je van hen die les enkele vragen zou krijgen.
•
Kijk hen in de les regelmatig aan om te zien of ze op dat moment een vraag willen stellen. Doel hiervan is de leerlingen in een actieve stand te krijgen ten aanzien van de stof en er zichzelf vragen over te stellen.
•
Je maakt voor een bepaalde periode een afspraak met de onderpresteerders dat ze aan het eind van een bepaalde les aan jou komen vertellen welke nieuwe aanpakken ze uitgeprobeerd hebben om jouw vak en evt. andere vakken onder de knie te krijgen. Je spreekt met hen die aanpakken kort door en evalueert het succes ervan.
•
Je vormt een apart groepje met de onderpresteerders waarmee je met gebruikmaking van daarvoor geschikt materiaal, gaat onderzoeken wat fixed en growth mindset precies is. Door hen te laten zien wat een groeimindset is, ga je onderzoeken of ze een andere werkhouding ontwikkelen. Je probeert hierover een aantal maanden met hen op gezette momenten in
17
gesprek te blijven zodat het blijft leven. Onderdeel hiervan kan zijn dat je de leerlingen vraagt de betekenis van een groeimindset ook thuis met de ouders te bespreken. Bij de experimenten is het van belang dat er zo min mogelijk aanvullende acties uitgezet worden. Dus geen bijlessen geven of andere aanvullende ondersteuning, omdat het in dit experiment gaat om het effect van een andere benadering (vanuit een groeimindset), niet om het effect van meer les. Belangrijk is om in je experiment zo nauwkeurig mogelijk aan te geven welk ander gedrag je gaat vertonen, verbaal en non-verbaal, met welke intensiteit, en met welke vasthoudendheid. Uitschrijven en presenteren experiment (gebruik evt. het format van bijlage 6) •
Schrijf je experiment voor jezelf uit: Wie vormen je doelgroep? Welk ander gedrag ga je neerzetten? Hoe wil je dat het die leerlingen beïnvloedt? Tot welk ander gedrag moet het leiden? Hoe ga je volgen wat het resultaat hiervan is? (Voor dit laatste is het voor de hand liggend de studieresultaten te volgen, misschien niet alleen van het eigen vak)
•
Bespreek je experiment met een andere deelnemer en vraag om feedback en advies.
•
Presenteer je experiment aan de groep.
Bij de presentaties zorg je ervoor dat bij alle experimenten duidelijk gemaakt wordt hoe de opbrengsten ervan worden gemeten. Huiswerk Ter voorbereiding op de volgende bijeenkomst vragen we je uit het boek van Dweck een fragment te kiezen dat voor jou veel betekenis heeft.
18
19
DERDE DAGDEEL Programma 1. Een fragment dat mij raakt 2. Terugkoppeling van ervaringen tot dusver. 3. Hoe werken onze hersenen? 4. Mindset en feedback 5. Verder aan de slag met groeimindset “experiment”
Doelen •
De docenten reflecteren aan de hand van een fragment uit het boek van Dweck over hun eigen mindset
•
De docenten presenteren hun experimenten en ontvangen op groei gerichte feedback
•
De docenten kunnen uitleggen hoe de hersenen werken in relatie tot het aanleren van een groeimindset.
0-15 minuten Een fragment dat raakt Ter voorbereiding op deze bijeenkomst is je gevraagd een fragment uit te zoeken uit het boek van Carol Dweck, dat je bijzonder heeft geraakt. Lees je fragment op. Leg uit waarom dit fragment voor jou bijzonder was. 15-60 minuten Terugkoppeling van ervaringen De deelnemers vertellen één voor één wat de stand van zaken is in hun experiment: de successen, de onderdelen waar het niet lijkt te werken, de twijfels. Leidraad hiervoor •
Wat heb je gedaan?
•
Hoe aangepakt?
•
Wat heb je ontdekt?
•
Welke conclusies en/of consequenties verbind je daaraan? Voor jezelf? Voor je docentschap? Voor de leerlingen? Voor je experiment of onderzoek
20
60-90 minuten Hoe werken onze hersenen? Bekijken van onderstaande filmpje over de werking van hersenen. Hoe leren onze hersenen? We zijn bruggenbouwers. http://bit.ly/14KnImO Plenair bespreken we: - Wat betekent dit voor het onderwijs? - Hoe zou je dit filmpje kunnen inzetten in de klas om leerlingen bewust te maken van het belang van oefenen We bekijken het fragment van docent Pieter In dit fragment vertelt Pieter hoe hij met leerlingen heeft gewerkt. Goed zichtbaar is hoe hij reflecteert op eigen leren en loopbaan. 90-150 minuten Mindset en feedback We gaan opnieuw in op het geven van feedback vanuit een groeimindset, omdat juist op dit punt de kracht van de docent ligt om leerlingen te motiveren. We leiden dit kort in aan de hand van onderstaand schema.
Voorbeeld
“Je bent erg slim”
“Dat heb je goed gedaan”
Effect op het denken.
Bevordert fixed mindset.
Bevordert growth mindset.
Effect op de gevoelens.
Bevordert gevoel van trots en
Bevordert gevoel van trots en
tevredenheid.
tevredenheid.
Vermijden van uitdagingen.
Uitdagingen oppakken.
Minder inspanning/inzet.
Meer inspanning/inzet.
Minder doorzettingsvermogen.
Meer doorzetten.
Defensieve reactie op
Leren van fouten.
Effect op het gedrag.
mislukkingen.
