Van de handrem Schakelen naar de hoogste versnelling
CMYK 44-90-0-0
CMYK 79-100-27-19
CMYK 87-28-78-16
CMYK 70-2-16-1
CMYK 36-91-33-29
CMYK 19-16-18-1
CMYK 7
RGB 160-52-139
RGB 81-34-95
RGB 2-118-79
RGB 40-181-209
RGB 137-42-84
RGB 213-208-205
RGB 52
in samenwerking met:
Van de Handrem – Schakelen naar de hoogste versnelling
i.
Introductie
Introductie In Parijs komen wereldleiders samen om een mondiaal klimaatakkoord te sluiten. Ook het bedrijfsleven zal een zware stem hebben in Parijs. Deze keer zijn het niet alleen de gevestigde bedrijven, die belang hebben bij het behoud van het fossiele gedeelte van onze economie, maar ook bedrijven die onafhankelijk willen zijn van fossiele energie en al oplossingen voor klimaatverandering op de markt brengen. Bedrijven, met andere woorden, die het goede voorbeeld geven en van overheden verlangen dat ze de lat hoger leggen in plaats van lager. Parijs staat in het teken van het maken van afspraken die landsgrenzen overschrijden. Wat betreft de 200 duurzame bedrijven van De Groene Zaak kunnen deze afspraken niet ambitieus genoeg zijn. Wij hopen op bindende afspraken over CO2-reductie en eindelijk een stevige overeenkomst over de beprijzing van CO2. Nederland is een klein land, maar kan groot worden met oplossingen voor het klimaat, zodat ook in de toekomst onze internationale concurrentiepositie sterk is. Ongeacht de uitkomst van de klimaattop en of daar bindende afspraken uit voortvloeien voor individuele landen, heeft de Nederlandse overheid daarom een belangrijke verantwoordelijkheid om de juiste randvoorwaarden te creëren die ervoor zorgen dat bedrijven met ambitie maximaal in staat gesteld worden om hun bijdrage te leveren aan het oplossen van het klimaatprobleem. Nog te vaak vormt de overheid een ‘handrem’ op de ambities van bedrijven. In dit pamflet staan op basis van vier koplopers uit verschillende sectoren van het bedrijfsleven – Alliander, Interface, Eneco en de NS – concrete aanbevelingen hoe de overheid de handrem eraf kan halen. Omdat de aangedragen oplossingen betrekking hebben op verschillende domeinen van de economie, bevat dit document een veelvoud aan oplossingen. Een vaak terugkerend thema is beprijzing. Zolang de externe kosten van bedrijfsprocessen niet (bijvoorbeeld via een CO2-heffing) terugkomen in de prijs, heeft de Nederlandse overheid meerdere instrumenten tot haar beschikking om de vervuiler te laten betalen, en evenzo belangrijk, de verschoner te belonen. Door deze beleidskeuzes te maken, zet zich Nederland zich neer als koploper. Dat is goed voor onze economie, omdat de bedrijfsactiviteiten die toekomstbestendig zijn daarmee gestimuleerd worden. Voor een overheid die prat gaat op sneller rijden, is dit een belangrijk moment. Halen we de handrem eraf en schakelen we naar de hoogste versnelling? Of blijven we achterin in de file staan?
