2014140443 v20: FK Achtergrondinformatie Astma
Pagina 1 van 16
5
Consultatiedocument Farmacotherapeutisch Kompas voor registratiehouders Graag reactie voor 1 juli 2016 van de registratiehouders die volgens de consultatieprocedure kunnen reageren. 10
Astma I Advies Niet-medicamenteuze adviezen bij astma bestaan uit stoppen met roken, voldoende beweging, vermijding van prikkels en gewichtsreductie bij obesitas. Bij minder frequente astmaklachten (≤ 2×/week) is 'zo nodig'gebruik van een kortwerkend β2-sympathicomimeticum aangewezen. Bij frequentere klachten (≥ 3×/week) en vaker gebruik van een kortwerkend β2-sympathicomimeticum, is onderhoudsbehandeling met een inhalatiecorticosteroïd (ICS) geïndiceerd. Indien hiermee onvoldoende astmacontrole wordt bereikt, kan een langwerkend β2-sympathicomimeticum worden toegevoegd aan de onderhoudsbehandeling met ICS. 15
Aanvullingen op standaardadvies Middel Aanvullende zin salmeterol Salmeterol is door de langzaam intredende werking niet geschikt voor het couperen van astma-aanvallen. formoterol Formoterol heeft een snel intredende werking, dit heeft als voordeel dat astma-aanvallen sneller gecoupeerd kunnen worden. Door het lang aanhoudende effect is er echter bij frequent gebruik ook de kans op langer aanhoudende bijwerkingen (o.a. tachycardie, tremor). ciclesonide Ciclesonide is alleen beschikbaar als dosisaerosol en is niet geregistreerd voor kinderen < 12 jaar. ipratropium Ipratropium komt alleen in aanmerking indien bijwerkingen optreden bij gebruik van een kortwerkend β2-sympathicomimeticum. Ipratropium wordt ook in combinatie met een kortwerkend β2-sympathicomimeticum toegepast bij alarmsymptomen. Monotherapie met ipratropium is minder effectief dan een kortwerkend β2-sympathicomimeticum[4]. ipratropium/fenoterol De combinatie van een kortwerkend β2sympathicomimeticum met een kortwerkend parasympathicolyticum (ipratropium) komt 1
2014140443 v20: FK Achtergrondinformatie Astma
tiotropium
montelukast
cromonen
omalizumab
formoterol/beclometason formoterol/budesonide formoterol/fluticason
salmeterol/fluticason
theofylline
Pagina 2 van 16
alleen in aanmerking bij alarmsymptomen. Tiotropium vernevelvloeistof heeft een beperkte plaats als toevoeging aan een langwerkend β2sympathicomimeticum en inhalatiecorticosteroïd bij moeilijk behandelbaar astma. Tiotropium is niet geschikt voor het couperen van astmaaanvallen. Montelukast heeft een beperkte plaats bij patiënten met persisterende bijwerkingen van een inhalatiecorticosteroïd, of een langwerkend β2-sympathicomimeticum, of bij een niet te verbeteren inhalatietechniek. Bij moeilijk behandelbaar astma kan montelukast toegevoegd worden aan de behandeling met inhalatiecorticosteroïd en langwerkend β2sympathicomimeticum. De plaats van cromoglicinezuur of nedocromil is beperkt tot die gevallen waar er zwaarwegende bezwaren zijn tegen de toepassing van inhalatiecorticosteroïden. Bij inspanningsastma zijn β2sympathicomimetica effectiever en hebben daarom de voorkeur. Omalizumab komt alleen in aanmerking bij patiënten vanaf 6 jaar met ernstig persisterend allergisch astma en onvoldoende respons op hoge doses inhalatiecorticosteroïden en een langwerkend β2-sympathicomimeticum. Beoordeel na 16 weken het effect van omalizumab. Een combinatiepreparaat alleen toepassen indien de benodigde doseringen van individuele componenten overeenkomen met die van het combinatiepreparaat. Combinatiepreparaten met formoterol zijn ook geschikt voor het couperen van astmaaanvallen, door de snel intredende werking van formoterol. Het risico hierbij is dat eventuele bijwerkingen (o.a. tachycardie, tremor) bij frequent gebruik van formoterol lang kunnen aanhouden. Een combinatiepreparaat alleen toepassen indien de benodigde doseringen van individuele componenten overeenkomen met die van het combinatiepreparaat. Theofylline heeft een (beperkte) plaats als aanvullende (proef)behandeling bij ernstig astma dat onvoldoende reageert op een maximale dosis inhalatiecorticosteroïd en langwerkend β2-sympathicomimeticum. De behandeling met theofylline moet, vanwege de smalle therapeutische breedte en ernstige bijwerkingen en interacties, plaatsvinden onder 2
2014140443 v20: FK Achtergrondinformatie Astma
Pagina 3 van 16
leiding van een arts met ervaring in de behandeling met theofylline. vilanterol/fluticasonfuroaat Een combinatiepreparaat alleen toepassen indien de benodigde doseringen van individuele componenten overeenkomen met die van het combinatiepreparaat. Voor vilanterol/fluticasonfuroaat geldt dat de losse componenten niet beschikbaar zijn.