Opdracht om het geven van feedback te oefenen In drietallen A= verteller B+ C = onderzoekend interviewen A. Beschrijf een leerling waarvan je denkt dat hij/zij onderpresteert. Je vertelt wat hij/zij doet, welke
21
reacties, op welk gedrag is je vermoeden gebaseerd? Vertel zo veel mogelijk beschrijvend. Je vertelt ook wat jijzelf al gedaan hebt om deze leerling tot betere prestaties te brengen. Welke feedback heb je de leerling gegeven? Hoe heb je begeleid tot dusver? Hoe reageer je meestal in de klas op hem/haar? B en C luisteren en stellen alleen verhelderende vragen aan A. B en C krijgen daarna een opdracht (zie onder). Daarna luistert A, zonder te reageren, naar de dialoog tussen B en C Bespreek de oefening na in het drietal. Wat heeft A opgestoken? Wissel minimaal éénmaal van rol. Opdracht voor de interviewers B en C. A is stil en luistert. Opdracht (observatoren/ onderzoekers van het verhaal van A) Bespreek in dialoogvorm met elkaar de volgende vragen: 1. Wat ontdek je over de fixed en groeimindset bij de docent? Welke overtuigingen herken je? Hoe wordt feedback op de leerling gegeven? Met welke mindset vanuit de docent? 2. Wat herken je bij de leerlingen aan uitingen van fixed en groeimindset? Bespreek kort met elkaar de opvallendste zaken uit de dialoog en het interview, wissel daarna van rol. 150-180 minuten Oefening feedback geven Deelnemers geven individueel voorbeelden van feedback voor de eigen leerling uit de vorige oefening. Doel is om te leren breed feedback te kunnen geven op leervaardigheden.
22
Verantwoordelijk (responsible)
Voorbeeld van feedback
Werkt zelfstandig Spant zich in en blijft gefocused Heeft goede werkhouding Heeft al het werk af Helpt anderen bij het leren Stimuleert klasgenoten om te werken Toont leiderschap Blijft geconcentreerd Doorzettingsvermogen (determined) Zet goed door Blijft het proberen Blijft betrokken Blijft positief Gaat uitdaging aan Vindt zelf de oplossing Geeft niet op Stelt haalbare doelen Vindingrijk (resourceful) Toont eigen initiatief Toont creativiteit Vindt goede oplossing Gebruikt bron adequaat
23
Stelt goede vragen Gebruikt hulp van klasgenoten Levert kwaliteit Doordenkend (deeper thinker) Geeft weldoordacht antwoord Maakt uitstekende planning Maakt goed plan van aanpak Overweegt verschillende standpunten Verzamelt feiten/ bewijs Verwoordt denkstappen Lost nieuw probleem op Zelfinzicht (reflective) Gaat gemotiveerd aan het werk Stelt de juiste vragen Leert van fouten Maakt gebruik van feedback/ advies Reflecteert op eigen werk Kijkt werk na voordat het afgerond wordt
Bron: http://bit.ly/16Piwif Huiswerk In het vierde dagdeel presenteren alle deelnemers de opbrengsten van hun experiment aan elkaar. De vorm waarin je presenteert is geheel vrij.
24
25
VIERDE DAGDEEL Programma 1. Presentatie van de experimenten 2. Waarom is het bewust sturen op groeimindset voor onze school belangrijk? Hoe verder op school? 3. Evaluatie van de training
Doelen •
Docenten evalueren hun eigen experimenten en kunnen de opbrengsten ervan definiëren, voor zichzelf en voor de leerlingen.
•
De docenten kunnen op basis van argumenten uitleggen waarom het belangrijk is dat docenten vanuit een groeimindset werken.
•
De docent heeft een plan het experiment voor zichzelf te verdiepen of te verbreden en hoe er breder binnen de school gewerkt kan worden met de inzichten rond groeimindset.
0 - 120 minuten Presentaties In deze laatste bijeenkomst gaat het er om ervaringen te delen en feedback krijgen om je experiment of onderzoek te verbreden of verdiepen. Presentatie-opdracht Presenteer de aanpak en de resultaten van je experiment. Geef daarbij duidelijk aan wat de invloed is geweest van jouw mindset, jouw handelen en jouw communicatie op het gedrag van de leerlingen en de opbrengsten zoals je die gemeten hebt. Je mag voor de presentatie elke vorm kiezen die je passend vindt. 120-160 minuten Waarom is het bewust sturen op groeimindset voor onze school belangrijk? Hoe verder op school? 120 - 140 minuten In tweetallen ideeën formuleren aan de hand van de volgende vragen: •
Hoe kunnen de resultaten van de mindset-experimenten benut worden in de school?
•
Welke ideeën heb je om het gedachtengoed onder meer docenten in je school te verspreiden?
•
Zouden ouders hierbij betrokken moeten worden? Wanneer en hoe?
26
140 - 160 minuten Plenair Wat zijn de opbrengsten? Welke ideeën delen we met elkaar? Hoe gaan we dit met de schoolleiding bespreken? Hoe zouden we ze graag binnen de school willen presenteren? 160-180 minuten Evaluatie van de training Probeer je ervaring in deze training met drie woorden te evalueren of samen te vatten. Uiteraard krijgt je de gelegenheid deze drie woorden toe te lichten.
