Vaccinaties bij kinderen
isopix
VACCINATIES BIJ KINDEREN Besmettelijke ziektes bedreigen de mens al heel zijn bestaan: kinderen, volwassenen en senioren krijgen ermee te kampen in hun dagelijks leven of tijdens een verblijf in het buitenland. Een vaccinatie is een middel om zich tegen een groot aantal van deze virussen en bacteriën te beschermen. Er komen regelmatig nieuwe vaccins op de markt, zodat de lijst met de ziektes ‘die vermeden kunnen worden’ steeds langer wordt. Vaccinatie is een medisch domein dat voortdurend evolueert. Het principe van het vaccin is het volgende: de infectieuze stoffen worden onschadelijk gemaakt vooraleer ze worden ingespoten, maar ze zijn nog wel herkenbaar voor het immuunsysteem (de antigenen), dat op die manier specifieke verdedigingsmechanismen kan ontwikkelen. De ziekte breekt niet uit, maar het organisme produceert wel de nodige antilichamen, die in het bloed blijven en bij een volgend contact de bacterie of het virus in kwestie zullen elimineren. Het organisme is op die manier geïmmuniseerd en het is weinig waarschijnlijk dat de ziekte bij de gevaccineerde persoon zal doorbreken. De bescherming is zeer hoog, maar niet 100% onfeilbaar en de werkingsduur hangt af van de vaccins (daarom worden veel vaccins later nog herhaald). Deze brochure wil ouders informeren over de aanbevolen vaccinaties bij kinderen. De brochure bespreekt waarom, waartegen en op welk moment je je kind(eren) moet vaccineren!
4
BASISVACCINATIESCHEMA AANBEVOLEN DOOR DE HOGE GEZONDHEIDSRAAD (HGR) 2007 12 15 4 3 2 maand maand maand maand maand
5-7 jaar
Poliomyelitis (IPV)
X
X
X
X
X
Difterie - Tetanus Kinkhoest (DTPa)
X
X
X
X
X(dT)
Haemophilus influenzae type b (Hib)
X
X
X
X
Hepatitis B (HBV)
X
X
X
X
Mazelen - Bof Rubella (MBR)
14-16 jaar
(dT)
(X) X
X
Meningokokken C (MenC)
10-13 jaar
X
Pneumokokken (Pn7V)
X
Rotavirus
X
X X
X
(X)
* Het basisvaccinatieschema wordt jaarlijks geüpdatet door de HGR • Het toepassen van bovenstaand vaccinatieschema, in functie van de leeftijd, moet toelaten je kind optimaal te beschermen. Elke dosis die niet op de aanbevolen leeftijd wordt toegediend zou bij een volgend bezoek aan de arts toegediend moeten worden. • Enkel de vaccinatie tegen poliomyelitis is verplicht in België. • De aanbevolen vaccinaties voor jonge baby’s en peuters moeten gebeuren voordat het kind voor het eerst naar school gaat. • Met de aanbevelingen wil men zoveel mogelijk kinderen en adolescenten (van 2 maand tot 18 jaar) gratis vaccineren tegen een tiental ziektes. Het vaccinatieprogramma wordt in alle gemeenschappen toegepast.
5
VRAGEN & ANTWOORDEN OVER VACCINATIE Wie mag je kind(eren) vaccineren? De huisarts of kinderarts, de consultatiebureauarts van Kind en Gezin (voor kinderen tot 3 jaar) en de schoolarts van het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (zodra je kind naar school gaat) kunnen je informatie verstrekken en je kind(eren) vaccineren. Hoeveel kost een vaccinatie? Alle vaccinaties uit het basisvaccinatieschema zijn gratis in de Vlaamse gemeenschap: • het vaccin Infanrix Hexa®, tegen difterie, tetanus, kinkhoest, haemophilus influenza type b, hepatitis B en poliomyelitis; • het vaccin Tetravac®, tegen difterie, tetanus, kinkhoest, poliomyelitis; • het vaccin Hbvaxpro®, tegen hepatitis B; • het vaccin M-M-R Vax®, tegen de mazelen, rubella en bof; • het vaccin Neisvac-C®, tegen de meningokokken C; • het vaccin Tedivax pro adulto®, tegen difterie en tetanus; • het vaccin Imovax®, geïnactiveerd vaccin tegen poliomyelitis (voor wie zijn/haar kind(eren) enkel tegen poliomyelitis wil vaccineren); • het vaccin Prevenar®, tegen de pneumokok. Het vaccin Rotarix® of Rota Tec®, wordt oraal toegediend aan zuigelingen tussen 6 weken en 6 maand oud. Sinds 1 november 2006 is voor dit vaccin een gedeeltelijke terugbetaling mogelijk. Wat met de zogenaamde « gecombineerde » vaccins? Dankzij dit type vaccin kan men met één enkele prik gelijktijdig alle stoffen toedienen die nodig zijn om je kind te beschermen tegen verschillende ziektes. Combinatievaccins worden steeds meer gebruikt. Enerzijds omdat de angst van de ouders voor vaccins daalt en anderzijds omdat het comfort van het kind zo verhoogt (het aantal injecties is lager).