II Behandeling 5
10
15
20
25
30
35
40
Definitie Astma wordt gekenmerkt door wisselende, vaak aanvalsgewijs optredende bronchusobstructie ten gevolge van verhoogde gevoeligheid van de luchtwegen voor zowel allergische als niet-allergische prikkels, met als onderliggend mechanisme een chronische ontstekingsreactie van de luchtwegen. Allergische prikkels (IgE-gemedieerd): Uitwerpselen van huisstofmijt, pollen van bomen, grassen en onkruid, huidschilfers van harige dieren, schimmels, bepaalde voedingsmiddelen (zoals schaaldieren en noten) en beroepsgebonden allergenen (bv. bij schilders, kappers, bakkers en paprikatelers). Niet-allergische prikkels: Virale luchtweginfecties, lichamelijke inspanning, verandering in temperatuur of luchtvochtigheid, tabaksrook, parfums, sprays, huidverzorgingsproducten, wasmiddelen, scherpe luchtjes (zoals bak- en verflucht), luchtvervuiling (zoals fijnstof) en emoties (zowel positieve als negatieve). Symptomen Astma gaat gepaard met kortademigheid, piepend ademhalen en/of (productief) hoesten. Bij een ernstige exacerbatie is er tevens sprake van dyspneu in rust of respiratoir falen. Behandeldoel De behandeldoelen bij astma zijn het realiseren van: o vermindering van de frequentie van klachten tot max. 2×/week; o minimaliseren van het gebruik van kortwerkende luchtwegverwijders (noodmedicatie) tot max. 2×/week; o symptoomvrije nachten; o dagelijkse activiteiten zonder beperkingen. Als bovenstaande doelen gerealiseerd zijn, is er voldoende astmacontrole conform de GINA-richtlijn (Global Initiative for Asthma)[5]. Als er 1–2 doelen niet behaald zijn, is er gedeeltelijke astmacontrole en als er 3–4 doelen niet behaald zijn, is er onvoldoende astmacontrole. Een exacerbatie betekent dat er onvoldoende astmacontrole is. Beoordeel de mate van astmacontrole bij voorkeur over een periode van 4 weken. Uitgangspunten 3
2014140443 v20: FK Achtergrondinformatie Astma
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
Pagina 4 van 16
Indien allergene en/of niet-allergene prikkels duidelijk zijn aangetoond, is het van belang de expositie daaraan zoveel mogelijk te beperken. Tevens is het van belang te zorgen voor een goede lichamelijke conditie. De medicamenteuze behandeling volgt stepped care en wordt bij voorkeur per inhalatie toegediend omdat daarmee een optimaal effect bij een zo laag mogelijke dosering en geringe kans op systemische bijwerkingen wordt verkregen. Allereerst krijgt de patiënt de beschikking over een kortwerkend β2-sympathicomimeticum voor acute situaties. Indien deze meer dan tweemaal per week noodzakelijk is, wordt gestart met een onderhoudsbehandeling met een inhalatiecorticosteroïd (ICS). Indien met een ICS onvoldoende astmacontrole wordt bereikt, wordt een langwerkend β2sympathicomimeticum toegevoegd aan de behandeling. Bij bijwerkingen van langwerkende β2-sympathicomimetica of relatieve contra-indicaties kan het ICS verhoogd worden of kan een leukotrieenreceptorantagonist (LTRA) worden toegevoegd aan het ICS. De behandelaar dient voor het starten van een volgende stap de relevante factoren zoals onvoldoende therapietrouw, inadequate inhalatietechniek, onvoldoende behandeling van comorbiditeit (inclusief allergische rinitis) en het onvoldoende vermijden van allergene en niet-allergene prikkels uit te sluiten. Ook de diagnose astma dient