27
Hans van Dijck
De leerlingfluisteraar Motiveren van leerlingen is te leren Een schoonzus, docent huishoudkunde op een vmbo, heeft jarenlang het verhaal verteld van de allochtone ouder die verbaasd aan haar vroeg ‘Maar slaat u de kinderen dan niet?’ Het zijn verhalen die je bijblijven. Menig docent heeft ervaren dat er een kloof gaapt tussen ons poldermodel van pedagogisch handelen en de autoritaire stijl in buitenlandse culturen. Je hoeft daarvoor geen enorme geografische afstanden af te leggen. In Nederland kiezen we voor intrinsiek motiveren, bij voorkeur door te inspireren en waar nodig een beetje onderhandelen. We gaan liever niet over tot dwang. Hoewel, soms lijkt dat onontkoombaar. Veel docenten hebben er moeite mee leerlingen aan het werk te krijgen; echte ambitie losmaken is vaak helemaal een ‘mijl op zeven’. Toch legt het extrinsiek motiveren met de krachtige, dwingende stem het meestal af tegen intrinsiek motiveren: de leerlingfluisteraar. In een vorig artikel (Mindset en leerprestaties) ben ik ingegaan op enkele interessante resultaten van onderzoek waar het gaat om leerlingen tot prestaties brengen. Die resultaten geven ons nieuw inzicht in de psychologie van het intrinsiek motiveren. In dit artikel kom ik tot een vijftal samenhangende factoren die bij elkaar een sterke invloed hebben op de intrinsieke motivatie. Die motivatie is beïnvloedbaar, zelfs in sterke mate. Het is geen trucje, maar vergt vaardigheden die je als docent consequent benut, zoals toewijding en permanente belangstelling.
Verbinding Zeker leerlingen in de onzekere puberale fase hebben een sterke behoefte er te mogen zijn, gezien en gekend te worden in hun kwaliteiten en onvolkomenheden. Hoe desastreus is het niet als een leerling in december roept ‘Het is nu bijna kerstvakantie en hij kent mijn naam nog steeds niet!´ Iedere docent kent het grote verschil tussen een leerling aanspreken met en zonder de voornaam daarbij te gebruiken. Waaróm is die verbinding of relatie zo wezenlijk? Omdat het de geest opent om nieuwe informatie op te nemen. Zoals een dreiging onze geest verengt tot vecht- of vluchtgedrag, zo werkt verbinding bijna letterlijk geestverruimend. In de metafoor van Pygmalion: de liefde van de beeldhouwer brengt het marmeren beeld tot leven.
Positieve bekrachtiging Ik adviseerde een docent techniek, die klaagde over drie giechelende meisjes die voor zijn vak ‘niet te motiveren waren’, om het drietal een tijdlang alleen complimenten te maken over wat ze goed doen, in plaats van afkeuren wat ze verkeerd doen. Vier maanden later hadden ze alle drie
28
gemiddeld een 8,5 voor het vak techniek. Hij was verbaasd over de invloed die hij op hun gedrag had.
De invloed van verwachtingen Docenten die van bepaalde leerlingen hoge verwachtingen hebben, geven deze leerlingen vaker complimenten. Als gevolg hiervan gaan deze leerlingen beter hun best doen en presteren dan beter dan gemiddeld. Docenten die van bepaalde leerlingen geen hoge verwachtingen hebben, beoordelen de toetsen van deze leerlingen gemiddeld met een lager cijfer dan neutrale docenten, die deze leerlingen niet kennen. Hier zit het voorspellende karakter dus niet in de lagere prestatie van de leerling, maar in het vooroordeel van de docent die wil zien dat zijn eigen verwachtingen worden bevestigd. Dit is ook het geval als die verwachtingen niet ontleend worden aan eigen ervaringen, maar aan de informatie van een onderzoeker. Dit geeft te denken over onze onderwijspraktijk waarin docenten meestal de Cito-score van de leerling kennen. Een afdelingsleider van een school vertelde me dat hij een brugklas met gemengde havo-vwo adviezen een code had gegeven waaruit de docenten hadden begrepen dat het een vwo+ klas betrof. Met het kerstrapport bleek dat de leerlingen gemiddeld op het vwo+ niveau hadden gescoord! Zij hadden netjes gedaan wat van hen werd verwacht.
Steeds kunnen doorgroeien Professor Carol Dweck heeft aan de invloed van verwachtingen een belangrijke dimensie toegevoegd. Uit haar onderzoek blijkt dat docenten die ervan uitgaan dat de prestaties van leerlingen vooral bepaald worden door hun intelligentie, zij spreekt van een fixed mindset, leerlingen tot min-der hoge prestaties brengen dan docenten die ervan uitgaan dat inspanning de belangrijkste factor is in het presteren. Zij noemt dat een growth mindset: ervan uitgaan dat je door inspanning en oefe-ning vrijwel alles kunt leren. Het gaat hier dus om de invloed van de mindset van de docent, die in belangrijke mate bepalend is voor de studiehouding van de leerling. Kennelijk neemt de leerling het mentale model van de docent ongemerkt over en ontwikkelt bij een fixed mindset meer faalangst, en bij een growth mindset meer zelfvertrouwen. Ook blijken leerlingen met een growth mindset sneller sociale vaardigheden aan te leren omdat hun uitgangspunt is dat ze het gedrag van medeleerlingen kunnen beïnvloeden (growth), terwijl leerlingen met een fixed mindset ervan uitgaan: Ze zijn nu eenmaal zo!
