versie 080203
EERSTE LEERJAAR TWEEDE GRAAD GRAFISCHE COMMUNICATIE
PW/GRAF/DOC/08/05
DV
DR
EP
Kwaliteits- en veiligheidsbewust denken en handelen 1
Individueel en in groep reflecteren en overleggen over de kwaliteit van de werkzaamheden en het product
1.1
openstaan voor en deelnemen aan groepswerk, briefing en bespreking
x
x
x
x
1.2
resultaten presenteren, commentaar geven en aanwenden om het eigen werk en dat van anderen te verbeteren
x
x
x
x
openstaan voor en deelnemen aan evaluatiemomenten
x
x
x
1.3 2
De instructies in verband met veiligheid, gezondheid en milieu opvolgen en hun belang verwoorden
2.1
werkplaatsreglement
x
x
x
x
2.2
veiligheidsrichtlijnenen aan de apparatuur/machines
x
x
x
x
2.3
gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen
x
x
x
x
2.4
instructie voor en organisatie van afvalverwijdering
x
x
x
x
De verworven taalvaardigheid uitbreiden en verbreden 3
Nederlands
3.1
leesvaardigheid
x
x
x
x
3.2
luistervaardigheid
x
x
x
x
3.3
spreekvaardignheid
x
x
x
x
3.4
schrijfvaardigheid
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
4 4.1
Engels en Frans leesvaardigheid
Informatiebronnen en hulpmiddelen gebruiken bij het communiceren 1-2
5
Informatie- en communicatiemedia gebruiken zoals Interenet, gedrukte bronnen, ...
2
3
4
5
6
7
8
Naam/omschrijving/datum/ ... v.d. opdracht/les/…
1
Naam/omschrijving v.d. opdracht
Naam/omschrijving/datum/ ... v.d. opdracht/les/…
Vakdomeinen C,O, L
Naam/omschrijving/datum/ ... v.d. opdracht/les/…
Doelstelling/leerinhoud
Naam/omschrijving/datum/ ... v.d. opdracht/les/…
Nr.
Naam/omschrijving/datum/ ... v.d. opdracht/les/…
Lj.
Naam/omschrijving/datum/ ... v.d. opdracht/les/…
GRAADPLANNING GRAFISCHE COMMUNICATIE
Naam/omschrijving/datum/ ... v.d. opdracht/les/…
voorbeeld: 135 Dit is een eenvoudige opdracht met veel sturing via de opgave en veel begeleiding door de leraar.
Naam/omschrijving/datum/ ... v.d. opdracht/les/…
Volgens moeilijkheidsgraad: 1: eenvoudig; 2:complex; 3: veel sturing (in de opdracht); 4: weinig sturing (in de opdracht); 5: veel begeleiding (door de leraar); 6: weinig begeleiding (door de leraar); 7: zelfstandig
Naam/omschrijving/datum/ ... v.d. opdracht/les/…
Mogelijke inschaling van de opdrachten
9
10
Individueel en in team communicatievragen analyseren. Op basis van de analyse product- en procesgerichte oplossingen aanreiken voor uitvoer via print en offsetdruk (éénkleurenpers). De producten situeren zich in de niche van familiaal drukwerk, klein handelsdrukwerk, advertenties en enkelvoudige pagina's. Bij oplossingen voor offsetdruk is de kleuromgeving beperkt tot primaire kleuren en mengingen ervan, zonder naadloze trappingproblematiek.
Individueel en in groep communicatievragen analyseren en een concept bepalen afbakening van de context 1
toelichten van de technisch-technologische context waarbinnen gewerkt wordt (zie hoofdoelstelling 1)
x
2
herkennen, verzamelen en bespreken van producten binnen de context van hoofddoelstelling 1
x
de communicatievraag, de analyse en het concept bepalen 3
individueel en in groep kennis nemen van de communicatievraag, gericht vragen stellen om onduidelijkheden uit te sluiten en gezamenlijk oplossingen verkennen
x
4
individueel en in groep het soort product en productgamma bepalen (concept) in relatie met de vraag
x
5
kort noteren wat moet gemaakt worden
x
6
analyseren en verfijnen van de vraag op basis van ingewonnen informatie
x
6.1
informatie inwinnen over en verwoorden van de algemene kenmerken van de productsoort
x
6.2
informatie inwinnen over en verwoorden van de karakteristieken van de doelgroep/gebruiker(s)
x
6.3
informatie inwinnen over en verwoorden van de karakteristieken van de doelgroep/gebruiker(s)
x
6.4
bepalen van de output (print en/of offsetdruk en de consequenties naar uitvoering oplijsten: kleurgebruik (aantal) en formaat da de éénkleurenpers en/of printer(s) voor deze tweede graad
x
7
beschrijven van het concept via een syntheseverslag: de eigenschappen waaraan het product moet voldoen in relatie met productsoort, doelgroep/gebruiker(s) en output
x
8
presenteren van het eigen concept en dit bijsturen op basis van groepsbespreking
x
9