heroverwogen te worden. Indien astma minimaal drie maanden voldoende onder controle is, kan uitsluipen van de medicatie tot de laagste effectieve dosering en toedieningsfrequentie geprobeerd worden. Hierbij is regelmatige controle van de astmaklachten en voorlichting over hervatten/ophogen van de medicatie bij recidiveren van de astmasymptomen belangrijk. Keuze inhalator Bij de keuze van een inhalator spelen de voorkeur van de patiënt en patiëntgebonden factoren, zoals coördinatie en inspiratiekracht een belangrijke rol. Neem de volgende aandachtspunten in acht: kies bij adequate coördinatie en voldoende inspiratoire luchtstroomsterkte, een droge poederinhalator – indien mogelijk multidose – of een dosisaerosol; kies bij inadequate coördinatie, een droge poederinhalator – indien mogelijk multidose –, een dosisaerosol met inhalatiekamer of een inademingsgestuurde dosisaerosol; kies bij onvoldoende inspiratoire luchtstroomsterkte, een dosisaerosol met inhalatiekamer of een inademingsgestuurde dosisaerosol; streef naar uniformiteit in de toedieningsvorm bij gebruik van verschillende middelen; het verdient aanbeveling dat de arts ervaring opdoet met een beperkt aantal inhalatoren. Bij kinderen tot 6 jaar is het stellen van de diagnose astma moeilijk vanwege de afwezigheid van een uitgesproken astmapatroon en het ontbreken van mogelijkheden voor spirometrie. Het starten van astmamedicatie bij kinderen tot 6 jaar is daarom altijd in het kader van een proefbehandeling en dient regelmatig geëvalueerd te worden. Bij kinderen vanaf 6 jaar kan de diagnose astma ondersteund worden door spirometrie. IIIa Stappenplan behandeling bij volwassenen 4
2014140443 v20: FK Achtergrondinformatie Astma
Stap 1
Pagina 5 van 16
Niet-medicamenteus Adviseer: o stoppen met roken en vermijden van passief roken; o vermijden van allergische prikkels (bij positieve test) en niet-allergische prikkels (bij bronchiale hyperreactiviteit); o voldoende beweging; o gewichtsreductie bij overgewicht.
Toelichting
Niet-medicamenteuze adviezen dienen gecombineerd te worden met een medicamenteuze behandeling. Veel mensen met astma hebben één of meerdere allergieën en/of zijn overgevoelig voor bepaalde nietspecifieke prikkels (= hyperreactiviteit). Door te bewegen of te sporten verbetert de conditie en het uithoudingsvermogen. Hiermee kunnen kortademigheidsklachten afnemen. De mate waarin een astmapatiënt zijn astma onder controle heeft of kan krijgen wordt mede bepaald door zijn/haar voedingstoestand en BMI. Obesitas hangt samen met een slechtere astmacontrole, verminderde reactie op corticosteroïden en een verminderde luchtwegdiameter, zelfs na correctie van longvolume. Multipele allergeenreducerende maatregelen zijn niet altijd succesvol ter vermindering van astmasymptomen. In sommige gevallen, zoals bij patiënten met een aangetoonde sensibilisatie en klachten van allergie, kunnen maatregelen om huisstofmijtexpositie te verminderen wel zinvol zijn.
Stap 2 Let op
‘Zo nodig’-gebruik (max. 2×/week) van een kortwerkend β2-sympathicomimeticum. Bij optreden van paradoxale bronchospasmen het gebruik direct staken en een ander type snelwerkende bronchusverwijder gebruiken. Hartaandoeningen zoals ernstig hartfalen, ritmestoornissen en ischemisch hartlijden kunnen in zeldzame gevallen verergeren bij frequent gebruik van sympathicomimetica.
