versie 080203
EERSTE LEERJAAR TWEEDE GRAAD GRAFISCHE MEDIA
PW/GRAF/DOC/08/04
DV
DR
WEB
Kwaliteitsgericht denken en handelen 1
De instructies in verband met veiligheid, gezondheid en milieu opvolgen
1.1
werkplaatsreglement opvolgen
x
x
x
x
1.2
veiligheidsrichtlijnen aan de apparatuur opvolgen
x
x
x
x
1.3
de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen volgens afspraak gebruiken
1.4
afval volgens instructie verwijderen
2
x x
x
x
x
Overleggen en als individu en in groep de kwaliteit van de werkzaamheden en het product bewaken
2.1
openstaan voor en deelnemen aan opdrachtbespreking
x
x
x
x
2.2
commentaar geven en aanwenden om het eigen werk en dat van anderen te verbeteren
x
x
x
x
2.3
openstaan voor en deelnemen aan evaluatie van proces en product
x
x
x
x
Het Nederlands aanwenden voor beroeps-, persoonlijke en studiedoeleinden. Het Engels en het Frans aanwenden voor beroeps- en studiedoeleinden 3 3.1
De verworven taalvaardigheid uitbreiden en verbreden leesvaardigheid
x
x
x
x
Nederlands
x
x
x
x
Engels
x
x
x
x
Frans
x
x
x
x
3.2
luistervaardigheid (Nederlands)
x
x
x
x
3.3
spreekvaardigheid (Nederlands)
x
x
x
x
3.4
schrijfvaardigheid (Nederlands)
x
x
x
x
x
x
x
x
4 4.1
Gedrukte en elektronische nformatiebronnen gebruiken in de context van de opdrachten gebruik van media (Internet, gedrukte bronnen, …)
2
3
4
5
6
7
8
Naam/omschrijving/datum/ ... v.d. opdracht/les/…
1
Naam/omschrijving v.d. opdracht
Naam/omschrijving/datum/ ... v.d. opdracht/les/…
Vakdomeinen O en L
Naam/omschrijving/datum/ ... v.d. opdracht/les/…
Doelstelling/leerinhoud
Naam/omschrijving/datum/ ... v.d. opdracht/les/…
Nr.
Naam/omschrijving/datum/ ... v.d. opdracht/les/…
Lj.
Naam/omschrijving/datum/ ... v.d. opdracht/les/…
GRAADPLANNING GRAFISCHE MEDIA
Naam/omschrijving/datum/ ... v.d. opdracht/les/…
voorbeeld: 135 Dit is een eenvoudige opdracht met veel sturing via de opgave en veel begeleiding door de leraar.
Naam/omschrijving/datum/ ... v.d. opdracht/les/…
Volgens moeilijkheidsgraad: 1: eenvoudig; 2:complex; 3: veel sturing (in de opdracht); 4: weinig sturing (in de opdracht); 5: veel begeleiding (door de leraar); 6: weinig begeleiding (door de leraar); 7: zelfstandig
Naam/omschrijving/datum/ ... v.d. opdracht/les/…
Mogelijke inschaling van de opdrachten
9
10
Vertrekkend van een bepaald concept, de lay-out van eenvoudig drukwerk maken (familiaal drukwerk, gebruiksgrafiek, klein handelsdrukwerk, advertentie en eenvoudige pagina's) en elementen ervan ontwerpen in functie van de verdere uitvoering in twee druktechnieken: offset en een keuze uit hoogdruk of zeeefdruk. De kleuromgeving is beperkt tot primaire kleuren en mengingen ervan, zonder halftonen. Er is geen naadloze trappingproblematiek aanwezig.
Briefing 5 5.1
Het concept interpreteren, zich documenteren en de lay-out voorbereiden kennis nemen van de gewenste product- en productievereisten:
x
5.1.1
soort drukwerk: familiaal drukwerk, gebruiksgrafiek, klein handelsdrukwerk, advertentie, enkelvoudige pagina's
x
5.1.2
doelgroep
x
5.1.3
formaat
x
5.1.4
kleurgebruik: kennis nemen van hoeveel en welke of zelf bepalen
x
5.1.5
druktechiek
x
5.1.6
papiersoort
x
5.1.7
gevraagde grafische elementen: door de klant geleverd of zelf te ontwikkelen: logo en sierelementen
x
5.1.8
tekstmateriaal: wijze van aanleveren (met of zonder tekstwaardering, digitaal, analoog)
x
5.2
opzoeken, analyseren en aanwenden van inspiratie- en documentatiemateriaal in relatie met product- en productievereisten
x
Manueel ontwerpen van grafische elementen 6 6.1 7 7.1
Met analoge hulpmiddelen geometrische elementen en letter(delen), eenvoudige logo's, grafische stileringen en sierelementen maken tekenen met de vrije hand: ideeschetsen en voorstudies maken
x
Ontwerpen op basis van een onderliggende structuur verhoudingen en krachtlijnen
x
7.1.3
rekening houden met optisch midden en meetkundig midden tijdens ontwerp en deze problematiek toelichten
x
7.1.4
verhoudingen op basis van grondtal 12 bestuderen en integreren tijdens ontwerp
x
7.1.5
krachtlijnen bestuderen en integreren tijdens ontwerp: horizontaal, verticaal, diagonaal en schuin
x
8
8.1
9 9.1 10
10.1
10.1.1
Grafische vormkarakteristieken herkennen, benoemen en op creatieve wijze integreren in ontwerp vormcontrasten zoals groot en klein, veel en weinig, dik en dun, lijn en vlak, recht en krom, … bestuderen, benoemen en integreren tijdens ontwerp
x
Letteronderdelen benoemen, rekening houden met optische verschijnselen tijdens ontwerp en deze toelichten letteronderdelen en optische verschijnselen: benoemen, toelichten en integreren
x
Analoge teken- en collagetechnieken en materialen kiezen en hanteren bij het ontwerpen van logo's en grafische elementen creatieve grafische tekenvaardigheden ontwikkelen met aandacht voor de juiste maat en de verdere uitvoering materialen: witte dragers (zoals lay-outpapier, Steinbach, Bristol, karton), inkt en plakkaatverf, lijm
x
x
10.1.2
technieken: ontwerpschetsen, teken- en schildertechnieken voor lijnwerk (zwarte inkt, plakkaatverf, …)
x
10.1.3
gereedschappen: potloden, penselen, stiften, meetgereedschappen (lat, passer, driehoek), snijmes en snijmat
x
11 11.1 12 12.1 13 13.1
14
14.1
15 15.1
Hanteert kleur op een bewuste wijze tijdens het ontwerp Kleurenleer (esthetische kleurencirkel met primaire, secundaire en tertiaire kleuren)
x
Primaire, secundaire en tertiaire kleuren situeren binnen de kleurencirkel kleuren mengen, primaire, secundaire en tertiaire kleuren situeren en benoemen binnen de kleurencirkel
x
Enkele kleurcontrasten herkennen, benoemen en toepassen kleurcontrasten herkennen en integreren: licht en donker, koud en warm, complementair
x
Kennis nemen en bepalen van kleur en tint op basis van productkarakteristieken en productievereisten, zijn keuze motiveren kleuren en tinten ervan bepalen en integreren op basis van productkarakteristieken (vb. geboorte, bestaande huiskleur, babyproducten, …) en productieafspraken
x
Het ontwerp bijsturen en nettekeningen maken voor verdere verwerking via scanner nettekeningen maken, doel en vereisten verwoorden
x
Digitaal ontwerpen van grafische elementen 16
16.1
17
Met digitale hulpmiddelen geometrische elementen en letter(delen), eenvoudige logo's, grafische stileringen en sierelementen maken tekenen met de vrije hand: ideeschetsen en voorstudies maken in relatie met vormkarakteristieken en productievereisten
x
Met de menustructuur van het besturingssysteem werken, aanwezige randapparatuur en opslagmedia in het netwerk oproepen en de afspraken in verband met standaarinstellingen en bestandsbeheer naleven
17.1
zich als gebruiker bedienen van de menustructuur van het OS
x
17.2
standaardinstellingen en -voorkeuren: volgens afspraak kunnen herstellen
x
17.3
bestandsbeheer in LAN-omgeving: volgens afspraak bestanden wegschrijven en ophalen, printer activeren en printopdracht geven
x
18
18.1 18.2 19
De applicatie voor vectorieel tekenen starten, de standaardvoorkeuren volgens afspraak herstellen, een bestaand bestand openen en een nieuw bestand maken openen en aanmaken van bestanden: dialoogvenster "nieuw bestand" instellen en instellingen toelichten
x
standaardvoorkeuren: volgens afspraak kunnen herstellen
x
De werkruimte van de computerapplicatie voor vectorieel tekenen gebruiken tijdens ontwerp
19.1
het begrip vectorieel toelichten
x
19.2
