December 2011
1e jaargang nummer 2.
Van de redactie: THEMANUMMER NIEUWJAARSCONCERT 2012
Hier is dan het tweede nummer van De Partituur! Het was spannend om de reacties af te wachten na het verschijnen van het eerste nummer, maar enthousiaste mailtjes en positieve telefoontjes van de koorleden gaven me moed om door te gaan. Dank daarvoor, laat me vooral weten wat u vindt en als u suggesties heeft, laat horen! De Partituur is er immers voor de koorleden! Deze keer een extra dik themanummer dat geheel in het teken staat van het belangrijkste concert van het jaar, het nieuwjaarsconcert 2012. Er staat veel op het spel. Stelt de kaarverkoop niet teleur en komen we er financieel goed uit? Aan het programma zal het niet liggen, Ago heeft weer een prachtig programma samengesteld en er staan naast koor en orkest, maar liefst vier solisten op het podium. In dit nummer leest u over elke solist achtergrondinformatie, maar onze hoofdsoliste Annemarie Kremer komt zelf uitgebreid aan het woord. Vanuit haar huis in
Zuid-Frankrijk had ik een interview met haar. Ook beschermheer van het ROK, burgemeester Aboutaleb, was tot een persoonlijk interview bereid. Het was even doorzetten, elk verzoek loopt immers via allerlei kanalen, zoals woordvoerders en afdeling communicatie, maar medewerking was er volop en uiteindelijk is het gelukt. De burgemeester is inmiddels een grote fan van het ROK. Studio Gwendolyn staat ook in de schijnwerpers. De studio begeleidt en ondersteunt het NJC dit jaar met dans. Reden genoeg om eens te horen hoe een en ander tot stand komt en wie de stuwende kracht achter deze dansstudio is. Vanuit de koorleden vertelt Pien Lobenstein, als een van de oudste leden van het ROK, hoe vroeger de voorbereidingen waren voor het NJC en of er in de jaren veel is veranderd. Zij is geboren in 1923 en is lid van het ROK sinds 1965. Pien behoort inmiddels tot het meubilair van het ROK, dat mag best (met alle
respect natuurlijk) gezegd worden. Het was een druk jaar met verschillende optredens en concerten en ter afsluiting de bonte avond met optredens van eigen koorleden. Het was een genot voor oog en oor. We hoorden onder andere de zoetgevooisde stem van Wil Buijs, de muzikale bijdrage van Hans Blokland, de prachtige stem van Anneke Ham en de (g)rap van de voorzitter. Zonder iemand te kort te willen doen, noem ik ook Mister Anonymus, alias Koos van der Klein. Hij gaf op ludieke wijze een prikkelend verslag vol zelfspot over de koorrepetities van het afgelopen jaar. Een staaltje cabaret van de hoogste orde, u zult er in de komende uitgaven van de Partituur nog regelmatig een vals nootje van meelezen. Gedenkwaardig was het optreden op de dag van de romantische muziek. Het was even wennen zonder Ago, maar als troost waren er romantische boa’s en hoeden. Het werd een prachtig concert onder de plezierige en professionele leiding van
Hoe krijgen we de Doelen vol?
Jurate Haasdijk. Verrassend dat niet alleen burgemeester Aboutaleb, maar ook minister Opstelten, oud- beschermheer van het ROK en oud-burgemeester op de eerste rij zaten. En dan als laatste opmaat naar het NJC het concert op 27 oktober jl. in Te Hoogerbrugge. Met Meike als soliste, verfrissend en met een fantastische stem! En nu maar hopen dat de bewoners met bussen vol naar de Doelen komen op 7 januari. Ik wens u veel leesplezier met deze tweede Partituur en vergeet vooral niet veel kaarten te verkopen! Uw redacteur, Liesbeth van den Boogaart.
O, bent u daar alweer? Nogmaals 10 kaarten?
7 Januari 2012 Nieuwjaarsconcert UITVERKOCHT……….!
Annemarie Kremer ‘’ALS IK THUIS BEN IN ZUID-FRANKRIJK LUISTER IK NAAR DE MUZIEK VAN DE NATUUR.’’ ‘’NET ALS BIJ ABBA: I COULD SING BEFORE I COULD SPEAK!’’ ‘’JE MOOISTE ROL IS VAAK DE ROL DIE JE OP DAT MOMENT ZINGT.’’ “IK HEB VERTROUWEN IN AGO ALS DIRIGENT, HIJ STAAT GARANT VOOR EEN PROFESSIONEEL NIVEAU.” ‘’HET ROTTERDAMS OPERA KOOR IS EEN GOED KOOR.’’ Vanuit haar huis in Zuid-Frankrijk heb ik een telefonisch interview met Annemarie Kremer, de hoofdsoliste van het nieuwjaarsconcert 2012. Nog voor ik de eerste vraag kan stellen, valt ze me in de rede en zegt: “Wacht even dan pak ik er een kop koffie bij.” De sfeer is direct gezet, het wordt een warm en open gesprek. Annemarie Kremer is aardig, spontaan en bereid de leden van het Rotterdams Opera Koor uitgebreid te informeren over haar muzikale en succesvolle carrière. Ik krijg wat ik hebben wil: een beeld van de vrouw achter een mooie warme stem waarin ze zoveel gevoel legt. Waar komt uw liefde en talent voor muziek/zingen vandaan en hoe is die ontstaan?