6
Wat zijn de bijwerkingen? Wat zijn de contra-indicaties? Over het algemeen bestaan er weinig contra-indicaties voor vaccinatie. Vaccinatie is niet aangewezen bij overgevoeligheid voor een bepaald bestanddeel, bij een acute ernstige infectie en bij tekorten van het immuunsysteem (voor de verzwakte levende vaccins). Het toedienen van een vaccin kan soms roodheid, een zwelling of lichte koorts veroorzaken. Die bijwerkingen zijn abnormaal, maar hebben normaal geen schadelijke gevolgen. Als er toch een ernstige reactie optreedt, duidt dit waarschijnlijk op een contra-indicatie, die maakt dat men de vaccinatie beter stopzet. Praat erover met je (kinder)arts. Bestaan er speciale vaccinaties voor op reis? Als je kind meegaat op reis naar exotische bestemmingen, informeer je dan over de aanbevolen vaccins bij de autoriteiten van het land dat je bezoekt, het Instituut voor Tropische Geneeskunde, de Travel Phone (0900/10 110) of een gespecialiseerd consultatiebureau (Travel Clinic). Raadpleeg ook de Gezondheidspas©, de kleine informatieve gids bestemd voor reizigers.
VACCINATIEPROGRAMMA VAN HET KIND « Kinderziekte » is een relatief begrip. Historisch gezien, worden de mazelen, rodehond en de waterpokken beschouwd als kinderziektes, omdat vroeger bijna alle volwassenen de ziekte in hun kindertijd opliepen en zo geïmmuniseerd werden. In werkelijkheid lopen zowel niet-geïmmuniseerde kinderen als volwassenen hetzelfde risico om de ziekte te krijgen… en volwassenen kunnen te maken krijgen met nog ergere vormen. Jonge kinderen worden vooral bedreigd door bepaalde bacteriën waartegen hun immuniteitssysteem nog niet bestand is: meningokokken, pneumokokken en haemophilus influenzae. De vaccinatiestrategie houdt rekening met alle leeftijden. Zo zal bijvoorbeeld het vaccin, dat aangeboden wordt tegen het virus dat baarmoederhalskanker veroorzaakt, in het vaccinatieschema ingevoerd worden vóór de adolescentie, opdat zoveel mogelijk jonge vrouwen beschermd zouden zijn bij het begin van hun seksuele activiteit.
7
POLIOMYELITIS (KINDERVERLAMMING) « Polio » is een virale infectie van de darm. De ziekte is besmettelijk en wordt overgedragen via besmetting van voedsel of water met ontlasting (fecale overdracht). Mogelijke ziekteverschijnselen bij polio zijn koorts, hoofdpijn, een stijve nek… Evolutie Poliomyelitis kan soms het centrale zenuwstelsel bereiken en kan dan leiden tot: • progressieve motorische verzwakking en verlamming van de armen en benen; • ademhalingsmoeilijkheden; • beenmisvorming; • meningitis (hersenvliesontsteking). Behandeling De behandeling van polio is symptomatisch. Preventie en vaccinatie De enige erkende en efficiënte methode om polio te voorkomen, is vaccinatie. Het vaccin tegen polio is het enige vaccin dat verplicht is in België. Bij de geboorteaangifte ontvang je een polioattest: laat dat attest, na het laatste poliovaccin (op 15 maand), invullen door je arts en bezorg het terug aan de dienst Bevolking van je gemeente (voordat je zoon/dochter 18 maand wordt). Een goede voedingshygiëne (voedsel wassen, handen wassen vóór het eten) vermindert het risico, maar neemt het niet helemaal weg. Toediening van het geïnactiveerde vaccin tegen polio (IPV) is mogelijk vanaf de leeftijd van 2 maand. • Ofwel via een gecombineerd vaccin: het schema bestaat uit 3 dosissen, die elk met een maand interval worden geïnjecteerd in de loop van het eerste jaar (2 maand, 3 maand, 4 maand) én een herhalingsdosis tussen de 13de en de 18de maand. • Ofwel enkel via een IPV-vaccin: hierbij volstaan 3 dosissen, met een minimuminterval van 8 weken tussen de 2 eerste dosissen. De derde dosis moet dan wel toegediend worden tussen de 13de en de 18de maand. • In beide gevallen is een herhalingsvaccin aanbevolen tussen 5 en 7 jaar (in het 1ste leerjaar). Bij personen die op reis gaan naar een regio waar nog polio woedt, is het aangeraden om de vaccinatie elke tien jaar te herhalen.
