RGB in de Drukwerkvoorbereiding
een handleiding voor een Late Binding workflow voor dtp’ers voor de Engelstalige Creative Suite op Mac versie 1.1 - auteur: Marc Cielen © marc-en-ciel.be - coloro.be 2010
ALGEMEEN
Alles uit deze handleiding mag vrij verspreid, vermenigvuldigd en gekopieerd worden, op welke wijze dan ook, geheel of gedeeltelijk, mits uitdrukkelijke vermelding van de oorspronkelijke auteur. ©marc-en-ciel.be - ©coloro.be 2010
2-
RGB in drukwerk - ©marc-en-ciel 2010
ALGEMEEN VERANTWOORDING Al sinds de lancering van Adobe InDesign bestaat de mogelijkheid om digitale beelden in hun oorspronkelijke vorm (rgb) in een workflow voor drukwerk te gebruiken. Dat heeft een aantal grote voordelen: • de hoogste kwaliteit van het beeld wordt bewaard tot op het laatste moment, je kan bijvoorbeeld perfect 16-bits beelden gebruiken, • alle filters van Photoshop kunnen (niet-destructief ) gebruikt worden en eventueel later aangepast, mocht de klant de aanpassing niet geslaagd vinden, • er moet slechts één beeld bewaard worden, het originele Photoshop-bestand, inclusief lagen, maskers, filters enzovoort • je kan rechtstreeks vanuit InDesign terug naar Photoshop om eventuele aanpassingen uit te voeren, nadat je het beeld sluit en terug naar InDesign gaat wordt het beeld automatisch aangepast in InDesign; je hebt dus steeds de recentste versie • sinds het ontstaan van de Creative Suite kan je hetzelfde beeld in alle andere Adobe-programma’s gebruiken, je kan dus met één beeld zowel traditioneel als op het web als op interactieve of personal media publiceren • en misschien kan je zelf nog andere voordelen bedenken... Maar, het gebruik van rgb-beelden binnen drukwerk vraagt enkele specifieke vaardigheden van de dtp’er. Om te beginnen moet je een basiskennis hebben van kleurbeheer (Colour management). Dat hoeft niet meteen een probleem te zijn, alle ins en outs van kleurbeheer moet je aan specialisten overlaten. Het volstaat dat je weet hoe en wanneer je profielen moet gebruiken. Als je je consequent aan de spelregels houdt krijg je zelfs een quasi perfect voorspelbare workflow, dat wil zeggen dat je op je eigen computer zo goed als zeker ziet hoe je drukwerk er straks zal uitzien. Ik gebruik de hier beschreven techniek al sinds de lancering van InDesign en heb in al die jaren altijd een voorspelbaar eindresultaat gehaald.
Philips Graphica Pro 950 (5000 K), die je in de betere vakhandel kan vinden. Deze lampen kosten ongeveer één vierde van de Just Normlicht lampen, die identiek hetzelfde zijn en trouwens ook door Philips geproduceerd worden. Als je over een wat groter budget beschikt kan je investeren in een beoordelingslichtkast, bijvoorbeeld: gti graphiclite of Just Normlicht, bij voorkeur met ingebouwde dimmer, zodat je de helderheid van de lichtkast kan aanpassen aan de helderheid van je scherm, dat is gemakkelijker dan andersom. Dan zal je moeten investeren in een goed kalibratieapparaat. Goed wil zeggen: niet de goedkoopste versies, want die geven vaak niet de mogelijkheid om de vereiste parameters aan te passen. Enkele bruikbare apparaten zijn: Eye-One Display 2 (alhoewel die nogal makkelijk stuk gaat) Spyder 3 Elite, met softwareversie 4 ColorMunki Photo of ColorMunki Design (= identiek hetzelfde apparaat) Eye-One XTreme Ook je beeldscherm is belangrijk, je hoeft niet meteen een high-end referentiescherm, je kan ook perfect drukwerk voorbereiden op een wat goedkoper scherm, zolang het maar goed kalibreerbaar is en een voldoende grote kijkhoek heeft. Uiteraard investeer je best in de hogere klasse van LaCie, Eizo, NEC, maar andere merken hebben ook “betaalbare” en goed bruikbare schermen. Dan rest er nog alleen je scherm te kalibreren en zo goed mogelijk af te stemmen op je werkplek. Om je daarmee op weg te helpen staat in het eerste deel van deze handleiding de uitleg van de meest gebruikte kalibratiesoftware. Daarna krijg je een gedetailleerd overzicht van de exacte werkwijze binnen Photoshop, InDesign en Acrobat.
Om te beginnen moet je je er bewust van zijn dat je voor deze werkwijze een goeie werkplek nodig hebt, dat wil zeggen: geen onstabiel daglicht of warm kunstlicht als beoordelingslicht.
Wanneer je deze werkwijze nauwgezet volgt moet je goeie resultaten behalen, maar denk erom: altijd overleggen met de drukker! En vooral controleren, controleren en nog eens controleren.
Je zal moeten investeren in normlicht, bijvoorbeeld de
Succes! Marc
©marc-en-ciel 2010 - RGB in drukwerk
Verantwoording - 3
ALGEMEEN
Wanneer je met de Eye-One Display 2 of Eye-One XT kalibreert met de software Eye-One Match, moet je altijd de “Advanced Mode” kiezen. In het scherm “Choose Calibration Settings” kies je naast White Point: Warm White (5000), tenzij je beoordelingslicht van een andere kleurtemperatuur hebt.
In Eye-One Match hoef je verder alleen maar de contrastmeting en de helderheidsmeting uit te voeren. Denk erom dat je de helderheid van het scherm zelf moet aanpassen als je een softwarematige kalibratie uitvoert!
Naast Gamma kies je ALTIJD 2,2 zowel voor Windows als voor Mac. Naast Luminance kies je de helderheid die het beste overeenkomt met de sterkte van je beoordelingslicht: als je alleen maar een algemene verlichting in je werkruimte hebt zal je eerder naar 80 cd/m2 moeten gaan, anders wordt het scherm veel te helder. Als je over beoordelingskasten beschikt zoals die van gti (graphic lite) of die van Just Norm Licht, dan kan je een luminantie van 100 à 140 cd/m2 gebruiken, naargelang de lichtintensiteit van de lichtkast. Best test je de juiste luminantie uit aan de hand van een ontwerp dat al afgedrukt of gedrukt werd.
4 - Kalibratie
RGB in drukwerk - ©marc-en-ciel 2010
ALGEMEEN
Wanneer je met de ColorMunki Photo of ColorMunki Design kalibreert moet je altijd de “Advanced Mode” kiezen. In het hoofdscherm MOET je eerst het bolletje aanklikken naast “Set the luminance level of my display to the following target value” (het tweede bolletje), anders heeft het geen zin om een waarde te kiezen in het afrolmenu daarnaast. Nu kies je de helderheid die het beste overeenkomt met de sterkte van je beoordelingslicht: als je alleen maar een algemene verlichting in je werkruimte hebt zal je eerder naar 80 cd/m2 moeten gaan, anders wordt het scherm veel te helder.
Je kan ook de luminantie meten als je het eerste bolletje aanklikt, maar dat werkt zelden goed. Kies naast Target White Point for display: D50, tenzij je beoordelingslicht van een andere kleurtemperatuur hebt. De Gamma kan je alleen in de voorkeuren instellen (preferences), maar je MOET die op 2,2 laten staan zowel voor Windows als voor Mac. Denk erom dat je de helderheid van het scherm zelf moet aanpassen tijdens de kalibratie!
Als je over beoordelingskasten beschikt zoals die van gti (graphic lite) of die van Just Norm Licht, dan kan je een luminantie van 100 à 140 cd/m2 gebruiken, naargelang de lichtintensiteit van de lichtkast. Best test je de juiste luminantie uit aan de hand van een ontwerp dat al afgedrukt of gedrukt werd.
©marc-en-ciel 2010 - RGB in drukwerk
Kalibratie - 5
ALGEMEEN
Wanneer je met eender welk apparaat en de software ColorNavigator kalibreert, moet je eerst een nieuw “Target” aanmaken, indien je deze parameters nog niet gebruikt hebt. In het eerste scherm klik je eerst op het bolletje naast “Manual”. Nu schuif je de schuiver onder “Brightness” naar de waarde die het beste overeenkomt met de sterkte van je beoordelingslicht: als je alleen maar een algemene verlichting in je werkruimte hebt zal je eerder naar 80 cd/m2 moeten gaan, anders wordt het scherm veel te helder. Als je over beoordelingskasten beschikt zoals die van gti (graphic lite) of die van Just Norm Licht, dan kan je een luminantie van 100 à 140 cd/m2 gebruiken, naargelang de lichtintensiteit van de lichtkast.
Op de schuiver onder “White Point” schuif je de waarde naar D50, tenzij je beoordelingslicht van een andere kleurtemperatuur hebt. Klik nu op “Next” Je komt in het scherm voor de Gamma, je MOET die op 2,2 laten staan zowel voor Windows als voor Mac. Omdat de nieuwste versies van ColorNavigator alleen in combinatie met bepaalde Eizo-schermen werkt kan je geen softwarematige kalibratie uitvoeren. De software neemt de volledig controle van het scherm over, waardoor je verder geen aanpassingen meer hoeft uit te voeren.
Best test je de juiste luminantie uit aan de hand van een ontwerp dat al afgedrukt of gedrukt werd.
6 - Kalibratie
RGB in drukwerk - ©marc-en-ciel 2010
ALGEMEEN Wanneer je met eender welk apparaat en de software ColorEyes Display Pro kalibreert, moet je in het hoofdscherm de parameters instellen. Klik op de knop “Advanced”. Klik op de onderlijnde koppeling “White Point Target”. Naast “Select Standard” selecteer je in het afrolmenu de waarde D50, tenzij je beoordelingslicht van een andere kleurtemperatuur hebt. Naast “Luminance” selecteer je in het afrolmenu de optie “Other”. Typ dan in het invulvakje de waarde in die het beste overeenkomt met de sterkte van je beoordelingslicht: als je alleen maar een algemene verlichting in je werkruimte hebt zal je eerder naar 80 cd/m2 moeten gaan, anders wordt het scherm veel te helder. Als je over beoordelingskasten beschikt zoals die van gti (graphic lite) of die van Just Norm Licht, dan kan je een luminantie van 100 à 140 cd/m2 gebruiken, naargelang de lichtintensiteit van de lichtkast. Best test je de juiste luminantie uit aan de hand van een ontwerp dat al afgedrukt of gedrukt werd. Met het pijltje naar rechts (bovenaan links in het kleine venster) kan je naar de volgende instelling gaan. Je kan ook op “Close” klikken en dan op de onderlijnde koppeling “Gamma Target” klikken. Je komt in het scherm voor de Gamma, je MOET die op 2,2 laten staan (of zetten) zowel voor Windows als voor Mac. Klik nu op “Close”. Om te kalibreren en te profileren klik je daarna op “Profile Now”. ColorEyes Pro regelt op de meeste schermen zelf de luminantie.