’De liefde voor muziek zat er al vanaf het begin in, het zit in de genen. Als klein meisje was ik altijd aan het zingen. Net als bij ABBA: I could sing before I could speak!
Mijn moeder zong ook graag en had ook een prachtige sopraanstem, zij heeft mij enorm gestimuleerd. Ik zat al jong op een kinderkoor en werd al heel jong uitgekozen om solo’s te zingen. Tijdens de middelbare school speelde ik klassiek piano, had een eigen bandje, zong en schreef mijn eigen liedjes. Op een podium staan vond ik het mooiste wat er was. Het was mijn moeder die mij en mijn zus herhaaldelijk vroeg mee te gaan naar het operettekoor. Het leek me niets, aarzelde lang, maar uiteindelijk -na lang aandringen- ben ik toch meegegaan en daar is mijn operastem, mijn natuurstem ontdekt. Ik kreeg dan ook direct een solo in “Eine Nacht in Venedig’’, het was een bijzondere ervaring. Mijn zusje had ook een mooie stem, maar ik was gedrevener en wilde niets liever dan zingen en acteren. Mijn grootste wens was ooit een populaire zangeres te worden, maar ik werd uiteindelijk gelukkig een klassiek zangeres, daar zit toch veel meer uitdaging in. Mijn opleiding startte ik op het conservatorium in Zwolle, maar studeerde af in Maastricht, omdat ik wist dat daar een goede operaklas en een goede docente waren. Mijn carrière is daarna in één golvende beweging gegaan en is nu in volle bloei.”
U zingt op bekende podia en vertolkt prachtige rollen in het buitenland. Tijdens het bevrijdingsconcert in Amsterdam was u te zien en te horen op televisie. Hoe ervaart u het om te zingen met het Rotterdams Opera Koor? Het koor heeft ten slotte een amateurstatus, waar ligt voor u de uitdaging?
‘’Ik heb al eens in het verleden met het Rotterdams Opera Koor gezongen en heb dit toen erg leuk gevonden. Er heerst een prettige sfeer bij het koor, dat vind ik belangrijk. En ik heb ook veel vertrouwen in jullie dirigent, Ago Verdonschot, hij staat garant voor een professioneel niveau. Ook is het fijn om weer in Nederland te zingen, de zaal is prettig en het repertoire is mooi. Ik vind het ook heerlijk om Norma weer te kunnen zingen! Voor mij is sfeer heel erg belangrijk, de randvoorwaarden moeten kloppen en bovendien is het Rotterdams Opera Koor een goed koor.”
Is er een speciale rol geweest die voor een doorbraak heeft gezorgd in uw carrière?
‘’Ik kreeg bekendheid in Nederland door mijn rol in de opera Agrippina van Händel. Die zong ik in het Concertgebouw in Amsterdam. In Frankrijk was dat in de rol van Donna Anna uit de opera Don Giovanni van Mozart. Deze voorstelling werd op de televisie uitgezonden en er werd een dvd van gemaakt. In Amerika werd ik bekend als Madama Butterfly van Puccini.’’
Wat is uw mooiste rol?
“Het is meestal de rol waar ik op dat moment mee bezig ben en dat is nu Salome van Strauss, maar de karakters en muziek van Madama Butterfly, Tosca en Norma liggen me ook zeer na aan het hart.”
Wie bewondert u of is uw grote voorbeeld?
‘’Ik bewonder Maria Callas en Virginia Zeani, maar ook onze eigen Nederlandse vedette Christina Deutekom. Omdat ik de eerste Nederlandse sopraan ben die, 35 jaar nadat Christina dat deed, de rol van Norma vorig jaar vertolkte in Nederland, mocht ik haar thuis bezoeken. Dat heeft een flinke indruk op me gemaakt. We hebben samen bij haar aan tafel de hele rol doorgezongen, ze is inmiddels een tachtiger, maar haar stem is nog krachtig. Ik kreeg tips van haar over mijn coloratuur waar ik veel aan heb gehad (coloratuur is de naam van een reeks versieringen in de muziek door snelle loopjes, sprongen, korte noten en tremelo’s, red). Bijzonder was dat ik met Norma tijdens mijn theatertour in een aantal theaters heb gestaan waar destijds ook Christina Deutekom Norma heeft gezongen tijdens haar tour.’’