8
DIFTERIE – TETANUS - KINKHOEST De vaccinaties tegen difterie, tetanus en kinkhoest (DTPa) worden gecombineerd in een hexavalent vaccin, d.w.z. een vaccin tegen zes infectieuze stoffen, waaronder ook het vaccin tegen poliomyelitis, haemophilus influenzae en hepatitis B. Het effect van die vaccins blijft niet eeuwig duren: na ongeveer 5 à 10 jaar vermindert de bescherming. Kinkhoest is gevaarlijk voor zuigelingen. Adolescenten en volwassenen, die niet meer beschermd zijn, kunnen een verzwakte vorm van de ziekte krijgen en die onbewust overdragen op een baby. Het vaccin is daarom aangeraden voor verzorgend personeel dat in contact komt met jonge kinderen. Difterie en tetanus komen voor op elke leeftijd. Daarom zijn herhalingsvaccins voor tetanus en difterie aangeraden op volwassen leeftijd (om de tien jaar). DIFTERIE Difterie (vroeger ook wel ‘kroep’ genoemd) is een ernstige bacteriële ziekte en was één van de belangrijkste doodsoorzaken bij kinderen in de jaren ’30. De bacterie vermenigvuldigt zich ter hoogte van het strottenhoofd en geeft een giftige stof of toxine vrij, die het merendeel van de organen aantast, waaronder het hart en het zenuwstelsel. Difterie is besmettelijk en wordt overgedragen via speeksel of bij contact met open wonden. De symptomen bij difterie zijn keelpijn, koorts, opgezette klieren en ademhalingsmoeilijkheden. Evolutie Difterie kan leiden tot: • een longontsteking; • een aantasting van het zenuwstelsel, die kan leiden tot spierverlamming; • hartstoornissen, tot zelfs een hartstilstand. Behandeling De behandeling gebeurt met een antiserum tegen difterie, waarmee de bacterie geneutraliseerd wordt. Men dient ook antibiotica toe om de besmettingsperiode in te korten. Preventie en vaccinatie Difterie kan voorkomen worden door vaccinatie. Het toedienen van het vaccin gebeurt in 4 stappen: een prikje op 2 maand, op 3 maand, op 4 maand en een herhalingsdosis tussen de 13de en de 18de maand. Kinderen van 5 tot 7 jaar krijgen een herhalingsvaccinatie DTPa (in het 1ste leerjaar), net als een herhaling voor difterie en tetanus op de leeftijd van 14 tot 16 jaar (in het 3de jaar secundair). Voor adolescenten en volwassenen wordt de dosis van het vaccin tegen difterie beperkt tot de helft van die voor het kind. Opmerking: als iemand in contact komt met een persoon die aan difterie lijdt, kan een herhalingsvaccinatie nuttig zijn (naargelang de vaccinatietoestand) in combinatie met het nemen van antibiotica.