©marc-en-ciel 2010 - RGB in drukwerk
Kalibratie - 7
ALGEMEEN
Wanneer je met eender welk ondersteund apparaat en de software ProfileMaker Pro (via de Measure Tool) kalibreert, moet je in het eerste scherm de parameters instellen.. Onder “White Point” kies je in het afrolmenu de waarde 5000 K, tenzij je beoordelingslicht van een andere kleurtemperatuur hebt. Onder “Gamma”, MOET je de waarde 2,2 kiezen, zowel voor Windows als voor Mac. Onder “Brightness” kies je de waarde 100%. Klik onderaan rechts in het schermpje op de pijl naar rechts (naast het cijfer “1”). Volg op het scherm alle nodige stappen, en klik na elke stap op het pijltje naar rechts. Pas in het vierde scherm kan je aanvinken dat je zelf de luminantie wil kiezen, klik op het bolletje naast “Luminance adjustment”. En klik dan op het pijltje naar rechts om naar stap 5 te
8 - Kalibratie
gaan. Klik het vinkje aan naast “Desired Luminance” en typ in het invulvakje daarnaast de waarde in die het beste overeenkomt met de sterkte van je beoordelingslicht: als je alleen maar een algemene verlichting in je werkruimte hebt zal je eerder naar 80 cd/m2 moeten gaan, anders wordt het scherm veel te helder. Als je over beoordelingskasten beschikt zoals die van gti (graphic lite) of die van Just Norm Licht, dan kan je een luminantie van 100 à 140 cd/m2 gebruiken, naargelang de lichtintensiteit van de lichtkast. Best test je de juiste luminantie uit aan de hand van een ontwerp dat al afgedrukt of gedrukt werd. Klik nu op “Start”. Er volgt een korte meting, je moet zelf de helderheid van de monitor aanpassen, tot de “Quality indicator” een groen pijltje geeft dat (ongeveer) in het midden staat. Klik dan op “Stop” en op het pijltje naar rechts voor de rest van de kalibratie. RGB in drukwerk - ©marc-en-ciel 2010
ALGEMEEN
Wanneer je met de Spyder 3 Elite en de software Spyder 3 Elite Versie 4 kalibreert kan je best je scherm terug op de fabrieksinstellingen zetten, anders kan de kanlibratie eigenaardige resultaten opleveren. Na het opstarten van de software doorloop je de eerste stappen, tot je in het onderdeel “Calibration” komt. Naast Gamma MOET je Gamma 2,2 laten staan (of selecteren) zowel voor Windows als voor Mac. Naast White Point kies je: 5000K, tenzij je beoordelingslicht van een andere kleurtemperatuur hebt.
Best test je de juiste luminantie uit aan de hand van een ontwerp dat al afgedrukt of gedrukt werd. Klik dan op “Next” om de rest van de kalibratie uit te voeren. Denk erom dat je de helderheid van het scherm zelf moet aanpassen tijdens de kalibratie! De oudere software van de Spyder 3 Elite is niet aan te raden, omdat die zeer moeilijk te gebruiken is.
Naast Brightness kies je de helderheid die het beste overeenkomt met de sterkte van je beoordelingslicht: als je alleen maar een algemene verlichting in je werkruimte hebt zal je eerder naar 80 cd/m2 moeten gaan, anders wordt het scherm veel te helder. Als je over beoordelingskasten beschikt zoals die van gti (graphic lite) of die van Just Norm Licht, dan kan je een luminantie van 100 à 140 cd/m2 gebruiken, naargelang de lichtintensiteit van de lichtkast. ©marc-en-ciel 2010 - RGB in drukwerk
Kalibratie - 9
BRIDGE
Wanneer je met de Creative Suite werkt kan je best de kleurruimte van alle programma’s op elkaar afstemmen, dat voorkomt een aantal problemen. Open Adobe Bridge. Als je Bridge in de Engels taal staat dan ga ja naar: “Edit > Creative Suite Color Settings...” In het venster “Suite Color Settings” kijk je of Europe Prepress 2 (of 3) zichtbaar is. Zoniet zet je het vinkje naast “Show Expanded List of Color Setting Files” aan. Dan selecteer je “Europe Prepress 2” of “Europe Prepress 3”. Het verschil zit alleen in het standaard cmyk-profiel dat in de versie 3 aangepast is aan de huidige standaarden. As de juiste instelling geselecteerd is klik je op “Apply” Omdat deze handleiding over drukwerk gaat heeft het gebruik van een andere instelling geen zin.
10 - De kleurruimten synchroniseren
RGB in drukwerk - ©marc-en-ciel 2010
BRIDGE
Om je beelden te bewerken kan je gebruik maken van een grote keuze aan beeldbewerkingsprogramma’s. Om rgb-beelden in een drukwerk workflow te kunnen gebruiken is het evenwel absoluut noodzakelijk dat het beeldbewerkingsprogramma beschikt over soft-proofing, dat wil zeggen: de mogelijkheid om via een drukpersprofiel de drukperskleuren op het beeldscherm na te bootsen, anders mag je deze handleiding al meteen dichtklappen en verder werken op de oude “blinde” manier.
Het voordeel van de omweg via Camera Raw is dat er een aantal basiscorrecties heel snel en goed kunnen uitgevoerd worden. Je kan ook je foto in beperkte mate opblazen, converteren naar Adobe RGB en omzetten naar de juiste resolutie. Al deze instellingen kan je bereiken door op de blauwe, onderlijnde koppeling onderaan in het Camera Raw venster te klikken.
Persoonlijk geef ik de voorkeur om alle beelden die niet in het PSD-bestandsformaat opgeslagen zijn, ook jpeg en tiff via Camera Raw te openen, dat kan rechtsreeks vanuit de Bridge.
Denk erom dat je niet zomaar alle correcties in Camera Raw kan en mag uitvoeren, omdat Camera Raw geen softproofing heeft is de kans zeer groot dat je zodanig je kleuren gaat aanpassen dat ze niet meer drukbaar zijn.
In de voorkeuren voor Camera Raw, die je zowel in de Bridge als in Photoshop terugvindt, kan je instellen dat alle jpeg’s en tiff’s automatisch met Camera Raw geopend worden. Heb je dat liever niet dan kan je ook gewoon één of meerdere foto’s in de Bridge selecteren, dan rechtsklikken en in het afrolmenu de optie “openen met Camera Raw kiezen”.
Meestal gebruik ik Temperature (Temperatuur) om de witbalans juist te zetten - Exposure (Belichting) - Recovery (Herstel) om alles uit de hooglichten te halen wat erin zit - soms Fill Light (Lichtopvulling) en indien nodig Clarity (Lokaal Contrast) om de details wat op te halen dan wel te verdoezelen. De rest doe ik in Photoshop.
©marc-en-ciel 2010 - RGB in drukwerk
Camera Raw - 11
PHOTOSHOP
Wanneer je met de losse programma’s werkt, of de Bridge niet gebruikt kan je de kleurinstellingen ook per programma instellen. Zowel in Photoshop als Illustrator als InDesign vind je deze instellingen onder: “Edit > Color Settings”. Om alle onderdelen te zien die je op de schermafbeelding ziet kan het nodig zijn om op de knop “More Options” rechts in het venstertje te klikken.
Je kan nochtans deze instellingen aanpassen aan je eigen situatie, als je bijvoorbeeld samenwerkt met een drukker die volgens één van de ISO-profielen drukt, kan het interessant zijn om alle werkruimten van alle programma’s daar op af te stemmen, zodat je een nog betere voorspelbaarheid krijgt. In ieder geval moet je steeds consequent dezelfde werkruimte gebruiken in alle programma’s, anders loopt het verkeerd af.
In het afrolmenu naast “Setting:” kies je de optie “Europe Prepress 2” of “Europe Prepress 3”. Heb je geen van beide ter beschikking, dan kan je zelf alle instellingen aanpassen zoals ze in de schermafbeelding staan, daarna klik je op de knop “Save” en sla je deze instellingen op met een zelf gekozen naam. Omdat deze instellingen alleen van toepassing zijn op nieuwe documenten (standaard werkruimte) en op documenten die geen profielen bevatten (tijdelijke werkruimte) heeft het geen zin om andere parameters te kiezen.
12 - De kleurruimte van Photoshop instellen
RGB in drukwerk - ©marc-en-ciel 2010
PHOTOSHOP
Wanneer je een rgb-beeld rechtstreeks opent in Photoshop kan het gebeuren dat je een waarschuwing krijgt in de volgende gevallen: 1. er zit geen profiel ingesloten in het beeld In dit geval kan je best het profiel Adobe RGB... toewijzen (dat is ook het enige geval waarin je een profiel mag toewijzen!). Omdat Adobe RGB een grote kleurruimte is is de kans klein dat je kleuren zullen veranderen. Kies dan: “Assign working RGB: > Adobe RGB...” of “Assign Profile: > Adobe RGB...” 2. er zit een ander profiel ingesloten dan Adobe RGB In dit geval converteer je het beeld best naar Adobe RGB om te vermijden dat er straks problemen zullen optreden met kleurveranderingen binnen transparante objecten. Tevens krijg je meer correctieruimte (overhead). Kies dus: “Convert document’s colors to the working space”, op voorwaarde dat je werkruimte voor RGB op Adobe RGB (1998) ingesteld staat.
©marc-en-ciel 2010 - RGB in drukwerk
Converteren naar een ander profiel mag altijd, wat je dan doet is: de kleuren van de ene kleurruimte vertalen naar een andere kleurruimte. Als dat verstandig gebeurt (= relatief colorimetrisch) dan zal het uitzicht van de kleuren zo goed mogelijk behouden blijven. Bij het “toewijzen” van een profiel, worden de kleurnummers behouden, maar binnen een andere kleurruimte kan de kleur er helemaal anders gaan uitzien, daarom mag je niet zomaar “toewijzen”. Wanneer je een cmyk-beeld opent gelden dezelfde regels, maar je gebruikt dan uiteraard het standaard cmyk-profiel dat in je werkruimte ingesteld staat (bijvoorbeeld: Coated Fogra 27).
Een afbeelding openen - 13
PHOTOSHOP
Het eerste wat je moet doen nadat je een beeld geopend hebt is: de softproofing instellen en aanzetten.
voor andere drukprocédé’s afhalen bij www.eci.org of www.colormanagement.org.
Omdat je in Photoshop deze instelling niet als standaard kan aanzetten moet je dat steeds manueel doen.
Hoe nauwkeuriger het profiel bij de realiteit aansluit hoe beter de voorspelbaarheid.
Ga naar: “View > Proof Setup > Custom”
Let op! De optie “Preserve CMYK Numbers” mag niet aangevinkt worden, anders kunnen er sterke kleurverschuivingen optreden!