Welke rol zou u nog eens willen zingen?
‘’Ik heb nog vele wensen. Er zijn zoveel prachtige rollen om te zingen, maar een aantal wensen heb ik al kunnen vervullen: Norma, Madama Butterfly en Tosca. Graag zou ik Arabella van Richard Strauss willen zingen, Fiordiligi uit Cosi fan tutte van Mozart en Senta uit der Fliegende Holländer van Wagner. Binnenkort zing ik de titelrol in de opera Salome van Richard Strauss in Wenen. Het is een schitterende rol en ik vind het een uitdaging om daar mijn weg in te vinden. Het gaat over een meisje van 16 jaar, die in onze tijd zo’n beetje als psychiatrisch patiënt gezien zou worden. Dat staat ver van me af, dus je moet je daarin helemaal inleven. Het is ook prachtige muziek. Wat ik het liefste wil is mensen raken, emoties losmaken.’’
Opera heeft een specifiek, vaak wat ouder publiek. Hoe kun je jongeren bereiken en ze enthousiast maken voor opera? Heeft u daar ideeën over?
‘’Nou, dat is niet makkelijk in deze tijd, een tijd waarin alles snel en heftig is. Hoewel, opera kan ook heftig zijn, maar het is toch minder flitsend. Ik denk dat het een kwestie van educatie is. Kijk maar naar de manier waarop dit in Duitsland gaat. Tijdens de schooltijd bezoekt ieder kind met de school regelmatig het theater. Ook vanuit de theaters zelf wordt er veel meer gepusht naar de jeugd toe. Het publiek is jonger dan in Nederland. Via de scholen kun je de jeugd al jong laten kennismaken met muziek. In Nederland gaat het nu precies de andere kant op en dat is vreselijk jammer.” Welke muziek zou u meenemen naar een onbewoond eiland?
‘’Geen muziek! Als ik thuis ben in Zuid-Frankrijk luister ik het liefst naar de muziek van de natuur, de pure stilte. Ik woon op een berg en heb stilte om me heen, dat is heerlijk.’’
Houdt u ook van andere muziek dan opera, naar welke muziek luistert u zoal?
“Het moet toevallig voorbij komen op de radio, maar dan iets van Christine Aguilera of James Blunt. Ik houd ook erg van Zuid-Amerikaanse muziek. En het is misschien een beetje ouderwets, maar ook The Gipsy Kings vind ik geweldig en Sting.’
Het interview is afgelopen, de vragen zijn gesteld en ik heb genoeg op papier om uit te werken. We babbelen nog wat na en dan vertelt Annemarie terloops dat ze ook veel van dansen houdt. Ze heeft zelfs verschillende dansopleidingen gevolgd. Dan valt bij mij het kwartje en zie ik haar voor me, een zangeres die zich gracieus en erg makkelijk beweegt op het podium tijdens het zingen. De muziek lijkt verankerd te zijn in haar bewegingen. Is het de liefde voor dans die zorgt voor die extra dimensie tijdens haar optreden? Dat zeg ik haar, ze vindt het leuk dat ik die link leg en voelt zich zelfs vereerd. Als ik daarna het gesprek beëindig, realiseer ik me dat werken met deze soliste een eer is voor het Rotterdams Opera Koor.
MEER NOTEN OP DE ZANG…………………..WIE ZIJN DE ANDERE SOLISTEN?
Jeroen Bik- tenor
Na de middelbare school begon hij een studie lucht- en ruimtevaarttechniek aan de technische hogeschool te Delft. Na een jaar Delft werd hij toegelaten op het conservatorium te Enschede. Intussen nam hij privéles bij de Italiaanse bariton Scipio Colombo. Die ontdekte dat Jeroen Bik geen bariton is, maar een tenor. Als Piquillo in La Perichôle maakte Jeroen Bik zijn Nederlands debuut als tenor in Maastricht. Van 1998 tot
en met 2001 was Jeroen Bik vast verbonden aan het Stadttheater van Giessen in Duitsland. Bij Opera Zuid zong hij in Die Zauberflöte de rollen van de priester en de eerste ‘geharnischte’ en in Magdenburg de rol van Erik in Der Fliegende Holländer van Richard Wagner. Bij Operazuid heeft Jeroen Bik de hoofdrol gezongen in een opera van Prokofjev, namelijk Alexey in De Speler. Jeroen Bik speelde ook 14 keer de hoofdrol in
Tannhauser in Ulm. Helaas werd bij zijn vrouw in 2009 leukemie geconstateerd, waardoor hij niet meer beschikbaar was voor een productie tot eind 2010.