het werkgebied toelichten en hanteren: tekengebied, kladzone, gereedsschapspalet en zwevende paletten
x
19.3
menustructuur van de applicatie en snelmenu op verkennende wijze gebruiken
x
19.4
gereeschappen selecteren en op verkennende wize gebruiken via aanwijzer en toetsencombinatie
x
19.5
de functie van de verschillende gereedschappen uit het gereedschapspalet toelichten
x
19.6
weergavenopties instellen: groter/kleiner en modi omtrekweergave en voorvertoningweergave
x
19.7
verkennend omgaan met paletten en de principes van weergeven, verbergen, op voorgrond plaatsen, positioneren, paletmenu toelichten
x
19.8
help gebruiken
x
20 20.1 21 21.1
Linialen, hulplijnen en rasters als hulpmiddel hanteren tijdens ontwerp linialen, hulplijnen en rasters als hulpmiddel hanteren tijdens ontwerp
x
Ontwerpen op basis van onderliggende structuur verhoudingen en krachtlijnen
x
21.1.1
rekening houden met optisch midden en meetkundig midden tijdens ontwerp en deze problematiek toelichten
x
21.1.2
verhoudingen op baisis van grondtal 12 bestuderen en integreren tijdens ontwerp
x
21.1.3
krachtlijnen bestuderen en integreren tijdens ontwerp: horizontaal, verticaal, diagonaal en schuin
x
21.1.4
letteronderdelen en optische verschijnselen: benoemen, toelichten en integreren
x
22 22.1 23 23.1 24
24.1
25
25.1 26 26.1 27 27.1 28
28.1 29 29.1 30 30.1 31
31.1
Een tekening opbouwen via de lagenstructuur lagen maken, zichtbaar maken, verbergen, vergrendelen en samenvoegen
x
De elementaire vormgereedschappen hanteren bij het ontwerpen elementaire vormen maken met de elementaire vormgereedschappen
x
Grafische vormkarakteristieken op creatieve wijze hanteren bij het ontwerpen, deze herkennen en benoemen vormcontrasten zoals groot en klein, veel en weinig, dik en dun, lijn en vlak, recht en krom, … bestuderen, benoemen en integreren bi het ontwerpen
x
Rechte lijnen, vloeiende lijnen, gebogen lijnen en curven tekenen, en op verkennende wijze paden splitsen tekenen met pengereedschap: rechte lijnen, vloeiende lijnen, gebogen lijnen en curven, paden splitsen
x
Op verkennende wijze objecten en delen ervan wijzigen, kopiëren en groeperen selecteren, direct slecteren en delen van objecten wijzigen, kopiëren en groeperen
x
Objecten schalen en roteren schalen en roteren van objecten
x
In relatie met product- en productieafspraken de nodige kleuren aanmaken via het stalenpalet en volvlakkleuren, -tinten en lijnkleuren toewijzen op verkennende wijze volvlakkleuren, -tinten en lijnkleuren toewijzen via het stalenpalet
x
De gebruikte kleuren noteren de gebruikte kleursamenstelling noteren
x
Een samengestelde en eenkleurgescheiden proef printen en het ontwerp bijwerken proeven maken en het ontwerp bijwerken
x
Het eindresultaat beweren in het formaat van de applicatie en voor import in de opmaakapplicatie verwijderen van onnodige data (bv. gegevens op plakbord) en opslaan in opgegeven formaat
x
Lay-out 32
De ruwe documentstructuur bepalen aan de hand van voorstudies en documentatiemateriaal
32.1
tekenen met de vrije hand: ideeschetsen en voorstudies maken in relatie met vormkarakteristieken en productievereisten
32.2
elementen van schikking en compositie hanteren
x x
32.2.1
relatie met formaat en oriëntatie
x
32.2.2
verhoudingen op basis van grondtal 12, harmonische ongelijkheden en contrastverhoudingen
x
32.2.3
aslijnen: horizontaal, verticaal, diagonaal en schuin
x
32.2.4
afdrukkende en niet afdrukkende waarde
x
32.2.5
symmetrie, asymmetrie en vrije schikking
x
32.2.6
optisch en metrisch midden
x
33
33.1
34
34.1
Grafische vormkarakteristieken herkennen, benoemen en op creatieve wijze integreren in lay-out vormcontrasten zoals groot en klein, veel en weinig, dik en dun, lijn en vlak, recht en krom, … bestuderen, benoemen en integreren tijdens lay-out
x
Analoge teken- en collagetechnieken en materialen kiezen en hanteren bij het maken van lay-out creatieve grafische tekenvaardigheden ontwikkelen met aandacht voor de juiste maat en de verdere uitvoering. Tekst- en illustratiemateriaal schetsmatig weergeven
x
34.1.1
materialen: witte dragers (zoals lay-outpapier, Steinbach, karton), inkt en plakkaatverf, lijm
x
34.1.2
technieken: lay-outschetsen, teken- en schildertechnieken voor lijnwerk (zwarte inkt, plakkaatverf, …), snijden en kleven
x
34.1.3
gereedschappen: potloden, penselen, stiften, meetgereedschappen (lat, passer, driehoek), snijmes en snijmat
x
35 35.1 36 36.1 37 37.1
38
38.1
39
Kleur op een bewuste wijze integreren tijdens het ontwerp Kleurenleer (esthetische kleurencirkel met primaire, secundaire en tertiaire kleuren) Primaire, secundaire en tertiaire kleuren situeren binnen de kleurencirkel kleuren mengen, primaire, secundaire en tertiaire kleuren situeren en benoemen binnen de kleurencirkel
x
Enkele kleurcontrasten herkennen, benoemen en toepassen kleurcontrasten herkennen en integreren: licht en donker, koud en warm, complementair
x
Kennis nemen en bepalen van kleur en tint op basis van productkarakteristieken en productievereisten, zijn keuze motiveren kleuren en tinten ervan bepalen en integreren op basis van productkarakteristieken (vb. geboorte, bestaande huiskleur, babyproducten, …) en productieafspraken
x
Een letterkeuze maken op basis van productkarakteristieken
39.1
letterkeuze en verantwoording op basis van productkarakteristieken: schreefloze gelijkledige (soepele en geometrische), Medeavaltype, Egyptiene en fantasieletter
x
39.2
de letterkenmerken voorstellen en toelichten (op basis van stok en schreef)
x
39.3
grondbeginselen van lettermenging hanteren: eenvoud en contrast
x
40 40.1
Rekening houden met optische verschijnselen eigen aan het letterbeeld letteronderdelen en optische verschijnselen: benoemen, toelichten en integreren
x
41
De uitlijning kiezen en zijn keuze toelichten de uitlijning van de tekst kiezen en eigenschappen toelichten: linkslijnend, rechtslijnend, gecentreerd en uitgevuld
41.1 42
Een eenvoudige tabelstructuur integreren eenvoudige tabellen: klassieke en hedendaagse tabelvomen analyseren en ontwerpen
42.1 43
x
Tekst en illustratie samenvoegen tot een evenwichtig geheel de visuele lay-out maken, doel en vereisten verwoorden
43.1 44
x
x
De lay-out verfijnen met correcte instructie voor de verdere uitvoering instructie noteren
44.1
x
44.1.1
tekstwaardering (titel, ondertitel, broodtekst) en plaatsaanduiding bepalen en noteren
44.1.2
lettercontrasten kennen kiezen en noteren: corpscontrast, oogcontrast, kleurcontrast, gradatiecontrast
44.1.2
regelval bepalen en noteren
x
44.1.3
plaatsing en grootte van eenvoudige tabal bepalen en noteren
x
44.1.4
plaatsing en grootte van illustratie en sierelementen bepalen en noteren
x
44.1.5
conventies bij maataanduiding naleven: horizontale maten groen, verticale maten rood
x
45
x
De lay-out maken voor een eenvoudige taalwissel een eenvoudige taalwissel (Nederlands-Frans en/of Engels) lay-outen
45.1
x
Op basis van eigen ontwerp en lay-out de technische voorbereiding van eenvoudig drukwerk tot en met de drukvorm maken (familiaal drukwerk, gebruiksgrafiek, klein handelsdrukwerk en enkelvoudige pagina's). De kleuromgeving is beperkt tot primaire kleuren en mengingen ervan, zonder halftonen. Er is geen naadloze trappingproblematiek aanwezig. De voorbereiding gebeurt in functie van de offsettechniek en een keuze uit hoogdruk of zeefdruk.