Kwaliteit feedback In ‘Mindset en leerprestaties’ ben ik ook ingegaan op het belang van goede feedback als leerlingen fouten maken. Frustrerend zijn fouten waaraan niets meer is te doen. Dat maakt het nakijken van proefwerken voor leerlingen weinig motiverend: je ziet wel wat je fout hebt gedaan, maar je kunt er niets meer aan doen. Vaak komt de stof voorlopig niet terug, dus ‘helaas pindakaas’. Als leerlingen de feedback echter kunnen benutten om de prestatie te verbeteren, raken ze wel gemotiveerd. Dan blijkt dat leerlingen die een natuurlijke achterstand hebben op een bepaald vlak deze zelfs kunnen ombuigen in een voorsprong. Hoe korter de feedbackloop, hoe sneller de leercurve. Bij vrijwel alle sporten worden video-opnames gebruikt om de techniek of tactiek van de sporters te verbeteren. Een sporter die merkt dat het werkt, zal de feedback direct benutten. Met leerlingen is dat niet an-ders. Een oordeel (goed, kan beter, niet zo best) is als feedback niet zinvol. Goede feedback richt zich op het concrete gedrag, hoe preciezer hoe beter. Of het nu gaat om het schaatsen van een bocht, het maken van een houtverbinding, het oplossen van een wiskundig vraagstuk of het onder controle krijgen van impulsief gedrag, hoe concreter een docent
29
kan aangeven wat een leerling moet doen, hoe gemotiveerder een leerling zal zijn om dat uit te proberen. Dat een leerling daarna iets kan wat hij eerder niet kon, betekent voor de meeste leerlingen dat het leren ook nuttig was. Een verder weg gelegen nut (heb ik er later iets aan?) speelt voor sommige leerlingen een rol, maar is voor de meesten van beperkt belang. Kort samengevat is het motiveren van leerlingen gewoon te leren: verbinding, positieve bekrachtiging, hoge verwachtingen, een growth mindset en de vaardigheid om kwalitatief goede feedback te geven. Elke docent kan deze vaardigheden verder ontwikkelen, want ook aan zijn kwaliteiten zit geen bovengrens. Elke docent kan een leerlingfluisteraar worden.
Bronnen - Dweck, Carol S. PH.D. Mindset The new psychology of success Random House, New York 2006, 239 p. Er is een Nederlandse vertaling van het boek. - Carol Dweck on You Tube: Discovering the Importance of Mindset; The Effect of Praise on Mindsets, Growth Mindsets and Motivation; Fixed vs. Growth Mindset - Pygmalion-effect on You Tube: Self-fulfilling prophecy: Pygmalion-effect; Pygmalion Effect: Manag-ing the Power of Expectations
30
31
Hans van Dijck
Mindset en leerprestaties Belangrijke inzichten dwingen ons tot grondige herbezinning op pedagogisch handelen In het Schoolblad van november 2011 zei een docent wiskunde tegen een oud-leerling die tot zijn verrassing collega-docent wiskunde op dezelfde school werd: ”Ik vind jou een voorbeeld van hoe je als docent eigenlijk maar een klein radertje bent in het leven van leerlingen. Het kan raar lopen. Bij sommige leerlingen denk je ‘dit wordt niks’ en bij anderen verwacht je ‘dit wordt een toppertje’. In de praktijk kan het precies andersom zijn.” Al sinds het werk van Robert Rosenthal over het zogeheten pygmalion-effect weten we dat de verwachtingen van docenten van bijzondere invloed zijn op de leerprestaties. In de afgelopen jaren heeft het werk van professor Carol Dweck het inzicht in de psychologie van de verwachtingen verder verdiept. Ook in ons eigen land zijn er interessante resultaten die leerkrachten prikkelen tot grondige herbezinning op hun pedagogisch handelen.
Pygmalion-effect In experimenten naar het pygmalion-effect kregen docenten vooraf informatie dat bepaalde leerlingen intelligenter waren dan gemiddeld. In werkelijkheid waren deze leerlingen willekeurig uitgekozen. Op alle meetmomenten bleken de leerlingen van wie de docenten dachten dat ze slimmer waren, ook feitelijk beter te scoren. Zij hadden dit effect zonder het te beseffen zelf veroorzaakt, want het docentengedrag was de enige variabele. Positieve verwachtingen leiden ertoe dat leerlingen anders benaderd worden, meer zelfvertrouwen en motivatie ontwikkelen, waardoor ze beter presteren. In 2006 publiceerde professor Carol Dweck de resultaten van haar onderzoek dat voortbouwt op het pygmalion-effect. Zij onderzocht de achtergrond van de verwachtingen die leraren hebben van leerlingen en kwam tot een tweedeling: docenten met een fixed mindset en docenten met een growth mindset. De eerste groep gaat er vanuit dat intelligentie vooral aangeboren is, en een boven-grens heeft die bepaald is. Docenten met een fixed mindset maken opmerkingen in de trant van: ‘Het zit er bij hem/haar gewoon niet in’ of ‘Die leerling zit aan zijn grens, het zal niet veel beter worden’. Docenten met een growth mindset geloven dat vooral inspanning bepaalt of leerlingen een prestatie kunnen leveren. Zij maken andere opmerkingen over leerlingen: ‘Als deze leerling zolang vragen blijft stellen tot hij/ zij het begrijpt..’ of ‘als deze leerling alle oefeningen nauwgezet maakt, zal hij/zij de toets zeker voldoende maken.’ Uit haar onderzoek blijkt dat leerlingen van docenten met een growth mindset een veel groter leerpotentieel etaleren dan leerlingen van docenten met een fixed mindset.