Vanaf oktober 2010 heeft hij weer les van James McCray. In februari 2011 zong hij voor bij Gustav Kuhn in Erl en werd aangenomen als cover voor de rol van Tannhäuser bij de Tiroler Festspiele in Erl.
Gert-Jan Alders –bas
De bas Gert-Jan Alders studeerde aan de conservatoria van Alkmaar en Amsterdam. Daarna heeft hij zich met diverse professionele cursussen bezig gehouden, onder andere die van het Internationaal Opera Centrum Nederland, waar hij deelnam aan de masterclass van Ekaterina Jofel, Russisch zangpedagoge. Naast zijn werk bij het Groot Omroepkoor en het ontwikkelen van lied- en oratoriumrepertoire houdt Gert-Jan zich bezig met het opbouwen van een omvangrijk operarepertoire. Een greep hieruit:
Caronte uit 'Orfeo’ van C. Monteverdi, Don Pasquale, Boris Godoenov, Vorst Igor uit Prins Igor van A. Borodin, Philips II uit Don Carlos van G. Verdi en Escamillo uit Carmen van G. Bizet. Gert-Jan soleerde enkele malen tijdens de matinee op de vrije zaterdag in het Concertgebouw Amsterdam in Renard van I. Strawinsky, in Arabella van R. Strauss en met de rol van burgemeester in Kerstavond van N. Rimski-Korsakov o.l.v. Valery Giergiev.
.
Mylou Mazali -mezzo sopraan
De mezzosopraan Mylou Mazali studeerde aanvankelijk Spaans, maar door een bijbaantje als figurant bij de Nederlandse Opera besloot zij haar studie om te zetten in een studie zang. Haar eerste werkervaring was als koorlid bij de New Israeli Opera in Tel Aviv, waarna zij
aansluitend nog vier seizoenen lang bij de Nationale Reisopera in het koor zong. Als gastsoliste trad zij op met onder andere het West-Friesemannenkoor, Amsterdams operakoor, Volendams operakoor, Baarns mannenkoor en Haags Toonkunstkoor. Als soliste brak Mylou door in 1999 in Duitsland in
‘der Bettelstudent’ en zong zij regelmatig bij opera en oratoriumkoren. Sinds 2004 heeft zij haar eigen ensemble onder de naam ‘Opera Laria’. In 2006 richtte zij de stichting ‘The Dutch Operasinger’ op, waarmee zij een nieuwe vorm van operaconcerten wilde opzetten. Inmiddels, onder haar eigen naam ‘The Mazali Operasingers’ in samenwerking met Stadshersetl Amsterdam, verzorgt zij onder de naam ‘Opera per Tutti’ iedere
donderdagavond operaconcerten in de Vondelkerk. Inmiddels is Opera per Tutti een uniek fenomeen in Nederland geworden, waaraan meer dan 50 zangers, diverse pianisten en studenten verbonden zijn. Voor info: www.operapertutti.nl
Bron internet
Burgemeester A. Aboutaleb
‘’ALS HET JONGE PUBLIEK NIET NAAR DE OPERA KOMT, MOET DE OPERA NAAR HET JONGE PUBLIEK.’’ ‘’WE ZIJN ER TROTS OP DAT ROTTERDAM EEN ECHT OPERAKOOR HEEFT!’’ ‘’IK ZING WEL EENS SAMEN MET MIJN KINDEREN, MAAR DIE HEBBEN MIJ NOOIT AANGEMOEDIGD IETS MET MIJN ZANGTALENT TE GAAN D OEN’’
Was u, voordat u beschermheer werd van het Rotterdams Opera Koor, al geïnteresseerd in opera? ‘’Toen ik nog in Amsterdam en Den Haag werkte, heb ik natuurlijk wel eens operavoorstellingen bezocht. Vaak krijg je als ‘hoogwaardigheidsbekleder’ een uitnodiging voor belangrijke culturele evenementen in de stad. Daar ging ik met veel plezier naar toe,
maar een speciale interesse in opera had ik toen nog niet. Toen ik beschermheer werd van het Rotterdams Opera Koor ben ik me meer in de opera gaan verdiepen.’’
Speelt muziek een rol in uw leven en van welke muziek houdt u in het bijzonder? ‘’Helaas heb ik een hele drukke agenda en niet zoveel tijd om concerten te bezoeken of thuis muziek te luisteren. Ambtshalve ben ik eigenlijk vaker bij concerten dan privé. Als ik thuis stukken lees, zet ik vaak wel achtergrondmuziek op. Dat is dan vaak klassiek of jazz. Mijn muziekbelangstelling is heel breed, maar niet ieder genre is even geschikt om bij te werken. Mijn kinderen maken ook graag muziek (een van mijn dochters treedt ook op) dus dat pik ik ook wel mee.’’