9
TETANUS Tetanus (ook ‘klem’ genoemd) is een ernstige bacteriële ziekte, die veroorzaakt wordt door een bacterie die vooral voorkomt in aarde en in straatvuil. De bacterie kan het lichaam binnendringen via een wonde - hoe klein ook - die slecht ontsmet is. De ziekte is niet besmettelijk, maar kan wel overgedragen worden van moeder op kind via de navelstreng. De bacterie geeft een toxine of giftig stofje vrij, die het zenuwstelsel - dat de spieractiviteit controleert - kan aantasten. De ziekte manifesteert zich in pijnlijke spiersamentrekkingen, eerst ter hoogte van de kaak, dan de nek en de romp. Tetanus gaat tevens gepaard met koorts en hoofdpijn. Evolutie Tetanus kan leiden tot: • een blokkering van de gewrichten na intense samentrekkingen, die in het begin permanent zijn en vervolgens af en toe opduiken; • ademhalingsmoeilijkheden, die kunnen leiden tot verstikking en overlijden. Behandeling De behandeling van tetanus bestaat uit een injectie met een antiserum tegen tetanus (dat de toxine neutraliseert) en de toediening van antibiotica (om de aanwezigheid van bacteriën te verminderen). Er wordt een symptomatische behandeling voorgeschreven, om de spierspasmen en stuiptrekkingen te vermijden. Preventie en vaccinatie De erkende en meest efficiënte preventiemethode is vaccinatie. Maar om de risico’s op besmetting te verminderen, is het ook erg belangrijk om elke wonde of blessure zorgvuldig te reinigen en te ontsmetten. Pas vooral op met roestige voorwerpen, beten, splinters, wonden besmet door aarde of dierlijke ontlasting. Het vaccin wordt toegediend vanaf de leeftijd van 2 maand, volgens hetzelfde schema als vaccinatie tegen difterie. Op volwassen leeftijd is een herhaling van de tetanusvaccinatie aangeraden om de 10 jaar. De Vlaamse Overheid stelt het vaccin gratis ter beschikking. Opmerking: bij gebrek aan voldoende immuniteit, kan een herhalingsvaccin bij een blessure of verwonding nodig zijn.
10
KINKHOEST Kinkhoest (of pertussis) is een besmettelijke ziekte van bacteriële aard, die wordt overgedragen via speeksel (hoest, niezen). Kinkhoest komt het vaakst voor bij pasgeborenen en baby’s. Eerst heeft het kind de symptomen van een verkoudheid (lichte koorts, neus die loopt) en na enkele dagen krijgt het last van hoestbuien, gevolgd door een ademhalingsstilstand en een diepe en luidruchtige ademhaling (vandaar de naam van de ziekte: “kinken”). Evolutie Kinkhoest kan leiden tot: • braken; • een longontsteking; • een tekort aan zuurstof, veroorzaakt door een moeilijke ademhaling door de talrijke hoestbuien (bij de kleine zuigeling kan dit gebrek aan zuurstof schade aan de hersenen veroorzaken); • stuiptrekkingen (komt vaak voor bij zuigelingen). Behandeling De behandeling van kinkhoest bestaat uit de toediening van antibiotica, antitussiva (antihoestmiddelen) en de nodige rust. Soms is omwille van de ademhalingsmoeilijkheden een ziekenhuisopname noodzakelijk, vooral bij zuigelingen. Preventie en vaccinatie Vroegtijdige vaccinatie (vanaf de tweede maand) is de enige efficiënte preventiemethode tegen kinkhoest. De vaccinatie gebeurt volgens hetzelfde vaccinatieschema als de inentingen tegen difterie en tetanus. In tegenstelling tot die laatste, is een herhalingsvaccin niet nodig op de leeftijd van 14-16 jaar. Bij sommige adolescenten of volwassenen, die dicht in de buurt van zuigelingen komen, is een herhalingsvaccinatie aangewezen om de zuigeling te beschermen. Opmerking: bij contact met een besmette persoon, worden antibiotica voorgeschreven voor de zieke en zijn omgeving. Kinkhoest kan zich ook « eenvoudigweg » voordoen als een aanhoudende hoest bij grotere kinderen en volwassenen.