Van de Handrem – Schakelen naar de hoogste versnelling
NS: Maak vaart met vergroening mobiliteit Voor de NS staat CO2-reductie hoog in het vaandel. In 2018 wil de grootste vervoerder van het land 100% CO2 hebben gereduceerd op de treinkilometers. Het baanbrekende contract met Eneco dat de NS in 2014 afsloot zorgt ervoor dat de treinen per 2016 voor de helft en per 2018 volledig op West-Europese wind gaan rijden. Maar de NS wil verder en De Groene Zaak met hen. Wij zien met name veel potentieel door de vanzelfsprekendheid waarmee mensen kiezen voor een (lease)auto voor zakelijk en woon/werkverkeer te verminderen. Er zijn op dit gebied een aantal goede ontwikkelingen. Kantoorwerk wordt steeds meer geconcentreerd rondom OV-knooppunten, de nieuwe generatie lijkt minder te hechten aan bezit en door sociale media en het nieuwe werken wordt treintijd steeds minder beschouwd als verloren tijd. Toch staan niet alle seinen op groen. Dat komt onder andere doordat parkeerbeleid rondom OV-knooppunten en de fiscale arrangementen onvoldoende stimulerend werken om de vervuilende (lease)auto in te ruilen voor een duurzamer alternatief. Het Low Car Diet van Urgenda, een competitie waarin bedrijven een maand lang zoveel mogelijk de auto laten staan, laat zien dat veel mensen zich niet realiseren hoe makkelijk het is om anders te reizen. Dit gaat in veel gevallen gepaard met een kostenbesparing voor werkgever én werknemer. Een leaseauto kost al snel €10.000 per jaar, terwijl iemand al voor €4.600 per jaar vrij kan reizen met het OV. Zeker voor auto’s die voor het werk zelf niet noodzakelijk zijn is het OV een stuk goedkoper. Voor maar liefst 1 op de 5 woon-werkritten, oftewel 440.000 reizigers per dag, blijkt een evenwaardig of zelfs beter OV-alternatief beschikbaar. Dat wil zeggen dat zowel de woning als de werklocatie zich dichtbij een OV-locatie bevinden. Dit laaghangende fruit kan geplukt worden als werkgevers en lokale overheden de juiste randvoorwaarden creëren. Parkeerbeleid is één van de krachtigste drijvers achter het gebruik van openbaar vervoer: door stevig parkeer(ontmoedigings)beleid op de werklocatie wordt het openbaar vervoer gestimuleerd. Dit is een grote kans: per dag wordt er 308.000 keer gereisd naar een postcode zonder parkeerbeleid en waar de trein een geschikt alternatief biedt. Rotterdam Alexander is hier een goed voorbeeld van. Ondanks een zeer goede bereikbaarheid met het OV, bieden vele werkgevers soms ook nog ruime betaalde of afgehuurde parkeergelegenheden aan. Dat laatste zien we bijvoorbeeld aan de Amsterdamse Zuidas. Ook dit leidt tot onnodige files, luchtvervuiling en CO2-uitstoot. Mobiliteitsbudgetten Ook de werkgever kan zelf een belangrijke leveren door wat betreft ar-
Van de Handrem – Schakelen naar de hoogste versnelling
beidsvoorwaarden te kiezen voor mobiliteitsbudgetten in plaats van het standaard aanbieden van leaseauto’s. Een mobiliteitsbudget biedt werknemers de vrijheid zelf hun mobiliteitsbehoefte in te richten. Als de werknemer, in overleg met de werkgever, bijvoorbeeld kiest voor OV en de fiets, blijft er geld over voor zowel de werkgever als de werknemer. een win-win-winsituatie voor werkgever, werknemer en milieu. Fiscaal Ook op fiscaal gebied kan de overheid een helpende hand toesteken. Leaseauto’s kennen veel privé-voordeel en stimuleren daarom onnodig autogebruik. De integrale kosten van de lease-auto, inclusief het benzineverbruik, zouden daarom als loon in natura aangemerkt moeten worden, voor zover niet zakelijk te verantwoorden. Daarnaast is de 19 ct/km reisvergoeding van werkgevers aan werknemers belastingvrij. Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen de duurzaamheid van de gekozen mobiliteitsvorm, waardoor autorijden extra aantrekkelijk wordt. Door de vergoeding afhankelijk te maken van het vervoersmiddel, waarbij een fiets of het openbaar vervoer meer vrijstelling krijgen en een benzine-auto minder, beloon je duurzaam gedrag. Een alternatief is de onbelaste kilometervergoeding generiek (en eventueel stapsgewijs) te verlagen, waardoor het goedkopere OV of fietsgedrag meer gekozen zal worden. CMYK 42-0-100-0
CMYK 2-68-99-0
CMYK 12-8-94-0
CMYK 77-19-62-3
CMYK 44-90-0-0
CMYK 79-100-27-19
CMYK 87-28-78-16
CMYK 70-2-16-1
CMYK 36-91-33-29
CMYK 19-16-18-1
CMYK 73-10-38-0
CMYK 82-51-0-0
RGB 170-200-16
RGB 234-105-12
RGB 236-215-0
RGB 49-148-118