Toelichting
Bij inspanningsastma kan 10–15 minuten voor de inspanning een kortwerkend β2-sympathicomimeticum worden gegeven; bij een langdurige inspanning kan eventueel een langwerkend β2-sympathicomimeticum gebruikt worden. 5
2014140443 v20: FK Achtergrondinformatie Astma
Pagina 6 van 16
Indien tijdens het spreekuur sprake is van kortademigheid of piepen, kan op dat moment een proefbehandeling met een kortwerkend β2-sympathicomimeticum gestart worden. Bij duidelijke afname van dyspneu en expiratoir piepen wordt continueren van een kortwerkend β2sympathicomimeticum aanbevolen. Sympathicomimetica met overwegend β2-adrenerge werking hebben bij toepassing via inhalatie in het algemeen weinig systemische effecten. Bij hoge doseringen of bij frequente toepassing kunnen echter wel systemische effecten optreden, zoals tremor, hoofdpijn, duizeligheid, hypokaliëmie en tachycardie. Lokale bijwerkingen, zoals heesheid en cariës, kunnen verminderd worden door na het gebruik van de inhalatiemedicatie de tanden te poetsen en/of de mond te spoelen. Wanneer sprake is van een niet-ernstige exacerbatie kan het kortwerkende β2-sympathicomimeticum worden opgehoogd tot zo nodig de maximale dagdosis. Stap 3a
Bij klachten leidend tot gebruik ≥ 3×/week van een kortwerkend β2-sympathicomimeticum, voeg een onderhoudsbehandeling met een inhalatiecorticosteroïd in startdosering toe:
beclometason budesonide ciclesonide fluticason
Let op
Door na het gebruik van het inhalatiecorticosteroïd de mond en keel goed met water te spoelen (niet doorslikken), neemt de kans op lokale bijwerkingen zoals orofaryngeale candidiasis of heesheid af.
Toelichting
Bij verergering van astmasymptomen kan gedurende enkele dagen ´zo nodig´ een kortwerkend β2sympathicomimeticum tot de maximale dosering worden opgehoogd. Daarnaast kan bij een niet ernstige exacerbatie tijdelijke verhoging van inhalatiecorticosteroïd (tot max. 4× de startdosis) worden overwogen. Evalueer 4–6 weken na starten van een inhalatiecorticosteroïd of de (persoonlijke) behandeldoelen behaald zijn. Continueer de noodzakelijke dosering inhalatiecorticosteroïd gedurende 3 maanden. Probeer het inhalatiecorticosteroïd na 3 maanden, of eerder bij het bereiken van voldoende astmacontrole, af te bouwen. 6
2014140443 v20: FK Achtergrondinformatie Astma
Pagina 7 van 16
De belangrijkste bijwerkingen van een inhalatiecorticosteroïd zijn dysfonie (heesheid) en keelpijn door lokale myopathie van de musculatuur van de glottis. Door dosisreductie en het gebruik van een voorzetkamer zullen deze klachten meestal verdwijnen. Gebruik van een inhalatiecorticosteroïd leidt, door lokale immuunsuppressie, bij circa 5% van de patiënten tot orofaryngeale candidiasis. Deze bijwerking kan meestal worden voorkomen door na iedere inhalatie de keel en mond te spoelen met water (vloeistof uitspugen). Langdurig gebruik van hoge doseringen kan, door absorptie via het longweefsel en/of vanuit de luchtwegen en het mondslijmvlies, leiden tot systemische bijwerkingen, zoals bijnierschorssuppressie, osteoporose, cataract of glaucoom. Alternatief bij stap 3a
Vervang het inhalatiecorticosteroïd bij persisterende lokale bijwerkingen, door een leukotrieenreceptorantagonist (LTRA):
Let op
montelukast
LTRA is niet geschikt voor de behandeling van een acute astma-aanval. Stop de behandeling met een LTRA bij forse progressie van eosinofilie, aanwijzingen voor een vasculitis zoals EGPA (Eosinofiele Granulomatose met Polyangiitis) en neuropathie.
Toelichting
Behandeling met een LTRA is minder effectief dan behandeling met een inhalatiecorticosteroïd.
Stap 4a
Combineer een inhalatiecorticosteroïd met een langwerkend β2-sympathicomimeticum: beclometason budesonide ciclesonide
Let op
+ formoterol of
Sympathicomimetica met overwegend β2-adrenerge werking hebben bij toepassing via inhalatie in het algemeen weinig systemische effecten. Bij hoge doseringen of bij frequente toepassing kunnen echter wel systemische effecten zoals tremor, hoofdpijn, duizeligheid, hypokaliëmie en tachycardie optreden. Hartaandoeningen zoals ernstig hartfalen, ritmestoornissen en ischemisch hartlijden kunnen in zeldzame gevallen verergeren bij frequent gebruik van sympathicomimetica.