32
Fixed versus growth mindset Dweck liet leerlingen opdrachten maken. Nadat die waren afgerond kreeg de helft van de groep positieve waardering vanuit de fixed mindset (You did very well, you must be very smart to do this!), de andere helft kreeg positieve feedback vanuit de growth mindset (You did very well, you worked hard to do that!). Alle leerlingen kregen dus een compliment, maar de aard van het compliment was anders. Daarna kregen alle leerlingen de vraag of ze opnieuw een aantal opdrachten wilden maken. Van de eerste groep was het aantal leerlingen dat dit wilde geringer, waarschijnlijk omdat de opmerking ‘You must be very smart’ hen faalangstig had gemaakt. Ze wilden dat slim zijn niet in de waagschaal stellen. De leerlingen die de feedback kregen ‘You worked hard’ hadden meer zin in een vervolgtaak, maar bovendien presteerden ze significant beter. Kennelijk hadden zij de boodschap ontvangen ‘Je kunt ook de volgende opdracht aan, als je je maar inspant’ en dat had hen zelfvertrouwen gegeven. De resultaten van Dweck’s onderzoek waren al significant na één enkele opmerking van een onderzoeker. De invloed van een docent die dagelijkse vele opmerkingen maakt richting leerlingen is waarschijnlijk veel groter. Veel leerlingen hebben een werkhouding die te wensen over laat. Het lijkt erop alsof ze met zo weinig mogelijk inspanning een 6- willen scoren, zodat ze kunnen zeggen ‘Ik heb er niets voor gedaan, en heb toch een voldoende.’ Leraren en ouders weten niet wat ze met dit gedrag aan moeten, de leerling lijkt ‘niet gemotiveerd’ om een prestatie te leveren. Feitelijk is hier sprake van een fixed mindset bij de leerling: Het maakt niet uit of ik me inspan, mijn intelligentie bepaalt of ik het kan. Wat wij ons moeten afvragen is: Van wie hebben ze deze mindset overgenomen?
De werking van feedback Aan de Universiteit Leiden is een computerprogramma (‘Bereslim’) ontwikkeld voor jonge leerlingen om te leren lezen. Dat programma is gebruikt voor leerlingen met en zonder leesproblemen. Leerlingen met een leesprobleem hebben DNA waardoor ze minder dopamine produceren. Dopamine reguleert zenuwprikkels; als die regulering niet goed is, is concentratie op één opdracht lastiger. Zowel de leerlingen zonder als de leerlingen met de leesproblemen doorliepen de oefeningen. Telkens als een leerling een fout maakte, verscheen een beertje op het scherm dat aangaf welke fout er was ge-maakt en hoe het wel moest. De resultaten van dit onderzoek waren opmerkelijk: terwijl alle leerlingen hetzelfde programma doorliepen, haalden de leerlingen met de leesproblemen niet alleen hun achterstand in, maar zij passeerden zelfs de leerlingen zonder leesproblemen! Hun zogenaamde leesachterstand werd onder deze omstandigheden omgezet in een voorsprong! Wat geldt voor leerlingen met aandachtsproblemen kan ook gelden voor andere leerlingen met leerproblemen: bij de goede aanpak zal een leerling wel degelijk succes boeken en dat succes motiveert om steeds de volgende stap te zetten. Concrete hanteerbare feedback is een belangrijke factor, maar daarbij ook de mindset die de leerling onder invloed van de docent ontwikkelt. Het onderzoek van Dweck en de resultaten uit Leiden roepen belangrijke vragen op: Is het verstrekken van verklaringen voor dyslexie, adhd e.d. geen uiting van een fixed mindset? Werkt dat niet als een selffullfilling prophecy (‘ik kan niet spellen want ik ben dyslectisch, dus hoef ik het ook niet te kunnen’)? Werkt het vroegtijdig determineren van leerlingen niet beperkend op de groeimogelijkheden? Doen wij leerlingen niet ernstig tekort als we hen kwalificeren als ‘een
33
typische havo-klant’ of ‘vmbo-t is echt wel het maximale dat er in zit’? De docent die aan het begin van dit artikel aangaf slechts een klein radertje te zijn in de ontwikkeling van een leerling heeft zichzelf onderschat. Laten we de belangrijke nieuwe inzichten uit de wetenschap benutten om ons verder bewust te worden van de signalen die we afgeven in de klas.