RGB 160-52-139
RGB 81-34-95
RGB 2-118-79
RGB 40-181-209
RGB 137-42-84
RGB 213-208-205
RGB 52-167-166
RGB 51-113-183
Van de Handrem – Schakelen naar de hoogste versnelling
Beloon transparantie over grondstoffengebruik Interface, de uitvinder van de Heuga tapijttegel, is wereldmarktleider in het ontwerpen en produceren van innovatieve, modulaire vloerbedekking. In 1994 ’7koos Interface radicaal voor het verduurzamen van haar industriële activiteiten zonder concessies te doen aan marktaandeel en winstgevendheid. Deze stap markeerde de start van Mission Zero, de strategie die Interface stapsgewijs brengt naar nul-komma-nul negatieve impact op milieu en maatschappij in 2020. De onderneming wil baanbrekende stappen blijven zetten op weg naar een circulaire productieketen. Op weg naar Mission Zero worden de resultaten continu meetbaar gemaakt: 49% van de gebruikte grondstoffen zijn gerecycled of biobased, de productie draait volledig op biogas uit Spakenburg en de fabriek maakt gebruik van een gesloten watersysteem waardoor het watergebruik in totaal met 95% is verminderd. Inmiddels heeft het bedrijf de CO2-uitstoot in de Europese fabrieken met 98% gereduceerd ten opzichte van 1996. LCA – Analyse en EPD De volledige milieueffecten van elk product worden bij Interface door middel van een levenscyclusanalyse (LCA) berekend en beoordeeld. Deze LCA-analyse berekent alle effecten gedurende de gehele levensduur van een tapijttegel: van de winning van grondstoffen via productie, vervoer, her(gebruik) tot en met afvalverwerking. Uit de analyse kunnen de grootste impacts worden geïdentificeerd en gebieden waarop het verschil gemaakt kan worden. Het is noodzakelijk om de grenzen en omvang van alle meeteenheden voor een bepaald product te definiëren zodat de uitkomsten van LCA’s van gelijksoortige producten met elkaar te vergelijken zijn. Interface onderschrijft het belang van volledige producttransparantie met de overtuiging dat sociale en ecologische winsten op basis van harde feiten kunnen worden behaald. Als één van de eerste bedrijven in Europa heeft Interface een Milieuproductverklaring (EPD - Environmental Product Declaration) ontvangen. Een EPD, uitgegeven door een onafhankelijke instantie, presenteert met behulp van internationale erkende ISO-criteria gekwantificeerde milieugegevens van een product op basis van gestandaardiseerde LCA-berekeningen. Op deze wijze kunnen fabrikanten de aannames niet manipuleren ten gunste van hun eigen product. De opgegeven milieu-informatie wordt door derden gecontroleerd; de informatie moet objectief, vergelijkbaar, geloofwaardig en optelbaar zijn en in overeenstemming zijn met de standaarden die gelden binnen de desbetreffende industrie. De EPD laat alle bestanddelen en milieueffecten van een product tijdens de gehele levenscyclus zien: van energie en materiaalverbruik tot afvalaanbod en uitstoot. Met de gegevens uit EPDs, en de LCAs die eraan ten grondslag liggen, kan er een overkoepelende meeteenheid –de zogeheten ‘magic metric’- worden vastgesteld waarmee de milieu-prestatie van gelijksoortige producten eenvou-
Van de Handrem – Schakelen naar de hoogste versnelling
dig kan worden vergeleken door consumenten. Een voorbeeld hiervan is de gr CO2/km die gebruikt wordt bij auto’s of –in het geval van tapijttegelsgrCO2/m2. Van de handrem Om bedrijven en overheden, zowel op nationaal als op Europees niveau, verantwoord te laten produceren moet het milieu-impact van een product of dienst zoveel mogelijk worden geobjectiveerd. Het groeiende aantal voorbeelden van bedrijven met ongefundeerde groene marketingclaims leidt niet alleen tot inefficiëntie, maar ook tot een scheefgroei in de markt. Interface pleit daarom voor volledige producttransparantie als voorwaarde voor de transitie naar een duurzame groeiende economie met meer (lokale) werkgelegenheid en leveringszekerheid op het gebied van grondstoffen en energie. Hieraan kunnen voor een bedrijf niet slechts doelstellingen worden gekoppeld. Interface vraagt daarom van de overheid om de volgende constructieve maatregelen: Groene openbare aanbesteding op basis van transparante meeteenheden 1. Verplicht de vermelding van de magic metric voor een productgroep. Dit leidt tot een geïnformeerde keuze voor de consument of inkoper en stimuleert –in combinatie met aanvullende instrumenten- competitie en innovatie. Ook in