7
2014140443 v20: FK Achtergrondinformatie Astma
Pagina 8 van 16
Toelichting
Bij verergering van astmasymptomen kunnen gedurende enkele dagen, zo nodig extra inhalaties van een combinatiepreparaat tot maximale dosering worden toegevoegd, zoals beclometason/formoterol en budesonide/formoterol.
Stap 4b
Verhoog, bij bijwerkingen van óf bij relatieve contraindicatie(s) voor langwerkende β2-sympathicomimetica, de dosis inhalatiecorticosteroïd:
Stap 4c
beclometason budesonide ciclesonide fluticason
Combineer, bij bijwerkingen van óf bij relatieve contraindicatie(s) voor langwerkende β2-sympathicomimetica, een inhalatiecorticosteroïd met een leukotrieenreceptorantagonist (LTRA): beclometason budesonide ciclesonide fluticason
Let op
Stap 5
Bronnen
+ montelukast
LTRA is niet geschikt voor de behandeling van een acute astma-aanval. Stop de behandeling met LTRA bij forse progressie van eosinofilie, aanwijzingen voor een vasculitis zoals EGPA (Eosinofiele Granulomatose met Polyangiitis) en neuropathie. Er is sprake van ‘moeilijk behandelbaar astma’ indien het met bovenstaande stappen binnen 3 maanden onvoldoende onder controle is. In dit geval is overleg met een kaderhuisarts longziekten of verwijzing naar de tweedelijnszorg aangewezen. [1] NHG-Standaard Astma bij volwassenen (Derde herziening). Huisarts Wet 2015; 58: 142-54. [2] Long Alliantie Nederland. Zorgstandaard Astma volwassenen. 2012. [3] Long Alliantie Nederland. Multidisciplinaire richtlijn astma; actuele knelpunten. 2014. Beschikbaar via http://www.longalliantie.nl. [4] Teoh L, Cates CJ, Hurwitz M, et al. Anticholinergic therapy for acute asthma in children. Cochrane Database Syst Rev. 2012; 4: CD003797. [5] Global Initiative for Asthma (GINA). The Global Strategy for Asthma Management and Prevention. 2016. Beschikbaar via: http://www.ginasthma.org/. 8
2014140443 v20: FK Achtergrondinformatie Astma
Pagina 9 van 16
[6] Nederlandse Vereniging Artsen voor Longziekten en Tuberculose (NVALT). Richtlijn Ernstig astma. 2013. Beschikbaar via http://www.nvalt.nl/. ICS= inhalatiecorticosteroïd, LTRA= leukotrieenreceptorantagonist. IIIb Stappenplan onderhoudsbehandeling bij kinderen 0–18 jaar Stap 1 Niet-medicamenteus Adviseer: o vermijden van directe of passieve blootstelling aan sigarettenrook; o vermijden van allergische prikkels (bij positieve test) en niet-allergische prikkels (bij verband met klachten); o voldoende beweging. Toelichting
Niet-medicamenteuze adviezen dienen gecombineerd te worden met medicamenteuze behandeling. Veel patiënten met astma hebben één of meerdere allergieën en/of zijn overgevoelig voor bepaalde nietspecifieke prikkels (= hyperreactiviteit). Door te bewegen of te sporten verbetert de conditie en kunnen kortademigheidsklachten afnemen. Multipele allergeenreducerende maatregelen zijn niet altijd succesvol ter vermindering van astmasymptomen. In sommige gevallen, zoals bij patiënten met een aangetoonde sensibilisatie en klachten van allergie, kunnen maatregelen om huisstofmijtexpositie te verminderen, wel zinvol zijn.
Stap 2
Kinderen 0–6 jaar: I. Kortwerkend β2-sympathicomimeticum (voorkeur salbutamol): evalueer het effect tijdens of direct sluitend aan het contact. II. Bij verlichting van de klachten: geef dagelijks een kortwerkend β2-sympathicomimeticum gedurende 1– 2 weken. Kinderen ≥ 6 jaar: -
Bij symptomen ≤ 2×/week: kortwerkend β2sympathicomimeticum voor ‘zo nodig’-gebruik. Bij inspanningsastma: kortwerkend β2sympathicomimeticum 10–15 min voor de inspanning.