Van lay-out tot print 46 46.1
Het picastelsel en de typografische meetgereedschappen vlot en zelfstandig hanteren rekenen en meten met typometer en corpskaliber, schatten
x
46.1.1
correct meten en rekenen met picamaten
x
46.1.2
omrekenen van metrische naar picamaten en omgekeerd
x
46.1.3
meten van zetspiegel, corps, regelafstand en insprongen
x
47
Met de menustructuur van het besturingssysteem werken, aanwezige randapparatuur en opslagmedia in het netwerk oproepen en de afspraken in verband met standaarinstellingen en bestandsbeheer naleven
47.1
zich als gebruiker bedienen van de menustructuur van het OS
x
47.2
standaardinstellingen en -voorkeuren: volgens afspraak kunnen herstellen
x
47.3
bestandsbeheer in LAN-omgeving: volgens afspraak bestanden wegschrijven en ophalen, printer activeren en printopdracht geven
x
48
De opmaakapplicatie starten, de standaardvoorkeuren volgens afspraak herstellen, een bestaand bestand openen en een nieuw bestand maken
48.1
openen en aanmaken van bestanden: dialoogvenster "nieuw bestand" instellen en instellingen toelichten
x
48.2
standaardvoorkeuren: volgens afspraak kunnen herstellen
x
49
De werkruimte van de computerapplicatie voor paginaopmaak hanteren
49.1
het principe van de applicatie voor paginaopmaak toelichten als container voor tekst, illustratie en beeldmateriaal
x
49.2
het werkgebied toelichten en hanteren: documentzone, kladzone, gereedschapspalet en zwevende paletten
x
49.3
de menustructuur van de applicatie en snelmenu op verkennende wijze gebruiken
x
49.4
gereedschappen selecteren en op verkennende wijze gebruiken: principe via aanwijzer en toetsencombinatie
x
49.5
de functie van de verschilende gereedschappen uit het gereedschapspalet toelichten
x
49.6
weergavenopties instellen
x
49.7
verkennend omgaan met paletten en de principes van weergeven, verbergen, op voorgrond plaatsen, positioneren, paletmenu toelichten
x
help gebruiken
x
49.8 50 50.1 51 51.1 52 52.1
53 53.1
Blind kunnen typen met de juiste vingerzetting blind typen met de juiste vingerzetting: rechtstreeks in de opmaakapplicatie en via teksteditor (geen snelheid/aanslagen per minuut)
x
De paginastructuur bepalen op basis van de lay-out kennis nemen en bepalen van de zetspiegel, de plaats van illustratieve elementen en tekst
x
De corpsbalk schematisch voorstellen, de zones aanduiden en deze benoemen corpsbalk tekenen en toelichten: (corps, x-hoogte, kapitaalhoogte, ascenderzone, descenderzoe, kopwit en basislijn)
x
De lay-out vertalen naar opmaakparameters deze van de tekstgroepen vertalen naar alineastijlen kennis nemen en bepalen van, de begrippen toelichten
x
53.1.1
de tekstgroepen: kop, onderkop, broodtekst, tabel, …
x
53.1.2
de lettersoort: schreefloze gelijkledige (soepele en geometrische), Mediaevaltype, Egyptienne en fantasieletter
x
53.1.3
de lettergrootte of corps volgens de indeling in corpsgroepen (consulteergroep, leesgroep, titelgroep en affichegroep)
x
53.1.4
de kast: kapitaal, onderkast, kleinkapitaal
x
53.1.5
de stand: romein en cursief
x
53.1.6
de dikte: mager, normaal, halfvet, vet, extra vet
x
53.1.7
de zetbreedte in relate met het corps
x
53.1.8
de regelafstand en extra wit: gelijkmatig interliniëren, in verhoudng interliniëren, contrastinterliniëring
x
53.1.9
de regelval: vrije regelval (linkslijnend, rechtslijnend en gecentreerd) en blokregelval
x
53.1.10
tekstinsprongen over meerdere tekstregels
x
53.1.11
alineainsprongen: alineabegin en alieaeinde in relatie met de zetbreedte
x
53.1.12
op verkennende wijze volvlakkleuren, tinten en lijnkleuren toewijzen via het stalenpalet
x
53.1.13
de gebruikte kleursamenstelling noteren
x
53.2 54 54.1
de parameters vertalen naar alineastijlen, deze uittesten en bijsturen
x
Het tekstgedeelte opmaken in de gewenste vormgeving tekst plaatsen, importeren en opmaken
x
54.1.1
rechtstreeks in de applicatie
x
54.1.2
via teksteditor en plaatsen
x
55 55.1 55.1.1 55.1.2 55.2 55.2.1 55.3 56 56.1 57
Het illustratiemateriaal en de sierelementen voorbereiden en in het document plaatsen analoog lijnwerk
x
bewaren in het opgegeven formaat en plaatsen in het opmaakpakket
x
vectorieel materaal (eigen ontwerp en ontwerp van derden) plaatsen in het opmaakpakket en op de juiste grootte brengen op verkennende wijze sierelementen maken met het opmaakpakket
typografisch vormgeven en opmaken van tabellen: op basis van bestaand materiaal dat men analyseert en waarop men varianten ontwikkelt
gelijkstellen en spatiëren: beslissen, uitvoeren en begrippen toelichten correcte witverdeling binnen de regel volgens typografischce conventies toepassen
57.3 58
x
x
De opmaak verfijnen en deze bijsturen
57.2
57.2.2
x x
Tabelopmaak integreren in het document
57.1
57.2.1
x
scannen in relatie met de opgegeven printerresolutie en grootte
x x
variabel spatie, vaste spatie en fijne spatie
x
vierkant en halfvierkant
x
wit aan de leestekens volgens de typografische normen
x
Een samengestelde en kleurgescheiden proef printen en de opmaak bijwerken
58.1
eerste proef maken en de opmaak bijwerken
x
58.2
op basis van overleg de laatste correcties maken
x
59 59.1 60 60.1 61 61.1
Een definitieve kleurenprint en de afdrukken voor verdere verwerking tot eindfilm maken definitieve kleurenprint en de afdrukken maken voor verdere verwerking tot eindfilm
x
Het eindresultaat beweren in het formaat van de applicatie verwijderen van onnodige data (bv. gegevens op plakbord) en opslaan in opgegeven formaat
x
De opmaak van een eenvoudige taalwissel verzorgen een eenvoudige taalwissel (Nederlands-Frans en/of Engels) opmaken
x
Van print tot drukvorm 62 62.1 63
63.1
De originelen op kwaliteit en volledigheid beoordelen voor verdere verwerking in relatie met het productieproces originelen beoordelen en beslissen of ze kunnen verwerkt worden
x
Daglichtfilm, snijfilm en montagefolie herkennen; de etikettering, het toepassingsgebied en de samenstelling van het materiaal toelichten soorten herkennen en toelichten van etikettering, toepassingsgebied en samenstelling van daglichtfilm (DL en DLD), snijfilm en montagefolie
x
63.1.1
etikettering
63.1.2
opbouw
63.1.3
gevoelige laag en leesbaarheid
x
63.1.4
snijlaag
x
64
x
Lijnwerk in één en twee kleuren via het contactapparaat in daglichtomgeving verwerken tot eindfilms voor de ofsettechniek en een keuze uit hoogdruk of zeefdruk
64.1
originelen verwerken in functie van de druktechniek (leesbaar/onleesbaar en positief/negatief) en de verwerking toelichten aan de hand van schematische voorstellingen
x
64.2
inbelichtingen maken, het perforatiesysteem gebruiken en de werkwijze toelichten aan de hand van schematische voorstellingen
x
64.3
maskeren via snijmasker en het principe toelichten
x
64.4
inlegrasters inbelichten en het principe toelichten
x
64.5
paskruisen en snijlijnen aanbrengen
x
64.6
film retoucheren
x
64.7
bediening, werking en onderhoud van het contactapparaat
x
64.7.1
het materiaal correct aanbrengen, de juiste voorgeprogrammeerde belichtingstijd kiezen en het materiaal correct verwerken
x
64.7.2
de bouw en de werking van het contactapparaat schematisch voorstellen en verwoorden
x
het contactapparaat volgens afspraak onderhouden
x
64.7.3 64.8
bediening, werking en onderhoud van de ontwikkelautomaat
x
64.8.1
de producten op basis van etikettering aanmaken en de automaat vullen
x
64.8.2
het materiaal correct inbrengen, het juiste ontwikkelprogramma kiezen en het materiaal correct verwerken
x
64.8.3
de bouw en de werking van de ontwikkelautomaat schematisch voorstellen en verwoorden
x
64.8.4
de ontwikkelautomaat volgens afspraak onderhouden en op rust stellen voor een langere periode
x
65
Een indelingsschema maken voor het drukken van verschillende drukwerkjes op één vel
65.1
doel van het indelingsschema
65.2
rekening houden met normen en aanbrengen van hulptekens
65.3
lijnconventies: snijlijnen: rood; vouwlijnen: groen; andere: zwart
x x x
66
De eindfilms verwerken tot drukvormen voor de offsettechniek en een keuze uit hoogdruk of zeefdruk
66.1
originelen beoordelen en beslissen of deze kunnen verwerkt worden
x
66.2
een kunststofcliché herkennen, belichten, uitwassen en drogen. Het procédé toelichten
x
66.3
de soorten offsetplaten die in de afdeling gebruikt worden herkennen, belichten en bewaren
x
66.3.1
soorten: positief - negatief werkende platen
x
66.3.2
bediening van het kopieerraam
x
66.3.3
ontwikkelen via ontwikkeltafel of machine
x
66.3.4
offsetplaten voor bewaring behandelen
x
66.4
het te drukken beeld op een zeefdrukvorm aanbrengen. Het procédé toelichten
x
Op basis van eigen voorbereiding en drukvormen van derden eenvoudig drukwerk (familiaal drukwerk, gebruiksgrafiek, klein handelsdrukwerk en enkelvoudige pagina's) in twee druktechnieken drukken met de éénkleurenpers (offset en een keuze uit hoogdruk of zeefdruk) en dit nasnijden. De kleuromgeving is beperkt tot primaire kleuren en mengingen ervan, zonder halftonen. Er is geen naadloze trappingproblematiek aanwezig. Eénkleurenwerk drukken in beide druktechnieken, meerdere kleuren in één van beide.