Selecteer naast “Device to Simulate:” het profiel van de drukpers of het drukprocéde dat je op het scherm wil nabootsen. Heb je geen profiel van de drukpers, dan kan je gewoon de algemene cmyk-profielen gebruiken die bij de Creative Suite meegeleverd worden. Voor drukwerk op gecoat papier gebruik je één van de Coated FOGRA profielen. Voor drukwerk op ongecoat papier gebruik je het Uncoated FOGRA profiel. Voor rotatiedrukwerk gebruik je het Web Coated FOGRA profiel. Wanneer de drukker ISO-gecertifieerd drukt zouden de kleuren slechts heel miniem mogen afwijken. Je kan ook iets meer specifieke profielen en profielen
14 - De softproofing instellen
Naast “Rendering Intent” kies je best “Relative Colorimetric” en laat je Black Point Compensation aangevinkt. Onder “Display Options (On-Screen)” kan je best de optie Simulate Paper Color uitgevinkt laten, tenzij je drukwerk op gekleurd papier wil proofen en daarvoor een geschikt profiel hebt (bijvoorbeeld: Yellowish Uncoated). De optie Simulate Black Ink daarentegen MOET je bij drukwerkvoorbereiding aanvinken, omdat dat ervoor zorgt dat de typische glans van de zwarte inkt op het scherm nagebootst wordt. Dat is onontbeerlijk om een voorspelbaar resultaat te RGB in drukwerk - ©marc-en-ciel 2010
PHOTOSHOP
krijgen, want het is van grote invloed op het contrast van de afbeelding. Als je deze instellingen graag wil bewaren dan klik je op de knop “Save” rechts in het venstertje. Er wordt een nieuw invoervenster geopend waarin je een duidelijk naam kan typen. Verander in geen geval de map waarin de instelling opgeslagen wordt, anders herkent Photoshop ze niet meer automatisch. Klik op Opslaan.
BELANGRIJKE NOTA. Hoewel er verderop een aantal aanpassingen uitgelegd worden ben je niet verplicht deze te gebruiken. Het gebruik van deze werkwijze sluit andere, meer traditionele werkwijzen niet uit, het is eerder een aanvulling die ervoor zorgt dat je niet “blind” moet werken. Zelfs als je door de jaren ervaring precies weet wat de afwijking tussen beeldscherm en drukwerk is, kan je via deze werkwijze veel nauwkeuriger en voorspelbaarder werken.
De volgende keer dat je een afbeelding opent kan je rechtsreeks de softproofing aanzetten via: “View > Proof Setup > (naam van de instelling)”. Zolang de softproofing ingeschakeld is zie je de kleuren zoals ze op het drukwerk zullen verschijnen. Je kan dus ongestoord alle mogelijke correcties en filters toepassen, je zal steeds het eindresultaat meteen zien.
©marc-en-ciel 2010 - RGB in drukwerk
De softproofing instellen - 15
PHOTOSHOP
In het volgende hoofdstuk gaan we het witpunt en het zwartpunt van de afbeelding opzoeken, controleren en indien nodig aanpassen. Ook hier zijn er weer verschillende werkwijzen mogelijk. Ik gebruik altijd de volgende werkwijze: Maak een nieuwe aanpassingslaag via “Adjustments / Curves” of door te klikken op de zwartwitte cirkel onderaan in het Layers-paneel en dan de optie Curves te selecteren.
16 - Het witpunt en zwartpunt instellen
RGB in drukwerk - ©marc-en-ciel 2010
PHOTOSHOP
Als het curvevenster bij jou anders uitziet dan in mijn voorbeeld, dan kan het zijn dat je even op het kleine symbooltje naast de grote pijl links onderaan in het venstertje moet klikken. We gaan eerst de doelwaarden van het witpunt instellen.
defaults?” klik dan op Yes. Deze instelling hoef je dan later niet meer opnieuw te doen, maar controleer ze toch maar elke keer, vooral als er ook andere gebruikers op jouw computer werken.
Dubbelklik op het witte pipetje (derde pipetje van bovenaan gerekend, links bovenaan in het venster). Vul de vereiste waarden in bij C M Y K, in mijn voorbeeld is dat C: 2 - M: 1 - Y: 1 - K: 0. Dat is een witpuntwaarde waar ik altijd goede resultaten mee behaald heb, maar dat is geen vastliggende waarde! Elk drukprocédé kan zijn eigen witpuntwaarde hebben, informeer best bij de drukker. Klik dan op OK. Als de vraag verschijnt: “Save the new target colors as ©marc-en-ciel 2010 - RGB in drukwerk
Het witpunt en zwartpunt instellen - 17
PHOTOSHOP
Nu gaan we de doelwaarden van het zwartpunt instellen. Dubbelklik op het zwarte pipetje (eerste pipetje van bovenaan gerekend, links bovenaan in het venster).
Deze instelling hoef je dan later niet meer opnieuw te doen, maar controleer ze toch maar elke keer, vooral als er ook andere gebruikers op jouw computer werken. NOTA
Vul de vereiste waarden in bij C M Y K, in mijn voorbeeld is dat C: 90 - M: 70 - Y: 65 - K: 95.
Bij de huidige offsetprocédé’s is het gebruikelijk om een maximale inktdekking van 300% te gebruiken.
Dat is een zwartpuntwaarde die afgeleid is van een instelling van Profilemaker Pro, waarbij de maximale inktdekking 340% bedraagt en er een gcr waarde van 2 gebruikt werd, maar dat is geen vastliggende waarde!
Je moet er dus op letten bij het instellen van de zwartpuntwaarde dat je deze maximale inktdekking niet overschrijdt.
Elk drukprocédé kan zijn eigen zwartpuntwaard hebben, die afhankelijk is van de maximale inktdekking, de start van het zwart, de hoeveelheid kleurvervanging (gcr of ucr) en het soort zwartplaat (licht, medium, zwaar) informeer best bij de drukker. Klik dan op OK. Als de vraag verschijnt: “Save the new target colors as defaults?” klik dan op Yes.
18 - Het witpunt en zwartpunt instellen
Als je in het vakje L: de waarde op 5, 6 of 7 zet en de waarden a: en b: op nul, zal Photoshop de cmyk-waarden zelf berekenen, maar dat kan resulteren in een kleurscheiding die niet overeenkomt met de uiteindelijke kleurscheiding, waardoor er weer contrast- of kleurverschuivingen kunnen optreden. Bij www.fogra.org, www.colormanagement.org, of www.eci.org vind je meer informatie over zwartpuntwaarden voor de verschillende drukprocédé’s.
RGB in drukwerk - ©marc-en-ciel 2010
PHOTOSHOP
Wanneer de witpunt- en zwartpuntwaarden ingesteld zijn kan je de helderste tonen in je afbeelding markeren. Klik één keer op het witte pipet (derde van bovenaan, links in het curvenvenster). Schuif met het witte pipet binnen de afbeelding en druk tegelijk de alt-toets in. Als je witte pixels ziet verschijnen is dat het witste wit in je afbeelding, markeer dat door de shift-toets in te drukken en op die plaats te klikken met het pipet. Als je gekleurde pixels ziet verschijnen zijn er twee mogelijkheden: • ofwel zit er een kleurzweem in je afbeelding, je kan deze plek markeren (zie hierboven) zodat je ze later kan corrigeren met één muisklik. • ofwel zit er helemaal geen wit in je afbeelding. In dat geval kan je de witte kant van de curve verschuiven tot je witte pixels ziet verschijnen, maar dat is niet noodzakelijk.
Info-paneel kijken naar de waarden naast #1. Als deze waarden meer dan 2 niveau’s uit elkaar liggen, is de lichtste kleur niet wit. Er kan sprake zijn van een kleurzweem, maar het kan ook een reflectie op een gekleurd voorwerp zijn. Als alle waarden hetzelfde zijn maar lager dan 255, dan is er geen wit in je afbeelding, je zal dan zelf moeten oordelen of je de lichtste kleur wit wil maken, het zou kunnen dat je daarmee de sfeer van de foto verknoeit, maar het kan ook zijn dat je het contrast van de foto verbetert. Als alle waarden hetzelfde zijn en tussen 254 en 255 liggen kan je je witpunt toepassen, dat doe je door met het geselecteerd witte pipet te klikken op het middelste punt van de kleurmarkering voor het witpunt die je in de vorige stap aangebracht hebt.
Als het witpunt gemarkeerd is kan je ter controle in het ©marc-en-ciel 2010 - RGB in drukwerk
Het witpunt en zwartpunt instellen - 19
PHOTOSHOP
Om het zwartpunt te markeren klik je één keer op het zwarte pipet (eerste van bovenaan, links in het curvenvenster).
is de donkerste kleur niet zwart. Er kan sprake zijn van een kleurzweem, maar het kan ook zijn dat er geen zwart in de foto zit.
Schuif met het zwarte pipet binnen de afbeelding en druk tegelijk de alt-toets in.
Als alle waarden hetzelfde zijn maar hoger dan 0 (nul), dan is er geen zwart in je afbeelding, je zal dan zelf moeten oordelen of je de donkerste kleur zwart wil maken, het zou kunnen dat je daarmee de sfeer van de foto verknoeit, maar het kan ook zijn dat je het contrast van de foto verbetert.
Als je zwarte pixels ziet verschijnen is dat het zwartste zwart in je afbeelding, markeer dat door de shift-toets in te drukken en op die plaats te klikken met het pipet. Als je gekleurde pixels ziet verschijnen zijn er twee mogelijkheden: • ofwel zit er een kleurzweem in je afbeelding, je kan deze plek markeren (zie hierboven) zodat je ze later kan corrigeren met één muisklik. • ofwel zit er helemaal geen zwart in je afbeelding. In dat geval kan je de zwarte kant van de curve verschuiven tot je zwarte pixels ziet verschijnen, maar dat is niet noodzakelijk. Als het witpunt gemarkeerd is kan je ter controle in het Info-paneel kijken naar de waarden naast #2. Als deze waarden meer dan 2 niveau’s uit elkaar liggen,
20 - Het witpunt en zwartpunt instellen
Als alle waarden hetzelfde zijn en tussen 0 en 2 liggen kan je je zwartpunt toepassen, dat doe je door met het geselecteerd zwarte pipet te klikken op het middelste punt van de kleurmarkering voor het zwartpunt die je in de vorige stap aangebracht hebt. In dit geval zul je dus het zwartpunt alleen moeten toepassen als de zwartwaarde meer dan de maximale inktdekking van het gekozen drukprocédé oplevert. In alle andere gevallen kan het volstaan om de pijl aan de zwarte kant van de curve een beetje naar boven te schuiven om de donkerste partijen een tikje op te helderen. RGB in drukwerk - ©marc-en-ciel 2010
PHOTOSHOP
Wanneer we een afbeelding klaarmaken voor drukwerk kan het handig zijn om niet met niveau’s te werken, maar met werkelijke inktdekking, zelfs als we nog steeds in rgb werken.
dan kan je dat instellen door op het vierkantje met de dicht bij elkaar liggende lijnen te klikken.
Daarom kan je best de instellingen van het curvevenster aanpassen.
Als de instellingen aan je wensen voldoen klik je op “OK”.