het inkoopbeleid van overheden moet de magic metric centraal komen te staan. Op deze wijze kan effectief duurzaam worden ingekocht door aanbestedingsteams, die aankoopbesluiten op basis van feiten maken en daarmee op sociaal en ecologisch vlak een positieve impact hebben. Deze producttransparantie kan tevens een strategisch element toevoegen aan een reeks bestaande beleidsinstrumenten door deze op één lijn te plaatsen met gemeenschappelijke doelen en strategieën. Niet in de laatste plaats zal de overheid als afnemer met de grootste koopkracht hiermee nadrukkelijk kiezen voor groenere producten. Wetgeving en belastingheffing op basis van volledige producttransparantie 2. Maak producten met een lagere CO2 voetprint aantrekkelijk door een gedifferentieerd belastingtarief, zodat het inkoopgedrag van consumenten wordt beïnvloedt. Door volledige producttransparantie, met behulp van de magische meeteenheid en daarmee samenhangende variabele productbelasting kunnen klimaatonvriendelijke producten/diensten hoger worden belast. Bovendien verlopen belastingen, heffingen of vrijstellingen eerlijker wanneer ze worden toegepast met vergelijkbare zaken.
Van de Handrem – Schakelen naar de hoogste versnelling
Richt innovatiebeleid op de uitdagingen van morgen Alliander is één van de meest vooruitstrevende netbeheerders in Nederland. Het bedrijf maakt maximaal gebruik van de ruimte om een actieve rol te spelen in de transitie naar een verduurzaming en decentralisatie van de energievoorziening in Nederland. Als beheerder van energiegerelateerde infrastructuur met een uitgesproken publieke taak kan de netbeheerder daar waar investeringszekerheid ontbreekt een positieve rol spelen. Met het in werking treden van de Wet STROOM ziet Alliander dat de overheid belangrijke stappen heeft gezet om deze transitie te ondersteunen. Denk bijvoorbeeld aan de experimenten wetgeving waar straks ook netbeheerders gebruik van kunnen maken of op het gebied van energiebesparing dat onderdeel wordt van de gereguleerde activiteiten van netbeheerders. Kortom: de overheid verwacht veel van netwerkbeheerders als Alliander. Hierdoor kan Alliander de door haar gewenste rol als coördinator beter spelen in een veld waarin de rollen leverancier en gebruiker vervagen en overlappen. Er is meer nodig. De decentralisatie van de energievoorziening gaat immers gepaard met een ingrijpende economische transitie. Dit is niet zonder risico voor Nederland. Er verdwijnen veel banen bij traditionele energieleveranciers. Het goede nieuws is dat er voor deze verloren banen nieuwe banen in de plaats kunnen komen. Deze banen komen voort uit het denk-, ontwikkel- en uitvoeringswerk dat nodig is om de energievoorziening van de toekomst vorm te geven. Nieuwe bedrijven als Bas Energie, Vandebron en Zonnepanelen Delen springen in het gat dat ontstaat. Deze energievoorziening maakt veel meer dan in het verleden gebruik van kennis en capaciteit uit andere sectoren. Met name op het gebied van ICT en technologie zijn de dwarsverbanden logisch: In dit domein liggen de oplossingen op het gebied van energieopslag, verhandeling van zelfopgewekte energie en off-grid wijken. Nog meer goed nieuws: de randvoorwaarden zijn uitstekend. We beschikken over ongeëvenaarde goede infrastructuur. We lopen voorop op het gebied van elektrisch vervoer en beschikken over enorm veel kennis op het gebied van grond, water en wegen. Van de Handrem Het innovatie- en topsectorenbeleid is helaas onvoldoende ingericht om deze kansen te benutten. De focus moet komen te liggen op het creëren van nieuwe banen. Waar de uitdagingen van morgen cross-sectorale aanpak vergen, met een focus op innovatieve start-ups, is het huidige beleid geënt op een ouderwetse sectorale gedachte, waarin gevestigde partijen de boventoon voeren. De decentralisatie van de energievoorziening in het bijzonder vergt een samenwerking tussen sectoren. De eerste stap is het
Van de Handrem – Schakelen naar de hoogste versnelling
omvormen van de Topsector Energie tot een Topsector Energietransitie. Hierin werken partijen als Alliander samen met innovatieve partijen om te zorgen dat de energie-infrastructuur dusdanig wordt ingericht dat het energielandschap van morgen – met grote schommelingen in het aanbod, een vraaggerichte in plaats van aanbodgerichte markt en grootschalige uitrol van decentrale opwek – van de grond komt.