De basis druktechnieken 67
Het principe van de beeldoverdracht bij de vier basisdruktechnieken voorstellen en toelichten
67.1
de beeldoverdracht bij diepdruk, hoogdruk, vlakdruk en zeefdruk schematisch voorstellen en verwoorden, en enkele mogelijke drukdragers opsommen
x
67.2
specificiteit van de drukvormen toelichten
x
68 68.1
Het principe van vellen- en rotatiedruk onderscheiden vellen- en rotatiedruk
x
68.1.1
specifieke invoer (banen en vellen) verwoorden
68.1.2
relatie met oplage verwoorden
x
68.1.3
enkele specifieke producten opsommen
x
69 69.1
De bouw en de werking van de éénkleurenpersen voor deze tweede graad toelichten aan de hand van een gegeven schema toelichten aan de hand van gegeven schema's
x
69.1.1
inktwerk
x
69.1.2
vochtwerk
x
69.1.3
invoermechanisme
x
69.1.4
het drukkend element
x
69.1.5
uitvoer
x
70 70.1
De principes en enkele karakteristieken van vellenpersen toelichten de vlakdruk-, hoogdruk- en zeefdrukpers: toelichten aan de hand van gegeven schematische voorstellingen van volgende karakteristieken:
x
70.1.1
inlegprincipe: universeel en staffel
x
70.1.2
inleg en uitleg: hoogstapel en laagstapel
x
70.1.3
handdruktafel en halfautomaat (zeefdruk)
x
Voorbereiden van het eigen werk op basis van de opdracht (offset en een keuze uit hoogdruk of zeefdruk) 71 71.1
De opdracht correct inschatten, een planning maken en het eigen werk efficiënt voorbereiden kennis nemen, analyseren, bespreken en plannen van de opdracht
x
71.1.1
analyseren van de productkenmerken op basis van aangereikt model
x
71.1.2
bepalen van de uivoeringstechniek
71.1.3
bepalen van de middelen
x
71.1.4
plannen van de eigen productie (voortgengsplanning maken, tussentijdse controlemomenten bepalen)
x
Instellen van de éénkleurenpers voor het maken van een afdruk (offset en een keuze uit hoogdruk of zeefdruk) 72 71.1 73 73.1
De pers inschakelen en de bediening toelichten in- en uitschakelen van de pers
x
Papier op correcte wijze behandelen papierbehandeling
x
73.1.1
volgens afspraak transporteren
73.1.2
losmaken voor het stapelen
x
73.1.3
met de juiste technieken tellen per twee
x
73.1.4
gelijkstoten
x
73.1.5
juist instapelen en uitstapelen
x
73.1.6
vlak maken van een vervormde stapel
x
74 74.1 74.1.1
x
Het papiertransport instellen in functie van formaat en gramgewicht van papier en dit toelichten, samen met een aantal papiereigenschappen papiertransport instellen kennis nemen en bepalen van papiereigenschappen
x x
74.1.1.1
coated en uncoated papier herkennen
x
74.1.1.2
papierstructuur algemeen verwoorden
x
74.1.1.3
looprichting bepalen
x
74.1.1.4
gramgewicht: kennis nemen van
x
74.1.1.5 74.1.2 74.1.3 75 75.1 76
formaten: DIN-formaat (afgeleiden bepalen)
x
functie van de elementen op het bedieningspaneel toelichten
x
functie van grijpers en dubbelvellencontrole toelichten
x
De drukspanning instellen in functie van de papierdikte instellen van de drukspanning en de gevolgen van onjuiste drukspanning verwoorden
x
De inkt in de afdeling indelen, herkennen en voorbereiden
76.1
de inkt in de afdeling herkennen op basis van etikettering
x
76.2
kennis nemen van de gewenste kleur
x
76.3
de basiskleuren bepalen
x
76.4
mengen van de inkt in de gewenste hoeveelheid
x
77
De inktbak afstellen en dit toelichten
77.1
de delen van de inktbak kennen en de functie verwoorden
x
77.2
in- en uitschakelen van het inktwerk
x
77.3
vullen en afregelen van de intbak
x
78
Het vochtwater aanmaken, de vochthoeveelheid regelen en dit toelichten
78.1
de functie van het vochwater toelichten
x
78.2
vochtwater aanmaken voor het vochtwerk waarmee gewerkt wordt
x
78.3
enkele gevolgen van foutieve aanmaak noemen
x
78.4
in- en uitschakelen van het vochtwerk
x
78.5
afregelen van de vochthoeveelheid
x
principe van stabiele emulsie vocht en inkt toelichten. Overemulgeren en drooglopen noemen en herkennen als gevolgen van een onstabiele emulsie
78.5.1 79 79.1
hoogdruk (degel)
79.1.1 79.1.2 79.2 79.2.1
x
De drukvorm drukklaar maken en deze in de pers plaatsen x
de drukvorm invormen en correct aanbrengen in de pers
x
samenstelling van de legger en gebruik toelichten
x
de hulptekens op de offsetplaat herkennen en de betekenis toelichten
x
offset
x
79.2.1.1
zijaanleg- en vooraanlegtekens
x
79.2.2
de offsetplaat opspannen en afnemen
x
79.2.3
retouche op een opgespannen drukplaat uitvoeren
x
de plaat bewaren voor herdruk
x
79.2.4 79.3 79.3.1
zeefdruk het raam correct inklemmen
x x
Maken van een afdruk en drukken van een kleine oplage (offset en een keuze uit hoogdruk of zeefdruk) 80
Een proefdruk maken, deze in relatie met de opdracht beoordelen en de pers bijstellen
80.1
maken van een eerste afdruk: procedure
x
80.2
stand maken bij hoogdruk (degel): procedure
x
80.3
stand maken bij offset: procedure
x
80.4
stand maken bij zeefdruk: procedure
x
80.5
punt op punt drukken ter controle van het aanleggen
x
81 81.1 82 82.1
De productie op kleur brengen via visuele controle visueel op kleur komen: methode
x
Een kleine oplage drukken drukken van een kleine oplage
x
82.1.1
kleur houden zonder overzetten
x
82.1.2
het controlevel
x
82.1.3
gebruik van het sproeiapparaat
x
82.1.4
drukproblemen duiden
x
82.1.4.1
drooglopen
x
82.1.4.2
aanlegproblemen
x
82.1.4.3
overzetten
x
82.1.4.4
smetten
x
83 83.1 84 84.1 85 85.1
De machine volgens procedure stilleggen de machine volgens procedure stoppen: productiestop
x
Een noodstop uitvoeren de machine volgens procedure stoppen: noodstop
x
Papier snijden met de snijmachine (zonder programmainstelling) ter voorbereiding van en na het drukproces de snijmachine bedienen zonder programmainstelling
x
Onderhoud en schoon houden van de pers (offset en een keuze uit hoogdruk of zeefdruk) 86 86.1 86.1.1 87 87.1
De pers volgens procedure wassen wassen van de pers procedure, aandachtspunten en producten
x x
De pers volgens smeerschema smeren en de smering met vet en olie algemeen toelichten de machine smeren
x
87.1.1
principe van vet- en oliesmering algemeen toelichten
x
87.1.2
procedure en smeerschema
x
87.1.3
smeerpunten voor vet
x
87.1.4
smeerpunten voor olie
x
De jongere ontwerpt een eenvoudige elektronische publicatie met RGB-media en assembleert deze via codetaal met een teksteditor
De browser 88
Het doel van de browser kennen en deze kunnen bedienen voor het raadplegen van ofline documenten de browser
x
88.1.1
doel
x
88.1.2
bediening
x
88.1.3
de opbouw van de adressering
x
88.1.4
de homepagina
x
88.1
De voorbereiding 89 89.1 89.1.1 89.1.1.1 89.1.2 89.1.2.1 89.2
Structuur geven aan de informatie en het document voorbereiden bepalen en maken van de content en geordend verzamelen van de media tekstmateriaal voorbereiden neutrale tekst via teksteditor beeldmateriaal voorbereiden scannen in RGB-omgeving en beeldschermesolutie beeldmateriaal bewerken (technieken toepassen)
x x x x x x
89.2.1
instellen van afbeeldingsgrootte en resolutie
89.2.2
een afbeelding schalen en bijsnijden
x
89.2.3
een afbeelding rechtzetten en perspectief wegwerken
x
89.2.4
canvas roteren en foto's samenvoegen via canvas
x
89.2.5
een vrijstelling maken
x
89.2.6
werken met snelmasker
x
89.2.7
transparante achtergrond geven
x
89.2.8
voorgrondkleur en achtergrondkleur toepassen
x
tekenen met potlood, penseel en airbrush
x
tekenen en inkleuren
x
89.2.9 89.2.10 89.3
vertalen van de content naar een documentstructuur
x
x
89.3.1
de homepagina
x
89.3.2
hiërarchische, lineaire en/of gecombineerde structuur
x
88.4
basisbegrippen en -vaardigheden
x
89.4.1
de juiste extensie voor weergaven in de browser
x
89.4.2
documentopbouw
x
89.4.2.1
de html-, head-, (title) en bodytag
89.4.2.2
attributen van de basistags
x x
89.4.2.3
de plaats van andere tags binnen het geheel en principe van nesting
x
89.4.2.4
pagina's bewaren binnen de rootstructuur
x
Het document
90
90.1
De pagina's indelen en op verkennende wijze via codetaal een aantal opmaakparameters toewijzen, met een teksteditor en met behulp van een codehandleiding bepalen van de tekstgroepen, tags en attributen voor de tekstopmaak
x
90.1.1
lettertype, lettergrootte, dikte en stand
90.1.2
uitlijning, regeleinde en alinea
x
90.1.3
tekstkleur, hexadecimale notatie en websafe kleuren
x
speciale tekens
x
90.1.4 90.2 90.2.1
relatieve koppelingen maken binnen de rootstructuur ankerkoppelingen en koppelen van pagina's
x
x x
90.3
een lijst maken
x
90.4
een horizontale lijn maken
x
90.5
beeldmateriaal in de pagina integreren en tags en attributen voor afbeeldingen
x
90.5.1
plaats van de afbeeldingen in de rootstructuur en verwijzing
x
90.5.2
schalen van de afbeelding en bewaren in het juiste formaat en gewenste kwaliteit
x
tags en attributen
x
90.5.3 90.6 91 91.1 91.1.1
documenten voorbereiden die aan pagina's gelinkt worden: bewaren als PDF in lage resolutie via opgegeven instellingen enn weergeven in nieuw venster
x
Integreert de leerinhouden bij doelstellingen 88, 89 en 90 in een tabelstructuur tags en attributen voor een tabel tabelstructuur
x x
91.1.1.1
rijen invoegen
x
91.1.1.2
cellen invoegen
x
91.1.1.3
gegevensin de cellen plaatsen
x
91.1.1.4
afmetingen bepalen
x
91.2
tekst ruimte geven in cellen: cellpadding en -spacing
x
91.3
de tabelrand bepalen
x
versie 080203
TWEEDE LEERJAAR TWEEDE GRAAD GRAFISCHE MEDIA
PW/GRAF/DOC/08/04
DV
DR
WEB
Kwaliteitsgericht denken en handelen 1
De instructies in verband met veiligheid, gezondheid en milieu opvolgen
1.1
werkplaatsreglement opvolgen
x
x
x
x
1.2
veiligheidsrichtlijnen aan de apparatuur opvolgen
x
x
x
x
1.3
de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen volgens afspraak gebruiken
1.4 2
x
afval volgens instructie verwijderen
x
x
x
x
Overleggen en als individu en in groep de kwaliteit van de werkzaamheden en het product bewaken
2.1
openstaan voor en deelnemen aan opdrachtbespreking
x
x
x
x
2.2
commentaar geven en aanwenden om het eigen werk en dat van anderen te verbeteren
x
x
x
x
2.3
openstaan voor en deelnemen aan evaluatie van proces en product
x
x
x
x
Het Nederlands aanwenden voor beroeps-, persoonlijke en studiedoeleinden. Het Engels en het Frans aanwenden voor beroeps- en studiedoeleinden 3 3.1
De verworven taalvaardigheid uitbreiden en verbreden leesvaardigheid
x
x
x
x
Nederlands
x
x
x
x
Engels
x
x
x
x
Frans
x
x
x
x
3.2
luistervaardigheid (Nederlands)
x
x
x
x
3.3
spreekvaardigheid (Nederlands)
x
x
x
x
3.4
schrijfvaardigheid (Nederlands)
x
x
x
x
x
x
x
x
4 4.1
Gedrukte en elektronische nformatiebronnen gebruiken in de context van de opdrachten gebruik van media (Internet, gedrukte bronnen, …)
2
3
4
5
6
7
8
Naam/omschrijving/datum/ ... v.d. opdracht/les/…
1
Naam/omschrijving v.d. opdracht
Naam/omschrijving/datum/ ... v.d. opdracht/les/…
Vakdomeinen O en L
Naam/omschrijving/datum/ ... v.d. opdracht/les/…
Doelstelling/leerinhoud
Naam/omschrijving/datum/ ... v.d. opdracht/les/…
Nr.