formuleren van de uiteindelijke opdracht
x
Het concept uitwerken via ontwerp en voorbereiding in functie van de output (kleurenprinter en éénkleuren offsetvellenpers) ontwerp 10
oplijsten van het (bruikbaar) geleverde materiaal en het zelf te ontwikkelen materiaal
x
11
beslissen en motiveren welke elementen digitaal en manueel ontwikkeld moeten worden
x
11.1
eigenheid en meerwaarde van manueel en digitaal ontwerp
x
12 12.1
manueel ontwerpen verkennen en hanteren van materialen, gereedschappen en technieken
x x
12.1.1
tekenen en schilderen, collage, …
x
12.1.2
witte dragers zoals lay-outpapier, tekenpapier, tekenkarton, …
x
12.1.3
kleef-, teken- en schildersmaterialen zoals inkt, plakkaatverf, …
12.1.4
gereedschappen zoals potloden, penselen, stiften, meetgereedschappen, snijmes, …
x
12.2
verhoudingen, krachtlijnen en vormcontrasten/-karakteristieken bepalen en verwoorden
x
12.3
ideeschetsen en voorstudies maken
x
12.4
maken van en nettekening voor verdere verwerking via scanner
x
13
digitaal ontwerpen via paginaopmaak, vectoriële toepassingen en bitmaptoepassingen
x
14
kleurkarakteristieken benoemen, verwoorden en aanwenden (RGB voor print en beeldscherm; mengkleuren via stalenpalet voor drukwerk)
x
14.1
esthetische kleurencirkel kennen en primaire, secundaire en tertiaire kleuren grafische voorstellen en benoemen
x
14.2
kleurcontrasten kennen, herkennen en hanteren: licht en donker, koud en warm, complementair
x
14.3
kleur en tint aanwenden en benoemen
x
14.4
informatie over de gevoelswaarde van kleuren verzamelen en overzichtelijk voorstellen
x
lay-out 15
de ruwe documentstructuur bepalen via schetsen en collage op basis van ingewonnen documentatiemateriaal
x
15.1
formaat
x
15.2
schikking van tekstgroepen, eenvoudige tabellen, beeld en illustratie
x
15.3
aanwenden van kleurkarakteristieken (zie 14)
x
15.4
eenvoudige taalwissel lay-outen (Engels - Frans - Nederlands)
x
16
presenteren van de lay-out en deze bijsturen op basis van groepsbespreking
x
17
maken van de presentatielay-out
x
de prepress-werkruimte 18 18.1 19
LAN-netwerkomgeving het netwerk in de afdeling grafisch voorsstellen, in- en uitloggen op het netwerk besturingssysteem
x x x
19.1
de functie van het besturingssysteem als interface verwoorden
x
19.2
globale organisatie van de menustructuur toelichten en ermee werken
x
19.3
randapparatuur en opslagmedia oproepen (via het netwerk)
x
19.4
bestandsbeheer organiseren en zelf uitvoeren
x
19.5
nut van standaardinstellingen verwoorden en standaardvoorkeuren volgens afspraak herstellen
x
20
werken met applicaties (paginaopmaak, vectorieel illustratieprogramma en beeldbewerking
x
20.1
de functie van prepress en applicaties in de productieflow schematisch voorstellen en toelichten
x
20.2
standaardvoorkeuren en instellingen nieuw bestand maken toelichten
x
20.3
de werkruimte en de globale organisatie van de menustructuur verkennen en er zich van bedienen in de context van de hoofddoelstelling
x
20.3.1
functie van linialen, hulplijnen en rasters toelichten
x
20.3.2
functie van de elementaire gereedschappen (selectie, tekst, lijn, vorm en kleur) toelichten
x
20.3.3
opbouw via lagenstructuur toelichten
x
20.3.4
de helpfunctie gericht gebruiken
x
20.4
bestanden voplgens afspraak bewaren in het juiste formaat (applicatieformaat, import in paginaopmaak en voor beeldscherm)
x
20.5
de begrippen vectorieel en bitmap algemeen toelichten en de relatie leggen met schalen
x
paginaopmaak 21
grafische meetsystemen toelichten en ermee meten, rekenen en omrekenen
x
21.1
het grondtal
x
21.2
algemeen principe van overdracht en reset
x
21.3
metrisch en picasysteem
x
21.4
meten van lettergrootte en regelafstand
x
meten en berekenen van paginaelementen
x
21.5 22
documentanalyse: opmeten, bepalen, noteren volgens conventies en verwoorden
22.1
formaat: bladformaat, oriëntatie en zetspiegel
22.1
structuur
x x x
22.2.1
beeld, illustratie en tekstgedeelte
x
22.2.2
tekstwaardering in orde van belangrijkheid
x
22.2.3
kleur (RGB voor print en beeldscherm; mengkleuren via stalenpalet voor drukwerk)
x
22.3
kopijvoorbereiding
x
22.3.1
zetspiegel en kolommen
22.3.2
samenhorende tekstgroepen
x
22.3.3