Van de Handrem – Schakelen naar de hoogste versnelling
Verschuif belasting van electriciteit naar gas voor kleinverbruikers Vanuit de overtuiging om bij te kunnen dragen aan een koolstofarme wereld, is de missie van Eneco duurzame energie voor iedereen. Iedereen is straks energieproducent en deelt energie met buren, bedrijven of met de wijk. Eneco ziet zichzelf daarom niet meer als traditionele energieleverancier, maar als een partner die samen met de klant het mogelijk maakt om energie te besparen, te gebruiken, uit te wisselen of te verkopen. Om te zorgen dat de groei in duurzame energievoorziening maximaal benut wordt is elektrificatie van ons energiegebruik nodig. Momenteel vormt de energiebelasting, en met name de verhouding tussen de belasting op gas en elektriciteit voor kleinverbruikers, echter een handrem. Een huishouden betaalt nu op basis van de energie-inhoud zes keer zoveel voor elektriciteit als voor gas. Daarom pleit Eneco ervoor om deze meer in balans te brengen. Dit zorgt voor de volgende positieve effecten: De terugverdientijd energiebesparing wordt korter • Duurzame en innovatieve warmtetechnieken, zoals zonneboilers en warmtepompen, worden aantrekkelijker ten opzichte van een traditionele HR ketel op gas • Elektrisch rijden wordt goedkoper • Het gebruik van restwarmte wordt aantrekkelijker ten opzichte van gasgestookte warmte • De salderingsregeling voor zonnestroom wordt toekomstbestendiger Meer balans brengen kan op meerdere manieren. Elektriciteit en gas kunnen gelijk worden belast op basis van primaire energie-inhoud of als vast percentage van de basisprijs. De meest zuivere vorm om balans te brengen tussen de belasting op gas en elektriciteit is om de hoogte van de belasting te baseren op CO2-inhoud. Hierbij doe je een fors hogere Energiebelasting op gas en een iets lagere EB op elektriciteit. Een veelgehoorde kanttekening bij dit idee is dat het verhogen van de belasting op gas negatieve koopkrachteffecten kan hebben op met name lagere inkomens. Dit hoeft echter absoluut niet het geval te zijn. Door het verhogen van de energiebelasting op gas, genereert het Rijk extra inkomsten die gebruikt kunnen worden als compensatie voor deze hogere energiebelasting. Sterker nog, door de heffingskorting te verhogen en tegelijkertijd de inkomstenbelasting te verlagen, is het koopkrachteffect voor huishoudens met een gebruik tot 1500m3 per jaar zelfs positief. Dit blijkt het in detail uitgewerkte voorstel van CE Delft1. En ook het milieu profiteert: het wegnemen van de belemmering van de huidige lage belasting op gas zorgt voor een significante energiebesparing van 15%. CE Delft (oktober 2015) – Verschuiving Energiebelastingen – aanvullend op de rapportage van juli 2015 1
Van de Handrem – Schakelen naar de hoogste versnelling
Colofon ‘Van de handrem – schakelen naar de hoogste versnelling’ is een uitgave van De Groene Zaak in samenwerking met NS, Interface, Eneco en Alliander
© De Groene Zaak, november 2015 – Den Haag