Bronnen Dweck, Carol S. PH.D. Mindset The new psychology of success Random House, New York 2006, 239 p. Er is een Nederlandse vertaling van het boek. Carol Dweck on You Tube: Discovering the Importance of Mindset; The Effect of Praise on Mindsets, Growth Mindsets and Motivation; Fixed vs. Growth Mindset Pygmalion-effect on You Tube: Self-fulfilling prophecy: Pygmalion-effect; Pygmalion Effect: Managing the Power of Expectations
34
35
Hans van Dijck
Geloof in leerbaarheid Toetsen worden bij een tweede beoordeling door een docent die de leerlingen niet kent, anders becijferd dan door de eerste docent. Bij analyse blijkt dat de in de ogen van de eerste beoordelaar zwakke leerlingen, bij de tweede beoordeling hoger scoren. De opvatting van de docent over de capaciteiten van de leerling heeft blijkbaar invloed gehad op de beoordeling. Dit blijkt een structureel verschijnsel. Carol Dweck, hoogleraar psychologie en onderwijskunde aan Yale University, komt tot een opmerkelijke stelling. Zij ziet twee typen mensen, zij die ervan overtuigd zijn dat iemand leerbaar is, maar dat daaraan een duidelijke bovengrens zit (het IQ), en zij die geloven dat zo’n bovengrens niet echt bestaat: mensen kunnen eindeloos doorgroeien. De eerste groep heeft een fixed mindset de tweede groep een growth mindset. De eerste overtuiging zegt dat metingen zoals IQ-tests en Cito-scores objectief aangeven wat iemand kan. Meer moet je van die persoon eigenlijk niet verwachten. De tweede overtuiging stelt dat je nooit kunt weten hoe hoog de lat mag liggen. Zolang mensen gemotiveerd blijven om te leren, blijkt die lat steeds weer hoger gelegd te kunnen worden. Beide mindsets werken als een self-fulfilling prophecy. De één belemmert het leren, de tweede stimuleert het leren! De uitslag van de Cito-toets werkt dus belemmerend. Niet alleen omdat leraren ernaar gaan handelen, maar ook omdat de leerling zichzelf gaat definiëren als iemand met een bovengrens in capaciteiten. Datzelfde geldt voor leerlingen die weten dat ze dyslectisch zijn. Waarom veel investeren in taal als je op dat punt gewoon een handicap hebt? Het gedrag dat hoort bij een fixed mindset laat minder bereidheid zien tot inspanning. Het onderzoek laat verder zien dat docenten met de fixed mindset hun opvattingen ook op zichzelf toepassen. Ze beschouwen zichzelf als ‘uitgeleerd’: ze weten alles wat ze moeten weten om hun werk goed te doen. Ze gedragen zich betweterig en eigenwijs. Volgens Dweck heeft het ook effect in de privé-sfeer: ze besluiten eerder tot echtscheiding. ’Die relatie wordt toch niks meer want ik ben nu eenmaal zo!’ Het onderzoek van Dweck is essentieel voor schoolleiders. Wat is uw mindset ten aanzien van de leerbaarheid van uw docenten? Onlangs klaagde een schoolleider over het gebrek aan professionaliteit onder zijn docenten. Hij schudde zijn hoofd: ‘Het zit er gewoon niet in, ze hebben het niveau niet!’ ‘Als je hiervan overtuigd bent, heb je gelijk’ zei ik cryptisch ‘maar als je erin gelooft dat hun professionaliteit kan toenemen, krijg je gelijk!’
36
Op de vraag ‘Are leaders born or made’ laat Dweck overtuigend zien dat het laatste het geval is: je kunt leren om je medewerkers in de leerstand te krijgen, mits je ervan overtuigd bent dat ze het kunnen. Wie dus last heeft van inflexibele, betweterige of klagende docenten, heeft de oplossing in eigen hand. Hun gebrek aan leerbaarheid wordt (mede) veroorzaakt door uw eigen opvatting en het veelal onbewuste gedrag dat eruit voortvloeit. Moeilijk te veranderen? Ja, héél moeilijk, want het begint met geloven in mensen in wie je tot nu toe niet geloofde! Literatuurtip: Dweck, Carol S. Ph. D. (2006) Mindset, Random House
37
BIJLAGE 1
Vervolgopdracht: Beelden Interpreteren van plaatjes
Beelden Wat zie je?
NB: sommige beelden zijn redelijk bekend, andere niet. Gebruik meerdere plaatjes. Laat de deelnemers zoeken naar de 2 verschillende interpretaties.
38
Bij het plaatje hiernaast gaat het over de vraag of we lezen of voorspellen. Op zich is voorspellen natuurlijk vaak nodig, toch is het van belang je bewust te zijn wanneer je dat doet. Je ziet de twee keer “de” niet meer. Veel mensen zijn zich niet bewust van: dat ze invullen en hoe ze invullen door te voorspellen. Bij mindset hoort bewustzijn van leerkrachten die weten hoe zij geneigd zijn beelden van anderen (leeringen bijvoorbeeld) ‘automatisch’ in te vullen. We helpen ze graag in de twijfel, dat maakt de waarneming scherper.
Kijk naar de lijst en noem de kleuren (NIET de woorden!)
GEEL ZWART PAARS ORANJE BLAUW GROEN
BLAUW ROOD GEEL GROEN ROOD BLAUW
ORANJE GROEN ROOD ZWART PAARS ORANJE
Bij de kleuren-benoeming gaat het om het schakelen in je hersenen, waarbij je zult merken hoezeer de hersenen geneigd zijn sneller te gaan doen wat de gewoonte is (de woorden lezen) dan wat minder vaak gedaan wordt (kleuren benoemen). Het gaat ook hier dus weer om bewust zijn en jezelf sturen. Je komt zo allerlei elementen van je mindset tegen. Datgene wat je automatisch waarneemt, inkleurt, doet en vindt.
39
BIJLAGE 2
Handout powerpoint Introductie fixed en growth mindset Zie bijgevoegde Powerpoint Dia 1
Dia 2
Dia 3
40
Dia 4
Pygmalion, de beeldhouwer die ver-liefd werd op het beeld dat hij van de ideale vrouw maakte (Galatea). Aphrodite had medelijden met Pygma-lion en bracht het beeld tot leven. Zo werd het beeld de werkelijkheid!
Zie op You Tube allerlei korte filmpjes over
Dia 5
het Pygmalion effect en de expe-rimenten van Rosenthal.