11
HAEMOPHILUS INFLUENZAE TYPE B De besmettelijke bacterie Haemophilus influenzae type b (Hib), manifesteert zich over het algemeen ter hoogte van de neus en de keel en zet zich vooral voort via speeksel. Ze kan, net zoals een aantal andere bacteriën, een meningitis (hersenvliesontsteking) veroorzaken (ontsteking van de vliezen rond de hersenen en van het cerebrospinale vocht rond de hersenen en het ruggenmerg). Evolutie De bacterie Haemophilus influenzae type b kan aanleiding geven tot: • neus-keel-oorinfecties (otitis, sinusitis) en ademhalingsaandoeningen, waaronder epiglottitis. Dat is ontsteking van het strotklepje, de slijmstructuur die het strottenhoofd afsluit tijdens het slikken. Epiglottitis kan leiden tot intense ademhalingsproblemen en koorts; het kind zit licht voorovergebogen, kwijlt en heeft een hese stem. Er is een risico op verstikking. Bij dit tafereel moet je zonder aarzelen de spoeddiensten verwittigen en het kind in de positie houden waarin hij of zij het best kan ademen; • gewrichtsinfecties (artritis); • sepsis of bloedvergiftiging (de bacterie verspreidt zich in het bloed en dat gaat gepaard met het uitvallen van meerdere vitale functies); • meningitis (hersenvliesontsteking). Behandeling De ziekte wordt behandeld met antibiotica om de verspreiding tegen te gaan. Bij het minste teken van hersenvliesontsteking, ademhalingsstoornis, slaperigheid of abnormale kleur, raadpleeg onmiddellijk een arts. Preventie en vaccinatie Vaccinatie is de beste preventie. Kinderen jonger dan 5 jaar (en vooral kinderen jonger dan één jaar) vormen de belangrijkste risicogroep. De vaccinatie tegen Hib verloopt volgens het volgende schema: een prik op 2 maand, op 3 maand, op 4 maand én een herhalingsdosis tussen de 13de en de 18de maand. • Als je kind na de leeftijd van één jaar nog niet gevaccineerd is, volstaat een prikje met het herhalingsvaccin. • Als je kind na de leeftijd van 5 jaar nog niet gevaccineerd is, dan heeft vaccinatie geen zin meer. Bij nauw contact met een kind dat meningitis heeft opgelopen, krijgt de omgeving antibiotica toegediend en zullen ook de niet-gevaccineerde kinderen - die jonger zijn dan 5 jaar - gevaccineerd worden.
12
HEPATITIS B Hepatitis B is een virale ziekte, die een leverontsteking veroorzaakt. De ziekte is besmettelijk en wordt overgedragen via bloed en seksueel contact. In het begin lijken de symptomen erg op die van griep (koorts, spierpijn, vermoeidheid, geen eetlust), waardoor de ziekte misschien niet herkend wordt. Na enkele dagen kan de ziekte evolueren naar: overgeven, misselijkheid, geelzucht (de huid en het wit van de ogen krijgen een geelachtige kleur). Evolutie De ziekte kan spontaan genezen (de geelzucht verdwijnt normaal na 1 à 4 weken), maar hepatitis B kan ook chronisch worden en na enkele jaren een levercirrose of zelfs leverkanker veroorzaken. Behandeling Bij een acute hepatitis wordt enkel rust voorgeschreven. Bij een chronische hepatitis wordt een specifieke behandeling met geneesmiddelen voorgeschreven. Als de hepatitis echt levensbedreigend wordt, is een levertransplantatie onvermijdelijk. Preventie en vaccinatie De belangrijkste preventiemaatregel is vaccinatie van zuigelingen en pre-adolescenten... en het gebruik van een condoom bij de groteren. • De vaccinatie bestaat uit 4 stappen: een prikje op 2 maand, 3 maand, 4 maand en een herhalingsdosis tussen de 13de en de 18de maand. Het schema wordt aangepast voor pasgeborenen van moeders, die besmet zijn met het hepatitis B-virus (binnen de eerste 24 levensuren, na 1 maand, na 2 maand en na 12 maand). • Er is een inhaalbeweging mogelijk voor kinderen van 10-13 jaar, die nog niet gevaccineerd zijn. Zij krijgen 3 vaccins toegediend: de eerste tijdens het eerste bezoek, de tweede een maand later en de derde 6 à 12 maand later. Er wordt geen herhalingsvaccin aanbevolen aan kinderen die een volledige vaccinatie tegen hepatitis B hebben doorlopen. Opmerking: in de Vlaamse en de Duitstalige gemeenschap vaccineert men de kinderen in het eerste middelbaar, terwijl in de Franstalige gemeenschap de schoolarts de kinderen in het zesde leerjaar vaccineert.