illustratie en beeldmateriaal
x
22.3.4
lettersoort (schreefloze gelijkledige (soepele en geometrische), Mediaevaltype, Egyptienne en fantasieletter)
x
22.3.5
corpsgroepen (consulteergroep, leesgroep, titlegroep en affichegroepen)
x
22.3.6
lettergrootte of corps
x
22.3.7
kast (kapitaal, onderkast, kleinkapitaal)
x
22.3.8
stand: romein en cursief
x
22.3.9
dikte: mager, normaal, halfvet, vet, extra vet, …
x
22.3.10
zetbreedte in relatie met corps
x
22.3.11
regelafstand en extra wit (verhoudingen: gelijkmatig, verhouding en contrast)
x
22.3.12
regelval: vrije regelval (links-, rechtslijnend en gecentreerd) en blokregelval
x
22.3.13
tekstinsprongen over meedere tekstregels
x
22.3.14
alineainsprongen
x
22.3.15
eenvoudige tabellen
x
22.3.16
volvlakkleuren, tinten en lijnkleuren: maken en kleurnotatie (RGB voor print en beeldscherm; mengkleuren via stalenpalet voor drukwerk)
x
23 23.1
paginaopmaak de ruwe lay-out vertalen naar opmaakparameters (verwoorden, uittesten en bepalen)
x
x x
23.1.1
tekstkarakteristieken handmatig en via opmaakprofielen toewijzen
23.1.2
eenvoudige tabellen
x
23.1.3
eenvoudige taalwissel (Engels - Frans - Nederlands)
x
illustratie en beeldmateriaal voorbereiden: scan in de gewenste resolutie, kleuromgeving en formaat
x
illustratie en beeldmateriaal op correcte wijze plaatsen
x
de gewenste output genereren (karakteristieken toelichten)
x
23.1.3.1 23.1.3.2 23.1.4 23.1.4.1
proeven: functie van lay-out- en kleurenproef verwoorden
x
x
23.1.4.1.1
met halftonen (bitmaptoepassingen) voor kleurenprinter
x
23.1.4.1.2
kleurgescheiden via reprografische kalk voor offsetdruk (lijnwerk met basiskleuren, zonder halftonen en trappingproblematiek; snijlijnen, vouwlijnen en paskruisen)
x
23.1.4.2
bewaren als PDF voor beeldschermweergave
x
vectoriële elementen (geen halftonen en transparanties, enkel lijnwerk) 24 24.1
illustraties, logo's en grafische elementen een ontwerpschets vertalen naar een vectoriële tekening (vekennen en verwoorden)
x x
24.1.1
tekenen met pen en penseel
x
24.1.1
vormen samenstellen met elementaire vormgereedschappen
x
24.1.3
selectiegereedschappen, kopiëren en groeperen
x
24.1.4
volvlakkleuren, -tinten en lijnkleuren toewijzen: RGB voor print en beeldscherm; mengkleuren via stalenpalet voor drukwerk
x
24.1.5
bewerken van letter-/tekstelementen via lettercontouren
x
bitmaptoepassingen (enkel voor output via print en PDF) 25 25.1
digitaal bewerken van beeldmateriaal met halftonen (verkennen en verwoorden) wijzigen van afbeeldingsgrootte en -resolutie
x x x
25.1.1
begrip afbeeldingsgrootte, afbeeldingsresolutie en afdrukresolutie in de context van print en PDF (voor beeldscherm en print)
x
25.1.2
controleren en instellen
x
25.1.3
uitsnijden
x
25.1.4
bijsnijden naar bepaald formaat
x
25.2
maken van een snelmasker
x
25.3
rechtzetten van de afbeelding
x
25.3.1
perspectief wegwerken
25.4
voor- en achtergrondkleur
25.5
werken met canvas
x x x
25.5.1
canvasgrootte wijzigen
25.5.2
canvas roteren en omdraaien
x
25.5.3
beelden samenvoegen via canvas
x
25.6 25.6.1 25.7 25.7.1 25.7.2 25.8
selectiegereedschappen selecteren, kopiëren en transformeren tekengereedschappen tekenen met pen, potlood, penseel en gummetje inkleuren afbeeldingen retoucheren
x
x x x x x x
25.8.1
kloonstempel
25.8.2
retoucheerpenseel
x x
25.8.3
reparatiegereedschap
x
output voor offsetdruk (lijnwerk in meerdere kleuren, zonder trapping, met de éénkleuren offsetpers) 26
drukvorm op basis van kleurgescheiden print op reprografische kalk
x
26.1
de functie van de montage en drukvormvervardiging schematisch voorstellen en toelichten
x
26.2
originelen beoordelen op kwaliteit, volledigheid en juistheid (leesbaarheid en positief/negatief)
x
26.3
de noodzakelijke endfilm(s) (leesbaarheid en positief/negatief) voor de basisdruktechnieken kennen
x
26.4
het verwerkingsproces bij offset, van origineel tot eindfilm(s) via daglichtfilm (DL en DLD), grafisch voorstellen en toelichten
x
26.5
de werking van de contactkast aan de hand van een gegeven schema toelichten
x
26.6
de filmopbouw, -samenstelling, -belichting en ontwikkeling grafisch voorstellen en toelichten
x
26.7