Hoe hebben u en uw vrouw de afgelopen nieuwjaarsconcerten ervaren? ‘’Als hartverwarmend en enthousiasmerend. De concerten waren voor ons echt een aanleiding om ons in deze muziekvorm te verdiepen. We zijn er trots op dat Rotterdam een echt operakoor heeft.’’
Is opera bekend in de Marokkaanse samenleving? ‘’Bij opera denkt iedereen natuurlijk in de eerste plaats aan Italië, waar deze muziekvorm oorspronkelijk vandaan komt. De combinatie van gezongen dichtregels met muzikale begeleiding en een decor, zie je in bijna alle culturen wel terug. Overal hebben componisten, musici en uitvoerende artiesten naar vormen gezocht om het publiek te vermaken, te onderwijzen of een boodschap mee te geven. Maar dat noem je geen opera, daarvoor is deze muziekvorm teveel ingebed in de klassieke westerse muziekgeschiedenis.’’
Wij willen graag een jonger publiek laten kennismaken met opera. Heeft u ideeën hoe wij deze doelgroep kunnen bereiken? ‘’Onbekend maakt onbemind, zeggen ze wel eens. Als het jonge publiek niet naar de opera komt, moet de opera naar het jonge publiek. Hier in Rotterdam werken scholen samen met de SKVR ( Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam, red) om kinderen te laten kennismaken met een koor of een instrument. Juist voor de kinderen die van huis uit niet gestimuleerd worden om muziek te maken. Zoiets kan ik mij ook voorstellen met opera.’’
Bent u muzikaal en kunt u zingen? ‘’Dat weet ik eigenlijk niet, ik heb nooit muziekles gehad en een instrument leren spelen. Mijn kinderen zijn wel heel muzikaal, wie weet hebben ze dat van mij. Ik luister wel graag naar muziek en mijn vrouw en ik gaan soms naar concerten van het RPHO. Ik zing wel eens samen met mijn kinderen, maar die hebben mij nooit aangemoedigd iets met mijn zangtalent te gaan doen’’
Mogen wij u weer verwelkomen op 7 januari in de Doelen? ‘’Staat genoteerd in mijn agenda!’’ (*) (*) Bij het ter perse gaan van De Partituur kwam het bericht dat de burgemeester op 7 januari met vakantie is. Wethouder Alexandra van Huffelen zal in zijn plaats het concert bezoeken. Red.
Muzikale noot! Het ROK maakt een muzikale reis! Voorlopige informatie onder voorbehoud. Bestemming: Datum: Vervoer: Voor wie: Kosten: Aanmelden:
Beieren Derde week van september 2012 Comfortabele bus. Leden van het ROK/partners/vrienden/supporters. Ongeveer € 400,Secretariaat ROK tel 0648665197
Mister Anonymus, alias Koos Klein Het archiveren van de muziekmap
Makkelijk genoeg zou u zeggen, maar schijn bedriegt! Waar de één het stuk binnen enkele seconden gevonden heeft, moet de ander minuten lang zoeken. Soms komt het stuk pas aan het einde van de repetitie boven water. Hoe kan dit? Leg gewoon alles op alfabet. Maar waar ga je dan van uit? Van de titel van de opera of van de naam van het te zingen stuk? Leg je alles van ‘I Lombardi’ onder de I van Izaak of onder de L van Lombardi? Maar als de dirigent zegt: ‘Visione’ dan moet je weer weten dat het een onderdeel is van ‘I Lombardi’. Ook hoorde ik de dirigent eens zeggen: “we zingen nu het adrenaline stuk!” Ik keek verwachtingsvol naar de deur in afwachting van het adrenaline stuk, maar zag niemand. Hij bedoelde echter het stuk ‘Guerra, Guerra’ uit ‘Norma.’ Waarom rusten? U heeft de hele dag al gerust en komt dus uitgerust naar het koor en je komt toch naar het koor om te zingen en niet om te rusten? Maar nee hoor, ben je net lekker op dreef, slaat de dirigent weer af want dan blijkt dat je een rust hebt gemist. Soms roept de dirigent: “adem vast houden” of “ademsteun” of “doe uw mond wijd open.” Koorleden die zangles hebben weten wel wat hij bedoelt maar anderen hebben geen idee, want uit een gesloten mond komt geen geluid. Er zijn namelijk koorleden die hun mond niet verder open doen dan de brievenbus op oudejaarsavond!! (Wordt vervolgd)
Tijdens onze vakantie verlangden we alweer naar de repetities van het R.O.K!
De koorleden, Janny en Adrie van Limborgh zonden bovenstaande foto naar de redactie .
Het Rotterdams Stedenlied mag nooit verdwijnen, het hoort er gewoon bij!