13
MENINGOKOKKEN C De meningokok is een bacterie die hersenvliesontsteking kan veroorzaken. Deze bacterie, die tijdelijk aanwezig is in ademhalingsslijmen (neus, keel), kan ook in het bloed terechtkomen en daar de ziekte veroorzaken. De bacterie is besmettelijk en verspreidt zich via het speeksel (hoest, niezen) of nasale afscheidingen. De stamcellen B en C van de bacterie zijn verantwoordelijk voor de meerderheid van de hersenvliesontstekingen in België. Er bestaat momenteel geen vaccin tegen de meningokok B, wel tegen de meningokok C. De meningitissymptomen zijn: koorts, zware hoofdpijn, stijve nek, misselijkheid, braakneigingen, overgevoelig voor geluid en licht. Bij een baby zijn de typische symptomen vaak afwezig of moeilijk te herkennen. De baby gedraagt zich vaak abnormaal (speelt niet, lacht niet, zoekt geen contact), is ontroostbaar of kermt veel. Eén van de eerste symptomen zijn stuiptrekkingen, die gepaard gaan met koorts. Evolutie Een meningokokinfectie kan leiden tot: • een sepsis (bloedvergiftiging), die vaak begint met kleine rode vlekjes (petechie purpura) die zich snel verspreiden over de huid en niet verdwijnen of verkleuren als je erop drukt. Neem dergelijke vlekjes steeds ernstig en raadpleeg je arts! De sepsis kan gepaard gaan met een hersenvliesontsteking; • een hersenvliesontsteking: in dat geval is het de microbe, die in het bloed heeft gecirculeerd, die het hersenvlies ontsteekt. Behandeling Het is aangewezen om bij de eerste tekenen snel een arts te raadplegen. Zodra de diagnose is gesteld, moet zo snel mogelijk (binnen enkele uren!) een antibioticabehandeling gevolgd worden. Bij alle ernstige infecties vindt de behandeling via intraveneuze weg (rechtstreeks in de ader) plaats. Preventie en vaccinatie Jonge kinderen (van 0 tot 5 jaar) en adolescenten (15-19 jaar) zijn de leeftijdsgroepen die het meeste risico lopen op een hersenvliesontsteking door meningokokken C. Daarom beveelt het vaccinatieschema aan om kinderen te vaccineren tegen meningokokken C op 15 maand (of tussen 13 en 18 maand). De arts kan, afhankelijk van de vaccinatietoestand van het kind, het vaccin ook op andere momenten aanraden, tussen de leeftijd van 2 maand en 19 jaar: • baby’s jonger dan 1 jaar krijgen 3 prikjes toegediend, telkens met een minimuminterval van één maand (die 3 dosissen zijn niet gratis); • bij kinderen ouder dan 1 jaar, volstaat één prik, die samen met het MBR-vaccin (zie hieronder) wordt gegeven, maar wel op een andere plaats (gratis beschikbaar voor kinderen van 1 jaar tot het einde van het secundair onderwijs). Opmerking: in geval van nauw contact met een besmette persoon, wordt er gedurende enkele dagen een preventieve behandeling met antibiotica voorgeschreven. Niet-gevaccineerden krijgen in dat geval een vaccin toegediend.