Dia 6
Een brugklas met leerlingen met een h/v
Dia 7
advies (en Citoscore) kreeg van de afdelingsleider een ‘verkeerde’ code mee waardoor de docenten tot aan kerst dachten dat het een vwo+ klas was (Citoscores voor gymnasium). Bij het kerstrapport bleken ze op het niveau van vwo-plus gescoord te hebben.
Dia 8
41
Dia 9
Dia 10
Dia 11
Dia 12
Dia 13
42
Dia 14
Hersenen blijken in letterlijke zin te groeien
Dia 15
als er denk-inspanning wordt geleverd. Zenuwbanen leren prikkels sneller en beter door te geven waar-door we snellere verbindingen maken. Dat geldt zowel voor fysieke prestaties, als voor intellectuele, muzikale en andere creatieve prestaties.
Dia 16
Een brugklas met leerlingen met een h/v
Dia 17
advies (en Citoscore) kreeg van de afdelingsleider een ‘verkeerde’ code mee waardoor de docenten tot aan kerst dachten dat het een vwo+ klas was (Citoscores voor gymnasium). Bij het kerstrapport bleken ze op het niveau van vwo-plus gescoord te hebben.
Dia 18
43
Dia 19
Dia 20
Dia 21
Dia 22
Dia 23
44
Dia 24
Dia 25
Dia 26
45
BIJLAGE 3
Handout pygmalion-effect Pygmalion-effect Zeg tegen een leraar dat hij enkele slimme leerlingen krijgt in een klas, terwijl deze leerlin-gen in werkelijkheid random gekozen zijn. Wat blijkt na verloop van tijd? De zogenaamde slimme leerlingen hebben veel meer geleerd, halen betere resultaten en gaan liever naar school dan de andere leerlingen. De leerkracht heeft zich een positief beeld van die leerlin-gen gevormd. Als ze een fout maken gaat hij op zoek naar het waarom, ze krijgen uitdagender opdrachten enz. De verwachtingen van de leerkracht spelen kennelijk een rol in de prestatie. Dit fenomeen heet het pygmalion-effect. Het is een zodanig (on)geloof in iemand, waardoor dat (on)geloof realiteit wordt. Stereotiepen zitten blijkbaar zo diep geworteld, dat ze ons beoordelingsvermogen aantasten. En wat meer is: mensen geven niet graag toe dat ze zich vergissen, integendeel. Ze zoeken meteen de bevestiging van hun eerste indruk. In de psychologie heet dat ‘the selffulfilling prophecy’. Van alle informatie die binnenkomt, blijft vooral de ‘zie je wel’ indruk hangen.
Oorsprong Het pygmalion-effect is gebaseerd op een verhaal van de Romeinse dichter Ovidius. De beeldhouwer Pygmalion wordt verliefd op het beeld dat hij gemaakt heeft van een godin. Venus wordt door die liefde zo ontroerd dat ze het beeld tot leven wekt. Een duidelijker voorbeeld van hetzelfde principe is het toneelstuk van Bernard Shaw ‘Pygmalion’. Professor Henry Higgins beweert dat hij de Londense bloemenverkoopster, Eliza Doolittle, kan laten doorgaan voor een hertogin. Na tal van dictie- en etiquettelessen slaagt hij daar ook in. Wat het principe echter mooi illustreert is de volgende opmerking van Eliza: “...het verschil tussen een dame en een bloemenverkoopster is niet hoe ze zich gedraagt, maar hoe ze wordt behandeld. Ik zal altijd een bloemenmeisje zijn voor professor Higgins, omdat hij me zo behandelt, maar ik weet dat ik voor jou een dame kan zijn, omdat je me als een dame behandelt, en dat altijd zult doen.”
Van twee kanten Het pygmalion-effect beïnvloedt niet enkel de beoordelaar. Degene die wordt beoordeeld heeft de neiging mee te werken aan dit proces. In extreme gevallen heeft dit zelfs fysiologische gevolgen. In een studie over “prestaties op zee” werden marinecadetten die net hun eerste vaart gingen maken, in twee groepen verdeeld. Aan de eerste groep werd verteld dat uit vroegere tests en vragenlijsten bleek dat zij weinig zeeziekte zouden ervaren.
46
En, mocht het toch gebeuren, het weinig invloed zou hebben op hun prestaties. De tweede groep kreeg geen informatie. Op het einde van de vijfdaagse cruise rapporteerden de cadetten uit de eerste groep veel minder zeeziekte en werden ze positiever beoordeeld dan de tweede groep. Dit door officiers die niet op de hoogte waren van de manipulatie.
47
BIJLAGE 4
Extra opdracht eerste dagdeel Jezelf overwinnen, overwinningen op jezelf Duur 30 minuten Laat een fragment (Youtube) zien van idols, of starmaker, een sportfragment of een ander programma en waarin winnaars en verliezers worden getoond. Spreek over de emoties waarmee mensen om hebben te gaan om bijvoorbeeld het lef te hebben om dingen te gaan leren of uitproberen. Vraag deelnemers naar eigen stappen over drempels en welke kwaliteiten zij van zichzelf vervolgens tegenkwamen. Rode draad is steeds dat los van enige aanleg vooral durf, inspanning en inzet nodig zijn om te leren of te slagen. Voorbeelden kunnen zijn: Epke Zonderland Olympisch goud Susan Boyle (Engelse Idols winnares) Opdracht aan de deelnemers: ( in 2-3 tallen)
Achtergrondgedachten hierbij: “Did you (re)set your mind today?” (zie pagina hierna)
48
49
BIJLAGE 5
Interview met Laura en met Nick en Nigel In het kader van het project zijn twee interviews opgenomen met leerlingen. Samen duren ze 25 minuten. Wie extra tijd heeft kan deze opnames bekijken en bespreken.