PIEN LOBENSTEIN IS ÉÉN VAN DE OUDSTE LED EN VAN HET ROK. ZIJ IS GEBOREN IN 1923 EN SINDS 1965 LID VAN HET ROK. Het ROK zonder Pien? Ondenkbaar! Het is een vertrouwd beeld, iedere donderdagavond stapt Pien aan de arm van haar persoonlijke chauffeur, beschermheer, steun en toeverlaat Hans Blokland, de Romeynshof binnen. Bescheiden, voor iedereen een lach, een vriendelijk woord en het haar altijd keurig in de krul. Pien ten voeten uit! Ik had een onderonsje met haar, want ik ben nieuwsgierig en wilde weten wat zij allemaal met het koor heeft meegemaakt. Pien is tenslotte de persoonlijke vertegenwoordiging van een groot gedeelte ROK geschiedenis. Zij wilde hierover best vertellen in De Partituur. HOE BEN JE BIJ HET KOOR TERECHT GEKOMEN EN WAT KUN J E ME ALLEMAAL VERTELLEN OVER DE NIEUWJAARSCONCERTEN VAN HET ROK?
“Ik ben lid geworden in 1965, dat is 46 jaar geleden. Ik had een kennis die tenor was bij het ROK. Ik ging een keer met hem mee en ben er niet meer weggegaan. Het nieuwjaarsconcert was toen nog in de Rivièrahal, want de Doelen bestond nog niet. Voor de pauze zongen we zwaardere operastukken, na de pauze was het allemaal wat luchtiger. Ik heb veel solisten meegemaakt, een aantal vergeet je nooit meer zoals Willy Caron, Jenny Veninga, maar ook Caroline Kaart. Haar man, Willy van Hemert, praatte destijds het concert aan elkaar en Caroline Kaart kwam dan op met
haar twee poedeltjes. Die hield ze gewoon vast onder het zingen. Totdat die beestjes ineens begonnen te janken, toen werden ze direct afgevoerd. Een ander hoogtepunt was natuurlijk het 40-jarig bevrijdingsconcert met Vera Lynn, waarbij ook de koningin aanwezig was. Er was wel veel bewaking, ik herinner me nog dat ik naar de wc moest en dat daar zelfs bewaking stond. Ook hadden we eens een tenor, Geatano Bardini als solist die altijd een bepaald stuk wilde zingen uit de opera André Chenier. Tijdens het concert sloeg z’n stem echter over, hij werd verschrikkelijk kwaad en liep weg. Even later kwam hij toch weer terug
en begon opnieuw. Dat ging gelukkig goed. De zaal werd zowat afgebroken, zo enthousiast was het publiek. Leuk om aan terug te denken. Ook Herman Hemmink herinner ik me en Peter van de Klerk, dat was een stijldanser, die danste tijdens het concert. Het verschil met vroeger is vooral de sfeer na de pauze, dan werd het drinklied gezongen en kwam er een wagentje het toneel op met drank. Piet Struik kreeg dan een flinke borrel, maar soms werd het wel eens te gezellig! Ik heb al drie dirigenten meegemaakt. Piet Struik was een
echte operaman, hij was af en toe wel wat grof in de mond, maar hij had wel de wind eronder. Aad van de Hoeven was geen operaman en Ago onze huidige dirigent zet de puntjes op de i en haalt eruit wat erin zit. Ago wil ook nieuw repertoire, dat is begrijpelijk en dat vind ik leuk. Wel was het vroeger strenger. Nelly Snijder, secretaresse van het toenmalige bestuur regelde alles. Was je drie keer niet geweest op de repetitie, dan mocht je echt niet mee doen met het concert!”
PIEN, JE HEBT ONLANG S BESLOTEN NIET MEER MEE TE DOEN MET DE CONCERTEN, IS DAT EEN MOEILIJKE BESLISSING GEWEEST?
“Ja, dat is heel moeilijk geweest, maar ik ben 88 jaar en moest zelf de beslissing nemen. Ik wil niemand tot last zijn. Dat ik wel kan komen repeteren, vind ik erg fijn. Hans Blokland komt me altijd ophalen, als hij niet kan dan is Wim Bergsen eerste reserve en Janny Toppen tweede reserve. Dat ik van alle concerten het nieuwjaarsconcert niet meer mee kan doen, vind ik het ergste. Dat is toch het hoogtepunt in het jaar. Maar af en toe draai ik een oud cassettebandje hoor, laatst nog een uit 1985 en dan zit ik echt te genieten! Vooral
Lombardi, Ernanie en La Forza del Destino. Ook vind ik dat het Rotterdams Stedenlied nooit mag verdwijnen, dat hoort er echt bij! Weet je trouwens dat ik al vijf voorzitters heb meegemaakt? Zelf heb ik nooit in het bestuur gewild, niets voor mij. Ik herinner me wel Nel van Es, destijds penningmeester in het bestuur. Zij was erg op de penning, maar er zat altijd geld in kas.´´
Van de Nederlandse bevolking bezoekt slechts 8% opera!