de invloed van de ontwikkelvariabelen concentratie, temperatuur en doorlooptijd op de filmontwikkeling experimenteel vaststellen en verwoorden
x
26.8
de werking van de ontwikkelautomaat aan de hand van een gegeven schema toelichten
x
26.9
een indelingsschema maken voor het samendrukken van verschilende drukwerkjes op één vel
x
26.9.1
conventies en hulptekens: snijlijnen (rood), vouwlijnen (groen), andere (zwart)
x
26.10
de drukvorm voor de specifieke druktechniek kennen en het belichten toelichten aan de hand van een schematische voorstelling
x
26.11
weten hoe offsetplaten bewaard worden
x
26.12
de drukklare vorm beoordelen
x
26.13
techniek en technologie rond montage en drukvormvervaardiging verkennend en proefondervindelijk ervaren
x
27
output via de éénkleuren offsetvellenpers
x
27.1
de functie van drukken en afwerken in de productieflow schematisch voorstellen en toelichten
x
27.2
de algemene principes van de basisdruktechnieken (diepdruk, hoogdruk, vlakdruk, zeefdruk en digitaal drukken) schematisch voorstellen en toelichten
x
27.3
het toepassingsgebied van vellenofffset situeren, onderstenud door een aantal voorbeelden
x
27.4
papier
x
27.4.1
algemene samenstelling en functie van de bestanddelen toelichten
x
27.4.2
soorten herkennen: ongestreken en gestreken (mat en glanzend) en relatie met etikettering
x
27.4.3
eigenschappen bepalen en herkennen: looprichting, gramgewicht en relatie met etikettering
x
27.4.4
de fabricageflow van papier algemeen toelichten aan de hand van een gegeven schema
x
27.5
drukinkt: algemene samenstelling en functie van de bestanddelen toelichten
x
27.6
27.6.1
het drukproces van vellendruk met de éénkleuren offsetpers algemeen toelichten aan de hand van een schema van een offsetpers in de afdeling. Drukproblemen herkennen en verwoorden instellen van de pers voor het maken van een afdruk
x
x
27.6.1.1
inschakelen van de pers
x
27.6.1.2
instellen van papiertransport en relatie met formaat en gramgewicht papier
x
27.6.1.3
instellen van de drukspanning en relatie met papierdikte
x
27.6.1.4
afstellen van de inktbak
x
27.6.1.5
inplaatsen van de drukvorm
x
27.6.2
maken van een eerste afdruk en drukken van een oplage
27.6.2.1
functie van en aandachtspunten bij de proefdruk
x
drukken van de oplage: controlevellen en aandachtspunten
x
drukproblemen duiden: drooglopen, aanlegproblemen, overzetten en smetten
x
27.6.2.2 27.6.2.3 27.6.2.4 27.6.3 27.6.3.1 27.7
betekenis van productiestop en noodstop aandachtspunten bij onderhoud van de pers
x
x x
procedureschema opstellen voor wassen en smeren van de pers
x
techniek en technologie rond drukken met de éénkleuren offsetvellenpers verkennend en proefondervindelijk ervaren
x
Een eenvoudige elektronische PDF-publicatie maken voor multiplatform gebruik
Kennis nemen van en inzicht verwerven in techniek en technologie over PDF voor beeldschermweergave en print 28
de functie van de Reader, de Distiller en Acrobat verwoorden
x
29
een bronbestand als PDF (voor beeldscherm en print) bewaren met de opgegeven instellingen (voor beeldscherm en print met ingesloten fonts)
x
29.1 30 30.1 30.2 31
de betekenis van het al dan niet insluiten van fonts toelichten een PDF-document organiseren
x x
pagina's rangschikken en oriënteren
x
pagina's invoegen, wissen en vervangen
x
een PDF-document bewerken
x
31.1
een inhoudstafel maken via bookmarks en hiërarchische bookmarks
x
31.2
interne links maken
x
31.3
interactieve buttons maken
x
Individueel en in groep de vraag analyseren en het concept bepalen
32
de vraag is: " maak een persoonlijk multiplatform media naslagwerk waarin datgene wat je in deze tweede graad geleerd hebt, of een deel ervan, wordt voorgesteld". Voor de analyse en de bepaling van het concept verwijzen we naar de doelstellingen 3 - 9
x
Het concept uitwerken in functie van de output (PDF voor beeldschermweergave en kleurenprinter)
33
bij het uitwerken van het concept verbreed de leerling de verworven kennis, inzichten en vaardigheden met volgende elementen bij ontwerp, lay-out en paginaopmaak
x
33.1
werken met kolommen en meerdere zetspiegels verkennen
x
33.2
werken met een eenvoudige stramienpagina verkennen
x
34
het eindresultaat op een harde drager branden
x