9
2014140443 v20: FK Achtergrondinformatie Astma
Let op
Pagina 10 van 16
Bij optreden van paradoxale bronchospasmen het gebruik direct staken en een ander type snelwerkende bronchusverwijder gebruiken. In verband met mogelijk optreden van tandcariës bij kinderen, – tijdens gebruik van kortwerkende β2sympathicomimetica – letten op goede mondhygiëne en regelmatig het gebit laten controleren. Hartaandoeningen zoals ernstig hartfalen, ritmestoornissen en ischemisch hartlijden kunnen in zeldzame gevallen verergeren bij frequent gebruik van sympathicomimetica.
Toelichting
Omdat de diagnose astma lastig vast te stellen is bij kinderen onder de 6 jaar, heeft de medicamenteuze behandeling doorgaans het karakter van een proefbehandeling. De medicatie wordt gestopt indien de klachten verdwenen zijn. Bij persisterende klachten kan de behandeling met 1–2 weken worden verlengd. Bij kinderen vanaf 6 jaar kan op grond van het klachtenpatroon, spirometrie, auscultatie van de longen (op het moment van een aanval) en screeningsonderzoek naar sensibilisatie op inhalatieallergenen, met redelijke zekerheid de diagnose astma gesteld worden.
Stap 3
Voeg, bij onvoldoende astmacontrole ondanks het gebruik van kortwerkende β2-sympathicomimetica ≥ 3×/week of bij recidiveren van de klachten binnen 4 weken na het stoppen met kortwerkende β2-sympathicomimetica, een inhalatiecorticosteroïd (ICS) in de startdosering toe, gedurende minimaal 6 weken:
beclometason budesonide ciclesonide (vanaf 12 jaar) fluticason
Controleer elke 2–4 weken. Verminder de dosering ICS bij het bereiken van volledige astmacontrole. Let op
Raadpleeg bij kinderen jonger dan 1 jaar een (kinder)longarts voorafgaand aan het voorschrijven van ICS. Behandeling met ICS bij kinderen van 1 tot 6 jaar heeft in alle gevallen het karakter van een proefbehandeling die na minimaal 6 weken geëvalueerd dient te worden. Een beperking van ciclesonide is, dat het alleen beschikbaar is als dosisaerosol en niet geregistreerd is 10
2014140443 v20: FK Achtergrondinformatie Astma
Pagina 11 van 16
voor kinderen jonger dan 12 jaar. Door na inhalatie de mond en keel goed met water te spoelen (niet doorslikken), neemt de kans op orofaryngeale candidiasis of heesheid af. Toelichting
De belangrijkste bijwerkingen van inhalatiecorticosteroïden (ICS) zijn dysfonie (heesheid) en keelpijn door lokale myopathie van de musculatuur van de glottis. Door dosisreductie en gebruik van een voorzetkamer zullen deze klachten meestal verdwijnen. Gebruik van ICS leidt, door lokale immuunsuppressie, bij circa 5% van de patiënten tot orofaryngeale candidiasis. Deze bijwerking kan meestal worden voorkomen door na iedere inhalatie de mond en keel te spoelen met water (vloeistof uitspugen). Langdurig gebruik van hoge doseringen kan, door absorptie via het longweefsel en/of vanuit de luchtwegen en het mondslijmvlies, leiden tot systemische bijwerkingen zoals bijnierschorssuppressie en groeivertraging.
Alternatieven in de tweedelijnszorg
Bij een slechte inhalatietechniek kan als alternatief voor inhalatiecorticosteroïden (ICS) een leukotrieenreceptorantagonist (LTRA) worden gegeven. Indien onvoldoende astmacontrole wordt bereikt met een normale dagdosering ICS, komen de volgende opties aan bod (sequentieel): -
-
de startdosering van ICS verdubbelen; een langwerkend β2-sympathicomimeticum toevoegen (mits > 4–6 jaar) en de ICS verlagen naar de laagst effectieve dosis; een LTRA geven als alternatief voor een langwerkend β2-sympathicomimeticum in geval van bijwerkingen of bij kinderen < 4–6 jaar.