Naam/omschrijving/datum/ ... v.d. opdracht/les/…
Lj.
Naam/omschrijving/datum/ ... v.d. opdracht/les/…
GRAADPLANNING GRAFISCHE MEDIA
Naam/omschrijving/datum/ ... v.d. opdracht/les/…
voorbeeld: 135 Dit is een eenvoudige opdracht met veel sturing via de opgave en veel begeleiding door de leraar.
Naam/omschrijving/datum/ ... v.d. opdracht/les/…
Volgens moeilijkheidsgraad: 1: eenvoudig; 2:complex; 3: veel sturing (in de opdracht); 4: weinig sturing (in de opdracht); 5: veel begeleiding (door de leraar); 6: weinig begeleiding (door de leraar); 7: zelfstandig
Naam/omschrijving/datum/ ... v.d. opdracht/les/…
Mogelijke inschaling van de opdrachten
9
10
Vertrekkend van een bepaald concept, de lay-out van eenvoudig drukwerk maken (familiaal drukwerk, gebruiksgrafiek, klein handelsdrukwerk, advertentie en eenvoudige pagina's) en elementen ervan ontwerpen in functie van de verdere uitvoering in twee druktechnieken: offset en een keuze uit hoogdruk of zeeefdruk. De kleuromgeving is beperkt tot primaire kleuren en mengingen ervan, zonder halftonen. Er is geen naadloze trappingproblematiek aanwezig.
Briefing 5 5.1
Het concept interpreteren, zich documenteren en de lay-out voorbereiden kennis nemen van de gewenste product- en productievereisten:
x
5.1.1
soort drukwerk: familiaal drukwerk, gebruiksgrafiek, klein handelsdrukwerk, advertentie, enkelvoudige pagina's
x
5.1.2
doelgroep
x
5.1.3
formaat
x
5.1.4
kleurgebruik: kennis nemen van hoeveel en welke of zelf bepalen
x
5.1.5
druktechiek
x
5.1.6
papiersoort
x
5.1.7
gevraagde grafische elementen: door de klant geleverd of zelf te ontwikkelen: logo en sierelementen
x
5.1.8
tekstmateriaal: wijze van aanleveren (met of zonder tekstwaardering, digitaal, analoog)
x
5.2
opzoeken, analyseren en aanwenden van inspiratie- en documentatiemateriaal in relatie met product- en productievereisten
x
Manueel ontwerpen van grafische elementen 6 6.1 7 7.1
Met analoge hulpmiddelen geometrische elementen en letter(delen), eenvoudige logo's, grafische stileringen en sierelementen maken tekenen met de vrije hand: ideeschetsen en voorstudies maken
x
Ontwerpen op basis van een onderliggende structuur verhoudingen en krachtlijnen
x
7.1.3
rekening houden met optisch midden en meetkundig midden tijdens ontwerp en deze problematiek toelichten
x
7.1.4
verhoudingen op basis van grondtal 12 bestuderen en integreren tijdens ontwerp
x
7.1.5
krachtlijnen bestuderen en integreren tijdens ontwerp: horizontaal, verticaal, diagonaal en schuin
x
8
8.1
9 9.1 10
10.1
10.1.1
Grafische vormkarakteristieken herkennen, benoemen en op creatieve wijze integreren in ontwerp vormcontrasten zoals groot en klein, veel en weinig, dik en dun, lijn en vlak, recht en krom, … bestuderen, benoemen en integreren tijdens ontwerp
x
Letteronderdelen benoemen, rekening houden met optische verschijnselen tijdens ontwerp en deze toelichten letteronderdelen en optische verschijnselen: benoemen, toelichten en integreren
x
Analoge teken- en collagetechnieken en materialen kiezen en hanteren bij het ontwerpen van logo's en grafische elementen creatieve grafische tekenvaardigheden ontwikkelen met aandacht voor de juiste maat en de verdere uitvoering materialen: witte dragers (zoals lay-outpapier, Steinbach, Bristol, karton), inkt en plakkaatverf, lijm
x
x
10.1.2
technieken: ontwerpschetsen, teken- en schildertechnieken voor lijnwerk (zwarte inkt, plakkaatverf, …)
x
10.1.3
gereedschappen: potloden, penselen, stiften, meetgereedschappen (lat, passer, driehoek), snijmes en snijmat
x
11 11.1 12 12.1 13 13.1
14
14.1
15 15.1
Hanteert kleur op een bewuste wijze tijdens het ontwerp Kleurenleer (esthetische kleurencirkel met primaire, secundaire en tertiaire kleuren)
x
Primaire, secundaire en tertiaire kleuren situeren binnen de kleurencirkel kleuren mengen, primaire, secundaire en tertiaire kleuren situeren en benoemen binnen de kleurencirkel
x
Enkele kleurcontrasten herkennen, benoemen en toepassen kleurcontrasten herkennen en integreren: licht en donker, koud en warm, complementair
x
Kennis nemen en bepalen van kleur en tint op basis van productkarakteristieken en productievereisten, zijn keuze motiveren kleuren en tinten ervan bepalen en integreren op basis van productkarakteristieken (vb. geboorte, bestaande huiskleur, babyproducten, …) en productieafspraken
x
Het ontwerp bijsturen en nettekeningen maken voor verdere verwerking via scanner nettekeningen maken, doel en vereisten verwoorden
x
Digitaal ontwerpen van grafische elementen 16
16.1
17
Met digitale hulpmiddelen geometrische elementen en letter(delen), eenvoudige logo's, grafische stileringen en sierelementen maken tekenen met de vrije hand: ideeschetsen en voorstudies maken in relatie met vormkarakteristieken en productievereisten
x
Met de menustructuur van het besturingssysteem werken, aanwezige randapparatuur en opslagmedia in het netwerk oproepen en de afspraken in verband met standaarinstellingen en bestandsbeheer naleven
17.1
zich als gebruiker bedienen van de menustructuur van het OS
x
17.2
standaardinstellingen en -voorkeuren: volgens afspraak kunnen herstellen
x
17.3
bestandsbeheer in LAN-omgeving: volgens afspraak bestanden wegschrijven en ophalen, printer activeren en printopdracht geven
x
18
18.1 18.2 19
De applicatie voor vectorieel tekenen starten, de standaardvoorkeuren volgens afspraak herstellen, een bestaand bestand openen en een nieuw bestand maken openen en aanmaken van bestanden: dialoogvenster "nieuw bestand" instellen en instellingen toelichten
x
standaardvoorkeuren: volgens afspraak kunnen herstellen
x
De werkruimte van de computerapplicatie voor vectorieel tekenen gebruiken tijdens ontwerp
19.1
het begrip vectorieel toelichten
x
19.2
het werkgebied toelichten en hanteren: tekengebied, kladzone, gereedsschapspalet en zwevende paletten
x
19.3
menustructuur van de applicatie en snelmenu op verkennende wijze gebruiken
x
19.4
gereeschappen selecteren en op verkennende wize gebruiken via aanwijzer en toetsencombinatie
x
19.5
de functie van de verschillende gereedschappen uit het gereedschapspalet toelichten
x
19.6
weergavenopties instellen: groter/kleiner en modi omtrekweergave en voorvertoningweergave
x
19.7
verkennend omgaan met paletten en de principes van weergeven, verbergen, op voorgrond plaatsen, positioneren, paletmenu toelichten
x
19.8
help gebruiken
x
20 20.1 21 21.1
Linialen, hulplijnen en rasters als hulpmiddel hanteren tijdens ontwerp linialen, hulplijnen en rasters als hulpmiddel hanteren tijdens ontwerp
x