Ga naar de opties van het Adjustments-paneel of het Curves-paneel - klik op het kleine pijltje met korte lijntjes, rechtsboven in het paneel. Kies in het afrolmenu de optie: “Curves Display Options...” Klik naast “Show Amount of:” op het bolletje naast Pigment/Ink% Als de curven van de kleurkanalen het overzicht bemoeilijken kan je deze hier ook uitschakelen, klik het vinkje weg naast Show: Channel Overlays. Heb je liever een fijnmazig raster in het curvenvenster, ©marc-en-ciel 2010 - RGB in drukwerk
Het witpunt en zwartpunt instellen - 21
PHOTOSHOP
NOTA: De volgende aanpassingen zijn smaakgebonden en kunnen per afbeelding verschillen. Omdat ik (dankzij de softproofing) vaststel dat de schaduwpartijen dreigen dicht te lopen, pas ik de curve rond de 75% een beetje aan klik op ongeveer drie kwart van de curve en verschuif het zopas aangebrachte punt een tikje naar rechts.
Door het middengebied van de curve een heel klein tikje naar links te verschuiven is de blauwzweem weg. Je kan hier probleemloos alle andere traditionele aanpassingstechnieken (blijven) gebruiken, zolang je er op let dat de softproofing aan staat.
Om het verloren gegane contrast terug wat op te krikken pas ik de curve ook in het 25%-gebied wat aan, klik op ongeveer één kwart van de curve en verschuif het zopas aangebrachte punt iets verder naar rechts, waarbij ik er steeds op let dat noch het witpunt, noch het zwartpunt al te grote veranderingen ondergaan. Om de lichte blauwzweem die in de foto zit wat te verzwakken schakel ik in het curvevenster over naar het blauwe kanaal - klik op het kleine afrolmenu net boven het curvevenster en selecteer de optie “Blue”.
22 - Het witpunt en zwartpunt instellen
RGB in drukwerk - ©marc-en-ciel 2010
PHOTOSHOP
In het volgende onderdeel gaan we onze afbeelding klaar maken voor druk.
Stel in de optiebalk bovenaan de Sample Size in op “11 bij 11 Average”.
Tevens bouwen we een controlemogelijkheid in om aan te tonen dat een rgb-afbeelding bij de kleurenscheiding hetzelfde resultaat oplevert als een cmyk-afbeelding.
Sleep de eerder aangebrachte kleurmarkeringen (witpunt - zwartpunt) over het eerste en het tweede kleurvlak.
Om een controlemiddel te hebben heb ik in mijn beeld 4 selecties aangebracht die elk met één kleur uit de afbeelding werden gevuld. Deze 4 kleurvlakken staan op een aparte laag die ik later in InDesign kan uitschakelen als ik ze niet meer nodig heb.
Klik dan met de Color Sampler Tool een markering op het derde en het vierde vlak.
Om kleurmarkeringen te kunnen aanbrengen moet ik eerst de markeringen van het witpunt en het zwartpunt verwijderen of verslepen. Selecteer in het gereedschapspaneel de Color Sampler Tool, als hij niet zichtbaar is zit hij mogelijk verborgen achter de Eyedropper Tool. Hou de muisknop ingedrukt tot alle alternatieve gereedschappen zichtbaar zijn en klik dan op de Color Sampler Tool.
©marc-en-ciel 2010 - RGB in drukwerk
Om de kleurwaarden te kennen zoals ze straks in het drukwerk zullen zijn moet je bij elke markering in het Info-paneel (#1, #2, #3, #4) klikken op het kleine zwarte pijltje naast het kleine pipetje. In het afrolmenu dat dan verschijnt kies je telkens de optie “Proof Color”. Het Info-paneel geeft nu voor elke kleur de samenstelling mee zoals die in het eerder in de softproofing gekozen drukpersprofiel zal zijn. Noteer indien gewenst die kleurwaarden, zodat je ze later kan vergelijken met de kleurwaarden in InDesign, Acrobat en de rasterwaarden op de film of drukplaat. Kleurwaarden proofen - 23
PHOTOSHOP
We gaan deze afbeelding die drukklaar is opslaan. Ga naar: “File > Save As...” Geef de afbeelding een duidelijke naam of behoud de naam die in het invulvak staat, als je met lagen gewerkt hebt kan je de originele jpeg-afbeelding niet zomaar overschrijven. Navigeer je naar de juiste map, waar je de afbeelding wil opslaan. Kies naast “Format” de optie Photoshop. Zolang je met je afbeelding binnen de Creative Suite blijft is er geen enkele bewijsbare reden om een ander bestandsformaat te kiezen.
daarom of het vinkje naast “Embed Color Profile:” aan staat, zo niet zet je het aan. Controleer ook of naast de vorige vermelding het profiel Adobe RGB (1998) staat, indien niet kan je best “Annuleer” klikken en je afbeelding eerst naar Adobe RGB converteren (“Edit > Convert to Profile”). Als alles in orde is klik je op “OK”. Als er een venster met de vermelding “Maximize Compatibility” verschijnt klik je gewoon op “OK”. (Je kan vermijden dat dit venster in de toekomst verschijnt door eerst het vinkje naast “Don’t show again” aan te zetten.
Zet indien je dat wenst het vinkje naast “Layers” aan, zodat de aanpassingslagen behouden blijven. BELANGRIJK! Als je een rgb-beeld voor drukwerk opslaat MOET het profiel in de afbeelding opgeslagen worden, kijk
24 - Een rgb-afbeelding opslaan
RGB in drukwerk - ©marc-en-ciel 2010
PHOTOSHOP
dit te veranderen! “Intent:” Relative Colorimetric - er is geen aanwijsbare reden om hier iets anders te kiezen!
Om straks beter te kunnen vergelijken heb ik de afbeelding ook naar cmyk omgezet. Ga naar: “Edit > Convert to Profile”. In het venster dat daarna opent kijk je de volgende instellingen na: Staat onder “Source Space” Adobe RGB (1998)? Zoniet kan je best teruggaan en alle vorige stappen nog eens nakijken. Staat naast “Profile:” Working CMYK - Coated Fogra... (afhankelijk van je kleurinstellingen - zie eerder)? Onder “Conversion Options” staat naast: “Engine:” Adobe (ACE) - er is geen aanwijsbare reden om ©marc-en-ciel 2010 - RGB in drukwerk
Het vinkje naast “Use Black Point Compensation” moet aan staan. Als je met lagen gewerkt hebt moet het vinkje naast “Flatten Image to Preserve Appearance” aan staan, zoniet worden je aanpassingslagen weggegooid en zal je afbeelding er ineens helemaal anders gaan uitzien. Als alle instellingen in orde zijn klik je op “OK”. BELANGRIJKE OPMERKING! Als je niet met Creative Suite werkt, of je moet de afbeeldingen extern aanleveren, dan kan je best alle afbeeldingen op deze manier naar cmyk converteren! De rgb-versie is alleen geschikt voor een in-house workflow met late binding.
Een afbeelding converteren naar cmyk - 25
PHOTOSHOP
Nadat de afbeelding geconverteerd is kan je in het infopaneel de vier kleurmarkeringen terug op Actual Color zetten. De softproofing is automatisch uitgeschakeld en is ook niet meer echt nodig, omdat de kleuren nu cmyk zijn.
BELANGRIJKE OPMERKING! Als je niet met Creative Suite werkt, of je moet de foto’s extern aanleveren, dan kan je verder best de cmykversie gebruiken.
Wil je echter een ander drukpersprofiel nabootsen zal je de softproofing weer zelf moeten aanzetten. Vergelijk nu de kleurwaarden van de vier kleurvlakken met die van de rgb-versie. Als alles goed is mag er een maximale afwijking van 1% in één of meer kleuren zijn, dit kan voorkomen door afrondingsfouten bij het omzetten. RGB heeft 256 waarden per kleurkanaal - cmyk slechts 100 (van 0% tot 100%). Zijn de afwijkingen groter, dan moet je terug naar de vorige stappen.
26 - Een afbeelding converteren naar cmyk
RGB in drukwerk - ©marc-en-ciel 2010
PHOTOSHOP
Om straks de vergelijking tussen de verschillende versies te kunnen maken sla ik de cmyk-versie op twee manieren op.
bevatten, maar om straks een aantal dingen te kunnen aantonen sla ik een versie op met (vinkje aan naast “Embed Color Profile”) en een versie zonder ingesloten profiel (vinkje uit naast “Embed Color Profile”).
Ga naar “File > Save As...” Geef de afbeelding een duidelijke naam of voeg de uitbreiding cmyk toe aan de bestaande naam. Navigeer naar de juiste map waar je de afbeelding wil opslaan. Kies naast “Format:” de optie Photoshop, zeker als je binnen de Creative Suite werkt.
BELANGRIJKE OPMERKING! Als je opmaak doet met QuarkXpress kan het insluiten van een profiel in een cmyk-bestand tot kleurverschuivingen leiden! Ook het gebruik van het Photoshop (PSD) bestandsformaat kan problemen opleveren bij het kleurbeheer in QuarkXpress. In dat geval kies je best voor het TIFFbestandsformaat.
In principe mag een cmyk-afbeelding geen profiel ©marc-en-ciel 2010 - RGB in drukwerk
Een cmyk-afbeelding opslaan - 27
INDESIGN
Start nu InDesign Wanneer je met de losse programma’s werkt, of de Bridge niet gebruikt kan je de kleurinstellingen ook per programma instellen. Zowel in InDesign, Photoshop als Illustrator als vind je deze instellingen onder: “Edit > Color Settings”. Om alle onderdelen te zien die je op de schermafbeelding ziet kan het nodig zijn om op het vinkje naast “Advanced Mode” bovenaan in het venstertje te klikken. In het afrolmenu naast “Setting:” kies je de optie “Europe Prepress 2” of “Europe Prepress 3”.
documenten die geen profielen bevatten (tijdelijke werkruimte) heeft het geen zin om andere parameters te kiezen. Je kan nochtans deze instellingen aanpassen aan je eigen situatie, als je bijvoorbeeld samenwerkt met een drukker die volgens één van de ISO-profielen drukt, kan het interessant zijn om alle werkruimten van alle programma’s daar op af te stemmen, zodat je een nog betere voorspelbaarheid krijgt. In ieder geval moet je steeds consequent dezelfde werkruimte gebruiken in alle programma’s, anders loopt het verkeerd af.