Indien met een langwerkend β2-sympathicomimeticum onvoldoende controle wordt bereikt (maar wel effect), kan daarnaast het ICS worden verdubbeld of een LTRA worden toegevoegd. Bij onvoldoende controle kan het ICS nogmaals worden verdubbeld; er is sprake van ‘moeilijk behandelbaar astma’. Het voorschrijven van omalizumab wordt voorbehouden aan een arts met ervaring in de behandeling met omalizumab. Bronnen
[1] NHG-Standaard Astma bij kinderen (Derde herziening). Huisarts Wet 2014; 57: 70-80. [2] Long Alliantie Nederland. Multidisciplinaire richtlijn 11
2014140443 v20: FK Achtergrondinformatie Astma
Pagina 12 van 16
astma; actuele knelpunten. 2014. Beschikbaar via http://www.longalliantie.nl. [3] Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde. Richtlijn Astma bij kinderen. 2013. Beschikbaar via http://www.nvk-richtlijnen.nl. ICS= inhalatiecorticosteroïd, LTRA= leukotrieenreceptorantagonist.
5
IV Geneesmiddelen Groep β2-sympathicomimetica
Geneesmiddelen Kortwerkend salbutamol terbutaline Langwerkend formoterol salmeterol inhalatiecorticosteroïden beclometason budesonide ciclesonide fluticason immunomodulantia omalizumab mepolizumab leukotrieenreceptorantagonisten montelukast parasympathicolytica parasympathicolyticum + β2sympathicomimeticum β2-sympathicomimeticum + corticosteroïd
cromonen xanthinederivaten
ipratropium tiotropium ipratropium/fenoterol formoterol/beclometason formoterol/budesonide formoterol/fluticason salmeterol/fluticason vilanterol/fluticasonfuroaat cromoglicinezuur inhalatie nedocromil inhalatie theofylline
12
2014140443 v20: FK Achtergrondinformatie Astma
Pagina 13 van 16
Astma-exacerbatie I Advies Bij een niet-ernstige exacerbatie van astma wordt een kortwerkend β2sympathicomimeticum gegeven. Bij volwassenen kan bij een niet-ernstige exacerbatie ook een tijdelijke verhoging van de inhalatiecorticosteroïden worden overwogen. Bij een ernstige exacerbatie van astma wordt salbutamol en eventueel ipratropium (via dosisaerosol of verneveling) gegeven. Tevens wordt een kuur met een oraal corticosteroïd (prednisolon) gegeven. Bij patiënten met ernstige dyspneu en slikproblemen, kan éénmalig dexamethason i.m. worden toegediend. 5
II Behandeling Uitgangspunten
10
15
20
De behandeling van een exacerbatie van astma wordt bepaald door de ernst van het actuele klinische beeld en het effect van eerdere behandeling van exacerbaties. Bij zeer adequate coping kan de patiënt in principe zelf starten met medicatie bij een verergering van de symptomen. De huisarts schat de mogelijkheden hiervoor in, aan de hand van de ziektelast en de mate van mantelzorg en zelfmanagement. Om een acute exacerbatie te couperen bij patiënten die verwezen moeten worden, kan éénmalig 30 mg prednisolon oraal of, bij patiënten met ernstige dyspneu en slikproblemen, dexamethason 8 mg i.m. worden toegediend. Indien geen verwijzing nodig is, kan tot maximaal 14 dagen een kuur met een oraal corticosteroïd voorgeschreven worden. IIIa Stappenplan behandeling exacerbatie bij volwassenen Stap 1a
Bij een niet-ernstige exacerbatie:
Adviseer een kortwerkend β2-sympathicomimeticum, indien nodig op te hogen tot de maximale dosering.
Een kortwerkend β2-sympathicomimeticum kan tijdens een exacerbatie naast een langwerkend β2-sympathicomimeticum worden gebruikt. Stap 1b
Bij een niet-ernstige exacerbatie: Overweeg bij onvoldoende effect na stap 1a: Een viervoudige verhoging van de startdosis van het inhalatiecorticosteroïd.
Stap 2a
Bij een ernstige exacerbatie zonder alarmsymptomen: Salbutamol dosisaerosol (met voorzetkamer, vijfmaal inademen). 13
2014140443 v20: FK Achtergrondinformatie Astma
Pagina 14 van 16
Herhaal de procedure vier tot tien keer tot de maximale dosering is bereikt.