14
MAZELEN – RODEHOND – BOF Al twintig jaar lang, worden de vaccins tegen mazelen, rodehond en bof gecombineerd in een trivalent vaccin (MBR). Mazelen, rodehond en de bof zijn kinderziekten, die vaak voorkomen als de bevolking niet degelijk gevaccineerd is. Door bijvoorbeeld kleine kinderen te vaccineren tegen rodehond, worden jonge zwangere vrouwen, die niet geïmmuniseerd zouden zijn, eveneens beschermd. MAZELEN Mazelen is een besmettelijke ziekte, die veroorzaakt wordt door een virus. De mazelen worden overgedragen via speeksel (hoest, niezen). In het begin heeft het kind last van hoge koorts en hoest. Na enkele dagen verschijnt een kenmerkende huiduitslag met rode vlekjes: eerst op het gezicht, later over het hele lichaam. Evolutie Het virus tast de functies van het immuunsysteem aan en kan op die manier andere infecties met zich meebrengen zoals oorontsteking, bronchitis, keelontsteking en bij de zwaksten zelfs een longontsteking. In zeldzame gevallen kunnen de mazelen zelfs evolueren tot een encefalitis (hersenontsteking). Als een zwangere vrouw de mazelen krijgt, dan bestaat het risico op een vroeggeboorte, een miskraam of een misvorming van de foetus. Dankzij de vaccinatie tegen mazelen, komt de ziekte in België slechts uitzonderlijk voor. RODEHOND Rodehond (of rubella) is een erg besmettelijke ziekte, die veroorzaakt wordt door een virus. Rodehond wordt overgedragen via het speeksel (hoest, niezen) of via direct contact met een besmette persoon. Bij jonge kinderen is de ziekte meestal erg onschuldig, maar bij zwangere vrouwen kan het virus misvormingen van de foetus veroorzaken. Rodehond kenmerkt zich door lichte koorts, gezwollen klieren in de nek en achter de oren en kleine heldere roze-rode vlekken, die eerst in het gezicht verschijnen en later over heel het lichaam, vooral op de borstkas en de armen. Evolutie De symptomen kunnen gepaard gaan met een keelontsteking en pijn of ontstekingen ter hoogte van de gewrichten. Na 3 dagen beginnen de vlekjes stilaan te verdwijnen. Jonge kinderen voelen zich over het algemeen niet erg ziek. Er bestaat geen specifieke behandeling. Een zwangere, niet-geïmmuniseerde vrouw moet haar arts raadplegen om een eventuele infectie vast te stellen.
15
BOF Bof (of dikoor) wordt veroorzaakt door een virus. De besmettelijke ziekte wordt overgedragen via het speeksel en door direct contact met besmette voorwerpen. Bof doet vaak denken aan een verkoudheid: schoolgaande kinderen zijn de eerste die het krijgen, vooral in de winter. De ziekte wordt gekenmerkt door koorts, hoofdpijn, gebrek aan eetlust en parotitis (een opzwelling van de bijoorspeekselklieren ter hoogte van de kaken, pijn bij het kauwen en bij druk). Evolutie Bof kan leiden tot een meestal onschuldige meningitis (hersenvliesontsteking) of een encefalitis (hersenontsteking) en in sommige gevallen tot een ontsteking van de testikels (teelballen) bij jongens (wat kan leiden tot onvruchtbaarheid na de puberteit). Na een tiental dagen rust, geneest bof spontaan. Bij een zwangere vrouw kan bof misvormingen van de foetus veroorzaken. Behandeling van mazelen, rodehond en bof Bij de behandeling van deze drie ziektes worden de symptomen aangepakt: men probeert de koorts te verlagen en de pijn te verzachten. Ook wordt er totale rust voorgeschreven. Het kind wordt bij deze ziektes verplicht afgezonderd van de crèche of de school. Preventie en vaccinatie van mazelen, rodehond en bof De preventie blijft beperkt tot vaccinatie en het vermijden van contact met zieken. Het vaccinatieschema raadt een vaccinatie in 2 stappen aan: een eerste prik wordt toegediend op de leeftijd van 12-13 maand, de tweede op de leeftijd van 10-13 jaar (in het 5de leerjaar). Opmerking: in geval van contact met een persoon die besmet is met de mazelen, kan er preventief een vaccin toegediend worden binnen de 72 uur die volgen op het contact.
16
PNEUMOKOKKEN De pneumokok is een bacterie, die zelfs bij mensen in goede gezondheid, aanwezig kan zijn ter hoogte van de mond, de neus en de keel. Bij een kind kan een pneumokok bepaalde infecties uitlokken (oorinfecties, longontsteking). Hoe jonger het kind (jonger dan 5 jaar), hoe groter de kans op een pneumokokeninfectie. De bacterie komt ook voor bij volwassenen. Evolutie Naast een aantasting van de luchtwegen, de sinus en de oren, kan een pneumokok ook: • longontstekingen veroorzaken, die in de ergste vormen gepaard kunnen gaan met een zuurstofgebrek; • de bloedsomloop binnendringen en een sepsis (bloedvergiftiging) en/of een meningitis (hersenvliesontsteking) veroorzaken; • de gewrichten of de buik (buikvliesontsteking) aantasten. Behandeling Pneumokokkeninfecties worden behandeld met antibiotica. Preventie en vaccinatie Het vaccinatieschema raadt een vaccinatie tegen pneumokokken aan in 3 stappen: een prik op de leeftijd van 2 maand, 4 maand en 12 maand. Tijdens het eerste jaar dat het vaccin in het basisvaccinatieschema wordt opgenomen (2007), raadt de Hoge Gezondheidsraad aan om alle kinderen jonger dan 2 jaar te beschermen. Vraag raad aan je arts of pediater. Opmerking: sommige kinderen lopen een verhoogd risico op pneumokokkeninfecties (bv. bij een verzwakte weerstand, een chronische ziekte, enz.) en moeten zich laten vaccineren tegen pneumokokken.