Rol van relatie voldoen aan verwachtingen Het Appel. Docenten zijn belangrijke beinvloeders van de mindset van leerlingen. Zij kunnen leerlingen heel goed leren een growth mindset te hanteren. In de praktijk zijn daarvoor veel zelfbewustzijn en zicht op de effecten van eigen gedrag van de leraar nodig. Bij het beschikbaar krijgen van een growth mindset is het van belang dat leerlingen een eigen ruimte om te leren krijgen, een speelveld dat voor hen kan dienen als oefenplateau waarop gemerkt kan worden of er sprake is van snappen, kunnen denken, analyseren, communiceren etcetera. De leraar definieert in de regel de relatie tussen leraar en leerling. Nu is het in de regel zo dat leerlingen uitermate gespitst zijn op de toon, woordkeuze, mimiek van de leraar. Je ziet ze bezig met de vraag: waaraan heb ik te voldoen? Wat moet ik denken, doen, oplossen? De leerling zoekt naar de opdracht van de docent. Die opdracht luidt nog veel te weinig: denk eens na over jezelf, bekijk je eigen leerprocessen eens, help eens mee je eigen leerproces te sturen, denk eens na over het waarom van dit leerstuk. Deze vragen zijn uitnodigingen tot participatie in het ontwerp of de uitvoering van het leerproces en maken een leerling daarmee bewuster van zichzelf de eigen mogelijkheden en zo wordt de uitnodiging gedaan te denken in growth termen. Treffend waren de interviews met leerlingen op het Rhedens: de twee jongens zochten naar: welk antwoord willen ze horen? De leerlinge Laura dook de zelfreflectie in en demonstreert veel growth-aspecten in haar reflectie. 1. Zie Rhedens: Nick en Nigel van 0 tot 3.19 minuten. Probeer in de huid van Nick en Nigel te kruipen en te bedenken wanneer zij vooral bezig zijn met de vraag: wat voor antwoord willen zij? En wanneer zij bezig zijn met de vraag: wat is echt belangrijk voor mijn leren? 2. Zie Rhedens: Laura van 0 tot 9 minuten. Laura vertelt over haar mindset. De ontwikkeling ervan en de elementen die ze daarbij als storend of helpend heeft ervaren. De voorzichtige opbouw van een growth mindset. Let bij beide films ook op de relatie met de interviewers. Wanneer zijn de leerlingen bezig met: hoe kan ik voldoen aan wat zij willen horen? En wanneer met: hoe zit het qua leren met mij, hoe werk het, hoe werk ik?
50
51
BIJLAGE 6
Format voor experiment Wat is je experiment?
Met hoeveel en welke leerlingen doe je dit experiment? Eventuele kenmerken van deze leerlingen? Welk klas/jaarlaag/niveau/vak? (indien relevant). Wat zie je bij deze groep als (motivatie)probleem?
Hoe ga je meten wat het experiment voor resultaat heeft? Wat is de startsituatie qua cijfers die deze leerlingen hebben gehaald.
Wat is verder van belang? Bijv. wie ga je er nog bij betrekken? Collega’s, ouders?
52
53
BIJLAGE 7
Extra opdracht dagdeel 3 Creatieve opdracht, teken jezelf als docent met je mindset Teken jezelf als docent. Schrijf (nieuwe) ervaringen en gedachten erbij naar aanleiding van de trainingen en het werken met het gedachtengoed van Dweck over mindsets. Noteer bijvoorbeeld statische en groeigedachten waar je je bewust van bent geworden. Presenteer je tekening.
54
55
BIJLAGE 8
De discussie Waarom is het bewust sturen op groeimindset voor onze school belangrijk? Discussie Mogelijke stellingen •
Luie en intelligente leerlingen komen er toch wel.
•
Alleen de docent die zijn eigen mindset onderzoekt en bespreekbaar maakt, kan leren.
•
Ook met een fixed mindset kunnen leerlingen topprestaties leveren.
56
57
BIJLAGE 9
Lijst met interessante filmpjes en artikelen op internet Filmpjes over Pygmalion Effect
Over werking hersenen
http://bit.ly/1byaAD8
http://bit.ly/14KnImO
http://bit.ly/14NsUGt
http://bit.ly/18wHsKD (google account vereist)
Filmpjes over mindset http://bit.ly/14ADQTN
Interessante sites met artikelen en filmpjes
http://bit.ly/14ADTPy
http://bit.ly/15HHBqE
http://bit.ly/13BQXEZ
http://bit.ly/14eSErV
http://bit.ly/1cEuSim
http://bit.ly/19jOlAc
http://bit.ly/1a3QC5f
http://stanford.io/14eSReI
http://bit.ly/16ReSoc
http://bit.ly/15HDmeU http://bit.ly/16dpTiE http://bit.ly/141bG8P http://bit.ly/15HDATe
Artikelen •
De leerlingfluisteraar, Motiveren van leerlingen is te leren, Hans van Dijck
•
Mindset en leerprestaties, Belangrijke inzichten dwingen ons tot grondige herbezinning op pedago-gisch handelen, Hans van Dijck
•
Geloof in leerbaarheid, Hans van Dijck
58
School aan Zet Lange Voorhout 20 | 2514 EE Den Haag Postbus 556 | 2501 CN Den Haag www.schoolaanzet.nl