versie 080203
TWEEDE LEERJAAR TWEEDE GRAAD GRAFISCHE COMMUNICATIE
PW/GRAF/DOC/08/05
DV
DR
EP
Kwaliteits- en veiligheidsbewust denken en handelen 1
Individueel en in groep reflecteren en overleggen over de kwaliteit van de werkzaamheden en het product
1.1
openstaan voor en deelnemen aan groepswerk, briefing en bespreking
x
x
x
x
1.2
resultaten presenteren, commentaar geven en aanwenden om het eigen werk en dat van anderen te verbeteren
x
x
x
x
openstaan voor en deelnemen aan evaluatiemomenten
x
x
x
1.3 2
De instructies in verband met veiligheid, gezondheid en milieu opvolgen en hun belang verwoorden
2.1
werkplaatsreglement
x
x
x
x
2.2
veiligheidsrichtlijnenen aan de apparatuur/machines
x
x
x
x
2.3
gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen
x
x
x
x
2.4
instructie voor en organisatie van afvalverwijdering
x
x
x
x
De verworven taalvaardigheid uitbreiden en verbreden 3
Nederlands
3.1
leesvaardigheid
x
x
x
x
3.2
luistervaardigheid
x
x
x
x
3.3
spreekvaardignheid
x
x
x
x
3.4
schrijfvaardigheid
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
4 4.1
Engels en Frans leesvaardigheid
Informatiebronnen en hulpmiddelen gebruiken bij het communiceren 1-2
5
Informatie- en communicatiemedia gebruiken zoals Interenet, gedrukte bronnen, ...
2
3
4
5
6
7
8
Naam/omschrijving/datum/ ... v.d. opdracht/les/…
1
Naam/omschrijving v.d. opdracht
Naam/omschrijving/datum/ ... v.d. opdracht/les/…
Vakdomeinen C,O, L
Naam/omschrijving/datum/ ... v.d. opdracht/les/…
Doelstelling/leerinhoud
Naam/omschrijving/datum/ ... v.d. opdracht/les/…
Nr.
Naam/omschrijving/datum/ ... v.d. opdracht/les/…
Lj.
Naam/omschrijving/datum/ ... v.d. opdracht/les/…
GRAADPLANNING GRAFISCHE COMMUNICATIE
Naam/omschrijving/datum/ ... v.d. opdracht/les/…
voorbeeld: 135 Dit is een eenvoudige opdracht met veel sturing via de opgave en veel begeleiding door de leraar.
Naam/omschrijving/datum/ ... v.d. opdracht/les/…
Volgens moeilijkheidsgraad: 1: eenvoudig; 2:complex; 3: veel sturing (in de opdracht); 4: weinig sturing (in de opdracht); 5: veel begeleiding (door de leraar); 6: weinig begeleiding (door de leraar); 7: zelfstandig
Naam/omschrijving/datum/ ... v.d. opdracht/les/…
Mogelijke inschaling van de opdrachten
9
10
Individueel en in team communicatievragen analyseren. Op basis van de analyse product- en procesgerichte oplossingen aanreiken voor uitvoer via print en offsetdruk (éénkleurenpers). De producten situeren zich in de niche van familiaal drukwerk, klein handelsdrukwerk, advertenties en enkelvoudige pagina's. Bij oplossingen voor offsetdruk is de kleuromgeving beperkt tot primaire kleuren en mengingen ervan, zonder naadloze trappingproblematiek.
Individueel en in groep communicatievragen analyseren en een concept bepalen afbakening van de context 1
toelichten van de technisch-technologische context waarbinnen gewerkt wordt (zie hoofdoelstelling 1)
x
2
herkennen, verzamelen en bespreken van producten binnen de context van hoofddoelstelling 1
x
de communicatievraag, de analyse en het concept bepalen 3
individueel en in groep kennis nemen van de communicatievraag, gericht vragen stellen om onduidelijkheden uit te sluiten en gezamenlijk oplossingen verkennen
x
4
individueel en in groep het soort product en productgamma bepalen (concept) in relatie met de vraag
x
5
kort noteren wat moet gemaakt worden
x
6
analyseren en verfijnen van de vraag op basis van ingewonnen informatie
x
6.1
informatie inwinnen over en verwoorden van de algemene kenmerken van de productsoort
x
6.2
informatie inwinnen over en verwoorden van de karakteristieken van de doelgroep/gebruiker(s)
x
6.3
informatie inwinnen over en verwoorden van de karakteristieken van de doelgroep/gebruiker(s)
x
6.4
bepalen van de output (print en/of offsetdruk en de consequenties naar uitvoering oplijsten: kleurgebruik (aantal) en formaat da de éénkleurenpers en/of printer(s) voor deze tweede graad
x
7
beschrijven van het concept via een syntheseverslag: de eigenschappen waaraan het product moet voldoen in relatie met productsoort, doelgroep/gebruiker(s) en output
x
8
presenteren van het eigen concept en dit bijsturen op basis van groepsbespreking
x
9