Ontwerpen op basis van onderliggende structuur verhoudingen en krachtlijnen
x
21.1.1
rekening houden met optisch midden en meetkundig midden tijdens ontwerp en deze problematiek toelichten
x
21.1.2
verhoudingen op baisis van grondtal 12 bestuderen en integreren tijdens ontwerp
x
21.1.3
krachtlijnen bestuderen en integreren tijdens ontwerp: horizontaal, verticaal, diagonaal en schuin
x
21.1.4
letteronderdelen en optische verschijnselen: benoemen, toelichten en integreren
x
22 22.1 23 23.1 24
24.1
25
25.1 26 26.1 27 27.1 28
28.1 29 29.1 30 30.1 31
31.1
Een tekening opbouwen via de lagenstructuur lagen maken, zichtbaar maken, verbergen, vergrendelen en samenvoegen
x
De elementaire vormgereedschappen hanteren bij het ontwerpen elementaire vormen maken met de elementaire vormgereedschappen
x
Grafische vormkarakteristieken op creatieve wijze hanteren bij het ontwerpen, deze herkennen en benoemen vormcontrasten zoals groot en klein, veel en weinig, dik en dun, lijn en vlak, recht en krom, … bestuderen, benoemen en integreren bi het ontwerpen
x
Rechte lijnen, vloeiende lijnen, gebogen lijnen en curven tekenen, en op verkennende wijze paden splitsen tekenen met pengereedschap: rechte lijnen, vloeiende lijnen, gebogen lijnen en curven, paden splitsen
x
Op verkennende wijze objecten en delen ervan wijzigen, kopiëren en groeperen selecteren, direct slecteren en delen van objecten wijzigen, kopiëren en groeperen
x
Objecten schalen en roteren schalen en roteren van objecten
x
In relatie met product- en productieafspraken de nodige kleuren aanmaken via het stalenpalet en volvlakkleuren, -tinten en lijnkleuren toewijzen op verkennende wijze volvlakkleuren, -tinten en lijnkleuren toewijzen via het stalenpalet
x
De gebruikte kleuren noteren de gebruikte kleursamenstelling noteren
x
Een samengestelde en eenkleurgescheiden proef printen en het ontwerp bijwerken proeven maken en het ontwerp bijwerken
x
Het eindresultaat beweren in het formaat van de applicatie en voor import in de opmaakapplicatie verwijderen van onnodige data (bv. gegevens op plakbord) en opslaan in opgegeven formaat
x
Lay-out 32
De ruwe documentstructuur bepalen aan de hand van voorstudies en documentatiemateriaal
32.1
tekenen met de vrije hand: ideeschetsen en voorstudies maken in relatie met vormkarakteristieken en productievereisten
32.2
elementen van schikking en compositie hanteren
x x
32.2.1
relatie met formaat en oriëntatie
x
32.2.2
verhoudingen op basis van grondtal 12, harmonische ongelijkheden en contrastverhoudingen
x
32.2.3
aslijnen: horizontaal, verticaal, diagonaal en schuin
x
32.2.4
afdrukkende en niet afdrukkende waarde
x
32.2.5
symmetrie, asymmetrie en vrije schikking
x
32.2.6
optisch en metrisch midden
x
33
33.1
34
34.1
Grafische vormkarakteristieken herkennen, benoemen en op creatieve wijze integreren in lay-out vormcontrasten zoals groot en klein, veel en weinig, dik en dun, lijn en vlak, recht en krom, … bestuderen, benoemen en integreren tijdens lay-out
x
Analoge teken- en collagetechnieken en materialen kiezen en hanteren bij het maken van lay-out creatieve grafische tekenvaardigheden ontwikkelen met aandacht voor de juiste maat en de verdere uitvoering. Tekst- en illustratiemateriaal schetsmatig weergeven
x
34.1.1
materialen: witte dragers (zoals lay-outpapier, Steinbach, karton), inkt en plakkaatverf, lijm
x
34.1.2
technieken: lay-outschetsen, teken- en schildertechnieken voor lijnwerk (zwarte inkt, plakkaatverf, …), snijden en kleven
x
34.1.3
gereedschappen: potloden, penselen, stiften, meetgereedschappen (lat, passer, driehoek), snijmes en snijmat
x
35 35.1 36 36.1 37 37.1
38
38.1
39
Kleur op een bewuste wijze integreren tijdens het ontwerp Kleurenleer (esthetische kleurencirkel met primaire, secundaire en tertiaire kleuren) Primaire, secundaire en tertiaire kleuren situeren binnen de kleurencirkel kleuren mengen, primaire, secundaire en tertiaire kleuren situeren en benoemen binnen de kleurencirkel
x
Enkele kleurcontrasten herkennen, benoemen en toepassen kleurcontrasten herkennen en integreren: licht en donker, koud en warm, complementair
x
Kennis nemen en bepalen van kleur en tint op basis van productkarakteristieken en productievereisten, zijn keuze motiveren kleuren en tinten ervan bepalen en integreren op basis van productkarakteristieken (vb. geboorte, bestaande huiskleur, babyproducten, …) en productieafspraken
x
Een letterkeuze maken op basis van productkarakteristieken
39.1
letterkeuze en verantwoording op basis van productkarakteristieken: schreefloze gelijkledige (soepele en geometrische), Medeavaltype, Egyptiene en fantasieletter
x
39.2
de letterkenmerken voorstellen en toelichten (op basis van stok en schreef)
x
39.3
grondbeginselen van lettermenging hanteren: eenvoud en contrast
x
40 40.1
Rekening houden met optische verschijnselen eigen aan het letterbeeld letteronderdelen en optische verschijnselen: benoemen, toelichten en integreren
x
41
De uitlijning kiezen en zijn keuze toelichten de uitlijning van de tekst kiezen en eigenschappen toelichten: linkslijnend, rechtslijnend, gecentreerd en uitgevuld
41.1 42
Een eenvoudige tabelstructuur integreren eenvoudige tabellen: klassieke en hedendaagse tabelvomen analyseren en ontwerpen
42.1 43
x
Tekst en illustratie samenvoegen tot een evenwichtig geheel de visuele lay-out maken, doel en vereisten verwoorden
43.1 44
x
x
De lay-out verfijnen met correcte instructie voor de verdere uitvoering instructie noteren
44.1
x
44.1.1
tekstwaardering (titel, ondertitel, broodtekst) en plaatsaanduiding bepalen en noteren
44.1.2
lettercontrasten kennen kiezen en noteren: corpscontrast, oogcontrast, kleurcontrast, gradatiecontrast
44.1.2
regelval bepalen en noteren
x
44.1.3
plaatsing en grootte van eenvoudige tabal bepalen en noteren
x
44.1.4
plaatsing en grootte van illustratie en sierelementen bepalen en noteren
x
44.1.5
conventies bij maataanduiding naleven: horizontale maten groen, verticale maten rood
x
45
x
De lay-out maken voor een eenvoudige taalwissel een eenvoudige taalwissel (Nederlands-Frans en/of Engels) lay-outen
45.1
x
Op basis van eigen ontwerp en lay-out de technische voorbereiding van eenvoudig drukwerk tot en met de drukvorm maken (familiaal drukwerk, gebruiksgrafiek, klein handelsdrukwerk en enkelvoudige pagina's). De kleuromgeving is beperkt tot primaire kleuren en mengingen ervan, zonder halftonen. Er is geen naadloze trappingproblematiek aanwezig. De voorbereiding gebeurt in functie van de offsettechniek en een keuze uit hoogdruk of zeefdruk.