Heb je geen van beide ter beschikking, dan kan je zelf alle instellingen aanpassen zoals ze in de schermafbeelding staan, daarna klik je op de knop “Save” en sla je deze instellingen op met een zelf gekozen naam. Omdat deze instellingen alleen van toepassing zijn op nieuwe documenten (standaard werkruimte) en op
28 - De kleurruimte van InDesign instellen
RGB in drukwerk - ©marc-en-ciel 2010
INDESIGN
Wanneer je documenten voor drukwerk gaat opmaken wat meestal de bedoeling is in InDesign - kan je voor je een nieuw document opent best even naar de voorkeuren gaan. Dit is een onderdeel dat heel vaak over het hoofd gezien wordt, maar dat wel bijdraagt aan een voorspelbare workflow. Ga naar: “InDesign > Preferences > Appearance of Black “ (Mac) “Edit > Preferences > Appearance of Black” (Windows) Onder “Options for Black on RGB and Greyscale Devices” kies je naast: “On Screen:” Display All Blacks Accurately en naast Printing / Exporting: “Output All Blacks Accurately”. 100% zwart, zonder andere kleur zal op het scherm zo juist mogelijk weergegeven worden, zoals het straks in druk zal uitzien. Lijkt dat zwart je wat grijs, dan moet je zelf een nieuwe ©marc-en-ciel 2010 - RGB in drukwerk
kleur aanmaken die je “Rijk Zwart” kan noemen, die een gedeelte cyaan bevat of een klein percentage van cyaan, geel en magenta. Als je deze voorkeuren niet instelt kan het gebeuren dat je drukwerk gaat aanleveren waarin alle kleine zwarte tekst uit 100% van de vier kleuren bestaat, wat heel vaak voor problemen bij het drukken zorgt. Gewone leestekst die met 100% van de vier kleuren gedrukt wordt zal ook een heel stuk vetter gaan lijken. In het venstertje onder de instellingen zie je links een voorbeeld van “Realistisch” zwart en rechts een voorbeeld van “Rijk” zwart. Onder “Overprinting of Black” zet je het vinkje aan naast “Overprint Black Swatch at 100%”. Hiermee zorg je ervoor dat alles wat alleen met 100% zwart ingekleurd is niet uitgespaard wordt uit de onderliggende kleur, maar er bovenop gedrukt wordt. In sommige gevallen is dat niet wenselijk, je kan dat oplossen door een tintstaal van 99% zwart te maken, die kleur zal dan altijd uitgespaard worden. De zwartweergave van InDesign instellen - 29
INDESIGN
Wanneer je een bestaand document opent in InDesign en dat document werd aangemaakt met kleurinstellingen die niet overeenkomen met deze die hier net besproken zijn, dan kan je een waarschuwing krijgen.
Pas als het document geopend is kan je het converteren.
Als de rgb-werkruimte anders is, krijg je eerst een rgbwaarschuwing.
In het venster dat nu geopend wordt, controleer je of naast “RGB profile:” de optie: Working RGB - Adobe RGB (1998) staat.
Je kan dan best de optie “Leave the document as is:” aanklikken. Doe je dat niet, dan kunnen de rgb-kleuren zeer sterk van uitzicht veranderen. Als de cmyk-werkruimte anders is, krijg je een cmykwaarschuwing. Ook hier kan je best de optie “Leave the document as is:” aanklikken. Doe je dat niet, dan kunnen de cmyk-kleuren van uitzicht veranderen, hoewel het verschil vaak minder groot is dan bij rgb.
30 - Een bestaand document openen
Ga naar: “Edit > Convert to Profile...”.
Naast “CMYK Profile:” moet de optie: Working CMYK Coated FOGRA 27 (ISO... staan, of het profiel dat je zelf in je Colour Settings hebt gekozen. Zoniet moet je annuleren door op “Cancel” te klikken en terug naar je Colour Settings gaan om deze aan te passen. De overige instellingen blijf je af. Als alle instellingen gecontroleerd en juist zijn klik je “OK”. Sla nu je document op met de nieuwe instellingen, je kan het oude document eventueel overschrijven. RGB in drukwerk - ©marc-en-ciel 2010
INDESIGN
Nu kan je een nieuw document aanmaken of een bestaand document openen. Telkens je een nieuw document hebt gemaakt of een bestaand document hebt geopend MOET je zelf de softproofing aanzetten. Ga naar: “View > Proof Setup > Custom...” Als naast “Device to Simulate” het standaard cmykprofiel van je werkruimte staat zal je het vinkje naast “Preserve CMYK Numbers” niet kunnen uitvinken. Je kan deze instelling zo laten als je volledige workflow op dat profiel gebaseerd is. Als je echter een ander drukpersprofiel wil gebruiken om te simuleren MOET je het vinkje uitzetten, anders kunnen er kleurverschuivingen optreden.
De optie “Simulate Black Ink” kan je bij drukwerkvoorbereiding best wel aanvinken, omdat dan op het scherm de karakteristieke glans van zwarte drukinkt nagebootst wordt. Hierdoor lijkt het zwart niet meer zwart, maar donkergrijs, en heel vaak vinden dtp’ers dat niet mooi. Maar deze handleiding gaat niet over mooi, maar wel over realistisch. Drukwerk zal altijd een stuk “platter lijken dan wat je op je scherm ziet. Daarom is het goed om gebruik te maken van alle mogelijkheden die een realistische voorvertoning opleveren, zodat drukwerk geen verrassing meer wordt.
De optie “Simulate Paper Colour” vink je alleen aan als je drukwerk op gekleurd papier wil nabootsen en over een profiel voor dat papier beschikt.
©marc-en-ciel 2010 - RGB in drukwerk
De softproofing instellen - 31
INDESIGN Om de controletest te kunnen uitvoeren heb ik de drie versies van de afbeelding, die ik in het eerste deel gemaakt heb, geïmporteerd in InDesign. Ga naar: “File > Place...” navigeer naar de map waar de afbeeldingen staan, selecteer de afbeeldingen en klik op “Open”. Of selecteer de afbeeldingen in de Bridge en ga naar: “File > Place > In InDesign”. Als je terug in InDesign zit, zie je een geladen cursor, waarin het aantal afbeeldingen aangegeven wordt, samen met een miniatuur van de eerste afbeelding. Je kan met die geladen cursor klikken of slepen, tot alle afbeeldingen geplaatst zijn. Ik heb bij elke afbeelding vier vakjes geplaatst. Elk vakje heb ik gevuld met een kleur uit de afbeelding, die kleur heb ik met het pipet (Eyedropper tool) uit de afbeelding opgepikt. Dan heb ik het palet Colour geopend (Window > Colour > Colour vanaf CS5). Als ik de kleuren van de eerste afbeelding aanklik zie ik dat dat rgb-kleuren zijn. Dat klopt, want de eerste afbeelding is ook rgb. Bij de tweede afbeelding - cmyk zonder ingesloten profiel - zie ik dat de kleuren cmyk zijn evenals bij de derde afbeelding - cmyk met ingesloten profiel. Ook dat klopt, beide afbeeldingen zijn cmyk. Ik zie tevens dat de kleurwaarden van de beide cmyk-beelden niet van elkaar verschillen, wat betekent dat het voor InDesign niet uitmaakt of je bij cmyk een profiel insluit of niet. Voor andere opmaakprogramma’s kan dat wel verschil uitmaken! Uit deze en de volgende controle blijkt hoe belangrijk het is om de werkruimte van alle programma’s op elkaar af te stemmen en consequent gebruik te maken van de juiste profielen. Als je afbeelding bijvoorbeeld in sRGB zou staan en je zou er een kleur uit oppikken in InDesign, waar de standaard werkruimte voor rgb op Adobe RGB zou staan, dan zou er een kleurverschil optreden, wat later voor heel wat problemen kan zorgen. Dus: alles in Adobe RGB zetten!
32 - Kleuren uit afbeeldingen ophalen
RGB in drukwerk - ©marc-en-ciel 2010
INDESIGN Voor de volgende test open ik het paneel “Separations Preview”. Ga naar: “Window > Output > Separations Preview”. Kies in het paneel naast “View:” de optie “Separations”. Als je met de muispijl over een kleur gaat, zie je in het paneel de kleurwaarden van deze kleur. Meteen valt op dat er geen rgb-waarden weergegeven worden, maar de effectieve cmyk samenstelling, zowel voor de afbeeldingen als voor de kleuren die uit de afbeelding opgehaald werden. Uit deze test blijkt dat de maximale afwijking tussen de rgb en de cmykkleuren 1% is in één of twee kleuren, dat is normaal.
©marc-en-ciel 2010 - RGB in drukwerk
Kleurscheidingen controleren - 33
INDESIGN
34 - Een drukproef afdrukken
RGB in drukwerk - ©marc-en-ciel 2010
INDESIGN Wanneer je een drukproef wil maken van je ontwerp ga je naar: “File > Print” Het volgende gedeelte verschilt op Mac en Windows. OP MAC: Je moet er aan denken dat je de printerspecifieke instellingen niet in het InDesign print-venster kan doen.
bijna onderaan de optie “Bewaar als...” of “Save As...” Geef de instelling een duidelijk herkenbare naam. Je kan volgende keer meteen die instelling terug selecteren in het afrolmenu naast “Instellingen:”, maar je kan toch best steeds alle instellingen nog eens controleren, want in sommige printerdrivers blijven niet alle instellingen bewaard.
Klik daarom eerst op de knop “Printer”
Als alle instellingen juist zijn klik je op “Druk af” - er wordt nog niets afgedrukt, je komt terug in het printvenster van InDesign.
Negeer de waarschuwing die nu verschijnt door op “OK” te klikken.
ZEER BELANGRIJKE OPMERKING!
Je komt in de afdrukdialoog van het systeem. Kies eerst naast “Printer:” de juiste printer. Als je al eerder instellingen had opgeslagen kan je die kiezen naast “Instellingen:” Op de eerste horizontale lijn van boven kies je in het afrolmenu de optie “Kleurevenaring”. Klik het bolletje aan naast “Kleurevenaring fabrikant”. Als je dat vergeet gaat Colorsync zelf een profiel selecteren op basis van de gekozen papiersoort en dat leidt meestal tot kleurafwijkingen. (Tenzij je goeie printerprofielen hebt en colorsync juist geconfigureerd is). Kies dan op de eerste horizontale lijn van boven in het afrolmenu de optie: “Kwaliteit en Media”. Stel de papierkwaliteit en de afdrukkwaliteit in, die voor het gebruikte papier noodzakelijk zijn. Deze instellingen moeten overeenkomen met de instellingen die je gebruikt hebt om de testkaarten af te drukken waarmee je een printerprofiel hebt laten maken! Kies dan op de eerste horizontale lijn van boven in het afrolmenu de optie: “Kleuropties” indien deze beschikbaar is. Bij sommige printers vind je deze optie onder “Printerinstellingen” of “Printerfuncties”. Schakel alle eventuele kleurcorrecties of kleurbeheer uit, op voorwaarde dat je dat ook gedaan hebt bij het afdrukken van de testkaarten waarmee je een printerprofiel hebt laten maken. Als alle instellingen juist zijn sla je die best op, zodat je ze later heel snel terug kan oproepen. Klik naast “Instellingen:” op het afrolmenu en selecteer ©marc-en-ciel 2010 - RGB in drukwerk
Je kan zowel op rgb-printers (niet PostScript) als op cmyk-printers (wel PostScript) goeie drukproeven maken. Belangrijk is een goeie papierkeuze, fotopapier is zelden geschikt voor drukproeven, omdat het een veel te hoog contrast oplevert, een contrast dat in drukwerk nooit haalbaar is. De beste resultaten haal ik met gecoat proofingpapier en op licht velijnkarton voor ongecoate drukproeven. Als je op een niet-PostScript printer afdrukt (die aangestuurd wordt met rgb-data) - de gewone thuisprinter dus - zal je altijd een afdruk krijgen die iets te “optimistisch” is, maar die qua kleur wel heel goed overeenkomt. Je kan wel een printerprofiel maken (of laten maken) waarin het contrast en/of de verzadiging lichtjes worden aangepast, zodat de overeenkomst nog nauwkeuriger wordt. Een PostScript printer (die met cmyk-data aangestuurd wordt) beschikt over een rip (raster image processor) waarin je de inktdekking van de verschillende kleuren kan aanpassen, zodat ze zo goed mogelijk overeenkomt met drukwerk. Daarna moet je een profiel maken (of laten maken) waarbij de testkaarten via de aangepaste inktdekking worden afgedrukt. Voor contractproeven (volgens ISO-norm) heb je steeds een goed gekalibreerde en geprofileerde printer nodig. Hoewel onze werkwijze reeds jaren getest werd en haar nut bewezen heeft, nemen wij geen enkele verantwoordelijkheid voor eender welke schade die ontstaan is door het gebruik van deze werkwijze. Het is aan de gebruiker om steeds de nodige controles en metingen uit te voeren en te communiceren met de drukker. Een drukproef afdrukken - 35
INDESIGN Wanneer je terug in het print-venster van InDesign zit moet je de volgende instellingen controleren: •
Kies in het kleine venster links de optie “Setup”.