formuleren van de uiteindelijke opdracht
x
Het concept uitwerken via ontwerp en voorbereiding in functie van de output (kleurenprinter en éénkleuren offsetvellenpers) ontwerp 10
oplijsten van het (bruikbaar) geleverde materiaal en het zelf te ontwikkelen materiaal
x
11
beslissen en motiveren welke elementen digitaal en manueel ontwikkeld moeten worden
x
11.1
eigenheid en meerwaarde van manueel en digitaal ontwerp
x
12 12.1
manueel ontwerpen verkennen en hanteren van materialen, gereedschappen en technieken
x x
12.1.1
tekenen en schilderen, collage, …
x
12.1.2
witte dragers zoals lay-outpapier, tekenpapier, tekenkarton, …
x
12.1.3
kleef-, teken- en schildersmaterialen zoals inkt, plakkaatverf, …
12.1.4
gereedschappen zoals potloden, penselen, stiften, meetgereedschappen, snijmes, …
x
12.2
verhoudingen, krachtlijnen en vormcontrasten/-karakteristieken bepalen en verwoorden
x
12.3
ideeschetsen en voorstudies maken
x
12.4
maken van en nettekening voor verdere verwerking via scanner
x
13
digitaal ontwerpen via paginaopmaak, vectoriële toepassingen en bitmaptoepassingen
x
14
kleurkarakteristieken benoemen, verwoorden en aanwenden (RGB voor print en beeldscherm; mengkleuren via stalenpalet voor drukwerk)
x
14.1
esthetische kleurencirkel kennen en primaire, secundaire en tertiaire kleuren grafische voorstellen en benoemen
x
14.2
kleurcontrasten kennen, herkennen en hanteren: licht en donker, koud en warm, complementair
x
14.3
kleur en tint aanwenden en benoemen
x
14.4
informatie over de gevoelswaarde van kleuren verzamelen en overzichtelijk voorstellen
x
lay-out 15
de ruwe documentstructuur bepalen via schetsen en collage op basis van ingewonnen documentatiemateriaal
x
15.1
formaat
x
15.2
schikking van tekstgroepen, eenvoudige tabellen, beeld en illustratie
x
15.3
aanwenden van kleurkarakteristieken (zie 14)
x
15.4
eenvoudige taalwissel lay-outen (Engels - Frans - Nederlands)
x
16
presenteren van de lay-out en deze bijsturen op basis van groepsbespreking
x
17
maken van de presentatielay-out
x
de prepress-werkruimte 18 18.1 19
LAN-netwerkomgeving het netwerk in de afdeling grafisch voorsstellen, in- en uitloggen op het netwerk besturingssysteem
x x x
19.1
de functie van het besturingssysteem als interface verwoorden
x
19.2
globale organisatie van de menustructuur toelichten en ermee werken
x
19.3
randapparatuur en opslagmedia oproepen (via het netwerk)
x
19.4
bestandsbeheer organiseren en zelf uitvoeren
x
19.5
nut van standaardinstellingen verwoorden en standaardvoorkeuren volgens afspraak herstellen
x
20
werken met applicaties (paginaopmaak, vectorieel illustratieprogramma en beeldbewerking
x
20.1
de functie van prepress en applicaties in de productieflow schematisch voorstellen en toelichten
x
20.2
standaardvoorkeuren en instellingen nieuw bestand maken toelichten
x
20.3
de werkruimte en de globale organisatie van de menustructuur verkennen en er zich van bedienen in de context van de hoofddoelstelling
x
20.3.1
functie van linialen, hulplijnen en rasters toelichten
x
20.3.2
functie van de elementaire gereedschappen (selectie, tekst, lijn, vorm en kleur) toelichten
x
20.3.3
opbouw via lagenstructuur toelichten
x
20.3.4
de helpfunctie gericht gebruiken
x
20.4
bestanden voplgens afspraak bewaren in het juiste formaat (applicatieformaat, import in paginaopmaak en voor beeldscherm)
x
20.5
de begrippen vectorieel en bitmap algemeen toelichten en de relatie leggen met schalen
x
paginaopmaak 21
grafische meetsystemen toelichten en ermee meten, rekenen en omrekenen
x
21.1
het grondtal
x
21.2
algemeen principe van overdracht en reset
x
21.3
metrisch en picasysteem
x
21.4
meten van lettergrootte en regelafstand
x
meten en berekenen van paginaelementen
x
21.5 22
documentanalyse: opmeten, bepalen, noteren volgens conventies en verwoorden
22.1
formaat: bladformaat, oriëntatie en zetspiegel
22.1
structuur
x x x
22.2.1
beeld, illustratie en tekstgedeelte
x
22.2.2
tekstwaardering in orde van belangrijkheid
x
22.2.3
kleur (RGB voor print en beeldscherm; mengkleuren via stalenpalet voor drukwerk)
x
22.3
kopijvoorbereiding
x
22.3.1
zetspiegel en kolommen
22.3.2
samenhorende tekstgroepen
x
22.3.3