VAN ‘ROCKER’ NAAR ‘ROKKER’!
(G)rap van de voorzitter. Joop Brands
Het was september 1985 toen ik een tip kreeg van mijn grossier in bloemisterij-artikelen uit de Van der Sluisstraat in Rotterdam. Zijn bovenbuurtjes zochten een goede bloemist om het podium van de Doelen met bloemen te versieren voor het nieuwjaarsconcert. De bewuste buurtjes bleken de gezusters Snijders te zijn en vertegenwoordigden het secretariaat van het ROK. De vraag was om op het podium 24 bloembakken van 1 meter op te maken en een groot hangend bloemstuk. Dit enorme bloemstuk was rondom opgestoken met forsythiatakken van 1.50 meter lang die speciaal werden ingekocht in Aalsmeer. De opdracht betekende dat er twee dagen gewerkt moest worden met twee man. De rekening bedroeg 950 gulden een bedrag dat vervolgens de volgende twintig jaar niet meer verhoogd werd. Wij hadden de vrije keuze qua bloemkeuze en kleur en kregen na afloop van de concerten altijd veel waardering. De zaal werd meestal op oudejaarsdag in alle rust versierd, maar het tweede jaar moesten wij ons werk doen terwijl het koor met de generale repetitie bezig was. En toen gebeurde er iets met uw voorzitter, er sloeg een enorme muzikale vonk over! In de pauze raakte ik in gesprek met een van de koorleden, de inmiddels overleden bariton Jan van der Linden. Hij nodigde me uit om eens een repetitie in de Prinsenkerk bij te wonen. Het heeft enige maanden geduurd voordat ik die stap durfde wagen. Ik heb het geweten, het veroorzaakte een enorme muzikale cultuurschok! Partituren vol moeilijke noten, het onuitspreekbare Italiaans, de moed zonk me in de schoenen en ik kon alleen maar denken: “Dat leer ik nooit!’’ Ik heb echter toch doorgezet en het is gelukt op de manier zoals in die jaren alles werd geleerd. Goed luisteren en na drie repetities zaten die teksten in je hoofd. Al met al ben ik door een simpel telefoontje en het feit dat ik het mooie bloemenvak uitoefende, hopeloos besmet geraakt door het ROK virus. Er is geen kruid tegen gewassen en ik vrees dat het nooit meer over zal gaan. NOTEN KRAKEN: VRIEND VAN HET ROK! Het Rotterdams Opera Koor gaat extra aandacht besteden aan de Vrienden van het ROK, onze trouwe fans en ondersteuners. Voor wat hoort wat, voortaan valt bij hen De Partituur in de brievenbus. Bovendien krijgt iedereen die meer dan 10 kaarten bestelt een attentie thuis. Reden genoeg om toe te treden tot de Vrienden van het ROK. De kosten bedragen € 25,- per jaar. Aanmelden bij het ‘secretariaat van het ROK’ tel 0648665197. U dient er een muzikaal doel mee en wij hebben u broodnodig! Vernieuwde website! www.rokoor.nl
Plezier in het dansen is het enige dat telt!
STUDIO GWENDOLYN
Gwendolyn de Jong-Verhulst
Als TomTom de verlossende woorden ‘bestemming bereikt’ laat horen, sta ik voor dansstudio Gwendolyn, midden in de weilanden van de Hoeksche Waard in het plaatsje ‘s-Gravendeel. Eigenaresse Gwendolyn leidt me trots rond, bij binnenkomst waan ik me even in een dansstudio in New York. Naast de prachtige balletzaal met enorme spiegels zie ik attributen van diverse decorstukken, indrukwekkende posters en gezellige zitjes met verse bloemen. Het kenmerkt de eigenaresse van de studio. Alles ademt hier perfectie uit. Gwendolyn is iemand met passie voor het dansvak en dat merk je. Als ze begint te vertellen, is ze niet te stoppen, de passie voor dans komt uit haar tenen. Haar studio telt 180 leden, het jongste lid telt vier lentes, de oudste is over de vijftig. Inmiddels een traditie, geeft ze ieder jaar een voorstelling in schouwburg de Kunstmin in Dordrecht, waarin alle leden meedansen. Het is niet niks, maar gesteund door haar ouders Cees en Trees Verhulst (alt en bas bij het ROK) lukt het. Ze zijn haar steun en toeverlaat. Gwendolyn is namelijk iemand die geboren is met balletschoenen aan, een sterke wil én een natuurtalent voor dans. Ga daar maar aan staan als ouder!