Let op
Bij onvoldoende verbetering combineren met ipratropium dosisaerosol (met voorzetkamer, vijfmaal inademen). Herhaal zo snel mogelijk twee tot vier keer de procedure tot de maximale dosering is bereikt. Alarmsymptomen zijn: uitputting, cyanose, bewustzijnsdaling en een daling van de saturatie (zonder onderliggende oorzaak) ≤ 92% (bij zwangere vrouwen < 94%); spoedverwijzing is dan noodzakelijk. Verwijs de patiënt ook in geval van: onvoldoende verbetering binnen een half uur; onvoldoende zorgmogelijkheden thuis; ernstige interfererende comorbiditeit; een altijd noodzakelijke ziekenhuisopname bij eerdere exacerbaties.
Stap 2b
Bij een ernstige exacerbatie zonder alarmsymptomen: Geef bij verbetering na stap 2a: Een oraal corticosteroïd (prednisolon gedurende 5–7 dagen). Herevalueer de volgende dag. Indien nodig de kuur verlengen tot max. 14 dagen.
Let op
Controleer na het geven van een oraal corticosteroïd éénmalig de bloedglucosespiegel bij diabetici.
Toelichting
Bij controle de oorzaak van de exacerbatie nagaan, de longen onderzoeken en eventueel het beleid bijstellen.
Stap 3
Bij een exacerbatie met één of meer alarmsymptomen: Spoedverwijzing. Geef alvast: Zuurstof 10–15 l/min (streef naar een saturatie van ≥ 94%). Verneveling salbutamol (indien niet beschikbaar: via dosisaerosol met voorzetkamer). Verneveling ipratropium (indien niet beschikbaar: via dosisaerosol met voorzetkamer). Overweeg: Eénmalig 30 mg prednisolon oraal, of eenmalig 8 mg dexamethason i.m. bij patiënten met ernstige dyspneu en slikproblemen.
Let op
Alarmsymptomen zijn: uitputting, cyanose, bewustzijnsdaling 14
2014140443 v20: FK Achtergrondinformatie Astma
Pagina 15 van 16
en een daling van de saturatie (zonder onderliggende oorzaak) ≤ 92% (bij zwangere vrouwen < 94%). Bron
[1] NHG-Standaard Astma bij volwassenen (Derde herziening). Huisarts Wet 2015; 58: 142-54.
5
IIIb Stappenplan behandeling acute ernstige kortademigheid bij kinderen < 18 jaar Stap 1
Bij een acute ernstige kortademigheid zonder alarmsymptomen: salbutamol dosisaerosol met voorzetkamer: herhaal de inhalatie na een kwartier
Let op
Geef één inhalatie per keer in de voorzetkamer. Alarmsymptomen zijn: uitputting, cyanose, bewustzijnsdaling en een daling van de saturatie (zonder onderliggende oorzaak) ≤ 92% (bij zwangere vrouwen < 94%); spoedverwijzing is dan noodzakelijk. Verwijs de patiënt ook in geval van: onvoldoende verbetering binnen een half uur; onvoldoende zorgmogelijkheden thuis; een eerdere ziekenhuisopname of ernstig verlopen exacerbatie in de voorafgaande 12 maanden
Stap 2
Bij kortdurende of onvolledige verbetering: prednis(ol)on toevoegen aan kortwerkend β2sympathicomimeticum
10
Let op
Bepaal dosering op basis van gewicht
Toelichting
Geef prednis(ol)on in 2 doses, gedurende 3– 5 dagen. Geef bij kleine kinderen bij voorkeur prednisolon in drank.
Bronnen
[1] NHG-Standaard Astma bij kinderen (Derde herziening). Huisarts Wet 2014; 57: 70-80. [2] Long Alliantie Nederland. Multidisciplinaire richtlijn astma; actuele knelpunten. 2014. Beschikbaar via http://www.longalliantie.nl.
IV Geneesmiddelen Groep
Geneesmiddelen
15
2014140443 v20: FK Achtergrondinformatie Astma
orale corticosteroïden
parasympathicolytica
bètamethason dexamethason hydrocortison methylprednisolon prednisolon prednison triamcinolon triamcinolonacetonide ipratropium (vernevelvloeistof)
β2-sympathicomimetica
salbutamol (vernevelvloeistof)
Pagina 16 van 16
16