Kies je papierformaat. Als je afloop (bleed) en drukkerstekens mee wil afdrukken moet het formaat van het papier waarop je afdrukt groter zijn dan het paginaformaat van je opmaak! Kies de oriëntatie: staan of liggend. Bij rollenprinters kan je het papierformaat automatisch laten kiezen, afhankelijk van het al of niet mee afdrukken van afloop (bleed) en drukkerstekens. In dat geval is ook vaak de knop “Transvers” beschikbaar, hiermee zet je de afdrukpagina dwars op de rolbreedte, zodat je papier uitspaart. Kies naast “Scale:” de vergroting of verkleining indien nodig. Als het papierformaat kleiner is dan het paginaformaat van je opmaak kan je het bolletje naast “Scale To Fit” aanklikken. •
Kies in het kleine venster links de optie: “Marks and bleed”.
Klik alle vinkjes aan bij de drukkerstekens die je wil mee afdrukken, voor drukproeven volstaan vaak: “Crop Marks” (snijtekens) - “Bleed Marks” (aflooptekens) - “Page Information” (pagina-informatie). Als je afloop gebruikt hebt (bleed), je had een afloopruimte voorzien bij het opzetten van je document en je wil deze afloop ook op de drukproef zien, moet je het vinkje naast “Use Document Bleed Settings” aanzetten. Als er in de vakjes onder “Bleed:” geen waarde staat (nul dus) moet je het vinkje terug uitzetten en handmatig de afloopwaarde ingeven in de vakjes, anders wordt je afloop niet mee afgedrukt. Als je ook nog een extra ruimte voor informatie buiten de pagina had voorzien (Slug) en je wil die ruimte mee afdrukken op je drukproef, moet je het vinkje aanzetten naast “Include Slug Area”. •
Kies in het kleine venster links de optie “Output”.
Als je transparantie gebruikt hebt in je ontwerp (ook alfakanalen, uitknippaden, enzovoort) MOET je het vinkje naast “Simulate Overprint” aanzetten om problemen met de transparante gebieden te vermijden. Sommige recente (PostScript-)printers ondersteunen deze optie zelf, bij andere printers helpt het aanzetten
36 - Een drukproef afdrukken
RGB in drukwerk - ©marc-en-ciel 2010
INDESIGN van het vinkje zelfs niet, omdat ze intern een slecht kleurbeheer hebben. In dat geval kan je je opmaak ook als bitmap afdrukken (deze optie vind je onder “Advanced”. •
Kies in het kleine venster links de optie “Colour Management”.
Om drukproeven te maken MOET je het bolletje naast “Proof” aanklikken. Naast dit bolletje staat het profiel aangegeven van de drukperssimulatie die naar de proefprinter gestuurd wordt. Als dit profiel niet het gewenste profiel is, moet je het afdrukvenster sluiten (klik op “Cancel”). Dan moet je terug naar je softproofing (View > Proof Setup > Custom) daar het juiste profiel selecteren, op “OK” klikken en dan terugkeren naar het afdrukvenster via “File > Print”. Naast “Colour Handling” moet je de optie “Let InDesign Determine Colours” selecteren als je je eigen printerprofielen gebruikt. Bij een rgb-gestuurde printer (niet-PostScript) zal alleen deze optie beschikbaar zijn. Bij een cmyk-gestuurde printer (PostScript) is er ook de optie: “Let PostScript® Printer Determine Colours”. Je kan deze optie alleen gebruiken als je zeker weet dat het intern kleurbeheer van de printer volledig in orde is! Als je over eigen printerprofielen beschikt kies je het printerprofiel dat overeenkomt met het papier en de printer waarop je gaat afdrukken naast: “Printer Profile”. BELANGRIJK! De optie “Preserve CMYK Numbers” MOET uitgevinkt zijn, anders kunnen er kleurverschuivingen optreden! Ook als er “Preserve RGB Numbers” zou staan, MOET je dit uitgevinkt laten! De optie “Simulate Paper Colour” kan je aanvinken als je (lichtjes) gekleurd papier wil nabootsen op je drukproef en op voorwaarde dat je daar een geschikt printerprofiel voor hebt.
©marc-en-ciel 2010 - RGB in drukwerk
Een drukproef afdrukken - 37
INDESIGN
Als je opmaak klaar is en je wil het drukwerk als PDF aanleveren doe je het volgende.
Als je al eerder exportinstellingen had opgeslagen kan je die kiezen naast “Adobe PDF Preset:”.
Ga naar: “File > Export”.
Zoniet kies dan de optie PDF/X-1a:2001.
In het eerste venster dat opent typ je een duidelijke naam voor je bestand, normaal gezien neemt Acrobat de naam van het InDesign document over. Let op! in sommige versies van Acrobat blijft een eerder gebruikte naam staan, controleer dat steeds!
Naast “Standard” kan je kiezen tussen de opties “PDF/X1a: 2001” of “PDF/X-1a:2003”.
Navigeer indien nodig naar de map waar je het bestand wil opslaan. Controleer of naast “Structuur:” de optie “Adobe PDF (print) staat, zoniet kies deze dan uit het afrolmenu. Klik dan op “Bewaar”. Automatisch wordt het export-venster van InDesign geopend. Kijk of in het kleine venstertje links de optie “General” geselecteerd is.
38 - Een drukklare pdf exporteren
Als je een andere optie kiest dan diegene die er standaard staat, verandert de eerste instelling automatisch in “PDF/X-1a:2001 (modified)”. Deze standaard zorgt ervoor dat alle rgb-beelden en kleuren op de juiste manier omgezet worden naar cmyk. Verder zorgt deze standaard ook voor een maximale compatibiliteit voor oudere prepress systemen, voor afvlakking van alle transparante objecten, voor het uitschakelen van lagen, voor het niet inbedden van kleurprofielen en voor het niet inbedden van overdrukinformatie en nog een aantal voor drukwerk belangrijke parameters. Deze PDF zal op de meeste prepress systemen probleemloos op plaat kunnen gezet worden. RGB in drukwerk - ©marc-en-ciel 2010
INDESIGN bij “Effective ppi” en/of in de onderste helft van het “Info”-paneel bij “Effective ppi” (naargelang de versie van InDesign). Als de “Effective ppi” te laag is zal je de afbeelding terug moeten openen in Photoshop en de resolutie aanpassen of de afbeelding naar een hogere resolutie snijden - let daarbij op dat de kwaliteit behouden blijft! Je kan in InDesign ook je preflight-profiel zo instellen dat InDesign meteen waarschuwt bij te lage afbeeldingsresolutie. NOG EEN OPMERKING OVER X-1a.
•
Klik in het kleine venstertje links op de optie “Compression”.
Hoewel de compressie standaard op “Automatic (JPEG)” staat met naast “Image Quality:” Maximum - en dit bij mij nog nooit problemen heeft opgeleverd - kan het zijn dat bij een preflight in Acrobat of Pitstop Pro een foutmelding gegeven wordt: de afbeelding gebruikt “Lossy” compressie. Daarom kan je best zowel bij “Colour Images” als bij “Greyscale Images” de “Compression:” op “ZIP” zetten. De “Image Quality” kan je dan niet meer aanpassen. ZIP-compressie is niet verlieslatend (lossy) maar is vaak minder efficiënt dan jpeg, wat resulteert in grotere pdfbestanden. Let erop dat de resolutie van de afbeeldingen juist ingesteld staat, in functie van de gebruikte rasterlineatuur bij het drukwerk! Bij twijfel informeer je best bij de drukker! BELANGRIJKE OPMERKING! De standaard PDF/X-1a verandert niets aan de oorspronkelijke resolutie van je afbeeldingen. Alleen afbeeldingen die een resolutie hebben die hoger is dan de hier ingestelde resolutie worden gedownsampled, om te vermijden dat het PDF veel te zwaar zou worden. Het is daarom van het grootste belang dat je al in InDesign gecontroleerd hebt of de resolutie van de afbeeldingen voldoet.
In plaats van de standaard exportinstellingen van InDesign kan je ook gebruik maken van zogenaamde pdf-profielen die door derden aangemaakt werden voor specifieke drukwerktoepassingen. In het geval van de profielen die door de Ghent Workgroup (www.gwg.org) worden gemaakt: deze zijn gebaseerd op de X-1a standaard, aangevuld met een aantal uitbreidingen die voor specifieke toepassingen bedoeld zijn, zoals magazines, kranten enzovoort. Indien de extern aangeleverde pdf-profielen voldoen aan de X-1a norm, zijn ze geschikt voor een Late Binding workflow. Sommige drukkers leveren zelf exportinstellingen aan die niet voldoen, in dat geval ben je verplicht om een Early Binding workflow te gebruiken (alles in cmyk vanaf het begin) of om de instellingen aan te passen zodat ze wel voldoen aan X-1a, anders krijg je gegarandeerd slecht drukwerk terug. Wanneer de drukker ISO of FOGRA gecertificeerd drukt, zal de Late Binding workflow, indien op de juiste manier gebruikt, zeer voorspelbare resultaten opleveren. Als de drukker beschikt over een moderne prepress workflow kan je ook een PDF in X-3 standaard aanleveren, maar weet dan dat het risico op flaters zeer groot is. Bij twijfel: altijd overleggen met de drukker! De optie “Press Quality” zoals ze standaard in InDesign staat is absoluut niet geschikt voor een Late Binding workflow en durf ik sowieso ten zeerste afraden voor het aanleveren van drukwerk!
Je kan dat zien in de onderste helft het “Links”-paneel, ©marc-en-ciel 2010 - RGB in drukwerk
Een drukklare pdf exporteren - 39
INDESIGN •
Kies in het kleine venster links de optie “Marks and Bleeds”.