illustratie en beeldmateriaal
x
22.3.4
lettersoort (schreefloze gelijkledige (soepele en geometrische), Mediaevaltype, Egyptienne en fantasieletter)
x
22.3.5
corpsgroepen (consulteergroep, leesgroep, titlegroep en affichegroepen)
x
22.3.6
lettergrootte of corps
x
22.3.7
kast (kapitaal, onderkast, kleinkapitaal)
x
22.3.8
stand: romein en cursief
x
22.3.9
dikte: mager, normaal, halfvet, vet, extra vet, …
x
22.3.10
zetbreedte in relatie met corps
x
22.3.11
regelafstand en extra wit (verhoudingen: gelijkmatig, verhouding en contrast)
x
22.3.12
regelval: vrije regelval (links-, rechtslijnend en gecentreerd) en blokregelval
x
22.3.13
tekstinsprongen over meedere tekstregels
x
22.3.14
alineainsprongen
x
22.3.15
eenvoudige tabellen
x
22.3.16
volvlakkleuren, tinten en lijnkleuren: maken en kleurnotatie (RGB voor print en beeldscherm; mengkleuren via stalenpalet voor drukwerk)
x
23 23.1
paginaopmaak de ruwe lay-out vertalen naar opmaakparameters (verwoorden, uittesten en bepalen)
x
x x
23.1.1
tekstkarakteristieken handmatig en via opmaakprofielen toewijzen
23.1.2
eenvoudige tabellen
x
23.1.3
eenvoudige taalwissel (Engels - Frans - Nederlands)
x
illustratie en beeldmateriaal voorbereiden: scan in de gewenste resolutie, kleuromgeving en formaat
x
illustratie en beeldmateriaal op correcte wijze plaatsen
x
de gewenste output genereren (karakteristieken toelichten)
x
23.1.3.1 23.1.3.2 23.1.4 23.1.4.1
proeven: functie van lay-out- en kleurenproef verwoorden
x
x
23.1.4.1.1
met halftonen (bitmaptoepassingen) voor kleurenprinter
x
23.1.4.1.2
kleurgescheiden via reprografische kalk voor offsetdruk (lijnwerk met basiskleuren, zonder halftonen en trappingproblematiek; snijlijnen, vouwlijnen en paskruisen)
x
23.1.4.2
bewaren als PDF voor beeldschermweergave
x
vectoriële elementen (geen halftonen en transparanties, enkel lijnwerk) 24 24.1
illustraties, logo's en grafische elementen een ontwerpschets vertalen naar een vectoriële tekening (vekennen en verwoorden)
x x
24.1.1
tekenen met pen en penseel
x
24.1.1
vormen samenstellen met elementaire vormgereedschappen
x
24.1.3
selectiegereedschappen, kopiëren en groeperen
x
24.1.4
volvlakkleuren, -tinten en lijnkleuren toewijzen: RGB voor print en beeldscherm; mengkleuren via stalenpalet voor drukwerk
x
24.1.5
bewerken van letter-/tekstelementen via lettercontouren
x
bitmaptoepassingen (enkel voor output via print en PDF) 25 25.1
digitaal bewerken van beeldmateriaal met halftonen (verkennen en verwoorden) wijzigen van afbeeldingsgrootte en -resolutie
x x x
25.1.1
begrip afbeeldingsgrootte, afbeeldingsresolutie en afdrukresolutie in de context van print en PDF (voor beeldscherm en print)
x
25.1.2
controleren en instellen
x
25.1.3
uitsnijden
x
25.1.4
bijsnijden naar bepaald formaat
x
25.2
maken van een snelmasker
x
25.3
rechtzetten van de afbeelding
x
25.3.1
perspectief wegwerken
25.4
voor- en achtergrondkleur
25.5
werken met canvas
x x x
25.5.1
canvasgrootte wijzigen
25.5.2
canvas roteren en omdraaien
x
25.5.3
beelden samenvoegen via canvas
x
25.6 25.6.1 25.7 25.7.1 25.7.2 25.8
selectiegereedschappen selecteren, kopiëren en transformeren tekengereedschappen tekenen met pen, potlood, penseel en gummetje inkleuren afbeeldingen retoucheren
x
x x x x x x
25.8.1
kloonstempel
25.8.2
retoucheerpenseel
x x
25.8.3
reparatiegereedschap
x
output voor offsetdruk (lijnwerk in meerdere kleuren, zonder trapping, met de éénkleuren offsetpers) 26
drukvorm op basis van kleurgescheiden print op reprografische kalk
x
26.1
de functie van de montage en drukvormvervardiging schematisch voorstellen en toelichten
x
26.2
originelen beoordelen op kwaliteit, volledigheid en juistheid (leesbaarheid en positief/negatief)
x
26.3
de noodzakelijke endfilm(s) (leesbaarheid en positief/negatief) voor de basisdruktechnieken kennen
x
26.4
het verwerkingsproces bij offset, van origineel tot eindfilm(s) via daglichtfilm (DL en DLD), grafisch voorstellen en toelichten
x
26.5
de werking van de contactkast aan de hand van een gegeven schema toelichten
x
26.6
de filmopbouw, -samenstelling, -belichting en ontwikkeling grafisch voorstellen en toelichten
x
26.7