Van lay-out tot print 46 46.1
Het picastelsel en de typografische meetgereedschappen vlot en zelfstandig hanteren rekenen en meten met typometer en corpskaliber, schatten
x
46.1.1
correct meten en rekenen met picamaten
x
46.1.2
omrekenen van metrische naar picamaten en omgekeerd
x
46.1.3
meten van zetspiegel, corps, regelafstand en insprongen
x
47
Met de menustructuur van het besturingssysteem werken, aanwezige randapparatuur en opslagmedia in het netwerk oproepen en de afspraken in verband met standaarinstellingen en bestandsbeheer naleven
47.1
zich als gebruiker bedienen van de menustructuur van het OS
x
47.2
standaardinstellingen en -voorkeuren: volgens afspraak kunnen herstellen
x
47.3
bestandsbeheer in LAN-omgeving: volgens afspraak bestanden wegschrijven en ophalen, printer activeren en printopdracht geven
x
48
De opmaakapplicatie starten, de standaardvoorkeuren volgens afspraak herstellen, een bestaand bestand openen en een nieuw bestand maken
48.1
openen en aanmaken van bestanden: dialoogvenster "nieuw bestand" instellen en instellingen toelichten
x
48.2
standaardvoorkeuren: volgens afspraak kunnen herstellen
x
49
De werkruimte van de computerapplicatie voor paginaopmaak hanteren
49.1
het principe van de applicatie voor paginaopmaak toelichten als container voor tekst, illustratie en beeldmateriaal
x
49.2
het werkgebied toelichten en hanteren: documentzone, kladzone, gereedschapspalet en zwevende paletten
x
49.3
de menustructuur van de applicatie en snelmenu op verkennende wijze gebruiken
x
49.4
gereedschappen selecteren en op verkennende wijze gebruiken: principe via aanwijzer en toetsencombinatie
x
49.5
de functie van de verschilende gereedschappen uit het gereedschapspalet toelichten
x
49.6
weergavenopties instellen
x
49.7
verkennend omgaan met paletten en de principes van weergeven, verbergen, op voorgrond plaatsen, positioneren, paletmenu toelichten
x
help gebruiken
x
49.8 50 50.1 51 51.1 52 52.1
53 53.1
Blind kunnen typen met de juiste vingerzetting blind typen met de juiste vingerzetting: rechtstreeks in de opmaakapplicatie en via teksteditor (geen snelheid/aanslagen per minuut)
x
De paginastructuur bepalen op basis van de lay-out kennis nemen en bepalen van de zetspiegel, de plaats van illustratieve elementen en tekst
x
De corpsbalk schematisch voorstellen, de zones aanduiden en deze benoemen corpsbalk tekenen en toelichten: (corps, x-hoogte, kapitaalhoogte, ascenderzone, descenderzoe, kopwit en basislijn)
x
De lay-out vertalen naar opmaakparameters deze van de tekstgroepen vertalen naar alineastijlen kennis nemen en bepalen van, de begrippen toelichten
x
53.1.1
de tekstgroepen: kop, onderkop, broodtekst, tabel, …
x
53.1.2
de lettersoort: schreefloze gelijkledige (soepele en geometrische), Mediaevaltype, Egyptienne en fantasieletter
x
53.1.3
de lettergrootte of corps volgens de indeling in corpsgroepen (consulteergroep, leesgroep, titelgroep en affichegroep)
x
53.1.4
de kast: kapitaal, onderkast, kleinkapitaal
x
53.1.5
de stand: romein en cursief
x
53.1.6
de dikte: mager, normaal, halfvet, vet, extra vet
x
53.1.7
de zetbreedte in relate met het corps
x
53.1.8
de regelafstand en extra wit: gelijkmatig interliniëren, in verhoudng interliniëren, contrastinterliniëring
x
53.1.9
de regelval: vrije regelval (linkslijnend, rechtslijnend en gecentreerd) en blokregelval
x
53.1.10
tekstinsprongen over meerdere tekstregels
x
53.1.11
alineainsprongen: alineabegin en alieaeinde in relatie met de zetbreedte
x
53.1.12
op verkennende wijze volvlakkleuren, tinten en lijnkleuren toewijzen via het stalenpalet
x
53.1.13
de gebruikte kleursamenstelling noteren
x
53.2 54 54.1
de parameters vertalen naar alineastijlen, deze uittesten en bijsturen
x
Het tekstgedeelte opmaken in de gewenste vormgeving tekst plaatsen, importeren en opmaken
x
54.1.1
rechtstreeks in de applicatie
x
54.1.2
via teksteditor en plaatsen
x
55 55.1 55.1.1 55.1.2 55.2 55.2.1 55.3 56 56.1 57
Het illustratiemateriaal en de sierelementen voorbereiden en in het document plaatsen analoog lijnwerk
x
bewaren in het opgegeven formaat en plaatsen in het opmaakpakket
x
vectorieel materaal (eigen ontwerp en ontwerp van derden) plaatsen in het opmaakpakket en op de juiste grootte brengen op verkennende wijze sierelementen maken met het opmaakpakket
typografisch vormgeven en opmaken van tabellen: op basis van bestaand materiaal dat men analyseert en waarop men varianten ontwikkelt
gelijkstellen en spatiëren: beslissen, uitvoeren en begrippen toelichten correcte witverdeling binnen de regel volgens typografischce conventies toepassen
57.3 58
x
x
De opmaak verfijnen en deze bijsturen
57.2
57.2.2
x x
Tabelopmaak integreren in het document
57.1
57.2.1
x
scannen in relatie met de opgegeven printerresolutie en grootte
x x
variabel spatie, vaste spatie en fijne spatie
x
vierkant en halfvierkant
x
wit aan de leestekens volgens de typografische normen
x
Een samengestelde en kleurgescheiden proef printen en de opmaak bijwerken
58.1
eerste proef maken en de opmaak bijwerken
x
58.2
op basis van overleg de laatste correcties maken
x
59 59.1 60 60.1 61 61.1
Een definitieve kleurenprint en de afdrukken voor verdere verwerking tot eindfilm maken definitieve kleurenprint en de afdrukken maken voor verdere verwerking tot eindfilm
x
Het eindresultaat beweren in het formaat van de applicatie verwijderen van onnodige data (bv. gegevens op plakbord) en opslaan in opgegeven formaat
x
De opmaak van een eenvoudige taalwissel verzorgen een eenvoudige taalwissel (Nederlands-Frans en/of Engels) opmaken
x
Van print tot drukvorm 62 62.1 63
63.1
De originelen op kwaliteit en volledigheid beoordelen voor verdere verwerking in relatie met het productieproces originelen beoordelen en beslissen of ze kunnen verwerkt worden
x
Daglichtfilm, snijfilm en montagefolie herkennen; de etikettering, het toepassingsgebied en de samenstelling van het materiaal toelichten soorten herkennen en toelichten van etikettering, toepassingsgebied en samenstelling van daglichtfilm (DL en DLD), snijfilm en montagefolie
x
63.1.1
etikettering
63.1.2
opbouw
63.1.3
gevoelige laag en leesbaarheid
x
63.1.4
snijlaag
x
64
x
Lijnwerk in één en twee kleuren via het contactapparaat in daglichtomgeving verwerken tot eindfilms voor de ofsettechniek en een keuze uit hoogdruk of zeefdruk
64.1
originelen verwerken in functie van de druktechniek (leesbaar/onleesbaar en positief/negatief) en de verwerking toelichten aan de hand van schematische voorstellingen
x
64.2
inbelichtingen maken, het perforatiesysteem gebruiken en de werkwijze toelichten aan de hand van schematische voorstellingen
x
64.3
maskeren via snijmasker en het principe toelichten
x
64.4
inlegrasters inbelichten en het principe toelichten
x
64.5
paskruisen en snijlijnen aanbrengen
x
64.6
film retoucheren
x
64.7
bediening, werking en onderhoud van het contactapparaat
x
64.7.1
het materiaal correct aanbrengen, de juiste voorgeprogrammeerde belichtingstijd kiezen en het materiaal correct verwerken
x
64.7.2
de bouw en de werking van het contactapparaat schematisch voorstellen en verwoorden
x
het contactapparaat volgens afspraak onderhouden
x
64.7.3 64.8
bediening, werking en onderhoud van de ontwikkelautomaat
x
64.8.1
de producten op basis van etikettering aanmaken en de automaat vullen
x
64.8.2
het materiaal correct inbrengen, het juiste ontwikkelprogramma kiezen en het materiaal correct verwerken
x
64.8.3
de bouw en de werking van de ontwikkelautomaat schematisch voorstellen en verwoorden
x
64.8.4
de ontwikkelautomaat volgens afspraak onderhouden en op rust stellen voor een langere periode
x
65
Een indelingsschema maken voor het drukken van verschillende drukwerkjes op één vel
65.1
doel van het indelingsschema
65.2
rekening houden met normen en aanbrengen van hulptekens
65.3
lijnconventies: snijlijnen: rood; vouwlijnen: groen; andere: zwart
x x x
66
De eindfilms verwerken tot drukvormen voor de offsettechniek en een keuze uit hoogdruk of zeefdruk
66.1
originelen beoordelen en beslissen of deze kunnen verwerkt worden
x
66.2
een kunststofcliché herkennen, belichten, uitwassen en drogen. Het procédé toelichten
x
66.3
de soorten offsetplaten die in de afdeling gebruikt worden herkennen, belichten en bewaren
x
66.3.1
soorten: positief - negatief werkende platen
x
66.3.2
bediening van het kopieerraam
x
66.3.3
ontwikkelen via ontwikkeltafel of machine
x
66.3.4
offsetplaten voor bewaring behandelen
x
66.4
het te drukken beeld op een zeefdrukvorm aanbrengen. Het procédé toelichten
x
Op basis van eigen voorbereiding en drukvormen van derden eenvoudig drukwerk (familiaal drukwerk, gebruiksgrafiek, klein handelsdrukwerk en enkelvoudige pagina's) in twee druktechnieken drukken met de éénkleurenpers (offset en een keuze uit hoogdruk of zeefdruk) en dit nasnijden. De kleuromgeving is beperkt tot primaire kleuren en mengingen ervan, zonder halftonen. Er is geen naadloze trappingproblematiek aanwezig. Eénkleurenwerk drukken in beide druktechnieken, meerdere kleuren in één van beide.