De instellingen die je onder “Marks” moet doen zijn afhankelijk van de eisen van de drukker. Wanneer de PDF later via een impositieprogramma naar drukplaten wordt omgezet zijn er vaak geen drukkerstekens in de PDF nodig. Vraag het aan de drukker! Onder “Bleed and Slug” moet je het vinkje naast “Use document Bleed Settings” aanzetten, op voorwaarde dat er een afloopgebied voorzien is bij het opzetten van het InDesign document. Als de vakjes onder “Bleed” geen waarde bevatten moet je het vinkje uitzetten en zelf de grootte van de afloop invullen, anders zal de afloop niet in de PDF zitten en bijgevolg niet gedrukt worden. De optie “Include Slug Area” wordt bij drukwerk niet meteen gebruikt. •
Kies in het kleine venster links de optie “Output”.
Naast “Colour Conversion:” selecteer je de optie: Convert to Destination”. Indien je werkruimtes van alle programma’s gesynchroniseerd zijn en je maakt consequent gebruik van de juiste profielen, dan zal de andere optie: “Convert to Destination (Preserve Numbers)” geen verschil opleveren. Als het profiel dat naast “Destination” staat niet het profiel van het uiteindelijke drukprocédé is, kan je het toch beter ongewijzigd laten. Hoewel ik er een aantal keren in geslaagd ben om een ander profiel te selecteren en toch een goeie PDF af te leveren raad ik het toch ten zeerste af, omdat het onvoorspelbaar is. Als het noodzakelijk is om je PDF voor een ander drukprocédé of een andere papiersoort aan te maken kan je dat best doen door de stap die later uitgelegd wordt te gebruiken (het hele InDesign document converteren). In sommige prepress workflows kan dat ook nog in allerlaatste instantie gebeuren.
40 - Een drukklare pdf exporteren
RGB in drukwerk - ©marc-en-ciel 2010
INDESIGN •
Kies in het kleine venster links de optie “Advanced”.
Onder “Fonts” zie je staan: “Subset fonts when percent...” de waarde in het invulvak daarnaast staat standaard op 100%. Dat betekent dat van alle gebruikte lettertypes alleen de effectief gebruikte karakters in de PDF ingesloten worden. Dat maakt de PDF lichter, vooral wanneer er veel Open Type lettertypes gebruikt werden. In sommige preflights kan dat een foutmelding tot gevolg hebben, indien deze situatie zich voordoet kan je de waarde in het invulvak ook op 0% zetten, dan worden alle karakters van alle lettertypes ingesloten. Onder “Transparency Flattener” naast “Preset:” kan je best de optie “High Resolution” kiezen of laten staan. De Transparency Flattener (afvlakking van transparante gebieden) kan je in InDesign zelf instellen, maar in de 10 jaar dat ik deze workflow toepas heb ik dat nog maar twee keer moeten doen. If it aint broke, don’t fix it! Als deze standaardinstelling geen problemen oplevert moet je er ook niet aankomen! •
Kies in het kleine venster links de optie “Summary”.
In dit venster krijg je een overzicht van alle instellingen en alle mogelijke problemen. Je kan dit overzicht opslaan als tekstbestand, klik op “Save Summary...” en dat bestand met je PDF meesturen als checklist voor de drukker. Als alle instellingen gecontroleerd en juist zijn klik je op de knop “Save Presets...”. Geef het instellingenbestand een duidelijke naam en klik op “OK”. Klik dan op “Export” om de PDF te exporteren. De volgende keer dat je een PDF voor druk moet exporteren kan je dat rechtstreeks via: “File > Adobe PDF Presets > (naam van het instellingenbestand)” Je kan dat instellingenbestand ook opslaan op schijf en dan doormailen of doorgeven aan alle medewerkers via “File > Adobe PDF Presets > Define...”
©marc-en-ciel 2010 - RGB in drukwerk
Een drukklare pdf exporteren - 41
INDESIGN
Wanneer het noodzakelijk is om je PDF voor een ander drukpersprofiel aan te leveren kan je dat, zoals eerder gezegd, beter niet doen door het profiel in het pdfexportvenster aan te passen. Beter kan je in InDesign het hele document converteren naar het uiteindelijke doelprofiel. Ga naar: “Edit > Convert to Profile...”. In het venster dat dan opent kies je naast “CMYK Profile:” het profiel van het uiteindelijke drukprocédé of de papiersoort waarop gedrukt zal worden. Onder Conversion Options laat je alles staan zoals het standaard staat: “Engine:” Adobe (ACE) “Intent:” Relative Colourimetric Het vinkje naast “Use Black Point Compensation” moet aan staan.
lute kleurwaarde die belangrijk is, maar wel het uitzicht van de kleur. Als je nu opnieuw een PDF gaat exporteren zal je zien dat onder het gedeelte “Output” dit profiel automatisch verschijnt naast “Destination:”. NOTA: Je kan steeds converteren van de ene kleurruimte naar de andere, zonder merkbare kleurverschuiving. Als het belangrijk is dat de exacte kleursamenstelling behouden blijft (maar dat is geen kleurbeheer) dan werkt deze techniek niet.
Je zal zien dat het uitzicht van de kleuren bewaard zal blijven. Zelfs wanneer de samenstelling van de kleuren zou veranderen kan dit geen kwaad, het is niet de abso-
42 - Een document converteren naar een andere kleurruimte
RGB in drukwerk - ©marc-en-ciel 2010
ACROBAT
Keren we terug naar mijn test. Ik heb de PDF op drie verschillende manieren geëxporteerd. - Convert to Destination - Convert to Destination (Preserve Numbers) - Omgezet naar Uncoated Ik heb de drie pdf-bestanden in Acrobat geopend en dan naast elkaar gezet. Zoals je kan zien in de schermafbeelding hebben alle drie de pdf’s hetzelfde kleuruitzicht, zelfs al zijn de kleurwaarden van de PDF voor Uncoated drukwerk anders dan die van de twee andere pdf’s. Dat bewijst dat het mogelijk is van het ene drukprocédé naar het andere te converteren zonder visuele kleurverschuiving. Dat is dus ook de echte betekenis van kleurbeheer.
©marc-en-ciel 2010 - RGB in drukwerk
De pdf's vergelijken - 43
ACROBAT Een eerste controle die ik in Acrobat Professional steeds uitvoer is de Preflight. Ga naar: “Advanced > Preflight...”. In het venster dat nu opent zie je bovenaan 3 tabbladen. Zorg dat het eerste tabblad “Profiles” geactiveerd is, indien nodig klik je erop. Klik dan op het afrolmenu dat onder “Profiles” staat en kies de optie: “PDF/X compliance”. Zoek dan in de lijst in het venster daaronder de optie: “Verify compliance with PDF/X-1a” en klik deze aan. Klik dan op de knop “Analyze” onderaan in het venster. Na enige tijd schakelt het venster over naar het tabblad “Results”. In het centrale gedeelte van het venster zie je dan de resultaten, indien er “No problems found” naast een groen vinkje staat is je PDF in orde. Het enige wat niet gecontroleerd wordt in de standaardinstelling is de resolutie van de beelden. Je kan dat zelf aanpassen door in het eerste tabblad te klikken, dan klik je op de knop “Edit” naast “Verify compliance with PDF/X-1a”, je moet de vergrendeling even opheffen, dan kan je in de getoonde lijst zelf de nodige parameters aanpassen. Je kan ook extern aangeleverde preflightprofielen in Acrobat laden en gebruiken, bijvoorbeeld van de Ghent Workgroup. Als de Preflight geen problemen aangeeft is je PDF drukklaar, zoniet kan je klikken op elke foutmelding om te zien wat er precies is misgelopen, je moet dan meestal terug naar InDesign om de fout onderdelen aan te passen en een nieuwe PDF te exporteren. Als de Preflight afgelopen is mag je dit venster terug sluiten.
44 - DE pdf preflighten
RGB in drukwerk - ©marc-en-ciel 2010
ACROBAT Een tweede controle die ik steeds meteen uitvoer is de controle van de zwartplaat. Ga naar: “Advanced > Print Production > Output Preview...”. In het venstertje dat dan opent kan je bovenaan naast “Simulation Profile” weer het profiel kiezen dat je voor de softproofing wil gebruiken. Standaard staat hier het profiel waarvoor de PDF werd aangemaakt, maar wil je zien wat het gedrukte resultaat zal zijn op een andere drukpers of ander papier kan je hier het juiste profiel selecteren in het afrolmenu, op voorwaarde dat je over dat profiel beschikt. Het vinkje naast de optie “Simulate Black Ink” kan je best aan zetten, omdat dan de karakteristieke glans van zwarte drukinkt nagebootst wordt op het scherm en je een realistischer weergave krijgt van het eindresultaat. De optie “Simulate Paper Color” vink je alleen aan als je op (licht) gekleurd papier gaat drukken en je over een drukpersprofiel van dat papier beschikt. Het vinkje naast de optie “Simulate Overprinting” zet je best ALTIJD AAN. Soms zie je in Acrobat witte vlakken waar een foto met uitknippad of andere transparantie gebruikt werden, vooral in combinatie met steunkleuren (vb. Pantone) Wanneer dit vinkje aan staat moeten die vlakken verdwijnen. In het kleine venstertje naast “Preview” klik je op de optie: “Separations”. In het grote centrale venster kan je dan één voor een de drukkleuren uitschakelen, klik het vinkje naast Process Black weg. Alles wat in 100% zwart staat moet nu verdwijnen, bijvoorbeeld zwarte broodtekst. Indien dat niet zo is heb je het verkeerde zwart gebruikt in InDesign of heb je de PDF met de verkeerd instellingen geëxporteerd. Je zal dan terug naar InDesign moeten om de fouten aan te passen en een nieuwe PDF te exporteren. Als je het vinkje aanzet naast “Total Area Coverage” en dan in het keuzevenstertje daarnaast een percentage kiest kan je zien of alle kleuren voldoen aan de maximale inktdekking van je drukwerk. Als er in je afbeeldingen grote vlakken zitten die groen oplichten betekent dat dat je zwartpunt verkeerd ingesteld is of niet aangepast werd. Je moet dan de afbeeldingen terug in Photoshop in orde zetten, de koppelingen bijwerken in InDesign en een nieuwe PDF exporteren. ©marc-en-ciel 2010 - RGB in drukwerk
De zwartplaat controleren - 45
ACROBAT
46 - De kleuren vergelijken
RGB in drukwerk - ©marc-en-ciel 2010
ACROBAT We keren terug naar onze test-pdf. Als je het venster “Output Preview” laat openstaan en je schuift met je muispijl over de afbeeldingen en de kleuren kan je in het centrale venster de kleursamenstelling uitlezen. We zien in ons voorbeeld dat in de drie pdf’s de kleurafwijking maximaal 1% is in één of twee kleuren. Dat is normaal. De eerste afbeelding was in het oorspronkelijke InDesign document nog een rgb-afbeelding. Dankzij het gebruik van de X-1a standaard bij het exporteren naar PDF werden deze afbeelding en de naastliggende kleuren op de juiste manier omgezet naar cmyk. Maar omdat rgb 256 waardes per kanaal heeft, kan er een kleine afrondingsfout optreden bij de omzetting naar cmyk, dat slechts 100 waardes per kanaal kent. Vandaar die 1% afwijking, die trouwens niet visueel waarneembaar is.