17
ROTAVIRUS Het rotavirus is verantwoordelijk voor de meerderheid van de gevallen van gastroenteritis (maag-darmontsteking) bij zuigelingen en jonge kinderen (tussen 6 maand en 2 jaar) en komt vooral voor in de winter. Het virus is erg besmettelijk en zet zich over via de handen (meestal besmetting door de stoelgang) en voorwerpen, die kinderen met elkaar delen enz. Het virus is ook zeer resistent! De rotavirussen infecteren de cellen van de dunne darm en het duodenum en veroorzaken een afscheiding van water, minerale zouten en diarree. De diarree gaat meestal gepaard met braken en koorts. Evolutie De diarree kan zeer hevig zijn en duurt enkele dagen. Een normale complicatie bij braken en diarree is uitdroging en dat laatste kan zelfs aanleiding geven tot een ziekenhuisopname. Behandeling Om een ernstige uitdroging te vermijden, is het belangrijk om je kind veel te doen drinken (regelmatig en in voldoende hoeveelheden). Preventie en vaccinatie Hygiënevoorschriften volstaan niet om het verspreiden van het virus tegen te gaan. Daarom wordt de vaccinatie tegen het rotavirus voortaan aanbevolen door de Hoge Gezondheidsraad voor zuigelingen, tussen de leeftijd van 6 weken en 6 maand. Het vaccin wordt gedeeltelijk terugbetaald door de ziekteverzekering. Afhankelijk van het gekozen vaccin: • ofwel 2 dosissen toegediend via de mond op de leeftijd van 2 maand en 3 maand; • ofwel 3 dosissen toegediend via de mond op de leeftijd van 2 maand, 3 maand en 4 maand. De vaccinatie moet gebeuren vóór het kind 6 maand is: na die leeftijd worden kinderen niet meer gevaccineerd tegen het rotavirus.
NUTTIGE ADRESSEN
>
Kind en Gezin (K&G) Voor vaccinaties bij kinderen tot 3 jaar kan je terecht bij het consultatiebureau van K&G in je regio. Meer inlichtingen over vaccinaties verkrijg je bij de consultatiebureauarts, de regioverpleegkundige of telefonisch bij de K&G-lijn op 078-15 01 00 (tussen 8 en 20 uur).
[email protected] - www.kindengezin.be Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB) Voor vaccinaties bij leerlingen tussen 3 en 18 jaar kan je terecht bij de schoolarts van het CLB dat verbonden is aan de school van je zoon/dochter. www.ond.vlaanderen/clb
Op internet www.zorg-en-gezondheid.be/vaccinatie.aspx (website van het Agentschap Zorg en Gezondheid van de Vlaamse Overheid met actuele info over vaccinaties voor burgers en professionelen) www.health.fgov.be/CSH_HGR (website met aanbevelingen van de Hoge Gezondheidsraad; klik op ‘adviezen en aanbevelingen’, zoekterm ‘vaccin’) www.gezondheidspas.be (website van Omtrent Gezondheid vzw met info over vaccinaties op reis) www.reisgeneeskunde.be (website van het Instituut voor Tropische Geneeskunde)
Deze brochure is een uitgave van de dienst Gezondheidspromotie van de Onafhankelijke Ziekenfondsen
Sint-Huibrechtsstraat 19 1150 Brussel Tel.: 02/778 92 11 Fax: 02/778 94 04 E-mail:
[email protected] Website: www.mloz.be Ondernemingsnummer 411.766.483
Foto’s • Jo Pauwels
(c) Onafhankelijke Ziekenfondsen Brussel, januari 2007
bij kinderen
de landsbond van de onafhankelijke ziekenfondsen groepeert
Verantwoordelijke uitgever: P. Mertens, Onafhankelijke Ziekenfondsen, Sint-Huibrechtsstraat 19 - 1150 Brussel - 2007/01- GVO 073
Vaccinaties