Gwendolyn: ‘’Op driejarige leeftijd zat ik al op een balletschooltje, dat is het begin geweest van de weg naar mijn uiteindelijke beroepsopleiding. Ik studeerde af aan de dansacademie in Rotterdam met een eerste graad bevoegdheid met als hoofdvakken klassiek ballet, Jazzdance en tapdansen. Nog voor mijn eindexamen werd ik al aangenomen bij de musical ‘Cabaret’ van Joop van der Ende met Willem Nijholt in de hoofdrol. Ik heb de musical 230 maal in Nederland en België gedanst, waarvan zes weken in Carré. Het was een bijzondere ervaring. Een plek in het Hollands showballet volgde en ook een bijrol in het toneelstuk ‘Amadeus’. Uiteindelijk heb ik ervoor gekozen om docente te worden. Mijn wens was ooit een eigen dansschool te beginnen en die droom is uitgekomen. Mijn motto voor alle lessen in Studio Gwendolyn luidt: Geef iedere leerling een kans om met plezier te dansen. Dik of dun,
groot of klein, het maakt niet uit, ik pas gewoon de kostuums aan en zorg er hoogstpersoonlijk voor dat ze niet voor gek staan. Plezier in het dansen is het allerbelangrijkste dat hier telt.’’
Onder het genot van een kopje koffie kijk ik ondertussen naar een video van De Zigeunerbaron, het thema van de voorstelling van het afgelopen jaar. Een wervelende show trekt aan mij voorbij. Danseressen in kleurrijke kostuums en prachtige decors vullen het videoscherm, het is een lust voor het oog.
Gwendolyn: ‘’Mijn grootste passie is tapdansen, ik ben hiervoor zelfs naar Amerika geweest. Bij mijn lessen gebruik ik dan ook de invloeden van riverdance en rythmtap. Het aanbod in mijn balletschool is heel divers, je kunt hier terecht voor klassiek ballet, moderne dans, funky dance maar ook musicaltheater. Vader Cees verzorgt niet alleen de zanglessen, maar is ook regisseur, bouwt de decors en maakt een geluidsplan voor de microfoons die iedere danser, die zingt of spreekt tijdens de voorstelling, omheeft. Moeder Trees doet de administratie, is gastvrouw en vangt verder alles op wat op haar pad komt. Ik ben al volop bezig met de voorbereidingen voor het nieuwjaarsconcert met het showballet. Deze groep bestaat uit een selectie van mijn beste danseressen tussen zestien jaar en eind twintig. Ook bereid ik nog een verrassingselement voor waarover ik nu nog niet veel wil zeggen. Ik beloof je echter dat na de pauze de dans op een mooie manier door het concert heen wordt geweven.’’
Ik zou nog wel uren naar Gwendolyn kunnen luisteren, ze is zo enthousiast en ik denk dat het een voorrecht is om hier als kind les te krijgen. Dans is een prachtige manier om je te uiten. Hier vertaalt men muziek met verhaal en beweging! Ik neem afscheid en ben nieuwsgierig geworden naar het resultaat op zeven januari! Ik heb er het volste vertrouwen in!
24 maart 2013 Uitvoering Kunstmin Dordrecht Studio Gwendolyn!
Fotograaf Henk Nentjes
De Doelen moet vol, denk aan de verkoop van de kaarten!
Voorzitter:
Secretaris:
Penningmeester:
Joop Brands
Linda Nobels-de Swart
Ton Kats
T: 06-50648274
T: 06-48665197
T: 06-15504302
E:
[email protected]
E:
[email protected]
E:
[email protected]
Vice-voorzitter + pr
Bibliothecaris:
Dirigent:
Dick Blom
Carla Visser-vd Griendt
Ago Verdonschot
T: 06-39216688
T: 0180-321441
T: 06-54770576
E:
[email protected]
E:
[email protected]
E:
[email protected]
Bep Kamm
06-44504893
Simon Roelofs
0182-535553
Ledenparticipatie: Ondersteuning secretariaat:
Ondersteuning penningmeester: Maarten Molenaar
010-4512139
Onderst. techn. coördinatie:
Rijk Gravesteijn
06-22005563
Ondersteuning bibliothecaris:
Ria van de Berg
010-4662488
- sopranen
Yvonne Reudink
010-4740875
- alten
Bep Kamm
06-44504893
- heren
Jan van der Meer
010-4736895
Kleding:
Jannie Toppen
06-20615315
PR commissie:
Anna Veerkamp
010-8765009
Marnel Kamer
0180-521770
Liesbeth vd Boogaart
06-10858645
Ledencontactcommissie:
PR commissie/red. De Partituur:
[email protected]