©marc-en-ciel 2010 - RGB in drukwerk
De kleuren vergelijken - 47
ACROBAT
48 - De kleuren vergelijken
RGB in drukwerk - ©marc-en-ciel 2010
ACROBAT Hetzelfde geldt voor de volle kleuren, die naast de afbeeldingen staan. We zien in ons voorbeeld dat in de drie pdf’s de kleurafwijking maximaal 1% is in één of twee kleuren. De volle kleuren in de vlakken komen overeen met de volle kleuren in de afbeelding. De eerste reeks kleuren stonden in het oorspronkelijke InDesign document nog in rgb. Dankzij het gebruik van de X-1a standaard bij het exporteren naar PDF werden deze kleuren op de juiste manier omgezet naar cmyk. Maar omdat rgb 256 waardes per kanaal heeft, kan er een kleine afrondingsfout optreden bij de omzetting naar cmyk, dat slechts 100 waardes per kanaal kent. Vandaar die 1% afwijking, die trouwens niet visueel waarneembaar is.
©marc-en-ciel 2010 - RGB in drukwerk
De kleuren vergelijken - 49
ACROBAT In een laatste overzicht zet ik nog eens alle elementen in de drie pdf’s naast elkaar. Telkens zien we dat alle kleuren bijna perfect overeenstemmen. Waarmee bewezen is dat rgb-beelden perfect in een drukwerkomgeving kunnen gebruikt worden, mits het in acht nemen van enkele kleine basisregels: - stem alle werkruimten op elkaar af - wees consequent in het gebruik van profielen - maak altijd een PDF die voldoet aan de X-1a norm - controleer nauwgezet alle instellingen De enige factor die je niet in de hand hebt is het uiteindelijke drukwerk. Wanneer de drukker niet volgens standaarden werkt, maar volgens eigen inzicht en goeddunken, ga je waarschijnlijk nog niet het gewenste eindresultaat krijgen. Als de drukker daarentegen volgens de juiste standaardprocedures werkt kan je er zeker van zijn dat wat je op het scherm ontworpen hebt ook zo op het drukwerk zal staan, zonder dat de drukker nog correcties op de pers moet uitvoeren. Bij de productie van het boek “De Japanse Tuin in Hasselt” heb ik geen enkele cmyk-afbeelding gebruikt. Toen het boek eenmaal gedrukt zou worden stelde ik vast dat zowel mijn eigen drukproeven (op een goedkope kleurenlaserprinter) als de plotproeven van de drukker (in impositie) in hoge mate overeenkwamen qua kleurjuistheid en detailweergave. Toen de eerste katernen gedrukt zouden worden mocht ik bij de drukpers kijken of er eventueel nog correcties moesten uitgevoerd worden, meteen nadat ik het eerste gedrukte vel (na de inschiet) gezien had kon ik de drukker een “goed voor druk” geven. Het resultaat beantwoordde volledig aan mijn verwachting. Nadat het boek afgewerkt was heb ik het nog eens vergeleken met mijn beeldscherm en mijn eigen drukproeven. Alles klopte.
50 - De kleuren vergelijken
RGB in drukwerk - ©marc-en-ciel 2010
ACROBAT
Je kan ook vanuit Acrobat drukproeven maken. Maar voor je gaat afdrukken moet je eerst het papierformaat van de printer instellen. Ga naar: “Page Setup...” In het systeemvenster dat dan verschijnt selecteer je in het middelste afrolmenu naast “Format for:” de printer waarop je de proeven gaat afdrukken, dat is belangrijk voor een juiste instelling van de printermarges! Dan selecteer je naast “Paper Size:” het juiste formaat van het papier waarop je gaat afdrukken. Let op! Als je ook afloop (bleed) en drukkerstekens wil mee afdrukken, moet het papierformaat groter zijn dan het paginaformaat van de PDF! Selecteer indien nodig de juiste oriëntatie: staand of liggend. Als alle instellingen in orde zijn klik je op “OK”.
©marc-en-ciel 2010 - RGB in drukwerk
Een drukproef afdrukken - 51
ACROBAT Wat volgt verschilt gedeeltelijk op Mac en in Windows. Om je PDF af te drukken ga je naar: “File > Print...”. In het venster dat nu opent selecteer je in de eerste afrollijst bovenaan de juiste printer. Als je niet alle opties ziet zoals op de schermafdruk, klik dan op het kleine pijltje rechts naast de printerlijst. Als je al eerder presets opgeslagen had kan je de juiste preset selecteren in de tweede afrollijst bovenaan. Klik dan eerst op de knop “Advanced” bijna onderaan aan de linkerkant van het venster. Je komt in een nieuw venster waar je eerst links in het kleine venstertje de optie “Output” aanklikt. In het centrale gedeelte zoek je de optie “Simulate Overprinting” en zet je het vinkje daarnaast aan! Dat is belangrijk wanneer er afgevlakte transparantie in je PDF zit (afbeeldingen met uitknippad, alfakanalen, slagschaduwen enzovoort). Recente PostScript printer zullen deze gebieden weergeven, maar oudere printers kunnen dat niet, daarom moet je dit vinkje altijd aanzetten. Klik dan in het kleine venstertje links op “Color Management”. Kies naast “Color Handling:” de optie Acrobat Color Management, tenzij je een PostScript printer hebt waarvan het kleurbeheer volledig in orde is. Kies naast “Color Profile:” het profiel van het papier en de printer waarop je de drukproeven gaat afdrukken.
52 - Een drukproef afdrukken
RGB in drukwerk - ©marc-en-ciel 2010
ACROBAT BELANGRIJKE OPMERKING! Als je op de afdruk een ander drukprocédé of ander papier wil nabootsen, moet je het profiel daarvan eerst in “Advanced > Print Production > Output Preview” instellen. Pas daarna mag je het vinkje naast “Apply output preview settings” aanzetten. Zet dit vinkje NIET AAN als je gewoon een drukproef van je PDF maakt. Als alle instellingen gecontroleerd zijn kan je deze best opslaan, klik op de knop “Save As...) bovenaan rechts in het venster. Vul een duidelijke naam in en klik dan op “OK”. De volgende keer dat je gaat afdrukken kan je meteen de voorinstelling selecteren in het afrolmenu naast “Settings”. Na een laatste controle klik je op “OK” rechts onderaan en kom je terug in het afdrukvenster van Acrobat terecht. Denk erom dat je naast “Page Scaling” de juiste instelling kiest, anders wordt je PDF vergroot of verkleind en dat is niet altijd gewenst. Als alle instellingen gecontroleerd en juist zijn klik je op het afrolmenu ter hoogte van de bovenste horizontale lijn. Kies dan de optie Color Matching. In sommige printerstuurprogramma’s kan dit onderdeel niet beschikbaar zijn, ga dan door naar de volgende stap.
©marc-en-ciel 2010 - RGB in drukwerk
Een drukproef afdrukken - 53
ACROBAT Als je al eerder de juiste instellingen had opgeslagen, kan je deze oproepen in het afrolmenu naast: “Presets”. Klik op het rondje naast “In Printer” op voorwaarde dat je deze instelling ook gebruikt hebt bij het afdrukken van de testkaarten waarmee je printerprofiel opgemaakt werd.
Klik opnieuw op de afrollijst ter hoogte van de bovenste horizontale lijn en kies de optie: “Resolution and Media Type” - dit onderdeel kan ook een andere naam hebben in andere printerstuurprogramma’s. Stel de juiste papierkwaliteit, afdrukkwaliteit en afdrukresolutie in voor het papier waarop je gaat afdrukken. Deze instellingen moeten overeenkomen met de instellingen die je gebruikt hebt bij het afdrukken van de testkaarten waarmee je printerprofiel opgemaakt werd. Kies dan op de eerste horizontale lijn van boven in het afrolmenu de optie: “Kleuropties” indien deze beschikbaar is. Bij sommige printers vind je deze optie onder “Printerinstellingen” of “Printerfuncties” of “Printer Features”. Indien je de “Kleuropties” hebt moet je alle kleuraanpassingen en kleurbeheer uitschakelen, op voorwaarde dat deze ook uitgeschakeld waren bij het afdrukken van de testkaarten waarmee je printerprofiel opgemaakt werd. Kijk alle nodige instellingen goed na, indien je ze nog niet opgeslagen had, kan je dat doen door op de afrollijst naast “Presets:” te klikken en in die lijst onderaan de optie “Save As...” of “Opslaan als...” te selecteren. Geef de preset een duidelijke naam en klik dan op “OK”. De volgende keer dat je gaat afdrukken kan je de gemaakte preset meteen in de afrollijst naast “Presets:” selecteren. Maar je zal toch steeds de instellingen moeten nakijken, want in sommige printerdrivers worden niet alle instellingen goed opgeslagen. Als alle instellingen gecontroleerd en juist zijn klik je op “Print”. Als alles goed is krijg je een drukproef die het uiteindelijke drukwerk heel dicht zal benaderen.
54 - Een drukproef afdrukken
RGB in drukwerk - ©marc-en-ciel 2010
ALGEMEEN
ZEER BELANGRIJKE OPMERKING! Hoewel deze werkwijze gedurende meerdere jaren grondig uitgetest werd kan het toch gebeuren dat je niet het gewenste of verwachte resultaat behaalt. Met name op sommige Mac’s kan het gebeuren dat de afdrukken vanuit Acrobat of Photoshop veel te donker zijn, terwijl die vanuit InDesign wel goed zijn, of omgekeerd. Dit probleem is meestal te wijten aan een slechte communicatie tussen software en printerstuurprogramma. Heel vaak is dit probleem opgelost na een update van het besturingssysteem, de printerdrivers en/of de software. Ook is het absoluut noodzakelijk dat de gebruiker beschikt over een goeie werkplek, goed gekalibreerde beeldschermen en alle printerprofielen die nodig zijn voor de afdrukmaterialen waarop de drukproeven zullen afgedrukt worden. Ondanks de zorg waarmee deze handleiding werd opgesteld kunnen er nog onvolkomenheden, onduidelijkheden of zetfouten in de handleiding voorkomen. Alle opmerkingen of suggesties kunnen gestuurd worden naar:
[email protected]. Wij kunnen onder geen enkele voorwaarde verantwoordelijk gesteld worden voor eender welke materiële of financiële schade die ontstaan is ten gevolge van het gebruik van deze werkwijze. Het is aan de gebruiker om de werkwijze op haar bruikbaarheid te testen op zijn eigen systeem, alvorens in productie te gaan. Ook zal de gebruiker steeds de nodige afspraken moeten maken met de drukker, zodat hij op de hoogte is van de eisen die door de drukker gesteld worden en de standaarden waarvan de drukker gebruik maakt. Marc Cielen - 18 augustus 2010.
©marc-en-ciel 2010 - RGB in drukwerk
Belangrijke opmerking - 55