de invloed van de ontwikkelvariabelen concentratie, temperatuur en doorlooptijd op de filmontwikkeling experimenteel vaststellen en verwoorden
x
26.8
de werking van de ontwikkelautomaat aan de hand van een gegeven schema toelichten
x
26.9
een indelingsschema maken voor het samendrukken van verschilende drukwerkjes op één vel
x
26.9.1
conventies en hulptekens: snijlijnen (rood), vouwlijnen (groen), andere (zwart)
x
26.10
de drukvorm voor de specifieke druktechniek kennen en het belichten toelichten aan de hand van een schematische voorstelling
x
26.11
weten hoe offsetplaten bewaard worden
x
26.12
de drukklare vorm beoordelen
x
26.13
techniek en technologie rond montage en drukvormvervaardiging verkennend en proefondervindelijk ervaren
x
27
output via de éénkleuren offsetvellenpers
x
27.1
de functie van drukken en afwerken in de productieflow schematisch voorstellen en toelichten
x
27.2
de algemene principes van de basisdruktechnieken (diepdruk, hoogdruk, vlakdruk, zeefdruk en digitaal drukken) schematisch voorstellen en toelichten
x
27.3
het toepassingsgebied van vellenofffset situeren, onderstenud door een aantal voorbeelden
x
27.4
papier
x
27.4.1
algemene samenstelling en functie van de bestanddelen toelichten
x
27.4.2
soorten herkennen: ongestreken en gestreken (mat en glanzend) en relatie met etikettering
x
27.4.3
eigenschappen bepalen en herkennen: looprichting, gramgewicht en relatie met etikettering
x
27.4.4
de fabricageflow van papier algemeen toelichten aan de hand van een gegeven schema
x
27.5
drukinkt: algemene samenstelling en functie van de bestanddelen toelichten
x
27.6
27.6.1
het drukproces van vellendruk met de éénkleuren offsetpers algemeen toelichten aan de hand van een schema van een offsetpers in de afdeling. Drukproblemen herkennen en verwoorden instellen van de pers voor het maken van een afdruk
x
x
27.6.1.1
inschakelen van de pers
x
27.6.1.2
instellen van papiertransport en relatie met formaat en gramgewicht papier
x
27.6.1.3
instellen van de drukspanning en relatie met papierdikte
x
27.6.1.4
afstellen van de inktbak
x
27.6.1.5
inplaatsen van de drukvorm
x
27.6.2
maken van een eerste afdruk en drukken van een oplage
27.6.2.1
functie van en aandachtspunten bij de proefdruk
x
drukken van de oplage: controlevellen en aandachtspunten
x
drukproblemen duiden: drooglopen, aanlegproblemen, overzetten en smetten
x
27.6.2.2 27.6.2.3 27.6.2.4 27.6.3 27.6.3.1 27.7
betekenis van productiestop en noodstop aandachtspunten bij onderhoud van de pers
x
x x
procedureschema opstellen voor wassen en smeren van de pers
x
techniek en technologie rond drukken met de éénkleuren offsetvellenpers verkennend en proefondervindelijk ervaren
x
Een eenvoudige elektronische PDF-publicatie maken voor multiplatform gebruik
Kennis nemen van en inzicht verwerven in techniek en technologie over PDF voor beeldschermweergave en print 28
de functie van de Reader, de Distiller en Acrobat verwoorden
x
29
een bronbestand als PDF (voor beeldscherm en print) bewaren met de opgegeven instellingen (voor beeldscherm en print met ingesloten fonts)
x
29.1 30 30.1 30.2 31
de betekenis van het al dan niet insluiten van fonts toelichten een PDF-document organiseren
x x
pagina's rangschikken en oriënteren
x
pagina's invoegen, wissen en vervangen
x
een PDF-document bewerken
x
31.1
een inhoudstafel maken via bookmarks en hiërarchische bookmarks
x
31.2
interne links maken
x
31.3
interactieve buttons maken
x
Individueel en in groep de vraag analyseren en het concept bepalen
32
de vraag is: " maak een persoonlijk multiplatform media naslagwerk waarin datgene wat je in deze tweede graad geleerd hebt, of een deel ervan, wordt voorgesteld". Voor de analyse en de bepaling van het concept verwijzen we naar de doelstellingen 3 - 9
x
Het concept uitwerken in functie van de output (PDF voor beeldschermweergave en kleurenprinter)
33
bij het uitwerken van het concept verbreed de leerling de verworven kennis, inzichten en vaardigheden met volgende elementen bij ontwerp, lay-out en paginaopmaak
x
33.1
werken met kolommen en meerdere zetspiegels verkennen
x
33.2
werken met een eenvoudige stramienpagina verkennen
x
34
het eindresultaat op een harde drager branden
x