De basis druktechnieken 67
Het principe van de beeldoverdracht bij de vier basisdruktechnieken voorstellen en toelichten
67.1
de beeldoverdracht bij diepdruk, hoogdruk, vlakdruk en zeefdruk schematisch voorstellen en verwoorden, en enkele mogelijke drukdragers opsommen
x
67.2
specificiteit van de drukvormen toelichten
x
68 68.1
Het principe van vellen- en rotatiedruk onderscheiden vellen- en rotatiedruk
x
68.1.1
specifieke invoer (banen en vellen) verwoorden
68.1.2
relatie met oplage verwoorden
x
68.1.3
enkele specifieke producten opsommen
x
69 69.1
De bouw en de werking van de éénkleurenpersen voor deze tweede graad toelichten aan de hand van een gegeven schema toelichten aan de hand van gegeven schema's
x
69.1.1
inktwerk
x
69.1.2
vochtwerk
x
69.1.3
invoermechanisme
x
69.1.4
het drukkend element
x
69.1.5
uitvoer
x
70 70.1
De principes en enkele karakteristieken van vellenpersen toelichten de vlakdruk-, hoogdruk- en zeefdrukpers: toelichten aan de hand van gegeven schematische voorstellingen van volgende karakteristieken:
x
70.1.1
inlegprincipe: universeel en staffel
x
70.1.2
inleg en uitleg: hoogstapel en laagstapel
x
70.1.3
handdruktafel en halfautomaat (zeefdruk)
x
Voorbereiden van het eigen werk op basis van de opdracht (offset en een keuze uit hoogdruk of zeefdruk) 71 71.1
De opdracht correct inschatten, een planning maken en het eigen werk efficiënt voorbereiden kennis nemen, analyseren, bespreken en plannen van de opdracht
x
71.1.1
analyseren van de productkenmerken op basis van aangereikt model
x
71.1.2
bepalen van de uivoeringstechniek
71.1.3
bepalen van de middelen
x
71.1.4
plannen van de eigen productie (voortgengsplanning maken, tussentijdse controlemomenten bepalen)
x
Instellen van de éénkleurenpers voor het maken van een afdruk (offset en een keuze uit hoogdruk of zeefdruk) 72 71.1 73 73.1
De pers inschakelen en de bediening toelichten in- en uitschakelen van de pers
x
Papier op correcte wijze behandelen papierbehandeling
x
73.1.1
volgens afspraak transporteren
73.1.2
losmaken voor het stapelen
x
73.1.3
met de juiste technieken tellen per twee
x
73.1.4
gelijkstoten
x
73.1.5
juist instapelen en uitstapelen
x
73.1.6
vlak maken van een vervormde stapel
x
74 74.1 74.1.1
x
Het papiertransport instellen in functie van formaat en gramgewicht van papier en dit toelichten, samen met een aantal papiereigenschappen papiertransport instellen kennis nemen en bepalen van papiereigenschappen
x x
74.1.1.1
coated en uncoated papier herkennen
x
74.1.1.2
papierstructuur algemeen verwoorden
x
74.1.1.3
looprichting bepalen
x
74.1.1.4
gramgewicht: kennis nemen van
x
74.1.1.5 74.1.2 74.1.3 75 75.1 76
formaten: DIN-formaat (afgeleiden bepalen)
x
functie van de elementen op het bedieningspaneel toelichten
x
functie van grijpers en dubbelvellencontrole toelichten
x
De drukspanning instellen in functie van de papierdikte instellen van de drukspanning en de gevolgen van onjuiste drukspanning verwoorden
x
De inkt in de afdeling indelen, herkennen en voorbereiden
76.1
de inkt in de afdeling herkennen op basis van etikettering
x
76.2
kennis nemen van de gewenste kleur
x
76.3
de basiskleuren bepalen
x
76.4
mengen van de inkt in de gewenste hoeveelheid
x
77
De inktbak afstellen en dit toelichten
77.1
de delen van de inktbak kennen en de functie verwoorden
x
77.2
in- en uitschakelen van het inktwerk
x
77.3
vullen en afregelen van de intbak
x
78
Het vochtwater aanmaken, de vochthoeveelheid regelen en dit toelichten
78.1
de functie van het vochwater toelichten
x
78.2
vochtwater aanmaken voor het vochtwerk waarmee gewerkt wordt
x
78.3
enkele gevolgen van foutieve aanmaak noemen
x
78.4
in- en uitschakelen van het vochtwerk
x
78.5
afregelen van de vochthoeveelheid
x
principe van stabiele emulsie vocht en inkt toelichten. Overemulgeren en drooglopen noemen en herkennen als gevolgen van een onstabiele emulsie
78.5.1 79 79.1
hoogdruk (degel)
79.1.1 79.1.2 79.2 79.2.1
x
De drukvorm drukklaar maken en deze in de pers plaatsen x
de drukvorm invormen en correct aanbrengen in de pers
x
samenstelling van de legger en gebruik toelichten
x
de hulptekens op de offsetplaat herkennen en de betekenis toelichten
x
offset
x
79.2.1.1
zijaanleg- en vooraanlegtekens
x
79.2.2
de offsetplaat opspannen en afnemen
x
79.2.3
retouche op een opgespannen drukplaat uitvoeren
x
de plaat bewaren voor herdruk
x
79.2.4 79.3 79.3.1
zeefdruk het raam correct inklemmen
x x
Maken van een afdruk en drukken van een kleine oplage (offset en een keuze uit hoogdruk of zeefdruk) 80
Een proefdruk maken, deze in relatie met de opdracht beoordelen en de pers bijstellen
80.1
maken van een eerste afdruk: procedure
x
80.2
stand maken bij hoogdruk (degel): procedure
x
80.3
stand maken bij offset: procedure
x
80.4
stand maken bij zeefdruk: procedure
x
80.5
punt op punt drukken ter controle van het aanleggen
x
81 81.1 82 82.1
De productie op kleur brengen via visuele controle visueel op kleur komen: methode
x
Een kleine oplage drukken drukken van een kleine oplage
x
82.1.1
kleur houden zonder overzetten
x
82.1.2
het controlevel
x
82.1.3
gebruik van het sproeiapparaat
x
82.1.4
drukproblemen duiden
x
82.1.4.1
drooglopen
x
82.1.4.2
aanlegproblemen
x
82.1.4.3
overzetten
x
82.1.4.4
smetten
x
83 83.1 84 84.1 85 85.1
De machine volgens procedure stilleggen de machine volgens procedure stoppen: productiestop
x
Een noodstop uitvoeren de machine volgens procedure stoppen: noodstop
x
Papier snijden met de snijmachine (zonder programmainstelling) ter voorbereiding van en na het drukproces de snijmachine bedienen zonder programmainstelling
x
Onderhoud en schoon houden van de pers (offset en een keuze uit hoogdruk of zeefdruk) 86 86.1 86.1.1 87 87.1
De pers volgens procedure wassen wassen van de pers procedure, aandachtspunten en producten
x x
De pers volgens smeerschema smeren en de smering met vet en olie algemeen toelichten de machine smeren
x
87.1.1
principe van vet- en oliesmering algemeen toelichten
x
87.1.2
procedure en smeerschema
x
87.1.3
smeerpunten voor vet
x
87.1.4
smeerpunten voor olie
x
De jongere ontwerpt een eenvoudige elektronische publicatie met RGB-media en assembleert deze via codetaal met een teksteditor
De browser 88
Het doel van de browser kennen en deze kunnen bedienen voor het raadplegen van ofline documenten de browser
x
88.1.1
doel
x
88.1.2
bediening
x
88.1.3
de opbouw van de adressering
x
88.1.4
de homepagina
x
88.1
De voorbereiding 89 89.1 89.1.1 89.1.1.1 89.1.2 89.1.2.1 89.2
Structuur geven aan de informatie en het document voorbereiden bepalen en maken van de content en geordend verzamelen van de media tekstmateriaal voorbereiden neutrale tekst via teksteditor beeldmateriaal voorbereiden scannen in RGB-omgeving en beeldschermesolutie beeldmateriaal bewerken (technieken toepassen)
x x x x x x
89.2.1
instellen van afbeeldingsgrootte en resolutie
89.2.2
een afbeelding schalen en bijsnijden
x
89.2.3
een afbeelding rechtzetten en perspectief wegwerken
x
89.2.4
canvas roteren en foto's samenvoegen via canvas
x
89.2.5
een vrijstelling maken
x
89.2.6
werken met snelmasker
x
89.2.7
transparante achtergrond geven
x
89.2.8
voorgrondkleur en achtergrondkleur toepassen
x
tekenen met potlood, penseel en airbrush
x
tekenen en inkleuren
x
89.2.9 89.2.10 89.3
vertalen van de content naar een documentstructuur
x
x
89.3.1
de homepagina
x
89.3.2
hiërarchische, lineaire en/of gecombineerde structuur
x
88.4
basisbegrippen en -vaardigheden
x
89.4.1
de juiste extensie voor weergaven in de browser
x
89.4.2
documentopbouw
x
89.4.2.1
de html-, head-, (title) en bodytag
89.4.2.2
attributen van de basistags
x x
89.4.2.3
de plaats van andere tags binnen het geheel en principe van nesting
x
89.4.2.4
pagina's bewaren binnen de rootstructuur
x
Het document
90
90.1
De pagina's indelen en op verkennende wijze via codetaal een aantal opmaakparameters toewijzen, met een teksteditor en met behulp van een codehandleiding bepalen van de tekstgroepen, tags en attributen voor de tekstopmaak
x
90.1.1
lettertype, lettergrootte, dikte en stand
90.1.2
uitlijning, regeleinde en alinea
x
90.1.3
tekstkleur, hexadecimale notatie en websafe kleuren
x
speciale tekens
x
90.1.4 90.2 90.2.1
relatieve koppelingen maken binnen de rootstructuur ankerkoppelingen en koppelen van pagina's
x
x x
90.3
een lijst maken
x
90.4
een horizontale lijn maken
x
90.5
beeldmateriaal in de pagina integreren en tags en attributen voor afbeeldingen
x
90.5.1
plaats van de afbeeldingen in de rootstructuur en verwijzing
x
90.5.2
schalen van de afbeelding en bewaren in het juiste formaat en gewenste kwaliteit
x
tags en attributen
x
90.5.3 90.6 91 91.1 91.1.1
documenten voorbereiden die aan pagina's gelinkt worden: bewaren als PDF in lage resolutie via opgegeven instellingen enn weergeven in nieuw venster
x
Integreert de leerinhouden bij doelstellingen 88, 89 en 90 in een tabelstructuur tags en attributen voor een tabel tabelstructuur
x x
91.1.1.1
rijen invoegen
x
91.1.1.2
cellen invoegen
x
91.1.1.3
gegevensin de cellen plaatsen
x
91.1.1.4
afmetingen bepalen
x
91.2
tekst ruimte geven in cellen: cellpadding en -spacing
x
91.3
de tabelrand bepalen
x